Eindeloos april 2018

Page 1

NUMMER 7 April 2018, 21e JAARGANG

d

MAANDBLAD VOOR STUDENTEN (KUNST)GESCHIEDENIS AAN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

d

EINDELOOS MET DEZE MAAND DE JWSN-PRIJSWINNAAR

Atlantis is vernoemd naar Atlanthean, god van strandvastgoed en middelmatige dijkenbouw

ATLANTIS: FEIT OF FICTIE? Suzanne Nellestijn – Een vriend van mij is in de veronderstelling dat je als historicus álles weet, of in ieder geval genoeg om je óveral een mening over te vormen. Als groot liefhebber (of zelfs aanhanger) van samenzweringstheorieën probeert hij mij daarom regelmatig aan de tand te voelen over de aliens die de hoogstaande technologie in het oude Egypte mogelijk zouden hebben gemaakt, want ‘is het niet raar dat de Egyptenaren gewoon elektriciteit hadden?’ De overheid weet hier natuurlijk alles van, maar houdt dit allemaal voor het gewone volk achter.

Natuurlijk. Een andere populaire vraag is: ‘Wat weet je over Atlantis?’ Atlantis zou volgens de vriend in kwestie een thuisbasis geweest zijn voor een soort superhumans die zich over de aarde verspreidden en hun kennis en technologie met het gewone klootjesvolk deelden. Dus eenzelfde verhaal als de aliens, alleen is de bron van kennis anders. Ik vind het als geboren scepticus een mooi verhaal en las op mijn vrijdagavond één van de dialogen van Plato om het ongelijk van deze vriend te bewijzen.

Op de vraag ‘Wat weet je over Atlantis?’, was mijn antwoord ‘Vrij weinig’. Dus wat doet een moderne historicus? I googled it, inderdaad. Al snel werd duidelijk dat Plato de vroegste bron over Atlantis is. Alle latere vermeldingen zijn gebaseerd op zijn werk. Terug naar de bron dus. In twee van zijn dialogen schrijft Plato over Atlantis: Timaeus en Critias. Ik koos ervoor alleen de onvolledige dialoog Critias te lezen, want hé, zo lang is mijn vrijdagavond nou ook weer niet. In deze dialoog is vrijwel uitsluitend het personage Critias aan het woord. Hij vertelt over een oorlog die negenduizend jaar eerder plaatsgevonden zou hebben >>>


ATLANTIS

EINDELOOS NUMMER 7 - PAGINA 2

EINDELOOS

HOOFDREDACTIONEEL Beste lezer, Hij studeerde geschiedenis aan de UvA en werd in Leiden hoogleraar in de geschiedenis en cultuur van NoordAmerika. Historicus en dichter Jan Willem Schulte Nordholt was een groot voorstander van het populariseren van de wetenschap. Waatrom zou een wetenschappelijk artikel alleen leesbaar moeten zijn voor vakbroeders/-zusters? Zijn naam leeft voort in de sinds 2007 jaarlijks door Eindeloos uitgereikte Jan Willem Schulte Nordholt-prijs (JWSN-prijs). Deze prijs wordt op een feestelijke avond uitgereikt aan de eerstejaars student die, volgens de redactie van Eindeloos, het beste populairwetenschappelijke artikel van het lopende studiejaar heeft geschreven voor het vak ‘Inleding in de geschiedenis II’ . Ook dit jaar is er weer een winnaar uit de bus gekomen. De vijfkoppige jury, Rutger, Loes, Sophie en Suzanne, onder leiding van juryvoorzitter Jet, kozen uiteindelijk voor het artikel van Haye Heida. Gefeliciteerd! Haye wist met zijn artikel ‘Een andere Russische revolutie. Het Sovjetverleden van Tetris’ de jury te imponeren. Met name het leuke onderwerp, zijn toegankelijke schrijfstijl en het plaatsen van een klein onderwerp in een brede context brachten hem de overwinning. Op het feestelijke JWSNgala kreeg hij de wisselbokaal uitgereikt, evenals een mooi boek, een prijs mede mogelijk gemaakt door oud-Eindelooshoofredacteur Juliëtte van den Hil. Daarnaast is het traditie dat de schrijver van het winnende artikel plaats mag nemen in de redactie van Eindeloos. Benieuwd naar Haye’s artikel? Ga dan snel naar pagina 4! En verder in dit nummer een afwisselende verzameling van onderwerpen waar de redactieleden zich weer danig op hebben uitgeleefd.

tussen ‘hen die buiten de Zuilen van Hercules leefden en al diegenen die erbinnen leefden’. Voor hen die niet bekend zijn met de Zuilen van Hercules: zo noemde men de doorgang tussen het huidige Gibraltar en Marokko. Het was ‘de poort’ tussen de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee. Volgens het verslag van Critias lag Atlantis dus buiten deze zuilen, maar had het wel een invloedssfeer die reikte tot in Italië en Egypte. Ik zal de lezer niet vervelen met de gehele beschrijving van Atlantis die gegeven wordt, maar enige informatie is van belang. Het verhaal begint met de verdeling van de wereld onder de goden. Zo werden Athena en Hephaistos verantwoordelijk voor Attica, het deel van Griekenland waar Athene ligt. Poseidon, een god die vaak in conflict was met andere goden, waaronder Athena, kreeg Atlantis in handen. Hij kreeg hier vijf tweelingen met een sterfelijke vrouw, en schiep een ‘eiland’ bestaande uit cirkels land en water. Kenmerkend voor Atlantis zijn de halfgoden die heersen over de eilanden. Poseidons tien zonen werden allen koning van een aan ieder toegewezen regio. Verder wordt verteld over de vruchtbaarheid en rijkdom van die koninkrijken. Dit staat in sterk contrast met de beschrijving die gegeven wordt van Attica. Daar leefde men heel sober. De herders en boeren moesten lange dagen maken om in hun levensonderhoud te voorzien. De huizen en andere gebouwen werden zonder opsmuk doorgegeven van vader op zoon, geen enkele generatie veranderde hier iets aan. Dit in tegenstelling tot Atlantis, waar elke nieuwe zoon de paleizen mooier maakte, waar de stadsmuren waren bekleed met edelmetalen en waar men nooit iets te wensen had. Wie vaker een concept als Othering is tegengekomen, zal in deze beschrijving meteen een klassieke creatie van een ‘Ander’ herkennen. Alleen al de goden die genoemd worden, doen vermoeden dat we hier te maken hebben met een ty-

pisch Grieks moralistisch verhaal over een ‘Wij’ en een ‘Zij’. Atlantis en de volken rond de Middellandse Zee, onder leiding van Attica, kwamen met elkaar in oorlog. Symbolisch gezien was dit een oorlog tussen Poseidon, Athena en Hephaistos. Dit was niet de enige keer dat Poseidon en Athena tegenover elkaar stonden; zij hadden vaker gestreden om de stad Athene en het gebied Attica. Een strijd die gewonnen werd door Athena. Daarnaast zien we het topos terug van corrumperende rijkdom. Ook de Perzen werden op basis hiervan regelmatig beschreven als verwijfd en zwak. In Atlantis had men te maken met alle rijkdom die uit de aarde gehaald werd. Hele gebouwen werden bekleed met goud en het mythische edelmetaal orichalchum. Ondanks dat de goddelijke genen van de oorspronkelijke kinderen van Poseidon hen onverschillig maakten tegenover deze weelde, werd deze weerstand met elke nieuwe generatie minder. ‘Uiteindelijk kreeg de menselijke aard de overhand, niet in staat om te gaan met hun fortuinlijkheid, begon men zich onbehoorlijk te gedragen.’ Ze daalden in achting bij de goden door hun hebzucht en onrechtvaardigheid. Dit zorgde er zelfs voor dat Zeus ze wilde straffen. Hier wordt de dialoog afgebroken, dus wát de straf precies was, blijkt niet uit Critias. Volgens de dialoog Timaeus won Attica uiteindelijk de oorlog tegen Atlantis. De soberheid en nobelheid van Attica zegevierden over de gierigheid van Atlantis. Dit maakt het waarschijnlijker dat het hier gaat om een verhaal met een moraal, een mythe met een boodschap van Atheense superioriteit. De ‘Ander’, Atlantis, wordt gepresenteerd om de kracht van Attica en Athene tegenover elkaar te kunnen stellen. ‘Wat weet je van Atlantis?’ Ik moet de vragensteller teleurstellen. Hoopte hij ooit een verdronken stad bekleed met goud te vinden, dan komt hij van een koude kermis thuis. d

Veel leesplezier!

Bente Marschall

Vreemd genoeg kon geen generaal een artillerieaanval op Atlantis weerstaan


EINDELOOS NUMMER 7 - PAGINA 3

PAPEGAAIEN

Papega aien in de stad

Het papagaaienleger had geen kans tegen de getrainde stedelingen

Bente Marschall - In de middeleeuwse stad moest (uiteraard) de stadsvrede bewaard worden. Alle burgers die een poorterseed hadden afgelegd, werden geacht hieraan bij te dragen. In de elfde en twaalfde eeuw was het een voorrecht om wapens binnen de stadsmuren te mogen dragen. En het was eveneens een voorrecht de inwoners van de stad tegen het kwaad te mogen beschermen. Dit samen optrekken om de rust en vrede te bewaren versterkte het saamhorigheidsgevoel binnen de steden. Maar eind veertiende eeuw was hier nog maar weinig van over. De collectieve verdedigingsplicht werd steeds vaker afgekocht en het schuttersgilde werd geboren. De opkomst van schuttersgilden bracht echter geen grote veranderingen teweeg wat betreft de verdediging van de stad. De waakdienst voor burgers bleef gelden en na verloop van tijd werd ook deze steeds vaker afgekocht. Het geld dat deze afkoopsommen opbrachten, werd gebruikt om professionals in te huren. De stad was voor haar verdediging dan ook niet afhankelijk van de schuttersgilden. In sommige steden hadden schuttersgilden zelfs niet eens een waakplicht. Hun kennis van wapens en wapengebruik maakte niettemin dat de schutters een belangrijke plaats in de stedelijke samenleving hadden. Wanneer de stad van buitenaf bedreigd en aangevallen werd, was het de taak van de schutters het stadhuis te verdedigen. Ook werd van hen verwacht dat zij deelnamen aan een heervaart of een stedelijke expeditie, wanneer

hiertoe werd opgeroepen. De schuttersgilden kenden twee ‘types’. De handboogschutters verenigden zich in een Sint Sebastiaangilde en de kruisboogschutters kozen Sint Joris als hun patroon. Lid zijn van een schuttersgilde bracht de nodige verplichtingen met zich mee. Leden moesten, zoals ook gebruikelijk bij andere gilden, meelopen in processies en het altaar van hun beschermheilige in kerken onderhouden. Schietoefeningen op het doelenterrein waren nodig om de vaardigheden van de schutters op peil te houden of te verbeteren. Vaak werd een dergelijke oefening in de vorm van een wedstrijdje gehouden. Gokken op wie de beste schutter zou zijn, kon natuurlijk ook. Een training werd afgesloten met een gezamenlijke maaltijd. Het jaarlijkse hoogtepunt voor de schutterij was het Papegaaischieten. Deze wedstrijd vond meestal plaats in het voorjaar, in mei. De papegaai raakte door de kruistochten bekend in het Westen. Met name bij de adel sprak deze exotische, bontgekleurde vogel tot de verbeelding en zij was dan ook erg geliefd in adellijke kringen. Waarschijnlijk is het bestaan van de papegaai zo ook in het burgerlijk milieu bekend geraakt. De schutters mikten bij het Papegaaischieten op een bont versierde houten of kleien vogel. Het zou een behoorlijk dure aangelegenheid zijn geworden als levende papegaaien waren gebruikt. De schutter die het beste, dat wil zeggen het meest precies en raak, schoot of de vogel naar beneden wist te schieten, werd aan het eind van de dag uitgeroepen tot ‘koning’. Mocht de winnaar in de twee voorafgaande jaren

ook koning zijn geweest, dan kreeg hij zelfs de titel van ‘keizer’ toebedeeld. De ‘koning’, dan wel ‘keizer’, werd betrokken bij het bestuur van het gilde en kreeg verschillende privileges. De wedstrijd werd afgesloten met een groot feestmaal, dat de status van en eendracht en hiërarchie binnen het gilde benadrukte. Zo’n schuttersfeest bracht hoge kosten met zich mee en werd medegefinancierd door de stad. Het feest was dan ook waarschijnlijk niet alleen voorbehouden aan de leden van het schuttersgilde. De hele stad kon meegenieten van de wedstrijd, de begeleidende toneelvoorstellingen en de muziek. Alvorens het schuttersfestijn kon losbarsten, moest het stadsbestuur het evenement goedkeuren. Het lag dan ook in haar macht het Papegaaischieten te verbieden, wat een enkele keer daadwerkelijk gebeurde. Papegaaischieten wordt met name geassocieerd met schuttersgilden. Maar zij waren niet de enige die deze ‘sport’ beoefenden. Zo nu en dan kreeg een ander gilde toestemming om een dergelijke wedstrijd te organiseren. En er zijn aanwijzingen dat er ook wel eens illegale wedstrijden Papegaaischieten plaatsvonden. De ‘papegaai’ kreeg het een stuk lastiger met de introductie van vuurwapens, maar wist stand te houden. In de achttiende eeuw raakten de schutterijen echter meer en meer op de achtergrond. Maar de negentiende eeuw bracht een opleving; van 1815 tot 1901 werden de schutterijen opgenomen in de militaire organisatie van het land. Schuttersfeesten zijn er nog altijd en ‘papegaaien’ hebben het er nog altijd moeilijk. d


WINNAAR JWSN 2018

EINDELOOS NUMMER 7 - PAGINA 4

Eindeloos feliciteert de winnaar van de

Jan Willem Schulte Nordholtprijs 2018 Haye Heida voor het beste eerstejaars populairwetenschappelijke artikel Geschiedenis

d Een andere Russische d

revolutie

Het Sovjetverleden van Tetris

Alexey Pazjitnov verzon Tetris na vier keer te zijn verhuisd binnen drie maanden

Haye Heida - Wie had ooit gedacht dat één van de meest verkochte computerspellen aller tijden afkomstig was uit een antikapitalistische staat als de Sovjet-Unie? Haye Heida schrijft in het teken van de popcultuur over het ongekende commerciële succes van Tetris en plaatst het in een historische context.

In 1984 werkte Alexey Pazjitnov op de technische universiteit in Moskou. Hij hield zich daar bezig met kunstmatige intelligentie en spraakherkenningssoftware. Waar deze technologieën uiteindelijk voor gebruikt zouden worden, wisten de wetenschappers niet. Om de capaciteiten te testen van de computers waarmee Pazjitnov en zijn collega’s moesten werken, programmeer-

de Pazjitnov eenvoudige computerspellen. Dit deed hij in de late uurtjes, zodat er niemand over zijn schouder kon meekijken. Het spel, dat wereldberoemd zou worden, was Tetris. Hierbij moet men dalende ‘tetromino’s’ (meetkundige vormen, bestaande uit vier loodrecht op elkaar staande vierkanten) draaien en dusdanig plaatsen dat ze een horizontale lijn vormen, die ver- >>>


EINDELOOS NUMMER 7 - PAGINA 5

WINNAAR JWSN 2018

volgens verwijderd wordt en een aantal punten oplevert. Wanneer men vier lijnen tegelijkertijd wegwerkt, scoort men een ‘Tetris’. Deze naam is afgeleid van het Griekse tetra (wat ‘vier’ betekent) en Pazjitnov’s favoriete sport: tennis. Dit ooit revolutionaire spel is inmiddels al 34 jaar oud en is nog altijd ontzettend populair. Het kan inmiddels ook op elk platform gespeeld worden. Tetris werd ontwikkeld in de laatste jaren van de Koude Oorlog. Ronald Reagan was een paar jaar eerder verkozen tot president van de Verenigde Staten en had net het SDI-project aangekondigd, dat beter bekend staat als ‘Star Wars’. De Sovjet-Unie deed haar best om een grote speler te blijven in de wapenwedloop, maar kampte met een falend systeem. De Sovjet-Unie was in 1973 tijdens de oliecrisis nog rijk geworden dankzij haar olievoorraden, maar de voorspoed was slechts schijn. Door de rijkdom hadden de Sovjetleiders het oog verloren voor de realiteit. Ze misten de boot op technologisch gebied en zagen de noodzaak niet meer in van verdere hervormingen. De illusie van een succesvolle centraal geleide economie, die van begin af aan was ingevoerd, werd in stand gehouden door de hoge olieprijzen. Maar vanaf begin jaren tachtig begon de bevolking haar vertrouwen te verliezen in het systeem – wat wellicht verklaart waarom Pazjitnov onder werktijd computerspelletjes durfde te programmeren. De economische successen bleven uit en de voedselvoorziening was slecht. De laatste leiders van de staat lukte het nauwelijks om de economische en politieke chaos de baas te zijn. De zieke Brezjnev en zijn even zieke opvolgers Andropov en Tsjernenko waren niet in staat tot actie. De hervormingen van president Gorbatsjov bleken uiteindelijk fataal te zijn voor de staat. Terug naar Pazjitnov. Destijds was er in de Sovjet-Unie nog geen sprake van een echte games industry en bovendien mocht een individu geen winst maken. Dat ging immers in tegen de communistische leer. Pazjitnov deelde zijn creatie in het begin dan ook alleen via floppydisks met vrienden. Hij had toen nog geen idee hoe hij zijn spel moest uitgeven. Enkele jaren later zou Tetris echter het eerste spel zijn van Sovjetmakelij dat naar de Verenigde Staten en andere westerse markten geëxporteerd werd. Gorbatsjov werd in 1985 benoemd tot partijsecretaris. Om zijn droom van een gedemocratiseerd Sovjet-imperium te verwezenlijken, was hij genoodzaakt om enkele hervormingen door

te voeren. Centraal in zijn beleid stonden glasnost (‘openheid’) en perestrojka (‘staatkundige- en economische hervormingen’). Perestrojka zorgde nog niet voor een volledige vrijemarkteconomie, maar staatsbedrijven waren minder strikt gebonden aan de vijfjarenplannen die de markt tientallen jaren hadden gedomineerd. Pazjitnov besloot gebruik te maken van de perestrojka door de rechten van Tetris voor tien jaar aan de overheid te geven. Alle inkomsten gingen uiteraard naar de staat. De export van computers en software stond toen onder toezicht van het staatsbedrijf ELORG (Elektronorgtechnica), dat ook verantwoordelijk was voor de licentie van Tetris. Het spel had zich ondertussen echter al verspreid tot in Hongarije, waar het werd ontdekt door westerse bedrijven. Er waren inmiddels, al dan niet onbewust, illegale kopieën van Tetris verkocht buiten de Sovjet-Unie. Perestrojka was voor Pazjitnov en de staatsbedrijven dus een eerste kennismaking met de soms nogal chaotische vrije markt. Het was dan ook onduidelijk aan welke bedrijven de overheid de rechten van Tetris had verkocht. Diverse bedrijven claimden omstreeks 1988 immers in het bezit te zijn van de licentie. Dankzij haar totalitaire karakter wist de Sovjet-Unie een einde te maken aan de chaos door in 1989 alle rechten in te trekken en deze te verkopen aan twee bedrijven: Atari voor de arcadeversies en Nintendo voor de thuismarkt. De rechten voor Nintendo werden verzekerd door de Nederlands-Amerikaanse zakenman Henk Rogers. Door het toedoen van Rogers werd Tetris standaard mee verpakt met elke Gameboy, een handheld console die op dat moment de markt veroverde. Dit is ook de versie met de bekende Tetris-melodie, Music A. De Gameboy-versie heeft zo’n impact gehad, dat Korobejnniki, het Russische volksliedje waarop deze melodie gebaseerd is, tegenwoordig niet meer geassocieerd wordt met het negentiende-eeuwse lied over marskramers maar met Tetris. Pas in 1996 verkreeg Pazjitnov de rechten van Tetris. Tegen die tijd was hij al naar de Verenigde Staten verhuisd, waar hij The Tetris Company oprichtte. Vandaag de dag verdient hij nog steeds aan de royalties. In totaal is het spel meer dan 70 miljoen keer verkocht en maakt het deel uit van meerdere ‘Guinnes World Records’ - waaronder ‘langste gevangenisstraf voor het spelen van een computerspel’ (op naam van een man die zijn telefoon niet wilde uitzetten in het vliegtuig omdat hij Tetris wilde spelen). De aantrekkingskracht van Tetris ligt voor een groot deel in de natuurlijke drang om orde in de chaos te willen scheppen. Wellicht had het in de Sovjet-Unie daarom ook zo’n aanhang. Men had immers dagelijks te maken met de gevolgen van een verrot systeem. In de tussentijd heeft Pazjitnov nog enkele computerspellen gemaakt, maar geen met dezelfde populariteit als zijn eerste creatie. Tetris was misschien dan wel een one-hit-wonder, maar het is en blijft een grote inspiratiebron binnen het puzzelgenre en één van de weinige positieve erfenissen uit het Sovjettijdperk. d

Dalende en draaiende ‘tetromino’s’


EINDELOOS NUMMER 7 - PAGINA 6

STEPHEN HAWKING

Stephen Hawking De invloed van ’s werelds intelligentste kosmoloog op de wetenschap

Hawking besloot honderd procent van zijn hersenfuncties aan kosmologie te wijden, met alle gevolgen van dien

Sophie Zwaal - ‘Een ster in het universum is gedoofd’, luidden veel krantenkoppen op de ochtend van 14 maart 2018, de dag dat Stephen Hawking op 76-jarige leeftijd overleed in zijn huis in Cambridge. Ondanks dat Hawking op zijn eenentwintigste te horen kreeg nog slechts twee jaar te hebben door de neurologische ziekte ALS, zette hij zich in om de grootste mysteries van het universum te ontrafelen: ‘My goal is simple. It is complete understanding of the universe: why it is as it is, and why it exists at all.’ Dat deze belangrijke vragen botsten met eeuwenoude filosofische vraagstukken maakte Hawking, die gezien wordt als een van de grootste wetenschappers van deze tijd, zelf al te graag duidelijk. Stephen Hawking werd geboren in 1942 te Oxford en studeerde wiskunde en kosmologie (cum laude afgestudeerd, uiteraard) in Oxford en Cambridge. Aan de hand van

de relativiteitstheorieën van Albert Einstein concludeerde Hawking dat, indien het universum zich voortdurend uitbreidt, het ooit een beginpunt moet hebben gekend, een ‘singulariteit’, waarin door de enorme dichtheid van materie de normale wetten van ruimtetijd niet meer gelden. Aan de hand van deze aanname ontwikkelde Hawking

Hoelang, op welke manier en waarom bestaat het universum? zijn beroemde studies over onder andere zwarte gaten. Dit alles terwijl hij gekluisterd was aan zijn rolstoel – hoewel getuigen melden dat Hawking maar al te graag gierend in zijn rolstoel rondracete over de campus van Cambridge – en in 1985 zelfs zijn stem kwijtraakte door een longontsteking.

Dankzij zijn baanbrekende PhDonderzoek uit 1965 en zijn vernieuwende publicaties hierna duurde het niet lang voordat Hawking ’s werelds meest prestigieuze leerstoel, ‘Lucasian Professor of Mathematics’, aan de University of Cambridge bekleedde, een positie die in de zeventiende eeuw lange tijd door Isaac Newton was bekleed. En zijn navolging van Newton bleef hier niet bij: op 32-jarige leeftijd werd Hawking, net als Newton, bestuurslid van de respectabele Royal Society. Zijn populairwetenschappelijke boek A Brief History of Time (1988) - in het Nederlands verschenen onder de titel Het Heelal - waarin hij zijn complexe theorieën over singulariteiten, kwantum en straling uit zwarte gaten voor leken toegankelijk maakte, is 237 weken lang het bestverkochte boek in Engeland geweest. Dat kosmologisch onderzoek naar het begin van het universum existentiële vragen met zich meebrengt, ontging Hawking niet: één van de debatten waar >>>


STEPHEN HAWKING

EINDELOOS NUMMER 7 - PAGINA 7

Hawking zich als kosmoloog in mengde, ging over de grenzen van het terrein van de natuurwetenschappen en de overlappingen met het vakgebied filosofie. Hawking stelde op de eerste pagina van zijn The Grand Design (2011) dat filosofie dood is, in het bijzonder de metafysische tak ervan die onder meer brede vragen stelt over het ‘zijn’ en de logica van het leven. Dit omdat filosofie niet was bijgebleven bij de vernieuwingen in de natuurwetenschappen en de vragen (en antwoorden) over het ontstaan van het universum. De vragen over hoelang, op welke manier en vooral waarom het universum bestaat, zouden als het aan Hawking lag vanaf heden volledig het terrein van natuurwetenschappers moeten zijn. Hiermee lijkt Hawking een paradigmaverschuiving voor te stellen zoals wetenschapsfilosoof Thomas Kuhn deze in de vroege twintigste eeuw omschreef: een verwisseling van denkkaders van waaruit geldige wetenschap wordt bedreven. Door de grote, bewijsbare ontdekkingen van astronomen binnen de natuurwetenschappen, aldus Hawking, voldeed het filosofisch ‘gissen’ naar antwoorden over het ‘zijn’ van de mens en het universum niet meer. Kritiek op deze controversiële uitspraak bleef uiteraard niet achterwege: filosofen beschuldigden Hawking ervan zelf eveneens voortdurend filosofie te beoefenen omdat een groot deel van Hawkings theorieën over zwarte gaten en singulariteiten oorspronkelijk zijn gegroeid vanuit zijn eigen speculaties, aangezien zijn onderzoeksobjecten immers niet direct waarneembaar zijn. Daarnaast zou volgens deze filosofen het vermijden van fundamentele filosofische vragen onmogelijk zijn bij onderzoek naar niet te vatten concepten als ‘oneindige hoeveelheid massa’ en ‘licht-opslokkende waarnemingshorizons van zwarte gaten’. Dit debat raakt daarmee aan de lastige vragen welke vorm van wetenschap de juiste is en of er zoiets bestaat als het ‘alleenrecht’ op bepaalde onderzoeksgebieden. Maar dat de grote filosofische vragen, waar de oude Grieken én Isaac Newton alleen maar over konden peinzen, nu door Hawking deels beantwoord lijken, laat zien dat Hawkings onderzoek van de afgelopen vijf decennia zowel binnen als buiten de natuurwetenschappen grensverleggend is geweest. d

Schrijven voor Eindeloos? Vormgeven voor Eindeloos? Tekenen voor Eindeloos? Fotograferen voor Eindeloos? Kom langs bij Eindeloos! Stuur een mailtje naar: eindeloos@kleio-amsterdam.nl


HAPKLARE HISTORIE

EINDELOOS NUMMER 7 - PAGINA 8

Geestver Alcohol, tabak, cannabis, LSD, LSA, psilocybine (paddo’s), atropine, alsem en absintalsem, XTC/MDMA, datura, DMT, taxine, MDA, ketamine, dimethyltryptamine, cocaïne, muscimol (vliegenzwam), Monty Python, ibogaïne, mescaline (peyote en San Pedro cactus), Johann Sebastian Bach, salvinorine A (salvia divinorum), tabernanthe iboga, chocolade, coloradopad, ayahuasca, ibogawortel, Max Havelaar, Van Kooten & De Bie, banisteriopsis caapi, Simon Schama, Breaking Bad, cha-

Popcorn Rutger Hoekstra - Een filmpje pakken onder het genot van een bak popcorn is heel normaal. Het gepofte maïs is een makkelijke lekkernij, die helaas na consumptie veel rotzooi achterlaat. Popcorn bestaat al duizenden jaren en is heel Amerikaans, en dus niet eens door Hollywood. Indianen in Centraal- en Zuid-Amerika gebruikten popcorn meer dan 3000 jaar geleden al in religieuze riten. Ontdekkingsreizigers die in de zestiende eeuw naar Amerika voeren, zagen hoe jonge vrouwen een popcorndans uitvoerden. Ze droegen een krans of ketting van popcorn. In een ander ritueel gooiden vissers popcorn in het water als offer voor een watergod die voor een goede vangst moest zorgen. Vandaag de dag wordt in Brazilië tijdens een katholiek feest popcorn gebruikt om de huid te reinigen. Mensen lopen dan over popcorn of eten het in grote hoeveelheden. Dus, allemaal naar de film, want naast dat de film vermaak oplevert, zorgt de popcorn ook nog eens voor een goede visvangst of een mooi huidje. Wie wil dat nou niet? Om over een laag popcorn te lopen kan je vandaag naar Pathé de Munt

Rijstwijn Sophie Zwaal - Het Japanse alcoholische rijstdrankje sake is in elke sushibar te bestellen. Het heeft een lange geschiedenis die teruggaat tot 300 voor Christus. De vroegste variant van sake werd in Japan gebrouwen door het hele dorp: elk lid van de buurtgemeenschap kauwde op de individuele rijstkorrels om deze vervolgens uit te spugen in een grote, gezamenlijke bak. De enzymen in het speeksel bevorderden de gisting. Toen in de zevende eeuw na Christus ontdekt werd dat in plaats van speeksel ook gist kon worden gebruikt voor het verkrijgen van (sterkere)alcohol, werd een punt gezet achter de kauwprocedure. ‘Wie durft uit de rochelbak te drinken, haha?’ - De ontdekking van sake

Cogito ergo sum Loes Knijn - Soms kan ook een inzicht geestverruimend zijn. Het inzicht van René Descartes in het menselijke denken was letterlijk en figuurlijk geest-verruimend. In 1637 poneerde hij de stelling Cogito ergo sum: ‘ik denk, dus ik ben’. Deze beroemde uitspraak komt voort uit zijn sceptische benadering van kennis. Overgeleverde waarheden kunnen onjuist zijn en je eigen waarnemingen kunnen je bedriegen. Hoe kun je dan iets zeker weten? Descartes twijfelde aan alles, maar één ding wist hij zeker: het is altijd iets of iemand die twijfelt. Het feit dat ik twijfel, impliceert dus dat ik besta. Met andere woorden: ik twijfel, dus ik besta.

Eerdere inzichten als ‘Ik fidgetspin, dus ik ben’ werden snel ontkracht


HAPKLARE HISTORIE

EINDELOOS NUMMER 7 - PAGINA 9

ruimers cruna, jurema, boswandelingen, koffie, ololiuqui, Alice in Wonderland, Stephen Hawking, Noam Chomsky, Citizen Kane, George Gershwin, Albert Einstein, het Rijksmuseum, Leonard Bernstein, The Big Short, city breaks, Zondag met Lubach, Wolfgang Amadeus Mozart, The Beatles, Pieter Derks ... Eigenlijk is het hele leven één grote geestverruimer. Maar met mate natuurlijk.

Bhagwan Jet van der Steijle - In de jaren zeventig van de vorige eeuw waren velen in de ban van Bhagwan, een spirituele goeroe uit India. Hij beweerde dat iedereen ‘verlichting’ kon bereiken door meditatie, therapie en liefde. Hij propageerde seksuele, emotionele, spirituele en institutionele vrijheid. Tijdens energie-meditatiesessies was Bhagwan het middelpunt en raakten zijn volgelingen door muziek en beweging in trance. Een aanraking van hem voelde als een high, de sterkste drug. De Bhagwanbeweging was sterk hiërarchisch. Bhagwan was het middelpunt en zijn volgelingen betaalden veel geld om bij zijn club te horen. Het verdriet was groot toen Bhagwan in 1990 overleed. Tot zijn erfenis behoorde een grote belastingschuld, maar ook ruim negentig Rolls Royces. Bhagwan geldt als een van de meest controversiële spirituele leiders.

In feite maakt betaling in ruil voor aanraking van Bhagwan een prostitué

Lachgas avant la lettre Suzanne Nellestijn - In het oude Griekenland trokken jaarlijks duizenden pelgrims naar het Orakel van Delphi voor een kijkje in hun toekomst. De priesteres, de Pythia, fungeerde als ‘doorgeefluik’ van de goddelijke inzichten. Uit onderzoek blijkt dat de priesteres haar voorspellingen deed ‘onder invloed’. En je zou kunnen zeggen dat ze zo daadwerkelijk een babbeltje met de goden maakte. Haar inspiratie was wellicht afkomstig van het gas etheen. Het heiligdom bevond zich in een grot. Door rotsspleten kwam het gas omhoog, het heiligdom in. In combinatie met koolwaterstof, dat in aanzienlijke mate aanwezig was in de bodem, had dit hallucinogene effecten. De voorspellingen waren dus het resultaat van god farts.

‘Geef mij nog een slagroomspuitpatroon’

Miel fou Maroesjka Verhagen - Honing is altijd geliefd geweest. Zo waren er in de oudheid al honingconnaisseurs die er een sport van maakten om zoveel mogelijk exotische nectar te proeven. Bepaalde honingsoorten bleken echter opvallende bij-effecten te hebben. Daar kwamen generaal Xenophon en zijn soldaten in 401 voor Christus achter toen ze tussen het vechten door een grote hoeveelheid honing buit maakten. Na het nuttigen veranderden de soldaten in beschonken gekken en vielen ze even later kermend neer. De geplunderde honingraten bleken giftige rhodondendronhoning te bevatten. Nadat Xenophon over zijn ervaring had geschreven in Anabasis was de interesse in deze miel fou bij de kenners gewekt. Een beetje mad honey in de gekruide wijn zorgt voor een interessante, bedwelmende drank. De soldaten waren ver-bij-sterd over dit ver-raat


BELASTING

EINDELOOS NUMMER 7 - PAGINA 10

Leuker kunnen we het niet maken

‘Staat hier dat onze kekke hoedjes niet belastingaftrekbaar zijn?’

Loes Knijn - Vanaf 1 maart 2018 kunnen we weer belastingaangifte doen. De belastingen kunnen we helaas niet leuker maken, maar ze kunnen het doen van historisch onderzoek wél makkelijker maken. Belastingen zijn namelijk van alle tijden en geven ons veel informatie over het politieke en sociale leven van onze voorouders. Sommige mensen betaalden meer belasting dan anderen, maar het betalen van belasting was voor iedereen een verplicht nummer. De belastingen vormen dus een belangrijk onderdeel van onze geschiedenis.

verdedigingswerken van de stad moesten worden gebouwd en onderhouden; het stadhuis moest de bestuurders en de rechterlijke macht een plaats geven om hun taak uit te voeren; aangestelde functionarissen moesten worden betaald en er was stedelijk toezicht nodig. Tijdens de Republiek werd het belastingstelsel vooral gekenmerkt door

In de Nederlanden kenden de middeleeuwse steden de eerste vorm van belasting. Het waren de graven en hertogen die rond 1200 hun oorlogen financierden met de inkomsten uit tolheffingen, boetes en tienden. Een tiende was een tiende deel van de oogst, dat afgedragen moest worden aan ofwel de kerk ofwel de graaf. Ook de stadsbesturen hadden belastinggeld nodig: de

diversiteit. Ieder gewest had zijn eigen belastingstelsel. Er waren wel belastingen op het niveau van de Staten-Generaal, maar de nadruk lag op de gewestelijke belastingen. De Republiek bestond uit zeven gewesten: Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Overijssel en Stad en Lande, ofwel Groningen. Bij een wisseling of verschuiving van de gewestelijke macht veranderde vaak

In de Republiek werd op vier niveaus belasting geheven

ook het fiscale stelsel. Ieder gewest droeg een percentage van zijn belastinginkomsten af aan de Staten-Generaal, waarbij de gewesten hun eigen stelsel konden bepalen. In de steden waren de accijnzen de belangrijkste belasting. Een accijns is een vorm van indirecte belasting, die wordt geheven op de verkoop van bepaalde (verbruiks)goederen. De indirecte belasting werd geïnd door een belastingpachter. In de zeventiende eeuw werd er op nagenoeg ieder product accijns geheven, bijvoorbeeld op bier, meel, zout en brandhout. Ook schoenen waren korte tijd belast, afhankelijk van de grootte van de schoen. Daarnaast werd er vanaf 1674 belasting geheven op het consumeren van koffie, wijn, chocolade en gedestilleerde dranken in een herberg of koffiehuis. Het bijhouden van het gebruik door bezoekers en het innen van de belasting zorgde uiteindelijk voor te veel problemen en twee jaar later, in 1676, werd deze belasting weer afgeschaft. >>>


BELASTING

EINDELOOS NUMMER 7 - PAGINA 11

Op het platteland kregen de mensen heffingen vanuit de waterschappen of de hoogheemraadschappen. Met deze inkomsten kon het waterschap de dijken en rivieren onderhouden. Na de dijkdoorbraken van 5 november en 4 december 1675 stonden grote delen van Holland onder water. Pas in het voorjaar van 1676 waren de dijken weer gerepareerd. In veel gebieden in Holland was de zeedijk namelijk verhoefslaagd. Dat betekende dat iedere hoeve of boerderij een stukje dijk (‘hoefslag’) in onderhoud kreeg. Een grote dijkverzwaring viel bijna niet te realiseren, omdat de boeren dit afzonderlijk niet konden betalen. Na de ramp werd de dijk gemeenschappelijk onderhouden. De boeren moesten waterschapsbelasting betalen, zodat het waterschapsbestuur aannemers kon inhuren. Hoe meer land een boer bezat, hoe hoger de belasting. In de Republiek werd er dus op vier niveaus belasting geheven: op het niveau van de Staten-Generaal, op het niveau van de gewesten, op het niveau van de dorpen en steden en op het niveau van de waterschappen. In de Republiek werd de belasting niet opgehaald door de overheid, maar door zogeheten belastingpachters. Particulieren konden het recht om belasting te innen pachten, waarbij de meestbiedende het recht daadwerkelijk verwierf. De pachter betaalde een pachtsom aan de overheid en alles wat hij meer ophaalde, mocht hij in eigen zak steken. Dit systeem moest voorkomen dat plaatselijke overheden invloed zouden hebben op het innen van belasting. Daarnaast was het in het voordeel van de pachter om de belasting zo nauwgezet mogelijk op te halen. De burgers waren echter zeer ontevreden over dit systeem. Op 16 augustus 1687 kreeg de belastingpachter Jan Schaeck van herbergier Teunis Niekerck geen toestemming om een peiling te verrichten in zijn bier- en wijnvaten. ‘Ik wil u in mijn kelder niet hebben’, zei de herbergier. Ook de klanten keerden zich tegen de belastingcontroleur met ‘dreijgementen dat sij hem anders souden slaen’. Later die middag werd Jan Schaeck door woedende Durgerdammers aangevallen. Ze hadden hem zo hard ‘geschopt, dat het deerlijck om te sien waere’. In 1748 kwamen de burgers in Groningen in opstand. De huizen van de landadel en

van de belastingpachters werden aangevallen en geplunderd. Het gevolg was de afschaffing van de belastingpacht. De belasting werd voortaan binnengehaald via de zogenaamde Collecte, waarbij de overheid belastinggaarders aanstelde en controleerde. Tijdens de Bataafse Republiek, vanaf 1795, werd er een uniform belastingstelsel gecreëerd. De gewesten konden niet meer op gewestelijk niveau belasting heffen. De regels over het heffen van belasting werden in de wet vastgelegd en er was goedkeuring van de centrale autoriteit nodig om een belasting door te kunnen voeren. Het rijk droeg voortaan de bestuurskosten van de afzonderlijke provinciën. De provinciën hoefden niet meer hun eigen kosten te dekken door zelf belasting te heffen. Tijdens deze belastinghervorming werden er weinig inhoudelijke aanpassingen doorgevoerd. De belastingen werden wel rechtvaardiger verdeeld onder de bevolking. In 1806 voerde Alexander Gogel, de minister van financiën, een landelijk geldend belastingsysteem in. Nadat het kiesrecht werd uitgebreid in 1917 kwam er ook een verschuiving in belastingdruk van lage naar hoge inkomens. De accijnzen werden vanaf dat moment ook sociaal gedifferentieerd. Dat betekende bijvoorbeeld dat rogge, het basisbestanddeel van het brood van de gewone man, minder werd belast dan het luxe graantarwe. Ons huidige belastingstelsel is voor het grootste deel gebaseerd op het systeem van Gogel. Tegenwoordig maakt de blauwe envelop langzaam plaats voor de digitalisering en kunnen we ook deze traditie aan de geschiedenis van de belasting toevoegen. d

‘Ik wil u in mijn kelder niet hebben’

Advertentie

‘Want zonder het verleden bestaat geen enk’le tijd’ Kijk v oor K leio’s activiteiten op: www.kleio-amsterdam.nl

of like Kleio op facebook!


MUIDERKRING

EINDELOOS NUMMER 7 - PAGINA 12

De Muiderkring

Het gezelschap van P.C. Hooft

Het schaatsplezier kwam abrupt ten einde toen P.C. Hooft kokende olie over de kantelen gooide

Alan van Rijn - Wij ‘geschiedenismensen’ krijgen vaak een warm gevoel bij ridders en kastelen. Het is veelal deze sfeer die ons in onze jeugd heeft aangestoken met het ‘geschiedenisvirus’. Met houten zwaarden spelen en met de familie naar kastelen als het Muiderslot gaan om een denkbeeldige schurk te bevechten, staat bij velen in de herinnering gegrift. Het slot Muiden, een paar kilometer ten oosten van Amsterdam, was echter ook het thuis van de welhaast mythische Muiderkring, een genootschap van kunstenaars en intellectuelen. Als drost en bewoner van het slot organiseerde P.C. Hooft feesten voor zijn intellectuele vrienden. Deze vriendenkring in wisselende samenstelling werd bekend als ‘de Muiderkring’. Het gezelschap bestond onder anderen uit de dichters Joost van den Vondel en Constantijn Huygens, jurist Hugo de Groot, grondleggers van onze universiteit Casparus Barlaeus en Gerardus Vossius en de gevierde zangeres Francisca Duarte. Tijdens Hoofts feesten wisselden deze ‘reuzen’ van gedachte, werd poëzie voorgedragen en werd er gemusiceerd. De feestmalen en goede gesprekken waren onderwerp voor veel schilderkunst en literatuur uit latere tijden. De Muiderkring leek bijna te mooi om waar te zijn. En wellicht was dat

ook zo. Veel mensen zeggen dat de kring een beetje een sprookje was. Autodidactisch historicus Jacobus Scheltema zou in de vroege negentiende eeuw het romantische beeld geschapen hebben. Aan de hand van de correspondentie tussen Hooft en zijn gasten construeerde hij een beeld van een vast gezelschap. De kring bleek nuttig om een gevoel van verdraagzaam-

‘Doen alsof’ is een kernbegrip heid en (culturele) eensgezindheid tussen noorderlingen en zuiderlingen uit te dragen; een kring van culturele grootheden waarmee zowel de noordelingen als de zuiderlingen van het nieuwe Verenigd Koninkrijk der Nederlanden zich konden identificeren. De kring moest het gat tussen beiden dichten in de vorm van een gemeenschappelijke Nederland-Belgische folklore. Veel andere schrijvers volgden het voorbeeld van Scheltema en maakten zo van de Muiderkring een ware volkslegende. Literatuurhistoricus L. Strengholt publiceerde in 1986 het artikel ‘Over de Muiderkring’. De mythische status van de kring werd er in genuanceerd. In feite was er geen sprake van een genootschap geweest. De enige vaste deelnemer was de gastheer zelf. Er hing in

de zeventiende eeuw een zeker mysterie rond de drost van Muiden, maar de manier waarop de Muiderkring in de verbeelding staat, is niet realistisch. De mythische proporties die de kring aannam, komen voort uit negentiende-eeuwse romantiek en nationalisme. In deze tijd werd voor het eerst gesproken over de kring als genootschap. ‘Doen alsof’ is een kernbegrip als het gaat om het Muiderslot. Zoals ik vroeger deed alsof ik een ridder was op het kasteel, deden de gasten van Hooft ook alsof ze in een andere tijd leefden. De vroegmoderne elite kon even doen alsof ze middeleeuwers waren. Deze sfeer werd later overgenomen door nationalistische schrijvers en kunstenaars. Of er nu een echt genootschap bestond of niet, hetgeen zich heeft afgespeeld in het slot Muiden spreekt nog altijd tot de verbeelding: een kasteel met een heer die culturele en academische grootheden een dak boven het hoofd biedt. Ik denk dat elk ‘geschiedenismens’ aanwezig had willen zijn bij één van die avondmalen, om Vondel en De Groot met elkaar te zien discussiëren. Het oude kasteel was een schitterend decor voor de bijeenkomsten. Hoe je het ook wendt of keert, het Muiderslot blijft een lieu de memoire waar een mythische sfeer omheen hangt. Een zeldzaamheid in ons bescheiden landje. d


EINDELOOS NUMMER 7 - PAGINA 13

BLUTFAHNE

Hitlers reliek: de Blutfahne

Iedereen werd door Hitler te klein gevonden om mee te rijden in zijn auto

Jet van der Steijle - Adolf Hitler was een schurk. Dat niet alleen, hij was ook een junk, strateeg en profeet. Althans, dat laatste vond hij zelf. Hij was de leider van het nationaalsocialistisch-geloof en hij had een lijdensweg moeten afleggen voor hij kon prediken tot zijn volgers. Een verschrikkelijke tijd in de loopgraven, een mislukte greep naar macht en zelfs gevangenschap hadden hem tot een charismatische martelaar gemaakt. Hij kende het klappen van de zweep. Niets illustreert Hitlers politieke religie beter dan zijn belangrijkste reliek, de Blutfahne. In november 1923 vond in München de beruchte Bierputsch plaats. Samen met de SA beraamde Hitler het plan om een staatsgreep te plegen. Geïnspireerd op Benito Mussolini’s ‘Mars naar Rome’ wilde Hitler met zijn volgelingen een protestmars tegen de Weimar Republiek organiseren. Zo’n tweeduizend nazi’s marcheerden naar het stadscentrum van München om te demonstreren bij een speech van Gustav Ritter von Kahr, Staatscommissaris van de Weimar Republiek. Aangekomen bij de bierhal waar de speech werd gehouden, werd de zaal omsingeld en liep Hitler de zaal binnen, waar hij een schot in het plafond loste om de aandacht te krijgen. ‘De nationale revolutie is uitgebro-

ken!’ riep hij, gesteund door zijn makkers, waaronder Göring, Rosenberg en Hess. De Putsch duurde een dag, tot soldaten er een einde aan maakten. Zestien nazi’s kwamen om het leven en de Putsch bezorgde Hitler een groot trauma. Hij wist zich uit de voeten te maken, maar werd twee dagen later opgepakt, waarna hij in

Het religieuze karakter van het nationaalsocialisme de gevangenis belandde. Daar schreef hij zijn Bijbel, Mein Kampf, waarin hij in het voorwoord zijn gevallen apostelen herdacht. Toen hij in 1933 aan de macht kwam, ontstond de mythe van de martelaren. De zestien gevallenen kregen een officiele herbegrafenis, ze werden herdacht op postzegels en jaarlijks vond een herdenkingsdienst plaats. De Putsch werd een nationaal symbool, de gestorven mannen werden gezien als de eerste slachtoffers die streden voor het nationaalsocialisme. Tijdens de Putsch kreeg de Blutfahne vorm. Op een reguliere SA-vlag was het bloed terechtgekomen van Andreas Bauriedl toen deze werd doodgeschoten. Zijn bloed liet vlekken achter, en met de sacralisatie van de Putsch werd ook de

Blutfahne heilig. Nadat Hitler werd vrijgelaten uit de gevangenis, kreeg hij de vlag weer in zijn bezit via een SA-er die hem had bewaard. Tijdens Hitlers regime werd de vlag tijdens SS-ceremonies gebruikt om nieuwe vlaggen in te wijden. Soms werden ze op de oude, bebloede vlag gelegd. Soms stond Hitler in het midden. Met in de ene hand de Blutfahne en in de andere de nieuwe vlag, stroomde de hoop en kracht van de revolutie door in de nieuwe vlag. Hiermee werd de nieuwe vlag ingewijd, die pas na dit ritueel gebruikt kon worden. Deze inwijdingsceremonie kon alleen door Hitler zelf gedaan worden en er was een speciale SS-er aangewezen die de vlag mocht dragen tijdens diverse ceremonies. De Blutfahne symboliseert het religieuze karakter van Hitlers politieke partij. d


FUNERAL TRAIN

EINDELOOS NUMMER 7 - PAGINA 14

Funeral Train

De nasleep van de moord op Robert F. Kennedy

De locomotief diende tevens als crematorium bij de eindbestemming

Rutger Hoekstra – Sommigen staan met het hoofd gebogen, anderen hebben de hand in de lucht gestoken. Een enkeling lacht of wuift, een vrouw heeft tranen in de ogen. Een familie staat met zijn zevenen toe te kijken, strak in het gelid, van groot naar klein, de kinderen met ontbloot bovenlijf, vader en moeder besmeurd. Arm staat naast rijk, zwart naast wit, jong naast oud of mensen staan geheel alleen in een desolaat landschap. Twee beatnicks op de motor in een weiland of een man die een sloot overgesprongen is en zwaait met zijn hoed. Families in de tuin, waar zelfs de kleinsten gebiologeerd staan te kijken. Alleen de hond doet niet mee. Beelden van een land in rouw. Het jaar is 1968. Plaats van handeling zijn de Verenigde Staten van Amerika. Wie door Paul Fusco’s foto’s struint, zal diep onder de indruk zijn van de aangrijpende beelden die hij maakte vanaf de Funeral Train. Als fotojournalist reisde hij mee met

het stoffelijk overschot van Robert F. Kennedy, beter bekend als Bobby. Net als zijn broer John F. Kennedy een geliefd politicus die vermoord werd. Een kansrijke presidentskandidaat voor de Democratische Partij die datzelfde jaar meedeed aan de voorverkiezingen. Maar het mocht niet zo zijn: Bobby werd op 5 juni 1968 neergeschoten tijdens een partijbijeenkomst. Een dag later stierf hij, op 42-jarige leeftijd. Zijn lichaam werd overgebracht van Los Angeles, waar hij

Handen voor de mond geslagen, zwart naast wit werd neergeschoten, naar New York City, waar hij werd opgebaard. De laatste reis die hij vervolgens per trein maakte, was van New York naar de begraafplaats nabij Washington DC. Een eer die Abraham Lincoln ook ten deel viel nadat hij vermoord was in 1865. Het was deze laatste reis van Bobby

die door Paul Fusco vastgelegd werd. De foto’s geven een prachtige indruk van het Amerika van de late jaren zestig. Een diep verdeeld en vertroebeld land door onder andere de moord op beide Kennedy’s, de Vietnamoorlog en de burgerrechtenbeweging onder leiding van Martin Luther King, die al eerder in 1968 vermoord werd. Wie de foto’s van Fusco echter nader bestudeert, ziet niet zozeer een verdeeld land, maar vooral verdriet en juist eenheid. Iedereen staat naast elkaar met veelal verontwaardiging op het gelaat. Handen voor de mond geslagen, kinderen die stevig omarmd worden door hun ouders. Een door de gehele Amerikaanse samenleving geliefd persoon is heengegaan, zoveel is duidelijk. Het mooie aan de foto’s is ook de beweging. Doordat ze vanuit een rijdende trein genomen zijn, hebben veel foto’s bewegingsonscherpte. Het versterkt het gevoel van de reis die de trein aflegt, van het feit dat mensen in de snikhete zon misschien wel uren gewacht hebben op een in luttele seconden voorbijrazende >>>


FUNERAL TRAIN

‘Kunnen jullie stoppen met ons beschieten, pls?’

trein, dat ze de moeite namen de laatste eer te bewijzen om zo enigszins de moeite die Bobby zich voor hen had getroost, terug te betalen. Om op die manier nog een beetje recht te doen aan de boodschap van hoop die hij gedurende zijn campagne predikte. Hoop dat we zullen overwinnen, ondanks de moorden op de leiders die verandering teweeg zouden brengen. Tegen beter weten in, want tegenwoordig wordt de moord wel gezien als de genadeslag voor het optimisme van de late jaren zestig. Iets wat regelmatig terugkomt in de reportage: het contrast van een rouwende massa tegenover de felle kleuren van de kleding en de auto’s en de overduidelijk snikhete dag die het geweest moet zijn. Mensen staan toe te kijken in shirts, overhemden met korte mouwen, rokjes, korte broeken en een zonnebril. Zweetplekken van de hitte zijn nog net niet te zien. Wat een zorgeloze zomerdag had moeten zijn, werd een inktzwarte voor Amerika. In de nasleep van de moord op Bobby was het niet alleen maar eenheid die Amerika uitstraalde. Ook nu staken al

EINDELOOS NUMMER 7 - PAGINA 15 snel complottheorieën de kop op als zou de CIA achter de moordaanslag zitten. De moord op John F. Kennedy had immers veel wantrouwen jegens overheidsinstanties tot gevolg gehad. Hoe dan ook, één persoon werd verantwoordelijk gehouden voor de aanslag: Sirhan Sirhan. Hij zit tot op de dag van vandaag een levenslange straf uit. Zijn motief was de uitgesproken steun van Robert Kennedy voor Israël. Sirhan was zelf een Palestijnse Arabier met het Jordaanse burgerschap en een sterk antizionistische overtuiging. In een dagboekfragment van 19 mei 1968 scheef hij over Kennedy: ‘RFK must die. RFK must be killed. (…) Robert F. Kennedy must be assassinated before 5 June 68.’ Er is gesuggereerd dat die datum van symbolische betekenis was, omdat een jaar eerder op die dag de Zesdaagse Oorlog tussen Israël en zijn Arabische buurlanden begon. De mensen die door Fusco vastgelegd zijn, hebben daar geen boodschap aan gehad. Beter is het nog eens te kijken naar de saamhorigheid die de foto’s uitstralen. Misschien dat de foto’s een sprankje hoop kunnen bieden voor ieder die zich heden ten dage zorgen maakt over de Amerikaanse samenleving die nu roerige jaren tegemoet lijkt te gaan, of de foto’s simpelweg te waarderen als een tragisch doch prachtig tijdsbeeld van de Verenigde Staten anno 1968. d Nieuwsgierig geworden naar de foto’s, bekijk dan: https://www.magnumphotos.com/ newsroom/politics/paul-fusco-rfk-funeral-train/ https://www.magnumphotos.com/artsculture/paul-fusco-rfk/ Of hou de website van het Nederlands Fotomuseum in de gaten: in 2019 verschijnt daar een tentoonstelling over de Funeral Train.

Oud Nieuws Een willekeurige greep uit de wereldgeschiedenis.

April

(door Karel de Grote ostarmanoth genoemd) 1914, 8 april - Het beeld De Eendracht op de Dam in Amsterdam (beter bekend als ‘Naatje van de Dam’) wordt neergehaald nadat een arm was afgebroken. 1820, 10 april - Na de publicatie van een kritische verhandeling over de inrichting en het bestuur van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden wordt de Brusselse advocaat en journalist Ferdinand van der Straeten veroordeeld tot een boete van 3000 gulden. 1782, 19 april - De Republiek der Verenigde Nederlanden erkent de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten van Amerika. Op 20 december 1780 had Engeland de Republiek de oorlog verklaard. 1746, 17 april - In de Slag bij Culloden wordt het leger van Schotse jacobitische opstandelingen en Franse soldaten, onder leiding van Charles Edward Stuart, verslagen door de hertog van Cumberland. 1660, 4 april - Koning Charles II van Engeland vaardigt de Declaratie van Breda uit, waarin hij amnestie en godsdienstvrijheid toezegt. 1532, 26 arpil - Sultan Süleyman van Turkije trekt opnieuw door Hongarije op naar Wenen. 1451, 19 april - Alam Sjah van Delhi doet afstand van de troon ten gunste van Boehloel Chan Lodi, een Afghaanse heerser uit de Punjab. 1376, 28 april - Het Engelse parlement eist toezicht op de koninklijke uitgaven. 1370, 22 april - In Parijs wordt begonnen met de bouw van het vestingwerk de Bastille. 1241, 13 april - Koning Béla IV van Hongarije wordt door de Mongolen verslagen in de Slag aan de Theiss. 1111, 13 april - Paus Paschalis II wordt gedwongen de Duitse koning Heinrich V tot keizer te kronen en aan hem de benoeming van bisschoppen over te laten. 754, 14 april - In Quierzy belooft de Frankische koning Pippin III het door de Longobarden veroverde gebied rond Ravenna, dat voormalig Byzantijns bezit is, aan paus Stephanus te zullen geven.

Links van de Kennedys: Ken-dy-nie, de onbekende neef van.

121, 26 april - Marcus Annius Verus, als Marcus Aurelius van 161 tot 180 keizer van het Romeinse Rijk, wordt geboren.


EINDELOOS NUMMER 7 - PAGINA 16

INTERVIEW

Historicus van de maand In het archief

Mathijs Timmermans Eén van die zeldzame historici geïnteresseerd in iets anders dan recente politieke geschiedenis, nu werkzaam in onder andere het allesbehalve middeleeuwse Almere. Ik ben Mathijs Timmermans, 30 jaar, en ik woon in Leiden, waar ik ook mijn opleiding Geschiedenis gevolgd heb. Als mediëvist heb ik mij tijdens mijn studie intensief beziggehouden met de politieke situatie in en de historische cultuur van het graafschap Holland en het Sticht Utrecht in de late middeleeuwen. Na een wat onstuimig eerste jaar werd ik in mijn tweede jaar gegrepen door de wondere wereld van de mediëvistiek. Ik heb mij altijd geïnteresseerd in het verre, in zekere zin ongrijpbare, verleden. Naarmate mijn bachelor vorderde, raakte ik meer en meer geboeid door de academische wereld. Die trend zette ik voort door het volgen van een onderzoeksmaster (Europe 1000-1800), waarbij ik ook vakken bij Book and Digital Media Studies en Nederlands volgde. Na mijn studie werkte ik als onderzoeksassistent aan de Universiteit Leiden, in een onderzoeksproject naar het zogenaamde Goudse Kroniekje (c. 1440). In september 2015 kreeg ik de kans om bij Frits van Oostrom (Universiteit Utrecht) als onderzoeksas-

sistent in dienst te treden. Bijna tweeënhalf jaar mocht ik archieven in binnen- en buitenland afstruinen op zoek naar gegevens over Jan van Brederode (c. 1370-1415), de hoofdpersoon van het in oktober 2017 verschenen Nobel Streven (Prometheus). Ondertussen was ik bezig met het schrijven van voorstellen voor PhD-onderzoek, volgde ik een Educatieve Master en was ik zoekende naar een meer permanente betrekking. Uiteindelijk vond ik die via YPublic, waar ik nu ‘Trainee Informatiemanagement’ ben. Ik werk bij twee opdrachtgevers, het RHC Vecht en Venen in Breukelen en het Stadsarchief Almere. Bij deze archiefdiensten houd ik mij onder meer bezig met applicatiebeheer en wet- en regelgeving omtrent de openbaarheid van archiefbescheiden. Als mediëvist kende ik de consumerende kant van de archiefwereld al, maar ik voel mij in de backoffice ook uitstekend thuis, inmiddels. Een tip die ik studenten zou willen meegeven, is om niet te gehaast door je studie te gaan. Neem de tijd voor een stage, kijk

om je heen en laat je niet in een keurslijf dwingen. Lees veel en schuw daarbij vooral vreemde moderne talen (naast het Engels) niet. Realiseer je dat je als historicus sterke kwaliteiten als analytisch vermogen en schrijfvaardigheid kunt ontwikkelen. Een stage helpt om deze vaardigheden concreet invulling te geven. Je komt er zo achter welke richting je jouw professionele ontwikkeling zou willen geven na je studie. In eerste instantie ambieerde ik vooral het doen van academisch onderzoek, maar inmiddels ben ik met veel plezier werkzaam in een ander vakgebied, waar ik mijn analytische vaardigheden uitstekend kan inzetten. Praat veel met mensen en maak gebruik van netwerkmomentjes (alumniverenigingen, netwerkborrels, vrienden, docenten, kennissen en studiegenoten, LinkedIn). En probeer vooral je blik open te houden; ook aan het einde van je studie, wanneer de urgentie om betaald werk te vinden onvermijdelijk ontstaat. d

EINDELOOS COLOFON

Hoofdredactie Bente Marschall Secretaris Rutger Hoekstra Eindredactie Silvio Algra Tycho Hofstra Bente Marschall Suzanne Nellestijn Opmaak Bente Marschall Drukwerk Speed-o-Print, Amsterdam Redactie Rutger Hoekstra Loes Knijn Bente Marschall Suzanne Nellestijn Alan van Rijn Jet van der Steijle Maroesjka Verhagen Sophie Zwaal Met bijdragen van Haye Heida Redactieraad Dr. Jouke Turpijn Dr. Willem Melching Prof. Dr. Wyger Velema Dr. Wendelien van Welie Uitgever: Stichting Eindeloos Eindeloos is een onafhankelijk periodiek van en voor de studierichtingen Geschiedenis en Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Het blad wordt uitgegeven door de Stichting Eindeloos en is gelieerd aan studievereniging Kleio. Eindeloos ligt iedere maand in de bladenbakken van het P. C. Hoofthuis en het Bushuis. Reacties, ingezonden stukken, liefdesverklaringen en hatemail kunt u sturen naar eindeloos@kleio-amsterdam.nl Deze uitgave kwam tot stand met subsidie van de Universiteit van Amsterdam. Stichting Eindeloos Kloveniersburgwal 48 1012 CX Amsterdam Zie ook: eindeloosweblog.wordpress.com


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.