NUMMER 6 Maart 2018, 21e JAARGANG
d
MAANDBLAD VOOR STUDENTEN (KUNST)GESCHIEDENIS AAN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
d
EINDELOOS d Geloof-Het-Of-Niet - Special d
Tot zijn schrik zag de beeldhouwer dat hij al een tijdje gedachteloos aan het hakken was
Ibn Arabi
Inspiratiebron en provocateur Sophie Zwaal - De islam kent verschillende stromingen en tradities die tot op de dag van vandaag moslims wereldwijd verdelen. Een bijzonder voorbeeld is het soefisme, ook wel tasawwuf genoemd. Deze mystieke traditie brengt al eeuwen menig moslim dichter tot God door meditatie, ascetische levenswijzen en het volgen van de vele voorbeelden van soefi-meesters in de rijke islamitische geschiedenis, die het pad naar God, de tariqa, met succes hebben bewandeld.
De soefi Ibn Arabi staat hierin, naast anderen, ruim aan top als inspiratiebron. Maar niet iedereen binnen de islam is even opgetogen over de verering van deze dertiende-eeuwse Andalusiër. Ibn Arabi (1165-1240) werd geboren in Murcia, Andalusië en volgde zijn opleidingen in Sevilla, dat destijds een groot centrum van geleerdheid vormde in de islamitische wereld. Het corpus geschreven werk van Ibn Arabi is indrukwekkend: er wordt aan-
genomen dat hij niet minder dan 400 werken heeft achtergelaten, die samen voor hedendaagse soefi’s een schatkist aan mystieke rijkdommen vormen. Zijn oeuvre bevat naast soefistische verhandelingen ook Koranexegeses, biografieën van onder meer de profeet Mohammed, literatuuranalyses en verhandelingen over de Hadith, de overleveringen over de Profeet. Mede hierom verkreeg Ibn Arabi vroeg na zijn dood de titel al-Shaykh al-Akbar, ‘de grootste meester’ van het soefisme en werd Ibn Arabi’s >>>
Ibn Arabi
EINDELOOS NUMMER 6 - PAGINA 2
EINDELOOS
HOOFDREDACTIONEEL Beste lezer,
De vroegste geschiedenis van de mensheid is ongeveer als volgt: De jager-verzamelaars uit voorbije tijden gaan zich, als het klimaat op aarde dat mogelijk maakt, toeleggen op het domesticeren van planten en dieren. Daarmee verdwijnt het rondtrekken en doen landbouw en veeteelt, die een vaste woonplek vereisen, hun intrede. De permanente vestiging in gemeenschappen doet de noodzaak tot sociale samenhang ontstaan. En daarvoor blijkt ‘religie’ een prima middel. ‘Religie’ dus als gevolg van de ‘neolithische revolutie’. Maar het kan ook anders zijn gegaan. De vondst van een heel vroeg, door jager-verzamelaars zo’n twaalfduizend jaar geleden gebouwd, tempelcomplex in Zuid-Turkije heeft onder prehistorici nieuwe ideëen doen ontstaan over de ‘neolithische revolutie’. Jager-verzamelaars zouden vanuit verwondering over de natuur een geloof hebben gecreëerd om die natuurverschijnselen te kunnen verklaren. Bij dat geloof horen religieuze rituelen. Rituelen die het samenkomen op gewijde plekken vereisen. Daardoor ontstaat op deze plekken behoefte aan voedselvoorraden. Dat leidt tot domesticatie van planten en dieren en permanente vestiging. Kortom, ‘religie’ ligt ten grondslag aan de ‘neolithische revolutie’ en is er niet het gevolg van. Dat zo ongeveer elke religie inmiddels te lijden heeft onder ‘de wet van de remmende voorsprong’ en veel meer kwaad dan goed doet voor de mensheid, doet daar niets aan af. Alle reden voor een Eindeloos-special gewijd aan ‘religie’ en ‘religie-gerelateerde’ onderwerpen. Van een vereerde soefi tot een losbol-monnik.
gedachtegoed omgevormd tot de stevige basis van een soefistische doctrine die veel aanhang kreeg binnen maar ook buiten het soefisme. Aantrekkelijk aan Ibn Arabi’s blik op de wereld en op de islam was de hoge mate van eclecticisme, het combineren van verschillende stromingen: hij putte grote inspiratie uit zowel islamitische als oud-Griekse ideeën, waarvan hij equivalenten vond in de Koran. Niet voor niets kreeg Ibn Arabi de bijnaam Ibn Flanun’, ‘zoon van Plato’. Onbetwist is Ibn Arabi echter nooit geweest. De ambiguïteit rondom deze soefi is het gevolg van de poëtische en enigmatische schrijfstijl in zijn werken, die kenmerkend is geworden voor het soefisme en veel verschillende (letterlijke, symbolische, literaire) interpretaties van zijn werken mogelijk maakt. Zijn belangrijkste filosofie werd gekenmerkt door zijn idee van wahdat al-wujûd (‘eenheid van al het bestaande’): voor Ibn Arabi bestaat niets in de wereld onafhankelijk van God, aangezien alles dat bestaat slechts een weerspiegeling is van God. De gelijkenissen met pantheïsme en het grote contrast met de belangrijkste islamitische doctrine tawhid, ‘de ondeelbaarheid van God’, vallen in deze filosofie niet te betwisten. Er zijn dan ook weinig figuren in de islamitische geschiedenis die zoveel controverse met zich meebrengen als Ibn Arabi. Hoewel veel soefi’s zich konden vinden in zijn mystieke theorie, werd al vroeg na zijn dood het idee van wahdat al-wujûd door tegenstanders weggezet als ketters en werd Ibn Arabi bestempeld als ongelovige en vijand van de islam. Toonaangevend in deze golf van bezwaar was de uit Damascus afkomstige geleerde Ibn Taymiyya (1263-1328), wiens ongeremde kritiek op van de Koran afwijkende vormen van de islam hem tot de dag van vandaag een van de boegbeelden maakt van het islamisme. Wahdat al-wujûd botste hard met Ibn Taymiyya’s pleidooi voor een terugkeer naar de islamitische levensstijl zoals in de tijd van
de Profeet, waarin uiteraard geen ruimte bestond voor afwijkende, mystieke interpretaties van de Koran en de Hadith, laat staan voor noties van pantheïsme. Ibn Taymiyya bestempelde Ibn Arabi’s mystieke theorie als afgoderij en zelfs nijgend naar polytheïsme, waarin Ibn Arabi zelfs zichzelf óók zou zien als onderdeel van God: als alles in de wereld onderdeel is van God, leidt dit immers toch ook tot zelfverering? Deze strijd tussen de denkwerelden van Ibn Arabi en Ibn Taymiyya toont een botsing en rivaliteit tussen het mystieke soefisme en het strikte islamisme aan die vandaag de dag nog niet is opgeheven. Denk alleen al aan de aanvallen op soefistische heiligdommen, waarbij Ibn Taymiyya’s kritiek op het soefisme herhaaldelijk als legitimering wordt gebruikt. Tevens wordt het soefisme door enkele landen, waaronder het huidige Marokko maar ook in Egypte in de jaren zestig tijdens de snelle groei van de oppositionele islamistische Moslimbroederschap, ingezet als tegenwicht tegen de fundamentalistische islam. Een groot deel van de moslims over de hele wereld bediscussieert nog steeds hevig in hoeverre het aanvaardbaar is Ibn Arabi in je boekenkast te hebben staan. Ibn Arabi’s theorie van wahdat al-wujûd heeft daarmee een scherpe scheidslijn gevormd tussen soefi’s en niet-soefi’s en de invloed van deze dertiende-eeuwse Andalusiër is daarmee anno 2018 nog altijd onbetwist. d
Veel leesplezier!
Bente Marschall
Hier staat het artikel nog een keer
EINDELOOS NUMMER 6 - PAGINA 3
Katharen
Vrijwillig de brandstapel op
Al sinds de middeleeuwen gaat het ontruimen van een kraakpand hetzelfde
Rutger Hoekstra - Wie aan de middeleeuwse kruistochten denkt, denkt aan Kruistocht in Spijkerbroek of aan de veldtochten van Europese koningen naar het Beloofde Land. Onbekender zijn de kruistochten die in Europa gevoerd zijn tegen de katharen in Zuid-Frankrijk. In de dertiende eeuw organiseerden de katholieke kerk en Franse koningen veldtochten om deze sekte uit te roeien. De kerk zag in de kathaarse religie ketterij en de Franse koningen wilden hun invloed uitbreiden naar het zuiden waar ze tot dan toe weinig zeggenschap hadden. In 1244 viel het laatste bastion van de katharen, waarmee de kerk en de koningen in hun opzet waren geslaagd. De gebeurtenissen in 1244 staan bekend als de ‘Val van Montségur’ en zijn kenmerkend geworden voor de diepe geloofsovertuiging van de katharen. Ze geloofden namelijk dat iedere menselijke ziel van God was, maar dat de aardse wereld Satan toebehoorde. Verlossing van Satan en het aardse was mogelijk via de Heilige Geest, die ontvangen kon worden door het enige sacrament dat de katharen kenden: het consolamentum. Hiermee werd de Heilige Geest doorgegeven. Het katharendom was daarom eerder
een levensovertuiging dan een religie, want het geloven in God en Jezus Christus stond niet centraal. Voor de gevestigde kerk was dit ontoelaatbaar. De katharen ondermijnden ook het gezag van de Franse koningen. Dat kwam niet zozeer door de katharen zelf. Het waren de lokale heren en graven in Zuid-
Aan de voet van de berg wachtte de brandstapel Frankrijk die bescherming boden aan de katharen die de koningen een doorn in het oog waren. Door de katharen te verslaan hoopte de Franse kroon een belangrijke machtsbasis van de zuidelijke heersers weg te nemen. Op die wijze zouden ze binnen de invloedssfeer van de Franse kroon komen. In het zuiden waren ze niet zo bereidwillig, maar kozen ze uiteindelijk toch de kant van de koning en de paus. Behalve de katharen. In 1244 culmineerde deze strijd in de ultieme poging om Montségur, een kasteel van de katharen waar ze hun laatste toevlucht hadden gevonden, in te nemen. Na in de decennia daarvoor al grote verliezen geleden te hebben, was dit kasteel hun als enige overgebleven. Met steun van enkele graven die niet de kant van de koning
gekozen hadden, hielden ze een jaar lang stand. Toen de situatie uitzichtloos werd, werd onderhandeld over overgave. Allen die zich bekeerd hadden tot het kathaarse geloof en het doopsel ontvangen hadden, kregen de mogelijkheid alsnog weer opgenomen te worden in katholieke kerk. Wie dat niet deed, wachtte beneden aan de voet van de berg waarop het kasteel (nog steeds) staat, de brandstapel. Wegens hun geloofsovertuiging kozen meer dan tweehonderd mensen voor de brandstapel. De dood bracht immers verlossing van de menselijke ziel van deze duivelse wereld. Een halve eeuw vervolging van de katharen was daarmee tot een einde gekomen. d
Reizende reporters
EINDELOOS NUMMER 6 - PAGINA 4
Reizende reporters
De twee reuzen waren welkome herkenningspunten op weg naar Jeruzalem
Loes Knijn – Pelgrimage is van alle tijden. Ook ver voor de intrede van het christendom ging men er al op uit om heilige plaatsen te bezoeken. Een bekend voorbeeld is de stenenkring Stonehenge, die door sommige archeologen ‘het Lourdes van de oudheid’ wordt genoemd. In middeleeuws West-Europa waren het vooral de christenen die op bedevaart gingen. Rome, Santiago de Compostella en Jeruzalem waren de meest bezochte steden. Er is relatief veel bekend over deze bedevaartstochten doordat veel pelgrims hun ervaringen bij thuiskomst lieten opschrijven. Vaak beschreven de pelgrims niet alleen de betreffende heilige plaats, maar ook de steden en culturen die zij onderweg tegenkwamen. Vanaf de late vijftiende eeuw gingen steeds meer pelgrims niet alleen om devotionele redenen op bedevaartstocht, maar ook uit interesse in de wereld. De pelgrims vertrokken naar Jeruzalem, maar reisden vervolgens verder naar Egypte en het Katharinaklooster in de Sinaï-woestijn. De reisverslagen werden uitgebreider, waarbij de pelgrims steeds meer aandacht kregen voor andere culturen, zoals de islam.
De Duitse kanunnik Bernhard von Breydenbach vertrok op 25 april 1483 op bedevaart naar Jeruzalem, Egypte en de Sinaï-woestijn. Met een reisgezelschap van meer dan dertig edelen ging hij op weg. Een jaar later, in januari 1484, keerde Von Breydenbach terug in Mainz. Hij liet zijn ervaringen optekenen door Martin Roth, een monnik uit het Dominicanerklooster van Pforzheim. Veel beschrijvingen uit het reisverslag van Von Breydenbach zijn overgenomen uit andere reisverslagen. Dit was niet uniek. In de middeleeuwen bestond er een christelijke literaire traditie. Deze traditie werd voornamelijk gevoed met informatie uit de Heilige Schrift, Bijbelse commentaren, klassieke bronnen en bestaande reisverslagen. In veel
In de 13de eeuw werd Pape Jan gezocht in de Centraal-Aziatische steppen reisverslagen werd er op deze bronnen teruggegrepen, waardoor clichébeelden van ‘de ander’ slechts moeizaam veranderden. Dit teruggrijpen werd deels gedaan om aan
de verwachting van het West-Europese publiek te voldoen. In het Westen hadden de mensen een wereldbeeld dat sterk werd bepaald door de christelijke kerk. Veel pelgrims bevestigden dit beeld door oude bronnen te citeren en weer met vergelijkbare beschrijvingen te komen. Een bekend voorbeeld binnen de christelijke literatuur is het verhaal van Pape Jan, ofwel Priester Johannes. Vanaf de twaalfde eeuw ontstonden er steeds meer verhalen over een legendarische priesterkoning Pape Jan, die in India een groot christelijk land zou bezitten. Veel mensen dachten dat hij de auteur was van de brieven van Johannes uit het Nieuwe Testament. In 1165 dook er een brief op van Pape Jan, gericht aan de Byzantijnse keizer Manuel I, waarin hij India omschreef als een zeer groot én zeer rijk land. De West-Europese vorsten hadden weinig succes met hun kruistochten, dus zij konden wel een machtige christelijke bondgenoot gebruiken. Er werden verschillende expedities opgezet om het legendarische land van Pape Jan te vinden. Ook verschillende pelgrims zijn tijdens hun bedevaartstocht op zoek gegaan naar dit land van Pape Jan. In de dertiende eeuw werd Pape Jan gezocht ergens op de >>>
EINDELOOS NUMMER 6 - PAGINA 5
Reizende reporters
Centraal-Aziatische steppen. Er deden geruchten de ronde over een machtig leger dat daar opereerde: de Mongolen. Maar Dzjengis Khan bleek Pape Jan niet te zijn. Vanaf de veertiende eeuw werd het rijk van Pape Jan in Ethiopië gesitueerd. Ook de Duitse ridder Arnold von Harff (1496-1499) beschrijft zijn reis naar het land van Pape Jan. Het is niet waarschijnlijk dat Von Harff in Ethiopië is geweest, maar hij wilde zijn publiek niet teleurstellen. Daarom gebruikte hij beschrijvingen uit andere reisverslagen, om het land van Pape Jan toch te kunnen beschrijven. Bernhard von Breydenbach citeert een aanzienlijk aantal passages over de mohammedanen uit de twaalfde-eeuwse encyclopedie Speculum Historiale van Vincent van Beauvais (1190-1264). Hierin wordt de wereldgeschiedenis beschreven tot het jaar 1254. Van Beauvais heeft in zijn encyclopedie veel aandacht voor de geschiedenis van de ‘Saracenen’ en met name voor het leven van Mohammed. In het jaar 600 kwam Mohammed, volgens Van Beauvais, ter wereld als een ‘verloren kind’, gedoemd om te mislukken. Hij trouwde met de rijke weduwe Cadegan en werd een machtig man. Hij overtuigde de mensen in zijn omgeving met behulp van goochelarij van zijn goddelijke opdracht. Met andere woorden, Mohammed was een opportunist, die mensen voor de gek hield. Deze clichébeelden zijn bijna letterlijk overgenomen in het reisverslag van Von Breydenbach. Hij beschrijft vervolgens hoe Mohammed zijn nieuwe wet openbaar maakte ‘als auch Moyses hatt gethan’. Toen Mohammed het volk toesprak, landde een witte duif op zijn schouder. Hij vertelde de mensen dat het de Heilige Geest was in de gestalte van een duif. In werkelijkheid had hij de duif getraind om op het koren in zijn oren af te vliegen. Zo probeerde hij het volk te bedriegen. Ook deze passages zijn sterk beïnvloed door de literaire traditie. De legendes over Mohammed waren bekend en geliefd bij het Westerse publiek, omdat ze in veel reisverslagen werden aangehaald. Ook de Vlaamse edelman Joos van Ghistele (1481-1485) beschrijft in zijn reisverslag het verhaal van de duif, waarbij Mohammed zijn volk met ‘grooter subtijlhede’ voor de gek hield. In veel middeleeuwse reisverslagen wordt teruggegrepen op clichébeelden van het leven van Mohammed. Dat wil niet zeggen dat ze de algemene perceptie van Mohammed en de mohammedanen vertegenwoordigen. In het geval van Von Breydenbach is
zijn negatieve houding tegenover de islam voor het grootste deel te verklaren door zijn eigen achtergrond en beweegredenen. Hij was immers kanunnik van de kathedraal van Mainz en werd door zijn christelijke opvoeding sterk beïnvloed door deze clichébeelden uit de literaire traditie. Daarnaast had Von Breydenbach - naar eigen zeggen - een belangrijke reden om zijn reisverslag inclusief deze clichés te publiceren. Hij wilde een strijd ontketenen tegen de islam in de Heilige Stad. Jeruzalem was sinds 1291 in islamitische handen en dit kwam volgens Von Breydenbach door de zwakke houding van de West-Europese vorsten. Door de mohammedanen als een minderwaardig volk te beschrijven, probeerde hij zijn WestEuropese publiek te overtuigen van de noodzaak van een nieuwe kruistocht en de mogelijkheid die kruistocht succesvol te laten zijn. Een directe ‘literaire’ aanval op Mohammed lag daarbij voor de hand in die tijd. De intentie van Von Breydenbach heeft duidelijk invloed gehad op zijn beschrijvingen van de islam. Onder invloed van het humanisme kregen steeds meer mensen halverwege de vijftiende eeuw een meer tolerante houding tegenover moslims. De humanist Desiderius Erasmus (1466-1536) was een groot voorstander van geweldloosheid bij de benadering van ‘de ander’. Aan het einde van de vijftiende eeuw was een kruistocht naar Jeruzalem geen reële optie meer, maar de meeste WestEuropeanen zagen zo’n kruistocht evengoed als de enige oplossing. Erasmus ging met zijn gedachtegoed in tegen het kruistochtideaal. Volgens Erasmus konden de West-Europeanen moslims alleen bekeren als zij hen beschouwden als mensen. Hun harten zijn namelijk niet van ‘ijzer en staal’. De clichébeelden uit de literaire traditie werden vanaf de vijftiende eeuw aangevuld met nieuwe kennis en ideeën. Moslims werden vaker genoemd naar hun etniciteit, zoals ‘Turken’ en ‘Moren’ in plaats van ‘Saracenen’. Ook waren er meer genuanceerde houdingen toelaatbaar in de elitekringen. Hierdoor ontstond er langzaam een accurater beeld van ‘de ander’. d
In werkelijkheid had hij de duif getraind om op het koren in zijn oren af te vliegen
*Hihihi*
Meer weten over middeleeuwse reisverslagen? Schrijf je dan in voor het vak ‘West-Europese pelgrims in “sonderlinghe steden ende landen”’ Semester 1, periode 1.
‘Ik zweer het, jongens, ze was hier net nog’
EINDELOOS NUMMER 6 - PAGINA 6
Saint Patrick
Saint Patrick
En toen zei St. Patrick: ‘Adje voor de sfeer’ en de Ieren zagen dat het goed was
Alan van Rijn - Op 17 maart wordt St. Patrick’s Day gevierd. De Chicagorivier wordt groen geverfd, in Ierse steden als Dublin en Cork worden parades gehouden, en overal ter wereld doen mensen gezellig alsof ze Iers zijn en drinken Guinness. Opmerkelijk is echter dat de figuur Sint Patricius voor de meesten vrijwel onbekend is. Omdat dit het religienummer van Eindeloos is, omdat deze uitgave rond St. Patrick’s Day verschijnt is en omdat ik zelf Iers bloed heb, leek het mij een goed en verfrissend idee om de vraag te beantwoorden: wie is Saint Patrick? Het verhaal van Saint Patrick begint in de late vijfde eeuw. Over de geboorte van deze heilige is weinig bekend. Zo zijn de geboorteplaats en datum onderwerp van veel speculatie. Patrick is geboren als Maewyn Succat, in een christelijk gezin. Zelf was hij in zijn jeugd niet gelovig. Naar alle waarschijnlijkheid (maar toch verrassend) werd hij niet in Ierland geboren, maar in Schotland en door Ierse plunderaars op zijn zestiende levensjaar ontvoerd. Na zes jaar in slavernij als herder te hebben gewerkt, bekeerde hij zich tot het christendom. Hem zou via een visioen ingesproken zijn dat er een schip voor hem klaarlag om naar huis te varen. Hij keerde terug naar zijn familie en zou twaalf jaar studeren in het klooster. In die tijd nam hij zijn christelijke naam
aan: Patricius. Ook besloot hij zijn leven te wijden aan het bekeren van de Ierse heidenen. Ingewijd als bisschop voer hij naar Ierland maar werd niet door iedereen warm ontvangen. De druïdes die zich bedreigd voelden in hun bestaan als spirituele elite, lieten hem meerdere keren oppakken. Desalniettemin was zijn populariteit erg groot onder de mensen die hij bekeerde. Patrick nam volgens de legende de shamrock, een soort klavertje drie, in zijn hand en gebruikte
Op zijn zestiende werd hij door Ierse plunderaars ontvoerd de drie bladeren om de heilige drie-eenheid van Vader, Zoon en Heilige Geest uit te leggen. Als missionaris die het eiland tot het christendom bekeerde, is hij nog altijd een van de meest krachtige symbolen van The Emerald Isle. De symboliek rond Saint Patrick is niet altijd hetzelfde geweest. Tegenwoordig wordt hij sterk geassocieerd met de kleur groen. Oorspronkelijk was blauw de kleur van deze heilige. De moderne associatie heeft vooral te maken met de Amerikaanse interpretatie van Saint Patrick, die in de vroeg-twintigste-eeuwse processies van Ierse migranten een sterk icoon was waarmee zij zich konden identificeren. De kleur groen was daarvoor al de kleur van rebelse
groepen en tevens de nationale kleur van Ierland. Later werd dit groen dus gekoppeld aan de heilige en is nooit meer uit de folklore verdwenen. Een andere beroemde legende is dat Patrick alle slangen zou hebben verdreven uit Ierland. Wetenschappers ontkrachten dit door te wijzen op het feit dat er nooit slangen geweest waren op het eiland, maar gaan zo voorbij aan de overduidelijke literaire en symbolische betekenis. De slangen staan uiteraard voor het heidendom dat hij zou hebben verdreven. Tegenwoordig vormt St. Patrick’s Day vooral een welkom excuus voor iedereen om voor één dag per jaar bij dat meest gezellige volk te behoren en een pint zwart bier te drinken. Een tip van mij: dit jaar speelt het Ierse rugbyteam uitgerekend op deze feestdag uit tegen Engeland, tijdens het Six Nations-toernooi. Een gouden kans om een bijzondere wedstrijd te beleven in een Ierse kroeg. d
Djinni in de lamp
EINDELOOS NUMMER 6 - PAGINA 7
De djinni in de lamp
Deze lamp bevat het grootste kwaad van allemaal: copyrightclaims van Disney
Jet van der Steijle - In januari 2018 moest een moeder voor de rechtbank verschijnen omdat ze haar kind ernstig had mishandeld. De reden? Het jongetje was bezeten door een djinni die moest worden uitgedreven. Djinn zijn uit vuur geschapen goed- of kwaadwillende schepsels die in de Koran worden genoemd. Hoe zit het precies met deze geesten? Hoe gevaarlijk zijn ze? Worden ze door alle moslims gevreesd? Djinn zijn één van drie levensvormen met een bewustzijn die God heeft gemaakt. De andere twee zijn engelen en mensen. Er bestaan goede en slechte djinn, die net als mensen gelovig of ongelovig kunnen zijn. Goede, gelovige djinn zijn net als mensen en volgen het pad van God. De slechte djinn zijn ongelovig en halen mensen over kwade dingen te doen. Ze proberen de mens in de val te lokken en zonden te laten begaan. Djinn kunnen zich op allerlei manieren aan de mens tonen. Ze doen zich anders voor dan ze eigenlijk zijn. Zo kunnen ze de vorm van de buurman aannemen, zodat jij geen argwaan krijgt. Ze kunnen transformeren om vertrouwen te winnen en om te misleiden. Ook Satan is een djinni. Satan fluistert de mens slechte dingen in via het hart. Hij probeert hen te laten zondigen en hen van het goede pad af te laten dwalen. Djinn worden geschapen uit vuur en vuur kan djinn uit mensenlichamen ver-
drijven. Daarom werden de handen van de ‘bezeten’ jongen in een hete oven gestoken. De demon moest verbrand worden. Zo is ook een 23-jarige Belgische in 2004 om het leven gekomen. Haar hoofd werd in een bad met heeft water geduwd, waarna ze, van de stress door de marteling, aan een hartstilstand en hersenbloeding overleed. Djinn bevinden zich voornamelijk op onreine plekken als vuilnisbelten en vies water,
te brengen. Het zijn schepsels om te vrezen, te vergelijken met onze succubi, zowel als onzichtbare wezens, als wanneer ze bezit van een mens hebben genomen. In blinde angst zoeken mensen daarom naar genezing. En als exorcistische imams claimen een uitweg te bieden, is dit voor sommigen het enige redmiddel. Wellicht dat niet djinn zelf, maar de angst het gevaarlijkst is in deze situatie. d
Djinn bevinden zich voornamelijk op onreine plekken maar kunnen ook worden opgesloten in voorwerpen als olielampen. De djinni moet de eigenaar van de lamp dienen door diens wensen te vervullen. Maar dat kan ook fout gaan. De negatieve gevolgen van de wensen die de Geest aan Aladdin verstrekt, tonen aan dat de djinni de mens in allerlei moeilijkheden kan brengen. In de Koran worden djinn meermaals genoemd. Hoofdstuk 72 gaat uitsluitend over deze schepsels, maar ook in andere verzen komt de demonische aard van de djinni naar voren. Hierdoor zijn er maar weinig moslims die het bestaan van djinn ontkennen. Deze schepsels proberen hen te misleiden en hen van het juiste pad, dat de genade van God dichterbij brengt, af
Er zijn ook leuke djinn - Barbara Eden in I dream of Jeannie
HAPKLARE HISTORIE
EINDELOOS NUMMER 6 - PAGINA 8
Aanbid Een kledingstuk, houtsplinter, stuk steen, voorouder, stukje menselijk (of dierlijk) bot of geconserveerd lichaam(sdeel), een kind met een lichamelijke of geestelijke afwijking, een beeldje, een filmster, sportheld, popidool of schrijver... je kunt het zo gek niet bedenken of het kan worden aanbeden. Verering van al of niet levende personen en verering van voorwerpen, elke (vorm van) religie kent ze. Hieronder enkele voorbeelden.
Mekka, Medina en Jeruzalem Jet van der Steijle – In de islam is het verboden om materiële objecten te aanbidden. Moslims mogen zelfs niet speciaal naar een stad afreizen om er de mooie moskee te bezoeken. Op drie uitzonderingen na: Mekka, Medina en Jeruzalem. Deze plekken zijn van grote waarde in het geloof en worden vaak genoemd in de Koran. Als moslims deze plekken bezoeken en hier gebeden opzeggen, is dit van groot belang en worden ze beloond. Zo geldt één gebed in de Al-Aqsa-moskee in Jeruzalem voor tweehonderdvijftig gebeden elders. Eén gebed in Medina telt voor duizend en in Mekka zelfs voor honderdduizend ‘gewone’ gebeden. Moslims moeten vijf gebeden per dag opzeggen, wat betekent dat je met één gebed in Mekka bijna 55 jaar toe kunt. In plaats van de plek te aanbidden, bezoek je de heiligste plaatsen van het geloof. Iets wat God dan wel weer beloont. Gold dat maar voor de miljoenen bezoekers van de Sint-Pieterskerk in Rome.
Geen stad kan tegen de bid-rente van Mekka op
Het Gouden Kalf Loes Knijn – Binnen het thema ‘Aanbeden Voorwerpen ’ kan het Gouden Kalf uiteraard niet ontbreken. Het gaat hier niet om die Nederlandse filmprijs, maar om het verhaal van het Gouden Kalf uit Exodus 32:4. Mozes was op de Sinaïberg om de wet van God in ontvangst te nemen. Zijn terugkeer liet enige tijd op zich wachten en het volk van Israël werd ongeduldig. Ze vroegen Aäron, de broer van Mozes, om een plaatsvervangende god te maken. Aäron liet vervolgens alle gouden oorringen omsmelten tot een gouden kalf. Toen Mozes zag dat zijn volk een gouden beeld aanbad, smeet hij de stenen tafelen woedend op de grond. Hij verbrandde het kalf en strooide de as in het drinkwater van de Israëlieten. Een wijze les, zullen we maar zeggen. ‘Weg met de Nederlandse film’ - Mozes
Heilig Bloed Alan van Rijn - Het bloed van Christus staat centraal in de katholieke rituele cultuur. Naast de verering van het sacrament (brood en wijn = lichaam en bloed van Jezus) bestaan er relieken die het echte bloed van Christus zouden bevatten. In Brugge, in de Heilig-Bloedkapel, wordt het bloed van Christus vereerd. Toen in het midden van de twaalfde eeuw Diederick van de Elzas, graaf van Vlaanderen, terugkeerde van één van zijn reizen naar het Heilige Land, zou hij het Heilig Bloed hebben meegebracht. Als een van de belangrijkste bedevaartsoorden van de Lage Landen trekt de kapel van het Heilig Bloed nog altijd veel belangstelling. Tijdens Hemelvaart wordt nog altijd de HeiligBloedprocessie gehouden.
Jezus klonen is de enige volgende stap
HAPKLARE HISTORIE
EINDELOOS NUMMER 6 - PAGINA 9
sels Fetisjen Sophie Zwaal – Wie dacht dat de doorgaans griezelige kenmerken van Voodoo slechts uitvindingen van Hollywood zijn, heeft het mis. Voodoo, eigenlijk ‘Vodun’, is van oorsprong een West-Afrikaanse religie en kent rituelen die als gevolg van de kolonisering door Europeanen vanaf de vijftiende eeuw veel gelijkenissen vertonen met het katholicisme, zoals het vereren van heiligen. Maar waar katholieken veelal schoongepoetste beeldhouwwerken aanbidden, kiezen Vodun-aanhangers voorwerpen als schedels, hoorns, botten en kleurrijke poppen, ook wel ‘fetisjen’ genoemd. Deze fetisjen zouden namelijk geladen zijn met goddelijke energie afkomstig van onder meer de schepper Mawu, haar veertien kinderen genaamd de Vodu en de vele honderden geesten, de Loa. ‘Dit is mijn fetisj’
‘Kinky’
Precious Cargo Suzanne Nellestijn – In de negentiende eeuw resulteerde het first contact tussen Europeanen en Melanesiërs in een wel heel materialistische cultus. Binnen de zogenaamde cargocult kon men maar niet begrijpen hoe alle luxegoederen die de Europeanen bij zich hadden, geproduceerd werden. Dus, logischerwijs, moesten deze wel een goddelijke oorsprong hebben. Het Engelse cargo werd verbasterd tot kago, met als betekenis ‘rijkdom’, ‘spullen’ of ‘bezittingen’. Men dacht dat de Europeanen deze cargo verkregen met behulp van rituelen en tovenarij. Door hen te imiteren zouden ook zij kunnen beschikken over de goddelijke rijkdommen. De komst van kago zou een nieuw tijdperk brengen. Dat dit een tijdperk van kolonisatie, armoede en uitroeiing zou zijn, vertelde niemand erbij. Kolonisatie, armoede, uitroeiing EN Playstation 4, dat wel
Slapende schone Maroesjka Verhagen – Rosalia Lombardo is een relatief modern reliek, maar daarom niet minder opvallend. Dit bijna tweejarige meisje, met een grote roze strik in haar haren, is opgebaard in de Catacomben van de Capucijnen in Palermo, Sicilië. Rosalia, geboren in 1918, stierf in 1920 aan een longontsteking. Haar rouwende vader vroeg een gerenommeerd balsemer haar lichaam te preserveren. Tot op heden is het het best gepreserveerde lichaam in de catacomben. Rosalia’s lichaam geeft een sterk unheimisch gevoel. Door haar lieflijke uiterlijk lijkt ze enkel te slapen tussen de ingedroogde mummies om haar heen. Dit effect wordt versterkt door verhalen van bezoekers die claimen dat ze haar de ogen hebben zien openen. Voor de geïnteresseerde: op internet is hiervan eveneens ‘fotobewijs’ te vinden.
Naast Jan Slagter het best bewaarde lijk ter wereld
Koning der Polen
EINDELOOS NUMMER 6 - PAGINA 10
Jezus Christus, koning der Polen
Foto uit een alternatieve tijdlijn waarin Jezus niet is gekruisigd maar onthoofd
Rutger Hoekstra – Jezus Christus als koning van Polen. Opeens werd het terloops genoemd tijdens een hoorcollege ‘Geschiedenis in publieke debatten’. Met gegniffel in de zaal als gevolg. Begrijpelijk, want welk land benoemt nou een dode tot staatshoofd – nou, Noord-Korea bijvoorbeeld – maar waarom dan ook nog Jezus Christus, de Zoon van God? Nou, Polen dus, het land dat de laatste tijd in het nieuws is vanwege omstreden Holocaustwetgeving. Klaarblijkelijk is daar in 2016 Jezus Christus mét goedkeuring van de rooms-katholieke kerk gekroond. Maar Polen kennen we nu niet als het koninkrijk Polen, dus wat is er aan de hand in het Oost-Europese land? Tijdens het college werd een ironische verklaring gegeven voor de kroning van Jezus Christus tot koning van Polen. De Polen zouden zich identificeren met Christus’ lijden. Het land heeft immers ook geleden in de loop van de geschiedenis, want het is driemaal in de achttiende eeuw opgedeeld onder naburige mogendheden en in de
Tweede Wereldoorlog nog weer eens door Nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie. Uiteraard zijn dit tragische gebeurtenissen voor een land, maar is Polen daarmee de ‘gekruisigde Christus onder de volkeren’, zoals de Poolse dichter Adam Mickiewicz (17981855) het omschreef en is dat reden voor een kroning? Dat lijkt niet erg waarschijnlijk. Waarom is Jezus Christus op 19 november 2016 dan wel tot koning gekroond? De voorstanders beroepen zich op de Pool-
Symboliek die gepaard gaat met politiek se rooms-katholieke traditie. Christus tot koning kronen is een Poolse traditie die teruggaat tot de twaalfde eeuw. Bisschoppen voegen daar aan toe dat het een eerbetoon is aan Christus en dat ze Hem hiermee om bescherming vragen. Eveneens zeggen voorstanders dat wettelijk niets verandert door de kroning, maar dat het vooral een symbolisch gebeuren is. Dan is het evenwel
symboliek die inmiddels gepaard gaat met veel politiek. Bij de kroning in 2016 waren namelijk allerlei hoogwaardigheidsbekleders aanwezig, waaronder de president van Polen van de rechts-conservatieve partij Orde en Rechtvaardigheid (PiS). Tegenstanders wijzen er op dat in diezelfde periode PiS het krediet van diens overwegend katholieke achterban verspeelde. Het afschaffen van de abortuswetgeving was namelijk niet door het parlement gekomen. Door het oprakelen van de oude kronings-traditie zou de partij weer eenvoudig steun willen verwerven. Iets wat de PiS overigens al eerder probeerde, want ook in 2006 deed de partij – toen nog niet in de regering – een wetsvoorstel om Christus te kronen. Destijds slaagde PiS niet in deze opzet. Toch blijft het een vreemde gang van zaken, want in 1997 en 2000 was Christus ook al gekroond tot koning van Polen. Echter, toentertijd ontbrak de steun van de regering en de katholieke kerk. De kerk was namelijk van mening dat Christus’ kroning onnodig was: Christus zit immers al op een troon. Reden voor voorstanders om >>>
Koning der Polen
EINDELOOS NUMMER 6 - PAGINA 11
juist weer te wijzen op de encycliek van paus Pius XI (1857-1939) uit 1925 waarin de paus stelde dat de wereld alleen in vrede en harmonie kan zijn als mensen erkennen dat Christus koning is van de aarde en regeringsleiders Christus eren en gehoorzamen. In een artikel in de Volkskrant (19-11-2016) geeft Stanislaw Obirek, antropoloog, een verklaring voor de ommezwaai van de kerk in 2016. Volgens hem heeft het te maken met lijfsbehoud. Deze vorm van devotie moet de ontkerkelijking van Polen tegengaan. Aan de andere kant kan ook gesteld worden dat het eerder een vriendendienst is van de kerk aan de regering, omdat de regering de kerk goedgezind is. Katholicisme is ondanks het dalende kerkbezoek sterk verankerd in de Poolse samenleving. Zo zou Jozef Stalin gezegd hebben dat het communisme aan de Polen opleggen bijzonder lastig is vanwege het katholicisme. Obireks conclusie is dan ook wat kort door de bocht. In Nederland zou het ondenkbaar zijn dat Jezus Christus gekroond wordt tot koning. Mede omdat we al een koning hebben,
maar ook omdat de scheiding van kerk en staat in Nederland diepgeworteld is. Poolse tegenstanders wijzen dan ook op dit principe dat bijna overal in de wereld gemeengoed geworden is. De scheiding der machten staat in het Polen van de PiS-partij echter onder enige druk en het werk van historici wordt door de regering beïnvloed en gestuurd. Daarnaast zouden de media niet altijd hun werk vrij kunnen uitoefenen. Of de eigen bevolking enorm opkijkt van de recentelijke ceremoniële handelingen is overigens maar de vraag: de gemiddelde Pool is niet onbekend met dergelijke kroningen. Want als je Jezus’ koninklijke status al gek vindt, bedenk dan dat zijn moeder, de Heilige Maagd Maria, al meer dan 350 jaar koningin van Polen is. Koning Jan II Casimir (1609-1672) kroonde haar als dankbetuiging nadat een Zweedse invasie werd tegengehouden. Het valt te hopen voor die arme Polen dat ze niet opnieuw worden opgedeeld, en nu als gevolg van een dynastieke moeder-zoon twist. d
Katholicisme is sterk verankerd in Polen
Dit maakt Polen de enige christocratie van de wereld
Advertentie
‘Want zonder het verleden bestaat geen enk’le tijd’ Kijk v oor K leio’s activiteiten op: www.kleio-amsterdam.nl
of like Kleio op facebook!
Geglazuurde tragiek
EINDELOOS NUMMER 6 - PAGINA 12
Geglazuurde tragiek
Soms moeten de dames alles uit de kast trekken voordat de heren doorhebben dat met hen geflirt wordt
Maroesjka Verhagen - Gebak en het christendom gaan bijzonder goed samen. Of het nu een feestelijke amandelspijs-taart is waarin een enkele munt verstopt zit, of geglazuurde kaneelkoekjes in stervorm, er lijken oneindig veel zoetigheden te zijn bedacht die gepaard gaan met een christelijke feestdag. Een bijzondere verleider daaronder zijn de uiterst vrouwelijke gebakjes getiteld minne di sant’agata (‘borsten van de Heilige Agatha’), die begin februari pronken in de etalages van Siciliaanse patisserieën. Kleine bolle gebakjes, bedekt met een maagdelijk wit citroenglazuur en een wat hitsige gekonfijte kers, bij wijze van tepel, die pronkerig bovenop ligt. Deze Siciliaanse gebakjes hebben een romige cassatavulling, ook wel bekend van de cannolo. Nu klinkt het misschien als iets voor een bachelorfeest om losse vrouwenborsten te verorberen, maar borstvormige broodjes zijn historisch bepaald niet uniek. In de oudheid zouden op verschillende plekken al borstenbroodjes gebakken zijn om te offeren aan godinnen van de vruchtbaarheid, waaronder Aphrodite, Isis en Demeter. Wanneer déze aantrekkelijke gebakjes voor het eerst zijn gebakken is onbekend. Wel weten we dat de Heilige Agatha zelf uit de derde eeuw stamt en geboren
werd in het plaatsje Catanië op Sicilië. Ze overleed op 5 februari 251, dit is dan ook haar gedenkdag geworden. Het verhaal gaat dat de Romeinse senator Tiberius Claudius Quintianus in 251 het bevel had gegeven om christenen te vervolgen. Tegelijkertijd viel hij echter voor de charmes van de elegante Agatha. Zij wees hem af, waarop hij haar ge-
De gefrustreerde Quintianus liet uiteindelijk haar borsten afscheuren vangen liet nemen en onder liet brengen bij een courtisane genaamd Aphrodisia, in de hoop dat zij Agatha op andere gedachten zou kunnen brengen. Na drieëndertig dagen keerde Aphrodisia terug bij Quintianus met de boodschap dat Agatha een harder hoofd had dan de versteende lava van de Etna. De gefrustreerde Quintianus liet Agatha dagenlang martelen om uiteindelijk uit woede haar borsten af te laten scheuren, die op een dienblad aan hem werden gepresenteerd. ’s Nachts zou de Heilige Petrus Agatha’s wonden hebben genezen. Op 5 februari werd Agatha naar de brandstapel gebracht. De sluier die ze droeg zou door het vuur niet zijn aangetast en werd
een waardevol relikwie. Terwijl ze levend verbrandde, begon de aarde te schudden en dreigde de Etna uit te barsten. Agatha sprak een kort gebed, waarna de bevingen stopten en ze overleed. Telkens wanneer er een uitbarsting dreigde, riep vanaf toen een menigte uit Catanië de hulp in van Agatha, die een jaar na haar dood heilig was verklaard. In de kunsten wordt Agatha veelal afgebeeld met het dienblad waarop haar eigen borsten gepresenteerd liggen. Een tragisch beeld, al lijken de borstjes op veel van deze schilderijen inderdaad net gebakjes. Dat dit motief ook in de patisserie is overgenomen, lijkt dan ook een logisch gevolg. De tragiek van Agatha’s verhaal verdwijnt echter al snel naar de achtergrond wanneer de zoete glazuurgeur je neusgaten kietelt. d
EINDELOOS NUMMER 6 - PAGINA 13
Gifbeker
De gifbeker
‘Lees dan! Er staat ‘gifbeker’. Als dit artikel ergens op wil slaan, moet ik het wel drinken, jongens.’
Suzanne Nellestijn – Zoals we vandaag de dag de politieke discussies over de Wet Voltooid Leven en euthanasie aan moeten horen, zo was men in de oudheid ook zeker niet eensgezind als het ging om zelfdoding. Net als nu werden de bezwaren veelal religieus onderbouwd.
en daarmee het lichaam, geschapen door God, geen geweld aangedaan mag worden. Toch blijft het een vreemde stellingname voor iemand als Socrates. Kennelijk was de bereidheid om te sterven acceptabel, maar de wil om te sterven niet. Hier voegt Plato zelf aan toe dat de staat en de goden met elkaar verbon-
Waar de Romeinen vrij liberaal omgingen met het verlangen naar het licht aan het eind van de tunnel – in de kolonie Massalia zelfs vanuit de overheid vergif werd verschaft wanneer iemand de Senaat ervan kon overtuigen een legitieme reden te hebben om een einde aan zijn of haar leven te maken – leken de oude Grieken een stuk principiëler. Ironisch genoeg komt een aanwijzing hiervoor uit de Phaedo van Plato. In dit werk beschrijft Plato in dialoogvorm de laatste dagen van Socrates – jawel, de filosoof die, toen hij ter dood was veroordeeld, de gifbeker verkoos in plaats van te vluchten. Uit dit werk blijkt dat Socrates zelfdoding zeker niet goedkeurde. Men zou zichzelf niet mogen doden, omdat de mens niet daadwerkelijk eigenaar is van zijn eigen lichaam. Het lichaam is bezit van de goden en daarom is het niet aan de mens om ermee te doen wat hij wil. Dit ligt enigszins in lijn met het latere christelijke gedachtegoed dat het leven
Het menselijk lichaam is bezit van de goden den zijn. Een misdaad tegen de staat is een misdaad tegen de goden en vice versa. Omdat het lichaam eigendom is van de goden wordt zelfmoord een misdaad tegen de goden en daarmee een misdaad tegen de staat. Dit geeft de staat het recht hiervoor straffen op te leggen. Dit laatste blijft natuurlijk twijfelachtig en enigszins kinderachtig. Socrates, Plato en Plato’s leerling Aristoteles waren het er echter allen over eens dat zelfmoord toelaatbaar was in bepaalde omstandigheden. Zo vond Aristoteles het geen enkel probleem wanneer de staat zelfmoord opdroeg. De stoïcijnen waren van mening dat zelfdoding een uiting was van persoonlijke vrijheid, maar vonden het toch eigenlijk pas acceptabel wanneer men op
basis van een goddelijk teken overging tot zelfmoord. Nou is een opdracht vanuit de staat natuurlijk niet veel anders dan een goddelijke opdracht, als men gelooft dat deze twee één zijn. Uiteindelijk komen de meeste antieke opvattingen erop neer dat er niets mis is met jezelf van het leven te beroven. Mits het om nobele doeleinden gedaan wordt. Dus opgedragen door de staat of bijvoorbeeld als een offer aan de goden, een Romeins ritueel. Wanneer er slechts persoonlijke redenen voor zijn, haalt men zijn neus ervoor op. Nobel of niet, ik kan het niemand aanraden. Don’t try this at home, kinders. d
Ondeugende monnik
EINDELOOS NUMMER 6 - PAGINA 14
Fra Filippo Lippi
Ondeugende monnik en meester-schilder
Bente Marschall – Het leven van een monnik werd bepaald door de geldende leef- en kloosterregels. Uiteraard werden niet al die regels altijd even strikt nageleefd, maar grote avonturen of uitzonderlijke uitstapjes waren er niet bij. Er was tijdens de Italiaanse renaissance echter een monnik, Fra Filippo Lippi, die een wat turbulenter leven had dan de meeste andere kloosterlingen. In ongeveer 1406 werd te Florence de zoon van een slager geboren. Filippo di Tommaso Lippi was zijn naam. Hij had geen gemakkelijke jeugd. Al op tweejarige leeftijd was hij wees geworden. Hij werd grootgebracht en opgevoed door een verarmde zus van zijn vader. Na een paar jaar stuurde ze hem naar het klooster van Santa Maria del Carmine. Wellicht kon tante de onstuimige Filippo, die zo nu en dan wegliep van huis, niet aan of beschikte ze gewoon niet over de middelen om hem te onderhouden. In het klooster legde Lippi zijn gelofte af en trad hij toe tot de orde der Karmelieten. Ook in het klooster liep hij behoorlijk uit de pas. Boeken lezen en leren waren niets voor hem. Hij zou menig educatief werkje, zowel van hemzelf als van mede-monniken, hebben vol getekend met poppetjes. Zo ongeschikt als hij was voor het studeren, zo getalenteerd was hij wanneer het om handwerk ging. De Brancacci-kapel van de Santa Maria del Carmine werd in 1426 verfraaid met een aantal fresco’s. De renaissance-
kunstenaar Masaccio viel de eer toe zich van deze taak te kwijten. Masaccio was één van de eerste kunstenaars die herontdekte hoe mensfiguren levensecht konden worden weergegeven. Zijn werken hadden, voor die tijd, enorme dramatiek en een hoge natuurgetrouwheid. Lippi raakte geïntrigeerd door Masaccio’s fresco’s. Telkens wanneer de kunstenaar aan de slag was, keek Lippi toe. Zijn interesse in de kunsten was geboren. Masaccio ontdekte Filippo’s tekentalenten en besloot hem het nodige te leren. Het gebruik van licht en donker en perspectief, het
Beroemd, maar ook berucht begrijpen van de menselijke anatomie en het verbeelden van emoties kreeg de monnik al snel onder de knie. Nog geen twee jaar na de vervaardiging van de fresco’s kwam Masaccio te overlijden. Veel van diens erfenis zou terug te vinden zijn in Lippi’s latere werk. Om zich te ontwikkelen tot een ‘echte’ kunstenaar legde Filippo, volgens sommigen, zijn habijt af. Volgens anderen kreeg hij verlof, zonder van zijn gelofte ontslagen te worden. Hij trok naar Padua om daar de fijne kneepjes van het vak te leren. Er doen een aantal wilde verhalen de ronde over deze Fra Filippo Lippi, verhalen die niet zouden misstaan in een spannend avonturenboek of -film. Zo zou
hij op een goede dag met wat vrienden aan het dobberen zijn geweest in een bootje voor de kust van de Mark van Ancona. Erg lang duurde deze pleziervaart niet. Ze werden overmeesterd door een grote groep ‘Moren’, die hen allen tot slaaf maakten en hen meenamen naar ‘Barbarije’. Lippi zou daar achttien maanden lang onder barre omstandigheden vertoeven. Uiteindelijk bood zijn tekentalent hem een uitweg. Op de muur van zijn cel tekende hij met houtskool een portret van zijn meester. Deze muurtekening maakte indruk op zijn medeslaven en de meester hoorde ervan. Ook hij was diep onder de indruk van het portret en besloot Lippi, nadat hij een aantal kleinere werken voor hem gemaakt had, zijn vrijheid te geven. In hoeverre dit verhaal op waarheid gebaseerd is, is moeilijk te zeggen. De enige bron voor deze gebeurtenissen is Fra Filippo Lippi zelf. Lippi reisde een aardig aantal plaatsen af en maakte werken voor verschillende opdrachtgevers en kloosters. Ook de De’Medici’s hadden zijn kundigheid opgemerkt en verschaften hem menige opdracht. Naast beroemd was hij ook enigszins berucht. Dat hij zo ongeveer een beroeps-rokkenjager was, was algemeen bekend. Het zal niet zonder reden geweest zijn dat de De’Medici’s, die zo’n hoge pet van hem op hadden, Lippi pas betaalden als het bestelde werk ook daadwerkelijk geleverd was. Zij zouden hem, gedurende de periode dat hij aan een opdracht voor hen >>>
Meester-schilder
EINDELOOS NUMMER 6 - PAGINA 15
werkte, opgesloten hebben in zijn atelier. Als je aan de ‘Moren’ weet te ontsnappen, mag dat natuurlijk geen probleem zijn. Het duurde dan ook niet lang voor Lippi ontsnapte. Hij zou nooit meer opgesloten worden. Op een goede dag werd Filippo Lippi door de nonnen van de Santa de Margherita te Padua gevraagd een paneel voor hun hoogaltaar te vervaardigen. Tijdens Lippi’s werkzaamheden viel zijn oog op een mooie non, Lucrezia Buti, dochter van een rijke Florentijn. Het kostte de nodige overredingskracht om toestemming te krijgen dat zij model mocht staan voor de Madonna op het paneel. Spoedig was er bij de jonge non geen sprake meer van
enige preutsheid. Filippo en Lucrezia namen de benen en keerden nooit meer terug naar het klooster. Samen kregen zij een zoon, Filippino Lippi geheten. Deze Filippino zou in de voetsporen van zijn vader treden en één van de grootste schilders van de Hoge Renaissance worden. Het monnik zijn was niets voor Filippo, maar het vaderschap lag hem evenmin. Al snel liet hij zijn gezin in de steek en vermaakte hij zich weer met verschillende maîtresses. Toen hij in 1469 overleed, werd Fra Filippo Lippi, ondanks zijn reputatie, begraven in de kathedraal van Spoleto. Waarschijnlijk had hij deze eer aan zijn weldoeners, de De’Medici’s, te danken. d
Historicus van de maand In de wetenschap
Kim Overlaet
Oud Nieuws Een willekeurige greep uit de wereldgeschiedenis.
Maart
(door Karel de Grote lenzinmanoth genoemd) 1963, 13 maart - De diplomatieke betrekkingen tussen Den Haag en Jakarta worden hersteld. 1868, 15 maart - In het Amsterdamse café ‘De Roode Leeuw’ wordt het Nederlands Gymnastiek Verbond opgericht. 1753, 25 maart - De Franse filosoof en schrijver Voltaire verlaat na een ruzie met de koning het hof van Frederik II van Pruisen. Voltaire was in 1750 op uitnodiging naar Sanssouci gekomen. 1653, 14 maart - In de Eerste Engelse Oorlog verslaat de Nederlandse vloot de Engelse in de slag bij Livorno. Vlootvoogd Johan van Galen raakt gewond.
Postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam. Studie: Geschiedenis, Universiteit Antwerpen (UA), 2009 Dissertatie over familienetwerken in zestiende-eeuws Mechelen, 2015
1525, 20 maart - Het Parlement van Parijs stelt een commissie in die protestanten moet vervolgen. De Franse vertaling van het Nieuwe Testament wordt verbrand.
Loes Knijn - ‘Historicus van de maand’ is dit keer Kim Overlaet, iemand uit de eigen stal. Als postdoc is ze verbonden aan het NWO-project Imagining a territory. Constructions and representations of late medieval Brabant, in samenwerking met projectleider dr. Mario Damen en phd-student Arend Elias Oostindiër. In de eerste periode van dit academisch jaar geeft zij het keuzevak West-Europese pelgrims in ‘sonderlinghe steden ende landen’ , over middeleeuwse reisverhalen.
1492, 30 maart - In Spanje wordt een decreet uitgevaardigd waarin de joden worden gedwongen zich binnen vier maanden tot het christendom te bekeren door zich te laten dopen, dan wel Spanje te verlaten.
Waarom bent u geschiedenis gaan studeren? ‘Ik heb heel lang getwijfeld, mag ik dat ook zeggen? Ik wilde namelijk ook Nederlands-Engels gaan studeren. Mijn fascinatie voor geschiedenis, en dan vooral voor de middeleeuwse periode, is mede ontstaan door de kennismaking met Middelnederlandse literatuur in het vijfde jaar van de middelbare school. Middelnederlandse verhalen zoals Karel ende Elegast en Van den Vos Reynaerde, bijvoorbeeld, fascineerden mij enorm. Daar wilde ik mij heel graag verder in verdiepen. Het is vooral aan mijn leerkracht geschiedenis te danken dat ik uiteindelijk toch voor geschiedenis heb gekozen. Maar ik ben daar altijd
heel blij mee geweest!’ Wilde u van het begin af aan onderzoek doen? ‘In alle eerlijkheid wist ik in de twee eerste jaren niet eens dat professioneel onderzoek doen een optie was. Maar ik had de smaak wel vanaf het eerste jaar te pakken, omdat ik met veel plezier heb gewerkt aan mijn paper. Bij de opleiding geschiedenis aan de UA vormde dit werkstuk op basis van primaire bronnen elk jaar een groot en belangrijk hoofdvak. Ik heb het grote geluk gehad dat ik - net als de andere studenten van mijn jaar - in het eerste jaar met verhalende bronnen uit de middeleeuwen mocht werken: reisverhalen. Uiteraard vormde dit bronnenmateriaal hét ideale huwelijk tussen oude Nederlandse letterkunde en geschiedenis. Vanaf dat moment ben ik nauwelijks afgeweken van het middeleeuwse pad.’ Wat heeft u allemaal gedaan tijdens de opleiding? ‘Ik ben een jaar hoofd van de eindredactie geweest bij het studentenblad Dwars van de Universiteit Antwerpen, nadat ik er al enkele jaren voor had gewerkt als (eind)redacteur. Dat was heel erg leuk! Het was ook veel werk, maar het gaf wel voldoening en het
1351, 20 maart - De sultan van Delhi, Mohammed ibn Tughluq, overlijdt. De staat die hij had opgebouwd, heeft hij door zijn machtswellust en wreedheid vrijwel vernietigd. 1258, 26 maart - Tijdens een toernooi in Antwerpen komt de Hollandse graaf-regent Floris ‘de Voogd’ om het leven. Zijn weduwe Aleid neemt het regentschap voor de minderjarige graaf Floris V over. 1127, 2 maart - In de Sint-Donatiaanskerk in Brugge wordt Karel ‘de Goede’, graaf van Vlaanderen, vermoord terwijl hij ligt te bidden. De moord is gepleegd door de familie Erembouts. 1054, 12 maart - Na een gevangenschap van negen maanden keert paus Leo IX terug in Rome. Hij koos in zijn conflict met de Normandiërs, die zich in Zuid-Italië hadden gevestigd, voor een gewapende oplossing om de daar gelegen kerken weer binnen zijn invloedssfeer te brengen. 843, 11 maart - Op een synode van de Byzantijnse kerk schaft de Byzantijnse regentes Theodora de iconoclastische decreten af. De beeldenverering wordt hersteld.
EINDELOOS NUMMER 6 - PAGINA 16
Interview
EINDELOOS COLOFON
was een heel fijne groep om mee samen te werken. We hadden wekelijks redactievergaderingen, die altijd pittig en gezellig waren. Het was ook heel leuk om als eindredacteur mee te denken over mogelijke thema’s voor nieuwe artikelen. Ik heb ook een aantal interviews mogen afnemen en ook daar heb ik veel van geleerd!’ Hoe heeft u uw opleiding vorm gegeven? ‘Ik heb de indruk dat de studenten aan de UvA meer keuzevrijheid hebben in het samenstellen van hun curriculum. In de eerste jaren kon je aan de UA maar uit enkele keuzevakken kiezen, naast het grote aantal verplichte vakken. Zoals elke student zorgde ik voor een evenwicht tussen moeilijke en iets minder moeilijke vakken. In het derde jaar moesten wij één periode kiezen voor een thematische afbakening naar keuze. Je kon kiezen tussen enerzijds de middeleeuwen, nieuwe en nieuwste geschiedenis, en tussen anderzijds culturele, sociaaleconomische en politieke geschiedenis. Ik heb, heel verassend natuurlijk, gekozen voor het cluster cultuur-middeleeuwen. Daardoor had ik ook voor de twee andere periodes het vak cultuur, maar volgde ik zowel de culturele, sociaaleconomische als politieke geschiedenis van de Middeleeuwen. Als keuzevakken koos ik onder andere voor Middelnederlands en middeleeuws Latijn. Op de momenten dat het kon, heb ik er met andere woorden altijd voor gezorgd dat ik veel met middeleeuwse literaire bronnen in contact kwam.’ Wat vindt u leuker: lesgeven of onderzoek doen? ‘Toen ik nog niet zo lang aan het “doctoreren” was, heb ik een werkgroep voor bachelorstudenten begeleid. De studenten schreven hun scriptie over het thema van mijn doctoraatsonderzoek. Dat gaf heel veel voldoening, maar het was soms ook wel confronterend. Er moesten zeventien studenten een thema verzinnen in de lijn
Hoofdredactie Bente Marschall Secretaris Rutger Hoekstra Eindredactie Silvio Algra Tycho Hofstra Bente Marschall Suzanne Nellestijn Opmaak Bente Marschall Drukwerk Speed-o-Print, Amsterdam van mijn onderzoek en ik wist heel goed dat Redactie ik geen zeventien verschillende thema’s voor Rutger Hoekstra hoofdstukken zou kunnen verzinnen. Het Loes Knijn was dus een beetje schipperen tussen wat Bente Marschall kon en wat niet kon en ik moest voortdurend opletten dat studenten niet teveel in elkaars Suzanne Nellestijn Alan van Rijn vaarwater kwamen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het lesgeven als postdoc wel leuker Jet van der Steijle vind. Dit komt misschien wel omdat ik nu Maroesjka Verhagen ook zelfverzekerder ben als docent en onSophie Zwaal derzoeker. Ik vind het ook erg leuk dat ik aan de UvA de vrijheid heb gekregen om zelf een Redactieraad cursus samen te stellen, zoals mijn keuzevak Dr. Jouke Turpijn over reisverhalen uit de late middeleeuwen. Dr. Willem Melching De studenten werken doorgaans heel goed Prof. Dr. Wyger Velema mee en ze zijn - zeker voor Vlaamse begripDr. Wendelien van Welie pen - heel direct in hun communicatie.’ Welke tips zou u de studenten willen meegeven? ‘Als de middeleeuwen je interesseren, dan moet je bij de middeleeuwen blijven! Het feit dat deze periode ver achter ons ligt en dus veel meer inlevingsvermogen vergt dan pakweg de periode van de Wereldoorlogen, mag niemand tegenhouden om er zich toch in te verdiepen. Ook middeleeuwse thema’s kunnen een hedendaagse relevantie hebben. Zo is en blijft het interessant om na te gaan hoe men in de middeleeuwen omging met de “moslim-andere”, en hoe het vrouwbeeld evolueerde. Studenten die de middeleeuwen de meest interessante periode vinden, zou ik aanraden om het belang van paleografie niet te onderschatten. Heel wat (verhalende) bronnen zijn uitgegeven, maar voor rekeningen en kronieken uit deze periode heb je toch vaak paleografische vaardigheden nodig. Daarnaast vergt ook de vertaalslag extra oefening: het Middelnederlands zit vol “fopwoorden” die gemakkelijk verkeerd begrepen worden. Oefening baart kunst, en dat is maar goed ook, want middeleeuwse ridderverhalen, legendes en reisverhalen vormen vaak erg geestig leesvoer.’ d
Uitgever: Stichting Eindeloos Eindeloos is een onafhankelijk periodiek van en voor de studierichtingen Geschiedenis en Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Het blad wordt uitgegeven door de Stichting Eindeloos en is gelieerd aan studievereniging Kleio. Eindeloos ligt iedere maand in de bladenbakken van het P. C. Hoofthuis en het Bushuis. Reacties, ingezonden stukken, liefdesverklaringen en hatemail kunt u sturen naar eindeloos@kleio-amsterdam.nl Deze uitgave kwam tot stand met subsidie van de Universiteit van Amsterdam. Stichting Eindeloos Kloveniersburgwal 48 1012 CX Amsterdam Zie ook: eindeloosweblog.wordpress.com