NUMMER 8 Zomer 2019, 22e JAARGANG
EINDELOOS NAAR DE HEMEL KIJKEN
62 jaar ruimtevaart Mount Everest d Middeleeuws drugsgebruik d Kabbala Offering d Hiernamaals
PAGINA 2
Inhoudsopgave
EINDELOOS COLOFON Hoofdredactie
Voor altijd op Eeverst 3
Loes Knijn Rutger Hoekstra
Eindredactie 62 jaar Ruimtevaart
4
Tot hogere sferen met middeleeuwse paddo’s
7
Silvio Algra Bente Marschall Suzanne Nellestijn
Opmaak
Rutger Hoekstra
Drukwerk
Speed-o-Print, Amsterdam Hiernamaals
Redactie
Hapklare historie 8
De geheime kennis van Kabbala
Offeren aan de hemel
10
13
Historisch verhaal deel 3 14
Yves den Bak Sterre Berentzen Haye Heida Rutger Hoekstra Job Holtz Anne van Keulen Loes Knijn Vivian Lieberom Bente Marschall Suzanne Nellestijn Alan van Rijn Froukje Vroom Maura Wesseling Romy Zoetendal Sophie Zwaal
Redactieraad Beste lezer,
HOOFDREDACTIONEEL
Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat een mens voor het eerst voet zette op de maan. Dat feit konden we niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Vandaar het idee om een nummer te wijden aan de ruimte boven ons, de hemel. Redactieleden kregen de vrije hand om het te interpreteren zoals zij dat zelf wilden. Zo leverde dat een fantastisch stuk op van Vivian over de eerste expedities naar de Mount Everest, dook Anne in de geschiedenis van geestverruimende middelen onder middeleeuwse kunstenaars en besteedde Sophie aandacht aan de geschiedenis van de ruimtevaart. De centerfold staat in het teken van het hiernamaals in verschillende culturen, religies en fictieve werelden. Mocht dit mooie blaadje over vijftig jaar nog geschreven worden, wie weet wordt er dan wel weer aandacht besteed aan een nieuwe mijlpaal, die van de eerste kolonisten op mars. De planeet die na de maan volop in de belangstelling staat. Wie weet besteed een redacteur dan wel aandacht aan de mijlpaal van vijftig jaar zwarte gaten, naar aanleiding van de eerste foto van een zwart gat. Hoewel het vijfitg jaar geleden is dat Neil Armstrong op de maan stapte, de fascinatie voor de ruimte boven ons is er niet minder door EINDELOOS 8
geworden. Verder is dit ook het laatste nummer dat onder onze supervisie tot stand is gekomen. Loes en ik hebben met ontzettend veel plezier het hoofdredacteurschap dit jaar ingevuld, maar aangezien aan onze studietijd (bijna) een einde komt, geven we het stokje door aan de volgende hoofdredacteuren. Waarschijnlijk zullen zij met net zoveel enthousiasme - en wie weet nog wel meer - u het volgende studiejaar weer voorzien van prachtige exemplaren. Voor ons rest nog een laatste maal u veel leesplezier te wensen en een goede vakantie. Kijk vooral wat vaker naar de hemel, ook al is het in de stad en/of regent het. Een oud-docent van mij zei altijd dat als je naar boven kijkt in de stad, je de mooiste dingen ziet. En inderdaad, wie voorbij de winkelgevels omhoogkijkt, ziet de mooiste (historische) details. Enfin, veel leesplezier! Loes Knijn & Rutger Hoekstra
Dr. Jouke Turpijn Dr. Willem Melching Prof. dr. Wyger Velema Dr. Wendelien van Welie
Uitgever: Stichting Eindeloos
Eindeloos is een onafhankelijk periodiek van en voor de studierichtingen Geschiedenis en Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Het blad wordt uitgegeven door de Stichting Eindeloos en is gelieerd aan studievereniging Kleio. Eindeloos ligt iedere maand in de bladenbakken van het P. C. Hoofthuis in het Bushuis. Reacties, ingezonden stukken, liefdesverklaringen en hatemail kunt u sturen naar eindeloos@ kleio-amsterdam.nl Deze uitgave kwam tot stand met subsidie van de Universiteit van Amsterdam. Stichting Eindeloos Postbus 1626 1000 BP Amsterdam Zie ook: eindeloosweblog.wordpress.com
MOUNT EVEREST - 3
Voor altijd op Everest Vivian Lieberom - “Because it’s there” was het antwoord van de Brit George Mallory toen hem gevraagd werd waarom hij de Mount Everest wilde beklimmen. Hij was één van de eersten die de uitdaging aanging. Inmiddels hebben vierduizend mensen de top bereikt en zijn daarna ook veilig teruggekomen. Maar zuurstofgebrek, lawines, temperaturen van tientallen graden onder het nulpunt en ongelukkige misstappen hebben zo’n driehonderd ambitieuze klimmers het leven gekost. Waaronder Mallory en zijn klimpartner Irvine. In 1999 werd een lichaam, verbleekt door de zon, bevroren en gemummificeerd aangetroffen. Het kaartje aan de kleding las G. Leigh Mallory.
De campinggids had niet vermeld dat het douchegebouw aan de andere kant van de berg stond
M
allory had al twee reizen naar de berg gemaakt toen hij in 1924 opnieuw meeging op een Britse expeditie. Hij was 37 en wist dat dit zijn laatste kans was. De expeditieleden waren behalve voor hun klimtalent, ook gekozen vanwege de status van hun familie, universitaire diploma’s en militaire ervaring. De tweeëntwintigjarige Andrew ‘Sandy’ Irvine studeerde techniek in Oxford en was nieuw bij het team. Het expeditieteam bestaande uit klimmers, een dokter en een groot aantal Sherpa’s verzamelde eind maart en vertrok naar de berg. Het was juni toen kamp V op 7700 meter werd opgezet, van daaruit zouden ze de laatste 1000 meter naar de piek klimmen. Expeditieleider Charles G. Bruce en Mallory deden de eerste poging, maar zware ijzige winden en dragers die weigerden in deze weersomstandigheden verder te gaan, dwongen hen terug te keren naar het kamp. Een paar dagen later was het weer zo goed dat twee andere leden, Norton en Somervell, het opnieuw gingen proberen zónder extra zuurstof. Dat vergde toch meer energie dan ze hadden gehoopt. Somervell had al opgegeven en was gaan zitten om de dood op te wachten, maar het lukte hem toch een blokkade in zijn keel te laten verdwijnen. Tegen de tijd dat ze terug waren bij het kamp was Norton volledig verblind door de sneeuw en moest naar beneden
gedragen worden. Nu was het weer aan Mallory om naar boven te gaan. Hij koos Irvine als partner. De student bleek door zijn technische kennis een waardevolle aanwinst voor het team te zijn en dat was ook de reden dat juist hij meeging met Mallory. Zuurstofflessen waren sinds de expeditie van 1922 flink verbeterd en maakten de kans om de ‘zone des doods’, het gebied boven 8000 meter, te overleven stukken groter. Ze beseften dat het ze zonder zuurstof nooit zou lukken en besloten er gebruik van te maken. In de ochtend van 6 juni vertrokken Mallory en Irvine samen met acht dragers vanuit een kamp op 7000 meter hoogte. De volgende dag keerden de dragers terug met het bericht dat het weer goed was en dat de twee Britten hoopvol
Van Irvine is alleen zijn ijsbijl teruggevonden, van zijn lichaam geen spoor
waren. Expeditielid Noel Odell ging een poosje later achter ze aan om ondersteuning te bieden. 8 juni trok de zware mist die er had gehangen plotseling weg en Odell zag twee kleine stippen bewegen op een bergkam. Dat was het laatste dat van Mallory en Irvine was gezien. Ze kwamen niet terug naar het kamp en waren onvindbaar. Op 11 juni werd de expeditie afgebroken. Pas 29 jaar later in 1953 werd de Mount Everest door Edmund Hillary en Tenzing Norgay voor het eerst getrotseerd. Wat er precies gebeurd was in 1924 en of Mallory en Irvine de top misschien toch hadden bereikt blijft een mysterie. Van Irvine is in 1933 alleen zijn ijsbijl teruggevonden, maar zijn lichaam is nog altijd vermist. Mallory’s lichaam, dat 75 jaar na zijn dood gevonden werd, gaf slechts vage indicaties over de doodsoorzaak. Striemen om zijn middel wezen erop dat Mallory en Irvine aan elkaar vastzaten met touwen toen één van hen uitgleed. Een klap op zijn hoofd was waarschijnlijk de precieze doodsoorzaak, gezien de bult op zijn voorhoofd ter grootte van een golfbal. De camera van Mallory, waar ongetwijfeld foto’s opstaan die vertellen over zijn laatste dagen, ligt nog ergens op de besneeuwde berghellingen. Wie weet struikelt iemand er ooit over en wordt het mysterie eindelijk opgelost. d EINDELOOS 8
4 - 62 JAAR
62 jaar ruimtevaart
Time flies when you’re having fun EINDELOOS 8
RUIMTEVAART - 5
Sophie Zwaal – De geschiedenis van de ruimtevaart is onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis van de Koude Oorlog. De raket, essentieel voor het lanceren van ruimtevaartuigen, werd vóór de toepassing in de ruimtewetenschap voornamelijk gebruikt als militair wapen, gecombineerd met een explosieve springkop. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontwikkelden de Duitsers krachtige raketten. De slag om deze waardevolle kennis tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie na 1945 vormde de start van de ruimtewedloop, die uiteindelijk zou leiden tot de ruimtevaart als miljoenenindustrie.
N
a de Duitse capitulatie en het ineenstorten van Nazi-Duitsland wilden de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie zo snel mogelijk alle Duitse militaire en technologische instituten overnemen, zodat zoveel mogelijk militaire kennis zou worden verworven. De Duitsers moesten worden gestraft voor hun oorlogsmisdaden, maar hun wetenschappelijke kennis was veel waard en mocht niet verloren gaan. Deze kennis zou door de Verenigde Staten en de USSR worden ingezet voor militaire doeleinden. Terwijl de vele Duitse fabrieken en instituten na de capitulatie grotendeels verwoest en verlaten waren, gaven veel Duitse wetenschappers, onder wie raketingenieur Wernher von Braun, zich over aan de geallieerden, om zo zware vervolging te voorkomen. Vooral de Verenigde Staten wisten veel wetenschappers voor zich te winnen. Maar de Sovjet-Unie slaagde erin de hoofdprijs te bemachtigen: de gehele productie van de krachtige Duitse V-2-raket, die ze nu zelf in grote getalen konden reproduceren. Al snel kwam de productie van de Russische R-1-raket, in 1951, op gang. Het was een kopie van de V-2-raket, maar dan geheel van Russisch materiaal. In 1957 werd door de Verenigde Staten het plan naar buiten gebracht om een kunstmatige satelliet in een baan om de aarde te brengen. In de sfeer van de Koude Oorlog dwong dit de Sovjet-Unie de hoofden bij elkaar te steken en een plan te maken om de Amerikanen te overtreffen. De raketingenieur Sergei Korolev stelde voor de krachtige opvolgers van de kopieën van de V-2 in te zetten als meer dan alleen een oorlogswerktuig: het was voor Korolev duidelijk dat de enorme kracht van hun intercontinentale raketten kon worden gebruikt om hetzelfde te bereiken als de Amerikanen van plan waren. De zogenaamde R-7-raketten zouden genoeg kracht hebben om een kunstmatige maan aan de zwaartekracht van de aarde te laten ontsnappen en daarmee de Amerikanen te snel af te zijn. De bouw van de Russische satelliet Spoetnik, en daarmee het begin van de Space Race, was dankzij
De verhouding tussen de VS en de USSR werd door de lancering van Spoetnik drastisch verslechterd Korolev hiermee een feit. Die bouw verliep voorspoedig. Op 4 oktober 1957, in de late avond, werd het zilveren gevaarte gelanceerd. Twintig seconden na de lancering werd de module losgekoppeld van de raket en raakte het in een baan om de aarde, waarna ook de satellietzender werd geactiveerd en contact met de aarde werd verkregen. Deze zender gaf een constante ‘beep’-toon, die live
werd uitgezonden en vooral in de Verenigde Staten tot veel wanhoop leidde. De verhouding tussen de Verenigde Staten en de USSR werd, die al vóór 1957 zeer gespannen was, verslechterde door de lancering van de Spoetnik drastisch. De Verenigde Staten waren er lang van overtuigd geweest dat zij wat betreft ruimtevaart superieur waren aan de Sovjets, dankzij de vele Duitse wetenschappers die voor hen werkten. In 1957 leek er in de Verenigde Staten verder louter optimisme te heersen: de Amerikaanse economie ging met grote stappen vooruit, de gezondheidszorg was sterker dan ooit en sociale veranderingen in de maatschappij zorgden voorzichtig voor een meer hoopvolle blik op de toekomst. De geheimzinnigheid van de Russen wat de ontwikkeling van hun Spoetnik betreft, had de valse illusie van de militaire en ruimtevaart-technische superioriteit van de Verenigde Staten lang in
stand gehouden. De zogenaamde Sputnik Crisis die volgde doorbrak deze illusie en leidde tot een grootschalige hervorming van het Amerikaanse defensiesysteem en een noodgedwongen versnelling in de ontwikkeling van satellieten. Miljoenen dollars werden geïnvesteerd in wetenschap, technologie en engineering en enkele maanden later, in februari 1958, werd de EINDELOOS 8
6 - 62 JAAR RUIMTEVAART
De Space Race was hiermee met Apollo 11 in feite gewonnen door de Amerikanen eerste succesvolle Amerikaanse satelliet gelanceerd, de Explorer 1. Om de krachten te bundelen en deze vooruitgang vast te houden, vormde president Dwight D. Eisenhower in 1958 de National Aeronautics and Space Administration, beter bekend als NASA. Wetenschap werd een ware prioriteit in de Amerikaanse staatsuitgaven.
EINDELOOS 8
Hoewel NASA nu het steevaste plan had de resterende primeurs in de ruimtevaart te claimen en met het Mercury-programma de eerst ruimtevaarders in een baan om de aarde wilde brengen, waren de Russen hen uiteindelijk wederom te snel af. In het kader van het Russische Vostok-programma werden vanaf 1961 voor het eerst een aantal bemande ruimtevaartuigen gelanceerd. De legendarische speech van de Amerikaanse president John F. Kennedy kwam daarom ook op het goede moment: vóór 1970 zou een Amerikaan, en niet een Rus, op het oppervlak van de maan moeten staan. De bekende woorden luidden: ‘I believe that this nation should commit itself to achieving the goal, before this decade is out, of landing a man on the moon and returning him safely to the Earth.’ Duizenden tests in het kader van het Amerikaanse Gemini-programma die zich gedurende de jaren zestig voltrokken, moesten NASA voorbereiden op dit uiteindelijke doel. Dit ging niet zonder slag of stoot. De eerste Apollo-astronauten
kwamen tijdens een opleidingsoefening in 1967 door een brand om het leven, waarna vanuit de Amerikaanse bevolking hevige kritiek kwam op de vele miljoenen die werden geïnvesteerd in deze levensgevaarlijke experimenten. Toch, op 20 juli 1969 - deze zomer precies vijftig jaar geleden - lukte het de Amerikanen eindelijk te zegevieren toen de Apollo Lunar Module, ook wel de Eagle genoemd, landde in de maanzee Mare Tranquillitatis. De Space Race was hiermee met Apollo 11 in feite gewonnen door de Amerikanen. De vrede tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten wat betreft wetenschap en ruimtevaart herstelde zich hierna snel. Het Apollo-Sojuz-testproject in 1975 moest een samenwerking tussen de twee naties bevorderen, zodat eventuele gezamenlijke bemande vluchten mogelijk werden. De handdruk tussen de Russische astronaut Aleksey Leonov en de Amerikaanse astronaut Tom Stafford na de succesvolle koppeling van een Russische en een Amerikaanse module in 1975 is nog steeds het symbool van de intensieve samenwerking tussen de twee grootmachten in de ruimtevaart. Nu nog lijkt deze samenwerking zich onafhankelijk van de relaties tussen de twee op aarde te voltrekken. En deze samenwerking heeft de afgelopen decennia geleid tot onvoorstelbare prestaties. d
MIDDELEEUWSE PADDO’S - 7
Tot hogere sferen schilderen met middeleeuwse paddo’s Anne van Keulen – Het is een gegeven dat sommige meesters in de kunst onder invloed waren van drugs of alcohol tijdens het creatieproces. Een bekend voorbeeld is Vincent van Gogh, die in brieven schreef dat het enige wat hem rust gaf een goed glas absint was; er wordt gespeculeerd dat dit alcoholische drankje de oorzaak was voor het haast psychedelische kleurgebruik van de schilder. De vader van de Nederlandse ‘trippy’ schilderkunst is echter Jeroen Bosch, alom bekend om zijn surrealistische, nachtmerrie-achtige en cryptische afbeeldingen.
H
et valt wellicht moeilijk voor te stellen maar achter de meeste Jeroen Bosch-schilderijen schuilt een christelijke moraal. Zo ook bij de ‘Tuin der Lusten’, het meesterwerk uit de vroege zestiende eeuw dat nu in het Museo del Prado in Madrid hangt. Dit drieluik toont in gesloten staat een afbeelding van de derde dag van de schepping. Aan de binnenzijde geeft het linker paneel de creatie van Adam en Eva weer. In het middenpaneel zien we ontzettend veel naakte mensfiguren én aardbeien. Deze symboliseren de verboden vrucht uit de tuin van Eden. Tot slot toont het rechterpaneel de hel, lijfstraffen en de dood. Bosch heeft een grote invloed gehad op de latere stroming die wij als het surrealisme kennen. De middeleeuwse schilder wist op een bijzondere manier zijn creativiteit op het canvas te verbeelden. Het doet je afvragen: werkte hij onder invloed en waren zijn schilderijen het resultaat van psychedelische visioenen? We
De drie stadia van paddogebruik weten vrij weinig over de schilder zelf, maar wel dat hij bekend was met een typisch middeleeuwse psychedelische ervaring. Het zou zomaar kunnen dat de schilder aan ‘ergotisme’ is blootgesteld, een epidemie uit de middeleeuwen. Ergotisme is een gesteldheid die wordt veroorzaakt door de consumptie van een schimmel genaamd moederkoorn. Deze schimmel besmette gewassen als rogge, wat een van de voornamelijkste levensmiddelen was. Het eten van moederkoorn kan dezelfde effecten als de drug LSD op het lichaam hebben. Sterker nog, LSD is ontwikkeld door studies naar moederkoorn. Er zijn twee soorten effecten van ergotisme die de mens kan ervaren. Bij het gangreen-effect krijgt het lichaam met krampen en spasmes te maken. Dit
Het zou kunnen dat Bosch blootgesteld is aan ‘ergotisme’
kan zelfs tot afstervende lichaamsdelen leiden. De stof zorgt vaak ook voor hallucinaties die op den duur kunnen leiden tot krankzinnigheid. Ergotisme werd ook wel Sint-Antoniusvuur genoemd, naar de heilige Antonius van Egypte die als beschermheilige gold van deze ziekte. De heilige wordt dan ook vaak met vuur aan zijn voeten afgebeeld. Jeroen Bosch heeft zelfs een heel kunstwerk aan de ziekte gewijd, genaamd ‘De verzoeking van de heilige Antonius’. Hierin zijn zowel mensen met afgevallen lichaamsdelen als halfgroente-half-mens-figuren afgebeeld. De experimentele gitarist Buckethead heeft in de muziekvideo van zijn nummer ‘Spokes for the Wheel of Torment’ een animatie laten maken gebaseerd op Bosch’s ‘Tuin der Lusten’. Hierin zijn de fantastische figuren van de kunstenaar in een nieuw, geanimeerd jasje gestoken. Een kijktip om dit kunstwerk in leven te zien in videovorm. Absintje erbij? d
EINDELOOS 8
8 - HAPKLARE
HIERNAMAALS Over leven na de dood kunnen uitgebreide filosofische, theologische, wetenschappenlijke discussies gevoerd worden. Die ruimte hebben we in de centerfold van Eindeloos niet. Wat we wel kunnen doen is een klein overzicht geven van verschillende ideeën over het hiernamaals in culturen en religies. Het idee dat er een leven na de dood is, is een belangrijk onderdeel (misschien wel dé bouwsteen?) van religies. Overigens is het raar dat het ‘hiernamaals’ in de Nederlandse taal geen meervoud kent. Zou dat te maken hebben met de rotsvaste overtuiging van oudsher dat er maar één hemel bestaat? Deze hapklare historie laat zien dat dat dus duidelijk niet het geval is.
De weg naar Walhalla Suzanne Nellestijn – Zoals in veel culturen en religies moest toegang tot het hiernamaals verdiend worden voor de Vikingen. De dagen in Walhalla konden deze krijgers doorbrengen met veldslagen, de avonden zouden gevuld worden met heerlijk eten, veel drank en zoveel vrouwen (natuurlijk was Walhalla met name terrein voor gestorven mannen) als men zich maar kon wensen. Het enige wat hiervoor nodig was, was sterven tijdens de strijd, met andere woorden met het zwaard in de hand. Dus waar het sterven van een vredige, natuurlijke dood op late leeftijd nu het ideaal is om naar te streven, wilden de Noormannen tijdens de middeleeuwen het leven laten tijdens hun meest heldhaftige momenten om de ijskoude nevelen van Niflheim (het andere dodenrijk in de Noorse mythologie) te vermijden.
Schipper mag ik overvaren? Loes Knijn - Het hiernamaals ligt in veel culturen en religies achter een woeste rivier: de Noorse Gjöll, de Mesopotamische Hubur of de Japanse Sanzu rivier. De doden moesten deze rivier oversteken om in het dodenrijk te komen. Eén van de bekendste rivieren is de Styx, de rivier uit de Griekse mythologie. Charon de veerman kon de overledenen meenemen in zijn bootje over de Styx tegen betaling van een obool. Dit muntstuk werd door de nabestaanden onder de tong van de overledene gelegd, zodat hij veilig de overkant kon bereiken. De rivier zou volgens de verhalen over magische krachten beschikken. De held Achilles werd door zijn moeder in het water van de Styx gedompeld en bleek daarna bijna geheel onoverwinnelijk te zijn.. Zijn ‘Achilleshiel’ werd uiteindelijk zijn ondergang.
EINDELOOS 8
HISTORIE - 9
Eeuwig ronddwalen Rutger Hoekstra - Wie bekend is met The Lord of the Rings-saga, weet dat de elven in principe onsterfelijk zijn. Al kunnen ze wel overlijden door geweld, verdriet of vermoeidheid, hiermee is hun leven niet geëindigd. De zielen van dode elven gaan namelijk naar de Zalen van Mandos (god van de dood) in Valinor, een elvenrijk in een ander werelddeel dan Midden-Aarde. Na een periode van zuivering, worden de zielen ‘aangekleed’ met lichamen identiek aan hun oude. Het komt zelden voor dat elven daarna teruggaan naar Midden-Aarde, in plaats daarvan blijven ze in het rijk van de onsterfelijke rassen Valinor. Uiteindelijk ‘consumeren’ de zielen de lichamen en blijven ze eeuwig dwalen door de door Tolkien geschapen wereld. Van Tolkien wordt gezegd dat hij andere fantasy-werelden beïnvloedde. Het bekende computerspel World of Warcraft past dit principe bijvoorbeeld toe. Hierin zweven de elvenzielen ook als dwaallichten door de elvenwereld.
Bahai Anne van Keulen - De Bahai is een religie die bestaat uit ongeveer zeven miljoen mensen. De gelovigen hier beschouwen dat de ziel van een mens eeuwig en goed is, en het is het werk van elk individu om dichter bij God te komen. In tegenstelling tot de meeste andere religies die hun eigen specifieke god hebben, geloven de Bahai in één god, die zichzelf heeft getoond door alle andere religies in de wereld. Volgens Bahai-volgelingen bestaan hemel en hel niet; de twee zijn manieren om dichter bij of verder van god te komen. De Bahai geloven dat de meeste andere religieuze groeperingen zich vergissen wanneer ze hemel en hel interpreteren als fysieke plaatsen in plaats van ze te zien als symbolische representaties van de afstand tot God. De Bahai staan erg bekend om hun Bahai tuinen, deze tuinen symboliseren een heilige plek waar aanhangers heen kunnen als bedevaartsoort of voor meditatie.
Advertentie
‘Want zonder het verleden bestaat geen enk’le tijd’ Kijk voor Kleio’s activiteiten op: www.kleio-amsterdam.nl
of like Kleio op facebook! EINDELOOS 8
10 - KENNIS VAN
De geheime kennis van de kabbala
Als je had gezegd dat het een kaart van het metronetwerk van het universum is, had ik het ook geloofd
Sterre Berentzen - Drie keer moest God de geheimen van de schepping onthullen, voordat deze onder de mensen zou komen. Zo zou God allereerst Adam alle geheimen van de Schepping en het universum verteld hebben, maar deze ging verloren na de zondeval van Adam en Eva. In een nieuwe poging werd Abraham de uitverkorene, ook hij mocht de geheime kennis vergaren. Die wist het iets langer in de familie te houden, totdat Jozef (het achterkleinkind van Abraham) besloot de geheimen mee te nemen in zijn graf. Bij de derde poging was het raak: Mozes kreeg niet alleen de Thora geopenbaard op de berg SinaĂŻ, ook kreeg hij de geheime leer mondeling overgeleverd. Deze geheime kennis werd vanaf toen mondeling overgeleverd aan ingewijden, die ook wel kabbalisten worden genoemd.
EINDELOOS 8
DE KABBALA - 11
K
De stemvork op haar hoofd, had ook van pas kunnen komen tijdens haar optreden op het songfestival in Tel Aviv
abbala is een vorm van Joodse mystiek die binnen rabbijnse kringen ontstond in de twaalfde eeuw CE, doch pretendeert veel ouder te zijn. Inhoudelijk kent de kabbala een verwantschap met de gnostiek, dat een openbaring van geheime kennis beoogt. Hoewel de gnostiek al in de eerste eeuwen na Christus ontstond zou het kunnen dat de Joodse gnostiek vanuit het Midden-Oosten zich een weg wist te banen naar de Chasidoet Ashkenaz. Deze stroming, bekend als de ‘Duitse vroomheid’, heeft mogelijk een grote rol gespeeld bij het ontstaan van de kabbala. De Chasidoet Ashkenaz was een stroming die in de twaalfde en dertiende eeuw in Centraal-Europa grote waarde hechtte aan studie van de Thora. Zij zagen zich net zoals de kabbalisten als een spirituele elite. Het eerste werk van de kabbalisten wordt de Bahir genoemd. Hoewel het een pseudopigrafisch werk is beweerden kabbalisten dat het een oude joodse doctrine behield, dat in het geheim van generatie op generatie was doorgegeven en uiteindelijk is terug te leiden naar Mozes. De Bahir bevat de theorie van sefirot. De sefirot bestaat uit tien verschillende metafysische entiteiten die God representeren. Deze entiteiten zouden uit de
woorden van de bijbel te herleiden zijn door een esoterische interpretatie ervan. De Zohar werkt de sefirot verder uit. Dit is het meest invloedrijke boek van de Kabbala, dat veel overeenkomsten kent met de Bahir, maar zich onderscheidt door een uiteenzetting van de doctrine en symbolische structuren van de sefirot. Hoewel God in de sefirot wordt omschreven met namen die verwijzen naar de conventionele omschrijvingen van God uit onder andere de Bijbel, zoals de ‘almachtig’ en ‘alwetende’, zijn het bij de kabbalisten geen adjectieven maar aparte metafysische entiteiten. Het zijn vaten waardoor goddelijke goedheid tot de wereld kan stromen. Het lijkt hiermee sterk op emanatie van de goddelijke macht, wat onder andere is terug te vinden in het neoplatonisme. Het neoplatonisme kwam voornamelijk rond
de elfde en twaalfde eeuw in Europa terecht, aangezien de werken van Plato en Aristoteles met bijgevoegde Arabische commentaren van onder meer Averroes (Ibn Rushd) zich via Andalusië en de kruistochten verspreidden. Het zal dan ook niet totaal toevallig zijn dat juist in de Provence, waar veel kruisvaarders vandaan kwamen, en in Noord-Spanje de kabbalisten zich situeerden. In de twintigste eeuw kreeg de kabbala een hernieuwde stimulans door de oprichting van het controversiële Kabbalah Centre International. Het stelt zelf een non-profit organisatie te zijn dat mensen leert over de inhoud van de Zohar in Los Angeles. Dit staat traditioneel gezien haaks op de bedoeling van de kabbalisten, die stelden dat de mystieke kennis zo ongrijpbaar was voor het gewone volk dat het alleen maar overge-
Het is niet geheel toevallig dat juist in de Provence, waar veel kruisvaarders vandaan kwamen, en in Noord-Spanje de kabbala zich situeerden. EINDELOOS 8
12 - KABBALA
Enkele beroemdheden hebben zich in de afgelopen decennia laten verleiden tot deze organisatie dragen kan worden aan ingewijden. Ook beoogt de organisatie dat de mystieke kennis niet alleen binnen het Jodendom toepasbaar is maar dat het gaat om universele kennis. Het plaatst zichzelf daarmee als een alternatief dat wel de boeken van de bijbel aanhaalt ter interpretatie. Enkele beroemdheden hebben zich in de afgelopen decennia ’s laten verleiden tot deze organisatie, waaronder bijvoorbeeld Madonna. Zo geeft ze geen concerten meer op vrijdagavond, wanneer
na zonsondergang binnen het jodendom de sabbat begint en er niet gewerkt mag worden. Andere beroemdheden die zich associĂŤren met deze kabbala-organisatie zijn; Britney Spears, Demi Moore, Lucy Liu, Mick Jagger en David Bowie. Dit geeft een gevarieerd beeld van de mystieke traditie die zich in de middeleeuwen begon te manifesteren. Het Joods Historisch Kwartier in Amsterdam heeft nu ook op al haar locaties een tentoonstelling over de kabbala. Waarbij de kunst van de joodse mystiek,
haar traditie en alle facetten van de onbekende wereld van de kabbala aan bod komen. De tentoonstelling is tot 25 augustus te bezichtigen, misschien leuk als je genoeg hebt van op het strand liggen. d
De sefirot, Kabbalistische Magie - Moshe Catsel (1953)
Adverteren in Eindeloos? Interesse? Stuur een mailtje naar:
eindeloos@kleio-amsterdam.nl
OFFEREN - 13
Offeren aan de hemel Maura Wesseling - De oude Grieken waren zeer toegewijd aan hun goden. Voor de Grieken zaten de goden in alles wat ze deden. Overal in de natuur, in de mensen en in objecten zat het goddelijke. Ze waardeerden de goden en alles wat ze deden, maar tegelijkertijd waren ze bang. Bang om gestraft te worden voor hun daden. Als het bijvoorbeeld ging onweren, begonnen de mensen als een gek te offeren om een woedende Zeus te kalmeren.
D
e Grieken offerden veel en vaak. Zowel op belangrijke momenten wanneer iemand bijvoorbeeld een lange reis ging maken, als op ‘normale’ dagen kon de hulp van de goden aangeroepen worden. Bij het avondeten werd bijvoorbeeld altijd een deel van het eten in het vuur gegooid, zodat de goden konden ‘meeeten’ en ze je goedgezind bleven. De Grieken zochten overal naar tekens van de goden. Met name de hemel zou de nodige boodschappen doorgeven. Het weer was volgens hen dé manier waarop de goden communiceerden met de stervelingen. Bliksem en donder betekenden dat de goden boos waren. Zonneschijn beloofde rust en vrede. Er was echter geen sprake van éénrichtingsverkeer. Wanneer een regenboog aan de hemel stond, geloofden de Grieken dat EINDELOOS 8
de godin Iris contact met de mens zocht. Als reactie gooiden de mensen drachme en soms ook voedsel ‘in’ de regenboog. Een standaard offerplechtigheid kende, in tegenstelling tot de willekeurige regenbogen, een vast stappenplan dat altijd perfect werd uitgevoerd. Allereerst liep de offeraar om het altaar heen, vervolgens waste hij of zij de handen en plengde het water, waarna een gebed werd uitgesproken. Vervolgens werd het offerdier geprepareerd voor de slachting.
Soms wilden de Grieken dat het dier ‘toestemming’ gaf om geslacht te worden.
Eerst werd het dier bestrooid met speltkorrels, waarna het haar werd afgesneden en verbrand op het voorhoofd. In sommige gevallen wilden de Grieken dat het dier ‘toestemming’ gaf om geslacht te worden. Het werd dan met water besprenkeld waarna het dier ‘ja’ zou moeten knikken. Als er geen reactie kwam, of als het dier zijn kop heen en weer schudde, was dit niet het juiste dier om geofferd te worden. Pas als het dier toestemming had gegeven kon het geslacht worden. Het werd vervolgens gevild en in stukken gesneden. Dan werden eerst delen van het dier aan de goden geofferd door het te verbranden, voordat de rest gebruikt werd voor een offermaaltijd. De laatste stap in het offer was het van het altaar bestrijken met bloed, als een soort bevestiging van het offer. d
14 - VERHAAL
Een nieuwe start Deel 3 de barvrouw - Job Holtz
Zijn hoofd bonkte. Wat was er gebeurd? Cornelis hield zijn ogen nog even dicht en probeerde zich te herinneren waarom zijn hoofd zo’n pijn deed. Hij dacht aan de aankomst in het beloofde land, waar hij zonder enig plan voet aan wal had gezet. Vervolgens kwam hij – wonderbaarlijk genoeg – door de keuring heen, al had hij geen idee wat hij moest doen. Daarna werd hij bijna omvergereden door een koetsier. En toen wist hij het weer: hij had eerst twee Hollandse stemmen gehoord, is naar de twee jongens toegegaan en die hebben hem meegenomen naar een of andere kroeg. De vrouw achter de bar had hem wantrouwig aangekeken. Direct daarna kreeg hij een klap op zijn hoofd. En nu lag hij hier.
C
ornelis kon zacht gemompel horen. Hij probeerde te luisteren wat er werd gezegd, maar kon het niet verstaan. Hij knipperde met zijn ogen en keek voorzichtig om zich heen. De gordijnen aan het raam waren beschadigd, waardoor er een lichte schemering naar binnen gleed. In het kleine kamertje waarin hij lag, stonden niet meer dan een tafeltje en een kast. Zijn weinige bezittingen waren naast zijn bed geplaatst. Hij probeerde overeind te komen, maar de pijn sneed door zijn hoofd, waardoor hij gedwongen werd te blijven zitten. Hij zuchtte en sloot zijn ogen. Hij vroeg zich af waarom hij überhaupt de oversteek had gemaakt. Hij wist bijna zeker dat de oogsten in het dorp hersteld moesten zijn. De dorpsbewoners zouden het waarschijnlijk een stuk beter hebben dan hij op dit moment. Buiten de kamer weerklonken voetstappen die steeds dichterbij kwamen. De deur werd opengedaan. Met moeite keek Cornelis op en zag in de deuropening het hoofd van de vrouw die achter de bar had gestaan. Daar waar ze hem eerst zo wantrouwig had begroet, keek ze nu vriendelijk en liep zachtjes naar binnen. ‘Ik heb wat soep voor je meegebracht,’ zei de vrouw. Cornelis was verbaasd. Hoe kon hij de vrouw verstaan? Hij was toch in een ander land? Hij had natuurlijk Jan en Adriaan hier ontmoet, de twee jongens die ook Nederlands spraken, maar hij dacht dat dat toch
een uitzondering geweest moest zijn. Met alle moeite hees Cornelis zich op, probeerde de stekende pijn in zijn hoofd te negeren en antwoordde: ‘Bedankt. Hoe komt het dat ik u versta?’ Hij pakte de soep aan en keek naar de vrouw, die op de rand van het bed ging zitten. Ze keek hem glimlachend aan. Toen vertelde ze dat ze zo’n tien jaar eerder naar het beloofde land was gegaan. Ze woonde eerst gelukkig met haar man en twee dochters vlakbij de grote haven, waarvandaan Cornelis ook was vertrokken, maar op een gegeven moment brak er een ziekte uit. Voor haar vader en twee dochters kwam de medicatie te laat, waardoor ze alleen achter bleef. ‘En toen besloot ik een nieuw leven op te bouwen,’ zei ze met een lichte trilling in haar stem. Haar ooghoeken waren vochtig. ‘Daarom heb ik deze kroeg hier opgezet. Het is een kroeg waar alleen maar Nederlanders komen.’ Sprakeloos keek Cornelis haar aan. Hij had niet verwacht dat de vrouw zo’n heftige gebeurtenis met zich meedroeg. Hij vroeg voorzichtig wat er gebeurd was, voordat hij hier lag. De vrouw keek hem ernstig aan. ‘De politie heeft niet alles onder controle. Soms komt hier gespuis in de kroeg. Jij stond op het verkeerde moment op de verkeerde plek. Ze wilden eigenlijk mijn geldkist hebben…’ Ze nam even een adempauze. ‘Toen ze jou hadden geraakt, brak er een vechtpartij uit. Uiteindelijk zijn de onruststokers ervandoor gegaan. Ik denk dat het er twee waren, maar het kunnen er meer zijn geweest.’ Ze keek hem aan. ‘Jan en Adriaan zijn ook bij de vechtpartij betrokken geraakt. Die liggen op de kamer
hiernaast. Ze komen er wel bovenop. Mijn naam is trouwens Jacoba. Wie ben jij en waar kom je vandaan?’ Cornelis keek glazig voor zich uit. Hij vertelde dat hij van een klein boerendorpje kwam, op enkele uren lopen van de haven. Ook vertelde hij dat een aanhoudende misoogst hem hierheen had bewogen, maar dat hij verder geen plan had gehad. Jacoba glimlachte flauwtjes. ‘Dat heeft vrijwel niemand die hier komt,’ zei ze. ‘Ik had ook geen plan. Het was puur toeval dat ik deze kroeg kon overnemen. De vorige eigenaar was de dag ervoor overleden en ze zochten dus een nieuwe eigenaar. Ik had gelukkig nog wat spaargeld meegenomen, dus ik kon de kroeg overnemen. Als dat niet was gelukt, was ik waarschijnlijk verder het binnenland in getrokken.’ Ze keek Cornelis even aan. ‘Als je wilt, kun je voorlopig bij mij werken. Dan krijg je onderdak en eten. Ik zoek toch nog iemand voor achter de bar.’ Cornelis keek haar dankbaar aan. Hij had niet verwacht dat de vrouw zo aardig was. Door het leeftijdsverschil had ze zo zijn moeder kunnen zijn. Inmiddels had hij zijn soep op, gaf het kopje terug aan Jacoba en bedankte haar. ‘Geen dank,’ zei Jacoba. ‘Iedereen heeft het lastig in het begin hier. Zeker als je alleen bent. De meeste mensen komen namelijk met hun hele familie. Dan hebben ze in ieder geval nog troost bij elkaar als het niet meteen loopt…’ Ineens keek ze hem heel indringend aan. ‘Jij bent nog jong. Waarom ben je alleen gekomen? Waar is je familie?’ Cornelis slikte. Nog nooit had hij iemand over zijn familiegeschiedenis verteld. Bovendien had niemand er ooit naar gevraagd. Hij schraapte zijn keel. d