Eindeloos oktober 2019

Page 1

NUMMER 1 Oktober 2019, 23e JAARGANG

d MAANDBLAD VOOR STUDENTEN (KUNST)GESCHIEDENIS AAN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM d

EINDELOOS maritieme

wereld

Sint-Elisabethsvloed . Zeemonsters . Parels in Ceylon . Onderwaterarcheologie . Monstergolf . Peter de Grote . Barbarijse Zeerovers . India Pale Ale


2 - INHOUDSOPGAVE

Inhoudsopgave

EINDELOOS COLOFON Hoofdredactie

Zeekoeien zijn monsters en vissen zijn kwaadaardig

3

Geen parels in het verre Ceylon

4

De Sint-Elisabethsvloed 5 De bestemming van een walvis 6 ZeeĂŤn van kennis 7 Pech op zee 9 De wereldberoemde monstergolf 10 India Pale Ale Het ware verhaal

11

Aranda en de Barbarijse Zeerovers

13

Tsaar in Holland Russische scheepvaarttermen met een Nederlandse oorsprong 14 Politicus en Voorwerp van de Maand

16

Haye Heida Maura Wesseling Sophie Zwaal

Eindredactie

Silvio Algra Loes Knijn Suzanne Nellestijn Maura Wesseling

Opmaak

Sophie Zwaal

Drukwerk

Speed-o-Print, Amsterdam

Redactie

Sterre Berentzen Haye Heida Rutger Hoekstra Job Holtz Anne van Keulen Vivian Lieberom Bente Marschall Froukje Vroom Maura Wesseling Romy Zoetendal Sophie Zwaal

Redactieraad

HOOFDREDACTIONEEL Welkom lieve lezers, Het nieuwe studiejaar is inmiddels al zeker een maand begonnen en dus wordt het hoog tijd voor het eerste nummer van Eindeloos! We duiken er met veel plezier weer in, deze maand met het thema maritieme geschiedenis. Denk nog even terug aan die heerlijke paar weekjes aan het strand terwijl je in dit diverse nummer onder andere leest over parelvissers, de Sint-Elisabethsvloed en de geschiedenis van bier. Neem ook een kijkje in de centerfold als je meer wil weten over pech op zee!

de jaar Kunstgeschiedenis. Eindeloos Uitgever: Stichting Eindeloos is immers een blad voor en door zowel Eindeloos is een onafhankelijk perioGeschiedenis-studenten als Kunstgeschie- diek van en voor de studierichtingen Geschiedenis en Kunstgeschiedenis aan denis-studenten. de Universiteit van Amsterdam. Het Nieuw aan het blad is de achterkant! Elke blad wordt uitgegeven door de Stichting maand zullen wij jullie vermaken met een Eindeloos en is gelieerd aan studiever(kunst)historisch voorwerp en een poli- eniging Kleio. ticus van de maand. In oktober zijn dat Eindeloos ligt iedere maand in de kokosnoten die bijzonder veel lijken op het bladenbakken van het P. C. Hoofthuis vrouwelijke achterwerk en onze welbeken- en het Bushuis. Reacties, ingezonden de maar nog altijd even boeiende Hugo de stukken, liefdesverklaringen en hatemail kunt u sturen naar Groot. eindeloos@kleio-amsterdam.nl Wij willen jullie bedanken voor jullie inte- Deze uitgave kwam tot stand met resse in Eindeloos en hopen er een heerlijk subsidie van de Universiteit van Amsterdam. jaar van te maken.

Zoals gewoonlijk komt met het nieuwe schooljaar ook weer een nieuwe hoofdredactie. Sophie, Haye en Maura zullen dit jaar Eindeloos in de schappen brengen, samen met onze toffe en toegewijde redactieleden! Sophie volgt de Onderzoeksmaster Geschiedenis en loopt stage bij Historisch Veel leesplezier! Nieuwsblad, Haye zit in het derde jaar van Sophie, Maura en Haye de Bachelor Geschiedenis en volgt een minor Russisch en Maura zit in haar tweeEINDELOOS JAARGANG 23 NR. 1

Dr. Jouke Turpijn Dr. Willem Melching Prof. dr. Wyger Velema Dr. Wendelien van Welie

Stichting Eindeloos Postbus 1626 1000 BP Amsterdam Zie ook: eindeloosweblog.wordpress.com


ZEEMONSTERS - 3

Zeekoeien zijn monsters en vissen zijn kwaadaardig Maura Wesseling - Al sinds de oudheid is de zee een plek met

vele monsters en mysteriën. Zo is er bijvoorbeeld de Kraken uit de Scandinavische legendes en is de Bermudadriehoek nog steeds een van de grootste mysteriën ter wereld. Het is begrijpelijk dat juist de zee zo geheimzinnig is. De wateren zijn diep en zwart, men heeft geen idee wat er zich allemaal in verschuilt.

I

n de middeleeuwen en de renaissance was men er dan ook van overtuigd dat er afschuwelijke monsters verstopt zaten onder het wateroppervlak. Dit is terug te zien in de oude zeekaarten uit die tijd. Over de hele kaart zijn gruwelijke monsters met grote tanden en verleidende sirenes te zien. Hoewel wij vaak denken dat dit simpelweg een leuke versiering of verzinsel was van de cartograaf, was dat meestal niet het geval. De tekeningen waren bedoeld om mensen de magie van de zee te laten zien. Daarnaast dienden illustraties als een informatiebron, zodat men wist welke wateren wel en niet veilig waren. Hoewel de kaarten soms daadwerkelijk door schippers werden gebruikt, waren zulke rijkversierde kaarten vooral bedoeld voor de elite. De monsters op de kaarten waren vaak een verbeelding van verhalen die schippers deelden over hun avonturen. Zo werden walvissen afgebeeld met gigantische bekken met grote tanden. Daarnaast hadden ze hoorns op hun hoofd, waar stoom en water

De tekeningen waren bedoeld om mensen de magie van de zee te laten zien uit kwamen. Meestal zijn de walvissen zo afgebeeld dat het lijkt alsof ze een schip aanvallen. Tegenwoordig weet men dat deze visachtigen niet kwaadaardig zijn. Het is echter goed voor te stellen, dat het behoorlijk angstaanjagend was, wanneer men vroeger op de wilde zee voer en er een beest groter dan de eigen boot

boven water kwam. Als een schipper dit meemaakte en het vervolgens thuis als een van zijn avonturen deelde, is het begrijpelijk dat zijn verhaal, en dus de afbeelding, uiteindelijk flink overdreven werd. Zo werd elk beest steeds angstaanjagender en groter, maar men bleef ervan overtuigd dat deze monsters zich echt in de zee bevonden. Naast de walvis werden er ook illustraties gemaakt van kreeften in De monsters op de gigantische afmetingen, met duizend poten en tentakels. kaarten waren een verNaast de dieren die daadwerkelijk bestonden, leek beelding van verhalen het alsof men van elk dier dat die schippers deelden zich op het land bevond, een over hun avonturen equivalent in de zee wilde. Zo ontstonden er zeehonden, zeeleeuwen, zeekoeien en ga zo maar door. Tegenwoordig bestaan deze diersoorten, maar vroeger waren dit daadwerkelijk zee versies van het dier dat op het land rondwandelde. Zo stelden ze zich honden voor met vissenstaarten, of koeien met schubben, gigantische tanden en vijf ogen. Het waren dus uit uiteindelijk de schippers die vertelden over serpenten, verleidelijke maar kwaadaardige vrouwen en gigantische tentakelmonsters die de wereld van deze monsters creëerden. De cartografen die deze vervolgens op papier zetten versterkten de imaginaire wereld die vervolgens alleen maar groter en mysterieuzer werd. Pas in de 17e eeuw, toen men de zee en de wereld nog wat verder ging onderzoeken, was het belangrijk dat de zee niet meer mysterieus en angstaanjagend werd gevonden. Men wilde bewijzen dat de zee nu overwonnen was door de handelaars die jaren op zee doorbrachten. Bovendien kreeg men meer kennis, waardoor de bizarre beesten steeds minder geloofwaardig waren. En dus, stukje bij beetje, verdwenen deze monsters van de zeekaarten en werd verbeelding vervangen door feiten. d

De ontgroening van Vindicat liep de spuigaten uit. EINDELOOS JAARGANG 23 NR. 1


4 - CEYLON

Geen parels in het verre Ceylon Sterre Berentzen - Op 30 september 1863 was het zo ver; na een uitstel van zestien dagen vond eindelijk de première van Les pêcheurs de perles plaats. In het Théâtre Lyrique te Parijs werd het operastuk, geschreven door Georges Bizet, voor het eerst aan het publiek vertoond. Bizet genoot toen al een zekere mate van bekendheid door zijn eerste operastuk, genaamd Ivan IV en werd nog bekender door zijn latere operastuk, genaamd Carmen. Nu nog zal Carmen bij meer mensen een belletje rinkelen dan het meesterwerk Les pêcheurs de perles, oftewel De Parelvissers.

D

e Parelvissers speelt zich af in een ver verleden in Ceylon, huidig Sri Lanka. De opera vertelt het verhaal van twee jonge mannen, beiden parelvisser van beroep, die verliefd worden op dezelfde priesteres. De mannen spreken af dat hun vriendschap dierbaarder is dan de liefde voor de vrouw, waardoor de priesteres tot een verboden vrucht wordt gedoopt. De priesteres zelf heeft haar eigen verbod, bepaald door de sacrale eed die zij met god heeft afgesproken. De parel kent verscheidene symbolische waarden. Dat de parel verscholen zit in de duisternis van de oester, maakt het een bijna mythisch voorwerp. In de Griekse mythologie is het Aphrodite die als parel uit een oester komt gerezen, waarbij de parel als symbool van schoonheid en liefde is komen te staan. In de Aziatische iconografie is het de schoonheid van de geest dat het symboliseert: de wijsheid. Beide symbolische verklaringen komen terug in het verhaal van Bizet, waarbij de wijsheid het moet winnen van de liefde. Het is niet geheel toevallig dat zo’n mythisch verhaal, afgespeeld in een exotisch land in de negentiende eeuw zich liet vertellen door een Fransman. Een periode waarin exotisme vloeide in Europa en waarbij verhalen uit 1001 nacht hoogtij vierden. Oftewel, een periode waarbij een dominante westerse opvatting van de Oriënt heerste, dat gevoed werd door het imperialisme en waarvoor later door Edward Said de term oriëntalisme werd gebruikt. De Oriënt werd zo gevormd tot een irratiEINDELOOS JAARGANG 23 NR. 1

oneel, sensueel en primitieve cultuur, dat als tegenhanger diende voor het rationele, democratische en progressieve Westen. Hierin schuilt een duidelijke machtsverdeling, waarbij de Oriënt ondergeschikt

De parel kent verscheidene symbolische waarden werd gemaakt aan het Westen. Dit had als doel om het imperialisme te legitimeren. Sri Lanka kende als Ceylon een lange geschiedenis met koloniale overheersers. In 1505 vestigden de Portugezen zich er als eerste Europeanen en pas in 1948 werd de onafhankelijkheid uitgeroepen. In de tussentijd hadden na de Portugezen, de Nederlanders zich er gevestigd, waarna in 1796 het stokje werd overgedragen aan de Britten. Tijdens deze gehele periode van koloniale bezetting was het parelvissen een traditionele bezigheid op de Indische Oceaan. Het probleem van traditionele bezigheden is dat het vaak niet mee loopt met de innovativiteit van de

tijd. Parelvissers zijn personen die de pareloesters opduiken, deze worden dan aan land gebracht, geopend en onderzocht op de aanwezigheid van parels. Voor drie á vier parels van goede kwaliteit werden gemiddeld duizend oesters geopend. Dit parelvissen was niet geheel ongevaarlijk. De goede oesters bevonden zich meestal dieper in het water, waardoor de duikers soms wel veertig meter diep moesten zakken. Hoewel de duikers zich wel vaak invetten tegen de kou van het water en proppen katoen gebruikten als oordoppen, liepen ze een grote kans op het verkrijgen van de zogeheten duikersziekte (caissonziekte). Deze ziekte ontstaat door een blootstelling aan drukverschil. Door hoge druk komt er meer stikstof in het bloed terecht, dat bij het terugkeren naar normale druk niet snel genoeg via de longen kan worden afgevoerd. Dit stikstof vormt dan belletjes in de bloedvaten die de bloedsomloop verhinderen, dat verlamming of zelfs overlijden tot gevolge kan hebben. Pas in 1888 werd door een Japanse ondernemer de eerste parelkwekerij opgericht, waardoor parelvisserij nu nog vooral een toeristenattractie is. Terugkomend op Les pêcheurs de perles is dit werk een sprekend voorbeeld van het oriëntalisme van de negentiende eeuw. De achterhaalde parelvissers die verliefd worden op de sensuele preisteres, dat zich afspeelt in het verre Ceylon. Ondanks dat het stuk dus lijkt te harmoniëren met de tijdsgeest, kreeg de nog jonge Georges Bizet (hij was pas 25 jaar ten tijde


5 - SINT-ELISABETHSVLOED

van de première) veel kritiek voor zijn kiezen. De recensies waren voornamelijk vijandig en afwijzend, waardoor het stuk daarna geen nieuwe kans meer kreeg in het leven van Bizet. Na zijn dood werd het echter meerdere keren nog uitgevoerd, maar nooit in zijn originele staat. De directiepartituur was verloren tot aan 1990, toen enkele delen werden teruggevonden en een reconstructie werd gemaakt. Sindsdien wordt het operastuk ongeveer naar Bizets intentie opgevoerd. Het al eerder genoemde werk Carmen werd echter wel met groot enthousiasme ontvangen. Deze opera vertelt het verhaal van een Spaanse vrouw en een passievolle liefde met een militair en een stierenvechter. Dit verhaal speelt zich af in Sevilla en heeft Bizet z’n werk van een oriëntalistisch jasje ontdaan. Misschien dat het Franse volk nog niet toe was om de Oriënt in de opera terug te zien, of misschien is het gewoon een Frans trekje om zo dicht mogelijk bij huis te blijven. d

De goede oesters bevonden zich meestal dieper in het water, waardoor de duikers soms wel veertig meter diep moesten zakken

'Neef, ik zweer het je! Deze Gucci bagga is legit!'

De Sint-Elisabethsvloed Job Holtz - Nederland voert al eeuwenlang een strijd tegen het water. Soms met fatale gevolgen, zoals de bekende watersnoodramp van 1953. In films, literatuur, musea en monumenten wordt deze ramp nog steeds herdacht. Een andere watersnoodramp, een van de ergste uit de geschiedenis naast die van 1953, is de Sint-Elisabethsvloed van 1421. Ook bij deze overstroming vielen duizenden slachtoffers. De ramp had zulke grote gevolgen dat de sporen ervan zelfs vandaag de dag nog zichtbaar zijn.

H

et gebied rondom Dordrecht – nog verder deed stijgen. Hoewel er geen een van de getroffen steden tij- sprake was van springvloed en het water dens de ramp van 1953 – stond op het hoogtepunt niet zo hoog stond als al in de late middeleeuwen be- bij de watersnoodramp van ’53, braken kend als kwetsbaar. In de dertiende eeuw de dijken op 19 november toch op cruciwerd een stuk land tussen Zuid-Holland en ale punten door. Dit kon gebeuren omdat Brabant ingepolderd, dat de Grote Waard eerdere conflicten tussen verschillende eliwerd genoemd. Het gebied, met ten noor- tegroepen binnen het graafschap Holland den van de Maasbeding kleigronden en ervoor zorgden dat de dijken in het toch ten zuiden ervan veengronden, was erg al kwetsbare gebied slecht onderhouden vruchtbaar, maar daardoor ook erg nat. waren. Er deden verhalen de ronde dat In combinatie met de zoutwinning in dit de ramp uiteindelijk aan honderdduizend gebied, waarbij diepe putten uitgegraven mensen het leven had gekost, maar deswerden, verrees een terrein dat erg vatbaar kundigen schatten tegenwoordig in dat was voor overstromingen. De Haringvliet het werkelijke aantal rond de tweeduizend ontstond al eerder doordat de zee door de kustlijn wist te breken, waardoor de eerste overstroming reeds in 1288 plaatsvond. Het gebied werd nog kwetsbaarder en de zoutwinning bleef doorgaan, waardoor het een kwestie van tijd was voordat het weer mis zou gaan. In november 1421 ging het uiteindelijk ook gruwelijk mis. Het was een periode geweest met slecht weer en het water langs de dijken stond hierdoor hoger dan normaal. Vlak voor de ramp woedde er een hevige Madurodam kon net op tijd geëvacueerd worden. noordwesterstorm, wat het waterpeil

moet hebben gelegen. Behalve het grote aantal slachtoffers bezweken ook veel dorpen onder het natuurgeweld. Zestien dorpen kwamen permanent onder water te liggen, waarvan de bekendste Houweningen en Sliedrecht waren. Alleen de kerktorens wisten in enkele gevallen boven water te blijven. De kwetsbare Grote Waard werd uiteindelijk volledig verwoest. Dit had grote gevolgen voor de stad Dordrecht, die ten noorden van dit gebied lag. Het had in die tijd een conflict met de buurstad Geertruidenberg, maar deze twee steden werden door de ramp gescheiden. Verder ontstonden er nieuwe waterwegen rondom de stad, waardoor handelaren het stapelrecht konden omzeilen en zo de belastinginkomsten deden stagneren. De handelsmogelijkheden verslechterden doordat de stad van het zuiden afgesneden werd. Toch zullen veel Dordtenaren vandaag de dag blij zijn met één gevolg van de Sint-Elisabetshvloed: de storm zorgde er op de lange termijn voor dat de Biesbosch werd gevormd, een natuurpark dat sinds 1994 de status van nationaal park draagt. d EINDELOOS JAARGANG 23 NR. 1


6 - BESTEMMING VAN EEN WALVIS

De bestemming van een

walvis

Vivian Lieberom - Dappere mannen die zich met z’n allen op een walvis storten in een ijskoude zee. Het is een beeld dat tussen de

zeventiende en negentiende eeuw op veel doeken is geschilderd. De schilderijen hebben de werkelijkheid misschien wat overdreven, maar helemaal mythisch was de walvisvaart niet. Het was een avontuurlijk en gevaarlijk beroep, waarbij jagers op gammele bootjes handmatig met een harpoen walvissen te lijf gingen. Tegenwoordig worden harpoenen met enorme kracht afgeschoten en zijn de vangschepen zo gebouwd dat ze niet meer worden meegetrokken door vluchtende walvissen. Welke landen waren vroeger betrokken bij de walvisvaart? En wat leverden de walvissen eigenlijk op?

H

oewel er al tot 6000 jaar voor christus wereldwijd op walvissen werd gejaagd, waren de Basken de eersten die om commerciële redenen jaagden. In de Middeleeuwen exporteerden ze walvisvlees en blubber, de dikke isolerende laag vet onder de huid, naar andere Europese gebieden. Begin zeventiende eeuw trokken de mogelijkheden van commerciële walvisvaart ook de aandacht van de Hollanders en Engelsen. Al snel concurreerden Europese handelsorganisaties om vangstgebieden. In Nederland werd in 1614 de op walvisvaart gerichte Noordsche Compagnie opgericht. De Barentszzee werd het voornaamste walvisvangstgebied van de Compagnie. Er kwamen traankokerijen op Spitsbergen, dat een kleine twintig jaar eerder was ontdekt door Willem Barentsz. De walvisjacht was echter dramatisch voor de populatie van de dieren. Sommige soorten, zoals de Groenlandse walvis, werden bijna uitgeroeid. De expedities werden steeds vruchtelozer en al rond 1670 moest de Noordsche Compagnie op zoek naar nieuwe vangstgebieden. De Nederlanders verloren zo al snel hun positie in de walvishandel. Het belangrijkste product dat de walvissen opleverden was traan. Deze walvisolie werd verkregen door het uitkoken van blubber en werd tot ver in de negentiende eeuw gebruikt als lampolie, in margarine en bij het maken van zeep. Traan was zeker niet het enige dat de walvissen opleverden. Het vlees werd gegeten, vooral in traditionele walvisvaartlanden zoals Noorwegen, IJsland

en Japan. Walschot of spermaceti, de olie die potvissen in hun kop bewaren, werd verwerkt in cosmetica en in luxe kaarsen. Baleinen zijn de tandachtige ‘vangnetten’ waarmee baleinwalvissen plankton opvangen als ze hun mond open doen en dit elastische materiaal kon onder hitte in allerlei vormen worden geperst. In een tijd waarin nog geen plastic bestond leende balein zich uitstekend voor het verstevigen van de geraamtes van hoepelrokken, de boorden van overhemden, korsetten en paraplu’s. De walvisvaart bleef in Europa niet lang een interessante sector, maar aan de andere kant van de Atlantische oceaan was er in Amerika een enorme walvisvaartindustrie ontstaan. New England was al sinds de zeventiende eeuw actief in de commerciële jacht en in de negentiende eeuw was de walvissector in de Verenigde Staten uitgegroeid tot ’s werelds allergrootste. New Bedford in Massachusetts werd het walviscentrum van de wereld. Wereldwijd waren er in de jaren 1840 meer dan 700 vang-

schepen en voor 400 daarvan was New Bedford de thuishaven. De Amerikanen jaagden anders dan de Europese walvisvaarders niet in de noordelijke Atlantische wateren, maar in de Grote Oceaan. Door het succes werd walvisvaart, ondanks de gevaren, vooral avontuurlijk. De klassieker Moby-Dick (1851), geschreven door walvisvaarder Herman Melville, droeg bij aan dat imago. Maar zelfs de Amerikaanse walvisindustrie kwam uiteindelijk ook tot een einde. Halverwege de negentiende eeuw werd er een manier gevonden om aardolie te winnen en de vraag naar traan werd een stuk minder. Dit betekende echter niet dat het wereldwijd was afgelopen met de jacht op walvissen. Omdat de oceanen internationaal gebied waren en de hoeveelheid walvissen te snel afnam, staken de landen van de Volkenbond in 1925 voor het eerst de koppen bij elkaar om afspraken te maken. In 1982 besloot de Internationale Walvisvaartcommissie dat commerciële jacht vanaf 1986 verboden zou zijn. Er werd echter een uitzondering gemaakt voor volkeren die afhankelijk zijn van de walvisvaart, zoals de Inuit. Jagen met wetenschappelijke doeleinden werd ook nog toegestaan, een regeling waar Japan lang misbruik van heeft gemaakt. In werkelijkheid eten Japanners graag walvisvlees en willen ze niet van de walvisvaarttraditie afstappen. Dit jaar heeft Japan zelfs besloten de commerciële walvisvaart te hervatten voor eigen consumptie. Behalve Japan negeren Noorwegen en IJsland het verbod ook. Dus zo kan het dat er ondanks het verbod in 1986 nog 30.000 walvissen zijn gedood. d

'Dat varen is niks voor mij. Vind je het erg als ik vanaf de wal vis?' EINDELOOS JAARGANG 23 NR. 1


ZEEËN VAN KENNIS - 7

Zeeën van kennis

'Zullen we volgend jaar maar weer gewoon met de caravan naar Zuid-Frankrijk gaan?'

Romy Zoetendal - Raadselachtige overblijfselen, spookachtige scheepswrakken en verloren steden zijn niet alleen wonderen uit fictieve verhalen. Het wateroppervlak van de oceaan verbergt ruïnes en sporen van een andere tijd. Onze oceaan is een enorm onderwatermuseum gevuld met een overvloed aan waardevolle artefacten. Wat kunnen deze overblijfselen in het diepste van de oceaan ons precies vertellen over de mensheid?

H

istorici houden niet zo van water. Wij blijven liever op het droge en duiken in plaats van de zee liever het archief in. De oceaan is het domein van de onderwaterarcheoloog. Zij bestuderen overblijfselen van verloren beschavingen, steden, scheepswrakken en andere menselijke sporen die in het water terecht zijn gekomen. Deze sporen onthullen hoe het leven er millennia geleden uitzag en hoe mensen de zeeën bevoeren. Onderwaterarcheologie onthult daarnaast belangrijke informatie over klimaten en kustlijnen uit het verleden. Kennis over het klimaat kan migratiepatronen en het uitsterven van planten en diersoorten verklaren. Maar wat kunnen we dan precies vinden? In ondiepe wateren, vermengd met hedendaagse voorwerpen, vinden we verschillende artefacten van onze voorouders. Vishaakjes, gereedschap en afval kunnen ons veel vertellen over de manier waarop zij visten, hun boten repareerden en hun afval weggooiden. Op deze diepte vinden we ook verloren steden die door aardbevingen, tsunami’s of zinkende aardplaten onder water zijn komen te staan. Vrijwel iedere gezonken stad kan gevonden wor-

den op deze diepte. Dit komt doordat het zeeniveau in duizenden jaren nauwelijks gestegen is. Aan de Italiaanse kust ligt de stad Baia, een Romeinse stad van 2000 jaar oud. Hier is het mogelijk om te zwemmen tussen de oude ruïnes. Op deze diepte vinden we daarnaast scheepswrakken die ons veel kunnen vertellen over de technische progressie van scheepsbouw. Zo weten we dankzij deze scheepswrakken hoe 1000 jaar geleden de Vikingen hun bekende lange schepen bouwden. Als we 15 meter verder de diepte in duiken vinden we de diepste resten van bouwwerken zoals de muren van havens en kades. Ook vinden we wrakken van schepen die op zee zijn gezonken door bijvoorbeeld een storm of een oorlog. Zo zijn onderwaterarcheologen recent begonnen met het opgraven van het scheepswrak van Blackbeard. Hierdoor komt het verhaal van de achttiende-eeuwse piraat tot leven. Op 40 meter diepte vinden we de overblijfselen van vliegtuigen en onderzeeërs, zoals die zijn gebruikt tijdens de wereldoorlogen. Maar niet alleen onze recente geschiedenis is terug te vinden in het water. De oudste menselijke resten vinden we op 70

meter diepte. Tijdens de prehistorie stonden bepaalde gebieden droog en leefden er mensen. De gebieden rondom Engeland en de Noordzee zijn hier voorbeelden van. Toen het klimaat veranderde en de gletsjers smolten kwamen deze stukken land onder water te staan. Hierdoor zijn de overblijfselen van de bewoners nu terug te vinden in de dieptes van de zee. Zo zijn er wapens en verschillende soorten gereedschap gevonden. Door deze overblijfselen op te duiken zijn onderwaterarcheologen veel te weten gekomen over de leefwijzen, jaagmethoden en technologische vooruitgang van deze samenlevingen. Ook zijn langs de kust van Norfolk, Groot-Brittannië, 800.000 jaar oude voetafdrukken gevonden. Historici hebben de neiging om deze zeeën van kennis over het hoofd te zien maar het is belangrijk om te beseffen dat een groot deel van onze geschiedenis onder water ligt. Bovendien is slechts 5 procent van de oceaan door mensen onderzocht. Wat voor historische schatten wachten nog op ons in de dieptes van de oceaan? d

EINDELOOS JAARGANG 23 NR. 1


8 - CENTERFOLD

Pech Een schip op het strand is een baken in zee, luidt het aloude spreekwoord. Maar wat als datzelfde schip alvorens de kust te bereiken geheel in zee verdwenen is? Eindeloos brengt u de verhalen van de scheepslieden die het noodlot moesten ondergaan. Want zoals Ramses Shaffy ons ooit mededeelde: Als ’t stormt rond je schip / Ga mee, ga mee / Met de storm die je voert naar een wilde zee / Want de macht is te groot / En te klein is jouw boot / En de tijd zal ’t getij weer keren.

Bang voor bananen Anne van Keulen - Het matrozenleven uit de vorige eeuwen ging niet altijd over rozengeur en maneschijn, integendeel, griep en ondervoeding heerste vaak tijdens de weken- of maandenlange reizen. De matrozen zaten dag in dag uit op elkaars lip, en dan blijkt het leven op zee ook geen pretje. Dus zocht men zijn toevlucht in het hebben van sterk bijgeloof. Zo bijvoorbeeld geloofden zij dat het vervoeren van bananen ongeluk zou brengen. Ook moest je uitkijken voor albatrossen en zeemeerminnen. Wegvaren op een vrijdag en fluitend op het dek waren geen slimme keuzes. De rode ochtendzon vergrootte de kans voor een storm onderweg. Zo luidt een bekende matrozenspreuk: “Red Sky at night, Sailors delight; Red Sky in the morning, Sailors take warning.” 'Smokkel jij ongelukbrengende waren aan boord, of ben je gewoon blij om me te zien?'

Het (opgeloste) mysterie van de Bermudadriehoek

Poseidon was zijn geodriehoek weer eens verloren.

Romy Zoetendal - Misschien is verdwijnen in de Bermudadriehoek wel de ultieme vorm van pech op zee. Deze denkbeeldige driehoek tussen Florida, Bermuda en Puerto-Rico eiste de afgelopen honderd jaar duizend levens. Vorig jaar nog weer vier en van deze mensen ontbreekt elk spoor. Zowel schepen als vliegtuigen, inclusief passagiers, verdwijnen in de mysterieuze driehoek. Een verklaring voor deze verdwijningen ontbrak, totdat Engelse wetenschappers vorig jaar met een doorbraak kwamen. Zij simuleerden voor de documentaire The Bermuda Triangle Enigma hoe gigantische golven van wel 30 meter hoog hele schepen kunnen opslokken. Golven uit zowel het noorden als het zuiden komen samen in de driehoek waardoor hele schepen verdwijnen in de diepte. Waarom de resten van de verdwenen schepen en vliegtuigen ook spoorloos zijn blijft een raadsel.

‘Twee kapiteins op een schip…’ Loes Knijn - Als je het hebt over pech op zee dan mag de Batavia natuurlijk niet ontbreken. Dit majestueuze vlaggenschip van de VOC, beladen met kisten vol zilver en goud ter waarde van 260.000 gulden, wist zijn eindbestemming nooit te bereiken. In 1628 vertrok het schip onder leiding van opperkoopman Pelsaert en schipper Jakobsz naar Nederlands-Indië. Onder de bemanning ontstond al snel ruzie, maar voordat er muiterij kon uitbreken liep het schip op een rif voor de kust van Australië. De Batavia was niet meer te redden en de bemanning werd in kleine bootjes geëvacueerd naar het dichtstbijzijnde eiland. De muiters konden hierna hun slag slaan en een schrikbewind was het gevolg: alle (mogelijke) tegenstanders werden vermoord. Van de 341 opvarenden van de Batavia zijn er 68 aangekomen op Java. Expeditie Robinson nam dat seizoen een onverwachte wending. EINDELOOS JAARGANG 23 NR. 1


CENTERFOLD - 9

op zee De verdwijning van de Warnow Vivian Lieberom - Op een zelfgemaakt zeilboot op zoek naar het noorderlicht. Avontuurlijk of gestoord? In ieder geval gevaarlijk. De charismatische schipper Arnoud verbouwde een motorboot tot een zeilschip en overtuigde zeven anderen mee te gaan. Ze zouden via de Engelse kust naar Schotland gaan en dan verder varen richting Noorwegen. De groep vertrok in maart 2013 met de Warnow vanuit Schiedam, maar er waren al snel problemen. De wind duwde de voormalige sleepboot richting de Engelse rotskust en de kustwacht kwam meteen in actie om de Warnow naar de haven te slepen. Ondanks dat ze twee weken later toch Schotland bereikten, had de reddingsactie toch twijfels veroorzaakt. Drie van de acht maakten de fout wel verder te gaan. Ze zijn voor het laatst gezien vanaf een Noors booreiland, in hoge golven en met bol zeil. Sindsdien is er van de Warnow niets meer vernomen. 'War-issie-now?'

Recent verscheen het boek ‘De Warnow’ van Hans Steketee. In de podcast NRC Vandaag (25 september 2019) vertelt hij erover.

Pakjesbootperikelen Haye Heida - De intocht van de Sinterklaas laat ieder jaar met veel spanning op zich wachten. Met betrekking tot u, de lezer, zal dit waarschijnlijk meer te maken hebben de felle discussie rondom Zwarte Piet. Een ander, iets jonger publiek zie je echter niet peinzen over polemieken in de krant maar volgt de laatste ontwikkelingen omtrent de Goedheiligman en zijn knecht op de voet via het Sinterklaasjournaal. Sinds 2001 doet dit journaal uitgebreid verslag over het vooruitzicht van Pakjesavond. Zo gebeuren er de nodige misverstanden en ongelukjes aan land – denk aan het verdwijnen van het Grote Boek, maar ook een onhandige Piet die een meisje aanreed (2003, zie de jaaroverzichten!). Toch lijken de meeste problemen zich te concentreren op de heenreis aan boord van Pakjesboot 12. Noem het zeemansbijgeloof, maar misschien is de naam van de beroemde stoomboot aan herziening toe.

Of is het toch Dieuwertje Blok die ieder jaar de boel weer saboteert?

Raft of Medusa Maura Wesseling - The Raft of Medusa is een groot schilderij gemaakt door de Franse schilder Théodore Géricault, die in de Romantiek actief was. In 1816 ging er een grote boot onder, waarop slaven en rijke witte mannen waren. Toen de boot begon met zinken vertrokken de rijke mannen met de reddingsbootjes, waardoor de slaven grotendeels stierven. 15 hebben het overleefd, maar deze leden aan allerlei ziektes en moesten zich door hun immense honger keren tot kannibalisme, aangezien ze twee weken op een klein vlot dobberden. Het is een afschuwelijk verhaal en Géricault heeft dit dan ook uiterst serieus genomen. Hij deed allerlei onderzoek, onder andere naar verrotte voeten, om zo realistisch mogelijk de horror van de situatie af te beelden. Bovendien is het interessant dat in dit schilderij het punt van herkenning voor het publiek, een zwarte man is. Het is een prachtig schilderij, met hele belangrijke historische betekenis. De reis verliep niet zo vlot. EINDELOOS JAARGANG 23 NR. 1


10 - MONSTERGOLF

De wereldberoemde monstergolf

De golf lijkt net met honderden kleine handjes de geviste vissen terug naar de zee te grijpen.

Anne van Keulen - Deze afbeelding komt u misschien vrij bekend voor. Men kan hem regelmatig in het straatbeeld tegenkomen, op truien, mokken of posters; het is een modern icoon geworden. Het is zelfs een veelgebruikte emoji sinds een paar jaar. Maar waar heeft deze golf zijn populariteit aan te danken?

D

e golven zijn klauwen, de boot is gevangen in ze, en je voelt het. Hokusai laat je schreeuwen […], alleen doet hij het met lijnen,' schreef Vincent van Gogh op zaterdag 8 september 1888 in een brief aan zijn broer Theo over een prent die hij ontzettend bewonderde. ‘The Great Wave of Kanagawa’ is een wereldberoemde houtsnede van de Japanse kunstenaar Katsushika Hokusai. Hij maakte deze houtsnede al in 1832 en het is het eerste deel van een reeks genaamd ‘Zesendertig gezichten op de berg Fiji’. Op de houtsnede zijn houten vissersboten te zien die de immens grote golven proberen te teisteren. De grote golf geeft als een soort klauw de dreiging van de storm weer. Het moet overigens geen tsunami voorstellen, het is een zogeheten ‘Freakwave’, een monstergolf die ontstaat wanneer er van verschillende kanten hele harde wind wordt geblazen. Op de achtergrond is de berg Fiji te zien. Het kleurgebruik is erg minimaal en simpel gehouden. Blauw voor het water, geel voor de bootjes en oranje voor de lucht. Dat blauwe kleurgebruik lijkt een logische keuze, maar was voor die tijd heel uniek. Blauw was een

zeer zeldzame en dure kleur, en dit kunstwerk bezat wel een heel grote hoeveelheid daarvan. Hokusai zal raar hebben opgekeken als hij wist over de populariteit van het werk nu. Houtsneden waren namelijk bedoeld voor massaproductie. Hokusai was 70 jaar oud toen hij dit werk produceerde en was toen een groot meester. Zijn schoonzoon had uit financiële nood een aantal van de printen verkocht aan een uitgever, die meer kleur in de afbeelding aanbracht en uiteindelijk de serie verkocht met de grote golf als eerste deel. Hokusai was altijd al geïntrigeerd door de zee en haar woeste karakter. Dertig jaar eerder oefende hij al met soortgelijke afbeeldingen door te kijken

Hokusai was altijd al geïntrigeerd door de zee en haar woeste karakter

bij een andere Japanse kunstenaar, Shiba Kokan, die zijn inspiratie juist weer uit de Hollandse maritieme schilders haalde. De prent begon een verzamelobject te worden in Europa in de negentiende eeuw. De componist Claude Debussy bezat er een en baseerde ‘La Mer’ hierop. De kunstenaar Claude Monet bezat er ook een, maar Vincent van Gogh niet. Hij bewonderde het stuk bij een tentoonstelling in Parijs. De golf verscheen op propagandaposters in de Tweede Wereldoorlog en werd daarom na de oorlog door Amerikaanse bezettingslegers verboden tot het icoon het beeldmerk werd van de Olympische Spelen van 1964 in Japan. Voor de Japanners is het beeld tot op de dag van vandaag dan ook een representatie van nationaliteit en trots. Een totaal andere opvatting dan waarom het beeld zijn populariteit in Europa heeft gekregen: een esthetische kracht door de eenvoud van de compositie en aantrekkelijk om op truien af te drukken. Tegenwoordig zijn de verschillende prenten van het kunstwerk verspreid over de grootste musea van de wereld, waaronder ook één in de collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam. d EINDELOOS JAARGANG 23 NR. 1


11 - INDIA PALE ALE

India Pale Ale Het ware verhaal

'Heb je bedorven bier gedronken? Je ziet een beetje pale.'

Rutger Hoekstra - IPA’s, East-Indies of West-Indies porter, American of Australian pale ale’s en Russian Imperial Stout. Je voelt hem al aankomen, de kater. Voor de geoefende bierdrinker zijn dit bekende bierstijlen die qua smaak niets met elkaar gemeen hebben. Toch is er wel een overeenkomst: ze zouden ontstaan zijn omdat ze overzee vervoerd werden in de achttiende eeuw. Zeker voor de IPA wordt dit verhaal keer op keer verteld. Het verhaal is dat een gewone ale (of porter) bedorven aankwam, waardoor brouwers gedwongen werden te experimenteren met extra hop (één van de cruciale ingrediënten van bier) waarop het de lange reis wel zou overleven. Het is een zeer simplistische voorstelling van, zoals Ranke zou zeggen, hoe het daadwerkelijk zat. zat.

H

et verhaal klopt in zoverre dat het bier inderdaad vervoerd moest worden overzee, maar echt geëxperimenteerd of uitgevonden is er niet. Bierbrouwen was in de achttiende en negentiende eeuw geen exacte wetenschap. Dat IPA’s ontstonden is eerder een toevallig gevolg van de lange reis, dan dat het een voorzorgsmaatregel was om bier in India te krijgen. Daarnaast had de bekendste Engelse brouwer die IPA’s exporteerde ook het nodige geluk en een handige marketingcampagne – waardoor de naam India Pale Ale (IPA) in zwang raakte.

Dorstige koopvaardijlieden

Die brouwer luisterde naar de naam George Hodgson van de Bow Brewery. Deze brouwerij had het geluk gevestigd te zijn vlakbij de haven van de East India Company (EIC), waardoor de koopvaardij bij hem aanklopte om bier naar India te exporteren. Tevens was hij goedkoop en kon de EIC op krediet bier bij hem kopen.

De Bow Brewery had het geluk gevestigd te zijn vlakbij de haven van de East India Company (EIC), waardoor de koopvaardij bij hem aanklopte om bier naar India te exporteren Vanaf 1793 exporteerde Hodgson naar India. In het begin mislukte dit, waarop het contract bijna ontbonden werd. De porters die Hodgson eerst stuurde, mislukten jammerlijk. Onduidelijk is wat hier de precieze reden voor is. Enerzijds wordt gewezen op de impopulariteit van porters onder officieren van de EIC, anderzijds zou door de reis de kwaliteit van het bier minder worden. Toen de brouwerij het met pale ale’s probeerde, was het wel raak. Dit biersoort voer wel bij de overzeese tocht van zes maanden. Met een advertentie in de lokale krant in 1822 de Calcutta Gazette werd het waar aangeprezen als: “Fully equal, if not superior, to any ever before received [bier]

in the settlement.” Snel daarna namen de zonen van George Hodgson de leiding van de brouwerij over. Met ‘jeugdig enthousiasme’ bouwden ze de brouwerij verder uit. Als een concurrent zich ook maar op de Indiase markt waagde, kreeg het met Bow Brewery te maken. Ze voerden de productie op en verkochten het bier tegen dumpprijzen op de Indiase markt. Ze konden dit doen, omdat ze immers een soort monopolie hadden op de markt doordat de EIC contractueel verplicht was hun bier te verschepen (ook al waren wel degelijk andere spelers er actief). Ze waren met andere woorden verzekerd van inkomsten. Aan het eind van de jaren twintig van de negentiende eeuw verbraken ze dit contract en waren ze een dusdanig grote brouwerij geworden, dat ze zelf in staat waren hun bier te verschepen richting India.

Van Rusland naar India

De EIC was hier niet van gediend en ging op zoek naar andere brouwers die eenzelf-


12 -

INDIA PALE ALE

Adverteren in Eindeloos?

Interesse? Stuur een mail naar: eindeloos@kleio-amsterdam.nl

de soort bier naar India kon verschepen. Engelse brouwers die op dat moment bier verscheepten naar Rusland zagen hun kans schoon. Die brouwers hadden namelijk last van de hogere importtarieven die de Russen vroegen op de porters die al jarenlang naar Rusland werden geëxporteerd. Het verhaal gaat dat sinds tsaar Peter de Grote in Londen eens dronken werd van dat type bier, sterke porters hun weg naar Rusland vonden. Met nadruk op sterk, want in Engeland ging het verhaal rond dat de Russen best tegen wat alcohol konden. (En anders is het aan tsarina Catherina I te danken dat de porters in Rusland terechtkwamen, die scheen het als een luxedrank te importeren.) Die brouwers dus, kregen nu de kans bier naar India te verschepen en dat betekende slecht nieuws voor de Bow Brewery. In Samuel Allsop vond de EIC een nieuwe bierleverancier die notabene betere kwaliteit leverde dan de Hodgson’s. De Bow Brewery werd buitenspel gezet. Om te redden wat er te redden viel, werd in de jaren 1835/36 een marketingcampagne op touw gezet waarin de term India Pale Ale voor het eerst viel. Hoewel de naam bleef hangen, was de campagne geen succes. Toen ook de binnenlandse markt wegviel omdat andere bierbrouwers goedkoper waren, betere kwaliteit leverden en middels de spoorwegen bierbrouwers ook een landelijke afzetmarkt kregen, was het voorbij. In 1849 streek de Bow Brewery definitief de zeilen. Al met al vond Bow Brewery niet de IPA uit. De pale ale, waar de IPA van afgeleid is, werd in Londen verkocht vanaf omstreeks 1705. Sinds 1711 werd het bier geëxporteerd naar India en rond 1760 werd brouwers geadviseerd extra hop toe te voegen. Zoals gezegd was de East India Company op zoek naar een bierleverancier en vond het die in 1793 in de Bow Brewery. De brouwerij verzon haar eigen pale ale en door het contract met de EIC werd de brouwerij de bekendste. Door de bekendheid en de marketingcampagne, waarin voor het eerst (voor zover bekend) de term India Pale Ale gebruikt werd, kennen we tegenwoordig nog steeds de IPA. Voordien werden pale ale’s die naar India geëxporteerd werden simpelweg pale ale of exported pale ale (of iets in die trant) genoemd. Vervolgens is vanwege de populariteit van het bier – ook in eigen land werd het veel gedronken – in de loop van de negentiende eeuw steeds concreter vastgelegd waaraan dit type bier aan moest voldoen. Met andere woorden: de IPA werd niet uitgevonden door George Hodgson, hij sloot aan in een lange rij van andere brouwers die al naar India verscheepten. Door eerdere ervaringen werd het bier in de loop der jaren steeds meer aangepast, mede om de reis te overleven, mede om te voldoen aan de wensen van de consumenten in India. d

Om te redden wat er te redden viel, werd in de jaren 1835/36 een marketingcampagne op touw gezet waarin de term India Pale Ale voor het eerst viel.

Zin gekregen in bier? Probeer deze eens! Hoewel IPA’s niet mijn favoriet zijn, hier toch enkele tips voor een moderne interpretatie van dit bier (en enkele van mijn favoriete porters en stouts): . Torpedo Extra IPA van Sierra Nevada (IPA/USA) . Vuur & Vlam van Brouwerij De Molen (IPA/NL) . 8th Day van Septem (IPA/Grieks) . King JJJuliusss van Three House (IPA/USA) . Must Kuld van Pohjala (Porter/Ests) . Tsarina Esra Woodford Reserve BA van Brouwerij De Molen (Porter/NL) . Kentucky Breakfast Stout (KBS) van Founders (Stout/ USA) . Cassian Sunset van Central Waters (Stout/USA) . Flat White van Alphabet (Stout/UK)

EINDELOOS JAARGANG 23 NR. 1


13 - BARBARIJSE ZEEROVERS

Aranda en de Barbarijse Zeerovers

Sophie Zwaal - Na voltooiing van zijn rechtenstudie aan de Universiteit Leuven in 1639 leek voor de Zuid-Nederlandse handelaar

Emanuel de Aranda alles goed te gaan: hij zou meevaren met de rest van de familie, die als actieve lakenhandelaars rond voeren over de Mediterranée en zich hierdoor vaker op zee bevonden dan op land, een leven dat Aranda hoogstwaarschijnlijk ook voor zichzelf wenste. Deze toekomst liep echter niet zoals verwacht, toen hij zich van 1640 tot 1642 bevond in één van de acht slavengevangenissen in de Noord-Afrikaanse piratenhaven Algiers, als lijfeigene van een Barbarijse piraat. piraten geen officieel register bijhielden. Aan de hand van slavenverslagen en diplomatiek briefverkeer wordt geschat dat per jaar zo’n honderd slaven in de boeien en aan de kettingen werden gezet. De rollen die Europese slaven kregen tijdens en na hun gevangenschap varieerden sterk. Sommigen verbleven in zogenaamde baigno’s, opvanghuizen, en werden publieke slaven die zwaar werk moesten verrichten in bijvoorbeeld de bouw, terwijl anderen gekocht werden door een Arabier of Berber en huishoudelijke slaaf werden. In tegenstelling tot de hoeveelheid gevangen genomen slaven zijn de ervaringen van deze Europese slaven bij hun Barbarijse overheersers voor historici goed te reconstrueren. Nadat slaven waren ontsnapt of werden vrijgekocht door hun thuisland schreven ze hun persoonlijke ervaringen vaak op in een zoge'De christenslaven zijn vanaf maandag in de Bonus.' naamde captivity tale. et lot van Aranda was voor vrij- Ottomaanse heersers gebruikten de kaapDeze tales vertelden hoe de auteur wel alle Europese handelaren op varende piraten om het christelijke verzet gevangen was genomen, de gebeurteniszee het grootste schrikbeeld en tegen de Ottomaanse westwaartse uit- sen die ze hadden meegemaakt tijdens was het enige dat Europese zee- breiding te doorbreken. hun gevangenschap en hoe ze uiteindevaarders meer vreesden dan schipbreuk. lijk ontsnapten of werden vrijgekocht. De De precieze omvang van de slaTussen 1605 en 1634 kaapten de Algerijnpopulariteit van het genre captivity tales se piraten meer dan zeshonderd schepen, in Europa destijds kan worden verklaard venhandel is voor veel historici waarvan de opvarenden vrijwel altijd gedoor de unieke inkijk die de tales boden in onduidelijk vangen werden genomen en als koopwaar het leven van Noord-Afrikanen, die voor de werden verhandeld op de Ottomaanse en Aan het begin van de zeventiende Europeanen een vreemd volk waren maar Arabische slavenmarkt. eeuw stopten deze staatsopdrachten ech- waar zij desondanks steeds meer mee in De Barbarijse piraten waren een groep ter en werden de Afrikaanse vrijbuiters aanraking kwamen, op zee en op land, vijBerberse en Ottomaanse kaapvaarders, op zee kleiner in schaal maar effectiever andelijk of niet. gevestigd aan de Noord-Afrikaanse kust in hun rooftochten. Het verkrijgen van zo De gevangenschap van Emanuel de in havens van steden als Algiers, Rabat, veel mogelijk christelijke slachtoffers werd Aranda duurde twee jaar en hield de laTunis en Tripoli, gezamenlijk door de Eu- nu een private onderneming die leidde tot kenhandelaar voor het grootste gedeelte ropeanen de ‘Barbarijse kust’ genoemd. een grootschalige Barbarijse slavenhandel. van de tijd vast in de haven van Algiers. De Barbarijen waren hoofdzakelijk actief Een van de belangrijkste motieven van de Of Aranda na zijn vrijlating nog de zee op in de westelijke Middellandse Zee en leef- Noord-Afrikaanse rovers was religieus: de durfde te gaan, is onbekend. Wel was na den vanaf de zestiende eeuw van de toe- piraten zouden zichzelf zien als strijders zijn avontuur duidelijk geworden dat de nemende commercie die de Europeanen tegen het in de Mediterranée alom aanwe- christenen in feite niets anders konden bedreven op zee. zige christendom. dan lijden onder de terreur van Barbarijse Hoewel de Barbarijse piraten ongetwijMaar ook economische winst speelde kaapvaarders: ‘Dese verhaelen zullen ons feld uit waren op buit als goud en andere een aanzienlijke rol, omdat slavernij een tot een voorbeeldt dienen om verduldiglijkostbaarheden, was hun officiële taak het alomtegenwoordig fenomeen was in het ck sonder tegenmorren te lijden de ellenwinnen van slaven voor de Ottomaanse Middellandse Zeegebied en de Berbers den ende verdriet, die ons de rechtveerdislavenhandel. De Barbarijse slavenhandel, hieraan wilden deelnemen. De precieze ge handt Godts oversendt.’ d en dus ook de zeeroverij, was tot 1570 omvang van de slavenhandel is voor veel een Ottomaanse staatsaangelegenheid. historici onduidelijk, omdat de Barbarijse

H

EINDELOOS JAARGANG 23 NR. 1


14 - TSAAR IN HOLLAND

Tsaar in Holland

Russische scheepvaarttermen met een Nederlandse oorsprong

Haye Heida - Dat er in de late zeventiende eeuw weinig bekend was over het ‘’barbaarse’’ Rusland in West-Europa, blijkt alleen al uit het feit dat Lodewijk XIV ooit een brief opstuurde naar een Russische tsaar die al twaalf jaar lang dood bleek te zijn. Dit neemt niet weg dat een zekere Rus meer interesse toonde in het Westen dan andersom misschien het geval was. Peter de Grote (1672-1725) was gefascineerd door het door scheepvaart en handel rijk en machtig geworden Holland. Hij bezocht de Republiek tweemaal, sprak een beetje Nederlands en nam Nederlandse timmerlieden en vaklui in dienst. Mede dankzij hem raakten veel Nederlandse scheepsvaarttermen in het Russisch ingeburgerd.

H

oewel men in de Zaandam nog altijd ontzettend trots is op het kortstondige bezoek van de Russische tsaar, en zijn verblijfplaats nog jaarlijks door velen bewonderd wordt, was het hem – helaas voor de Zaandammers - niet alleen om de Zaanstreek te doen. Peters doel was tweeledig: het verwerven van bondgenoten in de strijd tegen de Turken, die hem de toegang tot de Zwarte Zee beletten, en tegen de Zweden die hem in de Oostzee dwarsboomden. Daarnaast had de tsaar zich voorgenomen het scheepsbouwambacht te leren en terug te keren met kennis van westerse technologie, wetenschap, staathuishoudkunde en handelsgeest. Zo begon Peter de Grote in het voorjaar van 1697 aan een lange reis door West-Europa samen met diplomaten en EINDELOOS JAARGANG 23 NR. 1

handelslui, een gezelschap dat de geschiedenis in zou gaan als het Grote Gezantschap. Peter ging zelf icognito, vermomd

Dit was de eerste keer dat een Russische tsaar een diplomatieke reis naar het buitenland ondernam als ‘onderofficier Peter Michajlov’. De tsaar hield niet van ceremonieel vertoon en ontliep op deze manier het protocol. Daarnaast wilde hij zo min mogelijk aandacht vestigen op zijn vertrek. Dit was namelijk de eerste keer dat een Russische tsaar een diplomatieke reis naar het buitenland ondernam. Niet één tsaar had Rusland ooit verlaten uit angst voor een staatsgreep.

Hoewel een dreigende opstand tegen Peters hervormingsbeleid maakte dat Peter na een jaar halsoverkop terug moest keren, was zijn verdeel-en-heerspolitiek zeer succesvol: altijd als Peter uit Moskou vertrok droeg hij alle macht over aan verschillende bewindspersonen, waardoor hij ze in een staat van verlammende rivaliteit achterliet. Via Novgorod, Pskov, Riga en Königsberg kwam het gezelschap in augustus 1697 in de Republiek aan. In Holland vestigde Peter zich voor korte tijd in een scheepswerf in Zaandam, waar hij zelf ook de handen uit de mouwen stak - ‘opdat de monarch niet beschamend bij zijn onderdanen achter zou blijven in dit ambacht.’ De Zaanstreek moet ongelooflijk aantrekkelijk zijn geweest voor de leergie-

Het is altijd treurig wanneer dat laatste legosteentje ontbreekt.


TSAAR IN HOLLAND - 15

rige tsaar. Zo bereikte de bouw van schepen hier een hoogtepunt rond de eeuwwisseling. Langs de oevers van de Zaan waren was een heus industriegebied ontstaan, die geheel in het teken stond van de scheepsvaart. Naast de scheepsbouw vond hier tevens de productie van verschillende benodigde materialen plaats. Zo voorzagen de zaagmolens in hout voor de bouw van zo’n 100 tot 150 schepen per jaar. Peter de Grote nam Hollandse scheepsbouwers in dienst en gaf al zijn rijke edelen bevel een schip te financieren voor zijn nieuwe zeevloot. Deze edelen werden bovendien ook zelf naar Nederlandse scheepswerven gestuurd om er het vak te leren. Ook zocht de Tsaar onder lokale matrozen, kooplieden en klusjesmannen mensen met talent uit en rekruteerde, zonder oog voor hun stand, nationaliteit of leeftijd. Toen de tsaar op een gegeven moment gek werd van alle aandacht, kon hij zijn werk voortzetten op de besloten Amsterdamse VOC-werf op Oostenburg. Zijn vermomming was kennelijk niet zo effectief. Hier werkte hij (tussen

zijn diplomatieke activiteiten door) vanaf september 1697 tot half januari 1698 mee aan de bouw van een fregat dat werd vernoemd naar de apostelen Petrus en Paulus. De onderhandelingen met de Staten-Generaal waren weinig vruchtbaar, en het gezantschap reisde door naar Engeland om vervolgens via Oostenrijk terug te keren naar huis. Desondanks had de tsaar bij zijn terugkomst inmiddels een grote hoeveelheid aan kennis en vaardigheden opgedaan. Ook was hij in het bezit van een enorme lading techniek, wapentuig en had hij een groep geschoolde handwerkslui onder zich. De komst van deze specialisten die hun kennis overdroegen en geïmporteerde vakliteratuur die vertaald diende te worden naar het Russisch, maakte dat de invloed van Peters bezoek tot op heden merkbaar is in Rusland. Voor bepaalde (scheep)termen was gewoonweg geen Russisch equivalent, waardoor sommige woorden ons nog steeds bekend in de oren klinken. d

Nederlandse scheepvaarttermen in het Russisch: Киль (kiel) Каюта (kajoeta, kajuit) Капитан (kapitan, kapitein) Верфь (wjerf, werf ) Мачта (matsjta, mast) Штурман (sjtoerman, stuurman) ахтерштевень (achterstjeven, achtersteven) боцман (Botsman = bootsman) бушприт (boesjprit = boegspriet) фрегат (fregat = fregat) шкипер (sjkiper = schipper)

advertentie

'Want zonder het verleden bestaat geen enk'le tijd' Kijk voor Kleio's activiteiten op: www.kleio-amsterdam.nl

of like Kleio op Facebook!

EINDELOOS JAARGANG 23 NR. 1


16 - VOORWERP & POLITICUS VAN DE MAAND

Politicus van de maand

Voorwerp van de maand

Hugo de Groot

Lodoicea callypige

Opgesloten in Slot Loevestein, maar omringd door vrije wateren Sterre Berentzen - Hugo de Groot was een Nederlandse rechtsgeleerde en schrijver uit de Gouden Eeuw. Al blijkt tegenwoordig de term ‘De Gouden Eeuw’ niet voor iedereen de lading te dekken. Grote bekendheid onder het publiek heeft hij door zijn spannende ontsnapping uit slot Loevestein in een boekenkist. Toch was De Groot veel meer dan dat. Hugo de Groot werd geboren op 10 april 1583 en had van kinds af aan al een bijzondere gave. Hij kon bijvoorbeeld al vanaf zijn achtste dichten in het Latijn en maakte vertalingen van Griekse en Latijnse boeken. Zo kwam het dat de elfjarige Hugo al ging

studeren aan de Universiteit van Leiden. Hij promoveerde nadat de Franse koning Hendrik IV hem tot le miracle de la Hollande had gedoopt. Hij promoveerde daar in het kerkelijke recht én in het wereldlijke recht, om vervolgens in Den Haag als advocaat aan de bak te gaan. Alles leek De Groot goed af te gaan; hij was in 1613 benoemd tot diplomaat van de Engelse delegatie en werd datzelfde jaar nog tot pensionaris van Rotterdam benoemd. Tot dat tijdens het Twaalfjarige bestand een interne partijstrijd in de jonge Republiek ontstond. Ondanks

EINDELOOS JAARGANG 23 NR. 1

dat Hugo de Groot van tevoren had gewaarschuwd dat door het bestand met Spanje de ogen naar binnen zouden moeten worden gericht en dit voor een partijstrijd zou zorgen. Deze werd uiteindelijk door Prins Maurits ‘gewonnen’ en Hugo de Groot werd samen met Johan van Oldenbarnevelt gevangengenomen. Gelukkig voor De Groot wachtte hem niet net zo’n verschrikkelijk lot als Van Oldenbarnevelt en werd hij enkel ‘ter eeuwige gevangenisse’ veroordeeld. Van ‘eeuwig’ was geen sprake, want De Groot wist na anderhalf jaar al te ontsnappen in de bekende boekenkist. Maar het maritieme aspect blijft tot nu toe achterwege, de slotgracht waarover ontsnapt moest worden daargelaten. Dus wat maakt Hugo de Groot waardig voor deze ‘maritieme’ editie? Hugo de Groot was de eerste die het concept van een mondiale gemeenschap verkondigde in zijn werk Mare Liberum. De zee moest hiervoor toegankelijk blijven voor iedereen, waardoor vrije handel op zee kon worden gewaarborgd. Elk land behield hierdoor de mogelijkheid op zee te handelen en de zee te bevaren. Dit principe wordt nog steeds gehandhaafd. Hoewel ondertussen in 1994 in het VN-zeerechtverdrag is bepaald dat de grens van de ‘open’ zee tot aan 12 mijl voor de kust ligt. Tussen de kust en het open water bevindt zich dus een stuk territoriale wateren. Na 22 kilometer zwemmen ben je dus pas écht vrij. Misschien is die boekenkist dan toch makkelijker. d

Froukje Vroom - In 1602 kreeg de Nederlandse admiraal Wolfert Harmensz als dank voor zijn aandeel in de Slag bij Bantam een ‘coco de mer’ cadeau van Sultan Abu al-Mafakhir. Harmensz bracht het merkwaardige object mee naar Europa waar de zeekokosnoot een plaats kreeg in de Kunstkammer van keizer Rudolf II. Deze op zee drijvende kokosnoten waren een zeldzame en waardevolle vondst omdat de herkomst ervan lang onbekend bleef. Over de afkomst ontstonden daarom vele mythische verklaringen, van verboden vruchten afgedreven uit het hof van Eden tot palmen die op de bodem van de oceaan groeien. De vorm van de ‘coco de mer’ kent een opvallende gelijkenis met vrouwenbillen. Dit is ook waar de benaming Lodoicea callypige naar het Oudgrieks voor ‘mooi achterwerk’ - uit voortkomt. In de achttiende eeuw werd het raadsel achter dit suggestieve geintje van moeder natuur ontrafeld tijdens een Franse expeditie naar de Seychellen. In 1768 startte de

handelaar Nicolas Drufresne met de import van producten die afkomstig waren van deze eilandengroep ten oosten van Afrika. Hierdoor kwam ook de ‘coco de mer’ in grote aantallen beschikbaar op de Europese markt, waar deze populariteit verwierf onder handelaren die ze vaak rijkelijk lieten decoreren met graveringen en juwelen. Ook tegenwoordig is deze viriele versiering voor de schoorsteenmantel nog zeer gewild. Sinds afgelopen jaar is de import van nieuwe ‘cocos de mer’ echter verboden met oog op de bescherming van de Seychellen als UNESCO Werelderfgoed. Verwacht wordt daarom dat de antiquarische waarde van deze bijzondere zeekokosnoten de aankomende jaren gaat stijgen naar mythische proporties. d


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.