Lesboek deel 1
Elly Jans, Charles Hupperts, Peter Stork, Hein van Dolen
PALLAS PALLAS
Griekse taal en cultuur Lesboek deel 1
!7IJ0I7-hbh ae! EISMA EDUMEDIA BV, LEEUWARDEN
Griekse taal en cultuur
INHOUDSOPGAVE GRAMMATICA Les 1 De Grieken en wij 6 Alfabet en bijzonderheden Les 2 De Griekse goden 16 — Les 3 De held Herakles 22 Naamvallen / Nominativus en accusativus enkelvoud en meervoud van lidwoord en zelfstandig naamwoord van de a/h -groep en o -groep / Functie: subject, object, naamwoordelijk deel van het gezegde / Gebruik lidwoord Les 4 Gevaarlijke opdrachten 30 3e persoon enkelvoud en meervoud op -ei/-ousi(n), -ei`/` -ou``s i(n) en ejsti(n)/eijs i(n) / Niet uitgedrukt onderwerp / Nominativus en accusativus enkelvoud en meervoud bijvoeglijk naamwoord van a/h/o -groep / Gebruik bijvoeglijk naamwoord / Samengestelde bijvoeglijke naamwoorden Les 5 Een held wordt god 36 Genitivus en dativus van lidwoord, zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord / Gebruik genitivus / Plaats genitivus / Gebruik dativus/woorden die niet veranderen Les 6 Theseus en de Minotauros 44 Tegenwoordige tijd (praesens) van luvw, poievw en eijmiv (‘zijn’) / Gebruik infinitivus / Werkwoordstam / Samentrekking -evw enz. / Gebiedende wijs / Vocativus / Onzijdig meervoud met enkelvoudige persoonsvorm / Predicatief gebruik bijvoeglijk naamwoord / Persoonlijk voornaamwoord / Woordvolgorde Les 7 De thuisreis 56 poluv~ en mevga~ / Vrouwelijke zelfstandige naamwoorden op -o~ / Persoonlijk voornaamwoord aujtou`` (‘hem’) / Gebruik aujtov~ (‘zelf’) / oJ aujtov~ (‘dezelfde’) Les 8 Een expeditie naar Troje 62 Onvoltooid verleden tijd (imperfectum) van luvw, poievw en eijmiv (‘zijn’) / Augment samengestelde werkwoorden / Augment werkwoorden met beginklinker / Praesens historicum (‘ooggetuigen-praesens’) Les 9 De wrok van Achilles 70 Zelfstandig naamwoord medeklinkergroep type swthvr, gunhv, levwn, pathvr, sw``ma / Bijvoeglijk naamwoord swvfrwn en pa``~ / Overzicht persoonlijk voornaamwoord / Bezittelijk voornaamwoord/ Dativus meervoud medeklinkergroep Les 10 Patroklos 78 Sigmatische aoristus type luvw en poievw / Aoristusstam / Sigmatische aoristus van werkwoorden met stam op p-, k- of t- klank / Gebruik aoristus / Pseudo-sigmatische aoristus Les 11 Wraak en medelijden 84 Thematische aoristus/tiv~, tiv en ti~, ti Les 12 De held Ajax 90 De trappen van vergelijking: comparativus op -tero~ en -(i)wn / Superlativus op -tato~ en -isto~ / Gebruik comparativus / Genitivus van vergelijking (comparationis) / Gebruik superlativus / Overzicht comparativi en superlativi op -(i)wn, -isto~ Les 13 De ondergang van Troje 96 Accusativus cum Infinitivo / Gebruik A.c.I. / Subjects- en objectsaccusativus / Infinitivi in de A.c.I. / Aanwijzende voornaamwoorden o{de, ou|to~ en ejkei``no~ Les 14 Goden en mythen in de kunst 104 —
5
INHOUDSOPGAVE TEKSTEN De Griekse teksten zijn gecursiveerd aangegeven Les 1 De Grieken en wij Griekse elementen in onze cultuur / Grieks op straat / Onze kennis over de Grieken / Het Griekse alfabet / Bijzonderheden van het Griekse alfabet Les 2 De Griekse goden De Griekse godsdienst / De Griekse goden en hun attributen Les 3 De held Herakles Herakles, een held zonder geluk / 3A Herakles als slaaf / Een bijzonder hert en een gevaarlijk everzwijn / 3B Herakles en de leeuw / 3C Herakles doodt de leeuw Les 4 Gevaarlijke opdrachten 4A Herakles en de slang / Mensetende vogels en een vervuilde stal / 4B De slang krijgt hulp / Geen god, geen mens / 4C Een onsterfelijke kop Les 5 Een held wordt god Een grote kudde en gouden appels / 5A Herakles gaat naar de Amazonen / 5B Herakles en Hippolyte / 5C Herakles gaat naar de Onderwereld / Geen god, wel god Les 6 Theseus en de Minotauros Aigeus krijgt een zoon / 6A Ontvangst op Kreta / Daidalos en Ikaros / 6B De draad van Ariadne / De Minoïsche beschaving op Kreta / 6C De redding / De Minoïsche paleizen / Verering van de stier Les 7 De thuisreis 7A Theseus en Ariadne op Naxos / Een dode vulkaan komt tot leven / 7B Dionysos en Ariadne / Thera, het Pompeji van Griekenland / 7C Het einde van Aigeus Les 8 Een expeditie naar Troje De voorgeschiedenis van de Trojaanse Oorlog / 8A Het vertrek / Homeros en de Grieken / 8B Ifigeneia naar Aulis / 8C Het offer Les 9 De wrok van Achilles De Trojaanse oorlog / De Homerische held / 9A Agamemnon geeft toe / 9B Het gezantschap naar Achilles Les 10 Patroklos Het afscheid van Hektor en Andromache / 10A Het verdriet van Patroklos / 10B Patroklos tegen de Trojanen / 10C Het verdriet van Achilles Les 11 Wraak en medelijden Achilles en Hektor / 11A Patroklos verschijnt aan Achilles / Achilles toont medelijden / 11B Andromache rouwt om Hektor Les 12 De held Ajax De dood van Achilles / 12A Ajax, een man van de daad / 12B Odysseus, een man van het woord / De wraak van Ajax / 12C Ajax’ laatste daad Les 13 De ondergang van Troje Het houten paard / 13A De waarschuwing van Laokoön / Troje valt / 13B Menelaos en Helena / Heinrich Schliemann / De opgravingen in Troje Les 14 Goden en mythen in de kunst Inleiding / Griekse vazen / Mythen in de Europese kunst / Herakles, symbool van goedheid Alfabetische woordenlijst Verantwoording illustraties
4
6 16 22 30 36 44 56 62 70 78 84 90 96 104 113 120
LES 3
DE HELD HERAKLES
Herakles, een held zonder geluk Zeus gebruikt een list Rond de tempel van Zeus in Thebe was het een drukte van belang. Alle inwoners van de stad waren samengestroomd om het jaarlijkse offerfeest te vieren. Bij het altaar vóór de tempel stonden vier mensen: de priester met het offermes in zijn hand en naast hem de koning van Thebe met zijn beide gasten, de jonge prins Amfitryon en zijn mooie vrouw Alkmene. Het geroezemoes van de menigte nam toe. Daar kwamen de dienaren van de priester met de witte stier, die aan Zeus geofferd zou worden. Op de Olympos keek Zeus goedkeurend naar het offerfeest. Plotseling viel zijn oog op Alkmene. ‘Wat een knappe vrouw’, dacht hij, ‘eigenlijk is ze veel te mooi om alleen maar bemind te worden door een sterfelijk mens. Zij verdient de liefde van een god. Maar hoe kan ik met haar in contact komen zonder dat haar man het merkt?’ Opeens kreeg hij een slim idee. Als Thebe in oorlog raakte met een van de steden uit de buurt, zou Amfitryon zonder twijfel gevraagd worden het Thebaanse leger aan te voeren. Amfitryon zou dan weken lang van huis zijn. Dan zou hij, Zeus, zich kunnen vermommen als Amfitryon en onder het voorwendsel dat er een wapenstilstand gesloten was naar haar toegaan. De mooie Alkmene zou nietsvermoedend met hem naar bed gaan. Trots op zijn eigen slimheid begon Zeus onmiddellijk aan de uitvoering van zijn plan. De oorlog brak uit en Amfitryon werd generaal van het Thebaanse leger. Zeus bezocht Alkmene
nachtenlang ongestoord zonder dat zij merkte, wie hij in werkelijkheid was. Pas toen de echte Amfitryon uit de oorlog terugkeerde, begreep Alkmene dat het kind, dat zij verwachtte niet van hém, maar van Zeus, de vader van goden en mensen, was. Hera neemt tegenmaatregelen Maanden gingen voorbij en de tijd brak aan, dat Alkmene haar kind zou krijgen. Op de Olympos riep Zeus alle goden en godinnen bij elkaar. ‘Binnenkort zal er een goddelijk kind geboren worden, dat over het hele omliggende land zal regeren.’ Dit
was de kans voor Hera. Al die tijd had zij geweten van het liefdesavontuur van haar man, maar ze had gezwegen. Nu deed zich een mogelijkheid voor om wraak te nemen. ‘Zweer, dat datgene wat je net gezegd hebt, ook werkelijk zal gebeuren’, sprak zij listig. Nietsvermoedend deed Zeus wat zijn vrouw hem vroeg. Onmiddellijk ging Hera naar Mykene. De koningin van deze stad was zeven maanden zwanger. Haar man, de koning van Mykene, stamde af van een zoon van Zeus. Snel zorgde Hera ervoor dat de baby in Mykene eerder geboren werd dan het kind
1. Herakles wurgt de slangen. Muurschildering uit Pompeji.
22
van Alkmene in Thebe. Het Mykeense jongetje, dat Eurystheus heette, was een zwak en mager kind, maar de belofte van Zeus zou ervoor zorgen, dat hij de machtigste man zou worden van zijn tijd. Een uur later kwam het kind van Alkmene ter wereld. Het werd Herakles genoemd. In alles was hij het tegendeel van Eurystheus: een reus van een baby, die al in zijn wieg liet merken, wat voor held hij later zou worden. Ondanks haar geslaagde list waren de wraakgevoelens van Hera nog niet bekoeld. Toen Herakles acht maanden oud was, stuurde zij twee reusachtige slangen op hem af. De slangen kronkelden sissend langs de poten van de wieg omhoog. Hun dreigende koppen staken al boven de rand van het wiegje uit, toen Herakles ze in de gaten kreeg. Zonder een ogenblik bang te zijn greep hij met zijn twee handjes de beide slangen beet. Met geweldige kracht drukte hij de kelen van de ondieren zo stevig dicht, dat zij stikten. Het plan van Hera de jongen te doden was mislukt. Maar haar wraak zou hem blijven achtervolgen, zijn leven lang. Is Hera de sterkste? De jaren verstreken. Het jongetje groeide op tot een volwassen man. Hij was veel sterker dan al zijn leeftijdgenoten en stak meer dan een hoofd boven hen uit. In het boogschieten en speerwerpen was hij onverslaanbaar. Al jong joeg hij in de bossen rond Thebe op herten en everzwijnen. Op één van deze tochten doodde hij een reusachtige leeuw, die de schrik was van de boeren uit de omgeving. Als dank hiervoor gaf de koning van Thebe
23
2. Op deze Griekse vaasschildering doodt de waanzinnig geworden Herakles zijn kinderen.
hem zijn mooie dochter tot vrouw. Zorgeloos gelukkig waren deze jaren: hij had een vrouw en twee zonen, van wie hij veel hield. Maar Hera wachtte geduldig haar kans af . . . Het was een warme nazomerdag, toen het gebeurde. Herakles was op weg naar huis. In de verte zag hij de muren en poorten van Thebe. Al gauw zou hij zijn vrouw en zijn kinderen kunnen omhelzen. Dit was het moment waarop Hera toesloeg. Plotseling veranderde er iets in Herakles. Hij bracht zijn paard in galop en in volle vaart reed hij de stad binnen. Zijn vrouw, die hem zag aankomen, sloeg de schrik om het
hart. Hij rolde met zijn ogen, schuim stond op zijn lippen. ‘Eruit’, brulde hij, ‘en snel, of ik doorboor jullie met mijn pijlen’. Dodelijk geschrokken rende zijn vrouw naar binnen om de kinderen te redden. Te laat! Herakles vloog achter haar aan, spande zijn boog en een ogenblik later stortte zijn oudste zoontje dodelijk gewond neer. In paniek probeerden de anderen zich te verbergen. Vergeefs! Wederom klonk het geluid van zijn boog en weer trof de pijl doel. Tenslotte nam hij zijn knots en rende daarmee op zijn vrouw af. Met alle kracht liet hij het wapen op haar hoofd neerkomen. Nog eens en nog eens sloeg hij toe. De dienaren
3. Herakles en de leeuw van Nemea. Een Griekse zwartfigurige vaasschildering.
stonden als aan de grond genageld. Niemand durfde in te grijpen of tussenbeide te komen. Even plotseling als de waanzin was gekomen, verdween hij weer. Herakles kwam tot bezinning en besefte, wat hij gedaan had. Wanhopig vluchtte hij weg uit Thebe, de bergen in. Ontroostbaar zwierf hij daar maandenlang rond. Radeloos ging hij tenslotte naar het orakel van Apollo in Delfi en vroeg de god hoe hij voor zijn ongewilde schuld kon boeten. De god beval hem zijn kracht in dienst te stellen van een zwakkere. Twaalf jaar lang moest hij de bevelen opvolgen van de koning van Mykene, Eurystheus. Alle opdrachten die Eurystheus hem gaf, moest hij in die twaalf jaar uitvoeren. Het zouden geen gemakkelijke opdrachten zijn, maar taken die bovenmenselijke kracht vereisten.
4. Herakles met zijn beschermster Athena, een Griekse roodfigurige vaasschildering.
24
TEKST 3A 1
5
Herakles als slaaf
ÔHraklh`~ oujk e[stin a[nqrwpo~. Qeoi; oujk eijs i;n a[nqrwpoi. ÔHraklh`~ oujk e[sti qeov~. ÔHraklh`~ ejstin h{rw~.
h{rw~ held, halfgod
ÔHraklh`~ kai; dou`lov~ ejstin. Tiv oJ ÔHraklh`~ dou`lov~ ejstin… Eujrusqeu;~ douvlou~ e[cei. Dou`lov~ ejsti kai; ÔHraklh`~ oJ h{rw~!
kaiv ook Eujrusqeuv~ Eurystheus
Eujrusqeu;~ to;n dou`lon pevmpei eij~ Nemevan. 10 Tiv oJ Eujrusqeu;~ to;n dou`lon pevmpei eij~ th;n Nemevan… ÔH cwvra qhriva e[cei: ejntau`qa levwn sphvlaion oijkei`. OiJ ejpicwvrioi fovbon e[cousin. Tiv oiJ ejpicwvrioi fovbon e[cousin… ÔO levwn fqeivrei th;n cwvran kai; ou{tw fobei` tou;~ ejpicwrivou~.
pevmpei stuurt, eij~ Nemevan naar Nemea to;n dou`lon zijn slaaf qhrivon wild beest, ejntau`qa daar, levwn leeuw, sphvlaion grot ejpicwvrio~ inwoner fqeivrei verwoest, kaiv en, ou{tw zo, fobei`` maakt bang
15 ÔO d∆ ÔHraklh`~ ouj fovbon e[cei! ZELFSTANDIGE NAAMWOORDEN
NAAMVALLEN EN HUN FUNCTIE
Uitgang en functie In het Grieks kunnen zelfstandige naamwoorden (substantiva) verschillende uitgangen hebben. Wanneer een zelfstandig naamwoord als onderwerp wordt gebruikt, heeft het een andere uitgang dan wanneer het als lijdend voorwerp wordt gebruikt. Let op het woord dou`lo~ ‘slaaf’ in de volgende twee zinnen: a. oJ dou`lo~ e[cei fovbon de slaaf heeft angst b. Eujrusqeu;~ dou`lon e[cei Eurystheus heeft een slaaf c. hJ cwvra fovbon e[cei het land heeft angst d. oJ levwn th;n cwvran fqeivrei de leeuw verwoest het land
Functie Naamvallen maken duidelijk welke functie het woord in de zin heeft: aan de naamval (dus de uitgang) kun je zien of het woord bijvoorbeeld onderwerp of lijdend voorwerp is.
In zin a. is dou`lo~ onderwerp (subject), in zin b. is dou`lon lijdend voorwerp (object). In zin c. is cwvra onderwerp, in zin d. is cwvran lijdend voorwerp. dou`lo~/cwvra en dou`lon/cwvran hebben ieder een andere functie in de zin: dou`lo~/cwvra heeft de functie van onderwerp, dou`lon/cwvran van lijdend voorwerp. Naamvallen: Nominativus en Accusativus De verschillen in uitgang worden naamvallen genoemd. dou`lo~ en cwvra staan in de nominativus (of: 1e naamval) en zijn onderwerp, dou`lon en cwvran staan in de accusativus (of: 4e naamval) en zijn lijdend voorwerp.
25
Naamwoordelijk deel van het gezegde Elke naamval kan meer dan één functie hebben. Behalve onderwerp kan een woord in de nominativus ook het naamwoordelijk deel van het gezegde zijn, bijv. wanneer het gezegde een vorm is van het werkwoord ‘zijn’: ÔHraklh`~ dou`lov~ ejstin Herakles is slaaf qeoi; oujk eijs i;n a[nqrwpoi goden zijn geen mensen
Onthoud Naamval Nominativus (1e naamval) Accusativus (4e naamval)
Functie 1. onderwerp (subject) 2. naamwoordelijk deel van het gezegde lijdend voorwerp (object)
Een bijzonder hert en een gevaarlijk everzwijn De hinde van Artemis Herakles moest een hinde, die aan Artemis toebehoorde, levend naar Eurystheus brengen. Dit dier had bronzen hoeven en gouden horens en was beroemd om zijn snelheid. Een jaar lang achtervolgde Herakles het beest door heel Griekenland en ver daarbuiten. Toen de hinde haar dorst leste in een rivier, kreeg hij haar tenslotte te pakken door een vangnet over haar heen te laten vallen. Met het hert over zijn schouder ging hij naar Mykene terug.
5. Herakles in gevecht met de hinde, een Griekse roodfigurige vaasschildering.
Het Erymantisch everzwijn Een andere opdracht voor Herakles was het vangen van een everzwijn. Dit beest leefde in het Erymanthosgebergte in het westen van Griekenland, waar het vele mensen en dieren doodde. Herakles joeg het zwijn de besneeuwde toppen van de Erymanthos op tot het terechtkwam in een spleet waar het dier in de sneeuw wegzakte. Met kettingen bond de held de poten van het beest aan elkaar en bracht het naar koning Eurystheus.
6. Herakles brengt het everzwijn bij Eurystheus, een Griekse zwartfigurige vaasschildering.
26
TEKST 3B
Herakles en de leeuw
1
ÔO ÔHraklh`~ to; tovxon fevrei. ∆Exaivfnh~ oJ ÔHraklh`~ to; qhrivon noei`. ÔO ÔHraklh`~ ouj baivnei pro;~ to; qhrivon, ajll∆ oijstou;~ toxeuvei. OiJ d∆ oijstoi; ouj kteivnousi to; qhrivon.
5
Tiv oiJ oijstoi; ouj kteivnousi to; qhrivon… To; qhrivon tou;~ oijstou;~ ajpwqei`: oJ levwn dora;n a[trwton e[cei. OiJ oijstoi; ouj peivrousi th;n doravn.
to; tovxon zijn boog ejxaivfnh~ plotseling, noei` merkt op oijstov~ pijl, toxeuvei schiet kteivnousi doden
ajpwqei`` stoot af, levwn leeuw, dorav huid, a[trwto~ ondoordringbaar peivrousi doorboren sw/vzei redt
Ou{tw~ hJ dora; sw/vzei to; qhrivon.
HET LIDWOORD Het geslacht Er zijn in het Grieks mannelijke, vrouwelijke en onzijdige zelfstandige naamwoorden. Elk zelfstandig naamwoord heeft, zoals we dat noemen, een geslacht. Hoe kun je nu weten welk geslacht een zelfstandig naamwoord heeft? Dat zie je aan het lidwoord. Het mannelijk lidwoord is oJ, het vrouwelijk lidwoord is hJ, het onzijdig lidwoord is tov. Ook het lidwoord heeft verschillende uitgangen (naamvallen). Het lidwoord staat in dezelfde naamval als het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.
nominativus genitivus dativus accusativus
De naamvallen Het Grieks kent vijf naamvallen en iedere naamval heeft zijn eigen functies. De naamvallen heten nominativus (1e nv.), genitivus (2e nv.), dativus (3e nv.), accusativus (4e nv.) en vocativus (die meestal gelijk is aan de nominativus). In Les 3 en 4 worden de functies van de nominativus en accusativus behandeld, in Les 5 die van de genitivus en dativus en in Les 6 de vocativus. Onthoud Aan het lidwoord kun je zien: a. of het zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is, b. welke naamval het zelfstandig naamwoord heeft, c. of het zelfstandig naamwoord in het enkelvoud of meervoud staat.
Mannelijk enkelvoud
meervoud
Vrouwelijk enkelvoud
meervoud
Onzijdig enkelvoud
meervoud
oJ tou` tw/` tovn
oiJ tw`n toi`~ touv~
hJ th`~ th`/ thvn
aiJ tw`n tai`~ tav~
tov tou` tw/` tov
tav tw`n toi`~ tav
Onthoud De nominativus en accusativus van het onzijdig lidwoord hebben dezelfde vorm.
27
Zelfstandig naamwoord: a/h-groep en o-groep Om de grote hoeveelheid zelfstandige naamwoorden te ordenen, onderscheiden we verschillende groepen. Twee hiervan zijn: 1. de h/a-groep. De woorden van deze groep hebben een stam op -a. Als voorbeelden van deze groep hebben
jullie geleerd: hJ mavch, hJ cwvra en oJ despovth~. Ook hJ qavlatta hoort nog hierbij, een woord op (korte) a. 2. de o-groep. De woorden van deze groep hebben een stam op -o. De voorbeelden zijn: oJ dou`lo~ en to; qhrivon. Ook oJ nou`~ hoort er nog bij.
Overzicht zelfstandig naamwoord a/h-groep hJ mavch
hJ cwvra
strijd
streek
hJ qavlatta
oJ despovth~
zee
meester
enkelvoud
nominativus genitivus dativus accusativus
hJ th`~ th/` th;n
mavch mavch~ mavch/ mavchn
hJ th`~ th/` th;n
cwvra cwvra~ cwvra/ cwvran
hJ th`~ th/` th;n
qavlatta qalavtth~ qalavtth/ qavlattan
oJ tou` tw/` to;n
despovth~ despovtou despovth/ despovthn
meervoud
nominativus genitivus dativus accusativus
aiJ tw`n tai`~ ta;~
mavcai macw`n mavcai~ mavca~
aiJ tw`n tai`~ ta;~
cw`rai cwrw`n cwvrai~ cwvra~
aiJ tw`n tai`~ ta;~
qavlattai qalattw`n qalavttai~ qalavtta~
oiJ tw`n toi`~ tou;~
despovtai despotw`n despovtai~ despovta~
Overzicht zelfstandig naamwoord o-groep oJ dou`lo~
oJ nou`~
slaaf
to; qhrivon
geest
dier
enkelvoud
nominativus genitivus dativus accusativus
oJ tou` tw/` to;n
dou`lo~ douvlou douvlw/ dou`lon
oJ tou` tw/` to;n
nou`~ nou` nw/` nou`n
to; tou` tw/` to;
qhrivon qhrivou qhrivw/ qhrivon
meervoud
nominativus genitivus dativus accusativus
oiJ tw`n toi`~ tou;~
dou`loi douvlwn douvloi~ douvlou~
oiJ tw`n toi`~ tou;~
noi` nw`n noi`~ nou`~
ta; tw`n toi`~ ta;
qhriva qhrivwn qhrivoi~ qhriva
Onthoud
Onthoud
1. Nominativus en accusativus onzijdig hebben altijd dezelfde vorm 2. Nom. en acc. onzijdig meervoud gaan altijd uit op -a
cwvra~ =
1. genitivus enkelvoud 2. accusativus meervoud
28
TEKST 3C 1
5
Herakles doodt de leeuw
ÔO ÔHraklh`~ ouj feuvgei th;n mavchn, ajlla; diwvkei to; qhrivon. Nu`n d∆ oJ levwn fovbon e[cei. ÔO de; levwn feuvgei eij~ to; sphvlaion. Kai; oJ ÔHraklh`~ eij~ to; sphvlaion baivnei. ∆Entau`qa hJ mavch a[rcei.
diwvkei achtervolgt
ÔO h{rw~ kai; oJ levwn palaivousin. Tevlo~ oJ ÔHraklh`~ to; qhrivon lambavnei kai; pnivgei. Nu`n d∆ hJ dora; ouj sw/vzei to; qhrivon.
palaivousin worstelen tevlo~ tenslotte, pnivgei wurgt dorav huid, sw/vzei redt
ÔO ÔHraklh`~ to; qhrivon fevrei pro;~ Mukhvna~. 10 Tiv oJ ÔHraklh`~ tou`to poiei`… ∆Entau`qa oJ despovth~ Eujrusqeu;~ oijkei`. ÔO ÔHraklh`~ to; qhrivon fevrei pro;~ to;n despovthn. ∆All∆ oJ h{rw~ te kai; oJ levwn fobou`s i to;n despovthn. ÔO ÔHraklh`~ oujk eij~ ta;~ Mukhvna~ eijsbaivnei: oJ Eujrusqeu;~ ga;r fovbon e[cei kai; ajpagoreuvei tou`to.
sphvlaion grot ejntau`qa daar, a[rcei begint
Mukh`nai Mykene
...te kaiv... en, fobou``s i maken bang eij~- (naar)binnen ajpagoreuvei verbiedt
15 To; loipo;n oJ ÔHraklh`~ tou;~ a[qlou~ e[xw ajpofaivnei.
to; loipovn voortaan, a\qlo~ opdracht, e[xw buiten (de stad), ajpofaivnei
Herakles probeert de leeuw van zijn huid te ontdoen, maar geen enkel mes kan in de huid doordringen. Dan komt Herakles op het idee om met de vlijmscherpe klauwen van de leeuw de huid los te snijden. Dit lukt wél. Deze ondoordringbare huid draagt Herakles voortaan altijd als een soort harnas en de kop van de leeuw gebruikt hij als helm. Eurystheus is zó geschrokken dat hij Herakles dus verbiedt met de resultaten van zijn opdrachten de stad in te komen! Ook laat hij een ijzeren, manshoge pot maken en deze in de grond ingraven. Hierin kan hij zich verstoppen als Herakles toch met zijn opdrachten in Mykene arriveert!
laat zien
GEBRUIK VAN HET LIDWOORD 1. Het Grieks kent alleen een bepaald lidwoord: net als in het Nederlands wordt het bepaald lidwoord gebruikt, wanneer het verwijst naar iets wat al eerder genoemd is. Een zelfstandig naamwoord zonder lidwoord vertalen we vaak met ‘een’: a. ejntau`qa levwn oijkei` daar woont een leeuw b. oJ levwn sphvlaion oijkei` de leeuw woont in een grot 2. Het lidwoord wordt vaak gebruikt wanneer er sprake is van iets dat iemand bezit of bij hem hoort. Je vertaalt het dan als bezittelijk voornaamwoord: oJ ÔHraklh`~ to; tovxon fevrei Herakles draagt z’n boog
29
3. Eigennamen hebben in het Grieks soms wel en soms geen lidwoord: oJ ÔHraklh`~ en ÔHraklh`~ Herakles
4. Bij het naamwoordelijk deel van het gezegde ontbreekt vaak het lidwoord. Onthoud Het Grieks heeft geen onbepaald lidwoord (een).
Celciusweg 41 8912 AM Leeuwarden Postbus 459 8901 BG Leeuwarden T (088) 294 48 80

edumedia@eisma.nl
www.eisma.nl/edumedia
Beoordelingspakket aanvragen