SPELLING EN GRAMMATICA - Deel 3
Nederlandstalig
NEDERLANDS
Nederlandstalig
Wat ga je doen? Je maakt kennis met de vele stijlen binnen de Nederlandstalige popmuziek. Zo behandelt het eerste hoofdstuk stevige rockmuziek van Nederlandse bodem. In het tweede hoofdstuk gaat het over de opkomst van de Nederpop. In het derde hoofdstuk komen vlotte raps en vrolijke feestnummers voorbij. In het laatste hoofdstuk neemt de liefde een belangrijke plaats in met onvergetelijke luisterliedjes en echte smartlappen. Terwijl je kennismaakt met de vele muziekgenres, artiesten en liedjes, oefen je ook nog eens met spelling en grammatica. Tot slot stel je je eigen Top 10 samen. Als daar geen muziek in zit! Wat heb je daarbij nodig? In deze module werk je met: - teksten over allerlei genres: rockmuziek, smartlappen, rap en meer; - stukjes van songteksten; - teksten over beroemde artiesten, blijvers en eendagsvliegen.
Wat leer je? Je herhaalt en leert: - hoe je zinnen ontleedt in zinsdelen; - hoe je die zinsdelen benoemt; - hoe je werkwoorden vervoegt in verschillende tijden; - hoe je verschillende woordsoorten herkent; - hoe je leestekens en hoofdletters gebruikt; - hoe je ervoor kunt zorgen dat je foutloos schrijft; - hoe je van meer zinnen ĂŠĂŠn zin kunt maken; - te beoordelen wat je al kunt en waaraan je nog aandacht moet besteden.
3
Nederlandstalig HOOFDSTUK 2
2
Top of flop: Nederpop In de jaren zeventig waren in ons land vooral Engelstalige liedjes populair. In de jaren tachtig kwam daar verandering in. Het Nederlandstalige lied was helemaal terug. Sommige liedjes flopten en sommige bands bleken eendagsvliegen te zijn. Dat gold echter niet voor Toontje Lager, Het Goede Doel, Doe Maar en de Frank Boeijen Groep. Zij stoven naar de top en veroverden de Nederlandse hitlijsten. Veel liedjes die in dit hoofdstuk langskomen, zullen je bekend in de oren klinken. Ze worden namelijk nog regelmatig op de radio gedraaid.
1 Op herhaling
Lees onderstaande zinnen goed door. Benoem daarna persoonsvorm, gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp. Let op: niet in iedere zin staat een lijdend voorwerp.
1
Begin jaren tachtig leefde de Nederlandstalige popmuziek helemaal op.
gez: pv:
2
Veel nieuwe Nederpop-bands werden opgericht.
gez: pv:
3
gez: gez: gez:
lv: o:
De studentenbands Van Dik Hout en Guus Meeuwis & Vagant scoorden diverse hits.
gez: pv:
7
lv: o:
In de jaren negentig ontstonden opnieuw veel nieuwe bands. pv:
6
lv: o:
Ook Het Goede Doel, Toontje Lager en de Frank Boeijen Groep hadden veel succes. pv:
5
lv: o:
Doe Maar had heel veel succes bij de Nederlandse jeugd. pv:
4
lv: o:
lv: o:
Verder bezetten De Kast, Volumia! en Bløf de Nederlandse hitlijsten.
gez: pv:
lv: o:
22
Nederlandstalig HOOFDSTUK 2
2 Voor het goede doel (1)
Lees onderstaande zinnen eerst goed door. Benoem daarna persoonsvorm, gezegde, onderwerp en - als ze erin staan - lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling.
1
Henk Temming en Sander van Herk richtten in 1978 de Nederlandstalige popgroep Het Goede Doel op.
gez: o:
mwv: bb:
pv:
2
lv:
Temming haalde later dat jaar zijn jeugdvriend Henk Westbroek bij de groep.
gez: o:
mwv: bb:
pv:
3
lv:
In 1982 verscheen de eerste single In het leven.
gez: o:
mwv: bb:
pv:
4
lv:
Dit nummer gaf de band enige landelijke bekendheid.
gez: o:
mwv: bb:
pv:
5
lv:
In september van dat jaar bereikte de single Gijzelaar de Nederlandse hitlijsten.
gez: o:
mwv: bb:
pv:
6
lv:
De hits Vriendschap en BelgiĂŤ stonden op hetzelfde succesvolle debuutalbum.
gez: o:
mwv: bb: lv:
pv:
7
Dit debuutalbum BelgiĂŤ kreeg de platina status.
gez: o:
mwv: bb:
pv:
8
lv:
Na 1992 nam het succes van Het Goede Doel af.
gez: o:
mwv: bb:
pv:
lv:
23
Nederlandstalig HOOFDSTUK 2
3 Voor het goede doel (2)
Lees onderstaande zinnen eerst goed door. Benoem daarna persoonsvorm, gezegde, onderwerp en - als ze erin staan - lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling.
1
In 2008 zouden Temming en Westbroek opnieuw gaan optreden onder de naam Het Goede Doel.
gez: o: bb:
mwv:
pv:
2
lv:
Voor de nieuwe serie optredens brachten zij het nieuwe album Gekkenwerk uit.
gez: o:
mwv: bb:
pv:
3
lv:
Het Goede Doel schenkt bij dit project aandacht aan de stichting ViAfrica.
gez: o:
mwv: bb:
pv:
4
lv:
Deze stichting biedt middelbare scholen in Afrika computertoepassingen aan.
gez: o:
mwv: bb:
pv:
lv:
Voorzetsels Een voorzetsel staat meestal voor een zelfstandig naamwoord of voornaamwoord. Veelvoorkomende voorzetsels zijn: aan, achter, bij, boven, door, in, langs, met, na, naar, naast, om, onder, op, over, te, tegen, tussen, uit, van, via, voor. Het voorzetsel te staat vaak voor een heel werkwoord. Bijvoorbeeld: Die zangeres wist in korte tijd maar liefst vier nummer 1-hits te scoren.
24
Nederlandstalig HOOFDSTUK 2
4 Op zoek
Lees eerst de tekst Voorzetsels. Lees daarna de songtekst Ben jij ook zo bang van Toontje Lager. In het liedje komen twaalf voorzetsels voor. Schrijf ze achter elkaar op. Ben jij ook zo bang Ben jij ook zo bang, dat alles automatisch wordt Dat je geen eten meer krijgt, maar pillen op je bord En dat men als het nodig is, alles van je weet En dat je niet meer hoeft te werken voor je zweet Refrein: Ben jij ook zo bang (4x) Ben jij ook zo bang, dat we weer naar vroeger gaan Dat je net als toen weer voor je eten in de rij moet staan Dat we turf gaan steken en terug naar de natuur Dat de melk alleen maar vol is en we werken tachtig uur Refrein Ben jij ook zo bang, dat alles bij het oude blijft Dat je net als gisteren een koekje bij de koffie krijgt En dat je in slaap valt als je aan morgen denken moet En dat je dan maar zegt: ‘We hebben het toch goed.’ Refrein Bron: www.lyricsbay.com
25
Nederlandstalig HOOFDSTUK 2
Telwoorden Er zijn twee soorten telwoorden. - Hoofdtelwoorden geven een aantal aan. Bijvoorbeeld: een, twee, drie, veertig, honderd, twaalfduizend. - Rangtelwoorden geven een bepaalde plaats in een rij aan. Bijvoorbeeld: eerste, tweede, derde, vijfentwintigste, drieduizendste. In teksten schrijf je telwoorden tot twintig meestal voluit in letters, net zoals ronde getallen als vijftig, honderd, duizend, miljoen, enz. Bij de andere telwoorden is het duidelijker om ze in cijfers te schrijven: 37, 218, 4304 enz.
5 Vele nummers op een rijtje
Ook de Frank Boeijen Groep was in de jaren tachtig erg populair. Sinds 1980 heeft Frank Boeijen al heel wat liedjes uitgebracht. Hieronder vind je er een paar. Lees eerst de tekst Telwoorden. Schrijf daarna van onderstaande zinnen de telwoorden op. Zet er steeds achter of het gaat om een hoofdtelwoord of om een rangtelwoord. De eerste zin is alvast voorgedaan. Let op: de jaartallen hoef je niet mee te tellen.
1
Op de eerste dag van het jaar 1980 werd de Frank Boeijen Groep opgericht.
eerste = rangtelwoord 2
Van de eerste langspeelplaat bracht de groep Transport uit Bangkok op single uit.
3
EĂŠn jaar na het debuut zat de groep weer in de studio voor de opname van een nieuw album.
4
De pers was vrij enthousiast over het nieuwe album Twee, maar de verkoopcijfers vielen tegen.
5
In het voorjaar van 1983 kwam het nummer Linda tot de 28e plaats in de Top 40.
6
Begin 1984 behaalde de single Zwart Wit een vierde plaats.
7
Het nummer Kronenburgpark bereikte de twaalfde plaats in de hitparade en stond op het vijfde album van de groep: Foto van een mooie dag.
8
In april 1988 ontving de Frank Boeijen Groep maar liefst drie gouden platen.
9
In 2005 zat Frank Boeijen 25 jaar in het vak.
10
In 2007 schreef Frank Boeijen een boek met daarin 38 verhalen over zijn leven en zijn kijk op de wereld.
26
Nederlandstalig HOOFDSTUK 2
Voegwoorden Een voegwoord gebruik je om twee zinnen met elkaar te verbinden. Voorbeelden: - Ik heb een paar liedjes van Het Goede Doel gedownload, want ik vind die muziek best leuk. - Voordat we naar het concert van Het Goede Doel gaan, willen we eerst naar de pizzeria. Een voegwoord kan ook tussen twee woorden staan, bijvoorbeeld in een opsomming: Mijn oom heeft een aantal cd’s van Doe Maar: Skunk, Alles, Klaar, 4Us en Hollands Glorie. Veelvoorkomende voegwoorden zijn: en, of, maar, want, omdat, doordat, nadat, voordat, zodat, als, dus, sinds, toen, wanneer, zoals, terwijl.
6 Goed samengevoegd
Lees de tekst Voegwoorden. Lees daarna de volgende zinnen door. Ze gaan allemaal over de popgroep Doe Maar. Wat is in elke zin het voegwoord? Kies steeds het juiste antwoord.
1
Het eerste album van Doe Maar was niet echt een succes, maar het tweede album ‘Skunk’ was dat wel. A
2
B
toen
C
uitkwam
Nadat
B
kernoorlog
C
werd
ook
B
plaats
C
maar
omdat
B
ging
C
uit
verbijsterd
B
en
C
zelfs
Toen de leden in 2000 opnieuw gingen optreden, kwam de droom van veel fans uit. A
8
echte
De fans waren verbijsterd en het nieuws haalde zelfs het NOS-journaal. A
7
echt
In 1984 ging de succesvolle band uit elkaar, omdat de bandleden niet meer op één lijn zaten. A
6
C
Het serieuze liedje ‘Pa’ behaalde ook de eerste plaats, maar het succes groeide de groep al snel boven het hoofd. A
5
maar
Nadat Doe Maar met het lied ‘De Bom’ inspeelde op de dreiging van een kernoorlog, werd de groep in Nederland megapopulair. A
4
B
De echte doorbraak kwam in maart 1982, toen de single ‘Doris Day’ uitkwam. A
3
wel
Toen
B
opnieuw
C
uit
In 2008 was het weer raak, want in dat jaar stond de band vier keer in een volle Kuip. A
raak
B
want
27
C
weer
Nederlandstalig HOOFDSTUK 2
7 Is dat alles?
Lees de tekst Is dit alles goed door. Het is een fragment uit een van de vele hits van Doe Maar. Bepaal van de onderstreepte woorden tot welke woordsoort ze behoren. Schrijf de woorden op de goede plek in het schema. Is dit alles Ga zitten want ik wil eens met je praten Ik ben allang niet meer zo blij als toen Nee, schrik maar niet ik wil je niet verlaten, nee Er is iets en ik kan er niks aan doen We komen niets tekort, we hebben alles Een kind, een huis, een auto en elkaar Maar weet je lieve schat wat het geval is, aha Ik zoek iets meer ik weet alleen niet waar Refrein: Is dit alles (2x) Is dit alles wat er is We zijn nu net een stuk in dertien delen Aan het einde zijn we allemaal de klos En leven trouw het leven van zovelen Ik wil iets meer, ik wil een beetje los
Woordsoorten
Woorden uit de tekst
Lidwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Voorzetsel
Telwoord
Voegwoord
28
Nederlandstalig HOOFDSTUK 2
Samengestelde zinnen Een samengestelde zin is een zin die uit twee of meer zinnen bestaat. Deze zinnen noem je deelzinnen. Iedere deelzin heeft een eigen persoonsvorm. De deelzinnen worden samengevoegd met een voegwoord. Een samengestelde zin kan bestaan uit de combinatie hoofdzin + hoofdzin of uit de combinatie hoofdzin + bijzin(nen). Hoe kun je zien of een deelzin een hoofdzin of een bijzin is? - In de hoofdzin staat de persoonsvorm helemaal vooraan of direct na het eerste zinsdeel. - In een hoofdzin kun je nooit het woordje niet tussen het onderwerp en de persoonsvorm plaatsen. - In de bijzin staat de persoonsvorm verderop in de zin. - Een bijzin begint meestal met een voegwoord, maar let op: de voegwoorden en, of, maar, want en dus verbinden altijd een hoofdzin met een hoofdzin. Een paar voorbeelden (de voegwoorden zijn vetgedrukt): - Ik ken de liedjes van Toontje Lager wel, want mijn moeder heeft een paar cd’s van die groep. (hoofdzin + hoofdzin) - Ik luister graag naar liedjes van Frank Boeijen, omdat ik de teksten heel mooi vind. (hoofdzin + bijzin) - Toen ik het lied Over de Muur voor de eerste keer hoorde, begreep ik het helemaal niet. (bijzin + hoofdzin)
29
Nederlandstalig HOOFDSTUK 2
8 Doe nog Maar een keer (1)
Lees eerst de tekst Samengestelde zinnen. Bekijk daarna de zinnen hieronder. Schrijf de hoofdzin(nen) en de bijzin op (als die er is). Schrijf van elke deelzin alleen het eerste en het laatste woord op. Noteer ook het voegwoord dat beide deelzinnen met elkaar verbindt. De eerste zin is al voorgedaan.
1
Het eerste album van Doe Maar was niet echt een succes, maar het tweede album Skunk was dat wel. Hoofdzin: Het t/m succes Hoofdzin: maar t/m wel. Bijzin: -- Voegwoord: maar
2
De echte doorbraak kwam echter in maart 1982, toen de single Doris Day uitkwam. Hoofdzin: Hoofdzin: Bijzin: Voegwoord:
3
Nadat Doe Maar met het lied De Bom inspeelde op de dreiging van een kernoorlog, werd de groep in Nederland megapopulair. Hoofdzin: Hoofdzin: Bijzin: Voegwoord:
4
Het serieuze liedje Pa behaalde ook de eerste plaats, maar het succes groeide de groep al snel boven het hoofd. Hoofdzin: Hoofdzin: Bijzin: Voegwoord:
5
In 1984 ging de succesvolle band uit elkaar, omdat de bandleden niet meer op één lijn zaten. Hoofdzin: Hoofdzin: Bijzin: Voegwoord:
30
Nederlandstalig HOOFDSTUK 2
9 Doe nog Maar een keer (2)
Lees eerst de tekst Samengestelde zinnen. Bekijk daarna de zinnen hieronder. Schrijf de hoofdzin(nen) en de bijzin op (als die er is). Schrijf van elke deelzin alleen het eerste en het laatste woord op. Noteer ook het voegwoord dat beide deelzinnen met elkaar verbindt.
1
De fans waren verbijsterd en het nieuws haalde zelfs het NOS-journaal. Hoofdzin: Hoofdzin: Bijzin: Voegwoord:
2
Toen de band in 2000 opnieuw ging optreden, kwam de droom van veel fans uit. Hoofdzin: Hoofdzin: Bijzin: Voegwoord:
3
In 2008 was het weer raak, want in dat jaar stond de band vier keer in de Kuip. Hoofdzin: Hoofdzin: Bijzin: Voegwoord:
10 Zelf mixen
Maak nu zelf van onderstaande zinnen een goedlopende samengestelde zin. Bij elke zin zijn meer mogelijkheden. Je kiest er maar één, maar let wel op dat je bij elke zin een ander voegwoord gebruikt.
1
Zijn zus houdt van Nederlandstalige muziek. Ze heeft een kast vol verzamelcd’s.
Zijn zus houdt van Nederlandstalige muziek, dus ze heeft een kast vol verzamelcd’s. 2
Het popfestival was helemaal uitverkocht. Er werd niemand meer toegelaten.
3
Die zanger wilde stagediven. Hij belandde hard op de grond.
4
Mijn vriend heeft kaartjes voor het concert van Bløf gekocht. Ik heb vrij gevraagd.
31
Nederlandstalig HOOFDSTUK 2
11 Andere tijden
Lees de tekst Voltooide tijd. Lees daarna onderstaande zinnen goed door. Zet elke zin van de onvoltooide tijd om naar de voltooide tijd. De eerste zin is alvast voorgedaan.
1
Ik houd altijd veel van rap- en soulmuziek uit Amerika.
Ik heb altijd veel van rap- en soulmuziek uit Amerika gehouden. 2
Toch verandert mijn muzieksmaak de laatste jaren nogal.
3
Ik luister ook graag naar Nederlandstalige liedjes.
4
Ik verzamel ook wel Nederlandstalige cd’s.
5
Gisteren kocht ik bijna de nieuwste cd van Guus Meeuwis.
6
Ik telde al mijn geld, maar helaas ...
7
Ik wacht dus eerst maar weer even op vers zakgeld.
8
Welke muziekstijl spreekt jou het meest aan?
32
Nederlandstalig HOOFDSTUK 2
Voltooide tijd De voltooide tijd herken je aan de combinatie van persoonsvorm en voltooid deelwoord. Als je een voltooid deelwoord moet schrijven van een zwak werkwoord en je weet niet of je een -d of een -t moet schrijven aan het eind, dan zijn er twee manieren om daarachter te komen. - Je kunt het voltooid deelwoord langer maken. Je hoort dan vanzelf welke letter het moet zijn. Bijvoorbeeld: floppen - de geflopte cd, dus je schrijft ook: geflopt. Of: branden - de gebrande cd, dus het is gebrand. - Je kunt ook het ezelsbruggetje foxy pakt chips gebruiken. Eindigt de stam op een letter die in foxy pakt chips staat? Dan eindigt het voltooid deelwoord op een -t. Anders op een -d. Bijvoorbeeld: dansen - danste - gedanst, swingen - swingde - geswingd. - Let goed op bij werkwoorden als suizen of durven: Mijn oren hebben gesuisd en Hij heeft het niet gedurfd. Maar: Hij heeft gecrowdsurft, want het hele werkwoord is crowdsurfen en de stam is dus crowdsurf. Er bestaan twee voltooide tijden: - In de voltooid tegenwoordige tijd staat de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Bijvoorbeeld: Ik heb gezongen. - In de voltooid verleden tijd staat de persoonsvorm in de verleden tijd. Bijvoorbeeld: Ik had gezongen.
12 Iets om over na te denken
Lees onderstaande zinnen goed door. Zet alle zinnen in de voltooide tijd. Dat doe je door de werkwoorden in de goede vorm op te schrijven. De werkwoorden die je moet gebruiken, staan tussen haakjes. De eerste zin is alvast voorgedaan.
gespeeld
1
De band heeft mooi
2
Wij hebben urenlang
3
Mijn broer had nooit eerder
4
Deze popgroep is meteen
5
De muziekprijs is op feestelijke wijze
6
Dat nummer was duidelijk
7
Mijn zusje heeft zich bij het optreden geweldig
8
Zij had dan ook lang
9
Mijn oren hebben na dat concert nog lang
10
Ik heb meteen die muziek
(spelen). (dansen). (crowdsurfen). (contracteren). (uitreiken). (playbacken). (uitsloven). (oefenen).
33
(suizen). (downloaden).
Nederlandstalig HOOFDSTUK 2
Citeren Een citaat is een letterlijke uitspraak van iemand, die je in een tekst weergeeft. Dat weergeven noem je citeren. Je gebruikt daarbij aanhalingstekens. Citeren kan op een aantal manieren: - Joanne zegt: ‘Volgende week ga ik naar een concert van Guus Meeuwis.’ - ‘Volgende week ga ik naar een concert van Guus Meeuwis,’ zegt Joanne. - ‘Volgende week,’ zegt Joanne, ‘ga ik naar een concert van Guus Meeuwis.’
13 Goed bekeken
Niet alleen het zangtalent is belangrijk voor een artiest. Ook de ‘looks’ tellen mee. Lees eerst de tekst Citeren. Bekijk daarna de tekst Guus Meeuwis bekendste brildrager van het jaar. In deze tekst ontbreken hoofdletters en leestekens. Schrijf de tekst over en plaats waar nodig hoofdletters en leestekens. Let op: in de tekst staat ook een citaat. Kom je er niet uit? Lees dan nog eens de tekst Hoofdletters en leestekens in hoofdstuk 1 door. guus meeuwis bekendste brildrager van het jaar guus meeuwis is gekozen tot bekendste brildrager van het jaar de zanger is met bloemen en champagne in het zonnetje gezet de 36-jarige zanger is dolblij met de verkiezing ik vind het super dat ik ben gekozen tot bekendste brildrager van nederland vertelt de brabander meeuwis volgt minister-president balkenende op die vorig jaar in het zonnetje werd gezet
34
Nederlandstalig HOOFDSTUK 2
14 Da’s geen bluf!
Lees eerst de tekst Werkwoordstijden. Lees daarna onderstaande zinnen goed door. Schrijf de zinnen over en zet ze steeds in de gevraagde tijd. De werkwoorden die je moet gebruiken, staan tussen haakjes. De eerste zin is alvast voorgedaan.
1
Vtt: Bløf (oprichten) in 1992.
Bløf is opgericht in 1992. 2
Ovt: Bløf (krijgen) landelijke bekendheid met de single Liefs uit Londen.
3
Ott: Sinds 2001 (bestaan) de Zeeuwse popgroep uit Paskal Jakobsen, Bas Kennis, Peter Slager en Norman Bonink.
4
Vtt: In dat jaar (overlijden) de toenmalige drummer, Chris Götte, na een verkeersongeluk.
5
Vvt: De huidige drummer, Norman Bonink, (spelen) eerder in de band van Frank Boeijen.
6
Ovt: Na de dood van Götte (uitbrengen) de band het album Blauwe Ruis.
7
Vvt: De single Mooie dag (bereiken) het grote publiek.
8
Ovt: Op 27 september 2008 (binnenkomen) de single Oktober op de eerste plaats van de Single Top 100.
Werkwoordstijden Zinnen staan in een bepaalde tijd. De volgende vier werkwoordstijden komen veel voor. Het gaat om: - de onvoltooid tegenwoordige tijd (ott), bijvoorbeeld: Ik zing dit lied voor jou alleen. - de onvoltooid verleden tijd (ovt), bijvoorbeeld: Ik zong dit lied voor jou alleen. - de voltooid tegenwoordige tijd (vtt), bijvoorbeeld: Ik heb dit lied voor jou alleen gezongen. - de voltooid verleden tijd (vvt), bijvoorbeeld: Ik had dit lied voor jou alleen gezongen.
35
Nederlandstalig HOOFDSTUK 2
15 Lastige woorden
Lees de zinnen hieronder. Iedere zin bevat een lastig woord. Zoek bij elke vraag het goede antwoord.
1
1
Mijn broer had gecrowdsurft. Wat is ‘crowdsurfen’?
2
De zanger is met bloemen en champagne in het zonnetje gezet. Wat betekent ‘in het zonnetje zetten’?
3
Die zanger wilde stagediven. Wat is ‘stagediven’?
4
Dit debuutalbum België kreeg de platina status. Wat betekent ‘status’?
5
Nadat Doe Maar met het lied De Bom inspeelt op de dreiging van een kernoorlog, wordt de groep in Nederland megapopulair. Wat betekent ‘inspelen op’?
6
De fans zijn verbijsterd en het nieuws haalt zelfs het NOS-journaal. Wat betekent ‘verbijsterd’?
7
De huidige drummer had eerder in de band van Frank Boeijen gespeeld. Wat betekent ‘huidige’?
8
Ook Het Goede Doel, Toontje Lager en de Frank Boeijen Groep gooiden hoge ogen. Wat betekent ‘hoge ogen gooien’?
9
Dit debuutalbum België kreeg de platina status. Wat is ‘platina’?
10
In dat jaar is de toenmalige drummer na een verkeersongeluk overleden. Wat betekent ‘toenmalige’?
A
positie, notering
B
zilverkleurig kostbaar metaal
C
over hoofden en handen van het publiek voortbewogen worden
D
reageren op
E
succes hebben
F
van streek gebracht
G
van die tijd
H
van het podium in het publiek springen
I
tegenwoordige
J
extra (positieve) aandacht geven 2
3
4
5
36
6
7
8
9
10
Nederlandstalig HOOFDSTUK 2
16 Een tussentijdse lijst
Je bent nu aan het eind gekomen van het tweede hoofdstuk. Een mooi moment om weer voor jezelf te beoordelen welke onderdelen je al beheerst en aan welke je nog moet werken. Vul de lijst verder in.
Onderdeel
Beheers ik al
Moet ik nog aan werken
Zinnen ontleden
Hoofdletters en leestekens
Werkwoordspelling
Woordsoorten benoemen
Hoofd- en bijzinnen onderscheiden
Samengestelde zinnen maken
17 Lekker luisteren
Je hebt nu wel heel veel gelezen over Nederpop, maar je hebt de bijbehorende liedjes nog niet gehoord! Je krijgt van je docent fragmenten te horen van een aantal liedjes van dit hoofdstuk. Luister goed. Schrijf hieronder de titels op van de liedjes jij het leukst vindt.
37