Embuild Magazine

Page 10


NOVEMBER 2024

Maandblad van en voor de aannemer en de installateur Uitgave van Embuild • Kunstlaan 20, 1000 Brussel • afgiftekantoor Gent X • 6 euro

DOSSIER Hoe goed werken de bouwteams?

DIGITAL CONSTRUCTION BRUSSELS

7de editie van Digital Construction beurs schot in de roos

WEEK VAN DE BEMIDDELING

Focus op een alternatieve methode om conflicten op te lossen

VISIEMOMENT VAN EMBUILD VLAANDEREN

Flanders Build staat centraal

ALTIJD MEE, PRO EN PRIVÉ

Je bent je eigen baas en je werkt elke dag hard voor je klanten. Je verwacht terecht ook het beste van je partners. Bij Federale Verzekering zetten we ons al meer dan 100 jaar in voor ondernemers zoals jij. We beschermen kostbare en onmisbare machines, maar ook je aansprakelijkheid. Een aanvullend pensioen? Daar hebben we de oplossingen voor. En natuurlijk ben je niet enkel ondernemer. We beschermen dan ook je gezinswoning en je familie... en we zorgen voor het spaarpotje voor je oogappel!

Federale Verzekering. Altijd mee, pro en privé. Meer info op federale.be

Raadpleeg altijd de algemene voorwaarden alsook de financiële en technische infofiches voor je intekent op een product leven. Federale Verzekering – V.U: Tom De Troch – Stoofstraat 12 – 1000 Brussel  - www.federale.be - Gemeenschappelijke Kas voor Verzekering tegen Arbeidsongevallen - Vereniging van Onderlinge LevensverzekeringenCoöperatieve Vennootschap voor Verzekering tegen Ongevallen, Brand, Burgerlijke Aansprakelijkheid en Diverse Risico’s CV - RPR Brussel BTW BE 0407.963.786/BE 0408.183.324/ BE 0403.257.506.

Na nieuwbouw zit nu ook renovatie in het slop: btw verhogen is contraproductief

Terwijl nieuwbouwprojecten al langer onder druk staan, dreigt nu ook de broodnodige renovatie van ons verouderde woningpark vast te lopen. Een nieuwe analyse, die onze bouwfederatie maakte, schetst een alarmerend beeld: het aantal vergunde woningrenovaties daalde in de eerste helft van dit jaar met 4%, een trend die bovendien al sinds 2022 aanhoudt. Nochtans moet het aantal renovaties drastisch naar omhoog, want driekwart van onze woningen is ouder dan 45 jaar en voldoet lang niet aan de energienormen die ons klimaatbeleid vereisen.

Willen we tegen 2050 onze woningen CO2-neutraal maken, dan moet het renovatietempo omhoog. Stevig omhoog, zelfs. Met het huidige tempo van 144 renovaties per dag komen we er niet. We hebben in Vlaanderen drie keer zoveel renovaties nodig om die doelstelling te halen. In Brussel en Wallonië zelfs vier keer zoveel. We moeten in België dus geen 144 woningen per dag renoveren, zoals nu het geval is, maar wel 471. Die renovaties zijn noodzakelijk om, zoals Europa het wil, resoluut te gaan voor duurzame en energiezuinige woningen.

Ook daarom hebben we dringend een sterke federale regering nodig. Een regering die het voorstel dat op tafel ligt om de btw op renovatie te verhogen van 6% naar 9% volledig links laat liggen. Die btw-verhoging zou de renovatiekosten voor de particulier immers met gemiddeld 3000 tot 4500 euro doen stijgen. Zo'n maatregel zou niet alleen de renovatiemarkt verstikken, maar ook het gevaar vergroten dat renovaties terug het zwarte circuit in verdwijnen. Onnodig te zeggen dat dit absoluut niet wenselijk is én nefast voor de schatkist op de koop toe.

De renovatiesector heeft net nood aan ondersteuning. Het behoud van de btw-verlaging op 6% is een absolute must om het financieel haalbaar te houden voor verbouwers. Bovendien is het essentieel voor ons dat ook verkoopprojecten sloop en herbouw in aanmerking komen voor dit verlaagde btw-tarief van 6%. Dat is niet alleen nodig om verouderde woningen te vervangen, maar ook om nieuwe woongelegenheden te creëren die dringend nodig zijn om de bevolkingsgroei op te vangen.

We hebben dringend nood aan stimulerend beleid dat bouwen en verbouwen verder aanmoedigt in plaats van afremt. Elke politieke keuze die de woningbouw en -renovatie bemoeilijkt, is, gezien de vele uitdagingen op demografisch en klimaatvlak, gewoonweg een contraproductieve keuze.

" We moeten in België geen 144 woningen per dag renoveren, zoals vandaag het geval is, maar wel 471. Die renovaties zijn noodzakelijk om onze woningen, zoals Europa het wil, te verduurzamen "

BEMIDDELD IN DE SECTOR, ONDANKS DE VELE VOORDELEN ERVAN

3 ● Edito

Btw verhogen is contraproductief

7 ● Gewestelijk standpunt

Inname openbare weg in Brussel: een echte kopzorg voor aannemers en installateurs.

PRIKBORD

8 ● Digital Construction Brussels

7de editie van Digital Construction beurs schot in de roos

BOUWBELANGEN

10 ● Week van de bemiddeling

Focus op een alternatieve methode om conflicten op te lossen

12 ● Fiscaliteit

Btw-ketting krijgt modern kleedje vanaf 1 januari 2025

13 ● Vacatures

Gezocht: 17.354 werknemers

DOSSIER

15 ● Inleiding

Hoe goed werken de bouwteams?

16 ● Juridische aspecten

“Een manier van werken waarbij de expertise van de bouwpartijen beter op elkaar kan worden afgestemd.”

18 ● Wust

“Bij deze manier van opdrachten plaatsen worden alle competenties van het bedrijf optimaal benut.”.

Embuild nam deel aan een seminarie in het kader van de Week van de Bemiddeling, die begin oktober werd gehouden. Getiteld: “De kracht van bemiddeling bij bouwconflicten”. Dit seminarie werd georganiseerd samen de FOD Justitie en de Federale Bemiddelingscommissie. Francis Walschot, jurist, en Christine Lhoste, directeur-generaal van Embuild, vertegenwoordigden onze beroepsvereniging. We hebben de hoofdzaken samengevat in de vorm van antwoorden op (jullie) vragen.

DOSSIER/HOE GOED WERKEN DE BOUWTEAMS?

In de woordenschat van onze sector heb je waarschijnlijk al gehoord van de term bouwteam. Sommige aannemers hebben dit steeds populairdere bouwproces al onder de knie, terwijl andere daar nog niet mee vertrouwd zijn. Vandaar ons besluit om het te presenteren in het dossier van deze maand.

VISIEMOMENT VAN EMBUILD VLAANDEREN MET FOCUS OP FLANDERS BUILD

Op 8 oktober stelde Embuild Vlaanderen haar visienota 2024 voor met als titel Bouwinnovatie uit de startblokken. Maar het visiemoment bleef niet beperkt tot de voorstelling van een nota. Het was de bedoeling om hierdoor ook interesse voor het nieuwe initiatief van Flanders Build op te wekken.

20 ● Plan 9

“De architect is niet langer de dirigent van het orkest, maar blijft een centrale partner bij deze manier van samenwerken.”

20 ● Lantis

Lantis pioniert voor Oosterweelverbinding met contractvorm NEC4

24 ● Buildwise

Een studie over toepassingen en succesfactoren

SECTOR & BEROEPEN

28 ● Visiemoment van Embuild Vlaanderen

Flanders Build staat centraal

32 ● Nieuw Vlaams regeerakkoord

Doorgelicht door beleidsadviseurs van Embuild Vlaanderen

36 ● Klimaatdakcongres 2024

Multifunctionele daken als oplossing voor ruimtelijke en klimaatuitdagingen

38 ● Mondial du bâtiment

Een onderdompeling in het Parijse evenement

40 ● Buildwise

BOUWTEAM VRT MORGEN BOUWT HET NIEUWE GEBOUW VAN DE VLAAMSE PUBLIEKE OMROEP VRT

Aan de Reyerslaan in Brussel wordt momenteel druk gewerkt aan de ruwbouw voor het nieuwe gebouw voor de Vlaamse publieke omroep VRT. Het gebouw zou binnen een paar jaar klaar moeten zijn. Niet alleen naar omvang en mediabekendheid gaat het om een uitzonderlijk project. Het is bovendien illustratief voor een groot en complex project dat door een bouwteam wordt gerealiseerd.

• Technieken voor de energetische renovatie van muren

• ETICS op houtskeletbouw: aansluiting aan de muurvoet

PROJECTEN & BEDRIJVEN

44 ● Project

Het nieuwe VRT-gebouw

46 ● Ledenvoordelen

Uw lidmaatschap rendeert!

49 ● Bouwmarkt

• Renson

50 ● Markant

• Nieuws over renovatiebeleid en -technieken voor woningen

• Cijfer van de maand

Laat je HR-administratie over aan Group S.

Of je nu een startende ondernemer bent of een HR-manager met jaren ervaring, je persoonlijke payroll advisor van Group S helpt je vlot bij al je HR-administratie. Met ervaring in je sector én advies op maat. Zodat jij gerust kan doen waar je goed in bent. Kijk voor meer informatie of maak een afspraak op groups.be

Your partner in HR

Inname openbare weg in Brussel: een echte kopzorg voor aannemers en installateurs

Embuild.Brussels heeft de krachten gebundeld met andere grote federaties om het Brussels Industries Synergy (BIS) platform te creëren. Samen vertegenwoordigen ze de Brusselse industrie en haar 85.000 jobs. Ze legden concrete ideeën voor aan de toekomstige gewestelijke regering om de dynamiek van de industriële sectoren te behouden.

Vandaag richt BIS zich tot de toekomstige gemeentelijke overheden op vier belangrijke punten: het verlagen van belastingen, het bevorderen van economische ontwikkeling, het investeren in infrastructuur en het verbeteren van veiligheid en netheid.

De bouwsector wordt met steeds meer uitdagingen geconfronteerd als het gaat om het tijdelijk innemen van de openbare weg. Elke bouwplaats vereist het gebruik van een deel van de openbare ruimte, of het nu is om steigers op te zetten, materialen op te slaan of werkzones aan te leggen.

Het innemen van de openbare weg is vaak essentieel. Maar de gemeenten hebben ontdekt dat het een bijna onuitputtelijke bron van geld is waarmee ze de gemeentekas kunnen spijzen.

De gevraagde bedragen, die elk jaar stijgen, bereiken ongerechtvaardigde hoogten. Op dit moment kost het innemen van de openbare ruimte in Brussel gedurende 30 dagen meer dan het huren van een grote flat in de beste wijken. Bovendien is het voor bedrijven niet mogelijk om duidelijk te voorspellen welke vergoedingen ze zullen moeten betalen, omdat de regels van gemeente tot gemeente verschillen. Het is een echte kopzorg, en daar komen in de meeste gemeenten nog dossierkosten en technische kosten bij.

Samen met Embuild.Brussels roept Brussels Industries Synergy op om deze belastingen, die onevenredig bijdragen tot de stijgende kosten voor huisvesting, te harmoniseren en te verlagen. We moeten evenwichtige oplossingen vinden om een sector te ondersteunen die essentieel is voor de lokale economie en tegelijkertijd de openbare ruimte harmonieus beheren. De bedragen moeten in verhouding staan tot de werkelijke impact van de tijdelijke inname.

Het is dringend. Uit alle onderzoeken blijkt dat steeds minder aannemers en installateurs bereid zijn om in de stad te werken, en terecht..

Jean-Christophe Vanderhaegen Directeur-generaal Embuild.Brussels

" Op dit moment kost het innemen van de openbare ruimte in Brussel gedurende 30 dagen meer dan het huren van een grote flat in de beste wijken. "

Meer exposanten en meer bezoekers

Aan de zevende editie van de Digital Construction beurs namen dit jaar 50 standhouders deel, vijf meer dan in 2023. De beurs mocht uiteindelijk zo’n 800 bezoekers ontvangen. Dat is een record. Maar ook kwalitatief was de beurs een schot in de roos.

“Het was een succeseditie, vooral door nieuwe intiatieven zoals het BIM-examen, een BIMspel en een BIM-debat. We zagen dat dit absolute trekpleisters zijn. Het draagt ook bij tot de community feeling die we onder meer met Buildwise willen creëren”, besluit Louis Casteleyn, digitaal bouwadviseur bij Buildwise. Ook Techlink sprak van een topeditie. Medeorganisator Kristel Dekempeneer voegt er vanuit Embuild aan toe: “Ik heb alleen maar positieve reacties gehoord. De bezoekers spraken met lof over de talrijke en interessante infomomenten en de exposanten vonden dat zij de doelgroep hadden bereikt die zij voor ogen hadden.”

Digitaal beter communiceren

Een van de nieuwe exposanten was het IT-bedrijf Ziggu dat klantenportalen ontwikkelt. Volgens medeoprichter Vincent Van Impe heeft deze aanwezigheid te maken met de ruimere focus van zijn nog jonge bedrijf. Terwijl Ziggu zich aanvankelijk vooral richtte tot projectontwikkelaars, willen zij nu iedereen benaderen die bouwt. Want hun manier van klantenportaal ontwikkelen is vandaag ook beschikbaar voor architecten, aannemers en installateurs.

Vincent Van Impe: “Zelf ben ik architect van vorming en het frustreerde me telkens dat klanten uiteindelijk toch niet zo tevreden waren omdat wij te weinig communiceerden. Vandaar de idee van een tool die ertoe kan bijdragen dat iedereen die bij een project

betrokken is, dezelfde taal spreekt. En dat helpt niet alleen de klanten vooruit maar ook de onderaannemers. Ook zij krijgen dan een beter inzicht in het project en kunnen op basis daarvan de klanten beter adviseren over vormen en kleuren.”

Gegroeid vanuit de sector

Ook de firma Conneqtr heeft dit jaar voor de eerste maal aan de beurs deelgenomen. CEO en oprichter Steven Everaert was vier jaar lang voorzitter van de Digital Board bij de VBA (Vereniging der Belgische Aannemers van Grote Bouwwerken). Via deze functie heeft hij de noden van de sector door en door leren kennen. Het bedrijf Conneqtr dat hij drie jaar geleden heeft opgestart, is dus vanuit de bouwsector zelf gegroeid. Zijn oplossingen worden nu al op meer dan 2.500 actieve bouwplaatsen gebruikt.

Veel interesse voor het BIM-debat.
"

De focus van Conneqtr ligt op de digitalisering van processen die verband houden met de uitvoeringsfase van werken: enerzijds op de sociale en veiligheidsadministratie en anderzijds op het leveringsproces van bestelling tot factuur. “Typisch voor onze applicaties is dat wij niet alleen denken vanuit de hoofdaannemers maar vanuit het volledige ecosysteem van hoofd- en onderaannemers en leveranciers. We hebben ook oog voor de integratie van onze apps in andere systemen (zoals toegangscontrole en ERP) en stellen onze data open voor onze gebruikers”, aldus nog Steven Everaert.

Veiligheidsopleidingen in VR

Wouter Van Derbeken was er vorig jaar ook al bij. Zijn firma The Hazard Factory biedt een divers scala aan Virtual Reality (VR)-veiligheidsopleidingen aan. Zelf heeft hij de preventiedienst van een groot bedrijf geleid. Wouter Van Derbeken: “Ik heb vastgesteld dat veel arbeiders de opgelegde veiligheidsopleidingen tegen hun zin volgden. Bovendien waren daar veel anderstaligen bij die de opleidingen amper konden volgen. Vandaar de idee om voor die opleidingen VR-brillen in te schakelen en scenario’s uit te denken waarbij de deelnemers op zoek moesten gaan naar gevaarlijke situaties. Op die manier gelijken de veiligheidsopleidingen meer op een educatief spel. Bovendien hebben we ervoor gezorgd dat dit spel in gelijk welke taal kan worden gespeeld.”

In 2023 heeft The Hazard Factory met haar opleidingen 3.000 deelnemers kunnen bereiken en dit jaar hoopt Wouter Van Derbeken aan 12.000 deelnemers te komen. Bo-

Vijftig standhouders namen deel, vijf meer dan in 2023 "

vendien wordt het aanbod continu verder uitgebreid naar bijvoorbeeld asbestherkenning en naar het leren inschatten van gevaarlijke verkeerssituaties.

Laagdrempelig projectmanagement

Dalux is een Deens familiebedrijf dat al 20 jaar bestaat en intussen reeds voor de vierde keer aan de Digital Construction beurs deelnam. Het bedrijf spitst zich toe op digitaal projectmanagement. Technical sales executive Peter Bruggeman legt uit: “Ons programma biedt een compleet beheersysteem per project aan, vanaf de ontwerpfase tot de uiteindelijke exploitatie. Wij focussen daarbij op een laagdrempelige gebruikservaring. Iedereen, van projectmanager tot ploegbaas, moet vlot de applicatie kunnen gebruiken. Zij moeten in het systeem gemakkelijk problemen kunnen signaleren en anderen moeten daarin gemakkelijk oplossingen kunnen aanreiken.”

Het programma is in meerdere talen beschikbaar. 'Customer centricity' is geen loos woord bij Dalux. Jaarlijks organiseert Dalux per land gebruikersdagen waardoor de gebruikers en het bedrijf van elkaar kunnen leren. Bovendien vindt jaarlijks wereldwijd een Dalux Summit plaats. Als keynote speakers schuift Dalux systematisch gebruikers naar voor. Zo legde op de Digital Construction beurs de firma Cordeel op een druk bijgewoond infomoment de werking van Dalux uit.

Druk bijgewoonde Digital Construction beurs.
Ziggu nam voor de eerste maal deel

Er wordt nog te weinig bemiddeld in de sector, ondanks de vele voordelen ervan

Embuild nam deel aan een seminarie in het kader van de Week van de Bemiddeling, die begin oktober werd gehouden. Getiteld: “De kracht van bemiddeling bij bouwconflicten”. Dit seminarie werd georganiseerd samen de FOD Justitie en de Federale Bemiddelingscommissie. Francis Walschot, jurist, en Christine Lhoste, directeurgeneraal van Embuild, vertegenwoordigden onze beroepsvereniging. We hebben de hoofdzaken samengevat in de vorm van antwoorden op (jullie) vragen.

Wat is bemiddeling?

Bemiddeling is een van de alternatieve methoden om conflicten op te lossen. Andere voorbeelden zijn onderhandeling, verzoening, niet-bindend advies van derden, bindende beslissingen van derden, arbitrage en de rechtsvordering.

De Federale Bemiddelingscommissie stelt deze definitie voor: bemiddeling is een vertrouwelijk en gestructureerd proces waarbij de partijen zelf met de hulp van een onafhankelijke, neutrale en onpartijdige derde een geschil pogen te schikken. Er wordt naar een win-winsituatie gestreefd die tegemoetkomt aan de belangen van alle partijen.

De rechtbanken nodigen partijen steeds vaker uit om een minnelijke schikking te zoeken, zoals bemiddeling. Dit is positief voor zowel bedrijven als burgers.

Wat zijn de kenmerken?

Onthoud drie woorden.

VERTROUWELIJK: Alles wat gezegd of geschreven wordt tijdens de bemiddeling blijft vertrouwelijk. Niets mag openbaar worden gemaakt in juridische, arbitrage- of andere procedures. Afzonderlijk en vertrouwelijk overleg tussen de bemiddelaar en een andere partij is mogelijk in het kader van een caucus, wat een individuele bijeenkomst is tussen de bemiddelaar en elke partij bij het geschil.

VRIJWILLIG: Niemand is gedwongen om deel te nemen en deelnemers kunnen op elk mo-

" De procedure is sneller en leidt meestal na een paar zittingen tot een oplossing. "

ment de onderhandelingstafel verlaten. De oplossing wordt niet van bovenaf opgelegd.

NEUTRAAL: De partijen doen aan bemiddeling met een onpartijdige, onafhankelijke en neutrale derde partij die geen partij kiest en die getraind is in communicatie- en bemiddelingstechnieken.

Hoe werkt de procedure?

Er zijn twee soorten bemiddeling: door de rechtbank opgelegde bemiddeling, op gezamenlijk verzoek van de partijen of op verzoek van een van de partijen, en buitengerechtelijke bemiddeling, op initiatief van de partijen zelf.

Om een procedure te starten moet over het algemeen een van de partijen het initiatief nemen, vaak na overleg met de andere partij. Dit kan worden geregeld in contractuele bepalingen, die een bemiddelingsclausule kunnen bevatten. Deze clausule verplicht of adviseert de partijen om, in geval van een geschil, eerst bemiddeling te proberen voordat ze een gerechtelijke procedure starten. Als er geen clausule is, kunnen de partijen nog altijd vrijwillig beslissen om een beroep te doen op bemiddeling. In alle gevallen moet er een schriftelijk akkoord worden opgesteld.

Rond de tafel zitten alle besluitvormers van de conflicterende partijen, eventueel de advocaten, een erkende bemiddelaar en eventueel deskundigen met een relevante specialisatie.

Uiteindelijk blijft het bemiddelingsakkoord een minnelijke overeenkomst en is deze alleen geldig tussen de partijen. Als een van de partijen dit akkoord niet nakomt, kan de andere partij haar niet dwingen dit wel te doen. Ze kan bijvoorbeeld geen deurwaarder inschakelen bij een minnelijke schikking. Om het akkoord extra kracht bij te zetten, moet men dit laten homologeren door de rechtbank, die er dan dezelfde waarde aan toekent als aan een vonnis. Bij een geschil stappen de partijen naar de rechtbank.

Wat

zijn de voordelen van bemiddeling?

Ze zijn talrijk. De statistieken tonen aan dat 80% van de procedures resulteert in een akkoord. De partijen behouden de controle over de oplossing van het conflict, wat betekent dat ze goede onderlinge relaties moeten onderhouden. Wat kost dat? Minder dan een klassieke rechtsvordering, want de partijen delen de kosten.

Je bent aannemer of installateur, dus je hebt niet veel tijd. Goed nieuws! De procedure is sneller en leidt meestal na een paar zittingen tot een oplossing. Ook belangrijk: je bouwplaats ligt niet stil tijdens de bemiddeling.

Waarom wordt er zo weinig

bemiddeld in de sector?

Ondanks de vele voordelen die hierboven zijn genoemd, blijft het een feit dat er in de bouwsector te weinig wordt bemiddeld. De actoren kennen de voordelen van deze procedure niet. Vaak zijn gebreken in de werken of een wanbetaling het uitgangspunt voor geschillen (B2C-, B2B- en B2G-contracten). Als gevolg daarvan nemen ze al snel hun toevlucht tot klassieke rechtsvorderingen, die toch wel erg duur zijn maar als directer en minder "soft" worden beschouwd.

Een ander struikelblok is de moeilijkheid om een bemiddelingsprotocol te sluiten, gezien het grote aantal actoren dat bij een project betrokken is. Maar met de hulp van een bemiddelaar zullen ze weer leren communiceren.

Om het gebruik van deze procedure onder de actoren in de sector te promoten en aan te moedigen, heeft de Federale Bemiddelingscommissie dan ook een speciale afdeling opgericht voor bemiddeling in de bouw. Ze moedigt partijen aan om bemiddelingsclausules op te nemen in de contracten (noot van de redactie:

Dit seminarie werd georganiseerd samen de FOD Justitie en de Federale Bemiddelingscommissie. Francis Walschot (op de foto tweede van rechts), jurist, en Christine Lhoste, directeur-generaal van Embuild (eerste van links), vertegenwoordigden onze beroepsvereniging.

Embuild neemt een bemiddelingsclausule op in de contracten voor haar leden) en organiseert informatiecampagnes, zoals deze Week van de Bemiddeling.

Deze commissie controleert ook de kwaliteit van de bemiddeling en heeft een lijst van erkende bemiddelaars opgesteld op haar website: https://fbc-cfm.be/. De partijen kunnen dus een beroep doen op deze erkende bemiddelaars en omdat geschillen vaak zeer technisch zijn, kunnen ze ook gebruik maken van de diensten van Buildwise-experts.

Hoe zit het bij

overheidsopdrachten?

Bij overheidsopdrachten wordt er maar zelden bemiddeld. Tot het einde van de jaren 1990 kon het Hoog Comité van Toezicht bij een geschil tussen een aanbestedende overheid en een aannemer of installateur een advies uitbrengen, wat er heel vaak toe leidde dat de partijen op basis van dit advies een minnelijke schikking troffen. Dit Comité is verdwenen, waardoor de partijen weer naar de rechtbank stappen. Embuild roept op tot het weer invoeren van een bemiddelingsorganisatie voor deze opdrachten.

Besluit

Als je slechts één punt van dit webinar zou moeten onthouden, raden we je deze passage aan uit de conclusie van Christine Lhoste, de directeur-generaal van onze studiedienst: "Bemiddeling zou meer aandacht moeten krijgen in de bouwsector als een manier om geschillen in der minne op te lossen voordat er gerechtelijke stappen worden ondernomen. Het is sneller, efficiënter en goedkoper, en het helpt harmonieuze relaties tussen de partijen in stand te houden."

Btw-ketting krijgt modern kleedje

Op 1 januari 2025 treedt een belangrijke btwhervorming in werking: de modernisering van de btw-ketting. Deze hervorming heeft als doel om het btw-proces te vereenvoudigen, maar wil ook het indienen van de periodieke btw-aangiften, het betalen van verschuldigde btw en het terugkrijgen van btwtegoeden vergemakkelijken.

Afschaffing van de rekeningcourant

Eén van de belangrijkste wijzigingen is de afschaffing van de rekening-courant, die gebruikt wordt voor het beheer van betalingen, teruggaven en de schulden en tegoeden. De rekening-courant wordt vervangen door een nieuw instrument, de provisierekening btw. Met deze nieuwe tool wordt het voor belastingplichtigen eenvoudiger om hun schulden en vorderingen te beheren. Ze kunnen hun btw-schulden betalen, btw-kredieten toewijzen aan specifieke schulden en een volledige of gedeeltelijke teruggave van hun btw-kredieten aanvragen.

Voorstel tot vervangende aangifte

Met het verdwijnen van de rekening-courant verdwijnt ook de bijzondere rekening die wordt opgemaakt wanneer btw-aangiftes niet (of niet tijdig) worden ingediend en/of bij niet-betaling van btw-schulden.

Belastingplichtigen die hun aangiften niet of te laat indienen, krijgen vanaf 2025 een voorstel van vervangende aangifte. Dit voorstel van vervangende aangifte herneemt het hoogst verschuldigde btw-bedrag opgenomen in de btw-aangiften voor de 12 maanden die voorafgaan aan de periode waarop de niet-ingediende aangifte betrekking heeft. Er geldt een minimum van 2.100 euro.

Het voorstel kan alleen betwist worden door de aangifte alsnog in te dienen binnen een termijn van één maand vanaf de datum van uitwerking van de kennisgeving van het voorstel. Wordt de aangifte niet ingediend,

dan wordt het voorstel van vervangende aangifte definitief. Daarna kan er wel nog een administratief bezwaar ingediend worden.

Nieuwe aangiftetermijn

De termijn voor de indiening van kwartaalaangiftes wordt met vijf dagen verlengd waardoor deze ten laatste op de 25ste van elke maand na afloop van het kwartaal moeten worden ingediend. Voor maandaangevers blijft de indieningstermijn ongewijzigd.

Gewijzigde

teruggaafprocedure

Momenteel kan de teruggave van een btw-tegoed aangevraagd worden bij de indiening van de btw-aangifte volgend op een kalenderkwartaal waarvan het bestaande btw-tegoed op de rekening-courant wordt terugbetaald. Vanaf volgend jaar zal de teruggave via de btw-aangifte enkel betrekking hebben op het tegoed dat voortvloeit uit de aangifte zelf. Om in aanmerking te komen voor een teruggave van zijn btw-tegoed, moet de belastingplichtige voortaan al zijn periodieke btw-aangiften van de afgelopen zes maanden tijdig hebben ingediend en moet het btw-tegoed minstens 50 euro bedragen. Opgebouwde tegoeden uit eerdere aangifteperiodes zullen via een aparte procedure moeten worden teruggevraagd.

Maandaangevers kunnen hun btw-tegoed voortaan standaard (zonder dat er een speciale vergunning vereist is) maandelijks terugvragen en zullen de terugbetaling van hun tegoeden binnen twee maanden na de aangiftetermijn ontvangen. Voor kwartaalaangevers blijven de huidige termijnen voor teruggave van kracht.

Betaling via domiciliëring

De betaling van de btw gebeurt momenteel nog steeds via een manuele overschrijving met de relevante gestructureerde mededeling. Vanaf 2025 is het mogelijk om een mandaat aan de FOD Financiën te geven, waarbij domicilieringen kunnen worden ge-

bruikt om de btw-schuld te betalen op basis van de ingediende aangifte. Hoe dat praktisch in zijn werk zal gaan, is op dit moment nog niet bekend.

Dwingende antwoordtermijn

op vraag om inlichtingen

Er geldt momenteel geen dwingende termijn waarbinnen een vraag om inlichtin-

gen moet beantwoord worden. Er komt een verplichte antwoordtermijn van één maand vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de vraag om inlichtingen. Deze termijn wordt verkort tot 10 dagen wanneer er een btw-teruggaafcontrole loopt.

Gezocht: 17.354 werknemers

Ook al gaat het in de bouw- en installatiesector al een tijd beduidend minder goed, toch is 77% van de bedrijven op dit moment op zoek naar één of meerdere medewerkers, zo blijkt uit onderzoek van Embuild. Structureel staan er in heel België sowieso tussen de 14.000 en 20.000 vacatures open. Momenteel gaat het om 17.354 vacatures.

Van de bouw- en installatiebedrijven die nieuwe medewerkers zoeken, blijkt 89% die zoektocht als problematisch te ervaren. En dat is toch opmerkelijk in tijden van zwakke conjunctuur. Er dienen zich ook nu dus geen of te weinig kandidaten aan. Problematisch is dat dit personeelstekort een rem zet op de bouwactiviteiten: het leidt bij 20% van de bedrijven tot het later opstarten van werven en bij 10% tot het beperken van offertes, kortom tot minder inkomsten.

De sector blijft natuurlijk niet bij de pakken zitten om mensen warm te maken voor een job in de bouw- en installatiesector. Zo heeft Embuild op alle fronten brede wervingscampagnes lopen om het vaak nog verouderde imago van de bouw bij te stellen. “We zijn al lang veel meer dan baksteen en beton, hebben technologie omarmd en werken veiliger en properder. Dat maken we ook duidelijk aan het grote publiek door bijvoorbeeld aanwezig te zijn in games (Minecraft), op sociale media, op festivals en via een BouwWizard die jongeren meteen in contact brengt met opleidingen, stageplaatsen en jobs, al dan niet met de hulp

van een adviseur”, legt Niko Demeester, CEO van Embuild, uit. Die inspanningen zullen blijvend nodig zijn, want op lange termijn ogen de vooruitzichten voor de bouw- en installatiesector goed. Onze woningen en gebouwen hebben nood aan een grondige upgrade om te voldoen aan de Europese doelstellingen van de Green Deal, namelijk een koolstofvrije samenleving in 2050. Ook onze infrastructuur allerhande (openbare gebouwen, wegen, bruggen, fietspaden, scholen, sportcentra, …) doorstaat de tand des tijds niet meer en moet ‘future proof’ gemaakt. Concreet: we zullen binnen afzienbare tijd nog een pak extra handen tekort komen. Daarom ook is een veel grotere focus op activering, vorming en omscholing van niet-actieven een absolute prioriteit tijdens de komende legislatuur. De niet-actieven vormen immers een grote en groeiende arbeidsreserve, die tekorten in veel sectoren kan helpen oplossen. “Het kan niet dat de bouw- en installatiesector met een ernstig personeelstekort zit, terwijl er anderzijds een reservoir aan niet-actieven beschikbaar is dat nu amper wordt aangesproken. Daarom vragen we onder meer dat de regionale en federale regeringen veel meer inzetten op een echt activeringsbeleid. Wie kan werken, moet werken”, benadrukt Niko Demeester. Bovendien zorgen de werkgevers uit onze sector vaak voor opleiding op de werf zelf. Het enige wat ze verwachten is de bereidheid om de handen uit de mouwen te steken en de ‘goesting’ om te werken.

Hoe goed werken de bouwteams?

In de woordenschat van onze sector heb je waarschijnlijk al gehoord van de term bouwteam. Sommige aannemers hebben dit steeds populairdere bouwproces al onder de knie, terwijl andere daar nog niet mee vertrouwd zijn. Vandaar ons besluit om het te presenteren in het dossier van deze maand. Waarover gaat het? In een notendop: een bouwteam is een team (aannemer, architect en opdrachtgever) dat al in een vroeg stadium in het project, stroomopwaarts, nauw samenwerkt. Wat betekent dit? Wat is ieders rol? Wat zijn de veranderingen ten opzichte van een klassieke opdracht? Wat zijn de voordelen, maar ook de nadelen? In dit dossier lees je de antwoorden op deze vragen aan de hand van de getuigenissen van een jurist, een aannemer, een architectenbureau en een opdrachtgever.

Samenwerkingsmodaliteiten in een bouwteam

Met prof. Van Garsse als gids door bouwteamlandschap

Prof dr. meester Steven Van Garsse is een nationale en internationale autoriteit op het gebied van overheidsopdrachten, publiekprivate samenwerking en concessies. Hij was voorheen gedurende bijna 10 jaar manager van het Kenniscentrum PPS van de Vlaamse overheid en betrokken bij quasi alle grote Vlaamse PPS-projecten en gebiedsontwikkelingen. Hij heeft een ruime expertise inzake administratief en publiek recht, onder meer op het vlak van overheidsopdrachten en -contracten en concessies. Steven Van Garsse is ook één van de stichtende vennoten van het advocatenkantoor Equator. Wij interviewden hem over de samenwerkingsmodaliteiten en de opportuniteiten in bouwteams maar ook over hoe om te gaan met een aantal knelpunten.

Hoe kunnen wij het begrip ‘bouwteam’ best definiëren? Het woord ‘bouwteam’ is een containerbegrip. Hiervoor bestaat dus geen scherp omlijnde juridische definitie. Je kan het best omschrijven als een manier van werken waarbij de expertise van de bouwpartijen beter op elkaar kan worden afgestemd. Met name de aannemer zal dan in een vroeger stadium zijn expertise kunnen inbrengen om zo het project reeds in de ontwerpfase in overleg met de andere bouwpartners te optimaliseren.

Dat is niet zo bij een klassieke ‘sequentiele’ aanpak met eerst de aanstelling van een ontwerper en vervolgens de uitvoering van het ontwerp door aannemers. Dan worden aannemers vaak geconfronteerd met suboptimale keuzes. En die keuzes kan hij bij de uitvoering niet meer terugschroeven. Terwijl bij een sequentiële of lineaire aanpak de uitvoeringsopdracht typisch aan de laagste regelmatige inschrijver wordt toegekend, evolueren de partijen bij een bouwteamwerking veeleer naar een partnerschap waar wordt gewerkt met plafondprijzen of via targetkosten.

Een bouwteam kan uiteindelijk verschillende vormen aannemen en bijvoorbeeld tot stand komen via een specifieke optie in het Britse New Engineering Contract (nu toegepast bij de Antwerpse Oosterweelverbinding) of via Design & Build-formules. Bij private opdrachten volstaat vaak een bouwteamovereenkomst die enkel de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende bouwpartijen verduidelijkt. Bij overheidsopdrachten komt daar een extra laag aanbestedingsrecht bovenop. Maar gemeenschappelijk blijft de ‘early contracting’: het feit dat de aannemer bij het project wordt betrokken vooraleer het ontwerp volledig op punt staat.

Welke rol speelt de opdrachtgever bij een bouwteam?

Een bouwteam omvat naast de aannemer en de ontwerper ook vaak de opdrachtgever. Zijn rol is zelfs belangrijker dan bij traditionele aanbestedingen. Hij moet weten wat hij precies wil, in staat zijn om duidelijk zijn behoeften te expliciteren en bereid zijn om dan de verdere concretisering aan het team van ontwerper en aannemer toe te vertrouwen.

" De aannemer zal zich niet langer kunnen beperken tot de uitvoering van wat het ontwerp voorschrijft en niet meer uitsluitend moeten focussen op de (laagste) prijs. "

Waarom wordt het instrument van het bouwteam al bij al weinig gebruikt?

Ik zou toch durven stellen dat de formule van de bouwteams steeds meer aandacht krijgt maar vooral van overheidszijde zien we nog veel besturen die koudwatervrees hebben. De traditionele gedetailleerde technische middelenbestekken zijn duidelijk. Werken in bouwteam verloopt meer als een proces, gaat dus gepaard met meer onzekerheid en vergt een mentaliteitswijziging. Wie risico-avers is, wordt daardoor afgeschrikt. Maar in klassieke opdrachten staan bouwpartijen vaak tegenover elkaar terwijl zij in een bouwteam in een vroeg stadium in vertrouwen samenwerken, waardoor elkeen dan al zijn expertise maximaal kan inzetten.

Zijn er soorten van bouwopdrachten die zich meer lenen voor bouwteams dan andere?

Idealiter gaat het om opdrachten met een zekere complexiteit en die uitgaan van een totaalaanpak. Ik denk dan ook dat de groeiende belangstelling voor bouwteams onder meer te maken heeft met de toenemende keuzemogelijkheden op het vlak van installaties, technieken en materialen. Om een bepaald doel te bereiken bestaan er vaak verschillende mogelijkheden. Maar die moeten dan wel optimaal op elkaar worden afgestemd binnen een totaalaanpak. En precies daarin bewijst een bouwteam zijn nut.

Is een bouwteam verenigbaar met de wetgeving op de overheidsopdrachten?

Die wetgeving is niet op het lijf van het bouwteam geschreven maar doorheen de jaren zijn daar toch verschillende oplossingen voor uitgewerkt. De facto zijn bepaalde vormen van ‘early contracting’ perfect mogelijk gebleken binnen die wetgeving. Design & Build-opdrachten zijn ook een vorm van bouwteam en die zijn intussen goed ingeburgerd. Er kan echter ook met een tweefasenaanpak worden gewerkt. Daarbij wordt in een eerste fase in bouwteam het project verder uitgewerkt. In een tweede fase wordt het dan gerealiseerd.

In welke mate is een bouwteam verenigbaar met de wetgeving op de bescherming van de architect?

In andere landen bestaat vaak geen vergelijkbare bescherming van die onafhankelijk-

heid zoals in België, wat daar de creatie van bouwteams vergemakkelijkt. Die wetgeving dateert trouwens uit een periode dat de architect ontwierp en de aannemer vervolgens enkel uitvoerde. Het blijft dus wel een uitdaging om in een bouwteam de wettelijke taken en verantwoordelijkheden van de architect te respecteren. Maar ook daarvoor bestaan er oplossingen, bijvoorbeeld door de architect een aparte overeenkomst met de opdrachtgever te laten afsluiten.

Hoe omgaan met de vergunbaarheid van projecten ontworpen in bouwteam?

Met ons moeizaam vergunningenbeleid gebeurt het vaker dat een afgewezen vergunningsaanvraag roet in het eten gooit. Intussen hebben de partners van het bouwteam samen al een lange weg afgelegd. Ik pleit ervoor om dan voor het reeds geleverde werk in een vergoeding te voorzien in de bestekken. De wetgever heeft intussen ook een wettelijke basis gecreëerd in de overheidsopdrachtenwet voor biedvergoedingen tijdens aanbestedingen. Wanneer een marktpartij inspanningen levert die buiten de normale kosten vallen die men moet maken om te bieden, is het logisch dat die inspanningen kunnen worden vergoed. Maar bouwteampartners kunnen ook preventief vergunningsproblemen voorkomen. Zij kunnen bijvoorbeeld samenwerken in het participatieve traject, samen oplossingen zoeken voor de bezwaren die worden geopperd, en zo extra waarborgen creëren op het vlak van draagvlak en dus vergunbaarheid.

Hoe moet een aannemer zich opstellen die aan een bouwteam wil deelnemen?

Ook bij hem zal een mentaliteitswijziging moeten gebeuren. Hij zal zich niet langer kunnen beperken tot de uitvoering van wat het ontwerp voorschrijft en niet meer uitsluitend moeten focussen op de (laagste) prijs. Hij zal op een andere manier met zijn projecten moeten leren omgaan. De andere partners zullen om zijn expertise vragen. Hij zal conceptueel over het ontwerp moeten meedenken en dus mee in de cockpit durven plaatsnemen.

"Bij deze manier van opdrachten plaatsen worden alle competenties van het bedrijf optimaal benut."

Ons lid Wust, een klasse 8-bedrijf en Waalse dochteronderneming van de Besix Group, heeft expertise in bouwteams. "Het is een markttrend en een behoefte die ongeveer tien jaar geleden werd vastgesteld. Bij deze manier van opdrachten plaatsen worden alle competenties van het bedrijf optimaal benut", benadrukt Olivier Varetto, directeur research bij Wust.

"Bij een traditionele opdracht weet je wat je wilt, maar je weet niet altijd waar je naartoe gaat of hoe je daar gaat komen. Met een bouwteam verdwijnt de onbekende factor en is het project vanaf het begin duidelijk voor alle belanghebbenden", zegt Olivier Varetto. De toon van het interview is gezet. Bij Wust geloven ze sterk in het potentieel en de toekomst van deze opdrachten. "Op onze aanbestedingsafdeling zijn we gespecialiseerd in participatieve projecten: bouwteams, wedstrijden en Design and Build. Daarom investeren we tijd hierin en hebben we speciaal opgeleid personeel daarvoor. Dat zou niet het geval zijn als we er niet in geloofden.”

Grootschalige bouwplaatsen

Bouwteams zijn zeer nuttig voor grote projecten: kantoorgebouwen, industriële hallen, winkelruimtes, enz. "Ze zijn relevant voor klasse 8-bedrijven, die grootschalige projecten uitvoeren, minimaal zes tot zeven miljoen euro", legt de directeur research uit.

Bij Wust zijn dergelijke projecten zeer talrijk. Enkele bekende voorbeelden in Wallonië: het LegiaPark in Luik, gebouwen die bedrijven huisvesten die actief zijn in de biotechsector; het hoofdkantoor van Socogetra (Besix Group) in Marche-en-Famenne; en de gloednieuwe ecowijk in Engis.

Stroomopwaarts en stroomafwaarts

We hebben het over een stroomopwaartse interventie. Maar wanneer wordt het bouwbedrijf eigenlijk bij het project betrokken? "Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel helemaal

in het begin. Een klant komt naar ons toe en vertelt ons dat hij een project wil doen in dit vakgebied. We brengen hem dan in contact met een architect, een studiebureau, enzovoort. Ofwel komen we pas later in het traject aan boord. De klant heeft al een architect en een studiebureau en is op zoek naar een aannemer. In dat geval komen we later aan boord. We kunnen op elk moment aan boord komen, het hangt van geval tot geval af", legt Olivier Varetto uit.

Drievoudig doel

Volgens de directeur research van Wust zijn er drie doelstellingen voor het opzetten van een bouwteam: technische en financiële optimalisatie, een vast budget en een gecontroleerde planning. "Dit zijn drie essentiële doelstellingen in deze bouwmethode. Als ze worden gehaald, leveren ze grote voordelen op. Als dat niet zo is, heeft het geen nut”, benadrukt Olivier Varetto. "Het bouwteam brengt alle competenties vanaf het begin samen en helpt het project soepel te laten verlopen. Het garandeert een betere kostenbeheersing door gezamenlijke technische keuzes die de deadlines optimaliseren. Omdat we al in een vroeg stadium bij het project betrokken zijn, bespreken we alle aspecten van de optimalisatie, altijd in overleg met de opdrachtgever en de ontwerpers. Er zijn dus geen budgettaire verrassingen tijdens de werken en er is een plafondprijs vastgesteld. Wat de kosten betreft, zal ik je een voorbeeld geven. Onze bouwkostenafdeling rekent al onze meetstaten na. Over de hoeveelheden kan daarna dan ook niet opnieuw discussie ontstaan met de architect. En wat de planning betreft, omdat deze vooraf is besproken en overeengekomen, hebben alle

Wust heeft het hoofdkantoor van Socogetra in Marcheen-Famenne volgens de bouwteamformule gebouwd. (Foto's Pascal Thémans)

betrokken partijen meer controle over de uitvoeringstermijnen, wat dus ook geldt voor onze bouwplaatsmanagers en werfleiders. Dit verkort onze uitvoeringstermijnen, wat erg belangrijk is in de bouwsector, waar we het nog te vaak over vertragingen hebben", zegt de directeur research.

80% slaagkans

Een interessante statistiek. Bij Wust schatten ze dat één op de vijf projecten in de publieke of private sector uiteindelijk op de markt terechtkomt. Voor private opdrachten uitgevoerd met een bouwteam zijn vier van de vijf projecten succesvol, wat neerkomt op een slaagpercentage van ongeveer 80%. "Alles

" Als het gaat om het nakomen van afspraken en deadlines, is het bouwteam dé oplossing."

dat deze wordt geweigerd en al dit werk voor niets is geweest”, waarschuwt de directeur research.

Een besluiteloze klant kan ook een nadeel zijn voor dit opdrachttype. "Het speciale aan een bouwteam is dat het snel moet werken. Als de klant onderweg van gedachten verandert, niet meer zeker weet wat hij wil..., dan wordt het tijdrovend en niet meer relevant. Want, nogmaals, we investeren tijd en personeel hierin."

Vraag: is samenwerking met de belanghebbenden vanaf de eerste fasen van een project altijd optimaal? “Ja! De wetgeving is heel duidelijk over dit onderwerp. We werken stroomopwaarts samen, maar ieder van

is van tevoren voorbereid, dus het project zit veel beter in elkaar. Het mislukkingspercentage van 20% is vaak te wijten aan administratieve problemen of problemen met het verkrijgen van vergunningen. Dit valt niet onder onze bevoegdheid en dit zijn aspecten die we niet kunnen controleren."

Nadelen

Laten we het over de vergunning hebben. Dit is soms het grootste nadeel van het werken met deze bouwwijze. Olivier Varetto legt uit waarom. "Bij een traditionele opdracht worden het projectbudget en de bijbehorende taken (meetstaat, bestek, overleg, enz.) uitgevoerd zodra de vergunning is verkregen. In het geval van een bouwteam werken de partijen stroomopwaarts samen voordat de vergunningsaanvraag wordt ingediend. De voltooiing van het project en de start van de bouw zijn daarom afhankelijk van het verkrijgen van deze vergunning, met het risico

ons behoudt zijn autonomie in het werk. De ontwerpafdeling, met de architect, het studiebureau, enz. blijft autonoom en dit is op geen enkele manier een belemmering. Ik zou zeggen dat de enige rem zou kunnen komen van het vertrouwen van de klant. Maar van alle projecten die we hebben voltooid, heb ik niets dan tevredenheid van hen gezien.”

Besluit

In gesprekken met zijn collega's merkt Olivier Varetto op dat het bouwteam steeds gebruikelijker wordt. Het lijdt in ieder geval geen twijfel dat Wust overtuigd is van zijn toegevoegde waarde. "Het is een aanbestedingsproces waarin ik veel vertrouwen heb. Het maakt optimaal gebruik van alle competenties van het bedrijf en garandeert de tevredenheid van zowel de klant als de aannemer. Het bouwteam is dé oplossing voor het nakomen van afspraken en deadlines."

"De

architect is niet langer de dirigent van het orkest, maar blijft een centrale partner bij deze manier van samenwerken.”

En wat vinden de architecten van het thema van dit dossier? Om daarachter te komen stelden we vragen aan Vincent Faniel en Jérémy Demeure, architectenvennoten bij het bureau Plan 9 in Neupré, in de regio Luik. Ze waren met name betrokken bij de bouw van het nieuwe hoofdkantoor van Socogetra. Interview.

Heren, de eerste vraag om het gesprek te beginnen: kunt u ons iets vertellen over de rol van de architect bij dit type opdracht?

VINCENT FANIEL: In België heerst de cultuur van de architect die controle heeft over het hele bouwproces. Het bouwteam nodigt de architect uit om af te stappen van zijn werk als solist in een project. Dit vereist een hoge mate van vertrouwen tussen de verschillende spelers, aangezien een gemeenschappelijk doel voor alle partijen rond de tafel moeilijk te bereiken is. De architect is niet langer de dirigent van het orkest, maar blijft een centrale partner bij deze manier van samenwerken. Bij Plan 9 verandert dit niet veel aan onze manier van werken, omdat we altijd heel goed luisteren naar de mening van de aannemer en we ons heel goed voelen bij deze situatie.

Wat loopt er fundamenteel anders dan bij een klassieke opdracht?

hebben over de uitvoeringsfase en de bouwplaatsopvolging, blijft de wettelijke opdracht van de architect om toezicht te houden op het project intact.

Zijn de verantwoordelijkheden altijd goed verdeeld en vanaf het begin duidelijk?

V.F.: Dit is de gouden regel van bouwteams. Elk lid van het team moet de verplichtingen nakomen die bij zijn rol horen: de resultaatsverbintenis van de aannemer, de middelenverbintenis van de architect en de opdrachtgever moet het project coördineren. De architect moet een kritische blik kunnen behouden. Het bouwteammodel ontslaat hem op geen enkele manier van zijn verantwoordelijkheden.

J.D.: Bij deze gedeelde verantwoordelijkheden moeten de belangen van de opdrachtgever het uiteindelijke doel blijven. Dit is het belangrijkste aspect en de architect moet daarop toezien.

Wat zijn de voordelen van het bouwteam?

" De aannemer brengt expertise en een ander perspectief mee waardoor het ontwerpproces verrijkt wordt."

JÉRÉMY DEMEURE: Bij een traditionele opdracht wordt de vergunning verleend, dient de aannemer een offerte in en begint de samenwerking met de architect. In het geval van een bouwteam stelt de architect in een vroeg stadium het bestek op met de hulp van de aannemer. We kunnen dat bestek dan ook optimaliseren, wat interessant is vanuit het oogpunt van ontwerp en de uit te voeren technieken. We kunnen dit vanaf het begin bespreken. Dit is positief vanuit zowel technisch als economisch oogpunt, omdat we vanaf het begin meer weten over de uit te voeren technieken, de te gebruiken materialen en de kosten.

V.F.: Als dit werk wordt uitgevoerd vóór de bouwplaats start, worden de bouwmethoden en deadlines besproken met de aannemer. Dit vermindert het risico op onaangename verrassingen en vertragingen. Hoewel we het

V.F.: Het belangrijkste is de tijdwinst, door de technische keuzes vanaf het begin aan te passen aan de competenties en middelen van het bedrijf. Het tweede is de technische inbreng van de aannemer op basis van zijn bouwplaatservaring. Hij biedt praktische en organisatorische inzichten. Hij brengt expertise en een ander perspectief mee waardoor het ontwerpproces verrijkt wordt. Het geeft veel voldoening. Hij stelt ook alternatieve oplossingen voor. Wat het materialengebruik betreft, kan de aannemer ons bijvoorbeeld de weg wijzen naar een voorraad beschikbare en herbruikbare producten. Dit bevordert de circulaire economie, die in de huidige maatschappij erg in trek is.

J.D. : Lagere meerkosten, tijdwinst en meer controle over je budget. Op puur ontwerpniveau hebben we de garantie dat alles wat van

onze kant is ontworpen, ook wordt uitgevoerd.

Wat zijn de nadelen?

V.F.: Het risico dat de klant zich terugtrekt of niet overtuigd is. In onze mislukte bouwteamprojecten hadden noch de aannemer noch de architect verwacht dat de klant onzeker zou zijn over zijn keuzes. Door ervaring weten we snel of de klant volledig achter het project staat en erin gelooft. Als we terugkijken op de mislukkingen, dan moeten we overigens vaststellen dat we de besprekingen in dat geval niet snel genoeg hebben afgerond. Wil het bouwteam slagen, dan moet de klant vanaf het begin van het proces volledig betrokken zijn.

Ik wil ook graag de communicatie tussen de opdrachtgever, de architect en de aannemer benadrukken. Het risico bestaat dat er een kink in de communicatiekabel komt door bijvoorbeeld een klant die, voor het gemak, rechtstreeks met de aannemer communiceert. Hij zou in de verleiding kunnen komen om ongepaste beslissingen te nemen zonder de gevolgen daarvan in te schatten (naleving van de wet of stedenbouwkundige vergunning, zoals een verandering in materialen of volume, enz.). In het bouwteam moeten beslissingen worden genomen met respect voor ieders rol.

Het project voor de bouw van Socogetra's nieuwe hoofdkantoor in Marche-enFamenne is een groot succes.

J.D. : Dat klopt helemaal. Wust was al gewend om met bouwteams te werken, dus dit was geen primeur voor het bedrijf. En Socogetra, de klant, maakt deel uit van de Besix Group, net als Wust. Dat was dus een voordeel. Dankzij de expertise van Wust en Socogetra konden we vrij snel technische oplossingen vinden voor grote problemen, zoals waterbeheer, dat in dit project niet erg voor de hand lag. Ze hebben ervaring en ze weten hoe een bouwplaats werkt. Dit bouwteam heeft ons duidelijk tijd bespaard.

V.F.: Voor dit gebouw waren de technische uitdagingen erg groot. De partners luisterden heel aandachtig naar elkaar. De gecombineerde ervaring van de betrokken spelers heeft ons in staat gesteld om dit zeer mooie project te voltooien en tegelijkertijd de kosten en deadlines onder controle te houden. Het is een BREEAM-gecertificeerd gebouw dat zeer goed bestand is tegen klimaatverandering en is gebouwd volgens een circulaire benadering.

Wat zijn uw toekomstige uitdagingen en plannen wat bouwteams betreft?

V.F. : We werken momenteel aan verschillende Design & Build-projecten voor RenoWatt. Dit is dienstverlening ter ondersteuning van overheidsinstanties om hen te helpen bij de uitvoering van energierenovatieprojecten voor hun openbare gebouwen. Het is een initiatief van het Waals Gewest, Wallonie Entreprendre en wordt medegefinancierd door de Europese Investeringsbank (EIB). Er zijn projecten overal in Wallonië.

Hartelijk dank voor dit gesprek. Nog een slotwoord?

J.D.: Het bouwteam creëert een interessante synergie, waardoor we, met transversale perspectieven, kunnen anticiperen op de knelpunten op de bouwplaats en deze kunnen voorkomen. Samen zijn we beter uitgerust omdat alles goed georganiseerd is, waardoor er minder spanningen zijn op de bouwplaats.

V.F.: Hoewel architecten hun centrale rol moeten loslaten, behouden ze toch de controle over hun vakgebied. Het bouwteam houdt in dat er respectvol wordt omgegaan met de partners en dat naar die partners wordt geluisterd om een gemeenschappelijk doel te bereiken: de bouw van een kwaliteitsvol gebouw. " Het bouwteam creëert een interessante synergie, waardoor we, met transversale perspectieven, kunnen anticiperen op de knelpunten op de bouwplaats en deze kunnen voorkomen. "

Vincent Faniel en Jérémy Demeure, architecten-vennoten bij het bureau Plan 9 in Neupré, in de regio Luik.
©ManonPiette

Lantis pioniert voor Oosterweelverbinding met contractvorm NEC4

De risico’s bij een miljardenproject als de Oosterweelverbinding zijn dermate groot dat aannemers die niet alleen kunnen en willen dragen. Opdrachtgever Lantis neemt daarom het voortouw om voor deze werken out of the box te denken en pioniert met een nieuwe contractvorm uit het Verenigd Koninkrijk: de NEC4 of vierde editie van het New Engineering Contract. De NEC4-contractvorm kan een antwoord bieden op het succesvol realiseren van complexe bouw- en infrastructuurprojecten binnen een hecht samenwerkingsverband.

Lantis staat voor Leefbaar Antwerpen door Innovatie en Samenwerken. Met voorsprong het grootste en meest ambitieuze project dat Lantis als opdrachtgever in goede banen leidt, is de Oosterweelverbinding. Omwille van zijn schaal, het groot aantal stakeholders en vele betrokken kennisdomeinen is het een uniek project, niet alleen in Vlaanderen maar zelfs binnen Europa.

Niet alleen maakt Lantis de Antwerpse regio opnieuw vlotter bereikbaar en veiliger door de Antwerpse ring rond te maken met nieuwe fiets- en snelwegtunnels. Tegelijk zorgt Lantis er mee voor dat de Antwerpse ring meer in harmonie met haar omgeving wordt gebracht. Door delen van de ring te overkappen komt er plaats voor ringparken en veiligere voet- en fietspaden.

Bij Lantis hebben ze een manier van werken ontwikkeld die zij de ‘Lantis way’ noemt. Lantis streeft daarbij naar operationele excellentie en voert haar projecten uit met de nodige wendbaarheid, deskundigheid en betrouwbaarheid. Budget, planning, organisatie en mogelijke risico’s houdt Lantis daarbij nauwgezet in het oog. Lantis gaat resultaatsgericht en transparant te werk, met oog voor efficiëntie én kwaliteit.

Op zoek naar innovatief contractmanagement

Lantis wil een opdrachtgever zijn die proactief, pragmatisch en oplossingsgericht

samenwerkt met haar opdrachtnemers. Dat begint bij goed contractmanagement. Omdat klassieke bouwcontracten volgens Lantis tekortschieten om op een evenwichtige wijze met de complexiteit van grootse infrastructuurwerken om te gaan, is Lantis op zoek gegaan naar innovatieve oplossingen. En zo kwam Lantis uit op een vernieuwende contractvorm: de NEC4 of de vierde editie van het New Engineering Contract. De toepassing ervan werd bovendien een primeur voor België. De NEC-contracten werden voor het eerst in 1993 ontwikkeld door het Institution of Civil Engineers (ICE) uit het Verenigd Koninkrijk en zijn sinds 2017 reeds aan hun vierde editie toe. Vandaar dat de huidige versie als NEC4 door het leven gaat. In vergelijking met de klassieke manier van werken in de Belgische bouwsector gaat men bij NEC-contracten radicaal anders te werk.

Focus op samenwerking en flexibiliteit

Waarom past Lantis de NEC4 toe? Omdat het een flexibele, evenwichtige contractvorm is die beter inspeelt op de veranderende omstandigheden en inzet op gezamenlijke verantwoordelijkheid en samenwerking. Opdrachtgever en opdrachtnemer werken nauw samen tijdens de werken, waardoor ze niet voor onaangename verrassingen komen te staan. Verzandt een klassiek bouwcontract al snel in juridisch en financieel getouwtrek waar niemand baat bij heeft, dan heeft NEC4

een aantal ingebouwde mechanismen om samen succesvol de eindmeet te halen.

Een systeem van vroege waarschuwing maakt dat problemen op de radar verschijnen voordat ze daadwerkelijk een probleem worden waardoor ze tijdig aangepakt kunnen worden. Als opdrachtgever is Lantis verplicht om in een vroeg stadium te melden of juridische, politieke of maatschappelijke acties de voortgang kunnen verstoren. De aannemer moet dan weer op tijd technische problemen signaleren. Scenario’s garanderen de voortgang van het project. Ze koppelen aan een gebeurtenis automatisch een bepaald gevolg. De boel stilleggen is dan geen aantrekkelijke optie meer. Tenslotte behoudt Lantis als opdrachtgever op elk moment een duidelijk overzicht van de uitgaven omdat de reële kosten in rekening worden gebracht tijdens de werkzaamheden.

Gedeelde kosten én winsten

De voordelen van een NEC4 omschrijft Lantis als volgt. Het principe van gedeelde kosten en gedeelde winsten maakt dat alle partijen er belang bij hebben dat de werken zo optimaal mogelijk verlopen. Blijken de kosten hoger te liggen dan het afgesproken richtbedrag, dan verdelen opdrachtgever en opdrachtnemer het verlies. Liggen de kosten lager, dan delen ze de winst. Natuurlijk zijn er marges vastgelegd waarbinnen dat mogelijk is, maar samen onder het vooropgestelde budget blijven is voor beide partijen het doel. NEC4 vereist een behoorlijke dosis wederzijds vertrouwen. De opdrachtnemer heeft meer ruimte om zijn deel van de deal na te komen. Tegelijkertijd zijn er zeer gedetailleerde en strikte werkmethodes opgezet. Die bevatten ook een leidraad om problemen op te lossen, wat de nodige rust brengt in een complex geheel. Het nut van een flexibele contractvorm als NEC4 werd al ruimschoots bewezen in grote projecten over de gehele wereld.

NEC4-contract in de praktijk

Lantis gunde in 2021 twee NEC4-contracten voor werken op de rechteroever: het contract 3A aan Rinkoniên Oosterweelknoop, een joint venture van Artes Group, CIT Blaton, Stadsbader, Mobilis en Boskalis. En het contract 3B aan TM ROCO, een joint venture van Besix, Cordeel, DEME, Denys, Franki Construct, Jan de Nul, Van Laere en Willemen

Infra. Contract 3A betreft het complexe verdiepte Oosterweelknooppunt aan de noordelijke poort van de nieuwe rivieroversteek. Contract 3B omvat de bouw van een dubbeldekstunnel onder de dokken en het Albertkanaal om het nieuwe knooppunt te verbinden met de bestaande ringweg.

Tot 130.000 voertuigen maken dagelijks gebruik van de ringweg en om deze verkeersstroom tijdens de werken in beweging te houden, wordt er voor afbraak van een deel van de oude ringweg eerst een tijdelijke snelweg of een zogenaamde ‘bypass’ aangelegd. Samen met TM ROCO ging Lantis op zoek naar een funderingstechniek die minder overlast voor de omgeving veroorzaakte, duurzamer was én toch voldoende robuust was. Al snel kwam de CSM-techniek – oftewel ‘Cutter Soil Mix’ – als optie op tafel. TM ROCO onderzocht deze optie en de resultaten van dit onderzoek waren positief. En zo worden in totaal zo’n 659 CSM-baretten in de ondergrond aangebracht als fundering voor de bypass.

Palen op funderingen volgens de CSM-techniek voor de bypass langs de ring
← Dwarsdoorsnede van de Oosterweelknoop

BUILDWISE-studie over toepassingen en succesfactoren

In opdracht van het visiecomité van Buildwise heeft KPMG nader onderzocht hoe vanuit de visie van opdrachtgevers en klanten partijen momenteel samenwerken in ecosystemen in de bouw. In het kader van deze studie werden ongeveer 35 opdrachtgevers en eindklanten van de bouwsector bevraagd over hun ervaringen met samenwerkingsvormen bij de realisatie van bouwtrajecten. Het onderzoek bevestigt onder meer dat nieuwere samenwerkingsvormen zoals Design & Build en werken in bouwteam steeds vaker worden toegepast.

Tom Willemen is voorzitter van het visiecomité bij Embuild.

TOM WILLEMEN , voorzitter van het visiecomité, omschrijft het doel van het onderzoek als volgt: “De trendanalyse met als titel Trenden impactanalyse van de (Belgische) bouwsector die we in 2023 uitgevoerd hebben binnen het visiecomité, identificeerde vijf belangrijke implicaties: de noodzaak voor toekomstgericht denken, het belang van een procesmatige aanpak, het aanboren van nieuwe markten, het omarmen van verschuivingen in de waardeketen en de focus op een ecosysteembenadering. Een verdere verdieping van de studie bleek alvast aan de orde op twee aspecten: ten eerste, hoe kijken professionele en particuliere klanten naar de evolutie binnen de bouwsector in het komende decennium, en ten tweede, hoe kan de sector zich best organiseren om beter te kunnen samenwerken binnen een bloeiend ecosysteem.”

WIM STRAETMANS , voorzitter van de stuurgroep voor dit nieuwe KPMG-onderzoek, legt verder uit: “Vertrekkende van de Inside/Out-benadering uit de eerste studie van 2023 startte het visiecomité een tweede KPMG-studie met een Outside/In-perspectief. De studie richtte zich op vier doelgroepen: publieke opdrachtgevers (B2G: federaal, gewesten, steden en gemeenten), private opdrachtgevers, opgesplitst in professionele eindklanten (B2B: investeerders, bedrijven, enz.) en ontwikkelaars (B2B, geen eindklant) en private eindklanten (B2C). Er werd vooral

gekeken naar de opvattingen over nieuwe samenwerkingsvormen en ecosystemen, die gebaseerd zijn op het streven naar gemeenschappelijke belangen.”

Gevarieerd gebruik van bouwteamformule

Uit het onderzoek is gebleken dat professionele eindklanten het verst gevorderd zijn in het gebruik van samenwerkingsvormen. Zij onderkennen dat een goede voorbereiding met verschillende partijen, waarbij iedereen op dezelfde lijn zit, essentieel is voor de vlotte voortgang van hun project. Alhoewel het lineaire model (met eerst de aanstelling van een architect en dan de selectie van een aannemer) de standaard blijft bij veel ontwikkelaars en promotoren, zijn zij toch ook actief op zoek naar alternatieve samenwerkingsvormen met bouwactoren. Sommige ontwikkelaars werken met een vaste pool van architecten en/of aannemers, hanteren een bouwteam-formule of stellen een algemene aannemer aan die de volledige coördinatie van de werkzaamheden op zich neemt.

Ook publieke opdrachtgevers maken veel gebruik van het lineaire model. Maar voor specifieke projecten proberen zij samenwerkingsvormen zoals Design & Build of bouwteam toe te passen. Wanneer zij gelijkaardige projecten moeten laten uitvoeren met bekende vereisten en verwachtingen, kiezen ze vaak voor een meer geïntegreerde samenwerkingsvorm om efficiëntiewinsten te behalen. Zij

bevestigden dat projecten over het algemeen efficiënter verlopen wanneer er aan het begin van het project een actieve en constructieve samenwerking plaatsvindt tussen aannemer en architect.

KPMG stelde vast dat ook wereldwijd samenwerkingsvormen land per land anders zijn ingeburgerd. Australië en het Verenigd Koninkrijk lopen duidelijk voorop in een ecosysteem-benadering. In de Verenigde Staten komt het ‘lineaire model’ eveneens meer en meer onder druk te staan. In Frankrijk, Duitsland en Nederland worden nieuwere samenwerkingsvormen nog maar in beperktere mate toegepast.

Drempels, voordelen en kansen

Volgens de studie van Buildwise vormt het gebrek aan bekendheid een belangrijke drempel voor het gebruik van nieuwe samenwerkingsmodellen in de bouw. De belangrijkste voordelen van deze moderne benadering van een bouwproject zijn een grondige voorbereiding, evenals een hoge mate van transparantie en onderling vertrouwen. Effectieve samenwerking vereist echter meer dan alleen nieuwe modellen: het vraagt om heldere communicatie, goede projectcoördinatie en

een gemeenschappelijke visie. De wet op de overheidsopdrachten wordt omwille van de juridische complexiteit nu als te beperkend ervaren. De perceptie bestaat dat het teveel een keurslijf vormt terwijl best redelijk wat creatieve oplossingen mogelijk zijn.

De partijen in de bouw staan voor belangrijke nieuwe uitdagingen door de toenemende complexiteit van bouwprocessen, de opkomst van nieuwe technologieën en striktere wet- en regelgeving. Dit maakt project- en stakeholdermanagement steeds belangrijker. Bovendien ligt er een grote uitdaging in het balanceren van betaalbaarheid, duurzaamheid en technologische vooruitgang. Maar juist door nauwere samenwerking en intensievere kennisuitwisseling kunnen de bouwpartijen deze uitdagingen omzetten in kansen.

De studie van KPMG identificeert zes kritische succesfactoren die essentieel zijn voor de bevordering van het ecosysteem-denken bij bouwprojecten.

Vertrouwen en transparantie

Een solide vertrouwensband tussen alle betrokken partijen is de eerste vereiste voor een vlotte samenwerking. Wanneer partijen elkaar vertrouwen, ontstaat er een omgeving waarin een transparante open

"Het onderzoek bevestigt onder meer dat nieuwere samenwerkingsvormen zoals 'Design & Build' en 'werken in bouwteam' steeds vaker worden toegepast.

Wim Straetmans, voorzitter van de stuurgroep voor het nieuwe KPMGonderzoek

De studie van het visiecomité uitgevoerd door KPMG met als titel Meer samenwerken in ecosystemen: de toekomst van de bouwsector volgens haar klanten wordt voorgesteld op 12 december met onthaal om 17.30 uur en start om 18 uur in het hoofdkantoor van Buildwise in Zaventem en gevolgd door een netwerkopportuniteit.

WORDT VERVOLGD

DOSSIER

communicatie mogelijk is. Dit helpt niet alleen om misverstanden te voorkomen, maar ook om conflicten tijdig te signaleren en op te lossen. Vertrouwen bevordert een cultuur van samenwerking, waarin alle partijen zich vrij voelen om ideeën en zorgen te delen, wat leidt tot innovatie en betere projectresultaten.

Transparantie in elke fase van het bouwproces is een tweede samenwerkingsvereiste. Door vanaf het ontwerp met een ‘open boek’-benadering te werken, hebben alle partijen inzicht in de kostdrijvers van het project en de bijbehorende incentives. Dit voorkomt verrassingen en stelt partijen in staat om weloverwogen beslissingen te nemen. Transparantie bevordert ook een eerlijkere verdeling van risico's en beloningen, wat de samenwerking versterkt.

Betrokkenheid en communicatie

Het vroegtijdig betrekken van diverse deskundigen, zoals architecten, aannemers en andere stakeholders, is essentieel voor het minimaliseren van faalkosten. Wanneer deze partijen vanaf het begin samen aan tafel zitten, kunnen ze hun expertise inbrengen en gezamenlijke oplossingen ontwikkelen. Dit zorgt voor een integrale aanpak van het project en vermindert de kans op fouten en herwerk tijdens latere fasen.

Een proactieve communicatiestrategie is eveneens van groot belang. Door regelmatige en duidelijke communicatie tussen alle partijen te bevorderen, kunnen problemen tijdig worden gesignaleerd en opgelost. Dit maakt

een vlotte coördinatie en anticipatie op diverse situaties mogelijk, waardoor de kans op vertragingen en misverstanden afneemt.

Via win-win naar één gezamenlijk doel toewerken

Verder is het belangrijk dat alle partijen weten wat het gezamenlijke doel is. Dan kunnen zij hun inspanningen richten op het behalen van dat doel, rekening houdend met zowel de fysieke eigenschappen van het gebouw als de onderliggende behoeften van de klant. Dit bevordert niet alleen de efficiëntie, maar zorgt er ook voor dat het eindresultaat beter aansluit bij de wensen van de eindgebruiker. Tenslotte is het nuttig dat alle partijen (financieel) worden gestimuleerd om samen naar oplossingen te zoeken. Dan zullen zij actief op zoek gaan naar efficiëntiewinsten en goedkopere alternatieven. Dit leidt tot een cultuur van samenwerking waarin innovatie en creativiteit worden aangemoedigd.

OLIVIER VANDOOREN, CEO van Buildwise besluit: “Wat we tijdens dit traject geleerd hebben, willen we graag delen met zowel onze interne collega’s en medewerkers als onze externe partners en leden. Maar we willen verder gaan dan enkel kennisoverdracht. We zijn vastbesloten om de ideeën die in deze studie werden ontwikkeld, daadwerkelijk om te zetten in acties binnen het ecosysteem van de bouwsector.

In de afgelopen maanden hebben we alvast reeds twee belangrijke stappen gezet. Ten eerste hebben we binnen Buildwise een nieuw Technisch Comité 'Co-Design Process' opgericht. Daarnaast werken we, samen met Embuild, Constructiv en Bouwunie, aan een sectoraal strategisch plan dat de basis zal vormen voor de Buildwise Ambities 2025–2030. Samen staan we sterker en komen we verder. Ecosysteem-denken is een cruciaal onderdeel van deze aanpak, en we kijken er dan ook naar uit om dit met dezelfde gedrevenheid voort te zetten in onze toekomstige Buildwise-initiatieven.

" We zijn vastbesloten om de ideeën die in deze studie werden ontwikkeld, om te zetten in acties binnen het ecosysteem van de bouwsector. "

Flanders Build centraal op visiemoment van Embuild Vlaanderen

Op 8 oktober stelde Embuild Vlaanderen haar visienota 2024 voor met als titel Bouwinnovatie uit de startblokken. Voor Caroline Deiteren was dit visiemoment best een spannend moment omdat zij voor de eerste maal als nieuwe directeurgeneraal van Embuild Vlaanderen zo’n visienota moest voorstellen. De belangstelling was groot. Al snel had Embuild Vlaanderen 500 aanwezigen kunnen registreren. Maar het visiemoment bleef niet beperkt tot de voorstelling van een nota. Het was de bedoeling om hierdoor ook interesse voor het nieuwe initiatief van Flanders Build op te wekken.

In haar ‘maiden speech’ vertelde Caroline Deiteren dat zij als nieuwe directeur-generaal van Embuild Vlaanderen graag op bezoek gaat bij onze bouw- en installatiebedrijven. Tijdens een van die bezoeken vertelde een aannemer haar: “Als ik het kan dromen, dan weet ik dat ik het kan bedenken en als ik het kan bedenken, dan kan ik het bouwen.”

Dromen, denken, bouwen

Dat moet volgens Caroline Deiteren het motto van de volledige Vlaamse bouw worden: dromen, denken, bouwen: “In bouwen zijn wij supergoed en ook in denken blinken wij uit. Maar dromen mogen wij nog meer doen en vooral anderen laten dromen over wat de Vlaamse bouw allemaal kan. Dat is ook absoluut nodig want de bouw biedt oplossingen voor tal van maatschappelijke uitdagingen.”

Caroline Deiteren noemde er drie. De eerste uitdaging heeft te maken met betaalbaar wonen. De komende tien jaar moet de Vlaamse bouw een half miljoen nieuwe woningen bouwen of bestaande woningen afbreken en heropbouwen. De bouw is daar klaar voor, als de overheid het haar toestaat, en zal dat doen met de nodige verdichting. Een tweede uitdaging heeft te maken met de strijd tegen de klimaatopwarming. Het gaat dan over minder CO2-uitstoot door gebouwen maar ook over fossielvrije bouwplaatsen. De bouw kan in de toekomst zelf een grote opslagruimte van broeikasgas worden. Tenslotte is er de positie-

Introspeech door Caroline Deiteren

ve impact van infrastructuurwerken met de Oosterweelverbinding en de bouw van de Einsteintelescoop als illustratieve voorbeelden. Met als eindboodschap: we moeten meer doen, verder dromen, hoger en beter. Dat is nodig voor de bouw maar ook voor Vlaanderen.

Buitenlandse concurrentie counteren

De Vlaamse bouw moet nu nog niet voor veel buitenlandse concurrentie vrezen maar Caroline Deiteren vreest dat dit in de toekomst snel zou kunnen veranderen. En de bouw moet zich wapenen om niet hetzelfde lot als de automobielnijverheid te ondergaan. “Wij gaan dat niet met de bouw laten gebeuren”, stelde Caroline Deiteren. Hoe wil zij dat realiseren? Vooreerst door met de nieuwe Vlaamse regering een toekomstpact voor de bouw af te sluiten. Die regering mag niet enkel focussen op de redding van de maakindustrie. De eigen bouwsector heeft immers nog heel veel potentieel. Daarnaast wil Embuild Vlaanderen zich sterk toeleggen op innovatie. Maar de innovatie in en voor de bouw gebeurt nu te versnipperd. Vandaar het belang van een gemeenschappelijke visie binnen Flanders Build. Embuild Vlaanderen maakt hier werk van, samen met

Buildwise. Tenslotte pleitte Caroline Deiteren voor een hechtere samenwerking binnen de brede bouwketen.

Woonaanbod flexibel en goedkoop uitbreiden

Vervolgens focusten Geert Noels en Kristof Eggermont, respectievelijk CEO en senior consultant van Econopolis, vooral op de betaalbaarheid van woningen. Zij stelden onder meer vast dat niet alleen het aantal nieuwbouw- maar ook het aantal renovatievergunningen in ons land jaar na jaar daalt. Tegelijk is 60% van de woningen bij ons onderbezet terwijl dat in de Europese Unie gemiddeld maar 30% is. Onze woningen zijn dan ook relatief groot: 120 m² per woning tegenover circa 80 m² in onder meer Italië, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Het ruimtegebrek zorgt uiteindelijk voor hogere landkosten en de vele ruimtelijke regels zorgen voor hogere transactiekosten terwijl wij bovendien geconfronteerd worden met hogere materiaal- en arbeidskosten en een stijgende rente.

Volgens Geert Noels en Kristof Eggermont kan de betaalbaarheid enkel gegarandeerd worden als het aanbod van woningen flexibel en goedkoop kan worden uitgebreid. En dat is dan weer mogelijk dankzij innovatieve technieken en materialen, door kleinere units te bouwen, door meer werken (bijvoorbeeld gebouwen en infrastructuur) gelijktijdig uit te voeren en door sneller af te breken, minder beperkende regels toe te passen en meer hoogbouw toe te laten.

Japan als gidsland voor de bouw

Ter illustratie verwees Econopolis naar Japan. Dat land bestempelde Econopolis als

Jonge Vlaamse aannemers met v.l.n.r. Raf Houben, Bram Clinckemaillie, Katrien Godts, Eline Van de Walle en Steven Siongers, samen met Jean-Marie Bollen van Federale Verzekering

Geert Noels (links) en Kristof Eggermont (rechts) als keynote speakers

een gidsland voor betaalbare woningen ondanks de enorme ruimteschaarste. Tokyo is bijvoorbeeld een van de weinige megasteden waar wonen betaalbaar is gebleven. De sleutel voor dit succes lag precies in het snel, flexibel en goedkoop opschalen van het aanbod.

Dat werd dan weer mogelijk gemaakt door meer transparantie, meer flexibiliteit en minder regels in de ruimtelijke planning en weinig regels op het vlak van erfgoed, door de succesvolle integratie van mobiliteit in de stadsplanning waardoor alles bereikbaar blijft, door vroeger met prefab te starten, door kleiner te wonen op gemiddeld 55 m² en slimmer met de ruimte om te gaan en door de lage afschrijvingstermijn van woningen. Die termijn bedraagt in Japan amper 30 jaar in vergelijking met 100 jaar in het Westen, waardoor het mogelijk is het woonaanbod sneller te updaten, bijvoorbeeld in functie van de toenemende vergrijzing.

In de toekomst zal de Vlaamse bouw zich dus moeten richten tot de bouw van kleinere en goedkopere units en van units voor renovaties. Tegelijk is er nood aan projecten, zoals de Einsteintelescoop die in de Euregio Maas-Rijn zou komen, die het innovatiepotentieel van de bouw versterken.

Flanders Build als speerpuntcluster?

Na deze toespraak van Econopolis stelden Karl Neyrinck, voorzitter van Embuild Vlaanderen, en Sofie Oosterlinck, Chief Strategy

Karl Neyrinck en Sofie Oosterlinck

Officer van Buildwise, het initiatief Flanders Build voor. Met dit initiatief willen beide partijen in de bouw op het vlak van innovatie een versnelling hoger schakelen. Met name willen zij de huidige versnippering van het innovatielandschap overstijgen en de sector in de brede zin (met alle schakels van de bouwketen) verenigen om samen een coherente visie en strategie te formuleren en daardoor ook alle bedrijven (groot en klein) meetrekken.

De ambitie van Flanders Build bestaat erin om na een korte opstartfase door te groeien naar een ambitieuze en door de Vlaamse overheid gesteunde organisatie voor een innovatieve bouw- en installatiesector in Vlaanderen. Meer in het bijzonder mikken Embuild Vlaanderen en Buildwise in de toekomst op een erkenning van de bouw als Vlaamse speerpuntcluster.

In een panelgesprek reageerden Mark Andries (administrateur-generaal van VLAIO), prof. Luc Sels (rector van de KU Leuven), Inge Neven (CEO van VITO) en Hélène de Troostembergh (CEO van BuildUp) op het Flanders Build-concept.

Noden van de bouwbedrijven zelf

Volgens Mark Andries moet Flanders Build niet alleen focussen op de maatschappelijke noden maar ook op de noden van de bouwbedrijven zelf en met name op aspecten zoals rendabiliteit, productiviteit en (buitenlandse) groei. Van de 300 miljoen euro die VLAIO

aan innovatiesteun voor bedrijven spendeert, gaat momenteel slechts 13 miljoen naar bedrijven uit de bouw. Flanders Build moet dus zijn meerwaarde tegenover andere projecten bewijzen en tegelijk innovatieprojecten van bedrijven mee stimuleren.

Rector Luc Sels gaf voor de vereiste renovatie van 2,7 miljoen woningen drie randvoorwaarden mee: niet alleen innovatie maar ook een forse capaciteitsuitbreiding in de bouw en een enorm investeringsvermogen. Hij signaleerde dat de belangrijkste valorisatie van het onderzoek bij KU Leuven bestaat uit contractonderzoek voor individuele bedrijven. En juist daarvoor komt het erop aan de juiste kanalen te creëren waardoor vraag en aanbod elkaar kunnen vinden. Zo niet zal de technologie-adoptie in de bouw achterop lopen. Flanders Build kan hiertoe bijdragen en daardoor de bouw als een innovatieve sector helpen kleuren, wat dan meer studenten voor de bouw kan aantrekken en dus voor de nodige capaciteitsuitbreiding kan zorgen.

Nieuwe uitdagingen

Inge Neven was ook overtuigd van de nood aan meer samenwerking, onder meer op het vlak van nieuwe en circulaire materialen en de combinatie van digitale tools. In China worden nu reeds de eerste fossielvrije dorpen gebouwd. Wij moeten ambitieus zijn en nog beter kunnen doen. Een andere belangrijke uitdaging is de verwezenlijking van collectieve wijkrenovaties, een beleidsoptie die trouwens uitdrukkelijk in het nieuw Vlaams regeerakkoord ingeschreven staat.

Hélène de Troostembergh, CEO van een innovatief productiebedrijf dat voor de bouw prefab oplossingen aanbiedt, ziet drie pistes om aan de huidige complexiteit en de actuele problemen met budgetten en planning in de bouw het hoofd te bieden: meer denken in producten in plaats van in projecten vanuit een meer geïntegreerde visie en met meer aandacht voor de up front investeringen dan voor de operationele kosten, meer aanbesteden op basis van prestaties vanuit de ‘total cost of ownership’ van het gebouw en tenslotte durven gebruik maken van innovatieve duurzame en circulaire materialen. Kan de bouw de komende leemte in de maakindustrie invullen? Volgens Hélène de Troostembergh moet de bouw er vooral in slagen dezelfde toegevoegde waarde als de industrie te creëren. Die ligt nu tien keer lager dan in de industrie.

Inspirerende voorbeelden

Tijdens het visiemoment kwamen tussendoor een aantal inspirerende innovatieve cases van bouwbedrijven aan bod: modulaire en geïndustrialiseerde woningbouw bij Skilpod, de productie van BIPV (Building Integrated Photovoltaics) bij Soltech, betonbouw met minimaal productieverlies en maximale re-use bij Willy Naessens en digitale werftechnologie bij Ibens.

Tegen het einde van het event werden vijf Jonge Vlaamse Aannemers gehuldigd: Raf Houben bij Democo, Katrien Godts bij Godts, Eline Van de Walle bij Schrijnwerk Van de Walle, Bram Clinckemaillie bij Potteau Labo en Steven Siongers bij Pro Interieur. En tot slot besloten Caroline Deiteren en Sofie Oosterlinck op basis van de reacties op het visiemoment dat er blijkbaar veel enthousiasme bestaat om effectief verder werk te maken van de concretisering van het nieuwe initiatief Flanders Build

VISIENOTA OVER INNOVATIE IN EEN NOTENDOP

De laatste visienota van Embuild Vlaanderen start met de Vlaamse offshore windindustrie als een inspirerend voorbeeld voor de hele bouwsector. Dit project is illustratief voor het potentieel van de Vlaamse bouw. Die sector is een belangrijke economische en maatschappelijke speler en kan een belangrijke rol spelen bij het behalen van de klimaatdoelstellingen, om tegen 2050 tot een circulaire economie te komen, om Vlaanderen weerbaar te maken tegen de klimaatverandering en om honderdduizenden betaalbare nieuwe woningen te realiseren en slechte woningen af te breken en herop te bouwen.

De Vlaamse bouwsector kan toonaangevend worden voor al haar domeinen. De bouw kan de grootste opslagplaats voor CO2 ooit worden. Het ondergronds netwerk voor de Einsteintelescoop kan een katalysator voor het gebruik van circulair beton zijn. En modulair bouwen kan een oplossing zijn om snel betaalbare woningen te realiseren.

Maar innovatie kan in de bouw pas echt doorbreken als zij wordt gedragen door een coherente visie en strategie, als de brede bouwketen intensiever gaat samenwerken, als zij tot alle bedrijven van de bouwcluster doordringt en als de bouwsector ook bij de overheid ‘top of mind’ is,

Embuild Vlaanderen en Buildwise willen daarom aan de wieg staan van het initiatief Flanders Build, een samenwerkingsverband binnen de brede bouwketen. De missie van Flanders Build is onder meer om de verschillende actoren rond bouwinnovatie bijeen te brengen en tot een gezamenlijke en coherente visie en strategie te komen, de maatschappelijke en bedrijfsgebonden innovatiebehoeften in kaart te brengen en de rol van de bouwsector als technologie-integrator te versterken.

De visienota en de bijbehorende reportages kan u nalezen op www.embuildvlaanderen.be.

Doorgelicht door beleidsadviseurs van Embuild Vlaanderen

Embuild Vlaanderen heeft in de detail het nieuw Vlaams regeerakkoord geanalyseerd. Uit deze analyse is gebleken dat er verschillende kapstokken in het akkoord zitten waar de Vlaamse bouw mee aan de slag kan zoals betaalbaar en kwaliteitsvol wonen als topprioriteit, de verdere aanpak van de klimaatuitdaging, de focus op innovatie, extra investeringen in infrastructuur, de verbetering van het vergunningenbeleid en het doorvoeren van administratieve vereenvoudiging.

Caroline Deiteren, directeur-generaal van Embuild Vlaanderen, trekt uit het akkoord de volgende conclusie: “Het is belangrijk om nu snel over te gaan tot actie en doelgerichte maatregelen om het akkoord te realiseren. Embuild Vlaanderen reikt daarvoor de hand uit naar de nieuwe Vlaamse regering en ministers en kijkt ernaar uit om daar mee werk van te maken. Wij hebben bedenkingen bij enkele concrete voorstellen, zoals het schrappen van het toekomstpad voor de renovatieplicht, maar wij reiken vooral de hand uit naar de toekomstige regering en ministers om samen na te gaan hoe we de komende jaren de toekomst van het bouwen – en daarmee ook van Vlaanderen – vorm kunnen geven.”

In een uitvoerige nota op www.embuildvlaanderen.be en ook in een recent webinar hebben beleidsadviseurs van Embuild Vlaanderen (Gert Huybrechts, Griet Goossens,

Veerle Desutter en Steven Declercq) het regeerakkoord overlopen en meer in het bijzonder nagegaan wat het akkoord betekent op het vlak van betaalbaar wonen, ruimtelijke ordening en vergunningenbeleid, leefmilieu, energie, tewerkstelling, onderwijs en erfgoed.

Betaalbaar wonen als topprioriteit

Zo stelt Gert Huybrechts vast dat de nieuwe Vlaamse regering van betaalbaar wonen een prioriteit wil maken: “Het aanbod moet toenemen in de koop- én in de private en de sociale huursector. Tegen 2050 moeten er 450.000 extra woningen komen.”

Vanaf 1 januari 2025 worden de registratierechten voor de enige eigen woning verlaagd van 3% naar 2%. De toegankelijkheid en efficiëntie van de Vlaamse Woonlening worden verbeterd, met name voor een aankoop in combinatie met een renovatie. De Vlaamse Woonwaarborg wordt uitgerold om starters sneller eigenaar te laten worden: kandidaat-eigenaars moeten daardoor bij leningen minder eigen middelen aanspreken.

De Vlaamse sloop- en heropbouwpremie blijft behouden voor investeringen zonder federaal verlaagd btw-tarief.

Er komt een betere controle op de woonkwaliteit en een snellere toekenning van huurpremies en verminderingen op de onroerende voorheffing. De maximale terugbetalingstermijn voor de huurwaarborglening wordt verlengd van 24 naar 36 maanden. Verder wil de nieuwe regering meer kwalitatieve huurwoningen onder de marktprijs laten bouwen via budgethuur (geconventioneerd huren). Zij streeft naar een verlaagd btw-tarief hiervoor. Het gebruik van conformiteits-

Caroline Deiteren

attesten voor huurwoningen wordt versterkt. Vanaf 2028 mogen eigenaars van de meest energieverspillende woningen hun huur niet meer indexeren.

De regering voorziet in 6 miljard euro leningsmachtigingen voor de bouw en renovatie van sociale huurwoningen en op de daken van die woningen worden maximaal zonnepanelen geplaatst.

3 miljard extra overheidsinvesteringen

De Vlaamse regering geeft aan te zullen werken met investeringskalenders om zo een duidelijk signaal te geven waarin de komende decennia zal worden geïnvesteerd. Uit het centenboekje bij het regeerakkoord kan men afleiden dat de nieuwe Vlaamse regering voor ongeveer 3 miljard euro extra wil investeren waarvan bijna 1,4 miljard in infrastructuur, 400 miljoen in De Lijn, 370 miljoen in onderwijsinfrastructuur, 320 miljoen in innovatie, 285 miljoen in de Blue Deal, 170 miljoen in zorginfrastructuur en 100 miljoen in cultuurinfrastructuur. Bovendien komen er recurrente DBFM-programma’s naar het model van Scholen van Vlaanderen en komt er een vernieuwd DBFM-infrastructuursubsidiesysteem voor de zorgsector. Verder wil de nieuwe regering investeren in minstens 40 nieuwe zwembaden.

Griet Goossens merkt op dat de nieuwe regering het bijkomend ruimtebeslag tegen 2040 naar 0 ha per dag wil laten evolueren. De bouwshift blijft dus overeind. De regering wil eindelijk het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen vaststellen. De open ruimte moet maximaal behouden blijven. De focus ligt dus op renovatie, vernieuwbouw en kwalitatieve verdichting op goed gelegen locaties. De regering wil ook een meer geïntegreerde aanpak voor

projecten met de gelijktijdige combinatie van uiteenlopende werken.

Vereenvoudigde

vergunningenprocedures

Het regeerakkoord pleit voor vereenvoudigde vergunningenprocedures die tegelijk moeten zorgen voor efficiëntie, rechtszekerheid en transparantie. De nieuwe regering wil de modernisering voortzetten die de vorige regering al heeft ingezet. Zij overweegt ook een modernisering van de verkavelingsvergunning en gaat de vrijstellingen- en meldingenbesluiten evalueren.

De regering wil een gemengde commissie oprichten die zich over het vergunningenbeleid zal moeten buigen. De commissie zal bestaan uit overheidsmedewerkers maar ook uit experten, academici en juristen. Ook het middenveld zal daarbij worden geconsulteerd. Hun werk zal binnen een jaar moeten uitmonden in een advies met concrete maatregelen die moeten leiden tot een actieprogramma. De regering wil onder meer tot constructievere en meer oplossingsgerichte inspraakreacties komen en het algemeen maatschappelijk belang meer laten doorwegen.

Watergevoelige gebieden vrijwaren

Om het hoofd te bieden aan aanhoudende droogte en wateroverlast komt er een Blue Deal 2.0-plan waarin ruimte voor water en betaalbaar drinkwater voorop staat. Het zal niet meer mogelijk zijn in watergevoelige openruimtegebieden te bouwen. Die gebieden zullen trouwens worden uitgebreid. De Vlaamse overheid zal in beroep blijven gaan tegen gemeenten die het advies van de watertoets naast zich neerleggen.

De nieuwe regering herhaalt de ambitie om tegen 2040 tot een asbestveilig Vlaanderen te komen. Tevens wil zij de materialenafdruk van Vlaanderen reduceren en het gebruik van secundaire grondstoffen stimuleren.

Rechtszekerheid rond zorgwekkende stoffen

Voor zorgwekkende stoffen, zoals PFAS, wil de nieuwe regering komen tot rechtszekere, technisch haalbare en op aanvaardbare risico’s gebaseerde normen voor de componenten bodem, lucht en water. Dit moet ervoor zorgen dat projecten van bedrijven en bouwwerken nog steeds kunnen plaatsvinden voor zover zij het milieu en de volksgezondheid

Griet Goossens

niet in het gedrang te brengen. Het is volgens Griet Goossens nog wel afwachten wat dit concreet zal betekenen.

De nieuwe regering zal werk maken van een gebieds- en oplossingsgerichte aanpak van industriële hotspots met aandacht voor sanering, grondverzet en bemalingen. Zij wil ook een specifieke regeling voor projecten van algemeen maatschappelijk belang uitwerken en de saneringsprocedures op administratief vlak vereenvoudigen.

Meer aandacht voor Europa

Bij nieuwe Europese regelgeving wil de regering de Vlaamse belangen zo vroeg mogelijk identificeren. Die regelgeving moet meer rekening houden met het dichtbevolkte en sterk geïndustrialiseerde Vlaanderen. De regering wil daarbij meer in het bijzonder een ‘level playing field’ bewaken (zelfde regels voor alle spelers) en ‘gold-plating’ (verder gaan dan wat Europa vereist) vermijden. De regering wil eerst de Europese regelgeving rond energie en klimaat omzetten vooraleer de Europese Unie nieuwe regels maakt. Zij gaat alle Europese vergunningsvereisten met impact op de ondernemingen doorlichten.

Collectieve en individuele renovaties

Gert Huybrechts wijst erop dat de nieuwe Vlaamse regering een emissiereductie van 47% wil realiseren. Deze doelstelling wil zij onder meer bereiken via collectieve renovatieprogramma’s en groepsaankopen met de Mijn VerbouwLening als prefinanciering. Tegelijk wil zij de drempels voor wijkrenovaties aanpakken. Voor appartementsgebouwen wil zij renovatiemasterplannen tot stand helpen brengen.

Gert Huybrechts: “De renovatieplicht wordt spijtig genoeg beperkt tot op het huidige niveau van label D en de termijn voor de uitvoering van die renovatie wordt verlengd van 5 naar 6 jaar. Het verstrengingspad (naar label C in 2028, label B in 2035 en label A in 2045) wordt afgeschaft. Maar voor niet-residentiële gebouwen wordt de renovatieplicht wel zoals voorheen.”

Gewijzigde tegemoetkomingen en fiscale lasten

De Mijn VerbouwLening wordt versterkt: er komt een volledige rentekorting voor specifieke doelgroepen. De korting op de onroerende voorheffing bij verbouwingen wordt verder afge-

bouwd. Daarnaast wil de regering de residentiele EPB- en EPC-beleidskaders vereenvoudigen. Verder wil de nieuwe regering een taxshift van gas naar elektriciteit, onder meer om de rentabiliteit van warmtepompen te verbeteren. Zij gaat de ambities op het vlak van hernieuwbare energieproductie verhogen, slimme netten uitbouwen met een maximale flexibiliteit en verder elektrische laadpunten uitrollen. Bovendien gaat zij werk maken van een kaderovereenkomst over zero-emissie stadslogistiek. Op basis daarvan kunnen er in bepaalde steden vanaf 2027 zones met zero-emissie vrachtvervoer komen.

Werkzaamheidsgraad naar

80% en meer

Veerle Desutter heeft de tewerkstellings- en onderwijsdoelstellingen van de nieuwe regering onderzocht: “Deze wil de werkzaamheidsgraad die in Vlaanderen nu al 76,8% bedraagt, tot 80% en zelfs meer doen toenemen. VDAB moet focussen op langdurig werklozen en zieken en jaarlijks 12.000 langdurig zieken aan het werk krijgen met een groeipad naar 20.000 in 2029. Voor de activering van niet-beroepsactieven, zoals leefloners en nieuwkomers, krijgen lokale besturen een structurele rol. VDAB moet besparen door zich te concentreren op haar kerntaken.”

Verder vindt Veerle Desutter het positief dat het werkplekleren en de IBO (Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming) worden hervormd op maat van de sectoren. De nieuwe regering wil bovendien onderzoeken om na de aanwerving opleiding op maat te ondersteunen. Maar de jobbonus wordt afgeschaft (op voorwaarde dat op federaal niveau de lasten op arbeid worden verlaagd) en ook de doelgroepen- of

Gert Huybrechts

RSZ-kortingen verdwijnen (bijvoorbeeld voor de eerste werknemer en voor oudere werknemers).

Inclusie en migratie

Jobcoaches moeten bedrijven ondersteunen bij het organiseren van een inclusieve werkvloer voor mensen met een taalachterstand, langdurig zieken en personen met een arbeidsbeperking. Per sector wordt een actieplan voor non-discriminatie opgesteld en komen er praktijktesten volgens een gefaseerde cyclus (met eerst een nulmeting, dan een verbeterplan en tenslotte een opvolgmeting).

Op het vlak van arbeidsmigratie wil de nieuwe regering focussen op hooggeschoolde kennismigratie en de invulling van middengeschoolde knelpuntberoepen. De doorlooptijden bij aanvragen voor een gecombineerde arbeidsen verblijfsvergunning (single permit) worden verkort. De regering gaat een nultolerantie in de aanpak van detacheringsfraude hanteren en wil de controle op de ketenaansprakelijkheid evalueren en eventueel bijsturen.

Investeren in onderwijskwaliteit

De nieuwe regering wil fors investeren in de kwaliteit van het onderwijs. Zij wil vooral de kennis van het Nederlands van de leerlingen verhogen, het statuut van de leerkracht verbeteren, de directies professionaliseren en tegelijk in scholenbouw blijven investeren. De werkingsmiddelen voor het beroeps- en technisch onderwijs worden verhoogd. Het duaal leren wordt uitgebreid naar sterkere richtingen om zo het imago van dit leersysteem te verbeteren. De regering wil ook onderzoeken of duaal leren ook in het hoger onderwijs kan. Zij wil bedrijven stimuleren om te participeren in het beroeps- en technisch onderwijs.

Veerle Desutter betreurt dat het Nederlands in het hoger onderwijs in principe steeds de onderwijstaal zal blijven. Dat principe maakt het moeilijk om bijvoorbeeld voor de hogere bouwopleidingen internationaal talent aan te trekken.

In het regeerakkoord is sprake van een opleidingsoffensief voor werknemers én werkzoekenden. Het Vlaams Opleidingsverlof wordt hervormd. Deze steunmaatregel wordt voorbehouden voor opleidingen voor knelpuntberoepen, loopbaanontwikkeling en productiviteitsverhoging en zal niet meer van toepassing zijn voor bedrijfsinterne opleidingen in de huidige job.

Wachtlijst voor erfgoedsteun wegwerken

Steven Declercq tenslotte heeft het erfgoedbeleid van de nieuwe regering doorgelicht. Die gaat de ondersteuningsmechanismen beperken en gaat zich tegelijk terughoudend opstellen tegenover nieuwe beschermingen. Zo zullen de fiscale voordelen voor erfgoed worden afgeschaft en de erfgoedlening (met een jaarlijks budget van 7 miljoen euro) worden stopgezet. De regering zal zich wel blijven inspannen om de wachtlijst voor erfgoedsteun weg te werken. Zodra deze inhaaloperatie is uitgevoerd zal de regering terugvallen op het reguliere budget voor erfgoedpremies en premieoproepen.

Steven Declercq

Verder is in het regeerakkoord sprake van een proefproject met Syntra, Herita en het beleidsdomein Onderwijs en Vorming om erfgoedambachten in Vlaanderen te behouden en de waardevolle kennis op dit vlak door te geven. En op het vlak van energie-efficiëntie zullen erfgoedgebouwen gemotiveerd kunnen afwijken van de Vlaamse Wooncode, EPB- en EPC-eisen.

Veerle Desutter

Multifunctionele daken als oplossing voor ruimtelijke en klimaatuitdagingen

We staan in Vlaanderen voor enkele grote uitdagingen: van verdichting tot klimaatdoelstellingen. Gelukkig zijn er ook oplossingen voor deze uitdagingen. Klimaatdaken bijvoorbeeld. Ze zijn nog niet helemaal ‘top of mind’ voor aannemers en eigenaars, maar hebben veel voordelen. Embuild Vlaanderen en Buildwise organiseerden op 23 september dan ook het allereerste klimaatdakcongres in Flanders Expo en zetten daarmee de nieuwste ontwikkelingen in de kijker.

In haar openingswoord benadrukte Caroline Deiteren, directeur-generaal van Embuild Vlaanderen, de urgentie van de uitdagingen waar Vlaanderen voor staat.

"Vlaanderen kampt met een ernstig ruimteprobleem," begon ze. "We willen de schaarse open ruimte beschermen, zoals vastgelegd in de bouwshift, terwijl er tegelijkertijd een dringende behoefte is aan 500.000 nieuwe woningen. Verdichting is daardoor onvermijdelijk."

Naast de ruimtelijke kwestie onderstreepte

Deiteren de noodzaak om de bouwsector te betrekken in de strijd tegen de klimaatcrisis. De Europese klimaatdoelstellingen vereisen een aanzienlijke reductie van CO2-uitstoot, waarvoor een grootschalige renovatiegolf noodzakelijk is. Deze renovaties moeten niet alleen de energie-efficiëntie van gebouwen verbeteren, maar ook plaats bieden aan hernieuwbare energiebronnen zoals zonnepanelen en warmtepompen.

Ongebruikt potentieel van platte daken

Een van de belangrijke kansen voor de bouwsector ligt volgens Deiteren op een onverwachte plaats: de platte daken van gebouwen. "Vlaanderen telt duizenden vierkante kilometers aan platte daken die momenteel enkel als afdekking fungeren," legde ze uit. "Maar deze daken hebben een enorm potentieel om een positieve bijdrage te leveren aan het aanpakken van klimaatverandering, biodiversiteitsverlies en het efficiënt benutten van ruimte."

Het concept van een klimaatdak, dat het congres centraal stelde, gaat verder dan alleen duurzame energieoplossingen. Een klimaatdak is een multifunctioneel plat dak dat bijdraagt aan klimaatadaptatie, klimaatmitigatie en CO2-reductie. Denk hierbij aan een dak met een moestuin, zonnepanelen, een waterfiltratiesysteem, een dakterras of nog beter: een combinatie van een paar uit deze lijst.

Multifunctionele daken als antwoord op klimaatadaptatie

Naast klimaatmitigatie, waarbij de CO2-uitstoot wordt teruggedrongen, zijn klimaatdaken ook van belang voor klimaatadaptatie. Steden in Vlaanderen krijgen steeds vaker te maken met het hitte-eilandeffect, vooral tijdens de zomermaanden.

De oplossing ligt volgens Deiteren in een betere integratie van groen-blauwe infrastructuur, zoals parken, waterpartijen en andere natuurlijke elementen die verkoeling bieden. Bij stedelijke verdichting is het cruciaal om regenwater vast te houden en langzaam te laten infiltreren in plaats van het direct via riolen af te voeren. Multifunctionele daken kunnen hierin voorzien, bijvoorbeeld door wateropvangsystemen te integreren.

Inspirerende voorbeelden uit Vlaanderen

Dat klimaatdaken perfect te installeren zijn, bewezen verschillende experts en sprekers tijdens dit congres. Zo gaf Lukas Daniels van V&B Dakwerken een gedetailleerde presentatie over circulaire en losmaakbare daktechnieken die zijn bedrijf heeft toegepast, onder andere bij de bouw van een basisschool in Wellen. Deze technieken zorgen ervoor dat daken op een duurzame manier opgebouwd en hergebruikt kunnen worden.

Daken zijn niet langer alleen afdekking van gebouwen, merkten de mensen van Revive op. Kevin Sieckelinck vertelde hoe ze daken zien veranderen in hun portfolio, met steeds meer daken die verschillende functies combineren: van zonne-energie tot recreatie, waterbeheer en zelfs voedselproductie.

Twee opvallende projecten werden extra belicht tijdens het congres: het innovatieve oeverplantendak van Rietland, waarbij Mireille Martens vertelde over het afvalwater dat hier-

Wie interesse heeft om het klimaatdakprotocol te ondertekenen, kan hiervoor terecht op www.klimaatdak.be.

mee gezuiverd wordt, en de dakboerderij op het PAKT-project van Volle Grond, waarover Adriaan Vermeulen vertelde dat je er groenten en fruit kan kweken. Deze projecten tonen hoe daken een waardevolle groene ruimte kunnen worden in dichtbevolkte gebieden.

Hans Erens van Avantgarden benadrukte dat klimaatdaken altijd in een breder stedelijk geheel moeten worden bekeken. "Ze moeten worden gekoppeld aan de groen-blauwe infrastructuur van de omgeving," verklaarde hij. Klimaatdaken maken namelijk integraal deel uit van het stedelijk weefsel en dragen bij aan de bredere ecologische en klimatologische functies van een wijk of stad.

Onderzoek en innovatie zorgen ervoor dat klimaatdaken zich verder blijven ontwikkelen. Eddy Mahieu van Buildwise en Dirk Saelens van KU Leuven werken hier beiden op: de eerste gaf inzicht in de technologische vooruitgang binnen de sector, de tweede lichtte plannen toe voor een nieuwe onderzoeksinfrastructuur op de ConstrucThor-site in Genk, een proeftuin voor nieuwe bouwtechnieken en oplossingen voor onder andere multifunctionele daken.

Het klimaatdakprotocol ondertekenen

Meer dan 180 bedrijven en organisaties uit de bouwsector, architectuur en projectontwikkeling hebben het klimaatdakprotocol al ondertekend. Dit protocol schetst de ambitie om platte daken in Vlaanderen multifunctioneel en duurzaam in te zetten. De ondertekenaars verbinden zich ertoe om actief bij te dragen aan deze transitie door innovatieve oplossingen te implementeren, onderzoek te stimuleren en samen te werken met overheden en andere belanghebbenden.

Tijdens de netwerkreceptie na afloop van het congres kregen verschillende organisaties de kans om het protocol ceremonieel te ondertekenen. Dit benadrukte de brede steun vanuit de sector voor deze nieuwe visie op de rol van platte daken in het stedelijke landschap.

Het eerste klimaatdakcongres bewees alvast dat er in Vlaanderen een groeiende consensus bestaat over het belang van multifunctionele daken. Met de steun van bedrijven, projectontwikkelaars, overheden en onderzoeksinstellingen is er een stevige basis gelegd om de platte daken in Vlaanderen een nieuwe rol te geven. Klimaatdaken zijn aldus een belangrijk instrument geworden om onze bebouwde omgeving toekomstbestendig te maken.

Een onderdompeling in de internationale wereld van de Mondial du Bâtiment in Parijs

De Mondial du Bâtiment 2024 werd van 30 september tot 3 oktober 2024 gehouden in Parijs. Embuild Magazine werd uitgenodigd voor een bezoek aan deze internationale B2B-vakbeurs gewijd aan onze sector. Dus trokken we naar de Lichtstad om ons onder te dompelen in dit grote evenement. We snoven de sfeer op en hadden een ontmoeting met Jean-Philippe Guillon, directeur van het evenement.

D" Qua oppervlakte is het de grootste vakbeurs in Frankrijk, vóór de Landbouwbeurs."

insdag 1 oktober. Tweede dag van de Mondial du Bâtiment. Het was rond het middaguur toen we aankwamen bij de Porte de Versailles. Er scheen een heel aangenaam zonnetje voor de tijd van het jaar toen massa’s bezoekers toestroomden naar het Parc des Expositions. Om de twee jaar is dit evenement een must-see voor alle internationale spelers in de bouwsector.

Vier vakbeurzen

Sinds enkele jaren bestaat de Mondial du Bâtiment uit drie vakbeurzen: de bekende Batimat (multispecialist voor de bouwsector, 1473 exposanten), Idéobain (gewijd aan badkamers en sanitair, 166 exposanten) en Interclima (klimaatengineering en HVAC Engineering, 383 exposanten). Dit jaar kreeg Equipbaie-Métalexpo, het benchmarkevenement voor de schrijnwerkerij- en metaalbewerkingssector, ook een plek naast Batimat. De Mondial du Bâtiment is verdeeld over zeven paviljoenen, met in totaal meer dan 2000 exposanten, waarvan 50% internationaal. Opgemerkt moet worden dat ruimtes met betrekking tot renovatie, de Renodays, zijn verdeeld over Batimat, Interclima en Equipbaie.

We gaan naar Paviljoen 1, gewijd aan Batimat. Er zijn stands met producten en materialen voor onder andere ruwbouw, opbouw en gebouwschil, isolatie, waterdichting, hout, off-site bouw en koolstofarme bouw, fotovoltaïsche panelen, maar ook organisaties en

diensten. We gingen dag zeggen bij onze collega's van de FFB, Fédération Française du Bâtiment. "Hoe gaat het met de bouwsector in België? Hier heeft de nieuwbouw het hard te verduren.” We zullen je de details van onze reactie besparen, want daar hebben we hier de ruimte niet voor. Maar de problemen zijn in Frankrijk hetzelfde: een crisis in de nieuwbouw, een tekort aan arbeidskrachten, groeiende milieueisen en veelvuldige wijzigingen in de regelgeving.

België, een belangrijke speler

In de persruimte komt en gaat een groot aantal journalisten uit heel Europa om de meer dan 400 lezingen bij te wonen en de nieuwste ontwikkelingen te ontdekken en er artikels over te schrijven voor hun respectieve vakbladen. Jean-Philippe Guillon, directeur van de vakbeurzen Batimat, Idéobain en Interclima, praat met ons in de rustige vipruimte van dit paviljoen, waar Batimat centraal staat. "Ik ben heel blij dat België ons komt bezoeken. Jullie zijn een belangrijke speler op de beurs en jullie staan in de top 7 van de buitenlandse bezoekers. In de top 5 staan Tunesië, Marokko, Italië, Portugal en Spanje. Jullie staan net achter Zwitserland. In 2022 bezochten tussen de 600 en 700 Belgen ons. En we hebben ook Belgische exposanten", benadrukt hij. De man wordt voortdurend aangeklampt. Hij drinkt een koffie in het midden van de namiddag. "Dat zal me niet wakker houden, gezien de staat waarin ik verkeer", grapt hij. Voordat hij ons de achtergrond van het evenement schetst. En gepassioneerd spreekt over de Mondial du Bâtiment. "Gezien de sterke vertraging in de bouwactiviteit en de vertraging die de afgelopen twee jaar is waargenomen in de verwachte ontwikkeling van de energierenovatie, met ambitieuze groeidoelstellingen voor de komende dertig jaar, waren er veel vragen over de editie van dit jaar. Maar het moet gezegd worden dat het sinds de jaren 1950 nog altijd de belangrijkste

ontmoetingsplaats voor de branche is voor materialen, oplossingen, innovaties en technologische vooruitgang. Dit jaar hebben we met Equipbaie-Métalexpo vier beurzen in één. Qua oppervlakte is het de grootste vakbeurs in Frankrijk, vóór de Landbouwbeurs. Met meer dan 2000 exposanten hebben we er 300 meer dan tijdens de vorige editie in 2022 en we mikken op 120 000 bezoekers, 10 000 meer dan twee jaar geleden. We zijn goed begonnen. (Noot van de redactie: De Mondial du Bâtiment lokte meer dan 135 000 bezoekers).”

Vier thema's

Voor deze editie van 2024 stonden vier thema's op het programma, onder het motto "Verander je perspectief". De directeur van het evenement legde ze aan ons uit. "Het eerste is Aanpassing. Aanpassing aan klimaatverandering, de economische toestand, de behoefte aan nieuwe materialen, nieuwe gebieden om in te bouwen en de behoefte aan renovatie. Het tweede is Innovatie, de kern van anders bouwen. Het derde thema is De Regio’s. Het is niet alleen een vakbeurs voor de regio Parijs, aangezien 60% van de Franse bezoekers uit andere regio's komt. 20-30% van de bezoekers zijn buitenlanders uit Europa, Afrika en Azië. De exposanten zijn voor 50% Frans en voor 50% buitenlands. We zetten ook de schijnwerpers weer op regionale initiatieven, met internationale deskundigen die met ons komen praten over onder andere de "Mediterranisering van het continent". Vakmensen in Zuid-Europa hebben een traditie van anders bouwen, met materialen die bestand zijn tegen klimaatverandering. Je moet luisteren naar wat ze te zeggen hebben! Dit jaar kunnen bezoekers zich overigens met Climate Sense onderdompelen in een omgeving van meer dan 50 graden Celsius, een simulatie van het toekomstige klimaat. Het vierde en laatste thema is: Vrouwen en Mannen uit de Bouwsector. We kampen met een tekort aan geschoolde

arbeidskrachten en er moet prioriteit worden gegeven aan opleiding, met name in renovatie en verbouwingen, omdat de nieuwbouwsector het moeilijk heeft. Gender is geen issue meer. Eindelijk spelen vrouwen een steeds centralere rol in de sector, zowel bij het voorschrijven als bij de uitvoering."

Innovation Awards

Dit jaar werden de Innovation Awards georganiseerd in tien categorieën: Construction Tech® – Start-ups, IT en new technologies; Training en diensten; Klimaatengineering; Ruwbouw, opbouw en gebouwschil; Off-site; Interieur en tuin; Materieel, tools, voertuigen en equipment; Schrijnwerk en Gevels; Badkamer; Dienstensector/ Klimaatengineering. "We ontvingen meer dan 300 inzendingen, die allemaal een link moesten hebben met decarbonisatie, milieuvriendelijkheid en energieverbruik. 38 winnaars zijn gekozen", benadrukt Jean-Philippe Guillon.

Hij besloot zijn uiteenzetting als volgt: "Na vier edities in het Parc des Expositions de Villepinte keerden we in 2022 terug naar de Porte de Versailles en dus ook dit jaar weer. Ondanks de moeilijkheden waarmee de sector te kampen heeft, is het enthousiasme er. Dit wordt bevestigd door het aantal exposanten en bezoekers. De Mondial du Bâtiment staat op de agenda van de branche en dat stelt ons gerust. We hopen dat deze bijeenkomst zal bijdragen aan het herstel van de bouwsector."

Na een laatste wandeling door de gangen van het Parc des Expositions nemen we afscheid van de Porte de Versailles. Met één woord om onze gemoedstoestand samen te vatten: geweldig. Een tip: als je deze beurs (beurzen) nog niet hebt bezocht, raden we je ten zeerste aan om dat te doen. De eerstvolgende editie vindt plaats van 28 september tot 1 oktober 2026. Noteer het alvast in je agenda.

De Batimat-vakbeurs werd gehouden in verschillende paviljoenen van het Parc des Expositions, met in totaal 1473 exposanten. Op deze foto, paviljoen 1

↖↑
De Mondial du Bâtiment lokte meer dan 135 000 bezoekers naar de Porte de Versailles

Technieken voor de energetische renovatie van muren

De energetische renovatie van muren bestaat er doorgaans in hun thermischeisolatieprestaties te verbeteren en de graad van luchtdichtheid te verhogen, voornamelijk ter hoogte van de aansluitingen met het schrijnwerk. Om een goed isolatieniveau te behalen, moeten er een of meerdere lagen van in totaal 12 tot 20 cm dik toegevoegd worden.

1

Belangrijkste technieken

De na-isolatie van een bestaande spouwmuur wordt beschreven in de TV 246. Het gaat hier om een relatief goedkope en rendabele techniek die maar weinig hinder teweegbrengt tijdens de werken. Doordat de ingespoten isolatie vaak slechts 5 tot 6 cm dik is, vormt deze techniek doorgaans slechts een voorafgaandelijke stap in afwachting van de toepassing van een performanter isolatiemateriaal.

Het isoleren langs de binnenzijde (zie de Buildwise-artikels 2012/4.16 en 2013/2.4) brengt een aantal risico’s met zich mee die zorgvuldig beoordeeld moeten worden, zoals de moeilijkheid om bepaalde koudebruggen weg te werken. Naast de warmteverliezen die erdoor veroorzaakt worden, dient men tevens rekening te houden met het feit dat de aanwezigheid van koudebruggen het risico op condensatie en schimmelvorming verhoogt.

Het isoleren langs de buitenzijde treft men voornamelijk aan bij:

● geïsoleerde gevelbekledingen (TV 243, Buildwise-artikel 2014/4.8)

● ETICS, hetzij bepleisteringen (TV 257) of harde bekledingen op buitenisolatie (TV 279).

Een isolatie langs de buitenzijde geniet de voorkeur, aangezien zij op hygrothermisch vlak gunstiger is (behoud van de thermische massa van de muur in het beschermde volume, beperking van het condensatierisico ...). Bovendien beschermt zij de draagmuur tegen de klimatologische belastingen. Tot slot blijft de in de ruimten ondervonden hinder tijdens de werken beperkt (zie afbeelding 1).

2

Technische diagnose

In de referentiedocumenten worden er verschillende controlepunten vermeld, in het bijzonder met betrekking tot de stabiliteit van de muur en de aanwezigheid van vocht of andere schadevormen (vorst, barsten ...).

Gebeurlijke vochtproblemen mogen nooit louter weggemoffeld worden. De muurvoeten

2 | Verlenging in de grond van de buitenisolatielaag om de weg van de minste warmteweerstand langer te maken.

GEVELISOLATIE: EEN BELANGRIJK ASPECT VAN

ENERGIERENOVATIE

Gevels zijn een belangrijk onderdeel van de gebouwschil en zijn vaak slecht geïsoleerd. Er bestaan verschillende gevelisolatietechnieken en voor elke situatie is er een aangepaste oplossing te vinden. Door hun gevels te isoleren, kunnen je klanten aanzienlijk besparen en tegelijkertijd hun thermisch comfort verbeteren.

Om je hierbij te begeleiden, heeft Buildwise alle informatie over het na-isoleren van

2 | Isolatie langs de buitenzijde van bestaande muren.

moeten steeds voorzien zijn van de nodige vochtwerende schermen of geïnjecteerd worden.

De na-isolatie van een spouwmuur en de isolatie langs de binnenzijde vergen een systematische studie van de blootstelling van de gevel aan de weersomstandigheden.

Het aanbrengen van een isolatie langs de buitenzijde kan een oplossing bieden voor

spouwmuren, het isoleren langs de buitenzijde en het isoleren langs de binnenzijde van bestaande gebouwen op één plek samengebracht. Bij elke oplossing staan de details, de voordelen en de beperkingen vermeld en wordt er advies gegeven over de voorafgaandelijke diagnose van de te isoleren muren. Voor meer informatie verwijzen we naar https://buildwise.direct/ technieken-gevelisolatie-campagne.

vochtproblemen als gevolg van waterinfiltraties via de gevel en voor vorstschade.

3 AANSLUITINGEN

Hoewel bouwknopen volgens de regelgeving enkel in aanmerking genomen moeten worden bij nieuwbouw, kan men niet ontkennen dat de zorg waarmee ze behandeld worden een aanzienlijke invloed heeft op de kwaliteit van de energetische renovatie.

A. MUURVOET

In het geval van een isolatie langs de buitenzijde van een bestaande muur, vereist de muurvoet de uitgraving van de grond die in contact staat met de muur tot op een diepte van zo’n 40 à 50 cm en de plaatsing van een vochtbestendige isolatielaag (zie afbeelding 2).

Indien een isolatie langs de buitenzijde niet mogelijk is en men teruggrijpt naar een isolatie langs de binnenzijde, dan is de zorgvuldige behandeling van de knoop niet zo vanzelfsprekend.

B. COMBINATIE VAN TECHNIEKEN

De combinatie van de na-isolatie van de luchtspouw en het aanbrengen van een isolatie langs de binnenzijde kan een interessante oplossing vormen, aangezien beide technieken toelaten om verschillende koudebruggen weg te werken.

Ter hoogte van de vloer compenseert de isolatie van de luchtspouw vaak de afwezigheid van isolatie langs de binnenzijde. Ter hoogte van de latei van de opening gaat deze redenering op in omgekeerde richting.

Samenvatting van een artikel verschenen op de pagina’s 18-19 van het Buildwise Magazine 2016/1. Enkel het originele Buildwise-artikel geldt als referentie.

1 | Analyse van de beschadigingen aan de muurvoet.

ETICS op houtskeletbouw: aansluiting aan de muurvoet

Bepleisteringen op buitenisolatie (ETICS) worden al sinds een aantal jaren gebruikt als afwerkingstechniek voor houtskeletbouw. We willen eraan herinneren dat de duurzaamheid van de eentrapsdichting die door een ETICS tot stand gebracht wordt, afhankelijk is van een goed ontwerp, de correcte uitvoering van de detailleringen, een doordachte keuze van de samenstellende wandonderdelen en een periodiek onderhoud (vooral van de soepele voegen).

In België bestaan er vooralsnog geen technische goedkeuringen (ATG) voor de toepassing van ETICS op houtskeletbouwwanden. Bijgevolg moet men zijn toevlucht nemen tot de aanbevelingen uit de TV 257 en het Buildwise-artikel 2014/04.05 waarin onder meer het hygrothermische ontwerp van de wand, de materiaalkeuze en de eisen voor de dragende wand aan bod komen.

De laatste jaren heeft Buildwise tal van schadegevallen aan muurvoeten vastgesteld (vergroening, schimmelontwikkeling ...; zie afbeelding 1).

Men dient bijzondere aandacht te besteden aan het ontwerp en de uitvoering van de muurvoet. Aangezien houten wanden niet

onder het niveau van de afgewerkte buitenvloer uitgevoerd mogen worden, moet de nivelleringsregel volgens de TV 291 minstens 20 cm boven het grondniveau geplaatst worden. Wanneer er een ETICS toegepast wordt, dan is het aangeraden om deze regel minstens 30 cm boven de grond te plaatsen en rondom het gebouw een zone met grind te voorzien die minstens 30 cm breed is (zie nrs. 4 en 9 in afbeelding 2). Hierdoor kan men het risico op opspattend water tegen de gevel beperken, de afwatering van het oppervlaktewater bevorderen, plantengroei op afstand houden en de kans op schokken ten gevolge van werkzaamheden in de tuin vermijden.

Om de muurvoet te beschermen tegen opstijgend vocht, moet er onder de nivellerings-

regel een waterscherm aangebracht worden (zie nr. 1). Dit bestaat doorgaans uit een 2 tot 3 mm dik bitumineus membraan of uit een membraan uit polyethyleen, polypropyleen of EPDM. Dit waterscherm moet breder zijn dan de nivelleringsregel om de waterdichtheid aan de buitenzijde van de wand te kunnen verzekeren en, indien nodig, de lucht- en waterdampdichtheid aan de binnenzijde te kunnen garanderen.

Voor de sokkel is het aangeraden om een isolerende plint te plaatsen die opgebouwd is uit een schok- en vochtbestendig materiaal (bv. geëxtrudeerd polystyreen of XPS) en om als afwerking een harde bekleding aan te wenden, zoals natuursteen of steenstrips (zie nr. 5).

De verbinding tussen het ETICS en de isolerende plint moet verzekerd worden door een startprofiel (zie nr. 8) en moet zo uitgevoerd worden dat:

● de continuïteit van de isolatielagen gewaarborgd is

● het water niet kan infiltreren ter hoogte van de verbinding

● het zichtbare vlak van de bepleistering van het ETICS ongeveer 2 cm uitspringt ten opzichte van de plint.

2 | Ontwerp van de aansluiting van het ETICS aan de muurvoet van een houtskeletbouw.

Samenvatting van een artikel verschenen op de pagina’s 12-13 van het Buildwise Magazine 2018/3. Enkel het originele Buildwise-artikel geldt als referentie.

Kennis van hout is goud

Gratis e-book voor bouwprofessionals

• Ontwerpmogelijkheden

• Voordelen van hout

• Valkuilen bij houtbouw

• Tips uit de praktijk

Bouwteam bundelt expertise tussen alle partijen

Aan de Reyerslaan in Brussel wordt momenteel druk gewerkt aan de ruwbouw voor het nieuwe gebouw voor de Vlaamse publieke omroep VRT. Het gebouw zou binnen een paar jaar klaar moeten zijn. Niet alleen naar omvang en mediabekendheid gaat het om een uitzonderlijk project. Het is bovendien illustratief voor een groot en complex project dat door een bouwteam wordt gerealiseerd.

Via een Design & Build-formule heeft VRT naar een geschikt bouwteam gezocht. Zeven bouwteams dienden hun kandidatuur in. Met een aantal kandidaten daarvan werd een concurrentiedialoog gevoerd. Op basis van dit onderhandelingstraject kozen de raad van bestuur en de directie van VRT voor een definitieve gunning aan het bouwteam VRT Morgen. Naast de architectenbureaus OFFICE Kersten Geers en David Van Severen, Jaspers-Eyers Architects en Bureau Bas Smets bestaat het team ook uit de ingenieursbureaus Tractebel, CES en Ideal Acoustics, bouwbedrijven Willemen Construct en Jan De Nul Group en bouwtechnologiegroep EEG.

Structuur van de samenwerking

De werkzaamheden op de bouwplaats worden momenteel gecoördineerd door projectdirecteur Pieter Tobback. Hij is industrieel ingenieur van vorming, werkt al 16 jaar voor Willemen Groep en heeft voordien al de renovatie van de Astrotoren in Sint-Joost-tenNode in goede banen geleid. Hij legt uit hoe de samenwerking voor het nieuwe VRT-gebouw precies verloopt.

Pieter Tobback: “Voor de effectieve uitvoering van het project is er enerzijds de tijdelijke maatschap Jan De Nul-Willemen en anderzijds de bouwtechnologiegroep EEG die specifiek verantwoordelijk is voor de technieken (behalve voor de liften). Ik heb dus een

evenknie bij EEG die net zoals ik met een team van project- en werfleiders de uitvoering van de verschillende loten opneemt.”

Bij de architecten staat Jaspers-Eyers vooral in voor de structurele aspecten en voor de concrete uitwerking en detaillering, terwijl OFFICE eerder instaat voor de esthetische aspecten en voor de vormgeving van de afwerking. Bureau Bas Smets zorgt voor het ontwerp van de 5 patio’s en de buitenruimte rond het gebouw. Tractebel neemt de studie van stabiliteit, akoestiek, elektriciteit, sanitair en duurzaamheid voor zijn rekening, terwijl CES instaat voor HVAC en Ideal Acoustics zich focust op de akoestiek van de studio’s en productielokalen.

Actuele stand van zaken

Het bouwteam is vanaf 2021 van start gegaan en de eigenlijke werken zijn gestart vanaf november 2022. Maarten Loos, hoofdprojectleider van Jan De Nul: “Na de afbraak van een bestaand parkeergebouw zijn wij begonnen met het maken van de funderingswanden: specifiek diepwanden van 80 cm dikte en 26 m diep en daarnaast ook secanspalenwanden met een diameter van 88 cm en een diepte tot 22 m.

Vervolgens hebben we de bouwput uitgegraven, een bouwput van meer dan 20 meter diep voor de aanleg van vijf ondergrondse verdiepingen. Dat vergde ongeveer 140.000 m³ grondverzet. Die ondergrondse verdiepingen dienen niet enkel als parkeerruimte maar huisvesten bijvoorbeeld ook al een aantal

HET NIEUWE VRTHUIS IN ENKELE CIJFERS

65.000 m2 gebouw met elke verdieping 2 voetbalvelden groot

18.000 m2 flexibele werkplekken

10.000 m2 ontmoetingsruimtes

5.000 m2 groene ruimte met 5 binnentuinen

2.300 m2 zonnepanelen, equivalent aan het verbruik van 191 gezinswoningen

500 m2 eventruimte

5 binnentuinen

5 radiostudio's

3 grote tv-studio's

1 studio op de nieuwsvloer

studio’s. Het ondergronds volume van circa 20.000 m² is intussen klaar en wij zijn reeds bezig met de afdekking van de benedenverdieping en begonnen met de bouw van de eerste verdieping. De circulatiekernen trekken we sneller op. Daar zit het hoogste punt al op de vierde verdieping.”

Concept en complexiteit

Dat nieuwe VRT-huis van 65.000 m² wordt een compact en tegelijk veelzijdig gebouw van twee gestapelde volumes. De basis is een achthoekig volume met een ruime lobby, een eventruimte, een bedrijfsrestaurant, logistieke werkruimtes en drie grote televisiestudio’s. Daarbovenop komt het tweede volume met

in totaal drie verdiepingen. Elke verdieping bestaat uit een ruime werkvloer van 87 op 87 meter. VRT koos daarbij voor een horizontaal gebouw. De medewerkers zullen kunnen samenwerken op grote werkplatformen die flexibel kunnen inspelen op hoe media de komende decennia evolueren.

Pieter Tobback: “Juist de stalen overkragingen tussen de basissokkel en de bovenverdiepingen zonder steunkolommen met vrijstaand gevelvakwerk maakt het werk komend eindejaar voor ons nog heel uitdagend. Daarnaast is het door de hoge wapeningsdensiteit belangrijk voor de wanden van de studio’s zelfverdichtend beton van een zeer hoge kwaliteit te gebruiken. Nog een uitdaging bestaat erin om voor de studio’s akoestische lekken te vermijden, onder meer door contacten tussen het beton en het metselwerk te vermijden.”

Beperkte voetafdruk

Het nieuwe VRT-huis wordt bovendien een gebouw met een beperkte ecologische voetafdruk. Het nieuwe gebouw zal voor 100% vrij van fossiele brandstoffen zijn. Er wordt gebruik gemaakt van een goed isolerende gebouwenschil en het gebouw wordt volledig verwarmd met behulp van gerecupereerde warmte en warmtepompen. Zo moest onder de funderingsplaat al een beoveld worden aangelegd met meer dan 100 boringen tot 100 meter diep. En op het dak zullen dan nog eens 2.300 m² zonnepanelen komen.

Wim Van der Heyden, projectdirecteur bij EEG: “Dankzij het gebruik van regelaars en sensoren kunnen we het energieverbruik optimaliseren en verduurzamen. Zo worden niet alleen ruimtesensoren toegepast, maar ook sensoren per werkplek en sensoren die het aantal aanwezigen in een vergaderzaal kunnen registreren. Hiermee monitoren we welke zones intensief gebruikt worden (en dus extra geventileerd moeten worden), en waar er energie bespaard kan worden.

Een app registreert alle data, waarmee de technische experts van VRT op hun beurt aan de slag kunnen. Bovendien zal elke VRT-medewerker in het nieuwe gebouw in realtime via een app de verwarming, de koeling en de zonwering kunnen bedienen in de zone waar hij zich bevindt. Dat betekent maximaal comfort en een duurzame oplossing!”

↑ Dronebeeld van de actuele toestand van de bouwplaats
Render van het nieuwe VRT-gebouw

Embuild versterkt alle bedrijven actief in de bouw

Een aannemer die lid is van Embuild - de voormalige Confederatie Bouw - mag op beide oren slapen. Er bestaat geen betere partner voor:

• advies

• informatie

• ondersteuning

• belangenbehartiging

• netwerking

• promotie van jouw bedrijf bij het grote publiek onder meer via buildyourhome.be

Word nu lid op embuild.be/nl/lid-worden

Renson lanceert productgamma voor duurzame verwarming/ koeling

Renson voegt een compleet nieuwe productfamilie toe aan zijn portfolio. In dit assortiment vind je nu ook een lucht-waterwarmtepomp Arean (een efficiënte én stijlvolle monobloc buitenunit), een Cygna warmtepompboiler (in collectieve woonprojecten voorziet die elke wooneenheid apart van sanitair warm water) en een warmwatertank (de perfecte sidekick van de warmtepomp voor sanitair warm water in individuele woningen, die tot 250 liter water kan opslaan met een temperatuur tot 65 °C), met bijbehorende automatisering voor slimme aansturing. In de passende combinatie vormen die componenten voor elke individuele woning of collectief woonproject een geconnecteerd systeem voor duurzame verwarming, koeling en sanitair warm water.

Met deze modulaire totaaloplossing maak je elke individuele woning of collectief project (nieuwbouw of renovatie) klaar voor de toekomst. Met één aanspreekpunt en

maximaal installatie- en opvolgingsgemak (tijdsbesparing) dankzij digitale tools, training en ondersteuning. Het Belgische familiebedrijf uit Waregem versterkt hiermee zijn positie als wereldwijde leverancier voor de multitechnische sector.

VEILIG BOUWEN: EERST DENKEN, EN DAN DOEN!

Doe mee en signeer het charter op safetymypriority.be

NIEUWS OVER RENOVATIEBELEID EN -TECHNIEKEN VOOR WONINGEN

De Vlaamse overheid wil ons gebouwenbestand verduurzamen.

Sinds 1 januari 2023 is het Vlaams renovatiebeleid voor residentiële gebouwen operationeel. De langetermijndoelstelling van dit beleid is vrij goed gekend: tegen 2050 moet elke woning EPC-label A behalen. Maar in het Vlaamse regeerakkoord 2024-2029 zijn de volgende wijzigingen aangekondigd: de renovatieplicht wordt beperkt tot op het huidige niveau van label D, het verdere verstrengingspad wordt afgeschaft en de termijn voor de uitvoering van de werkzaamheden om aan de renovatieplicht te voldoen wordt verhoogd naar 6 jaar (in plaats van 5 jaar).

Op 27 november organiseren Embuild Vlaanderen en VEKA van 11 tot 12.30 uur een webinar waarin zij het Vlaams renovatiebeleid toelichten in het kader van het nieuw Vlaams regeerakkoord. Een beknopte update, zodat u weer volledig op de hoogte bent. Inschrijven kan via https://forms.office.com/e/JVmuFNvkru.

Ook binnen het Europese BE-REEL! -project werd de voorbije zeven jaar gefocust op het versnellen van de re -

novatiegraad van de residentiële gebouwen in België. In het kader van dit project werd er heel wat interessant studiemateriaal gemaakt dat nuttig is voor de aannemers. In de vorm van e-learning, video’s, webinars of powerpointpresentaties krijgt u een schat aan informatie. Zo vindt u er onder meer de Renovatieacademie van Buildwise met

thema’s als de energetische renovatie van erfgoed, binnenisolatie, vocht in gebouwen, akoestiek en renovatie, … Via de website https://www.be-reel.be/courses zijn alle modules gratis raadpleegbaar. Zij worden zowel in het Nederlands als het Frans aangeboden.

Volgens het RSVZ zijn 4.659 zelfstandigen (helpers inbegrepen) nog actief in de bouwsector na hun pensioen in 2023. Dit is 5,5% van de 84.411 zelfstandigen uit deze sector. In Vlaanderen blijven 2.997 zelfstandigen actief in de bouwsector na hun pensionering, wat neerkomt op 6,7% van de Vlaamse zelfstandigen. Wallonië telt het grootste aantal actieve zelfstandigen na hun pensioen in de bouwsector met 7,7% (1.439 zelfstandigen en helpers actief na pensionering). In Brussel blijft dit aantal beperkt:

223 zelfstandigen met een aandeel van slechts 1,1% van de Brusselse zelfstandigen actief in de bouwsector. Voor de totale economie zijn de cijfers gunstiger: 145.356 van de 1.263.888 zijn na hun pensionering nog steeds actief, wat neerkomt op 11,5%.

5,5 %

Be prepared for the future 28th November 2024

Empowering Event for Construction Experts

PROMO VAN DE MAAND NOVEMBER 2024

Krijg inzicht in uw wagenpark, materieel en gereedschappen om uw digitale transformatie mogelijk te maken. Maak gebruik van de handige en flexibele gps-trackingoplossingen die dashboards, rapporten en meldingen bieden.

Met ABAX wagenparkbeheer heeft u als verantwoordelijke over het wagenpark de informatie om dagelijkse taken efficiënt uit te voeren. Rapporteer middels slimme dashboards naar management en stuur chauffeurs aan op diverse onderdelen zoals planning, rijgedrag, stationair draaien en inzet van voertuigen.

ABAX materieelbeheer houdt de belangrijkste factoren voor u bij waaronder; de locatie van uw materieel in een kaart, draaiuren, beweging naar een nieuwe locatie met het gebruik van geofences. Via meldingen op basis van gebruik weet u automatisch wanneer u het volgende onderhoud of de keuring kunt verwachten.

ABAX gereedschap tracking is weten dat je het juiste materieel en gereedschap bij de hand hebt wanneer het nodig is. Verliezen, achterlaten, lenen en helaas... zelfs bedrijfsgereedschap stelen. Het zoeken naar gereedschap kan op zijn best frustrerend zijn, maar vaak geeft het veel tijdverspilling en vertraging. Tool tracking is ons antwoord voor digitale optimalisering in de bouw.

NIEUW!!! Koppel je gereedschap nu als stock aan je voertuigen en ontvang meldingen bij verlies van stock uit je voertuigen.

Sinds 2005 werkt ABAX samen met EMBUILD en hebben ons opgewerkt tot expert in het domein van installatie en bouw. ABAX staat voor expertise, kracht door schaalgrootte, innovatie, slimme partnerships. Over ABAX

Ledenkorting:

Leden van EMBUILD genieten al sinds 2005 van ledenvoordeel, informeer over de mogelijkheden.

Contact:

Stofmasker FFP1 – FFP2 – FFP3

Er zijn verschillende soorten adembescherming die toegepast kunnen worden als bescherming nodig is omdat in de lucht gevaarlijke stoffen kunnen zitten: afhankelijke en onafhankelijke adembescherming. Bij afhankelijke ademhalingsbescherming wordt de omgevingslucht gezuiverd met een filter.

Welke type ademhalingsbescherming het best wordt gebruikt, hangt af van verschillende parameters.

Het kiezen van de juiste ademhalingsbescherming vereist een grondige kennis van de luchtkwaliteit en van de gevaarlijke stoffen die zich in de werkomgeving bevinden.

Embuild biedt daarom verschillende maskers aan, namelijk FFP1 en FFP2 beide zonder en met filter. Alsook het kwartsmasker Stofmasker Norwear Pro P3 - FFP3 met filter.

Speciale verkoopprijs enkel voor de maand november 2024

Ledenprijs : FFP1 zonder ventiel : 21,00 €/20 stuks

FFP1 met ventiel : 19,00 €/15 stuks

FFP2 zonder ventiel : 34,00 €/20 stuks

FFP2 met ventiel : 28,00 €/15 stuks

FFP3 kwartsmasker met ventiel : 49,00 €/10 stuks

Niet-ledenprijs : FFP1 zonder ventiel : 25,00 €/20 stuks

FFP1 met ventiel : 22,00 €/15 stuks

FFP2 zonder ventiel : 39,00 €/20 stuks

FFP2 met ventiel : 33,00 €/15 stuks

FFP3 kwartsmasker met ventiel : 58,00 €/10 stuks

Deze kunnen besteld worden via de website www.embuild.be of door een mail te sturen naar bestellingen@embuild.be

Embuild Magazine is het maandblad van de vzw Embuild, Kunstlaan 20, 1000 Brussel

Verantwoordelijke uitgever: Filip Coveliers, Kunstlaan 20, 1000 Brussel

Afgiftekantoor: Gent X

Redactie: Peter Graller, Marc Guéret, Gerrit De Goignies. tel. 02 545 57 30 peter.graller@embuild.be

Vormgeving: nikka.cuypers@embuild.be abder-razzaaq.boujdaini@embuild.be

Druk: Graphius

Reacties - vragen: communicatie@embuild.be

Met de medewerking van: de studiedienst van Embuild tel. 02 545 56 36 officeteam@embuild.be

• Embuild Vlaanderen

Johan Walewijns, tel. 02 545 57 49 johan.walewijns@embuild.be

• Embuild.Brussels

Morgane Cendoya, tel. 02 545 58 29 morgane.cendoya@embuild.be

• Embuild Wallonie Katia Bogaard tel. 02 545 56 68 katia.bogaard@embuild.be

Abonnementen: Ann Cooreman, tel. 02 545 57 20 ann.cooreman@embuild.be

Reclame: Kristel Dekempeneer, tel. 02 545 56 99 - fax 02 545 59 08, kristel.dekempeneer@embuild.be of kde@embuild.be.

Prijs jaarabonnement Leden van Embuild: begrepen in het lidgeld

Niet-leden: € 137,80 (incl. BTW en portkosten) / buitenland: € 300 (incl. btw en portkosten)

Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers

DIG I T ALISERING IS ESSENTIEEL VOOR AANNEMERS DIE ZICH

W I LLEN PROFESSIONALISEREN EN EMBUILD MOET

HEN DAAROP VOORBEREIDEN.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.