Constructeur 8/9 (2016)

Page 1

Constructeur hét vak tijdschrif t voor werk tuigbouwkundige construc teurs en ont werpers

augustus/september

8

2016

6 Nieuw verbond tussen fysieke en digitale wereld 10

Win een Leapfrog-printer of een XXL-print

12

Wat is er gewijzigd in de ‘nieuwe’ noodstopnorm?

20

Product Lifecycle Management Een koud kunstje

28

Vijf trends in lineaire techniek


Constructeursdag DE CONSTRUCTEUR: TEKENAAR OF ‘SPIN IN HET WEB’? 29 NOVEMBER 2016

POWERED BY

Constructeur

LOCATIE HIGH TECH CAMPUS EINDHOVEN

Herkent u dit? • Software die zelf het beste ontwerp genereert op basis van belasting of beschikbare ontwerpruimte • Model Based Definition geeft vorm-, p oppervlakteruwheden weer in de juist de juiste gereedschapsbanen en gere

DE CONSTRUCTEUR ZIT E IS DIT DE ‘CO DEZE VRAGEN STAAN CENTRAAL OP DE CONSTRUCTEURSDAG VAN 29 NOVEMBER. MELD U NU ALVAST AAN EN WEES GEGARANDEERD VAN EEN PLAATS!

ENGINEERSONLINE.NL/CONSTRUCTEURSDAG SPONSORED BY:

POWERED BY:

Constructeur


Redactioneel

Colofon

Constructeur 8/9,augustus/september 2016 55 e jaargang nr. 8/9 R e d a c t i e - a d re s Postbus 58, 7400 AB Deventer H o o fd re d a c te u r ing. R.Zander t 06 222 080 34 r.zander@mybusinessmedia.nl Ei n d re d a c te u r José Pot j.pot@mybusinessmedia.nl U i tg e ve r El s b e t h La m fe r s t (0570) 50 43 27 e.lamfers@mybusinessmedia.nl Va s te m e d e we r ke r s : Bart Driessen, Liam van Koert, Leo de Ridder, Hans Koopmans, Henk Jan Pels, Marjolein de Wit.

U i tg a ve va n MYb u s i n e s s m e d i a bv Postbus 58, 7400 AB Deventer Mr. H.F. de Boerlaan 28 www.mybusinessmedia.nl A d ve r te n t i e - a fd e l i n g R. Swart t (06) 22796633 r.swart@mybusinessmedia.nl of verkoop binnendienst t (0570) 504345 (0570) 504343 orders.engineering@mybusinessmedia.nl Advertentieplaatsingen worden uitgevoerd overeenkomstig de ‘Regelen voor het advertentiewezen 1990. A b o n n e m e n te n Voor vragen over abonnementen, bezorging en of adreswijzigingen kunt u Bellen met: +31 10 289 4008 (international contacts) Faxen naar: +31 10 289 40 73 Mailen naar: klantenservice@constructeur.nl Schrijven naar: MYbusinessmedia bv Constructeur Postbus 8632 3009 AP Rotterdam A b o n n e m e n t s t a r i e ve n Jaarabonnement Nederland € 219,50* Jaarabonnement Buitenland € 254,50* Studenten €119,25 per jaar *Prijzen zijn excl. 6% BTW en € 3,95 administratiekosten excl.21% BTW Jaarabonnement geldt tot wederopzegging. Beëindiging van het abonnement kan uitsluitend schriftelijk geschieden, uiterlijk drie maanden voor het einde van de abonnementsperiode; nadien vindt automatisch verlenging plaats. R e p ro d u c t i e Overname van artikelen, tekeningen en foto’s uit de Constructeur is slechts mogelijk na schriftelijke toestemming van de uitgever. © MYb u s i n e s s m e d i a 2 0 1 6 ‘Het auteursrecht op de inhoud van dit tijdschrift wordt uitdrukkelijk voorbehouden’. Vo r m g e v i n g Colorscan, Den Haag Druk Drukkerij Roelofs, Enschede ISSN 0010-6658 MYbusinessmedia bv legt uw gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst. Uw gegevens kunnen door MYbusinessmedia bv, of door zorgvuldig geselecteerde derden,worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u dit melden aan MYbusinessmedia bv, t.a.v. Afdeling Relatiebeheer, postbus 58, 7400 AB Deventer.

Bureau “Enne… waar komen die bureaus dan?” “Daar staan er een paar. Maar we werken tegenwoordig vooral in de cloud.” “Hé, daar hang ik.” Ja, net als op het oude kantoor.” De vraag naar de bureaus komt van ondernemer senior die – zo maak ik op uit de commercial van KPN – zijn bedrijf heeft overgedragen aan junior. Ze staan allebei op een zandvlakte ergens in of bij een havengebied lijkt het. Met een ‘Virtual Reality’-bril op hun hoofd. In elk geval wordt dit de nieuwe bedrijfslocatie. Blijkbaar gaat het junior voor de wind en wil hij senior van het succes laten meegenieten. Ik vind dat mooi. Nieuwbouw lijkt mij voor senior een enorm compliment. Zich jarenlang het schimpschomp gebuffeld. En niet alleen voor zijn eigen gezin. Natuurlijk ook voor dat van zijn werknemers. Want zo werkt dat bij zo’n bedrijf. Wel misschien een beetje te weinig thuis om zich actief met de opvoeding van zoonlief te bemoeien. Maar die heeft daar duidelijk niet onder geleden. Sterker nog, als opvolger stelt hij zijn vader overduidelijk niet teleur. Nieuwbouw! En dan ook nog zo’n virtuele rondleiding. De techniek staat werkelijk voor niks. Mooi natuurlijk ook dat zijn portret als oprichter van het bedrijf weer een prominente plaats krijgt. Hij vond het portret dat bij zijn afscheid als directeur werd onthuld, in eerste instantie wel een beetje te ver gaan. Maar uiteindelijk was hij er toch wel verguld mee. Een blijk van waardering voor alle jaren die hij in het bedrijf had gestoken. Ook van de werknemers. Die hadden ook financieel bijgedragen. Want die ouwe. Hij had het bedrijf zo gezond achtergelaten dat de crisis het bedrijf nauwelijks had geraakt. Zo stel ik mij dat dan voor. Maar wat junior betreft weet ik het niet. Of ik begrijp het gewoon zelf niet. Ik dacht altijd dat de cloud gewoon niets anders was dan opslagcapaciteit. En dat die data die je in de cloud hebt opgeslagen via applicaties beschikbaar is op je telefoon, je tablet, je laptop, je desktop en ga zo maar door. En tuurlijk - ook buiten de deur, aan de andere kant van de wereld. Als je verbinding hebt natuurlijk. Maar de suggestie dat je geen bureaus nodig hebt in je bedrijf omdat je nu eenmaal vooral in de cloud werkt? Hij mag wel uitkijken. Anders krijgt hij straks toch nog mooi ruzie met zijn pa: “Waarom nou zo’n groot nieuw gebouw? Er is niemand met al die bureaus in de cloud?” Wel dan misschien weer een oplossing voor al die TU’s die de instroom van techniekstudenten niet aan kunnen. Als al die bureaus in de cloud kunnen kan je daar toch meteen een collegezaal van maken? Robin Zander r.zander@mybusinessmedia.nl

Update

7 miljoen euro voor internationaal onderwijs Brainport regio Eindhoven

Minister Kamp van Economische Zaken heeft bekend gemaakt dat Brainport regio Eindhoven een bijdrage van €7 miljoen voor doorontwikkeling van het internationaal onderwijs ontvangt. Hij deed dat begin september tijdens de opening van het Academisch jaar op de Technische Universiteit Eindhoven. Dankzij Brainport regio Eindhoven levert de provincie Noord-Brabant in Nederland de hoogste bijdrage aan R&D: 3,2% van het bruto regionaal product tegenover 2,0% voor Nederland. Minister Kamp: “De regio Eindhoven is een stimulerende, innovatieve omgeving voor talent vanuit de hele wereld. Dat talent is cruciaal voor het hier aanwezige bedrijfsleven. Daar hoort een internationaal aantrekkelijk vestigingsklimaat bij, met goede voorzieningen zoals internationaal onderwijs. Buitenlandse bedrijven die in

Nederland gevestigd zijn of dit overwegen, willen immers goed onderwijs voor de kinderen van hun werknemers. Gezien de bijzondere betekenis van Brainport voor onze economie wil het kabinet hier samen met de regio aan bijdragen.” Het kabinet vraagt de provincie om ook bij te dragen aan verdere verbetering van het internationaal onderwijs en bredere vestigingsklimaat. Het kabinet laat onderzoeken of in de toekomst met de verdeelsleutel van het Gemeentefonds meer rekening kan worden gehouden met de economische kracht bijdrage van een gemeente. Eindhoven ontvangt bijvoorbeeld nu, in tegenstelling tot Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht geen extra vast bedrag uit het fonds.

3


Constructeur8/9

6

Net als andere grote Amerikaanse CAD-aanbieders is PTC de gebruikersbijeenkomst niet vreemd. Jaarlijks doen ze dat in Boston, de stad van kreeft, Red Sox en universiteiten als Havard, Berklee College of Music, en natuurlijk technisch bolwerk MIT. Dit jaar was echter geen gebruikelijke editie: op het hoofdpodium werd er nauwelijks over CAD gepraat. In plaats daarvan werd een nieuwe koers onthuld. Die bleek even begrijpelijk als verrassend.

Constructeur hét vak tijdschrif t voor werk tuigbouwkundige construc teurs en ont werpers

augustus/september

8

2016

10

Win een Leapfrog-printer of een XXL-print

12

Wat is er gewijzigd in de ‘nieuwe’ noodstopnorm?

20

Product Lifecycle Management Een koud kunstje

28

Vijf trends in lineaire techniek

“Digitale en fysieke werkelijkheid worden één. Het is een ‘Big Idea’ waardoor de manier waarop we nu nog over IoT denken drastisch zal veranderen”, volgens PTC ceo Jim Heppelmann. Meer op pagina 6.

Win een Leapfrog-printer of een XXL-print Al weer vier jaar ontwikkelt het vaderlandse Leapfrog 3D-printers die Fused Deposition Modeling als printtechnologie toepassen. De vlucht die FDM-printers hebben gemaakt is vooral te danken aan het verloop van de patenten op de technologie. Dankzij het grote aantal fabrikanten van FDM 3D-printers zijn de investeringskosten voor gebruikers gedaald. Omdat ook de prestaties stijgen is FDM een serieuze optie om een permanente plaats in ontwikkeling en productie te veroveren. Met twee recent geïntroduceerde printers – de XceL en Bolt – richt het bedrijf zich daarom expliciet op zakelijke, professionele klanten.

6 Nieuw verbond tussen fysieke en digitale wereld 10

Nieuw verbond tussen fysieke en digitale wereld

12

Wat is er gewijzigd in de ‘nieuwe’ noodstopnorm? De norm NEN-EN-ISO 13850 uit 2008 die de ontwerpbeginselen van een noodstop beschrijft, is in november vorig jaar vervangen. Sinds mei 2016 is de norm ook geharmoniseerd onder de Machinerichtlijn 2006/42/EG. In de nieuwe norm is vooral een aantal onderwerpen verduidelijkt of geconcretiseerd. De belangrijkste onderwerpen die in de nieuwe norm zijn toegevoegd op een rij.

4

20

Een koud kunstje Product Lifecycle Management? Dat betekent dure consultants en eindeloze ontwikkelprojecten. Je moet je aanpassen aan de software. Andersom is niet mogelijk. Of je moet weer een vermogen op tafel leggen. Dus voor het midden- en kleinbedrijf is het niet weggelegd – alleen voor multinationals. Of is PLM eigenlijk een koud kunstje? Van koude weten ze in elk geval alles bij Demaco. De ‘cryogenieën’ werken met het PLM-systeem Pro.File. En dat richten ze in Noord-Scharwoude in op eigen wijze – en in hun eigen tempo.

24

Zuiniger met aandrijftechniek Geen zichzelf respecterende beurs zonder seminar- en evenementenprogramma. Zo ook World of Technology & Science. Wat te denken van een dopingseminar? ‘Vertaald’ naar techniek zou je nog kunnen zeggen dat het gaat om er zoveel mogelijk uit te halen met zo weinig mogelijk inspanning. Binnen de aandrijftechniek vraagt het vaak iets meer inspanning. In elk geval om energetisch er alles uit te halen wat er in zit. Maar dan heb je meestal ook wel wat. En dat is winst die ze je echt nooit kunnen afpakken.


augustus/september2016

28

Vijf trends in lineaire techniek Als we bekijken hoe de lineaire techniek zich verder ontwikkelt, lijkt dit vooral één richting uit te gaan: lineaire geleidingen en lineaire systemen bewegen steeds grotere lasten steeds gelijkmatiger en met steeds hogere positionerings- en herhalingsnauwkeurigheid.

30

En verder 18 Column Pels 44 Productnieuws

ABC-tje voor Lapp en EMAG De componenten die in de C-categorie vallen in een ABC-analyse voor voorraadbeheer. ‘Sexy’ zijn ze meestal niet en hun toevoeging aan de geldelijke waarde van een machine ligt onder de 10%. Maar nodig heb je ze wel. Bij de Duitse gereedschapmachinefabrikant EMAG - vooral bekend van hun verticale draaibanken - heeft onder andere de bekabeling de ‘C-Teile’-classificatie meegekregen. Voor EMAG is het logistiek lastig en tijdrovend.

34

Slimme AGV ziet het zwart-wit VDL Weweler in Apeldoorn produceert als toeleverancier vooral veren, schokdempers en complete assen voor vrachtwagens. Voor het interne transport in de afdeling die de veren maakt, heeft Movexx uit Veenendaal een compleet nieuw type AGV ontwikkeld. De winst daarvan is de precisie waarmee de AGV zijn werk doet. Het grootste deel van de automatisering komt van één leverancier: Turck.

38

Adverteerdersindex

Niet langer aan het lijntje Niemand houdt ervan om aan het lijntje te worden gehouden. Dat is de reden waarom de kabels tussen mobiele bedieningsapparaten en de te besturen machines sowieso altijd lang zijn. In het Industrie 4.0- en ‘Internet of Things’-tijdperk niet iets dat ‘state-of-the-art’ kan worden genoemd. De HGW-1031 is een nieuw mobiel bedienpaneel van Sigmatek, dat in de toekomst ook met een noodstopfunctie zal worden uitgerust. Alles draadloos. Dan kun je nergens over struikelen. Ook dat is veiligheid.

AE Sensors AE Sensors Bege Aandrijftechniek Büter Hydraulics Comsol Destaco Benelux Drabbe Elobau Benelux Elsto Aandrijftechniek Euchner Benelux Faulhaber FHI Federatie van Technologiebranches Groneman Groneman Güdel igus IKO Nippon Thompson Jaarbeurs Kortrijk Xpo Koyo Benelux Messe Düsseldorf Mikrocentrum Nederland Mink Bürsten MYbusinessmedia MYbusinessmedia NSK France PLM XpertCenter Protempo Protempo R&S Hydrauliek RS Components Smalley Steel Ring Company St._ Post Academisch Onderwijs Bijlage van: Leapfrog

19 37 47 40 26 50 33 42 47 17 52 48 29 43 49 19 41 50 49 42 41 27 26 2 33 51 45 43 50 43 9 17 46

5


IoT &Industrie 4.0

PTC behalve PLM-aanbieder serieuze speler in IoT en Augmented Reality

Nieuw verbond tussen fysieke en digitale wereld Net als andere grote Amerikaanse CAD-aanbieders is PTC de gebruikersbijeenkomst niet vreemd. Jaarlijks doen ze dat in Boston, de stad van kreeft, Red Sox en universiteiten als Havard, Berklee College of Music, en natuurlijk technisch bolwerk MIT. Dit jaar was echter geen gebruikelijke editie: op het hoofdpodium werd er nauwelijks over CAD gepraat. In plaats daarvan werd een nieuwe koers onthuld. Die bleek even begrijpelijk als verrassend.

Liam van Koert

6

Ooit sierlijk blauw, met vier ringen in de linkerbovenhoek die wel wat weg hebben van een vlindertje. Nu een zwarte en groene op vuistjes lijkende ‘p’ en ‘d’ die als Yin en Yang in elkaar grijpen. Het is niet het type facelift dat bedoeld is om het imago even op te frissen en naar de 21ste eeuw te tillen. Nee, hier is meer aan de hand. En wanneer PTC CEO Jim Heppelmannn zijn trouwe gebruikersschare welkom heet, wordt al snel duidelijk wat: het roer gaat om. Of beter gezegd: de koers die met diverse acquisities al was ingezet, gaat nu in versneld tempo uitgerold worden. Geen zorgen. PTC blijft investeren in de sterke CAD en PLM traditie. Maar het zijn Augmented Reality en een IoT-platform die het bedrijf in positie brengen voor een nieuwe realiteit.

Jim Heppelmann: “De conversie van de digitale en fysieke wereld? Dat is een groot idee.”

Verbinden fysiek met digitaal “Op de korte termijn hebben we de neiging de impact van nieuwe technologie te overschatten”, quote Heppelmann wetenschapper Roy Amara. “Maar op de lange termijn blijkt deze vaak onderschat.“ Volgens Heppelmann past Internet of Things prima in het rijtje gamechangers die de wetmatigheid legitimeert. En wel omdat het de fysieke met de digitale wereld verbindt. “Nog niet zo lang geleden vonden we een product slim als het embedded technologie bevatte. Tegenwoordig is een slim product een verbonden product. Het communiceert met de cloud, waar een digitaal evenbeeld van het product bestaat. Ook analyses en applicaties maken deel uit van het product. Hoewel we ze nog steeds als verschillende dingen zien, is de realiteit een andere. Digitale en fysieke werkelijkheid worden één. Het is een ‘Big Idea’ waardoor de manier waarop we nu nog over IoT denken drastisch zal veranderen.” ‘Traditionele’ portfolio Degenen die PTC nog uit een pre-IoT tijdperk kennen, herinneren zich misschien Pro/ENGINEER, naar eigen zeggen het eerste parametrische CAD pakket dat in 1988 op de markt kwam. Met het aantreden van Heppelmann in 2010 werd dit de Creo Suite die we vandaag de dag kennen. Ook zal menig constructeur bekend zijn met Product Lifecycle Management software Windchill. En wie weet geldt dat ook voor de Application Lifecycle Management software Integrity en de Service Lifecycle Management software Servigistics. Met dit gezamenlijke portfolio heeft de engineer grip op alle facetten van het product gedurende de gehele levenscyclus. Althans, op de digitale bedoeling van het product dan. Want wat er met alle gegenereerde informatie in de echte wereld gebeurt, dat bleef een beetje koffiedikkijken. Tot nu toe. Want volgens Heppelmann is PTC door een aantal relatief recente overnames bij uitstek gepositioneerd om hier veran-

Constructeur 8-9/2016


IoT &Industrie 4.0

dering in te brengen. “Axeda, Kepware, Coldlight, Thingworkx en Vuforia zijn stuk voor stuk marktleidende producten voor augmented reality, machine learning en het koppelen van machinebesturingen met de cloud. Samen met onze traditionele engineeringsoftware zijn we als een van de weinige in staat de fysieke ‘p’ realtime met de digitale ‘d’ te verenigen.” Augmented Reality met Vuforia Niet iedereen zal de waarde inzien van het vangen van pokémons in de voortuin van buurman. Maar daar malen de nog steeds 30 miljoen spelers en Nintendo niet om. Op zijn minst laat de Pokemon Go rage zien dat de nieuwe manier van interactie met de omgeving geen ‘rocket science’ is. Het gaat bij het combineren van de digitale en fysieke wereld niet om de ingewikkelde brillen of hololenzen, maar om de applicatie. En in negen van de tien gevallen kun je dan prima met smartphone of tablet uit de voeten. Dit, en de honderdduizenden Vuforia-developers, deden PTC besluiten een geslaagd bod op Vuforia uit te brengen. Heppelmann legt het uit. “Met VuforiaStudio maak je heel snel augmented ervaringen. Het enige dat je hoeft te

Caterpillar Caterpillar is al bijna 30 jaar een grote klant bij PTC. ZIj waren tevens een van de eerste partijen die aan de slag gingen met Vuforia en Thingworx. In een live demonstratie werd een interessante toepassing getoond met grote mobiele generatoren voor de verhuur. Niet alleen krijgen klanten een gebruikershandleiding op basis van augmented reality, ook kan Caterpillar de hele generatorvloot met Thingworx op afstand beheren, zodat generatoren na verhuur niet naar een centraal controle en afgiftepunt hoeven, maar direct in een volgend project kunnen worden ingezet. Eventuele reparaties worden met behulp van IoT en AR op lokatie uitgevoerd.

doen is 3D-data – dit kan een model, maar ook een instructieanimatie zijn – te koppelen aan een marker die je zowel in het model opneemt, als in de fysieke wereld. Vervolgens krijgt iemand die in de echte wereld de marker met VuforiaViewer bekijkt de ervaring voorgeschoteld. Eén op één, altijd in het juiste perspectief. Dit is waardevol voor operators,

7

Augmented Reality hoeft niet per se gebruik te maken van een hightech bril. Maar het mag natuurlijk wel. Bovendien zijn met bril ook Virtual Reality en Mixed Reality (AR+VR) mogelijk.

Constructeur 8-9/2016


IoT &Industrie 4.0

FlowServe Het Amerikaanse Flowserve is een leverancier van flowoplossingen in tal van sectoren. Naast AR voor hun onderhoudsmonteurs zijn zij vooral zeer gecharmeerd van Thingworx’ zelflerende algoritmes. ZIj stellen dat op 50 procent van de alarmen geen actie wordt ondernomen. Maar met Thingworkx leert het systeem wat normaal is. In Alaska, maar ook in het midden oosten. Kan een plant doordraaien tot de volgende shut down? Of moet ik eerder ingrijpen? Het wordt tot op het uur inzichtelijk met zeer hoge en met de tijd toenemende (door meer data) waarschijnlijkheid.

Manufacturing

8

Een alomvattende demonstratie die laat zien dat PTC met Kepware tot op machineniveau ingrijpt is een opstelling met een Universal-robot die schijfjes stapelt en inline controleert. Middels PTC Navigate, waarmee contextuele rol gebaseerde informatie wordt voorschoteld, gaat eerst de assetmanager aan de gang. Over de productievloer wandelend klikt hij op de assets die hij wil controleren. Snelheden, trillingen en temperaturen zijn allemaal realtime inzichtelijk. De kleinste afwijking wordt direct opgemerkt en de gevolgen ervan gepresenteerd. Is de rol die van een operator dan bestaat de mogelijkheid te kijken wat er gebeurt om de machine wat harder te laten draaien om een nieuwe order binnen een gevraagde tijd af te leveren. Gaat dat goed met de machine. En wat is hiervan de invloed op mijn Overall Equipment Effectiveness?

onderhoudsmonteurs of engineers die hun modellen in een echte machine willen testen. Maar het is ook mogelijk andere digitale informatie over de echte wereld heen te leggen. Realtime sensordata bijvoorbeeld, die je automatisch als een dashboard voor je neus krijgt als je naar een bepaald onderdeel kijkt. Of een alarmsignaal bij een onderdeel dat extra aandacht behoeft.” Beloofde wordt een soepele ervaring voor zowel developer als ervaringsdeskundige. Om geen gigabytes aan modellen op en neer te hoeven sturen maakt VuforiaStudio de CAD data 150 keer kleiner. Hierbij maakt het niet uit welk fileformat of device er wordt gebruikt. IoT-platform met Thingworx met Coldlight Als tweede ingrediënt om de fysieke en digitale wereld te verbinden noemt Heppelmann het IoT-platform. Precies om deze reden nam PTC in 2013 Thingworx over. Met dit platform worden snel IoT-applicaties gebouwd en beheerd. Wat dit inhoudt? “Centraal bij het ontwikkelen van succes-

volle IoT-applicaties staat het beheren van informatiestromen tussen devices, the edge en de cloud. Welke informatie heb ik waar nodig en hoe ontsluit ik deze? Thingworx is een krachtig platform om ‘things’ en de informatie die ze leveren te definiëren, te monitoren, te beheren en te optimaliseren en geeft daarmee een digitaal inzicht in de realtime fysieke wereld.” Aldus Heppelmann. Om Thingworx nog krachtiger te maken, kocht hij in 2015 ook machine learning specialist Coldlight. Nu omgedoopt tot Thingworx Neuron is het de zelflerende kracht achter bigdata-analyse waarmee bijvoorbeeld nauwkeurige voorspellingen over de resterende levensduur van machineonderdelen in hun modus operandi kunnen worden gedaan. Heel waardevol voor onderhoudsmonteurs. Maar ook kunnen deze realtime inzichten worden gebruikt voor volgende ontwerpiteraties. Veilige communicatie met Axeda en Kepware We zijn er bijna. Er is nog één belangrijk ingrediënt nodig om de nieuwe PTC-visie in de praktijk te kunnen brengen: data-acquisitie en veilige communicatiestandaarden. Met dit in het achterhoofd lijfde PTC in 2014 Axeda in: een volwassen speler voor het op een veilige manier naar de cloud brengen van machine- en sensordata. Op de valreep van 2015 werd hier met de acquisitie van Kepware een flinke schep bovenop gedaan. Heppelmann: “Met Kepware hebben we naast een hele hoop nieuwe industriële klanten ook de beste IoT-gateway in handen die er is. KepServerEx ondersteund maar liefst 150 communicatieprotocollen, zodat ook Industrieel Internet of Things echt plug & play wordt, zonder aan veiligheid in te boeten.” Som der delen Hoewel de afzonderlijke onderdelen van het nieuwe PTC portfolio hun sporen ruimschoots verdiend hebben, zijn ze niet per se ‘best-in-class’. Nee, het is vooral de combinatie die krachtig is. Dat heeft PTC goed gezien. Ja, er zijn er geavanceerde AR-pakketten die zonder markers kunnen werken en gebruik maken van natural feature tracking. Ja, er zijn AIplatformen als IBM’s Watson en Googles AlphaGo die in hun eigen domein vele malen krachtiger zijn dan Thingworkx Nueron. Maar juist door realtime sensordata vanuit het diepst van een machine of een onderdeel te koppelen aan zelflerende algoritmes, augmented reality en eenduidige model based productontwikkeling kunnen digitale en fysieke realiteit echt worden samengebracht. Alle gevolgen hiervan zijn nog lastig te overzien, al staat vast dat deze nieuwe gecombineerde realiteit allang een feit is. www.ptc.com

Constructeur 8-9/2016


6LoWPAN

Bluetooth

Wi-Fi

SIGFOX Thread

3G/4G LoRaWAN

Ontwerpen voor het Internet of Things Wees onderdeel van de verbonden wereld van morgen Wij staan aan de rand van een nieuwe, verbonden toekomst. Een verwoven wereld met een naadloze en probleemloze interactie tussen mens en machine. Binnen de komende vijf jaar zullen er tientallen miljarden verbonden apparaten in gebruik zijn. Het is nu tijd om de wereld te veranderen. Wat wordt uw aandeel in het IoT?

Meer informatie:

Ga naar RS Online en zoek op IoT


Constructeursdag

Leapfrog meer naar professionele markt

Win een Leapfrog-printer of een XXL-print Al weer vier jaar ontwikkelt het vaderlandse Leapfrog 3D-printers die Fused Deposition Modeling (FDM) als printtechnologie toepassen. De vlucht die FDM-printers hebben gemaakt is vooral te danken aan het verloop van de patenten op de technologie. Dankzij het grote aantal fabrikanten van FDM 3D-printers zijn de investeringskosten voor gebruikers gedaald. Omdat ook de prestaties stijgen is FDM een serieuze optie om een permanente plaats in ontwikkeling en productie te veroveren. Met twee recent geïntroduceerde printers – de XceL en Bolt – richt het bedrijf zich daarom expliciet op zakelijke, professionele klanten.

De nieuwe Bolt is het topmodel van Leapfrog 10 met twee separate printkoppen.

Voor een daarvan hoeven ze niet zo ver van huis bij Leapfrog. Een paar panden verder aan de H. Kamerlingh Onnesweg in Alphen aan de Rijn is Tech-Sleeves gevestigd. Tech-Sleeves maakt producten die in de flexografie – een druktechniek – worden toegepast. Op hetzelfde adres is moederbedrijf AV Flexologic gevestigd. En laat de managing director van AV Flexologic en general manager van Tech-Sleeves – Martijn Otten – nu ook oprichter en mede-eigenaar van Leapfrog zijn. Dus dichter bij het vuur kun je niet zitten.

Bolt

Sigma

Leapfrog

3D Printers

BCN3D

Prijs

5999

2295

Dubbele separate kop

ja

ja

Ingebouwde webcam

ja

nee

Toegang via Wi-Fi

ja

nee

Touchscreen

1024 x 600

480 x 320

Gesloten omgeving

ja

nee

Actief HEPA koolstoffilter

ja

nee

Separaat printen (verdubbeling productie)

ja

nee

Verwarmd bed

ja

ja

Bouwplaat

320 x 330 x 205

210 x 297 x 210

Max. bedtemperatuur

90 °C

100 °C

Max. nozzle temperatuur

tot 360 °C

290 °C

Laagdikte

50 - 350 micron

50 - 300 micron

Filamentdiameter

1,75 mm

1,75mm

Beschikbare materialen

10

5

Fysieke afmetingen

720 x 830 x 800

465 x 440 x 680

Kenmerken van de Bolt-printer van Leapfrog vergeleken met de Sigma van BCN3D die ook een separate tweede printkop heeft.

‘3D-sleeves’ Tech-Sleeves gebruikt de Leapfrog Xcel 3D-printer voor de productie van wat zij de ‘3D sleeve’ noemen na in 2015 al zogenaamde 3D-geprinte ‘mounting bridges’ te hebben ontwikkeld. Dat 3D-printen zich zo goed voor de productie van sleeves leent is dat ze allemaal klantspecifiek worden ontworpen en gemaakt. Volgens Otten is het een “revolutionaire ontwikkeling” voor de flexografische industrie. Zij zijn er in geslaagd om het gewicht van de nieuwe producten, die op een pers moeten worden gemonteerd, te halveren en tegelijkertijd de printkwaliteit te verbeteren. Flinke printer Ze hadden daar wel een flinke 3D-printer voor nodig – een die producten van meer dan 2,2 m met een diameter tot 430 mm zou moeten kunnen printen. En omdat je het van je buren moet hebben, kwam Leapfrog op de proppen met de XceL die tot een hoogte van 2,3 m kan printen. Inmiddels draaien bij Tech-Sleeves in Alpen aan den Rijn fulltime drie XceL-printers en nog eens drie exemplaren in hun Oost-Europese vestiging. Maar de grootste stap is gezet bij het verminderen van het gewicht van het eindproduct met bijna 50%. Dat is een stap die ze nu in een jaar hebben gezet die de flexografische industrie hiervoor 20 jaar heeft gekost. ‘Separate head dual extrusion’ Leapfrog 3D Printers heeft behalve de XceL nog een ander vlaggenschip voor de professionele markt: de Bolt. Leapfrog roemt de Bolt als hun meest geavanceerde printer. Dat is onder andere te danken aan het ‘separate head dual extrusion’-systeem. Dual extrusion, het printen van twee verschillende filamenten tijdens het productieproces, maakt het mogelijk complexere onderdelen te printen en verschillende materialen met elkaar te combineren.

Constructeur 8-9/2016


Constructeursdag

Denk aan een onderdeel dat uit stijf en flexibel materiaal bestaat. Door de nozzles te scheiden heb je ook meer controle over de nozzles en kun je scherpere prints krijgen door het voorkomen van lekken van de inactieve nozzle. Beide nozzles kunnen ook tegelijk worden gebruikt op een eigen helft van het printbed. De productiecapaciteit wordt zo verdubbeld en maakt de Bolt ook geschikt voor kleine productieseries. Webcam en actief filter Dankzij nieuwe software en een overzichtelijke lay-out heeft de gebruiker meer controle over de printer, instellingen en prints. De Bolt kan bovendien via de telefoon, tablet of computer worden aangestuurd. Een ingebouwde webcam geeft visuele controle op afstand en de mogelijkheid om tijdig in te grijpen indien noodzakelijk. Aan verschillende gebruikers kunnen verschillende rechten worden toegekend, zodat niet iedereen alles maar kan aanpassen. 3D-printers worden steeds vaker door verschillende teams binnen een bedrijf gebruikt en daarom op een centrale plek opgesteld. Omdat de Bolt is uitgerust met actief HEPA (High Efficiency Particle Air) koolstoffilter wordt 99% van alle mogelijk schadelijke stoffen afgevangen. De printer heeft zo geen negatieve invloed op de werkomgeving. www.lpfrg.com

Martijn Otten bij de Leapfrog XceL 3D-printer die prints tot 2,3 m hoog print.

XceL-print wedstrijdvoorwaarden Dit jaar stelt Leapfrog als sponsor van de Constructeursdag een Leapfrog Creatr 3D-printer met toebehoren beschikbaar ter waarde van 2000 euro exclusief BTW, die op 29 november op de Constructeursdag onder de aanwezigen wordt verloot. Maar of het nog niet genoeg is: speciaal voor de komende Constructeursdag die dit jaar op 29 november op de High Tech Campus in Eindhoven wordt gehouden, stelt Leapfrog een gratis 3D-print op hun Leapfrog XceL-printer beschikbaar. Maar die moet wel worden verdiend. Zend het ontwerp vóór 29 oktober aanstaande naar marketing@lpfrg.com onder vermelding van ‘XceLprintwedstrijd Constructeursdag en stuur een jpg- of pdf-bestand van het ontwerp naar r.zander@mybusinessmedia.nl.

Specs, eisen en criteria - Stuur een STL file van het te printen object. Een extra CADtekening is wenselijk voor het bepalen van de mesh (SolidWorks, Inventor, et cetera). - Het model wordt uiteindelijk geprint in PLA. - Het object mag maximaal 2 m hoog zijn. De voorkeur gaat uit naar 1 m maar dat is geen vereiste. Het object is maximaal 50 x 50 cm breed.

Constructeur 8-9/2016

- De nozzle is 1,2 mm dik en het bed maakt stappen van 500 micron. Details laten zich daarom minder goed printen op een grote FDM printer. - De voorkeur gaat uit naar een product waarvan de conventionele productie(stap) mogelijk kan of zal worden vervangen. De voorkeur gaat uit naar een product waarvan de conventionele productie(stap) mogelijk kan of zal worden vervangen. - Vermijd zoveel mogelijk overhang. Zwevende delen vragen een supportstructuur die naderhand wordt weggebroken. Dat levert veelal een ruwe plek op. Bovendien kost het printen van supports veel tijd en materiaal. De efficiency ten opzichte van conventionele technieken neemt hierdoor af.

Winnaar De winnaar wordt – mede door het publiek bepaald – bekendgemaakt op de Constructeursdag. Het winnende ontwerp wordt voor rekening van Leapfrog geprint. Constructeur en Leapfrog zullen ruimschoots aandacht aan de winnaar besteden.

11


Machineveiligheid

NEN-EN-ISO 13850:2015 geharmoniseerd onder Machinerichtlijn

Wat is er gewijzigd in de ‘nieuwe’ noodstopnorm? De norm NEN-EN-ISO 13850 uit 2008 die de ontwerpbeginselen van een noodstop beschrijft, is in november vorig jaar vervangen. Sinds mei 2016 is de norm ook geharmoniseerd onder de Machinerichtlijn 2006/42/EG. In de nieuwe norm is vooral een aantal onderwerpen verduidelijkt of geconcretiseerd. De belangrijkste onderwerpen die in de nieuwe norm zijn toegevoegd op een rij.

Dennis van Loon, consultant machineveiligheid, D&F

In principe moet het zo zijn dat het bedienen van een noodstoptoestel tot gevolg heeft dat de complete machine of een samengestelde machine (zoals bijvoorbeeld een productielijn) ‘ge-noodstopt’ wordt. Onder bepaalde omstandigheden biedt de norm nu mogelijkheden om het bereik van een noodstop te beperken tot secties van een machine of slechts enkele machines in een complete productielijn. In de norm wordt dit aangeduid als ‘span of control’. Hierbij is het ook mogelijk dat verschillende ‘spans of control’ elkaar kunnen overlappen.

12 ‘Span of control’ Heeft bij een productielijn activering van een willekeurig noodstoptoestel van de machine tot gevolg dat een noodstopfunctie voor de complete productielijn wordt geactiveerd, dan is er sprake van een ‘single span of control’. Het is mogelijk dat het stoppen van een complete productielijn als gevolg van het activeren van de noodstopfunctie nieuwe risico’s introduceert. Ook kan het leiden tot een onnodige negatieve invloed op de productie. Onder bepaalde voorwaarden kan de productielijn of machine in een dergelijke situatie worden opgedeeld in secties. Een noodstoptoestel in een bepaalde sectie stopt bij activering vervolgens alleen die specifieke sectie en

Bij ‘single span of control’ leidt activering van een willekeurig noodstoptoestel in een productielijn tot een complete noodstop van de hele productielijn.

niet de complete productielijn. In die situatie wordt er gesproken van ‘multiple spans of control’. Voorwaarden Het opdelen in verschillende secties is alleen toegestaan wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: - De secties waarin een machine met betrekking tot het bereik van een noodstop wordt ingedeeld (‘span of control’), moeten duidelijk worden gedefinieerd en identificeerbaar zijn. - Noodstoptoestellen moeten gemakkelijk geassocieerd kunnen worden met het gevaar dat een noodstop vereist. - De ‘span of control’ (of bereik) van een noodstoptoestel moet vanaf de bedienpositie van elk noodstoptoestel duidelijk en ondubbelzinnig zijn. Het wordt afgeraden om het bereik van een noodstoptoestel met behulp van tekstuele aanwijzingen aan te duiden. Het moet in één oogopslag duidelijk zijn welke sectie gestopt wordt bij het bedienen van een noodstoptoestel. Wanneer het bereik niet onmiddellijk duidelijk is aan de hand van de locatie van het noodstoptoestel, wordt geadviseerd om het bereik door middel van pictogrammen te verduide-

Is er sprake van ‘multiple spans of control’ dan stopt een noodstoptoestel in een bepaalde sectie indien geactiveerd alleen die specifieke sectie – niet de complete productielijn.

Constructeur 8-9/2016


Machineveiligheid

lijken. Het pictogram moet nabij het noodstoptoestel worden aangebracht en het pictogram zelf moet duidelijk aangeven over welke secties het gaat. Om verwarring te voorkomen moet worden geprobeerd om noodstoptoestellen met een verschillend bereik niet te dicht bij elkaar in de buurt te plaatsen. Markeringen Een praktische methode om de verschillende noodstopsecties af te bakenen is gebruik te maken van (kleur)markeringen waarbij eventueel rekening gehouden moet worden met het feit dat mensen kleurenblind kunnen zijn. Behalve door de kleur, kan het zinvol zijn om de markeringen ook onderscheidend te maken door een ander patroon. In het schematische voorbeeld van ‘multiple spans of control’ is met behulp van arcering aangeduid op welke secties een noodstoptoestel betrekking heeft. In dit voorbeeld zijn drie noodstoptoestellen aanwezig waarbij de middelste noodstop alle secties stopt en de buitenste noodstoptoestellen alleen de buitenste secties. Uiteraard mag een geactiveerde noodstop in een bepaalde sectie het activeren van een noodstop in een andere sectie niet onmogelijk maken en mag de opdeling in secties nooit risicoverhogend zijn. STO/SS1 Vanuit de nieuwe norm wordt, net zoals uit de voorgaande norm, verwezen naar de norm EN-IEC 60204-1 voor de definitie van de stopcategorieën. Voor een noodstop zijn alleen de stopcategorieën 0 en 1 toegestaan: - Stopcategorie 0 houdt in dat de bewegingen worden gestopt door de energie naar de actuatoren af te schakelen. - Bij stopcategorie 1 komen eerst de bewegingen op een gecontroleerde wijze tot stilstand om vervolgens alsnog de energie naar de betreffende actuatoren uit te schakelen. In de nieuwe norm wordt nu een aantal voorbeelden genoemd behorende bij deze stopcategorieën. Opvallend hierbij is dat de ‘Safe Torque Off-’ en de ‘Safe Stop1’-functies nu expliciet zijn benoemd behorende bij respectievelijk stopcategorie 0 en stopcategorie 1 (mits deze functies in overeenstemming zijn met de norm IEC 61800-5-2). Gesteld wordt dat het niet essentieel is om een fysieke isolatie te bewerkstelligen om de energie naar de betreffende actuatoren af te schakelen. In bepaalde gevallen is het toegestaan om het vermogen dat noodzakelijk is om koppel of kracht op te bouwen of te verwijderen zonder een fysieke isolatie te bewerkstelligen. Voorbeelden hiervan zijn ontkoppeling (mechanisch) en STO/SS1 (elektrisch). Additionele noodstoptoestellen Zoals ook in de vorige versie van de norm het geval was, moeten op alle bedienposities van de machine

Constructeur 8-9/2016

noodstoptoestellen geplaatst worden. Tenzij uit de risicobeoordeling blijkt dat dit niets toevoegt. Het kan afhankelijk van de risico’s ook noodzakelijk zijn om andere locaties dan de bedienpositie te voorzien van een noodstoptoestel. Wanneer een machine is uitgerust met een draadloos bedienstation of een bedienstation dat inactief kan worden gemaakt of kan worden losgekoppeld van de machine, is additioneel minimaal één vast met de machine verbonden noodstoptoestel vereist. Aanvullend moet dan minimaal één van de volgende maatregelen worden genomen om verwarring tussen actieve en niet actieve noodstoptoestellen te voorkomen: - kleurverandering van een actief noodstoptoestel door verlichting; - automatische (zelf bediende) bedekking / afscherming van een inactief noodstoptoestel of wanneer dit niet mogelijk is een handbediende met de noodstop verbonden afscherming waarmee een niet actief noodstoptoestel kan worden afgedekt; - een inherent in de machine aangebrachte opberglocatie voor niet actieve mobiele bedienstations met noodstoptoestel. Uiteraard moet in de gebruiksaanwijzing van de machine worden aangegeven welke maatregelen zijn genomen om verwarring bij het gebruik van noodstoptoestellen te voorkomen. 13 Locaties In de nieuwe norm wordt een aantal voorbeelden van locaties genoemd die in de risicobeoordeling beschouwd zouden kunnen worden om te bepalen of daar een noodstop noodzakelijk is: - bij in- en uitgangen van de machine; - op locaties waar interventie aan de machine of het productieproces vereist is (bijvoorbeeld bediening met hold-to-run-functie); - alle locaties waar interactie tussen mens en machine is te verwachten (bijvoorbeeld bij productin- en uitvoer). Ook worden er eisen gesteld aan de hoogte waarop een noodstoptoestel moet worden geplaatst ten opzichte van de vloer of een bordes: - Noodstop-voetpedalen dienen op hetzelfde niveau als de vloer te worden gepositioneerd. - Alle overige vast aangebrachte noodstoptoestellen dienen op een hoogte tussen de 0,6 – 1,7 m te zijn bevestigd. Hierbij moet rekening gehouden worden met het feit dat een noodstop die zich op een hoogte van 1,7 m van de vloer bevindt, binnen een kleiner horizontaal gebied te bereiken is dan een noodstop die op een hoogte van bijvoorbeeld 1 m is geplaatst. Bij de plaatsing van noodstoptoestellen moet tevens worden voorkomen dat een noodstoptoestel kan

Een ‘Safe Torque Off ’-functie valt expliciet in noodstopcategorie 0. Voor Safe-Stop1functies is dat noodstopcategorie 1.


Machineveiligheid

geschikte locaties of andere maatregelen zoals: - noodstoptoestellen niet in de buurt van plaatsen waar de kans groot is dat ze per ongeluk worden bediend; - het type noodstoptoestel afstemmen op de locatie waarbij rekening wordt gehouden met onbedoeld kunnen activeren; - keuze van grootte en afmetingen van een noodstoptoestel; - het noodstoptoestel iets verzonken in het bedienpaneel aanbrengen. Anders dan een noodstop-voetpedaal moeten overige vast aangebrachte noodstoptoestellen op een hoogte tussen 0,6 – 1,7 m zijn bevestigd.

worden geblokkeerd of onbereikbaar kan worden als gevolg van de werking van de machine of door een bewuste actie van een gebruiker

14

Sleutel Om verwondingen aan de hand te voorkomen, moet het gebruik van noodstoptoestellen die met een sleutel ontgrendelbaar zijn worden vermeden. Als het niet mogelijk is om een type noodstoptoestel te kiezen zonder sleutel, moet een duidelijke waarschuwing aangebracht worden dat de sleutel niet in het noodstoptoestel aanwezig mag blijven. Ook in de gebruiksaanwijzing moet aangegeven worden dat de sleutel alleen bedoeld is om te kunnen resetten en dat deze na het resetten uit het noodstoptoestel verwijderd dient te worden. Minimaal PLc / SIL1 Waar de vorige norm de titel ‘Veiligheid van machines - Noodstop- Ontwerpbeginselen’ had, is de titel van de nieuwe norm veranderd in ‘Veiligheid van machines - Noodstopfunctie- Ontwerpbeginselen’. De subtiele aanpassing van de titel is het gevolg van een aantal eisen dat betrekking heeft op de noodstopfunctie als geheel in plaats van alleen op de noodstoptoestellen. Eén van de eisen die betrekking hebben op de veiligheidsfunctie ‘noodstop’ is dat deze in overeenstemming met de Performance Level-norm (ISO 13849-1) of SIL-norm (IEC 62061) moet zijn. Bij de bepaling van het vereiste PL- of SIL-niveau van de noodstopfunctie moet het doel van de noodstopfunctie in de machine in beschouwing worden genomen. Met andere woorden, de risicobeoordeling is hier leidend. De noodstopfunctie moet minimaal over een PLc- of SIL1-kwalificatie beschikken. Kraag Noodstoptoestellen moeten zo zijn ontworpen en zijn geplaatst dat onbedoeld bedienen wordt vermeden. Voor zover het ontwerp van de machine het toelaat moet dit bereikt worden door het kiezen van

Wanneer het noodzakelijk is dat er maatregelen getroffen worden tegen onbedoeld bedienen van een noodstoptoestel en bovenstaande maatregelen zijn praktisch niet uitvoerbaar, is het toegestaan om onder een aantal voorwaarden een ‘beschermend omhulsel’/kraag toe te passen. De kraag mag geen scherpe randen of ruwe oppervlakken hebben die kunnen leiden tot letsel bij het bedienen van een noodstoptoestel. Een kraag moet zo zijn geconstrueerd dat bediening met de palm van de hand mogelijk blijft vanuit elke voorzienbare positie van de gebruiker van de machine. Eventuele maatregelen ter voorkoming van onbedoeld bedienen van een noodstoptoestel mogen nooit het risico creëren dat het noodstoptoestel niet bedienbaar is, of afbreuk doet aan de zichtbaarheid en identificatie van een noodstoptoestel. Mobiele bedieningsstations Wanneer gebruik gemaakt wordt van mobiele/ draagbare – eventueel draadloze – bedieningsstations moeten deze zijn uitgerust met een noodstoptoestel, omdat dit gezien moet worden als een bedienplek. Het in- of uitpluggen van een mobiel bedienstation – en de eventuele reactie daarop van de machine – zal moeten worden beschouwd in de risicobeoordeling. Wanneer een noodstoptoestel van een draadloos bedienstation is bediend, mag het niet mogelijk zijn de noodstopfunctie te resetten door bijvoorbeeld de spanning van de machine (of draadloos bedienstation) tijdelijk te onderbreken. De noodstopfunctie mag alleen kunnen worden gereset door/na het resetten van het bediende noodstoptoestel van het draadloze bedienstation. Is de ‘span of control’ van een draadloos noodstoptoestel niet volledig waarneembaar, dan moeten aanvullend op de mogelijkheid om het noodstoptoestel zelf te resetten extra resetknoppen rondom de machine worden aangebracht. Dit dwingt de gebruiker vast te stellen dat de machine veilig is en de noodstop kan worden gereset.

www.denf.nl

Constructeur 8-9/2016


De XceL 3D printer print tot 2.3 meter hoog! Uitgerust met Multiplatform software, automatische bed kalibratie en ďŹ lament detectie, maakt deze machine ook een slimme 3D printer.

DOE MEE! Kan jij zo een formaat print goed gebruiken? Stuur je business concept in! De inzending met de meeste potentie wint de print tijdens de Constructeursdag contest op 29 november.

Stuur je idee naar marketing@lpfrg.com Let bij een inzending op de volgende dingen: Materiaal print: PLA Maximale formaat: 50 x 50 x 230 cm (lxbxh) Vernieuwing: bij voorkeur zien we een oplossing die conventionele technieken kan vervangen of verbeteren. Algemene print limitaties: FDM 3D printen vereist een bepaalde manier van denken. Let bijvoorbeeld op overhang en support. Heb je vragen voor een inzending? Stuur een mail naar sales@lpfrg.com en we nemen zo spoedig mogelijk contact met je op.


LEAP FORWARD

De meest geavanceerde 3D printer beschikbaar! Lees welke huidige vraagstukken zijn beantwoord met de Bolt in deze editie van de Constructeur.

KORTING! Noteer jouw constructeur klantnummer + achternaam bij het bestellen van een Bolt voor november via www.lpfrg.com of sales@lpfrg.com

en krijg â‚Ź400,aan ďŹ lament!


Veiligheidstechniek voor de Machinebouw

w w w . e u c h n e r. n l

CTP

Veiligheidsschakelaar met transpondercodering

Transpondertechnologie

RFID

Vergrendelingskracht 2500N met breukdetectie Beschermingsklasse IP69k PLe volgens EN-ISO13849-1 Manipulatieveilig Hoogste coderingsniveau volgens EN-ISO14119

EUCHNER (BENELUX) BV

I

P O S T B U S 11 9

I

N L- 3 3 5 0 A C P A P E N D R E C H T

I

+31 ( 0 )78 615 47 6 6

I

INFO@EUCHNER.NL

Een precisie ontwerp vereist meer dan alleen een artikelnummer. Crest-to-CrestÂŽmulti-golfringveer

SpiroloxÂŽ- borgring

Over de hele wereld heeft Smalley een goede reputatie opgebouwd vanwege zijn ongeÍvenaarde precisie en prestatie. Hoewel we meer dan 10.000 standaard borgringen en golfringveren op voorraad hebben, begrijpen wij dat de perfecte pasvorm mogelijk niet uit een catalogus komt. Vraag het Smalley. Onze technische specialisten staan voor u klaar om hun expertise met u te delen. U krijgt geen verkoper aan de lijn maar een engineer van Smalley die samen met u tot een ontwerp komt voor uw unieke toepassing. Dit advies is volledig gratis.

Ring met constante materiaalbreedte

DEALER IN NEDERLAND

DE VOORKEUR VAN ENGINEERS

+31-172439359 | www.amatec.nl


CADNieuws

Column 18

PLM, hoe eenvoudig kan het zijn?

P

LM systemen kunnen veel, maar het is vaak verdomd lastig er achter te komen of jouw systeem ook kan wat jij wilt. Als je iets specifieks vraagt stuurt de leverancier een technische man om uit leggen dat dat heel wat extra uren kost. Toch wil je alleen maar je productdata beheren. Hoe moeilijk moet dat zijn?

Een PLM-systeem is in feite niets meer dan een database met een aantal schermen om gegevens in te voeren dan wel op te vragen. Intelligent rekenwerk wordt er nauwelijks gedaan. Als je dus weet wat voor data er in de database kan, dan weet je ook wat je met het systeem kunt doen. Daarom is het handig om te praten aan de hand van een datamodel (een UML static structure diagram). Hiermee geef ik stap voor stap de essentie weer van PLM aan de hand van een datamodel. Een datamodel bestaat uit objectklassen, attributen en associaties. Een objectklasse verwijst naar een begrip waarover we gegevens willen bijhouden. De meest essentiële functie van een PLM-systeem is het beheren van (CAD)-documenten, dus de eerste objectklasse heet Document. De attributen DocumentNr, Author, Title en CheckedOut stellen de belangrijkste eigenschappen voor die we van elk document willen kennen. De inhoud van het document is een verhaal, dus een objectklasse apart, want een engineering document heeft meerdere inhouden, versies genaamd. Dat betekent dat we een tweede objectklasse nodig hebben: DocumentVersion. Elk DocumentVersion-object representeert de inhoud van het document op een bepaald moment in zijn ontwikkeling. Als je klikt op het attribuut FileReference opent de bijbehorende editor of viewer de file met de betreffende inhoud. Om de volgorde in de evolutie te kennen is een VersionNr nodig. Omdat elke inhoud een proces van rijping doormaakt kennen we een Status toe aan elke versie. Omdat we ook graag willen weten

Het ‘Document Management data structure’-diagram. hoe documenten en versies bij elkaar horen, is er een associatie tussen Document en DocumentVersion (het lijntje met een 1 boven en een * onder) die bepaalt dat elke DocumentVersion hoort bij precies 1 Document. Elk document mag een willekeurig aantal (*: n>=0) versies hebben. Omdat zo’n UML-diagram maar een abstract plaaatje is, is het altijd handig om een voorbeeld-database in de vorm van een paar tabelletjes te maken (tabel 1 en 2). De eerste tabel toont dat er twee documenten zijn met DocumentNr’s 10026 en 10035. De tweede tabel bevat twee documentversies. De spannende vraag is nu welke versie bij welk document hoort. Daarvoor hebben beide tabellen een extra kolom, met de naam van de betreffende andere klasse. Eigenlijk is een associatie dus niets anders dan een extra attribuut, waarvan de waarde een link naar object(en) van

Tabel 1. Document.

Constructeur 8-9/2016


CADNieuws

Tabel 2. DocumentVersion. de andere klasse is. Om zulke links eenduidig te kunnen bijhouden veronderstelt UML dat elk object (regel in de tabel) een unieke, betekenisloze identificatie heeft, die in de meest linkse kolom wordt vermeld. We zien zo dat document 10026 twee versies heeft en document 10035 nul. Dat in dit voorbeeld document 10035 geen versies heeft en desondanks toch uitgecheckt staat, wekt misschien bevreemding. De meeste commerciĂŤle systemen kennen die mogelijkheid niet en waarom zou je ook? In dit voorbeeld is het versieloze document uitgecheckt. Daaraan kun je zien dat Peter er al mee aan het werk is, maar nog niet zover is dat hij de inhoud aan iemand wil laten zien. Hij heeft nog niet ingecheckt dus er is nog geen versie. Handig om dat te kunnen weergeven. Als u een bepaald document zoekt en u weet het documentnummer, de auteur of de naam van het product, dan sorteert u eenvoudig de tabel op het betreffende attribuut en u scrollt zo naar het

juiste document. Klik op DocumentVersion en u krijgt alle versies te zien. U moet waarschijnlijk de laatste hebben. Niks moeilijk, u zou dit zelf in een uurtje in Excell of Access kunnen maken. U ziet dat we aan de hand van een datamodel en een paar voorbeeldtabellen heel makkelijk en precies over de functies van een PLM-systeem kunnen praten. Natuurlijk zult u in uw praktijk meer over een document willen bijhouden, zoals bijvoorbeeld de order waar het bij hoort en de datum waarop het gecreĂŤerd is. Dat kan helpen bij het vinden van een document. Bedenk echter wel dat een extra attribuut alleen waarde heeft als het wordt ingevuld en dat kost tijd en geld. Volgende keer breiden we het model met weer een eenvoudig stapje uit naar item-based PDM. Er komt dan onder andere een klasse Product bij. Misschien lukt het zo om PLM simpel te houden.

19

H.J.Pels@phi-kpe.nl

igus de kabelrups ... Energietoevoer simpel gemaakt ... ÂŽ

1m in 2 seconden

E2 micro kabelrups met rupsopener Kleine rups voor grote taken. Sterker, stiller met langere levensduur dan zÄłn voorgangers. Eenvoudig te openen met gratis meegelverde opener. Met inwendige hoogte vanaf 10 mm. Online conďŹ gureren en bestellen: igus.nl/E2micro

Bezoek ons: WOTS 2016, Utrecht – Hal 11 Stand 11E026

igus B.V. Tel. 0346-35 39 32 igus.nl@igus.de ÂŽ

! !

Standnr. WOTS 10.A002

Constructeur 8-9/2016

van

tot niveau


Product LifecycleManagement

Product Lifecycle Management

Een koud kunstje Product Lifecycle Management? Dat betekent dure consultants en eindeloze ontwikkelprojecten. Je moet je aanpassen aan de software. Andersom is niet mogelijk. Of je moet weer een vermogen op tafel leggen. Dus voor het midden- en kleinbedrijf is het niet weggelegd – alleen voor multinationals. Of is PLM eigenlijk een koud kunstje? Van koude weten ze in elk geval alles bij Demaco. De ‘cryogenieën’ werken met het PLM-systeem Pro.File. En dat richten ze in Noord-Scharwoude in op eigen wijze – en in hun eigen tempo.

Robin Zander

20

Voor wie zegt “Nee, PLM daar doen wij niet aan”, heeft Hugo Botter – managing director van PLM Xpert dat als Competence Center in Nederland en België de Pro.File software op de markt brengt– wellicht een verrassing: “Je doet al aan PLM. Zolang er al geëngineerd wordt en er producten de deur uit gaan ben je bezig met PLM. Maar hoe je dat allemaal beheert? Je noemt het waarschijnlijk geen PLM. Maar al vanaf de eerste schets is het dat wel. Je legt vast wat je levert en ontwikkelt, maar hoe achterhaal je wat in welke versie bij de klant staat? En welke ‘spare parts ‘ heb je nodig bij die specifieke klant? Dat is vaak nog ongestructureerd. En dat willen we structureren.” Want CAD-, PDM en ERP-software mogen dan min of meer gemeengoed zijn, het ontbreekt volgens Botter wel aan de ‘lijm’ tussen al die digitale hulpmiddelen. Voor de een gaat het wellicht over efficiency, voor een ander om documentbeheer en kwaliteit processen of de koppeling tussen CAD en ERP – de behoefte bestaat en PLM moet die vervullen. Logisch Dat is ook niet meer dan logisch. In complexe projecten komen disciplines als mechanica, elektrotechniek en elektronica, softwareontwerp en hydrauliek allemaal samen. Door van Engineer-To-Order de

Demaco houdt zich bezig met cryogene infrastructuur. Kortom, koudetechnologie voor het transport en de conditionering van vloeibare gassen. Ook CERN maakt gebruik van hun diensten. (Foto CERN)

richting Configure-To-Order in te slaan wordt met standaard modules hergebruik gestimuleerd. In klantordergestuurde projecten worden verschillende klantspecifieke varianten samengevoegd. Al die processen die gebruikmaken van productdata met één applicatie beheren is zoals dat heet ‘een uitdaging’. Je wilt als het even kan wel graag een sluitend versie- en revisiebeheer van alle documenten en ‘artikelen’. Je wilt artikelbestanden gestructureerd kunnen beheren. En een naadloze samenwerking tussen PLM en ERP graag. Omgeving Pro.File maakt dat mogelijk. Documenten, mails, tekeningen – alles wordt door de PLM-applicatie beheerd. Pro.File-ontwikkelaar Procad werkt nauw samen met partijen als Microsoft, SAP, Dassault Systèmes, PTC, Eplan, Zuken, Siemens en Autodesk. Het is een pur sang multiCAD oplossing. Gebruikers kunnen direct vanuit hun vertrouwde CAD-systeem toegang krijgen tot de data in Pro. File via een toevoeging aan de knoppenbalk in de CAD-interface. De gebruiker komt zo in de Pro.File ‘cockpit’ terecht die toegang geeft tot ‘documenten’, ‘parts’ en ‘projecten’. De cockpit is de persoonlijke informatiebron voor elke gebruiker en eenvoudig door de gebruiker in te richten op zijn of haar specifieke taken en functie met bijpassende toegangsrechten. Hoe een project er uit ziet kan met behulp van velden zelf worden gedefinieerd. Ook hoe een specifieke gebruiker een relevant overzicht van lopende projecten en taken krijgt voorgeschoteld – bijvoorbeeld als voortgangsbalk op basis van verschillende mijlpalen – is naar eigen inzicht te kiezen. De taakplanning kan worden aangestuurd vanuit MS Projects inclusief terugkoppeling vanuit Pro.File. Context Projecten kunnen ‘drag&drop’ worden gevuld met alle relevante informatie. Documenten kunnen aan

Constructeur 8-9/2016


Product LifecycleManagement

Gebruikers kunnen direct vanuit hun vertrouwde CAD-systeem toegang krijgen tot de data in Pro.File via een toevoeging aan de knoppenbalk in de CAD-interface.

projecten worden gekoppeld. Wat hier gebeurt, is dat documenten in een context worden geplaatst en deel uit gaan maken van de levenscyclus van een project en/of product. Met behulp van content automation kan een document automatisch met metadata worden gevuld. Dat lifecycle-document wordt onderdeel van een projectdossier of technisch productdossier. De voortgang daarvan kan uiteraard worden bewaakt en gecontroleerd. Data en documenten kunnen ook veilig en ‘secure’ met toeleveranciers en klanten worden uitgewisseld, via de virtuele projectruimte PRoom. PRoom is een cloudoplossing op basis van MS Azure. Je kunt zelf de applicatie op eigen servers ‘hosten’, maar dit ook via ProCAD laten lopen. Met een bijbehorende ‘app’ hebben projectdeelnemers via elk mobiel apparaat – iOS of Android – toegang tot de ‘Project Room’ die per klant kan worden gedefinieerd. Pragmatisch Demaco gaat in 2013 actief van start met PLM – en meer specifiek met Pro.File – maar heeft dan als het over gegevens- en documentbeheer gaat al een aardig traject afgelegd, vertelt Marco Roos, manager Engineering & Procurement. Het bedrijf houdt zich bezig met zoals ze dat zelf beschrijven ‘cryogene infrastructuur’. Kortom, koudetechnologie voor het transport en de conditionering van vloeibare gassen. De oorsprong van het in 1960 opgerichte bedrijf ligt bij de ontwikkeling van landbouwwerktuigen. Demaco evolueerde door de jaren heen tot een machinebouwer die in 1980 voor het eerst met cryogene techniek in aanraking komt. De koudetechniek wordt zo een belangrijke pijler onder de activiteiten van het bedrijf dat in 1996 de cryogenie tot ‘core business’ wordt uitgeroepen. En dat is het tot op de dag van vandaag. De klanten van Demaco komen van over de hele wereld en zijn actief op alle terreinen waar vloeibare gassen worden toegepast: van de energiesector, onderzoekswereld, tot de ruimtevaart.

Constructeur 8-9/2016

Edwin de Vries, project engineer bij Demaco, over part-classificatie: ”Maak vooral geen rubriek Algemeen of ‘Other’. Je moet mensen dwingen de structuur te gebruiken.”

Als Demaco in 1996 cryogene technologie tot ‘core business’ heeft gemaakt, is het bedrijf volop met 2D in de weer. Rond 2004 begint behoefte aan een 3D systeem te ontstaan én wordt uiteindelijk Solid Edge aangeschaft. De reden was, in elk geval deels, nogal pragmatisch van aard; een grote klant maakte gebruik van dit 3D CAD-pakket. Door hetzelfde pakket aan te schaffen werd in elk geval voorkomen dat bij de uitwisseling van tekeningbestanden problemen zouden ontstaan. Behoorlijk gestructureerd Van een beheersysteem is op dat moment nog geen sprake. Volgens Roos was dit destijds nog geen onoverkomelijk bezwaar: “Engineers zijn behoorlijk gestructureerd en de groep was niet zo groot. Alles zat in een grote map. Dat valt niet mee als je wat moet zoeken.” Maar dat lukt dan in elk geval nog wel. In 2008 beschikt Demaco over Solid Edge 3D en wordt 2D met AutoCAD 2002 gewerkt. Sinds 1996 wordt wel gebruikgemaakt van de documentbeheeroplossing AutoManager Workflow. In 2013 komen de eerste plannen om ook voor het 2D tekenwerk op Solid Edge over te stappen. Dit pakket kan overweg met verschillende bestandformaten maar in de kern is het ontwikkeld en wordt het bij Demaco gebruikt voor het beheer van DWG-bestanden. Informatiestromen In 2011 is de situatie als het gaat om product data management eigenlijk nog niet veranderd. Wel wordt nog steeds rondgekeken naar een integrale oplossing. Het idee ontstaat om Teamcenter aan te schaffen. Dat Teamcenter net als Solid Edge van Siemens PLM Solutions afkomstig is speelt daarbij volgens Roos een belangrijke rol: “Van onze ‘core business’ weten we alles. Maar van PDM?” Rond die tijd komt Demaco in contact met Hugo Botter van PLM Xpert. Hij stelt voor nog even te wachten met de aanschaf van Teamcenter. Demaco

21


Product LifecycleManagement

De workflow bij Demaco: alles start als ‘In Work’ en gaat dan via ‘Internal Check’ naar ‘Release’ of ‘External Check’. In dat laatste geval gaat het altijd weer terug naar ‘In Work’ voor uiteindelijke vrijgave.

22

wil groeien en wil de kansen en bedreigingen in kaart hebben. In 2012 biedt Botter aan, betaald, een onderzoek naar de informatiestromen binnen Demaco te doen. Ook wordt nog een bezoek aan het ERP-PDM-evenement in Veldhoven gebracht. Dit evenement van het Mikrocentrum heet nu Business Software Event en heeft eind november van dit jaar weer plaats. Doorslag Uiteindelijk geeft de mogelijkheid Pro.File in belangrijke mate zelf naar wens te kunnen inrichten de doorslag om in april 2013 een ‘Best Practice’omgeving van Pro.File aan te schaffen. Dit wil zoveel zeggen als een op de specifieke branche/doelstelling van de klant gedefinieerd traject dat wordt doorlopen. De structuur wordt opgebouwd. Toch komt het traject eind 2013 stil te liggen. De reden: een enorme orderintake. “Goed voor Demaco, niet voor de implementatie van Pro.File”, aldus Roos. De implementatie stagneert heel 2014, maar in 2015 wordt een team vanuit engineering samengesteld. Met hulp van PLM Xpert wordt het beheer van Solid Edge data geïmplementeerd. Roos: “We zijn in de zomer van 2015 stap voor stap ‘live’ gegaan. Inmiddels gebruiken we Pro.File nu ook voor het beheer van een groot aantal documentstromen. De beheersmogelijkheden voor e-mail gebruiken we nog niet evenals het beheer van taken en processen’. We hebben zelf lesmateriaal gemaakt en de cursussen worden intern door onszelf verzorgd. Het is nu geïmplementeerd bij Engineering, Inkoop en

Productiebegeleiding. Bij de afdeling Verkoop is het nog niet geïmplementeerd, maar dat staat wel op de rol. De oude projecten zijn niet opgenomen in Pro.File, alle nieuwe projecten uiteraard wel. Als we voortborduren op een oud project dan slepen we de data er wel in. Zo vervuil je het systeem niet met 60- tot 70.000 bestanden. Vinden Het is nu geen kwestie meer van zoeken maar van vinden, stelt Erik de Vries, project engineer bij Demaco. “Voor we met Pro.File gingen werken hadden we een map met 3D-tekeningen, een map met ‘drafts’ en een map ‘released’ tekeningen. En dan heb je een projectmap met 3000-plus items. Uiteindelijk vind je het natuurlijk wel, maar dit kost veel tijd.” Wie nu bij Demaco een document opslaat krijgt het formulier van een documentkaartje in beeld. Voor de documentclassificatie van een Pro.File document is goed gekeken naar de structuur binnen Demaco. Onder een beperkt aantal hoofdgroepen als Engineering, Sales en Werkvoorbereiding bevinden zich verschillende subgroepen. De ID-kaart van het document kan heel kort zijn bijvoorbeeld bij een orderbevestiging, maar ook veel uitgebreider met een groot aantal gegevens, als het om leveranciersinformatie gaat. Doordat je er ongemerkt veel gegevens aan koppelt, is het document altijd terug te vinden. Het document wordt gelinkt aan een oorspronkelijk project en mogelijk bij hergebruik ook aan vervolg projecten.

Constructeur 8-9/2016


Product LifecycleManagement

Tip Voor CAD-modellen wordt gebruikgemaakt van Pro.File Parts. Een Pro.File Part bevat de artikelinformatie en is bedoeld voor het beheren van alle productdata. Als een CAD-file wordt opgeslagen wordt automatisch een Pro.File-Part aangemaakt, maar dat kan de gebruiker ook zelf doen. Via part-classificatie wordt aangegeven waar het om gaat, bijvoorbeeld een component, een module of een product. Bij Demaco is een module een subassembly en een product is een eindproduct. Een component wordt per classificatie beschreven op kenmerken en functionele specificaties. Zo bevat de classificatie van een pomp zaken als voor welk medium de pomp geschikt is, de capaciteit en druk. Hergebruik van onderdelen en modules stijgt als gevolg hiervan enorm. Ontbreekt een classificatie dan kan die worden toegevoegd. Maar De Vries heeft wel een belangrijke tip: ”Maak vooral geen rubriek Algemeen of ‘Other’. Je moet mensen dwingen de structuur te gebruiken.” Om de structuur optimaal in te richten heeft een consultant van PLM Xpert tijdens de invoering sturing gegeven aan het inrichten van de Demaco part-classificatie. Projectenbedrijf Demaco is een projectenbedrijf en maakt om die reden graag gebruik van de gestandaardiseerde project templates in Pro.File bij het aanmaken van een nieuw project. Het begint met een projectnummer dat nu nog handmatig uit het ERP-systeem wordt overgenomen. Behalve klantgegevens en afdeling volgt ook hier een classificatie naar bijvoorbeeld product, zeg een transferleiding met valve box, en medium. Op al de door Demaco gedefinieerde classificaties is later te zoeken. Een Document of Part is op zijn beurt gelinkt met een project of zijn onderling verbonden. Bij de workflow die wordt gehanteerd start alles als ‘In Work’ en gaat dan via ‘Internal Check’ naar ‘Release’ of ‘External Check’. In dat laatste geval gaat het altijd weer terug naar ‘In Work’ voor de uiteindelijk vrijgave. Overigens werkt Demaco niet met functieniveaus voor het goedkeuren van tekeningen. Omdat in kleine groepen wordt gewerkt worden onderling tekeningen gecontroleerd. Stuklijsten worden opgebouwd vanuit het 3D-model met een Bill of Materials (BOM) in Pro.File. Nu volgt er nog een export naar Excel. Volgend jaar moet de informatie direct naar het ERP-systeem gaan, maar met het huidige verouderde ERP-systeem is dat niet mogelijk. De volgorde is: Solid Edge naar Pro.File en van Pro.File naar 2D tekening. Ook is het mogelijk om wijzigingen op de stuklijst uit te voeren met de BOM-editor. Te denken valt bijvoorbeeld aan het toevoegen van schilderwerk in een bepaalde kleur. Dat kan met de

Constructeur 8-9/2016

Voor Demaco is LNG met -162 °C zelfs aan de warme kant. In de afgelopen jaren zijn verschillende projecten voor LNG uitgevoerd. (Foto Alan Klo/Statoil)

BOM-editor worden ingevoegd en komt vervolgens terug op de tekening en stuklijst-‘output’. Draagvlak Voor Demaco, dat Pro.File nu gebruikt voor engineering met CAD en bedrijfsbreed documentenbeheer met onder meer Office, is vooral de mogelijkheid het Pro.File-systeem zelfstandig naar eigen inzicht te kunnen inrichten een van de belangrijke pre’s van het pakket. “Als je productportfolio uitbreidt hoef je geen consultant te laten invliegen. Om als hij weg is er achter te komen dat het toch net niet werkt zoals gewenst. Nu kunnen we dat zelf ”, stelt De Vries. “Daarmee krijg je ook draagvlak. Is er vandaag een probleem dan wil je vandaag een oplossing en niet vier weken wachten tot er iemand kan langskomen.” Roos vult aan: “We hadden geen beheer in 3D. Als het 2D beheersysteem crasht staat de organisatie stil, ook in 3D. We lopen nu minder risico. Het is moeilijk uit te drukken in tijd maar het levert op.” Botter voegt toe dat het niet alleen om de aanschaf van de software gaat: “Belangrijk is gebruikersgemak en flexibiliteit van de PLM-oplossing. Op de vraag ‘Dat zijn andere PLM systemen ook?’ Zegt Botter: ‘Vraag er maar eens naar, bij voorkeur aan een klant en een gebruiker.’ Je moet voorkomen dat het een afdelingsoplossing of eigenlijk eiland wordt en niet verder komt dan engineering. Dan wordt het nooit PLM. Echt Lifecycle Management werkt integraal over applicaties en afdelingen heen, zoals bij Demaco” www.demaco.nl www.plmxpert.nl

23


World ofTechnology & Science

Energy Efficiency - mechatronica

Zuiniger met aandrijftechniek Geen zichzelf respecterende beurs zonder seminar- en evenementenprogramma. Zo ook World of Technology & Science. Wat te denken van bijvoorbeeld – het was mij de sportzomer wel – een dopingseminar? ‘Vertaald’ naar techniek zou je nog kunnen zeggen dat het gaat om er zoveel mogelijk uit te halen met zo weinig mogelijk inspanning. Binnen de aandrijftechniek vraagt het vaak iets meer inspanning. In elk geval om energetisch er alles uit te halen wat er in zit. Maar dan heb je meestal ook wel wat. En dat is winst die ze je echt nooit kunnen afpakken.

24

Van 4 t/m 7 oktober is het tijd voor de tweede editie van World of Technology & Science die in 2014 als opvolger van de verschillende beurzen van FEDA, FHI en Jaarbeurs haar première beleefde. Locatie is ook dit jaar weer de Jaarbeurs in Utrecht en het evenement valt ook dit jaar weer uiteen in de vier ‘werelden’: World of Laboratory, World of Electronics, World of Automation en World of Motion. Van de vier richt World of Motion en Drives in hal 10 en hal 11 zich het duidelijkst op aandrijven en besturen. Voor die doelgroep heeft de organisatie uit een veel groter seminarprogramma een selectie gemaakt, rondom thema’s zoals -en het zal u niet verbazenIndustrie 4.0/Smart Industry, robotica en ‘cyber security’ op respectievelijk 6, 5 en 4 oktober. Als afronding van het seminargeheel en om alles uit de wetenschappelijke en technologische hoek dat u tot u heeft genomen in een grotere context te plaatsen, heeft op vrijdagochtend 7 oktober het seminar ‘Disrupties in technologie en maatschappij’ plaats.

Energiebesparing Als het over techniek en maatschappij moet gaan: de industrie is een grootgebruiker van energie en binnen de industrie wordt de hoofdmoot van de elektriciteit gebruikt voor elektromotoren. Het is een volkomen helder punt. De optimalisatie van motorsystemen en een goede toepassing van andere aandrijf biedt een gemiddeld industrieel bedrijf een enorme potentie aan besparing van de kosten voor de energie. Duidelijke doelstellingen in duurzaamheid, financiën en concurrentiekracht worden daarmee bereikt. Het is een inkoppertje, maar in de praktijk is er nog heel veel terrein te winnen door onduidelijke obstakels. Vreemd De tegenstelling is vreemd: de kansen zijn duidelijk en de obstakels niet. Diverse experts zien vertragingen door lastige economische tijden met een onjuist momentum om te investeren of het verschil tussen de belangen van de inkoper en de energieverantwoordelijke binnen een bedrijf. Kortom geld wordt als een obstakel gezien. Tevens wordt er geschermd met onduidelijkheid van normen, richtlijnen, wetgeving en de handhaving. Misschien wordt de complexiteit van technologie aangehaald, maar dat lijkt niet het probleem. Biertje? Meestal zijn er voorbeelden nodig om aan te geven dat het niet zo moeilijk is. Tijdens de World of Technology & Science verzorgen zes sprekers op woensdag 5 oktober 2016 een seminar rond energy efficiency met mechatronica. Door goede keuzes met aandrijftechniek kan er concreet bezuinigd worden door productiebedrijven en machinebouwers. Op basis van bedrijfscases komen die concrete besparingen aan de orde. In een van die cases wordt door Bosch Rexroth een besparingsproject bij bierbrouwer Heineken uit de doeken gedaan.

Constructeur 8-9/2016


World ofTechnology & Science

In eerste instantie vroeg de brouwer Heineken om de installatie van koelers voor de hydrauliekolie in een bestaande installatie met drie palletizers. De oplossing die uiteindelijk na uitvoerige analyse werd uitgedacht is geheel in lijn met Heineken’s slogan ‘Brewing a better future’. Detail engineer Jos Schalks van Heineken wist namelijk destijds al te melden dat hij de totale energiebesparing van de ‘nieuwe’ installatie op 75.000 kWh per jaar had begroot. Koud hè? Meer jongensdroom en wat visionairder van karakter is Clean2Antartica. Met een zelfontworpen voertuig op zonne-energie en deels gemaakt uit afvalplastic, willen Wilco van Rooijen en Edwin ter Velde naar de Zuidpool. Namens Apex Dynamics komt Ter Velde naar de WoTS. De bedoeling is om in januari 2018 op de Zuidpool aan te komen – energieneutraal, puur op natuurkracht. Deze technologie is de toekomst voor de industrie, hoe kunnen we nu al systemen ontwerpen naar het voorbeeld van de expeditie. Bewezen energieneutraal Een andere case die ook vooral op gezond verstand lijkt te zijn gebaseerd is die van de Ramspolbrug in Flevoland. De energie die vrijkomt bij het sluiten van het beweegbare deel van het brugdek wordt omgezet in elektriciteit die de motoren aandrijft. De vrijgekomen energie wordt opgeslagen in accu’s en teruggegeven aan het net. Als het net uitvalt, leveren de accu’s van de brug enkele dagen elektriciteit. In combinatie met zonnepanelen levert dit genoeg energie op om de brug weer te openen. Volgens VSE Industrial Automation dat betrokken was bij dit project blijkt uit monitoring dat de brug op jaarbasis meer energie produceert dan verbruikt.

Past het? Wie wil weten hoe zijn of haar bedrijf ook in dit rijtje past komt op woensdagochtend 5 oktober voor de nodige inspiratie naar het seminar Energy Efficiency – mechatronica. Beloofd wordt technische deskundigheid die concrete stappen aanbiedt voor efficiency in het energiegebruik. Op de WoTS-website is meer informatie over dit seminar te vinden en kunt u zich aanmelden voor een gratis bezoek aan de beurs en het seminar. wots.nl

Energy Efficiency – mechatronica – 5 oktober 2016, Jaarbeurs, Utrecht 08.45–09.15

Ontvangst

09.15–09.45

De schoonste expeditie ooit – Edwin ter Velde namens Apex Dynamics

09.45–10.15

Meer productiviteit met minder energie – Roy Schep, SMC Pneumatics

10.15–10.45

De bierbrouwer en energie besparing – Marcel van den Hurk, Bosch Rexroth

10.45–11.00

Pauze

11.00–11.30

Inzicht in optimalisatie met software – Koen Leeflang, Festo

11.30–12.00

Ramspolburg bewezen energieneutraal – Ron Verleun, VSE Industrial Automation

12.00–12.30

Resultaat in Beweging – Arjen Schutte, itsme

Constructeur 8-9/2016

25


© Copyright 2016 COMSOL. COMSOL, the COMSOL logo, COMSOL Multiphysics, Capture the Concept, COMSOL Desktop, COMSOL Server, LiveLink, and Simulation for Everyone are either registered trademarks or trademarks of COMSOL AB. All other trademarks are the property of their respective owners, and COMSOL AB and its subsidiaries and products are not affiliated with, endorsed by, sponsored by, or supported by those trademark owners. For a list of such trademark owners, see www.comsol.com/trademarks.

Vaak onzichtbaar.

Mink transportrollen®

Voor u een voordeel.

Zacht en krasvrij transporteren.

t ;BDIU HFMVJETBSN WFSWPFS WBO HPFEFSFO PG XFSLTUVLLFO [POEFS TMJKUBHF t 7FJMJHF CFTDIFSNJOH [FMGT WPPS QSJOUT t "GWBMEFFMUKFT [PBMT TQMJOUFST [BLLFO UVTTFO EF WF[FMCVOEFMT o CFTDIBEJHJOHFO XPSEFO EBBSNFF WFSNFEFO

Wij hebben de kennis... .JOL #Â STUFO # 7 )BO[FXFH 3$ )BTTFMU 5FM *OGP!NJOL CVFSTUFO OM

Think Mink! ® www.mink-buersten.com/rub


Precisiebeurs 2016 Hét trefpunt voor precisietechnologie!

• • • • •

Expositie van 300 specialistische bedrijven en kennisinstellingen Inspirerend en onafhankelijk congresprogramma Meet & Match evenement Duits-Nederlands ontbijttreffen Big Science / Big Business

16e editie Gratis toegang

Vakbeurs & Congres Woensdag 16 en donderdag 17 november 2016 NH Conference Centre Koningshof, Veldhoven

www.precisiebeurs.nl

Met ondersteuning van:


Lineaireaandrijvingen

Vijf trends in lineaire techniek Standnummer 11D020/11D054

Als we bekijken hoe de lineaire techniek zich verder ontwikkelt, lijkt dit vooral één richting uit te gaan: lineaire geleidingen en lineaire systemen bewegen steeds grotere lasten steeds gelijkmatiger en met steeds hogere positionerings- en herhalingsnauwkeurigheid.

Absolute meetsystemen in kogel- en rollenrailgeleidingen registreren de absolute positie van de as met een resolutie van 0,025 μm.

Dr. Steffen Haack

28 (vertaling Bosch Rexroth)

Toestandvoorspellend onderhoud verhoogt de beschikbaarheid van machines en installaties.

Wie weet hoe alle aandrijftechnologieën onderling op elkaar kunnen inspelen, ziet het potentieel dat hierachter schuilt. Lineaire techniek kan door de combinatie van elektronica, sensoren en software ook een cruciale bijdrage leveren voor geïntegreerde fabrieken. Vijf trends die intelligente lineaire techniek in de praktijk helpen omzetten. Modularisering en flexibiliteit Inbouwklare elektromechanische cilinders combineren mechanica met de flexibiliteit van elektrische aandrijvingen. Een softwarecommando aan de elektrische aandrijving en de cilinders bewegen naar de gewenste posities en voeren complexe bewegingsprofielen uit. Zonder een extra trajectmeetsysteem halen ze een herhaalnauwkeurigheid van maar liefst ± 0,01 mm. Weegpennen geven de waarden analoog door aan de elektrische aandrijving of de regeleenheid en maken een decentrale procesbesturing mogelijk.

Zonder extra trajectmeetsysteem halen elektromechanische cilinders een herhaalnauwkeurigheid van maar liefst ± 0,01 mm.

Functionele integratie Als bij moeilijke omgevingsomstandigheden de precisievereisten hoog zijn, stuiten gangbare meetsystemen al vlug op hun grenzen. Absolute meetsystemen die in kogel- en rollenrailgeleidingen zijn geïntegreerd, registreren de absolute positie van de as met een resolutie van 0,025 Pm. Deze herkennen meteen bij het inschakelen van de machine de absolute positie van de as en geven de positie zonder referentierit aan de regeleenheid door. Bovendien hebben moderne systemen geen bufferaccu’s meer nodig die regelmatig moeten worden vervangen. Toestandvoorspellend onderhoud Sensoren meten temperatuurpieken en trillingen. Deze gegevens vormen de basis waarmee het toestandvoorspellend onderhoud later wordt opgesteld. De gegevens zijn echter pas relevant als ze met de modellen voor de levensduur worden vergeleken. Belastingtests met nieuw ontwikkelde loopwagens hebben aangetoond dat de levensduur van de wagens is verdubbeld door het hogere belastingsvermogen bij dezelfde bouwgrootte. Samen met de gedetecteerde bedrijfstoestanden en het toestandvoorspellend onderhoud zorgt dit ervoor dat de beschikbaarheid van machines en installaties aanzienlijk verhoogt.

Constructeur 8-9/2016


Lineaireaandrijvingen

Een digitale assistent ondersteunt de technicus bij de inbedrijfstelling.

Digitaal ondersteunde inbedrijfstelling Een ervaren technicus had tot nu toe zo´n twintig minuten nodig om een lineaire as in bedrijf te stellen. Bij de nieuwe mechatronische lineaire assen en actuatoren neemt de inbedrijfstelling slechts drie tot vijf minuten in beslag. Een digitale assistent ondersteunt de technicus hierbij. Deze hoeft alleen een paar asspecifieke gegevens in te voeren en kan daarna de aandrijving meteen programmeren of parametreren. In de toekomst zal deze functie automatisch via de QR-code beschikbaar zijn.

Dr. Steffen Haack is lid van de raad van bestuur van Bosch Rexroth AG en in die hoedanigheid verantwoordelijk voor de Business Unit Industrial Applications en Coördinatie Verkoop www.boschrexroth.nl

Met selectiegidsen of softwaretools voor de dimensionering vinden constructeurs de juiste componenten.

29

Digitale engineering Steeds meer technische afdelingen schakelen om naar geïntegreerde digitale processen. Met selectiegidsen of softwaretools voor de dimensionering vinden constructeurs via intuïtieve gebruikersinterfaces de juiste componenten voor lineaire techniek en de juiste mechatronische systemen die zelfs specifiek op de toepassing kunnen worden geconfigureerd. De elektronisch gegenereerde gegevens belanden dan direct in de digitale constructiemodellen waardoor bijvoorbeeld complexe machinebewegingen virtueel kunnen worden gesimuleerd.

Groneman,

OOK GROOT IN KRUISKOPPELINGEN • DIN 808 • Glijlagers • Naaldlagers • Ook in RVS

Aandrijftechniek Besturingstechniek Verbindingstechniek

B E ZO EK O NS O P G R O N E M AN . N L

Constructeur 8-9/2016


Gereedschapmachinebouw

Ölflex Connect nieuwe strategische speerpunt Lapp

ABC-tje voor Lapp en EMAG Standnummer 11B040 De componenten die in de C-categorie vallen in een ABC-analyse voor voorraadbeheer. ‘Sexy’ zijn ze meestal niet en hun toevoeging aan de geldelijke waarde van een machine ligt onder de 10%. Maar nodig heb je ze wel. Bij de Duitse gereedschapmachinefabrikant EMAG - vooral bekend van hun verticale draaibanken - heeft onder andere de bekabeling de ‘C-Teile’-classificatie mee gekregen. Voor EMAG is het logistiek lastig en tijdrovend.

Robin Zander

30

Dat Lapp Kabel de gereedschapmachinebouwers het nodige uit handen kan nemen is wellicht geen nieuws. Levering van kant-en-klare kabelsamenstellingen - op lengte en met de vereiste kabels en connectoren - is ook voor Lapp geen noviteit. Wel dat het een strategisch aandachtspunt is geworden. Zoals Georg Stawowy het zei : “Het ‘kindje’ heeft een naam: Ölflex Connect.” Stawowy is lid van de raad van bestuur van de Lapp Holding en houdt zich in die hoedanigheid bezig met technologie en innovatie binnen het concern. Zijn ‘annonce’ van de jongste ‘telg’ kwam net voor de zomer op een persbijeenkomst in de productievestiging van EMAG in Salach bij Stuttgart. Daar heeft Lapp’s jongste al wat aardige stappen gezet. Abc-tje? Het lijkt natuurlijk een abc-tje. Maar toch heeft het wel wat meer voeten in de aarde. EMAG is nog een van de weinige gereedschapmachinefabrikanten die

nog zoveel delen van de machine zelf produceert, weet Dr.-Ing. Guido Hegener als bedrijfsleider van de EMAG Maschinenfabrik GmbH. ‘Hohe Fertigungstiefe’ heet dat zo fraai en dit is sinds jaar en dag een vast en solide kenmerk van het ‘business model’ zoals dat weer ergens anders wordt genoemd. Dit heeft natuurlijk een doel en dat is volgens Hegener om hun klanten de beste productiesystemen te leveren als maar mogelijk is. Geen machine – een opdracht Die productiesystemen bestaan uit heel wat meer dan de verticale draaimachines waar EMAG zijn furore aan dankt. Die bekendheid dankt het bedrijf vooral aan ‘pick&place’-functie van de spil in de draaimachines. De spil kan zelf het product van bijvoorbeeld een lopend bandje pakken en na bewerking weer terug zetten zodat het naar de volgende machine kan. In Salach maakt EMAG onder andere productiesystemen voor de automobielindustrie. En daar kun je

Dr.-Ing. Guido Hegener, bedrijfsleider EMAG Maschinenfabrik GmbH: “We willen in de toekomst naar een situatie dat zonder ook maar iemand daar naar omkijkt, de kabels worden geleverd en kunnen worden ingebouwd.

Constructeur 8-9/2016


Gereedschapmachinebouw

dan bijvoorbeeld, zuigers, kruk- en nokkenassen en homokinetische koppelingen op produceren. Die systemen kunnen behalve uit draaimachines ook zijn opgebouwd uit en worden gecombineerd met bijvoorbeeld slijp-, frees- en inductieve hardingsmachines. Ook die machines worden allemaal door EMAG in verschillende vestigingen geproduceerd. Want een klant komt niet om een machine, stelt Hegener, maar de klant komt met een maakopdracht: “Ik wil dit draaideel in 35 seconden kunnen maken.” Zelf doen Ten tijde van het bezoek van AB stond in de hal een productiesysteem van 20 gekoppelde machines, waar het journaille angstvallig bij uit de buurt werd gehouden. Geen eenvoudige transferstraat die een vast programma afdraait, maar een deels zelfsturend productiesysteem op basis van RFID. Maar Industrie 4.0 of niet, zowel klant als exacte samenstelling bleven geheim. Wil je als fabrikant je klant dan ook nog een zo kort mogelijke levertijd kunnen garanderen voor zijn of haar complexe productiesysteem, moet je de kans op bijvoorbeeld problemen met langzame toeleveranciers voorkomen. Dit verklaart de keuze van EMAG om zoveel mogelijk zelf te doen. En dat gaat behoorlijk ver. Zo beschikt het bedrijf onder andere over een eigen gieterij om machinebedden uit polymeerbeton te maken, worden mechanische samenstelling in huis geproduceerd en dat geldt ook voor de energievoorziening achter de machine. De productie van plaatstalen behuizingen, inrichten van de schakelkast en deels ook het assembleren van kabelsamenstellingen – EMAG doet het zelf. Samenwerken Maar ze doen natuurlijk ook weer niet alles zelf en gaat het over kabels voor de energie- en signaalvoorziening wordt met Lapp samengewerkt. De installaties voor de energievoorziening van klantspecifieke machines kent bij EMAG een hoog aantal varianten. De klantspecificaties hebben een grote invloed op de uitvoering. Maar desondanks is de gevraagde levertijd kort. Dat moet logistiek ook allemaal wel adequaat worden opgezet. Voor het ordertraject voor de kabels is maar beperkte tijd beschikbaar. Kabelsamenstellingen moeten ‘just in time’ op de montageplek worden aangeleverd. Bij verschillende machinetypes wordt daarom met een configurator gewerkt die de samenstelling van de kabelbundel bepaalt en de opdracht direct bij de kabelfabrikant plaatst. Cruciale componenten Het gaat hierbij vooral om hoogwaardige kabels: de vermogenskabels, Drive CliQ-kabels en elke kabel die signalen naar encoders stuurt. Want ze mogen dan wel in de C-categorie vallen, het zijn wel kabels waar hoge eisen aan worden gesteld. Niet in de laatste plaats omdat Hegener claimt dat

Constructeur 8-9/2016

Ölflex Connect Groeiend dataverkeer, branche-specifieke eisen zoals in de voedingsmiddelen en farmaceutische industrie – twee hefbomen onder een ambitieus groeiscenario dat Lapp voor zichzelf heeft gedefinieerd. Tegen 2020 moet het zijn bereikt. Volgens Georg Stawowy, lid van de raad van bestuur was het best even slikken. Veel wordt verwacht – en dat is dan de Onder de naam Ölflex Connect Servo levert derde hefboom – van Lapp compleet op maat geassembleerde de kabelassemblage servokabels volgens Siemens, SEW-Eurodrive en – samenstelling. En en Rockwell-specificatie. dan vooral die volgens klantspecificatie. Weinig nieuws onder de zon lijkt het, want sinds 1983 bestaat er al zoiets onder de naam Lapp Systems.

Drie categorieën Maar nu is wat ‘die Kabelkonfektionierung’ heet, benoemd tot strategisch speerpunt onder de naam Ölflex Connect. Het doel is de ontwikkeling van een wereldwijd netwerk, zodat binnen een straal van 500 km een klant zijn of haar specifieke kabelbundels kant-en-klaar kan bestellen en ook IT-integratie, ‘just in time-‘ of andersoortige klantspecifieke levering tot de mogelijkheden behoort. Ölflex Connect kent drie categorieën: - Ölflex Connect Cables; - Ölflex Connect Servo; - Ölflex Connect Chain. Onder Ölflex Connect Cables vallen de min of meer standaard kabelassemblages – op maat, met stekker, gemarkeerd in standaard uitvoering of op maat. Ölflex Connect Servo behelst uiteraard de assemblage van servokabels met een naar eigen zeggen tot wel vier maal hogere EMC-afscherming van de kabel/stekkerverbinding. Leverde Lapp die al eerder volgens de Siemens-specificatie voor servokabels, op de Hannover Messe van dit jaar werd daar levering volgens SEWEurodrive- en Rockwell-specificatie aan toegevoegd. Bij Ölflex Connect Chain tot slot gaat het om het ontwerp en de assemblage van complete kabel- en slangpakketten in kabelrupsen, naar wens inclusief montage op locatie bij de klant.

31


Gereedschapmachinebouw

De bekabeling van de nieuwe VSC 250 DUO meerspillige verticale draaibank van EMAG is afkomstig van Lapp.

32

een ‘Overall Equipment Effectiveness’ van 85% een reëel percentage is. Ongewenste stilstand van de installatie is dan uit den boze en kabels blijken dan behoorlijk cruciale componenten. Behalve dat ze moeten voldoen aan de betreffende DIN- en UL eisen, geldt dat de bewegende kabels minstens vier jaar probleemloos moeten kunnen functioneren. Voor de niet bewegende exemplaren wordt die eis opgeschroefd naar 15 jaar. Tel daar bij op dat kabels in bewerkingsmachines ook bestand moeten zijn tegen emulsies, synthetische koelsmeermiddelen en olies. Uiteraard is dat afhankelijk van de locatie in de machine maar koelsmeermiddelen die in de bewerkingsruimte met 100 bar op het werkstuk worden gespoten zijn geen zeldzaamheid. Daar komen de buigvastheid voor bewegende kabels, de kleine buigradii voor vast gepositioneerde kabels en de integriteit van de afscherming nog bovenop. “Onze kwaliteitseisen zijn erg hoog en we hebben ook goed om ons heengekeken voor we de beslissing hebben genomen met Lapp in zee te gaan. Behalve de excellente kwaliteit, was het ook de uitstekende logistiek die uiteindelijk de doorslag heeft gegeven”, licht Hegener toe. Toekomst is 4.0 In de toekomst wil EMAG de hele orderafwikkeling verder ontwikkelen. In lijn met de Industrie 4.0-gedachte richting een zelfsturend en communicerend productieapparaat moet dat ook voor het orderafhandelingsproces daar deel van uit gaan maken. Dit betekent dat voor de bekabeling een integraal en geïntegreerd proces ontstaat van kabelconfiguratie, opstellen van bestellijsten tot aan de planning en montage. Dat daarvoor buiten de grenzen van

Lapp levert de vermogenskabels, Drive CliQ-kabels en elke kabel die signalen naar encoders stuurt.

de eigen onderneming moet worden gekeken en toeleveranciers in die processen moeten worden geintegreerd is duidelijk stelt Hegener. Voor standaard machines zijn ze wat dat betreft al heel ver. De bedoeling is dit ook voor klantspecifieke machines te ontwikkelen. Maar, stelt Hegener, daar staan ze nog maar aan het begin en zover is het nog lang niet en dat gaat ook nog wel enkele jaren duren. Geen omkijken Het beheer en de logistiek van componenten uit de C-categorie is zeker geen triviale bezigheid. Hegener benadrukt daarom dat het bedrijf blij is met Lapp een partner te hebben gevonden om ‘lean production’ van gereedschapmachines mogelijk te maken. De ‘Geschäftsleiter’ is overtuigd dat dit het juiste concept is om in de toekomst hoogwaardige technologie tegen een concurrerende prijs aan te kunnen bieden. Op dit moment wordt door EMAG pakweg 60% van de kabelassemblage en -samenstelling uitbesteed. Maar de gereedschapmachinebouwer wil in de toekomst naar een situatie dat zonder ook maar iemand daar naar omkijkt de kabel wordt geleverd en kan worden ingebouwd. Wordt het toch nog een abc-tje. lappbenelux.lappgroup.com www.emag.com

Constructeur 8-9/2016


Als standaard niet genoeg is… Ervaar de kennis van Drabbe. Drabbe biedt voor elke vraag de optimale oplossing op het gebied van kwalitatief duurzame machine- en bedieningsonderdelen.

Drabbe is distributeur van:

Drabbe BV industriële machineonderdelen Gildeweg 4 | 2632 BA Nootdorp t. 070 387 76 06 | verkoop@drabbe.nl drabbe.nl

Hét online platform voor engineers!

Vind de juiste engineer voor uw met Engineersonline.nl! Dagelijks bezocht door duizenden engineering professionals. vacatures.engineersonline.nl/mogelijkheden


InternTransport

Slimme AGV ziet het zwart-wit Standnummer: 10B020 VDL Weweler in Apeldoorn produceert als toeleverancier vooral veren, schokdempers en complete assen voor vrachtwagens. Voor het interne transport in de afdeling die de veren maakt, heeft Movexx uit Veenendaal een compleet nieuw type AGV ontwikkeld. De winst daarvan is de precisie waarmee de AGV zijn werk doet. Het grootste deel van de automatisering komt van één leverancier: Turck.

halffabricaten op zonder daarbij fouten te maken. Met als resultaat dat de productie zonder onderbrekingen doorgaat. De automatisering met de nieuwe AGV is een mooi voorbeeld van ‘Industrie 4.0’. Was automatisering ten tijde van de derde industriële revolutie nog gericht op monotone, repeterende handelingen, zoals lassen, schroeven indraaien of draaiwerk. Nu gaat het bij automatisering om handelingen waar veel flexibiliteit is gevraagd. Vooral voor handelingen die tot voor kort handmatig werden uitgevoerd. Kenmerk van Industrie 4.0 is onder meer dat machines nu de intelligentie hebben om zelf beslissingen te nemen en dat soort handelingen uit te voeren.

34

Movexx heeft voor VDL Weweler een nieuw type AGV ontwikkeld. Het grootste deel van de automatisering komt van Turck.

Niet alleen het grootste deel van de besturingstechniek voor de AGV’s is geleverd door Turck. Ook de software voor visualisering, bediening en besturing is door hen geschreven op basis van CoDeSys. De HMI VT250-besturing van Turck wordt ondersteund door onder meer een RFID-systeem met tags, die de route markeren en statussignalering. De AGV’s zijn uitgerust met verschillende sensoren, zoals optische of lichtsensoren en hoekmetingsensoren. Na een korte inwerkperiode valt al op hoe precies en foutloos de nieuwe AGV’s hun werk doen. Dankzij de centrale HMI VT250-besturing en het RFID-systeem vindt de AGV probleemloos de werkstations waar de robots staan te wachten op de halffabricaten. Het is vooral de precisie waarmee de AGV de halffabricaten positioneert ten opzichte van de robots. Door die precisie pakken de robots de

Onregelmatig ritme De wens van VDL Weweler was een geautomatiseerde transportinrichting die zowel robuust en krachtig moest zijn en tegelijk in staat om opdrachten vanuit de productie in een onregelmatig ritme uit te voeren. De opdrachtgever ontwikkelt en bouwt bladveren, schokdempers en speciale assen voor bussen, vrachtwagens en opleggers. De productie in Apeldoorn is grotendeels geautomatiseerd, waardoor het bedrijf betrouwbaar en just-in-time kan leveren. VDL Weweler produceert 24 uur per etmaal, vijf dagen in de week. De productieplanners zagen wel dat de manier waarop de veren en draagelementen voor opleggers werden getransporteerd moest worden geoptimaliseerd. Tot midden 2015 werd het transport nog uitgevoerd door palletwagens. Draagelementen en veren werden aan het einde van de eerste productiestap door een robot in een rek geschoven. Vervolgens werd het volle rek met een palletwagen afgehaald en naar een van de twee identieke invoerstations van de lakstraat gebracht. Op deze plaats tilden robots de bouwdelen uit het rek en hingen deze in een transportrail voor de lakstraat. Om een idee te geven: een complete veer weegt 35 kilo. In een rek liggen 36 complete veren. Een volgeladen palletwagen inclusief rek weegt dus bijna 2 ton.

Constructeur 8-9/2016


InternTransport

Bestemming Een van de nadelen van het oude transportsysteem was de zware fysieke belasting voor medewerkers. Een tweede nadeel was dat het werk niet altijd even precies werd uitgevoerd. De verticale staanders van de rekken behoren namelijk precies op markeringstekens te staan, zodat de robots de veren precies op de juiste plaats kunnen oppakken en wegleggen. Stonden de staanders er naast, dan botsten de robots tegen de rekken aan, werden de rekken verbogen en de productie stilgelegd. Vandaar de beslissing van het management bij VDL Weweler in 2014 om het transport van de rekken te automatiseren. Een belangrijke wens was dat het nieuwe transportsysteem vrij moest kunnen wisselen van bestemming. Bij de eerste productiestap bevinden zich twee innamestations A en B; bij de lakstraat zijn er twee afnamestations C en D. Bert Eilander, productieleider bij VDL Weweler: “Het nieuwe transportsysteem moest zo flexibel mogelijk zijn.” Nieuwe eigenschappen Voor het nieuwe geautomatiseerde transportsysteem heeft het team bij VDL Weweler contact gezocht met Movexx International. Movexx is een Nederlandse bouwer van elektrische trekhulpen en AVG’s. Voor VDL Weweler moest wel een nieuw type AVG worden ontwikkeld. Andreas Versteeg, productmanager AGV bij Movexx en verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de AGV voor VDL Weweler: “We hebben voor VDL een AGV ontwikkeld met veel nieuwe eigenschappen. De bi-directionele rijwijze, de extreem lage bouw die nodig was om onder de rekken te kunnen rijden en de hydraulische lift voor zware lasten waren extra’s die ook voor Movexx nieuw waren.” De AGV’s moeten bi-directioneel kunnen rijden, bijvoorbeeld om voorwaarts het laadstation in te rijden en achterwaarts weer weg te kunnen. De hydraulische lift is nodig om het

De HMI VT250-besturing is ingebouwd in de deksel en communiceert draadloos via Modbus-TCP met het productiebesturingsysteem (IMS) en stuurt praktisch alle systemen aan van de AGV.

Constructeur 8-9/2016

Bert Eilander, VDL Weweler: “We wilden een zo flexibel mogelijke transportoplossing.”

rek twee centimeter van de grond te tillen zodat de AGV met de last kan wegrijden. 35 Zwart-wit Al tijdens de planning dacht Andreas Versteeg aan Turck voor het ontwikkeltraject van de nieuwe AGV. Movexx gebruikt al langer sensoren en led-verlichting van Turck. Maar in dit geval ging het om meer dan betrouwbare componenten. Nu ging het om een complete oplossing waarin vooral de routebesturing van de AGV centraal staat. De oplossing die hiervoor ontwikkeld werd bestaat uit een combinatie van RFID-techniek en lichtsensoren. Voor het volgen van de juiste route zijn op de fabrieksvloer drie parallel lopende strepen aangebracht. In het midden een witte streep en links en rechts twee zwarte strepen. Zowel aan de voor- als achterzijde van de AGV bevinden zich drie lichtsensoren die elk een streep volgen. De sensoren meten voortdurend de lichtwaarde van de streep. Doordat in de sensor de kritische grens tussen zwart en wit is ingesteld weet elke sensor altijd of een streep zwart of wit is. Lopen de strepen rechtdoor, dan zal de middelste sensor een witte streep detecteren. De linkse en de rechtse sensor detecteren dan een zwarte streep. Maken de strepen een bocht naar rechts, dan zal de middelste sensor een zwarte streep detecteren. De besturing van de AGV weet dan dat de AGV een bocht naar rechts moet maken. Vervolgens geeft de besturing een signaal aan de aandrijving van de AGV zodat deze naar rechts gaat.


InternTransport

Langs de lijn Op deze manier volgen de AGV’s hun route van begin- tot eindpunt. De AGV’s rijden vanaf het eindpunt terug zonder daarvoor te hoeven keren. Ze beschikken namelijk aan de voor- én de achterzijde over een dubbel uitgevoerde stuuras met bijbehorende sensoren. Behalve op de lijnen en lichtsensoren is de routebesturing gebaseerd op RFID-tags. De RFID-tags zijn langs de lijnen op de grond geplakt zijn. De tags geven aan of de AGV daar moet stoppen of verder gaan. Ook de snelheid van de AGV wordt via deze tags geregeld. De langzame stand dient voor het passeren van bochten en het aansluiten bij laad- en losstations. De hoge snelheid dient voor het vervoer op rechte stukken; in dit geval 1 km/uur. Dat lijkt niet snel, maar voor deze applicatie is dat voldoende. Bovendien voldoet het aan de wettelijk toegestane maximum snelheid voor AGV’s.

36

Integrated Manufacturing System De AGV is een onbemand voertuig. Maar dat wil niet zeggen dat het zelf beslissingen neemt. De intelligentie bevindt zich namelijk in de koppeling van de AGV aan het hoger gelegen IMS (Integrated Manufacturing System). Het IMS geeft door of de AGV naar een bepaald doel moet rijden. De logica van de AGV vertaalt het doel in een tagnummer en gaat bij elke tag na of het AGV daar moet stoppen, versnellen of vertragen. De besturing van de AGV bepaalt en controleert aan de hand van de RFIDtag ook wanneer de AGV op zijn bestemming is aangekomen. De AGV zet dan het rek weg en gaat verder naar een positie buiten de cel en wacht

daar op de volgende opdracht. Het IMS kan ook doorgeven dat de AGV een leeg rek moet meenemen naar de productiehal. Behalve het IMS kunnen ook de operators een opdracht aan de AGV geven. Bijvoorbeeld als het SCADA-systeem aan de operators meldt dat het laadniveau van de accu onder een bepaald minimum daalt. De operators kunnen dan het AGV naar het laadstation sturen. Daar wordt dan de accu handmatig vervangen. Hardware én software Bij de uitrusting van de AGV heeft Movexx gebruikgemaakt van het complete Turck-portfolio. Behalve de lichtsensoren met bijbehorende elektronica van Banner Engineering heeft Turck QR14-hoeksensoren geleverd. De aanrakingsvrije sensoren zijn compact en worden gebruikt voor de hoekmeting van de stuurassen. De toegepaste lichtsensoren herkennen de hub van het platform. Tevens wordt een K50-signaallamp van Banner gebruikt voor weergave van de bedrijfsconditie en controleert een laser-safety-scanner of er objecten zijn op de route van de AGV. Tenslotte is de AGV uitgerust met RFID-tags en schrijf-/leeskoppen van Turck voor de positiebepaling van de AGV. Bij de ontwikkeling van de AGV heeft Turck ook de besturing van de AGV geprogrammeerd: de complete navigatie, de verwerking van sensordata en de interfaces voor andere systemen, inclusief communicatie met bovenliggende IMS zijn geprogrammeerd op basis van CoDeSys. De AGV zelf is uitgerust met VT250 als HMI-besturing van Turck. Deze besturing communiceert via een draadloze TCP/IP-verbinding met het IMS en treedt op als Profibus-master. Deze

De AGV navigeert met behulp van lichtsensoren via de contrastlijnen door de productieruimte. RFID-tags in de vloer, op kruisingen en andere belangrijke punten geven positie-informatie aan de AGV.

Constructeur 8-9/2016


InternTransport

De RFID-schrijf-/leeskop herkent de tags in de vloer.

Een contactvrije hoeksensor meet aan de stuurmotor de omvang van de draai.

master is verbonden aan een BL20-gateway met inen uitgangen voor alle signalen van de AGV. Doorslag Dat alle producten afkomstig zijn van een automatiseringsspecialist biedt veel voordelen – niet alleen voor de programmeur, maar ook voor Movexx als klant: “Wij hadden al eerder de programmeerbare BL67- en BL20-Gateways voor testdoelen in huis. Daar waren we zeer tevreden over. Vervolgens hebben wij voor het project met VDL Weweler ook andere aanbieders van besturingen aangeschreven. Maar uiteindelijk gaf voor ons de doorslag dat Turck ons een complete oplossing voor de automatisering van de AGV kon bieden. Daarom, en vanwege onze goede ervaringen met hun producten hebben wij gekozen voor de oplossing van Turck�, aldus productmanager Versteeg. Om het verhaal volledig te maken voegt hij toe: “Bovendien wil ik voorkomen dat leveranciers in het geval van fouten naar elkaar gaan wijzen en elkaar daarvoor verantwoordelijk houden.�

ge en gelijkmatige productie sinds de ingebruikname van de AGV midden 2015 wordt gewaardeerd. In de oude situatie waren er vaak productieonderbrekingen, reparaties en correcties. Vooral als een robot geen delen kon oppakken omdat een palletwagen scheef stond of een andere fout was gemaakt. Dankzij de goede ervaring heeft VDL Weweler besloten ook andere onderdelen van het transport te automatiseren. Het gaat om een ander transportsysteem dat verschillende producten in aparte batches moet vervoeren naar de lakstraat. Om dat te kunnen doen moeten deze in buffers worden opgeslagen. Ook daarvoor gaat VDL Weweler nu een AGV gebruiken. Een ander project betreft de geautomatiseerde levering van onbewerkt staal vanuit de opslag naar de smeedoven. Ook hier denkt VDL Weweler aan het gebruik van AGV’s.

www.vdlweweler.nl

Volgende stappen Ook VDL Weweler is zeer te spreken over de automatisering van het transportsysteem. Vooral de rusti-

movexx.nl turck.nl

! !

Standnr. WOTS 10.A002

Constructeur 8-9/2016

van

tot hoek

37


Mens-machine-interface

Mobiel draadloos bedienpaneel

Niet langer aan het lijntje Standnummer: 11E038 Niemand houdt ervan om aan het lijntje te worden gehouden. Dat is de reden waarom de kabels tussen mobiele bedieningsapparaten en de te besturen machines sowieso altijd lang zijn. In het Industrie 4.0- en ‘Internet of Things’-tijdperk niet iets dat ‘state-of-the-art’ kan worden genoemd. De HGW-1031 is een nieuw mobiel bedienpaneel van Sigmatek, dat in de toekomst ook met een noodstopfunctie zal worden uitgerust. Alles draadloos. Dan kun je nergens over struikelen. Ook dat is veiligheid.

Peter Kemptner

38

Bij industriële productie wordt persoonlijke veiligheid en ongevallenpreventie zeer serieus genomen. Om het gevaar op letsel te elimineren zijn de bewegende delen van complexe machines vaak afgeschermd voor de mens. Hetzelfde geldt voor logistieke of robotcellen, die – vaak omringd door hoge beveiligingshekken – op steeds omvangrijker en meer locaties binnen de productie zijn terug te vinden. Dit belemmert vaak het zicht op het proces vanaf het centrale bedienpaneel. Voor operators is toegang tot de cellen daarom noodzakelijk – met de mogelijkheid direct een noodstop in te kunnen schakelen. Vooral in de setup-modus, waarin processen en verplaatsingen in de installatie worden geoptimaliseerd, moeten zij onmiddellijk kunnen reageren op bijvoorbeeld botsinggevaar.

Het draadloze bedienpaneel HGW 1031 houdt gebruikers niet meer aan het lijntje.

Langere kabels Aan machinefabrikanten en automatiseringsspecialisten worden reeds enige tijd mobiele apparaten aangeboden voor locatieonafhankelijke besturing en monitoring. De draagbare apparaten maken ter plaatse een directe programmabediening mogelijk. “Niemand vindt het leuk wanneer zijn bewegingsvrijheid wordt beperkt. Zeker niet tijdens de installatie van machine of bij het programmeren van robotcellen”, zegt Franz Aschl. “Onze mobiele bedienapparaten worden dan ook geleverd met steeds langere kabels; 25 meter is daarmee meer regel dan uitzondering.” Nadelen Dergelijke lange kabels hebben echter ook nadelen. De combinatie van draden voor stroomvoorziening en gegevensoverdracht gecombineerd met beschermende en robuuste isolatie voor gebruik in een productieomgeving maakt ze zwaar. En omdat het moeilijk is de kabels altijd zorgvuldig op te rollen, worden ze vaak ongecontroleerd ergens achtergelaten. Op die manier zijn ze een obstakel en leveren een serieus struikelgevaar op voor het personeel. De kabels kunnen ook worden blootgesteld aan beschadiging door bijvoorbeeld vorkheftrucks of palletwagens. Misschien leuk voor de vervangingsmarkt, maar operationeel gezien is kabelbreuk een serieus probleem. Als de verbinding met de noodstopknop in het bedieningspaneel wordt afgesneden, moet het veiligheidscircuit of het besturingselement het systeem naar een veilige stilstand brengen. Een dergelijk ongeplande stilstand is nu juist het tegenovergestelde van wat de machineoperator wil. Noodstop Vanuit de markt kwam meer vraag naar draadloze bedienapparaten. Reden voor Sigmatek om een variant met, en een variant zonder veiligheidselementen te ontwerpen. Om recepten of parame-

Constructeur 8-9/2016


Mens-machine-interface

schermd. “Om ‘low-fatigue’-bediening te kunnen garanderen, kun je dergelijke apparaten niet te zwaar maken”, zegt Aschl. Een eis die een bepaalde uitdaging met zich meebrengt: “We hebben ons product zo ontworpen dat het twee uur volledig actief kan worden gebruikt. Daarna moet een voeding worden aangesloten of moet het apparaat worden uitgeschakeld.” Dit heeft het mogelijk gemaakt een apparaat te ontwerpen van 1200 g inclusief ‘battery pack’ – precies hetzelfde gewicht als het ‘kabelmodel’. Maar omdat de kabel ontbreekt, kan de draadloze variant met aanzienlijk minder inspanning worden bediend.

Franz Aschl, innovatiemanager bij Sigmatek: “Als een machine of het systeem direct moet worden gecontroleerd met behulp van een mobiel paneel, is de integratie van de noodstopfunctie essentieel.”

terinstellingen te wijzigen, productieaantallen te controleren of onderhouds- en bedrijfsmodi aan te passen, zijn geen veiligheidsfuncties vereist. “Maar als een machine of het systeem direct moet worden gecontroleerd met behulp van een mobiel paneel, is de integratie van de noodstopfunctie essentieel”, aldus Aschl. “Want een machineoperator met een apparaat in zijn hand kan zich vrij ver weg positioneren van de volgende permanent geïnstalleerde knop op de machine.” De kabelgebonden ‘handhelds’ van bekende fabrikanten – waaronder ook het HGT-bedienpaneel van Sigmatek – zijn daarom voorzien van een geïntegreerde noodstopknop rechtstreeks op het apparaat. Op dit moment werkt de onderneming uit Salzburg aan een noodstopfunctie via WLAN. “De overdracht van veiligheidssignalen via WLAN met behulp van het ‘Black Channel’-principe is op zichzelf geen probleem”, zegt Aschl. “Echter voor het onbeperkte gebruik in het draadloze netwerk, moet rekening worden gehouden met aspecten die voor bekabelde apparaten geen rol spelen”. Gelijk gewicht Het begint met het gewicht van de HGW-1031. Het draadloze mobiele paneel heeft net als het HGT 1035 ‘kabelmodel’ een 10.4” aanraakscherm en een EDGE2-processor. Aangezien dezelfde behuizing is gebruikt is de voorzijde ook IP54-be-

Constructeur 8-9/2016

Aan- en afmelden Nieuw voor de gebruiker van zulke WLAN-bedienpanelen, is de noodzaak je aan te melden bij de toegewezen machine. Dat is belangrijk omdat de verbinding niet wordt afgedwongen door een kabel via de hardware, maar via de programmering van de applicatie of alleen de software. Afmelden voordat je de machineomgeving verlaat of afsluit is net zo belangrijk. Als de verbinding met de geïntegreerde noodstopknop wordt verbroken, moet de veiligheidsbesturing – zoals bij een onderbreking van de kabel – aannemen dat een veiligheidsprobleem is opgetreden en moet de machine worden gestopt. “Sigmatek heeft het noodzakelijke mechanisme hiervoor gemaakt tijdens de ontwikkeling van de software. Daarom is het mogelijk een WLAN-paneel altijd te verbinden aan een specifieke robot. Dit geldt ook voor de integratie van systeemonderdelen of machineopties die niet altijd beschikbaar of aangezet zijn”, bevestigt Aschl. “Opslag van het uit-

Volgende stap in de ontwikkeling van het draadloze bedienpaneel: een noodstopfunctie via WLAN.

39


Mens-machine-interface

De veiligheidssignalen van de geïntegreerde noodstopknop naar de Dias Safety-modules worden bewaakt met behulp van het ‘BlackChannel’-principe. geschakelde apparaat zodat de noodstopknop niet per ongeluk kan worden geactiveerd, zoals vereist door professionele organisaties, kan niet technisch maar alleen organisatorisch worden opgelost.” 40 Op niveau Het WLAN paneel op ongeveer DIN A4 formaat (264 x 226 x 73.3 mm) communiceert op dezelfde wijze als de kabel-verbonden mobiele apparaten met de veiligheidsbesturing uit de S-Dias-moduleserie. Het paneel wordt geprogrammeerd met het objectgeoriënteerde softwarepakket Lasal via de ‘HMI-tool’ Lasal Screen. Met behulp van een uitgebreide bibliotheek met display- en ontwerpelementen, alarmen, eventfuncties en receptbeheer, kunnen interfaces voor het bedienen en visualiseren

Tijdens transmissie van ‘safety’-relevante data moet rekening worden gehouden met aspecten die voor bekabelde apparaten geen rol spelen.

van machines en systemen maken. De machine of het systeem kan met het nieuwe veilige WLAN mobiele paneel tijdens het programmeren worden bediend. Dat kan ook met het model met kabel zonder daarbij aanpassingen te maken in de software. “De HGW-1031 kan worden geïntegreerd in een compleet concept voor dezelfde kosten als de met kabel aangesloten HGT 1035”, aldus Aschl. “We zijn verheugd dat wij gebruikers van Sigmatek-producten de mogelijkheid kunnen bieden de ergonomie van hun machines en productiecellen op een niveau te brengen dat past bij het komende Industrie 4.0-tijdperk en het Internet of Things.” www.sigmacontrol.eu

Constructeur 8-9/2016


Kruisrollenlagers

Het is tijd voor K

Na 3 jaar is het weer zover: K 2016 presenteert u het beste van wat ingenieurs, chemici en wetenschappers te bieden hebben: machines, technologieën, materialen, apparatuur, toepassingen en toekomstgerichte product-, proces- en probleemoplossingen. De

beste

basis

voor

uw

mondiale

business,

het

perfecte

beslissingsplatform voor investeringen. ’s Werelds belangrijkste vakbeurs voor de kunststof- en rubberindustrie presenteert met

Nokrollen

ruim 3.200 exposanten in 19 beurshallen op een oppervlakte van 171.000 m² het totale aanbodspectrum. Alles wat de wereld in de toekomst bezighoudt. Plan nú uw bezoek.

Time for Decisions

w w w. i ko n t . e u • 0 1 0 - 4 6 2 6 8 6 8 • n t e @ i ko net . c o. j p Informatie in Nederland: Fairwise bv Verlengde Tolweg 2a _ 2517 JV Den Haag Tel. +31 (0) 70 350 1100 info@fairwise.nl

k-online.com

www.fairwise.nl


+31

info-eu@jtekt.com info-eu@jtekt.com

Hal 11 Stand A044

N5 tilt sensor with CAN bus interface

elobau sensor technology www.elobau.com benelux@elobau.com +31 (0) 73 21 00 399 Proud to be a carbon neutral manufacturer since 2010.


Bel voor informatie: 86

DE KRACHT VAN KENNIS EN ERVARING

Protempo bv Postbus 21, 6500 AA NIJMEGEN Nederland Tel. +31(0)24-3711711. Fax +31(0)24-3711700 verkoop@protempo.eu www.protempo.eu

Ohmstraat 42, 3335 LT Zwijndrecht T. +31 (0)78 623 18 18 • www.rs-hydrauliek.nl

Al meer dan 20 jaar leverancier van topmerken pompen en motoren, kleppen, cilinders, compact units, tandwieleenheden, remmen, rembedieningen, meettechniek, electronica en vervangingsdelen

Het complete assortiment gasveren, ook RVS


ProductNieuws

Hoekmeetmodule

44

Heidenhain heeft hoekmeetmodules ontwikkeld met een hoge nauwkeurigheid. De modules combineren een nauwkeurig hoekmeetsysteem en precisielagers met een geïntegreerde torque-motor. Daarmee vormen deze modules een echt alternatief voor luchtgelagerde systemen als het gaat om reproduceerbaarheid. De modules zijn compact en opgebouwd met componenten die volledig op elkaar zijn afgestemd en helemaal voor veeleisende toepassingen op het gebied van aandrijving en een nauwkeurige geleiding zijn samengesteld. Het lage en constante wrijvingskoppel maakt gelijkmatige draaibewegingen mogelijk. De combinatie met de torque-motor resulteert in een extreem gelijkmatige rondloop, die niet verstoord wordt door storende cogging of dwarskrachten. Het systeem is compact en heeft een geringe inbouwhoogte. Door de hoge stijfheid blijft de nauwkeurigheid behouden, ook bij wisselende belastingen.

www.heidenhain.nl Lockout/Tagout De PL e LockOut/TagOut module CKS is nu leverbaar met ASi Safe aansluiting, rechtstreeks op de ASi bus. Het behalen van het hoogste PL niveau is al heel bijzonder voor een LoTooplossing. Dit is mogelijk doordat gebruik wordt gemaakt van uniek gecodeerde RFID transponders die

worden uitgelezen in een unit met een redundant evaluatiesysteem. Deze unit heeft ASi-elektronica aan boord en kan daarmee zonder tussenkomst van I/O-modules, rechtstreeks op de ASi-bus worden aangesloten. De CKS kan worden gebruikt voor LockOut. Zolang de sleutelhanger niet terug in de unit is, kan de machine niet draaien. Andersom kan ook: Na insteken van de sleutelhanger krijgt de machine bijvoorbeeld een aangepaste functie. De CKS is er ook in andere uitvoeringen waarbij deze met OSSD-uitgangen conventioneel kan worden aangesloten op veiligheidsbesturingen of op veiligheidsrelais.

www.euchner.nl Servomotor

modellen met een capaciteit van 37 kW – 75kW. De nieuwe frequentiegeregelde GA VSD+ presteert volgens de makers over de gehele lijn beter dan een vergelijkbare load-unload compressor, zelfs bij vollastwerking. Met de GA VSD+ oliegeïnjecteerde schroefcompressor is in vergelijking met een traditionele compressor een energiebesparing tot 50% mogelijk. De besparingen gelden bij een debietbereik van 20 – 100%. De compacte en verticale opstelling in combinatie met het lage geluidniveau maakt de compressor geschikt voor toepassing in de directe nabijheid van de gebruiker.

www.atlascopco.nl Controller

Voor toepassing onder veeleisende omstandigheden heeft JVL de MAC400 geïntegreerde servomotor van 400 W met beschermingsklasse IP66 ontwikkeld. De waterdichte servomotoren zijn te combineren met verschillende modules voor aansturing via +/-10 V, puls/richting, CAN, Devicenet, Profibus, Ethernet / IP, EtherCAT, Modbus TCP, Powerlink en Profinet. JVL heeft een brede reeks nauwkeurige planetaire tandwielkasten in roestvast staal die geschikt zijn voor toepassing in ruwe en veeleisende omgevingen. De MAC400 met ingebouwde voeding is bovendien UL gecertificeerd.

www.rotero.com Compressoren Atlas Copco breidt de reeks GA VSD+ schroefcompressoren uit met

Met de nieuwe Allen-Bradley CompactGuardLogix 5370-controller van Rockwell Automation zijn geen afzonderlijke netwerken en controllers voor veiligheid en motion bij toepassingen met maximaal 16 assen. De controller voldoet aan de Safety Integrity Level 3, Performance Level e en Category 4 eisen. In combinatie met de servoaandrijving Allen-Bradley Kinetix 5500 of de frequentieregelaar Allen-Bradley PowerFlex 527 kunnen gebruikers geïntegreerde safe torque

off naar hun EtherNet/IP-netwerk brengen. De controllers kunnen worden geconfigureerd met de Software Studio 5000-ontwerpsoftware. Later dit jaar wordt een variant geïntroduceerd die op machines kan worden gemonteerd: de Allen-Bradley Armor CompactGuardLogix 5370-controller. Deze ‘on-machine’-controller voldoet aan de eisen van IP67 voor spatwaterdichtheid.

www.rockwellautomation.nl Ventieleilanden

Asco heeft een nieuwe ventielgrootte toegevoegd aan het ventieleilandenprogramma. De nieuwe Serie 502-ventielen (IP65) kunnen een debiet aan van maximaal 650 l/ min. Nieuwe basisplaten betekenen ook dat het nu mogelijk is twee verschillende ventielafmetingen op een eiland te combineren, waardoor gebruikers eenvoudig valve actuator sturing en pneumatiek kunnen beheren. Het 18 mm grote 502 Serie-ventiel wordt volledig op een ventieleiland geassembleerd geleverd. De configuratie van het ventieleiland verloopt via de online configurator. Hiermee kan het gehele systeem worden gedefinieerd, inclusief alle accessoires. Feedback en diagnostiek hebben plaats via de ingebouwde grafische display op de elektronicamodule.

www.asconumatics.eu Kabelrups De E4.350 kabelrups is door igus speciaal voor die sectoren ontwikkeld, waarin dikke kabels en slangen moeten worden beschermd, bijvoorbeeld in zware machines of in offshore-toepassingen. Dankzij de kunststof uitvoering is de kabelrups corrosie-

Constructeur 8-9/2016


ProductNieuws

vrij, ongevoelig voor chemische en petrochemische invloeden en tevens bestand tegen zonlicht. Het materiaal is zelfsmerend en vereist geen vet of olie op de gewrichten tijdens de totale levensduur. De E4.350 kan eenvoudig naar wens worden ingekort of verlengd. De E4.350 is ook tevens als rol-kabelrups voor lange rijwegen verkrijgbaar.

bij ster- en delta-aansluitingen van motoren. Dit wordt mogelijk gemaakt door de jumpers (in lengte- en dwarsrichting) die op de isolerende behuizing kunnen worden gestoken. De connector is leverbaar voor behuizingen in de afmetingen Han 6 B, 10 B 16 B en 24 B. Alle varianten zijn compatibel met de andere inserts uit de E-, ES- en ESS-series.

www.hartingbv.nl

Komt uw Engineering niet in een hogere versnelling?

Motorregelaar

www.igus.nl Connector De Han ES Press-connector is gebaseerd op een veerdrukklem die gereedschaploze aansluiting en het overbruggen van contacten met behulp van vooraf ingestelde jumpers mogelijk maakt. De veerdrukklem wordt open aangeleverd. De gebruiker hoeft alleen een draad in het contact te steken om de veerdrukklem om de ader te sluiten. Resultaat: een betrouwbare verbinding die bestand is tegen een hoge trekbelasting en vibraties. De connector is volgens de maker ideaal voor het aansluiten van aders met en zonder adereindhulsjes. De contactinsert biedt mogelijkheden voor meervoudige aardaansluitingen en gebruik

De regelaars van de PLX-reeks zijn geschikt voor gelijkstroommotoren in zware industriële toepassingen. De motorregelaars zijn verkrijgbaar voor ankerstromen tot 2250 A bij voedingsspanningen tot 690 VAC als tweekwadrant- of regeneratief vierkwadranttype. Het vierkwadrantmodel maakt gebruik van twee thyristor-brugschakelingen. Zo kan de unit het koppel ompolen om de last geleidelijk of vrijwel onmiddellijk af te remmen en ondertussen energie opwekken. De regelaar is in staat het volledige koppel op te wekken bij stilstand. Alle modellen zijn leverbaar met twee wisselstroom-busbarpositieopties, De reeks is verkrijgbaar in 690 VAC en 480 VAC. Een 690V AC voeding maakt het gebruik van 750V gelijkstroom armatuurmotoren. Dit levert vergeleken met het 480 VAC-model een groter asvermogen: tot 1500 kW voor het 2250A-model (50 procent meer vermogen zonder grotere kabeldikte).

45

Schakel dan over naar

Maak een start met PRO.FILE Data Management en neem contact met ons op: www.plmxpert.nl of bel: 0182 – 350 441

www.sprint-electric.com Kabelrups De E4.350 kabelrups is door igus voor die sectoren ontwikkeld, waarin dikke kabels en slangen moeten worden beschermd, zoals in zware machines of in offshore-toepassingen. Dankzij de kunststof uitvoering is de

data into knowledge

www.plmxpert.nl Constructeur 8-9/2016


ProductNieuws

kabelrups corrosievrij, ongevoelig voor chemische en petrochemische invloeden en tevens bestand tegen zonlicht. Het materiaal is zelfsmerend en vereist geen vet of olie op de gewrichten tijdens de totale levensduur. De E4.350kan eenvoudig naar wens worden ingekort of verlengd. De E4.350 is ook als rol-kabelrups voor lange rijwegen verkrijgbaar.

LED-verlichting, zijn intuïtief in het gebruik, hebben een duidelijk tactiel gevoel en een lange mechanische levensduur tot 3 miljoen bedieningen. Het ontwerp met metalen of kunststof constructie voorkomt het binnendringen van stof en vloeistoffen en garandeert hiermee een betrouwbare bediening. De afdichtingsring met ingebouwde antidraai houdt de schakelaar stevig in het paneel, terwijl de bevestigingskraag wordt vastgeklikt en met één schroef wordt bevestigd.

www.igus.nl Drukknoppen De Serie 45 drukknoppen hebben een heldere uniforme

www.eao.com

Robotbesturing Volgens de klassieke methode worden programmering, besturing en bediening van PLC en robot controls afzonderlijk uitgevoerd. Met MotoLogix kunnen robots eenvoudig rechtstreeks worden geïntegreerd in de PLC en zonder diepgaande kennis van robots worden geprogrammeerd. De volledige bediening door de operator / eindgebruiker kan heel gebruiksvriendelijk worden ingericht via de HMI van de PLCbesturing, zodat ook een operator geen specifieke robotkennis meer nodig heeft. Met MotoLogix zijn alle Yaskawa robots met een DX200-controller eenvoudig te integreren in complexe systemen. De robot wordt hiermee direct geprogrammeerd via de PLC en kan snel in bedrijf worden genomen. PLC kennis is voldoende voor de bediening van robots met MotoLogix. De precisie van de

bewegingen en de hoge dynamische performance van de robot blijven ongewijzigd. www.yaskawa.eu.com Gereedschappensysteem Het modulaire Mixx and Click gereedschappensysteem is leverbaar in de Gedore L-Boxx met frontgreep en de Gedore i-Boxx voor in in een bijpassend stapelrek onderbrengt. Beide zijn uitgevoerd in slag- en stootvast ABS-kunststof. Bij de Gedore L-Boxx kan voor een 23-delige starterset, maar ook een 59-delig

46 KENNIS DIRECT TOEPASBAAR MAKEN PAO Techniek en Management is de nieuwe naam voor twee bekende en gewaardeerde merken in de technische opleidingswereld: Stichting PostAcademisch Onderwijs (PAO) en PAO Techniek. Op het gebied van constructie kunt u dit najaar onder andere de volgende cursussen bij ons volgen: Lichtgewicht construeren voor ontwerpers 3, 4, 10 en 11 november

Process Control voor procestechnologen 8, 9, 22, 23 november en 6 december Volg het geheel of modules: van conventionele regelingen tot smart control solutions

Vermoeiing van constructies: safe-life en initiatie

Op welk gebied wilt ú voorloper zijn? ZOEK UW CURSUS OP WWW.PAOTM.NL!

8, 9, 15, 16, 22 en 23 november Voor maritiem, offshore, civiel en industrie

Lijmen als verbindingstechniek 16, 17 en 18 november

INSCHRIJVEN? Schrijf u in voor een cursus op www.paotm.nl Vragen? 015 278 46 18 of info@paotm.nl

Constructeur 8-9/2016


ProductNieuws

Engineering, Specials, Services & System Solutions

BEZOEK ONS OP assortiment voor werklieden en een 44-delige gereedschappenset voor sanitair worden gekozen. Bij de samenstelling valt te kiezen voor diverse sets dopsleutels, ringsteeksleutels, beitels en tangen/schroevendraaiers. Bovendien zijn er verschillende trekkersets beschikbaar, alsook tal van hand- en hydraulische pijpbuigsets. Voor het speciale gereedschappenassortiment voor

elektriciens zijn tal van DE-gereedschappen te selecteren. Ook de i-Boxx is met uiteenlopende gereedschapsamenstellingen beschikbaar. Voor het opbergen en meenemen van kleine onderdelen is ook een leeg model beschikbaar. De i-Boxx heeft standaard een doorzichtig kunststof deksel. www.gedore.nl

ELEKTROMOTOREN )FU MJKLU [P FFOWPVEJH NBBS EBU JT IFU OJFU )FU HBBU PN JOOPWBUJFWF JEFFqO FO IFU ESBBJU PN FMFLUSPNPUPSFO JO EF SVJNTUF [JO #FHF MFWFSU FFO DPNQMFFU QSPHSBNNB WBO HFSFOPNNFFSEF &VSPQFTF GBCSJLBOUFO (FTDIJLU WPPS BMMF GSFRVFOUJFSFHFMJOHFO FO NPHFMJKL JO EJWFSTF CPVXWPSNFO FO VJUWPFSJOHFO .FFS EBO NPUPSFO TUBBO JO BMMF HFXFOTUF WFSNPHFOT FO UPFSFOUBMMFO PQ WPPSSBBE "GXJKLFOEF NPUPSFO XPSEFO EJSFDU JO FJHFO CFIFFS HFCPVXE

Â… ESVLWBTUF NPUPSFO NFU "UFY DFSUJGJDFSJOH Â… *&$ OPSNNPUPSFO Â… QPPMPNTDIBLFMCBSF NPUPSFO Â… SFNNPUPSFO Â… IZHJqOF NPUPSFO VJU BMVNJOJVN PG 374 Â… USJMNPUPSFO Â… FFOGBTFNPUPSFO Â… DJSLFM[BBHNPUPSFO Â… FYQMPTJFCFWFJMJHEF NPUPSFO Â… HFMJKLTUSPPNNPUPSFO Â… ESBBJWFMENBHOFFUNPUPSFO Â… SFMVLUBOUJFNPUPSFO Â… TFSWPNPUPSFO Â… TQFDJBBM NPUPSFO

Bedreven in aandrijven "#"/" Â… -"'&35 "&( Â… 4*&.&/4 Â… -( Â… )&8 Â… 7&/"/;&55* Â… $0/3"% Â… .&;

Constructeur 8-9/2016

HAL 10 STAND C028 JAARBEURS UTRECHT

Voor Slimme Besturingsoplossingen 9 9 9 9 9

Servobesturingen Servomotorreductoren Industriële reductoren met servo aanbouwflens Regeneratieve regelaars Frequentieregelaars (< 1,2 MW)

NIEUW!

Human Machine Interface

T +31(0)88 7865200 F +31(0)88 7865299 E info@elsto.eu

elsto.eu

47


IndustriĂŤle automatisering

Gratis entree bij registratie


> TWO-DAY INNOVATIVE FAIR CONCEPT for the entire industry and people involved in product development, prototyping and low-volume manufacturing > EXHIBITORS & SEMINARS

TOOLS, SOFTWARE & SERVICES FOR YOUR DESIGN PROCESS

in additive manufacturing · CNC machining · engineering · exploration / creativity tools · education & research centers · low volume manufacturing · materials · virtual technologies · visualisation · workshop tools · electronics

From idea to product concept

9 & 10 NOVEMBER 2016 KORTRIJK XPO - BELGIUM

INFO & FREE REGISTRATION

www.prototypingxpo.com ORGANISING PARTNERS

SPONSORS

MEDIA PARTNERS

Stay on track! Güdel TMF – De industriële standaard voor alle merken en typen robots

Güdel AG Echelpoelweg 1b 7595 KA Weerselo Netherlands

Phone +31 541 66 22 50 Fax +31 541 66 18 74 info@nl.gudel.com

www.gudel.com


Het complete assortiment kogelpotten, ook RVS

Bel voor informatie:

Protempo bv Postbus 21, 6500 AA NIJMEGEN Nederland Tel. +31(0)24-3711711. Fax +31(0)24-3711700 verkoop@protempo.eu www.protempo.eu

115

Global Solutions

" ) & (!' # $%

Op ieder onderdeel van de productielijn waar precisie wordt vereist is DESTACO de juiste keuze. End Effectors

Grijpers

Indexers

www.destaco.com +31 (0)297 28 53 32

Precision in Productivity ™ Hand spanners

Pneumatische spanners

Remote Handling


INTEGRALE KWALITEIT IN DRIE LETTERS NSK zet veel in beweging - bijvoorbeeld in de Machine tool industrie. Als een van de toonaangevende fabrikanten van rollagers en lineaire systemen, combineert NSK een honderd jaar oud succesverhaal met de claim van een integrale kwaliteit.

www.nskeurope.nl


FAULHABER Motion Control

Engineers, get ready to play

NIEUW

WE CREATE MOTION

FAULHABER Motion Controller-serie MC 5004 / 5005 / 5010 Met de nieuwe Faulhaber motion controllers stuurt u met het grootste gemak assen synchroon aan met de gebruikelijke Cyclic Modes CSP, CSV en CST. Optimaal afgestemd op het aandrijvingsaanbod van FAULHABER haalt u het maximale uit elke motor, of het nu een DC-miniatuurmotor, een borstelloze motor of een lineaire DC-servomotor is. En vanwege de USB-, RS232-, EtherCAT- en CANopenpoorten bent u zeker van de juiste aansluiting, ook in de toekomst. Bent u klaar voor connectiviteit? Met FAULHABER is het game on.

Meer informatie op www.faulhaber.com FAULHABER Benelux B.V. ¡ info@faulhaber.nl

Voor meerassige toepassingen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.