7 minute read
Thema | Brocade, Sander Bakker
by iMediate
NETWERK INFRASTRUCTUUR
DE BROCADE CAMPUS FABRIC: VOLLEDIG
ANDERE AANPAK VAN CAMPUS LAN
De afgelopen twintig jaar is er eigenlijk maar weinig veranderd in de manier waarop het campusnetwerk ontworpen wordt. Werd er in 2000 nog 11 miljard dollar geïnvesteerd in innovaties voor het Campus LAN, in 2011 was dit nog maar 1 miljard dollar. De marktleiders hielden vast aan de status quo met weinig innovatie, behalve dan dat de snelheid is verhoogd. Door jarenlange terughoudendheid veranderde het traditionele Local Area Network in een complexe en gefragmenteerde lappendeken van netwerkapparatuur.
door: Sander Bakker
Tegelijkertijd werd het Campus LAN steeds intensiever gebruikt en namen beheerkosten enorm toe. Campus networking heeft een punt bereikt waarbij traditionele netwerkarchitecturen de steeds grotere vraag van gebruikers op het gebied van naadloze mobility in de campus en ongehinderde toegang tot de nieuwste generatie applicaties niet meer kunnen bijbenen.
Voor de IT-afdeling wordt het een steeds grotere uitdaging om tegemoet te komen aan netwerk Service Level Agreements (SLA’s) en om specifieke toegangspolicies af te dwingen voor het groeiend aantal bedrade en draadloze gebruikers en devices.
Het traditionele netwerk heeft last van een aantal problemen, zoals: • Complex: traditionele netwerken worden per switch beheerd. Het netwerkteam moet naar elk afzonderlijk netwerkdevice connecteren om configuratiewijzigingen door te voeren, andere policies in te stellen enzovoort. De netwerkbeheerder moet niettemin het netwerk consistent en alle configuraties synchroon zien te houden. • Inefficiënt: een typerend traditioneel campusnetwerk bestaat uit meerdere netwerklagen (de access-, aggregatieen corelaag) die inefficiënte protocollen gebruiken zoals het Spanning Tree Protocol (STP), waarbij slechts de helft van de links tussen lagen actief is; de rest fungeert als backup wanneer de primaire link uitvalt. Om de beperkingen van STP te omzeilen vereist het gebruik van Laag 3 protocollen die de managementcomplexiteit doen toenemen. • Gefragmenteerd: traditionele netwerken bestaan uit veel verschillende netwerkdevices die gebruik maken van verschillende Network Operating System-platformen en -versies. Elk netwerkdevice biedt andere levels van L2/L3 netwerkservices, afhankelijk van de mogelijkheden van elk apparaat en type softwarelicentie die geactiveerd is. • Rigide: traditionele drielaags-netwerken met een groot chassis als aggregatie- en corelaag vereisen aanzienlijke investeringen vooraf. Deze worden vaak niet volledig benut, de lege slots zijn er voor mogelijke toekomstige uitbreidingen. Deze modulaire chassisoplossingen bieden beperkte flexibiliteit en vereisen een ‘forklift’ upgrade naar het volgende capaciteitsniveau. Net zoals datacenternetwerken de afgelopen jaren een transformatie hebben doorgemaakt om virtualisatie en virtual machine mobility mogelijk te maken, is ook het Campus LAN toe aan een vergelijkbare transformatie om naadloze gebruikersmobiliteit en ongehinderde 24/7 toegang tot applicaties mogelijk te maken.
Brocade Campus Fabric De Brocade Campus Fabric voegt meerdere netwerklagen samen tot één logisch device, waarbij de kracht van een ‘distributed chassis’ wordt gecombineerd met de flexibiliteit en kosteneffectiviteit van ‘fixed form factor’ switches. en de complexiteit bij implementatie en onnodige netwerksegmentatie tussen kantoorverdiepingen, gebouwen en andere locaties verdwijnt. • Vereenvoudigd management: het gehele netwerk wordt gemanaged vanuit één punt, inclusief alle poorten verbonden
De traditionele aggregatie/corelaag wordt in dit geval vervangen door een stack van high performance 10 Gigabit Ethernet (GbE)/40 GbE fixed form factor switches die gedistribueerd tot 80 kilometer of lokaal aan elkaar geconnecteerd kunnen zijn. Deze switches zijn de Control Bridge (CB) devices. Samen bieden zij een network control plane die fungeert als het centrale management en de traffic forwarding-autoriteit voor het gehele Campus Fabric domain. De access-laag wordt in een Campus Fabric vervangen door Port Extender (PE) devices die direct of indirect verbonden worden met de stack van CB devices. Wanneer we de CB devices beschouwen als een gedistribueerd chassis, dan zijn de PE devices de ‘virtual line cards’. Ze worden transparant aangestuurd en beheerd door de CB, waardoor de noodzaak van handmatige provisioning en configuratie van individuele edge switches vervalt. Sterker nog, het gehele Campus Fabric domain wordt gemanaged als één logisch device vanuit één managementpunt in de CB. De CB en PE devices communiceren via het 802.1br-protocol en vanaf het begin ziet het gehele Brocade Campus Fabric domain eruit als één enkele logische switch, vanuit de edge devices die verbonden zijn en vanuit de core.
Voordelen • Vereenvoudigde implementatie: de fabric voegt meerdere netwerklagen samen in één enkel logisch device, waardoor een platter netwerk ontstaat aan de CB en PE devices. De netwerkbeheerder kan van daaruit policies uitrollen over het gehele Campus LAN. • Identieke features en services: alle devices binnen een Campus Fabric domain hebben hetzelfde niveau van network services en softwarefeatures: ze maken allemaal deel uit van dezelfde logische switch. Alle geavanceerde services die draaien op de aggregatielaag, zoals premium L3 features, zijn probleemloos beschikbaar vanuit alle network edge-poorten. Softwareversies die draaien op verschillende devices worden automatisch geüpdatet en gesynchroniseerd zodat er geen risico is op versie mismatches tussen devices. Daarmee wordt netwerk downtime voorkomen. • Naadloze mobility: de Campus Fabric architectuur maakt het netwerk platter en verwijdert de onnodige L3 obstakels tussen fysieke locaties. De implementatie van wireless access points wordt vereenvoudigd en biedt een betere gebruikerservaring. Zo is bijvoorbeeld naadloze roaming mogelijk tussen Wifi access points over de gehele campus. Gebruikers kunnen ongehinderd mobiel gebruik maken van applicaties, inclusief voice en streaming videodiensten. • Geen STP-inefficiëntie meer: het gehele domain draait vanuit een unified control en forwarding plane waardoor een loop avoidance protocol, zoals STP, niet meer nodig is. Complexe Laag 3 protocollen, zoals Open Shortest Path First (OSPF), zijn niet langer nodig om loops te voorkomen. Multipathing wordt standaard ondersteund binnen een Campus Fabric domain: alle links tussen switches zijn altijd actief en door loadbalancing van het dataverkeer wordt de performance geoptimaliseerd. Failover kan snel plaatsvinden wanneer een link onderuit gaat, zonder dat dit impact heeft op het netwerk. • ‘Pay as you grow’ ontwerp: het Fixed
Form Factor ontwerp zorgt voor kosteneffectieve scale-out networking. Het voegt PE devices toe wanneer extra poorten nodig zijn aan de edge en CB devices wanneer er meer poorten nodig zijn op de aggregatielaag. Er is geen ongebruikte overcapaciteit en er zijn geen ‘forklift’ upgrades, zoals bij capaciteitsuitbreiding van traditionele chassisgebaseerde aggregatie. • Moeiteloze migratie: de Campus
Fabric werkt samen met traditionele netwerken. Het gehele netwerk kan geleidelijk worden gemigreerd. De Brocade ICX 7750 Switches kunnen tegelijkertijd fungeren als CB op poorten die verbonden zijn met PE, maar ook als een gewone L2/L3 aggregation switch op poorten die verbonden zijn met gewone access switches. • Vereenvoudigde applicatie-implementatie: het plattere netwerk vereenvoudigt de uitrol van applicaties en implementatie van netwerkdiensten. Gebruik van security, UC, voice of multitenancy services vereist niet langer eindeloze VLAN-provisioning over multiple switches en closets, ze hoeven slechts eenmalig ingesteld te worden en worden daarna doorgevoerd over de gehele Campus Fabric.
Effortless network De Brocade Campus Fabric biedt een compleet andere aanpak die de uitrol van een Campus LAN vereenvoudigt en vergemakkelijkt. Beheer, configuratie en monitoring vinden plaats vanuit één punt. Features, netwerkdiensten en software images zijn hetzelfde voor alle devices in het LAN. Brocade’s Fixed Form Factor gebaseerde 802.1br-oplossingen bieden scale-out networking met een ‘pay as you grow’ uitrolmodel. «
ET versus IT
Netwerken, het zenuwstelsel van onze maatschappij
Netwerkinfrastructuur vormt de basis voor alle ICT-gerelateerde toepassingen en diensten. Of het nu gaat om fysieke of virtuele infrastructuur of netwerken ergens in een datacenter, computerruimte, bezemkast of zolderkamer. Welke ontwikkelingen dienen zich aan en hoe kunt u daar als channelpartner zakelijk van profiteren?
In dit nummer van ChannelConnect informeren we u over de actuele stand van zaken rond ondermeer Software Defined Networking, (hyper)converged infra-oplossingen, Wifi-netwerken en IaaS. Maar ook traditionele hardware – servers, switches, routers, storage en security appliances – en prestatieverbeterende softwareoplossingen komen aan bod. We besteden daarnaast aandacht aan de pro’s en con’s van IaaS in vergelijking met on-premise oplossingen.
Pim Hilferink
Overigens hebben we ook de rol van de elektrotechnische installatiebranche (ET) eens onder de loep genomen. Ooit hield het werk van ET-installateurs op als de fysieke netwerkinfrastructuur (de bekabeling tot en met de wandcontacten) was uitgerold. Vervolgens namen IT-leveranciers het werk over om apparatuur te leveren en de implementatie van het systeem te verzorgen. Die traditionele rolverdeling is door de opkomst van IP-connectiviteit echter aan het veranderen. Met name als het gaat om beveiliging en domotica krijgt de IT-branche steeds vaker concurrentie van ET-bedrijven die met hun tijd meegaan. Maar er is ook sprake van steeds meer krachtenbundeling, waarbij ET- en IT-partijen hun gespecialiseerde kennis inzetten om complexere projecten tot een goed einde te brengen. Datzelfde fenomeen doet zich ook voor op andere vakgebieden zoals de opkomst van VoIP, die de verhoudingen tussen telecom- en IT-partijen een andere dimensie heeft gegeven. Steeds vaker zien we voorbeelden van convergentie, het naadloos in elkaar overvloeien van werkterreinen die voorheen gescheiden waren.
Convergentie
Convergentie staat overigens centraal in de volgende uitgave van ChannelConnect. We zien convergentie op het gebied van telecom en IT, maar ook in de wereld van (hyper)converged infrastructuur en appliances. De driver achter convergentie is de eindgebruiker, die steeds vaker de voorkeur geeft aan relatief snel inzetbare, one-stop-shop oplossingen voor zijn uitdagingen van het bedrijfsnetwerk, waarin verschillende technologieën van een aantal vendoren naadloos zijn geïntegreerd en geautomatiseerd tot een kostenefficiënte oplossing. Ze leveren de snelheid, flexibele schaalbaarheid en het overzichtelijk beheer die nodig zijn om de ‘ontzorging’ te bieden waar de klant om vraagt. Als channelpartner bent u dé aangewezen partij om klanten te adviseren en te ondersteunen om het optimale rendement uit hun netwerken en hun applicaties te halen. Daar wordt niet alleen uw klant, maar ook uzelf tenslotte beter van.
Reageren?
pim@channelconnect.nl @pimhilferink