3 minute read

De staat van de live-industrie

Next Article
HET LAATSTE WOORD

HET LAATSTE WOORD

Promovendus Martijn Mulder (Erasmus School of History, Culture and Communication) deed de afgelopen jaren onderzoek naar de live-industrie in Nederland. Hij praat ons bij over de laatste ontwikkelingen en neemt alvast een voorschot op de toekomst.

Martijn Mulders proefschrift 'I was there! Pop venues and festivals and their value in the ecosystem of live music' was onderdeel van POPLIVE, een grootschalig onderzoeksproject naar livemuziek dat plaatsvond van 2017 tot 2022 aan de Erasmus Universiteit en Hogeschool Rotterdam. Hierbij werd samengewerkt met de VNPF en MOJO Concerts.

Mulder heeft onder meer 300.000 popoptredens geanalyseerd in de periode 2008 t/m 2019. “We hebben uiteraard veel data verworven uit die optredens. Het eerste wat me opviel is dat het in de media vaak gaat over de grote namen. Als je naar de database kijkt zie je juist dat meer dan 80% bestaat uit kleine lokale bandjes die vaak een paar optredens geven en daarna weer verdwijnen. 60 tot 70% van de artiesten heeft in die periode niet meer dan drie keer opgetreden.”

Mulder legt uit dat het popaanbod overal is toegenomen, alleen dat er een kleine afname is bij de hele kleinschalige popzalen. De groei zit ‘m vooral in theaterzalen en de gevestigde poppodia. “Vooral het laagdrempelige aanbod in bijvoorbeeld de kroeg, het buurthuis of in het café is afgenomen.”

Waar in 2008 nog 6,5% van de concerten zittend waren, is dat nu gegroeid naar 20%. Een verklaring hiervoor kan de toenemende vergrijzing zijn van Nederland. “De 70+’ers gaan bijvoorbeeld graag naar tribute acts van de Beatles of Elvis en ze willen liever zitten.”

Genderbalans

“De genderbalans is de afgelopen jaren veranderd. Waar in 2008 zo’n 86% van alle artiesten op het podium een man was, schommelt dat percentage in 2019 rond 75%”, vertelt Mulder. In 2022 is de man/ vrouw-verdeling bij sommige festivals naar 50/50 gegaan. Een opmerkelijke verschuiving, aldus Mulder. “Vooral binnen de elektronische muziek was er sprake van een scheve balans. 12 jaar geleden was meer dan 95% van de dj’s man. “Nu zien we daar echt een kentering in en zijn er veel meer vrouwelijke dj’s.”

Podiumdirecteuren en festivalorganisatoren

Voor zijn proefschrift interviewde Mulder ook zo’n 35 podiumdirecteuren en fes- tivalorganisatoren. “Podiumdirecteuren klaagden tijdens die interviews dat door de groei van de festivals hun aanbod minder zou worden,” vertelt Mulder. “Het festivalseizoen is langer geworden en dat zou gevolgen hebben voor het tweede rondje clubtour. Podia hadden dus de indruk dat hun aanbod afnam. Toen ik de cijfers analyseerde, bleek dat echter niet te kloppen.” De podiumdirecteuren en festivalorganisatoren gaven verder aan dat het steeds lastiger wordt om liveoptredens te organiseren. “Zij verzorgen de plek waar artiest en publiek samenkomen, maar tegelijkertijd hebben ze een redelijke zwakke machtspositie, omdat een groot deel afhankelijk is van wat er wordt aangeboden qua artiesten en bands. Doordat de vraag groter is dan het aanbod kunnen de artiesten vaak zelf bepalen waar ze spelen als ze op tour gaan.”

Daarnaast zijn veel poppodia verhuisd en dat heeft impact op de exploitatie, legt Mulder uit. “Er zijn podia die zeggen dat ze geen ruimte meer hebben om te experi- menteren met hun programmering omdat ze alleen maar bezig zijn om de exploitatie van het gebouw rond te krijgen. Als een show niet is uitverkocht draaien ze gelijk verlies. Festivals kampen vooral met de veranderende wet- en regelgeving. Denk aan onduidelijkheid over vergunningen en nieuwe wetten over duurzaamheid.”

Een andere interessante ontwikkeling is volgens Mulder de keuze van de grotere artiesten en bands als Coldplay, Harry Styles en Beyonce om midden in de festivalzomer een eigen show te geven in arena’s of op evenemententerreinen. “Hierdoor wordt het voor festivals steeds lastiger om goede headliners te vinden.”

Ticketverkoop

Naast de bovenstaande effecten kopen veel mensen veel later hun ticket, zo blijkt uit het onderzoek. “Dat geldt niet voor concerten van wereldsterren als Taylor Swift en Harry Styles en grote festivals als Lowlands en Zwarte Cross. Juist bij kleinere festivals en podia ligt het beslismoment van de ticketkoper veel later. Fans kopen niet meer zes maanden voor het concert of festival kaarten terwijl dat rond 2018/2019 wel het geval was.” Mulder vertelt dat hij van festivalorganisatoren te horen kreeg dat de ticketverkoop vaak een week of twee voordat het event plaatsvindt aantrekt. “Je ziet dit seizoen weer een aantal festivals dat 2 à 3 weken van tevoren wordt afgelast omdat ze te weinig kaarten hadden verkocht en de financiële risico’s te groot zijn om erop te gokken dat de kaartverkoop nog aantrekt.”

Vertrouwensband

Wat volgens Mulder daarnaast opviel tijdens de gesprekken met de branche is dat er veel samenwerkingen ontstaan en beslissingen worden gemaakt op basis van een onderbuikgevoel, intuïtie en vertrouwensbanden. “De sector is toch erg ons kent ons. De informele afspraken worden gemaakt aan de bar met een biertje tijdens Eurosonic Noorderslag.”

Ontwikkelingen

Hoe de nabije toekomst eruit zal zien? Het middensegment festivals krijgt het volgens Mulder steeds lastiger. “Ze zijn te klein om de duurdere grotere headliners te boeken en te groot om een nichemarkt te bedienen. De grote festivals waar partijen als MOJO of ID&T achter zitten overleven het wel. En met de wat relatieve kleine festivals gaat het goed aangezien zij zich kunnen onderscheiden door een bepaalde belevenis aan te bieden of een niche te bedienen.”

Een andere ontwikkeling is dat veel gratis festivals het moeilijk hebben door de infl atie en kostenstijgingen. “Als wetenschapper vind ik het een interessante ontwikkeling. Ik denk niet dat de sector per se elitair wordt omdat een Lowlands-kaartje 300 euro kost, maar dat dreigt wel het geval te worden als de gratis of goedkopere festivals verdwijnen. Dan is er geen keuze meer. Of je betaalt 300 euro, of je hebt pech.” ◾

This article is from: