11 minute read

De wereld van de gitano’s

Next Article
Poep aan je schoen

Poep aan je schoen

Absalom Hernandez Jimenez (42) is flamencozanger. Met een stem waar veel zangers jaloers op kunnen zijn. Hij is daarnaast evangelist, werknemer bij Punto Limpio en voormalig pastoor. Maar bovenal: Gitano. En trots op zijn afkomst. Van het beeld dat de meeste mensen hebben van deze bevolkingsgroep -dat van waarzeggers met kristallen bollen, kaartleggers die rondtrekken met paard en wagen- blijft na een interview met één van de zonen van een van de wijze oudsten van de Andalusische, gesloten gemeenschap der Gitanos weinig over. “Wij zijn christelijke mensen, met respect voor onze vrouwen en ouderen en hebben diep ontzag voor onze eeuwenoude cultuur. Familie en tradities staat boven alles.”

Tekst: Margriet Marbus Foto’s: François Luzembourg

Hernandez Jimenez is met zijn witte bloes, zwarte bretels, de oorringen waar een kruis aan hangt, zwarte ogen en snor onder grijzend krullende haar een bijzondere verschijning. In restaurant La Bohemia in Coin, waar het interview plaatsvindt, draaien mensen hun hoofd even om bij zijn entree.

Uitzonderingspositie

De zanger heeft nog nooit met journalisten gepraat. Net zoals zijn vader Don Juan en zijn opa Don Ramon dat nooit hebben gedaan. Het is not done binnen de gemeenschap der Gitanos. Hoewel ‘not done’ misschien een understatement is. Praten met anderen: dat doe je niet. Verhalen en gebeurtenissen blijven ‘onder ons’. Gitano meisjes trouwen met Gitano jongens. Problemen worden onder elkaar opgelost. De reden: de discriminatie en de stigmatisering waaronder deze bevolkingsgroep nog steeds lijdt.

Een Gitano heeft al sinds eeuwen weinig vertrouwen in de mensen buiten zijn clan. Het is ‘wij’ en ‘zij’. En voor het gevoel van veel Gitanos misschien wel ‘wij’ tegen ‘zij’.

“Gisteren nog werd me de toegang tot een discotheek ontzegt,” illustreert Hernandez Jimenez de sfeer die er vandaag de dag jegens Gitanos nog steeds heerst onder de Spaanse bevolking. “Niet omdat ik iets verkeerd deed. Maar omdat ik Gitano ben. Uiteraard gebeurt zoiets met een smoesje. Want de discriminatie waar wij mee te maken hebben hier in Spanje, gebeurt in stilte. Zonder woorden. Discriminatie is ook in Spanje bij de wet verboden, daar is elke Spanjaard zich van bewust. Dus dan is de zaak zogenaamd vol, als ik voor de deur sta. Of ze gaan bijna dicht. Of er is iets anders.”

Onbegrijpelijk voor een kind

Genegeerd worden in winkels. Mensen die met een boog om hen heen lopen. Scheldwoorden ook wel. Dat dit pijn deed in zijn jonge jaren kan hij alleen maar bevestigen.

“Als kind begrijp je zoiets niet. Het is vreemd dat mensen raar tegen je doen. Niet leuk voor een klein jochie. Later, met de uitleg van de ouderen bij ons, weet je waar dat gedrag vandaan komt. En dan bouw je een muur om je heen. Het raakt je dan minder. Hoewel het nooit went als iemand je het gevoel wil geven dat je niet gelijkwaardig bent. Dus je bemoeit je maar beter met mensen buiten je gemeenschap, waar respect voor elkaar en goede manieren toch echt een groot goed zijn.”

Stem wel graag gehoord

Met optredens is het gelukkig anders. De stem van Absalom Hernandez Jimenez rijkt letterlijk en figuurlijk ver en doet denken aan El Camarón, de beroemde flamencozanger en Gitano die met zijn extravagante lifestyle die op zijn tweeënveertigste aan longkanker overleed. Maar Hérnandez Jimenéz vergelijken met hun icoon, dat kan niet.

‘El Camerón staat qua zang voor allemaal op eenzame hoogte,’ zegt Hérnandez Jimenéz over zijn grote voorbeeld. Het is volgens hem zoiets als vloeken in de kerk, een vergelijking met het icoon.

De zanger, die ook piano en gitaar speelt, wordt regelmatig geboekt voor optredens op feesten en partijen. De mond tot mond reclame werkt uitstekend in Andalusië. Optredens buiten Spanje zijn er tot nu toe nog niet. Buiten Spanje is de zanger zelfs nog maar tweemaal geweest. In Frankrijk. Op uitnodiging van de kerk in de tijd dat hij als pastoor werkte. “Moedertjelief, dat nooit meer,” zegt de zanger. “Ik werd ziek van een slechte garnaal. Ik kon alleen maar denken: mama! Mama, kom me halen!”

Solidariteit voorop

Reizen door Spanje waren er wel veel. Vanaf kinds af aan toerde de familie -vader, moeder en acht kinderen- door heel Spanje. Een poosje hier, een poosje daar. Madrid, San Sebastian, Barcelona, Alicante om uiteindelijk neer te strijken in Coin, Andalusië. Waar Don Juan, zijn vader, de wijze oudste van de Gitano-gemeenschap is. Een titel die later de broer van Absalom Hernandez Jimenez, de jongste telg van de acht kinderen van het gezin van Don Juan, zal erven. Het woord van de wijze oudste van een Gitano-gemeenschap is wet. En, zoals Wikipedia het omschrijft: de gemeenschap is gebaseerd op verplichte solidariteit. Ongeschreven wetten die taai zijn als leer. Deze wijsheid uit Wiki beaamt de jongste zoon van de wijze oudste stellig.

Reizende clans

Van de mores der Gitanos staat sowieso weinig op schrift. De herkomst van het volk zonder land -maar mét vlag (!)- wordt vandaag de dag via onderzoek steeds duidelijker. Vanaf het jaar 1500 reist het volk vanuit Noord-India naar Europa, waar een groot deel in Roemenië blijft hangen.

Verschillende clans, zoals die van de flamenco zanger, doen vanuit dat land een stap verder. Maar binnen het thuisland, bleef men tot op enkele generaties geleden, reizen. Een groot deel van de gemeenschap is daardoor nog steeds analfabeet. Ook voor de zanger, zijn broer en zes zussen was school er vroeger niet bij. Lezen en schrijven leerde Hernandez Jimenez vooral via de bijbel tijdens de vijftien jaar waarin hij het boek der boeken bestudeerde om pastoor te kunnen worden.

Talent voor muziek

Ook wat betreft muziek en zang is de zanger autodidact. Dat is in zijn geval nooit een probleem geweest als het om muziek gaat. “Ik hoef een stuk alleen maar te horen en ik weet welke toetsen of snaren ik moet aanslaan,” aldus de voormalige pastoor. “Ik heb nooit les gehad in wat dan ook maar wel een goed gevoel voor noten en geluid. Zoals elke Gitano dat heeft.

De flamenco zit ons in het bloed. Zingen en dansen doen we in de avond en de nacht. Hun flamenco heeft volgens hem maar twee onderwerpen. “De liefde. Of de pijn van het leven. Op deze manier, met woorden in liederen, zo uitten wij ons. De emotie geeft kracht aan onze muziek en zang. Wat veel mensen ook niet weten is dat de flamenco van origine van ons is. Wij zijn het die deze vorm van zang en muziek het leven hebben gegeven.”

Over zijn muziek praat de zanger graag. Over zijn persoonlijke leven iets minder. Absalóm Hérnandez Jimenéz is vader van vier kinderen, variërend in de leeftijd van vijf tot twaalf jaar. Drieëntwintig jaar was hij getrouwd met zijn grote liefde, uiteraard een Gitana. Een jaar geleden is hij gescheiden. “Zeer tegen de wil in van mijn familie,” zucht hij. “Maar ja… Een sterke vrouw. Er waren te veel discussies. Maar mijn moeder zegt nog steeds: ‘ga naar je vrouw, jij!’ Voor haar is zij nog altijd mijn vrouw. Als we naar het strand gaan met de hele familie is zij er uiteraard bij. De kinderen zijn bij haar.”

Omhelzing alleen voor mannen

Het huwelijk is binnen de Gitano-gemeenschap iets heiligs, vertelt de zanger. Je vrouw kijkt niet naar andere mannen en mannen niet naar je vrouw. Als een Gitano een goede vriend begroet met een omhelzing en schouderklop, zal de vrouw zich houden aan een simpel ‘buenas’. Aanrakingen zijn er niet bij en zelf het aankijken van een andere man is iets wat je als getrouwde vrouw niet doet. Ook binnen de familie wordt familiair gedrag niet geaccepteerd. Als de een gezin gemeenschappelijk eet met opa en oma, zal een Gitano zijn vrouw nooit een kus geven. Een aanraking van die schouder is zo ongeveer de limiet.

“Zoenen in het openbaar is onmogelijk en al helemaal niet ten overstaande van onze ouderen. In het bijzijn van de ouderen in de samenleving hoor je je sowieso heel netjes te gedragen. Als zij praten, hou je je mond. Alleen als je een vraag wordt gesteld, kun je iets zeggen. Maar zij, zolang ze leven, zijn degenen die beslissen wat er gebeurt en hoe. Problemen binnen de gemeenschap, bijvoorbeeld als mensen ruzie hebben, lossen zij onder elkaar op. Hun uitspraken zijn wet. Dat mag je letterlijk nemen. Bij ons komt de politie niet over de vloer. Wij regelen onze zaken zelf. En de jeugd dient zich te gedragen.”

Als maagd het huwelijk in

Ook als het gaat over zedelijkheid zijn er strenge regels, zegt de zanger. Gitano-meisjes trouwen doorgaans vóór hun twintigste met een jongen uit de gemeenschap. Een meisje dat na haar twintigste nog ongetrouwd is, wordt een oude vrijster. Een Gitano meisje gaat altijd als maagd het huwelijk in. Zo niet: geen feest. Of helemaal geen trouwerij.

Een oma checkt daags voor het huwelijk met een witte doek met rozen erop geborduurd de maagdelijkheid van de aanstaande bruid. Als alles ok is bevonden door de oudere vrouw, gaat ze naar buiten met de doek en zwaait hem boven haar hoofd in het rond onder het uitspreken van de woorden: “deze schoot heeft drie rozen!”

Voor de mannelijke leden van de gemeenschap zijn de wetten minder streng. Hernandez Jimenez, lachend: “ja. Als jongen mag je je in je jeugd best een beetje uitleven. Ook met dames van buiten. Maar een Gitano-meisje is voor een Gitano-jongen. Zo is het en zo zal het altijd zijn.”

Kinderen graag binnen gemeenschap

Ook omtrent het krijgen van kinderen met een ‘buitenstaander’, zijn er ongeschreven wetten. Als een man trouwt met een meisje van ‘buiten’, zullen de kinderen altijd Gitano zijn. Andersom is dat niet zo. Meisjes die een relatie aangaan met iemand van buiten de gemeenschap en kinderen krijgen, valt de acceptatie van hun kinderen niet zo makkelijk ten deel. Maar iedereen binnen de gemeenschap is wel vrij zijn of haar eigen partner te kiezen.

“Gearrangeerde huwelijken zijn er niet,” bevestigt de zanger. “Hoewel het natuurlijk wel zo is dat als twee vrienden kinderen hebben van dezelfde leeftijd, ze het fijn zouden vinden als de dochter van de ene vriend met de zoon van de ander trouwt. Dat maakt de familiebanden ook sterk. Maar verplicht is in deze niets.”

God op tweede plaats

Hoewel de flamencozanger een gelukkige indruk maakt, zegt hij zijn tijd als echtgenoot en pastoor wel te missen. “Of ik nu of toen gelukkiger was dan nu?” herhaalt hij de vraag. Lang hoeft hij over het antwoord niet na te denken. “Toen,” klinkt het beslist. En waarom? “Omdat ik toen god veel meer in mijn hart voelde dan nu,” zegt hij. “God is een kracht die groter is dan het leven zelf. Voor ons, Gitanos, is onze religie het belangrijkste goed binnen de samenleving na de familie. God en de oudsten binnen onze gemeenschap zijn krachtige waarden. Daar drijf je als Gitano nooit de spot mee.” De verhalen die rondgaan over Gitano’s als voodoospecialisten, waarzeggers en kaartleggers veegt hij daarmee resoluut van de tafel.

“Er was natuurlijk een tijd waarin we als gemeenschap arm waren,” legt hij uit. “Mensen moesten leven. Eten. Misschien dat dit soort dingen toen ooit gebeurd zijn. Vanwege onze afkomst zullen wij bij een sollicitatiegesprek bijvoorbeeld nooit de baan krijgen die we willen als er een Spanjaard met dezelfde papieren de baan wil. Dat gebeurt tot op de dag van vandaag nog steeds.”

Concentratiekampen en ghetto’s

Waarbij we weer terug zijn bij het begin van het gesprek. Dat, hoewel de zanger initieel alleen wilde praten over zijn passie, de flamenco, over discriminatie ging. “Dat was er, dat is er en dat zal waarschijnlijk altijd blijven,” zucht hij.

“We zijn, net als de Joodse gemeenschap, tijdenlang doelwit geweest van pogroms. Ten tijde van de Tweede wereldoorlog zijn 400.000 van onze mensen omgebracht in concentratiekampen. Wij in Spanje hadden daar overigens geen last van onder Franco. Hij liet ons relatief met rust. Maar alleen omdat de communisten natuurlijk veel gevaarlijker waren voor deze opportunist. Zij kwamen we in Duitsland in de kampen terecht. Voor ons liet hij wijken bouwen. Allemaal dicht bij elkaar met elkaar. Dat leek hem een goed idee.”

Overigens kijkt niet iedereen die in Spanje woont de zigeuners met de nek aan. “Latino’s, mensen met een donkere huid en Marokkanen hebben nooit moeite met ons gehad,” aldus Hernandez Jimenez. “Van hen ervaren we geen discriminatie.”

Hij kijkt op zijn horloge. Er staat een afspraak met een vriendin op het programma. Een vriendin wiens vader niet blij is dat ze met een Gitano omgaat. Hernandez Jimenez schudt zin hoofd. “Begrijp jij het? Hij is in niets beter dan ik. Niet met zang, niet met werk, niet als mens. En toch die gedachten. Ach…” De zanger lacht. “Wij blijven toch wie we zijn. Gitanos. Sterk met elkaar. En trots op wie we zijn.”

van chiringuito tot beach club Vamos a la playa!

This article is from: