11 minute read

Digital nomad in de Sierra de Segura

Next Article
Even dutten

Even dutten

Allerlei toeristische bestemmingen aan de Costa del Sol hebben de afgelopen jaren geprobeerd een nieuw type toerist te trekken: de ‘digital nomad’. Na een dag online werken kun je dan genieten van strand of stad en het mooie weer in Spanje. Een interessant concept maar ik kies liever voor een wat minder voor de hand liggende locatie. Met de laptop in de kofferbak rij ik naar de Sierra de Segura, in het uiterste noorden van de provincie Jaén. Werken en daarna volledig offline de natuur in.

Tekst & foto’s: Maria Kupers

De Sierra de Segura maakt deel uit van het Parque Natural Sierras de Cazorla, Segura y Las Villas. Het is met bijna 210.000 hectare het grootste beschermde natuurpark van Spanje. Cazorla is de meest bekende bestemming en daardoor ook nogal toeristisch. Het noordelijke deel van het park is een stuk minder bekend en dat is precies de reden waarom ik daar naartoe ga. Vanaf Málaga is het vier uur rijden, het laatste stuk is een snelweg in wording, je rijdt via diverse dorpen. Bij de afslag La Puerta de Segura rij ik het natuurpark in en ben meteen onder de indruk van de omgeving.

Tijdelijk kantoor met uitzicht

Ik heb een appartement geboekt in Orcera en wordt daar hartelijk ontvangen door Maria Antonia Campos Pérez en Ramón Alba Cordoba. Nadat ik me gesetteld heb ga ik met een kopje thee achter de laptop zitten om nog even wat te werken. De volgende ochtend geniet ik van een prachtig uitzicht op de tuinen van Cortijo La Julia en de achterliggende bergen, heerlijk dat je tegenwoordig overal kunt werken!

Voor de afleiding ga ik even op bezoek bij Maria Antonia en Ramón. Ze vertellen me over het leven hier en vragen wat mijn plannen zijn. Even later komt ook Dani Martinez langs, met hem heb ik afgesproken de komende dagen de bergen in te trekken en een paragliding vlucht te maken. Samen bedenken ze wat ik allemaal moet zien en schakelen ter plekke hun contacten in om het mij zo makkelijk mogelijk te maken. Hun enthousiasme is aanstekelijk en met een route op een papiertje stap ik in de auto.

Water in de hoofdrol

De Sierra de Segura is een waterrijk gebied, overal zijn beekjes en riviertjes. Ik ben gek op stromend water, de manier waarop het zijn weg zoekt door de natuur en de helderheid geven me een intens gevoel van overvloed. Rondom de oevers van het stuwmeer El Tranco stromen diverse beekjes richting het meer, er slingert een weggetje door het gebied en bij een mooie plek met een klein watervalletje ga ik op een steen zitten, simpelweg zitten en zijn.

De volgende dag ga ik met Dani op stap in zijn 4x4. Terwijl we steeds verder de bergen in rijden vertelt hij me over de geschiedenis van het gebied. Men leefde hier altijd van de bosbouw, veeteelt en wat akkerbouw. De bevolking kon daarmee in het eigen onderhoud voorzien. Andere producten werden geruild op plaatselijke markten. Toen in 1734 de Real Fábrica de Tabacco in Sevilla werd gebouwd, ging men op zoek naar kwaliteitshout en vond dat in de Sierra de Segura. Duizenden boomstammen werden via de rivieren vervoerd naar de stad, het was het officiële begin van de industriële bosbouw in dit gebied. Met de tijd werd hout steeds minder populair en kon het ook elders goedkoper vandaan gehaald worden. Tegenwoordig wordt er nog slechts mondjesmaat wat gekapt. Naald- en loofbomen staan door elkaar, daaronder struiken en allerlei soorten ‘onkruid’, ongerept.

Linksboven: mediteren met uitzicht op waterval. Rechtsboven: de Charco del Aceite Onder: de wasplaats

Vijf families in één dorp

Het was me al opgevallen dat er langs de wegen door het gebied overal plaatsnaambordjes staan, je zou denken dat er hier veel mensen wonen. Dani vertelt dat dit gehuchten zijn waar vroeger een paar families woonden, iedereen had een stukje bos en grond om van te leven. Hij wijst me op de plukjes huizen die verderop in de valleien liggen. Inmiddels niet allemaal meer permanent bewoond, sommige gehuchten zijn volledig verlaten maar er zijn nog steeds mensen die hier blijven wonen. Het is een totaal andere manier van leven hier, de mensen die ik ontmoet hebben een rust over zich die je in de verstedelijkte gebieden nergens tegenkomt.

Samen de was doen

We stoppen bij één van die gehuchten, er woont nog één vrouw van rond de tachtig. Ze heeft een moestuintje en haar familie brengt haar zo nu en dan boodschappen. Er is een oude openbare wasplaats waar je met enige fantasie kletsende vrouwen hun was ziet doen. Iets verderop begint een wandelpad naar één van de vele watervallen in dit gebied.

Na wat kruipdoor sluipdoor komen we bij een beekje. Het heldere water kabbelt langs de stenen en wij gaan stroomopwaarts. Als het geluid van water sterker wordt, gebaart Dani me voorop te lopen want hij wil het uitzicht niet verpesten. Even later zie ik waarom, van tientallen meters hoog valt het water naar beneden. Ook hier ga ik weer op een grote steen zitten. Zitten en zijn.

Geheime plekjes

We trekken met de jeep verder de bergen in. De zandwegen zijn in principe goed begaanbaar voor gewone auto’s maar als je wat dieper de bossen in wilt is een 4x4 een must. We gaan van het pad naar een favoriete plek van Dani, de Laguna de la Hueta, een prachtig meertje waarin de toppen van de achterliggende bergen gespiegeld worden. Hier en daar komen we een mountain-biker tegen en bij opnieuw een adembenemend uitzicht stoppen we. Via een smal paadje langs een toch tamelijk diepe afgrond lopen we naar de Collado del Ventano. Van deze enorme rotsblokken is de binnenkant langzaam afgebrokkeld en er is een soort van kozijn blijven staan. Beide kanten uit heb je vanuit dit ‘raam’ een prachtig uitzicht.

We rijden door naar een afgevlakte bergtop en halen de klapstoeltjes uit de auto. Volgens de legende was dit vroeger de plaats waar heksen bij elkaar kwamen om hun rituelen uit te voeren. Met uitzicht op de bergtoppen van de provincies Jaén en Albacete genieten we hier van een picknick. Daarna maken we een korte wandeling naar een rotsspleet, de Collado de Gontár, waar je je zijdelings in kunt wurmen tot aan het einde met opnieuw een prachtig uitzicht.

Na al dat zitten kijken naar stromend water en prachtige natuur is alle spanning uit mijn systeem verdwenen. In de uren die ik aan mijn werk besteed ga ik in sneltreinvaart door alle mails en appjes, alles wordt in een handomdraai opgelost en geregeld. Maar het moet natuurlijk allemaal niet té relaxed worden, het is tijd is voor wat gezonde spanning, een beetje adrenaline.

Dani kent de bergen vanaf de grond maar misschien nog wel beter vanuit de lucht. We gaan naar El Yelmo, een berg van 1809 meter hoog. Daar aangekomen bekijk ik de omgeving en vraag me af waarom ik ook alweer denk dat ik dit soort dingen moet doen…maar net als de eerste keer in Algodonales (900 meter hoog) hangen we voor ik het in de gaten heb en nog terug kan alweer in de lucht. Het is indrukwekkend, het is een heldere vroege avond en we kunnen kilometers ver kijken.

Klein uitstapje

De grootste dorpen in de Sierra de Segura hebben tussen de 2.000 en 3.000 inwoners. Je kunt er alle basisbenodigdheden krijgen, prima ontbijten of op een terrasje zitten. Ik vind het gebied zo aantrekkelijk omdat het nog zo onbedorven is. Dat betekent echter ook dat er niet heel veel keuze is om uit eten te gaan. Er staat stevige kost op de kaart, met veel wild en groenten die in de buurt geteeld worden. Hoewel de traditionele maaltijden de boventoon voeren, zijn er ook restaurants die met deze ingrediënten fantasievolle gerechten maken. Na een lunch bij het stuwmeer El Tranco ga ik even een ander deel van dit natuurpark in: de Sierra de las Villas.

Via een weg langs indrukwekkende bergwanden kom ik bij de Charco del Aceite terecht. Een klein meertje met een zone waar je kunt picknicken en barbecueën. Het water voelt koud aan maar een groepje jongeren in badkleding lijkt daar niet om te malen. Ik rij nog een stukje door en kom een klein riviertje tegen. Het is één van de rivieren die richting de Guadalquivir in Sevilla stroomt. Vanaf half mei tot half september, soms langer, gaan de sluizen van het stuwmeer open en stroomt er voldoende water om te raften.

Gevallen ezel

Ik ga een drankje drinken met Albert Valletbó, eigenaar van Rafting Las Villas. Hij vertelt dat de naam Charco del Aceite ooit is ontstaan omdat het nabijgelegen paadje de route was voor het vervoer van olijfolie per ezel, één van die ezels viel in dat meertje waardoor de kruiken met olie braken en er liters olie in het water terecht kwamen. Albert verhuurt surfplanken voor paddle surf op het stukje rivier vanaf de Charco tot het kleine dammetje. Ideaal voor mensen die nog nooit op de plank hebben gestaan, op het rustige water tussen de bomen en struiken is de kans op valpartijen een stuk minder.

Zodra er water door de rivier stroomt gaat hij eropuit met rafts waar acht personen in kunnen. Hier en daar zijn wat stroomversnellingen maar de tocht van 7 kilometer is absoluut geen wildwaterbaan. Onderweg wordt er gestopt voor uitleg over de natuur, om te zwemmen en een korte wandeling te maken.

Steeds minder zin

Gelukkig behoort het ontdekken van dit prachtige natuurgebied tot mijn werkzaamheden want anders zou het me moeite kosten om überhaupt nog achter de laptop te kruipen. Er is hier zoveel te zien en te doen. Er is 700 kilometer aan wandelroutes, kastelen om te bezoeken, dorpjes om te bekijken en mooie routes om te rijden. En natuurlijk interessante mensen om te ontmoeten. Via Yolanda Vizcaíno uit het pittoreske Pontones kom ik in contact met Rodri Rodriguez García. Hij is schaapherder en ik mag met hem mee de bergen in.

Van de IC naar dorpsverpleegkundige

Rodri woont in het tachtig inwoners tellende gehucht El Cerezo. Om daar te komen rij ik door een totaal ander deel van de Sierra de Segura. Beboste hellingen, landschappen waar vanwege de kou vrijwel niets groeit en kleine dorpjes wisselen elkaar af. Met een brede grijns verwelkomt hij me bij de stal waar de drachtige schapen en lammetjes staan. Na al die schattigheid te hebben bewonderd laat hij me het voormalige huis van zijn grootouders zien. Hij heeft dat eigenhandig verbouwd tot prachtige appartementen, elk in een eigen stijl.

We stappen in zijn jeep en gaan de bergen in, op zoek naar zijn kudde van ongeveer 600 schapen. Ondertussen vraag ik hem het hemd van zijn lijf. Waarom gaat een relatief jonge man met een goede baan als IC verpleegkundige in Murcia terug naar het zeer dunbevolkte platteland? “Heel simpel: ik wilde de familietraditie niet verloren laten gaan. En ik voel me hier thuis. Men verklaarde me voor gek toen ik in mijn vrije tijd appartementen voor toeristen ging bouwen en al helemaal toen ik mijn vaste baan opzegde. Maar ik ben gelukkig zo en heb grootste plannen voor de toekomst. De inwoners hier zijn blij dat ik er ben, ze hebben nu altijd een verpleegkundige in de buurt” lacht Rodri.

Linksboven: riviertje in Pontones Rechtsboven: vlakte bij de Colado de Guntar Onder: Rodrig en zijn schapen in op de hoogvlakte Eenmaal boven op de afgevlakte bergtop aangekomen vinden we de kudde snel. Er staat nergens een hek maar toch weet iedere hoeder in de buurt waar zijn schapen zijn. Via een speciale app wordt de locatie in de gaten gehouden en als ze te ver weg gaan wordt de kudde in een andere richting gedreven. Er staat een klein huisje waar de herders die van verder weg komen een vuurtje kunnen stoken en overnachten.

De schapen blijven het hele jaar in de bergen en zijn bedoeld voor de slacht. En dat is precies één de plannen die Rodri heeft. “Ik krijg 80€ per schaap terwijl de consument in de winkel rond de 140€ betaalt, dat gaat natuurlijk nergens over. Door wijzigingen in de Europese wetgeving kan ik binnenkort zelf slachten en het gekoelde vlees overal naartoe sturen. De klant betaalt dan minder en ik ontvang meer.”

Nog meer pracht

Vanaf El Cerezo is het sneller om via de provincie Granada terug te rijden en ik was al gewaarschuwd dat delen van de weg beschadigd zijn door vorst. Er ligt hier vrijwel elke winter sneeuw en in de zomer zijn de nachten fris. Sowieso wil je hier niet al te hard rijden, opnieuw voel ik me overweldigd door zoveel natuurschoon. Onderweg stop ik voor een picknick en een dutje op een grasveldje tussen de bomen. Als ik mijn ogen weer opendoe zie ik een paar grote roofvogels hoog boven me in de lucht cirkelen, zich mee laten meevoerend door de wind. Net als het stromende water zijn ze voor mij een symbool voor het leven: weerstand bieden heeft geen zin, go with the flow en bepaal je koers aan de hand van wat je onderweg tegenkomt. Na een week als digital nomad te hebben geleefd weet ik het zeker: werken en daarna ontspannen in de natuur zijn een prima combinatie!

https://cortijolajulia.com/ https://seguraactiva.com/ www.facebook.com/lapariera/ https://aventurahernanpelea.com/

This article is from: