zomer
speel- en leerboekje voor moeders en vaders + hun peuters en kleuters
Samen spelen en leren met LOGO 3000 De Speel en Leerboekjes met cd’s van
LOGO 3000 zijn voor de moeders en vaders van kinderen die op school lessen krijgen met LOGO 3000. Deze kinderen leren op school 3000 woorden. Hun ouders helpen hen daarbij. De ouders doen thuis oefeningen die lijken op de oefeningen die hun kinderen in de klas doen. Ouders kunnen andere ouders helpen die graag samen willen oefenen. Ouders en kinderen oefenen samen de 3000
woorden. Daarnaast zingen ze samen de liedjes, zeggen zij samen de versjes en doen ze samen de spelletjes. De serie bestaat uit vier delen: Herfst, Winter,
Lente en Zomer. Bewaar de boekjes en cd's goed. U gebruikt ze zeker een paar maanden.
De dames en heren van Rezulto wensen u:
Veel plezier met de woordenrijtjes, en met de liedjes, versjes en spelletjes!
zomer
samen leren peuters
peuters 1
Kijk naar de plaatjes van de speeltuin (blz. 3) en de andere plaatjes van dezelfde kleur. Vertel aan uw kind wat u ziet in uw eigen taal. Zeg alle woorden eerst zelf in uw eigen taal. U wijst met uw vinger naar het plaatje. Uw kind zegt het woord in het Nederlands. Dan zegt u het woord ook. Doe dit nu nog een keer: u wijst aan en uw kind zegt het woord en dan zegt u het ook. Kijk naar de plaatjes van brood eten (blz. 3) en van drinken en eten (blz. 4). Vertel aan uw kind wat u ziet in uw eigen taal. Zeg alle woorden eerst zelf in uw eigen taal. U wijst met uw vinger naar de plaatjes van brood eten en van drinken en eten. Uw kind zegt het woord in het Nederlands. Dan zegt u het woord ook. Doe dit nu nog een keer: u wijst aan en uw kind zegt het woord en dan zegt u het ook.
Ga nu naar de keuken samen met uw kind en leg de boter en de kaas en de andere dingen op de keukentafel. Wijs de woorden van de plaatjes aan in uw keuken. Alle woorden van de rijen. Uw kind zegt het woord. Dan doet u hetzelfde weer en u zegt het woord.
Kijk nu naar de rij met de plaatjes van op straat (blz. 5). Vertel eerst aan uw kind wat u ziet in uw eigen taal. Daarna wijst u de plaatjes aan en uw kind zegt het woord in het Nederlands. Dan zegt u hetzelfde in het Nederlands.
peuters
Zo doet u een paar keer, met alle rijtjes. U kunt samen met uw kind de oefening doen met groot en klein (blz. 4), met kauwen en likken (blz. 5) en de andere rijtjes.
2
de speeltuin
het klimrek - vallen
de kar
brood eten
de step
de boter
de worst
de wip
de schommel
de bal
de zon
de maan
de sterren
de pindakaas
de kaas
de hagelslag
peuters
klimmen
3
drinken
eten
de melk
de rijst
de limonade
de thee
de aardappels
het vlees
het sap
de pap
groot
klein
het zand
peuters
de zandbak
4
scheppen
de zandvorm
afkloppen
zomer
samen praten, zingen en spelen peuters
peuters 9
verstoppertje
Luister naar verstoppertje, versje 5 op de cd. Luister nog een keer naar het versje en probeer het versje mee te doen. Zeg steeds de woorden samen met uw kind terwijl u luistert naar de cd. Dan probeert u het eerste stuk van het versje zelf te zeggen, samen met uw kind. Wijs de woorden aan die u hoort. Daarna gaat u met uw kind zelf verstoppertje doen in huis. Zeg steeds de woorden.
peuters
14
5
Het regent heel hard buiten, we doen een spelletje binnen Dan spelen we verstoppertje, wie wil er dan beginnen? Tel maar tot tien, ik ga naar boven, daar verstop ik mij Dan ren ik straks snel naar beneden en dan roep ik: Buut vrij!!
Ik zit al heel lang te wachten, zijn we al gestopt? Of kunnen ze me echt niet vinden waar ik me heb verstopt? Ik ga toch maar eens kijken, aah, nou ben ik af, ah nee Ze waren toch wel doorgegaan, nu doe ik niet meer mee
mmm... lekker! Zoveel snoep! Het zijn er steeds twee. Zoek ze bij elkaar: de ijsjes, de koekjes, de snoepjes, de dropjes en de lollies.
Hier heb ik een kleurplaat Daar moet iets mee gebeuren Want kijk eens, deze tekening Heeft helemaal geen kleuren Dus pak de stift of potlood En kleur hem zelf maar in Met blauw en groen en geel en rood Klaar is de tekening
6
Luister naar het versje bij de kleurplaat, nummer 6 op de cd. Luister nog een keer naar het versje en probeer het versje mee te doen. Zeg steeds de woorden samen met uw kind terwijl u luistert naar de cd. Dan probeert u het eerste stuk van het versje zelf te zeggen, samen met uw kind. Vraag aan uw kind welke kleuren uw kind wil geven. Dan neemt uw kind stiften of kleurpotloden en kleurt de tekening.
peuters
de kleurplaat
15
drinken en eten
Kijk samen naar de plaat drinken en eten. ď Ź Vraag aan uw kind welke soorten drinken uw kind ziet. En welke soorten eten uw kind ziet. Uw kind tekent dan een lijn met een pen of met zijn vinger naar het rondje. U vraagt of het echt een ding is om te eten of om te drinken. ď Ź Daarna vraagt uw kind aan u om hetzelfde te doen. Uw kind moet dan steeds zeggen of het goed is of fout.
thee
vlees
rijst
aardappelen
Wat drinkt de jongen en wat eet het meisje? Knip* de rondjes uit en plak ze op de goede plaats: onder het goede kindje bij drinken of eten.
drinken
eten
peuters
*
16
limonade
kniptip Wilt u niet in het boekje knippen, maak dan eerst een kopie van deze bladzijde.
sap
zomer
samen leren groep peuters1
groep 1 17 9
in het zwembad
het diepe
spatten
het ondiepe
de plons
groep 1
de botsing
24
zwemmen
het badpak - de zwembroek - de bikini
de rand
veilig
de politie
gevaarlijk - waarschuwen
bekeuren
de bekeuring
de groente
de sla
de bonen
de prei
de tomaten
de spinazie
de wortelen
het fruit
de kiwi
de aardbeien
de druiven
de citroen
de frambozen
de kersen
de hut
de meloen
de tent - de stok
groep 1
de komkommer
25
boodschappen doen
de boodschappen
duwen
groep 1
om de beurt
32
de boodschappenkar de boodschappenmand
trekken
aan de beurt
dichtbij
tillen
ver weg
goedkoop
duur
zomer
samen praten, zingen en spelen groep 1
groep 1 33
op bezoek bij oom en tante
Luister naar op bezoek bij oom en tante, liedje 7 op de cd. ď Ź Luister nog een keer naar het liedje en probeer het liedje mee te zingen. Wijs de plaatjes aan als u woorden hoort. Zing het liedje samen met uw kind terwijl u luistert naar de cd. Wijs de plaatjes van de woorden aan die u zingt. ď Ź Dan probeert u een stuk van het liedje zelf te zingen, samen met uw kind. Morgen doet u dit liedje weer.
7
Gaan we bij oma op bezoek, dan gaan we met de trein De trein vertrekt van het station, wat reizen we dan fijn
heel en half De steen, de bal, de knikker, het verkeersbord en het wiel zijn allemaal door de helft gegaan. Knip de halve rondjes uit en maak ze weer heel.
Maar gaan we naar mijn tante toe, ver weg naar Engeland, dan rijden we niet met de trein, we gaan niet over land,
Dan stappen we het vliegtuig in, en iedereen mag mee, We vliegen samen door de lucht, door wolken, over zee We komen op het vliegveld aan, dag oom dag tante, dat ging vlug En na een week dan varen we weer met een boot naar huis terug Doe samen het werkblad heel en half.
groep 1
34
lezen
dansen in het rond
8
Kun je al een beetje lezen? Wat staat hier?
geld
Nu op handen en knieën gaan we kruipen op de grond
de
de
brug
We gaan weer staan en zachtjes ssst, ssst, maak geen geluid
sluipen,
Nu stampen we met een hoop kabaal, jèèh jèèh gooi het er maar uit
plas de
Kijk samen naar de plaat lezen. U wijst de plaatjes van de woorden aan en dan de woorden en dan de letters van de woorden.
tent
Het laatste stukje sloffen we, sleep met je voeten naar je plek Nu zitten we weer op de stoel en doe niet meer zo gek!
Luister naar dansen in het rond, liedje 8 op de cd. Luister nu nog een keer naar het liedje en probeer het liedje mee te zingen. Zing het liedje samen met uw kind terwijl u luistert naar de cd. Wijs de woorden aan die u zingt. Dan probeert u een stuk van het liedje zelf te zingen, samen met uw kind. U gaat nu staan en u luistert nog een keer. U doet de woorden die u hoort in het liedje. Dan doet u hetzelfde met uw kind. Morgen doet u dit liedje weer.
Kijk of uw kind de woorden kan naschrijven met de vinger. Laat uw kind daarna de letters naschrijven met een potlood of een pen.
groep 1
het
Ga maar op twee benen staan, en dans maar in ‘t rond
35
boodschappen doen
11
Toen ik vanochtend wakker werd en fijn ontbijten wou Luister naar boodschappen doen, versje 11 op de cd. Luister nog een keer naar het versje en kijk goed naar de plaatjes. Wijs de woorden aan die u hoort terwijl u luistert naar de cd. Dan probeert u een stuk van het versje zelf te zeggen, samen met uw kind. U kijkt samen met uw kind naar de plaatjes. Uw kind zegt de woorden en u zegt de woorden dan ook. Morgen doet u dit versje weer een keer.
Bleek al het eten op te zijn, hè wat vervelend nou boodschappen
boodschappenkar - supermarkt
slager - bakker
geld - kassa - portemonnee
tas
Ga je mee?
doen, om eten te gaan kopen
En met de
door de
Bij de
Ik geef ze
Ik stop alles in mijn
te lopen
koop ik vlees, van de
voor in de
krijg ik brood mee
, uit mijn
, ben ik nu niks vergeten?
Nee? Dan gaan we vlug weer terug om ons buikje rond te eten
groep 1
38
zomer
samen leren groep 21
groep 2 41
Kijk naar de rijen met plaatjes over de brandweer (blz. 44). Vertel eerst aan uw kind wat u ziet in uw eigen taal. Daarna wijst u de plaatjes aan en uw kind zegt het woord in het Nederlands. Dan zegt u hetzelfde in het Nederlands. Dat doet u nog een keer. U praat dan met uw kind over brand en brandweer. Misschien heeft u zelf ook eens een brand gezien. Vertel dat en gebruik de woorden van deze rij. Ga nu naar de plaatjes recht, krom en de bocht (blz. 45). U wijst de woorden aan en u vertelt over de plaatjes in uw eigen taal. Daarna wijst u de plaatjes aan en uw kind zegt de woorden en u zegt het woord na. Dan neemt u een wit papier. U tekent een lijn die recht is en een lijn die krom is en een lijn met een bocht. U zegt de woorden. Dan doet uw kind hetzelfde en uw kind zegt dan het Nederlandse woord. groep 2
42
Ga nu naar de rij plaatjes van kosten (blz. 46). Kijk goed naar de plaatjes. Vraag uw kind wat hij ziet op de plaatjes. Praat over de plaatjes. Dan neemt u een prijskaartje en uw portemonnee. U doet hetzelfde als op de plaatjes en noemt de woorden. Ga naar het rijtje met de markt (blz. 48) Wijs de plaatjes aan en zeg de woorden in uw eigen taal. Daarna wijst u de plaatjes aan uw kind zegt dan het woord. Ga deze week een keer samen met uw kind naar de markt. Op de markt wijst u naar de woorden en uw kind zegt dan de woorden. Uw kind kan ook de woorden aan u vragen op de markt. Nu kunt u ook zelf spelletjes maken, samen met uw kind. U kunt een spelletje doen met klauteren (blz. 49), of een spelletje met van streek zijn (blz. 53), of een spelletje met bewegen (blz. 53).
de wandeling
op pad gaan
op reis gaan
de wandeling
rukken - onrustig wild - de schok
de kaart
het hotel
opstijgen
trekken
dalen
de camping
het pad
landen
de tent opzetten
groep 2
kalm
43
arm
rijk
schatrijk - de miljonair
zoek zijn
tevoorschijn komen
wassen
de wasmand de wasmachine de knijpers
groep 2
de wasbak
50
de pijp
strijken
de badhanddoek
het strijkijzer
de tuinslang
de stoom
de slang - de afwasborstel
bewegen
stijf
soepel
de koprol
de kleermakerszit
hurken
klappertanden
trillen
wisselen
de rust
de kassabon
de club
kippenvel hebben
ruilen
raken
missen
het doelpunt
groep 2
van streek zijn
53
het spel het kaartspel
zaklopen
bellen blazen
de trampoline
de flipperkast het waterpistool het knuffelbeest
groep 2
verhuizen
54
de vracht
de vlieger het hobbelpaard
verkopen - de winkeljuffrouw kopen - de klant
inladen
vervoeren
uitladen
zomer
samen praten, zingen en spelen groep 2
groep 2 55
praatplaat het station Kijk naar de praatplaat vervoermiddelen. ď Ź Wijs de woorden aan en laat uw kind het woord zeggen in het Nederlands. Daarna vraagt u: Wat vervoert dit middel? Uw kind zegt dan wat het vervoermiddel vervoert. ď Ź Samen praat u over de plaat.
de trein
de locomotief
de rails
de vervoermiddelen de conducteur
de vrachtwagen
de koets
de machinist de ovchipkaart de vuilniswagen
de verhuiswagen 1
groep 2
58
de voetbalwedstrijd
15
De kermis, het museum of het pretpark. Waar gaat Boebie naartoe? En welke weg moet hij dan fietsen?
Vanavond is er weer een voetbalwedstrijd op tv En ik hoef lekker niet naar bed, ik kijk met pappa mee Kom snel zitten op de bank de wedstrijd gaat beginnen Wat spannend zeg, ik hoop zo dat onze club gaat winnen Oeh, bijna was hij raak, die bal was maar net mis Nu is het rust, ik ben benieuwd wie straks de winnaar is Yes, eindelijk een doelpunt, het is nu bijna klaar Een speler wordt gewisseld, nog tien minuten maar De laatste kans, die gaat erin, we hebben niet verloren We hebben het gewonnen, want onze club heeft kunnen scoren
Luister naar de voetbalwedstrijd, versje 15 op de cd. ď Ź Luister nu nog een keer naar het versje en probeer het versje mee te zeggen. Luister nu nog een keer en probeer steeds de laatste woorden samen te zeggen (zoals teevee, mee, beginnen, winnen). ď Ź Doe dat nog een keer. Dan praat u met uw kind over een voetbalwedstrijd. Kijk samen hoeveel woorden uw kind en u al in jullie hoofd hebben over voetbalwedstrijd. Luister morgen nog een keer en doe deze spelletjes dan weer.
groep 2
een dagje uit
59
Luister naar de mislukte puzzel, liedje 16 op de cd. Luister twee keer naar het lied en probeer het lied mee te zingen. Probeer dan steeds de laatste woorden samen met uw kind te zeggen (zoals mislukken, stukken, schamen, samen). Morgen weer. Luister naar als ik miljonair ben, versje 18 op de cd. Uw kind wijst plaatjes van de woorden aan die jullie horen.
groep 2
60
de mislukte puzzel Oh, wat vervelend, hoe kon het zo mislukken Ik wil de puzzel maken, maar het ligt nog steeds in stukken Ik vind het stom, ik kan het niet, ik loop me erg te schamen Straks lacht iedereen me uit, alle kinderen samen
als ik miljonair ben
16
Oh nee, daar zijn de kinderen, nu zal ik écht voor schut staan Ik schaam me want ik kan het niet, en ik heb zo mijn best gedaan Hé, maar dát is vreemd, het kan ze helemaal niets schelen Ze zeggen: Ach het geeft niet, kom lekker met ons spelen! 18
Woow, wat komt daar aangereden, een mooie auto, kijk die heeft vast heel veel geld gekost, die man is vast schatrijk Ik ben niet rijk, ik ben maar arm en heb geen auto voor de deur maar als ik later miljonair ben, koop ik een auto mét chauffeur
we gaan toveren
wat hoort bij elkaar?
17
Kom eens rond deze ... staan, alle kinderen in de klas Doe allemaal maar zo (doe alsof je een toverstokje zwaait en zeg): ‘Hocus pocus pilatus pas’ Dan gaan we samen toveren: jullie zijn tovenaars Hé, nu is ... zoek, wat is dat nou voor iets raars? Hoe vinden we de ... nou terug, hoe kan hij zo verdwijnen? Let op, nu ga ik goochelen, ik laat … weer verschijnen ‘Sim salabim’ en ‘Hupsakee’, ik ben een goochelaar Nu hebben we gegoocheld en getoverd met elkaar
Knip deze plaatjes uit en leg ze twee aan twee bij elkaar. de wasmand
de trein
de wasmachine de ober
de groenteman de rugzak de kok
de rails
de brandweerman
Kijk samen naar de puzzelplaat wat hoort bij elkaar? Wijs alle woorden aan en dan zegt uw kind het woord en u zegt het woord dan ook. Dan wijst uw kind de woorden aan die bij elkaar horen.
blussen
* de ijscoman
over het plaatje. En u praat over de rare woorden van de tovenaar. Dan luistert u nog een keer naar het versje.
groep 2
Luister naar we gaan toveren, versje 17 op de cd. Luister een paar keer naar het versje. U praat met uw kind
de koffer
kniptip Wilt u niet in het boekje knippen, maak dan eerst een kopie van deze bladzijde.
61
praatplaat sport en spel
het zweefvliegtuig
Kijk samen naar de plaat
sport en spel. ď Ź Vertel wat u ziet in deze plaat. U noemt ook de sporten. Daarna vraagt u aan uw kind of hij bij elke sport iets wil zeggen. U vraagt ook welke sporten uw kind belangrijk vindt. Ook sporten die niet in de plaat staan.
de zwaargewicht de ski paardrijden
de wielrenner
tennis boksen de crossfiets
hardlopen
skiĂŤn
de kegels
roeien zeilen duiken
de trapper
de medaille 3
groep 2
62
Dit boekje is gemaakt door: Samenstelling: Rezulto Onderwijsadvies bv Beeldredactie en vormgeving: AriĂŤtte Ettema, Amsterdam Drukwerk: De Lithografen bv, Haarlem. www.lithografen.nl Grafische afwerking: De Goede bv, Beverwijk www.degoedebv.nl Copyright Rezulto Onderwijsadvies bv www.rezulto.nl; www.logo3000.nl Amsterdam, oktober 2012.
De serie speel- en leerboekjes bestaat uit vier delen: herfst
winter
lente
zomer
speel- en leerboekje
speel- en leerboekje
speel- en leerboekje
speel- en leerboekje
voor moeders en vaders + hun peuters en kleuters
voor moeders en vaders + hun peuters en kleuters
voor moeders en vaders + hun peuters en kleuters
voor moeders en vaders + hun peuters en kleuters