MORAAL
MEER AANDACHT VOOR MORAAL IN HET KLASLOKAAL
Zowel in Vlaanderen als in Nederland vindt men het belangrijk dat basisschoolleerlingen iets leren over de waarden en normen van anderen en daar respect voor opbrengen. Meer kennis zorgt voor meer begrip en waardering, en dat zal leiden tot een harmonieus samenleven, zo veronderstelt men. Maar welke waarden en normen nemen de leerlingen met een migratieachtergrond mee naar school? En wat moet de leerkracht doen als die waarden en normen aanleiding geven tot problemen? Kinderen zijn in de eerste plaats trouw aan de waarden van hun ouders. Martin Harlaar pleit voor meer aandacht voor moraal in het klaslokaal, maar dan in de eerste plaats gebaseerd op de wetenschap. “BENT U MOSLIM?”, VROEG HET JONGETJE Toen ik in 2006 op een zwoele zomeravond door een leeg straatje in Borgerhout wandelde, werd ik aangesproken door een jongetje van een jaar of zes dat tegen een voordeur zat. Hij vroeg mij: “Bent u moslim?” Ik glimlachte vriendelijk en liep door, niet wetend wat te zeggen. Ik vroeg mij af wat zijn ouders hem vertelden over alle niet-moslims waar zij tussen leefden. Het jongetje had blijkbaar geleerd dat het belangrijk is om te weten of die ‘ander’ deel uitmaakt van de eigen groep.
“JULLIE GAAN ALLEMAAL NAAR DE HEL!” Tien jaar later. Mijn kleindochter is zes en zit op een basisschool niet ver van Amsterdam. Een jongetje in haar klas zegt tegen zijn klasgenootjes: “Jullie gaan allemaal naar de hel, want jullie eten varkensvlees!” Een jaar later vertelt de leerkracht van mijn kleindochter mij, dat het jongetje onlangs heeft geweigerd een taallesje te maken waarin het woord ‘kerk’ voorkwam. De leerkracht stelde het jongetje voor om dan maar ’moskee’ te schrijven in plaats van ‘kerk‘. Het jongetje was tevreden en volgens
20
HET VRIJE WOORD
de leerkracht was daarmee het probleem opgelost. Wat zou u in zijn plaats gedaan hebben?
Moraal is het geheel van handelingen en gedragingen die, in een maatschappelijke context, als correct en wenselijk worden gezien HUN MORAAL EN DE ONZE De mens is een sociaal levend zoogdier. We hebben anderen nodig om te overleven. We moeten anderen kunnen vertrouwen. We hebben gedragsregels. Zoals we worden geboren met het vermogen om een taal te leren en vervolgens de taal leren die in onze directe omgeving gesproken wordt, zo worden we ook geboren met het vermogen goed / gewenst van slecht / ongewenst te onderscheiden en we leren de moraal die in onze groep als de juiste geldt. Het is zeer menselijk ervan uit te gaan dat de eigen moraal de enig juiste
moraal is. Waarom zou je immers een moraal aanhangen die je zelf als verwerpelijk ervaart? In het multiculturele klaslokaal wil het wel eens problematisch worden. Wat moeten leerkrachten de leerlingen leren over al die verschillende moraliteiten?
MOKKATAART, SLAGROOMTAART, VRUCHTENTAART Het is voor leerlingen natuurlijk interessant om te weten wat het kastenstelsel in India inhoudt, de vijf zuilen van de islam, de Heilige Drie-eenheid. Dat joden en moslims geen varkensvlees eten, hindoes geen rundvlees, jaïnisten niet alleen geen vlees, maar ook geen wortels en knollen. Dat joden niet zoals christenen en moslims in de hel en de hemel geloven. Dat vrijdag een bijzondere dag is voor moslims, zaterdag voor joden en zondag voor christenen. Of al dit soort kennis tot meer onderling begrip leidt, waag ik te betwijfelen.
Het is zeer menselijk ervan uit te gaan dat de eigen moraal de enig juiste is