Program Brochure Festival ARTONOV 2021

FESTIVAL 3 - 10 OCT 2021

Edito

SEPTIÈME ÉDITION DU FESTIVAL ARTONOV

À force de sacrifier l’essentiel pour l’urgence, on finit par oublier l’urgence de l’essentiel.

Edgar Morin aura passé sa vie entre les deux. Mille urgences nous dispersent, nous courons de reflet en reflet.

Grâce à cette phrase, j’aimerais vous présenter le thème de la septième édition du Festival ARTONOV 2021 : le mot japonais IBASHO (l’endroit où vous vous sentez le mieux, où vous pouvez rester vous-même). La langue japonaise est une langue quelque peu poétique avec des significations différentes pour le même mot ou signe et une présence constante de l’espace et du temps.

Depuis quelque temps, nous nous sommes habitués à l’incertitude de l’avenir et le langage s’est retrouvé parsemé de mots qui accompagnent notre vie entre l’essentiel, le non-essentiel et l’éloignement physique.

Plus qu’une carte blanche pour la création artistique, le thème de cette année est une véritable réflexion sur le rôle de l’art dans nos vies et peut-être une réflexion sur le langage lui-même.

Le philosophe Gilles Deleuze avait fait, dans les années ’90, une observation sur le rôle de l’art et sa différence avec la communication.

Pour lui, l’art n’a rien à communiquer ou à contre-communiquer. En définissant la communication comme une transmission d’informations et l’information comme un ensemble de mots d’ordre, l’art a au contraire en lui un acte de résistance et quelque chose qui résiste à la mort.

La programmation de cette année possède une conception quelque peu holistique et est composée d’un parcours interdisciplinaire d’une semaine qui nous amènera à réfléchir sur diverses questions.

2

Une programmation sensorielle à la Maison de La Poste avec BALSAM de la compagnie Laika, ainsi que les «classiques» de la programmation ARTONOV à l’Hôtel van Eetvelde ou à l’Hôtel Max Hallet. S’ajoute à cela des lieux plus contemporains comme la Tour à Plomb et See U où des performances comme Forme(s) de vie et Urban Beethoven portent des réflexions sur le handicap, la lutte pour le mouvement même ou la démocratisation de l’art, qui demeurent désormais reléguées aux marges de nos sociétés technoscientifiques, ultra compétitives et hygiénistes.

ARTONOV sera un peu le grain de sable qui vient déranger l’huître pour raviver à la fois chez le public et les artistes l’envie de l’écoute, avec une oreille-témoin désirante et surtout résistante. « La liberté suppose un risque, le seul risque vrai que court jamais un homme, et par lequel il se fait homme ; c’est une seconde naissance dont on peut crever. En captivité, nous avons connu des hommes libres.

Ils avaient accompli le geste qu’il fallait : donné leur pain quand ils avaient faim ; coupé le barbelé quand on leur disait d’attendre. Ils seraient morts pour que d’autres vivent ou pour vivre eux- mêmes : ils existaient. Presque tous, à certains moments, nous avons existé. Mais aujourd’hui cela n’est plus assez. Le retour nous a posé un problème plus insidieux. Il faut aussi libérer cette part de nous-même qui est historique et quotidienne. Engagés dans les travaux et les jours, nous ne sommes plus des existants, mais des vivants. » Henri Maldiney, La dernière porte (L’ouvert n°1) VINCENZO CASALE Directeur artistique

3

Editoriaal

ZEVENDE EDITIE VAN HET ARTONOV FESTIVAL

Door het essentiële op te offeren aan het urgente, vergeten we uiteindelijk de urgentie van het essentiële.

Edgar Morin balanceerde zijn hele leven tussen beide. Duizenden dringende zaken overspoelen ons, we rennen van reflectie naar reflectie.

Met dit citaat wil ik het thema van de zevende editie van het ARTONOV 2021 Festival introduceren: het Japanse woord IBASHO (de plaats waar je je het best voelt, waar je jezelf kunt zijn). De Japanse taal is een enigszins poëtische taal met meerdere betekenissen voor hetzelfde woord of teken en een constante aanwezigheid van ruimte en tijd.

Sinds enige tijd zijn we gewoon geraakt aan de onzekerheid van de toekomst. Onze taal is doorspekt met woorden die ons leven tussen het essentiële, het niet-essentiële en de fysieke afstand illustreren.

Meer nog dan een vrijbrief voor artistieke creaties, is het thema van dit jaar een reflectie over de rol van kunst in ons leven en misschien een reflectie over taal zelf.

De filosoof Gilles Deleuze schreef in de jaren negentig over de rol van kunst en hoe die zich onderscheidt van communicatie. Terwijl communicatie een overdracht van informatie is en informatie een reeks instructies, is kunst een daad van weerbaarheid en verzet tegen de dood.

Het programma van dit jaar heeft een enigszins holistische opzet en neemt ons gedurende een week mee op een interdisciplinaire reis, die uitnodigt tot nadenken over deze thema’s.

Met BALSAM brengt het gezelschap Laika een prikkelende en zintuiglijke voorstelling in het Maison de La Poste. Voorts zijn er de ‘klassiekers’

4

van het ARTONOV Festival, in Brusselse art-nouveauhuizen zoals het Hotel van Eetvelde en het Hotel Max Hallet. Daarnaast verwelkomen we u ook in meer eigentijdse locaties zoals de Hageltoren en See U, waar voorstellingen als Forme(s) de Vie en Urban Beethoven reflecteren over beperkingen, de moeilijkheid om te bewegen en de democratisering van de kunst - kwesties die nu naar de marge van onze techno-wetenschappelijke, ultra-competitieve en op hygiëne gericht samenleving zijn verbannen.

Als een zandkorrel die de oester verstoort, zo wil ARTONOV zowel bij het publiek als bij de kunstenaars het verlangen aanwakkeren om te luisteren met een gretig en vooral weerbaar oor. ”Vrijheid houdt een risico in, het enige echte risico dat een mens ooit loopt en waardoor hij mens wordt; het is een tweede geboorte waaraan men kan sterven. In gevangenschap hebben we vrije mensen gekend.

Zij deden het juiste: hun brood uitdelen terwijl zij honger hadden, de prikkeldraad doorknippen toen hen werd gezegd te wachten. Zij waren bereid te sterven opdat anderen konden leven of om zelf te leven: zij bestonden. Bijna ieder van ons heeft, op bepaalde momenten, bestaan. Maar vandaag is dat niet genoeg. De terugkeer heeft ons voor een nog dieper liggend probleem gesteld. We moeten ook dat deel van onszelf bevrijden dat historisch en dagelijks is. Begeesterd door het werk en het dagelijkse leven, zijn we niet langer mensen die bestaan maar mensen die leven.”

Henri Maldiney, La dernière porte (L’ouvert n°1) VINCENZO CASALE Artistiek directeur 5

Editorial SEVENTH EDITION OF THE ARTONOV FESTIVAL

In sacrificing the essential for the urgent, we end up forgetting the urgency of the essential.

Edgar Morin will have spent his life between the two. A thousand emergencies steal our attention, we run from one reflection to another.

It is with this phrase that I would like to present the theme of the seventh edition of the ARTONOV Festival 2021: the Japanese word IBASHO (the place where you feel best, where you can remain yourself). The Japanese language is imbued with poetry, with different meanings for the same word or character and constant reference to space and time.

In recent times, we have become accustomed to the uncertainty of the future and language is now bestrewed with words that accompany our lives regarding the essential, the non-essential and physical distance.

More than simply a carte blanche for creativity, the theme this year is a veritable reflection on the role of art in our lives and perhaps on language itself.

Philosopher Gilles Deleuze made an observation in the 1990s on the role of art and the difference between art and communication.

For him, art has nothing to communicate or to counter-communicate.

If we define communication as the transmission of information and information as a set of keywords, art on the contrary, is in itself an act of resistance and something that resists even death.

This year’s programming is born of a somewhat holistic approach and comprises a week of interdisciplinary events that will lead us to reflect on an array of questions.

6

With BALSAM, the company Laika will present a sensorial performance at the Maison de La Poste. We welcome you to the more classical ARTONOV programming at the Hôtel van Eetvelde and the Hôtel Max Hallet. Add to that some more contemporary locations such as the Tour à Plomb and See U, where the performances Forme(s) de Vie and Urban Beethoven put the focus on disability and the struggle to conquer physical movement, or the democratisation of art, both too frequently relegated to the margins in our competitive, health and safety obsessed and techno-scientific centred society.

ARTONOV will be like the grain of sand that comes to disturb the oyster, to revive in both the audience and the artists, the desire to listen with a willing, discerning but above all, resistant ear.

“Liberty presupposes a risk, the only true risk a man ever faces, and by which he makes himself man; it is a second birth through which one may die. In captivity, we had known free men. They had fulfilled the necessary motions: given their bread when they were hungry, cut the barbed wire when they had been told to wait. They would have died so that others lived or to live themselves: they existed. Almost all of us, at one moment or another, had existed. But today, that is no longer enough. Our return presented us with a more insidious problem. We also need to liberate that part of ourselves that is from the past and ordinary. Bound to works and days, we are alive but no longer exist.”

Henri Maldiney, La dernière porte (L’ouvert n°1) VINCENZO CASALE Artistic director

7

Prog gramme 3/10

BALSAM p.10

Maison de la Poste Rue Picard 7, 1000 Bruxelles Picardstraat 7, 1000 Brussel

4/10

L’Offrande Musicale p.18

Hôtel van Eetvelde / Hotel van Eetvelde Avenue Palmerston 4, 1000 Bruxelles Palmerstonlaan 4, 1000 Brussel

- Misia in concert p.24 - Schwanengesang, un cycle? p.28

Hôtel Max Hallet / Huis Max Hallet Avenue Louise 346, 1050 Ixelles Louizalaan 346, 1050 Elsene

7/10

Forme(s) de vie p.36

Tour à Plomb / Hageltoren Rue de l’Abbatoir 24, 1000 Bruxelles Slachthuisstraat 24, 1000 Brussel

8/10

The Wunderkammer of Polyphony p.42

Vanhaerents Art Collection Rue Anneessens 29, 1000 Bruxelles Anneessensstraat 29, 1000 Brussel

9/10

Urban Beethoven p.48

See U Brussels Rue Fritz Toussaint 8, 1050 Ixelles Fritz Toussaintstraat 8, 1050 Elsene

C#2 p.54

Atelier Colpaert Rue Monrose 33-35, 1030 Schaerbeek Monrosestraat 33-35, 1030 Schaarbeek

6/10

10/10

8

1

7

4

2

5

3

6

9

BALSAM © Kathleen Michiels

MUSIC - PERFORMANCE CULINARY AND SENSORIAL ART

BALSAM Laika & Zefiro Torna Sunday 3 October 2021 12.00 / 18.00 1 hour Guided tours 10.45 (NL) / 16.45 (FR) (max. 20) Maison de la Poste Rue Picard 7, 1000 Bruxelles Picardstraat 7, 1000 Brussel

BALSAM est un laboratoire qui aiguillonne les sens. Un concert alchimique dans lequel la musique se mêle à des senteurs, des saveurs et des sensations surprenantes et où les sons se transforment en images.

La musique envoûtante vous emmène le long de chants traditionnels du Portugal, de Grèce et d’Islande, de sonorités mystiques de Hildegarde Von Bingen, de musique polyphonique du XVe siècle et de compositions contemporaines de Zefiro Torna. Les textes des chansons s’inspirent de vers du Cantique des Cantiques, de poèmes de Virgile et d’Horace, de poésie de contemporains de Baudelaire et de Verhaeren. Il y est question de jeu de l’amour, de désir et de mélancolie, du doux parfum du jasmin et de la beauté d’un arbre. Un hommage aux vertus curatives, stimulantes et enchanteresses des herbes et des plantes. Les chants célèbrent surtout la nature, imposante et insondable.

Musical concept, lute, baroque guitar, chitarrone and singing JURGEN DE BRUYN Sensory concept PETER DE BIE AND SARA SAMPELAYO Production finalization JO ROETS Singing and chatkan ELLY AERDEN Flute, soprano saxophone and composition PHILIPPE LALOY Recorders, French bagpipes, bugle, percussion, ukulele, singing and composition JOWAN MERCKX Uilleann pipes, bawu, chatkan, kaval, Hardanger fiddle, overtone flute, Jew’s harp, duduk, singing and overtone singing RAPHAËL DE COCK Bass clarinet JEAN-PHILIPPE PONCIN Performance PETER DE BIE, SARA SAMPELAYO/SIMONE MILSDOCHTER AND BRAM SMEYERS/ARNOUT VANDAMME Costumes MANUELA LAUWERS Dramaturgy MIEKE VERSYP Contemporary culinary ‘injection’ ALEXANDRE GAUTHIER Technicians and production PIETER SMET, RIK VAN GYSEGEM, ANTON VAN HAVER AND MARLIES JACQUES In association with Kopspel vzw BALSAM is a joint Laika and Zefiro Torna production coproduced with Le Volcan, scène nationale du Havre and Le Channel, scène nationale de Calais. It enjoys the support of The Flemish Community and the Federal Belgian Government’s Tax Shelter scheme.

12

Vous êtes témoin de procédés alchimiques fascinants. Les gouttes se transforment en perles comestibles, un bourgeon de fleur provoque une sensation électrique sur la langue, le charbon de bois se révèle une friandise. Les alchimistes vous proposent des dégustations et des parfums inconnus. BALSAM fait rêver, est à la fois spirituel et sensoriel, terrestre et céleste. Une ode à la vie et à son mystère.

BALSAM is een zinnenprikkelend laboratorium. Een alchemistisch concert waarin muziek versmelt met verrassende geuren, smaken en sensaties, waarin klanken transformeren tot beelden.

BALSAM is a tantalizing herb laboratory. An alchemistic concert in which music blends with unusual aromas, tastes and sensations.

A concert in which sounds transform into images.

De bedwelmende muziek voert je mee langs traditionele gezangen uit Portugal, Griekenland en IJsland, mystieke klanken van Hildegard Von Bingen, 15de-eeuwse polyfone muziek en eigen composities. De teksten van de liederen gaan terug op verzen uit het Bijbelse Hooglied, op gedichten van Vergilius en Horatius en op de poëzie van tijdgenoten van Baudelaire en Verhaeren.

Ze gaan over het spel van de liefde, over verlangen en verdriet, over de zoete geur van jasmijn en de schoonheid van een boom. Ze zijn een hulde aan de helende, stimulerende en betoverende werking van kruiden en planten. Ze bezingen bovenal de natuur, die overweldigend en ondoorgrondelijk is.

The intoxicating music takes you on a journey through traditional Portuguese, Greek and Icelandic songs to the mystical sounds of Hildegard Von Bingen and fifteenth-century polyphony and from there on to compositions specially written for BALSAM. Drawing on the Bible’s ‘Song of Songs’, on verses by Virgil and Horace and on the poetry of contemporaries of Baudelaire and Verhaeren, the lyrics tell of the game of love, of longing and sorrow, of the sweet fragrance of jasmine and the beauty of a tree. They are a tribute to the healing, stimulating and bewitching effect induced by herbs and plants. Above all, they celebrate nature, which is spellbinding and unfathomable.

Je bent getuige van fascinerende alchemistische processen. Druppels stollen tot eetbare parels, een bloemknop op je tong geeft een elektrische sensatie, houtskool wordt een zoete lekkernij. Alchemisten reiken je ongekende proeverijen en geuren aan. BALSAM doet dromen, is spiritueel en zinnelijk, aards en hemels tegelijk. Een ode aan het leven en het mysterie ervan.

Fascinating alchemistic processes unfold before your eyes. Drops solidify into edible pearls, a bud on your tongue produces an electrical sensation, a mineral turns out to be a sweet treat. Alchemists conjure up unfamiliar tastes and aromas. BALSAM sets you daydreaming. It is spiritual and sensuous, worldly and celestial. An ode to life and its mysteries.

13

Les entrepôts d’expédition et de douane de Tour & Taxis conçus à la fin du XIXe et au début du XXe siècle ont fait peau neuve. Ces bâtiments sont des témoins exemplaires de l’architecture industrielle ainsi que de l’Art nouveau et de l’Art déco. Cette immense zone piétonne est un projet majeur d’urbanisation durable au centre de Bruxelles.

La Maison de la Poste a vu le jour comme « Hôtel de l’Administration » et servait alors de centre administratif à Tour & Taxis pour les services de téléphonie et de télégraphie au début du 20e siècle. Dans les années 1970, 14

les lieux ont été utilisés comme bureau de poste et rebaptisés dans la foulée « Hôtel de la Poste ». Celui-ci a même accueilli une boîte de nuit populaire dans les années 1990 !

Depuis les années 2000, il est devenu l’un des lieux privilégiés de Bruxelles pour les événements publics et privés. L’édifice évolue à nouveau, cette fois comme Maison de la Poste, un des lieux de réunion et des espaces événementiels les plus exceptionnels de Bruxelles. Chaque pièce a été conçue en collaboration avec des architectes d’intérieur renommés, comme Diego Fortuna, Fleur Rossdale et Benedetti Interieur.

MAISON DE LA POSTE Thurn & Taxis zag het licht in de late negentiende, begin twintigste eeuw als Europa’s grootste transport- en douaneknooppunt met bijbehorende pakhuizen. De gebouwen zijn fraaie voorbeelden van industriële architectuur en van art-nouveau- en art-deco.

Ze ondergingen een complete make-over in het kader van een grootschalig project voor duurzame urbanisatie, waarbij dit voetgangersgebied in het centrum van Brussel werd omgevormd tot een ideale locatie voor evenementen van ieder type en omvang.

In het begin van de 20ste eeuw deed het Maison de la Poste dienst als ‘Hôtel de l’Administration’, het administratief centrum van Tour & Taxis voor telefoon- en telegraafservices. In de jaren 1970 werd het gebouw gebruikt als postkantoor waardoor het de naam ‘Hôtel de la Poste’ kreeg. In de jaren 1990 werd er zelfs een populaire nachtclub in ondergebracht!

Het Maison de la Poste is een fraai voorbeeld van herbestemd industrieel erfgoed in Brussel.

Het gebouw evolueerde tot het huidige Maison de la Poste, een unieke ruimte voor conferenties en evenementen in Brussel.

Tour & Taxis began as Europe’s largest shipping and customs hub, with beautiful warehouses built at the end of the nineteenth and beginning of the twentieth centuries. These buildings are an exemplary example of industrial architecture, as well as of the Art Nouveau and Art Deco styles. They’ve been given a new life as part of a major project for sustainable urbanisation, making this pedestrian zone in the centre of Brussels an ideal location for events of all shapes and sizes.

Maison de la Poste began as ‘Hôtel de l’Administration’, serving as ‘Tour & Taxis’ administrative centre for telephone and telegraph services in the early 20th century.

In the 1970s the building was used as a post office, earning the name ‘Hôtel de la Poste’ in the process. In the 1990s it even housed a popular nightclub! Since the 2000s it has become one of Brussels’ preferred venues for private and public events.

Maison de la Poste bears witness to Brussels’ rethought industrial heritage. The building evolved once more, as Maison de la Poste: one of Brussels’ most unique meetings and events spaces.

15

ARTONOV Digital Experience ARTONOV at the Villa Carpentier Les Solistes du Concert de la Loge & Vincenzo Casale Video online available on Evil Penguin TV www.festival-artonov.eu www.evilpenguintv.com

L’OFFRANDE

E MUSICALE IMMERSIVE CONCERT

© Bastin & Evrard

MUSIC - LIGHT - DIGITAL ART

L’Offrande Musicale Immersive Concert Ensemble Ausonia Mira Glodeanu, violin Emmanuelle Dauvin, violin Anne Parisot, traverso James Munro, contrabass and violone Frédérick Haas, harpsichord and musical direction

Les Yeux d’Argos Marie Langlois, author and founding artist Thomas Zaderazky, digital artist MUSICAL PROGRAMME Johann Sebastian Bach (1685-1750) Das Musikalische Opfer BWV 1079

Monday 4 October 2021 19.00 / 21.00 1 hour Guided tour (FR/NL) 18.00 (max. 15) Hôtel van Eetvelde/ Hotel van Eetvelde Avenue Palmerston 4, 1000 Bruxelles Palmerstonlaan 4, 1000 Brussel

20© Filip Dujardin

Ausonia et les Yeux d’Argos collaboreront durant 24h pour proposer un concert immersif où la musique ancienne et la lumière plongent le public dans une atmosphère englobante au sein de l’Hôtel van Eetvelde.

Trois univers se rencontrent et se répondent : celui de l’architecture, de la musique et des arts vidéo. Ce sont aussi trois époques qui se cherchent et se retrouvent le temps d’un concert.

L’ensemble Ausonia nous fera entendre l’Offrande Musicale de J.S. Bach, une œuvre qui magnifie au travers de l’écriture contrapuntique, dont le Cantor de Leipzig est le maître inégalé, ce qui est l’architecture musicale la plus aboutie.

Le collectif des Yeux d’Argos mettra en lumière la finesse de l’architecture de l’Hôtel van Eetvelde pour créer un espace de contemplation et d’écoute propice au concert d’Ausonia.

Ausonia en Les Yeux d’Argos werken 24 uur lang samen om een éénmalig concert aan te bieden. In het unieke kader van het recent gerestaureerde Hotel van Eetvelde dompelen oude muziek en lichteffecten het publiek onder in een totaalbeleving.

Drie werelden en drie tijdsperken ontmoeten elkaar en spelen op elkaar in: architectuur, muziek en videokunst.

Het ensemble Ausonia zal Ein Musikalisches Opfer van J.S. Bach uitvoeren, een werk dat de meest volmaakte muzikale architectuur uitvergroot door middel van de contrapuntische compositie, waarvan de cantor van Leipzig de ongeëvenaarde meester is.

Het collectief Les Yeux d’Argos zet de finesse van de architectuur van Hotel van Eetvelde in de verf en creëert een ruimte van contemplatie en klankbeleving voor het concert van Ausonia.

Ausonia and Les Yeux d’Argos will work together for 24 hours to offer an immersive concert where ancient music and light will plunge the audience into an all-encompassing atmosphere within the Hotel van Eetvelde.

Three worlds meet and respond to each other: architecture, music and video art. They also represent three different time periods that will interact for the duration of the concert.

The Ausonia Ensemble will perform J.S. Bach’s Musical Offering, a work that magnifies the most accomplished musical architecture through contrapuntal writing, of which the Leipzig Cantor is the unequalled master.

The collective Les Yeux d’Argos will highlight the finesse of the architecture of the Hotel van Eetvelde to create a space for contemplation and listening conducive to the concert given

by Ausonia.

21

Victor Horta (1861-1947) a conçu l’Hôtel van Eetvelde comme habitation privée pour Edmond van Eetvelde (1852-1925), diplomate, secrétaire général de l’État indépendant du Congo et conseiller personnel du roi Léopold II. L’habitation a été conçue et construite entre 1895 et 1901 et était, d’après Horta, ‘le plan le plus audacieux [qu’il avait] fait jusque-là’.

L’habitation d’origine (Avenue Palmerston n° 4) a été entièrement conçue sous forme d’une structure en acier, y compris la façade avant. Deux extensions furent conçues et réalisées par Horta.

En 1920, le complexe est scindé en deux habitations et en 1950, le n° 4 est acheté 22

par la firme Figaz (habitation d’origine + extension est). Le bel-étage abrite aujourd’hui des espaces de représentation, tandis que le reste du bâtiment est aménagé en bureaux.

L’Hôtel van Eetvelde est protégé en tant que monument depuis 1976 et figure sur la liste du patrimoine mondial de l’UNESCO depuis 2000. En 2015, Synergrid, l’actuel propriétaire, chargeait le bureau Barbara Van der Wee Architects de faire un masterplan pour une restauration globale, avec un but multiple : conserver, réaffecter, adapter aux normes techniques d’aujourd’hui et résoudre des problèmes de physique du bâtiment. Le chantier se déroula entre janvier 2019 et le printemps de 2021. Des travaux de restauration de l’intérieur seront effectués dans une phase ultérieure.

© Bastin & Evrard

HÔTEL / HOTEL VAN EETVELDE

Victor Horta (1861-1947) ontwierp Hotel van Eetvelde als privéwoning voor Edmond van Eetvelde (1852-1925), diplomaat, secretaris-generaal voor Congo Vrijstaat en persoonlijk raadgever van koning Leopold II. De woning werd ontworpen en gebouwd tussen 1895 en 1901 en was volgens Horta zelf zijn ‘meest gedurfde project’ tot dan toe.

Victor Horta (1861-1947) designed Hôtel van Eetvelde as the private estate of Edmond van Eetvelde (1852-1925), diplomate, secretary-general Congo Free State and personal advisor to King Leopold II. The house was designed and built between 1895 and 1901. Horta considered it his ‘most audacious plan’ up till then.

De oorspronkelijke woning (Palmerstonlaan nr. 4) was volledig geconcipieerd als staalstructuur, inclusief de voorgevel. Er volgden twee uitbreidingen, beide getekend en uitgevoerd door Horta.

The original House (Avenue Palmerston n° 4) was conceived as a steel structure, including the street façade. Two extensions were added during the following years, both conceived and built by Horta.

In 1920 werd het complex in twee woningen opgesplitst en in 1950 kocht de firma Figaz het gedeelte aan nr 4 (oorspronkelijke woning + oostelijke uitbreiding). De bel-etage is nu een representatieruimte en de rest van het gebouw is ingericht als kantoorruimte.

In 1920 the building complex was divided in two and in 1950 the firm Figaz acquired n° 4 (original house + eastern extension). The bel-étage now houses representation rooms and the higher floors are offices.

Sinds 1976 is het Hotel van Eetvelde beschermd als monument en sinds 2000 staat het op de UNESCO-lijst van Werelderfgoed.

In opdracht van huidige eigenaar Synergrid startte het bureau Barbara Van der Wee Architects in 2015 aan een masterplan voor een globale restauratie, met een meervoudig doel: conserveren, herbestemmen, aanpassen aan de technische vereisten van vandaag en oplossen van bouwfysische problemen.

De restauratiewerf liep van januari 2019 tot het voorjaar van 2021. Verdere werken aan het interieur volgen in een latere fase.

Hôtel van Eetvelde was listed as a monument in 1976 and was inscribed on the World Heritage List of UNESCO in 2000. In 2015, the current owner Synergrid charged the architectural office Barbara Van der Wee Architects with a masterplan for a full restoration, of which the main aims were: conserving, adapting to the new use and to current technical standards and solving problems of building physics. The construction site took place between January 2019 and the spring of 2021. Further restoration works on the interior will be executed during a later campaign.

23

MISIA

IN CONCERT

© Athos Burez

MUSIC - POETRY

Misia in concert Revue Blanche Lore Binon, soprano Caroline Peeters, flute Kris Hellemans, alto Anouk Sturtewagen, harp

MUSICAL PROGRAMME - Temps de neige, L’infidèle, Les hiboux, Déodat de Sévérac - Six Madrigaux de Mallarmé, Louis Durey - Sonatine, Maurice Ravel - Dans une salutation suprême from “L’Adieu à la vie, op. 26 nr. 4”, Alfredo Casella - Extase, Henri Duparc - Manière de commencement from “Trois morceaux en forme de poire”, Erik Satie - Daphénéo from “Trois Mélodies”, Erik Satie - Selection from “Six Poèmes de Paul Eluard”, Georges Auric Arr.: Frederik Neyrinck, Revue Blanche (Duparc), S. Kanga (Ravel)

Wednesday 6 October 2021 15.00 Concert - presentation CD Misia Sert, by invitation only 18.00 50 min Hôtel Max Hallet / Huis Max Hallet (p.32) Avenue Louise 346, 1050 Ixelles Louizalaan 346, 1050 Elsene

26

Misia Sert (1872-1950) était considérée comme la “reine des salons parisiens”, mais aussi des rêves brisés et des amours tumultueuses. Sa vie mêlant gloires et tragédies a inspiré d’innombrables artistes, de Proust à Renoir en passant par Diaghilev et Coco Chanel.

D’origine belgo-polonaise, Misia était une figure charnière du monde musical français au début du XXe siècle. Malheureusement, cette personnalité flamboyante n’est aujourd’hui plus connue du grand public. Sous la coupe de la musicologue Sofie Taes, notre guide dans cette recherche, il est rapidement devenu évident qu’il existait un trésor de répertoire méconnu mais fascinant directement relié à Misia Sert. Misia in concert est un hommage musical à cette muse d’excellence. Ce programme paraîtra également sur CD à l’automne 2021 sous le label Antarctica.

Misia Sert (1872-1950) was de ‘koningin van de Parijse salons’, maar ook van gebroken dromen en woelige liefdes. Haar leven vol glorie en tragiek inspireerde talloze kunstenaars, van Proust en Renoir tot Diaghilev en Coco Chanel. De Belgisch-Poolse Misia was aan het begin van de 20ste eeuw een spilfiguur in de Franse muziekwereld, maar is vandaag ten onrechte niet meer gekend bij het grote publiek. Dit concertprogramma is de muzikale spin-off van de muzikale vertelling Misia waarvoor Revue Blanche samenwerkte met radiomaakster Katharina Smets. Al snel werd duidelijk dat er een schat aan onbekend maar interessant repertoire bestaat met een directe link naar Misia Sert. Musicologe Sofie Taes was onze gids in deze zoektocht. Misia in concert is een muzikaal eerbetoon aan deze muze par excellence, dat in het najaar van 2021 op cd zal verschijnen bij Antarctica Records.

Misia Sert (1872-1950) was once known as ‘the Queen of the Paris salons’, but also of broken dreams and turbulent loves. Her glorious and tragic life inspired countless artists, from Proust and Renoir to Diaghilev and Coco Chanel. From Belgian-Polish descent, Misia was a key figure in the French music scene at the beginning of the 20th century, but this flamboyant personality is all but known to today’s audiences. For the development of the musical narrative Misia, Revue Blanche collaborated with radio host Katharina Smets. It soon became clear that there was a treasure trove of unknown but highly interesting songs with a direct link to Misia Sert. Musicologist Sofie Taes was our guide on this quest. Misia in concert is a purely musical hommage to this quintessential muse. The fall of 2021 will see the release of the CD on the Antarctica label.

27

SCHWANE

ENGESANG, UN CYCLE? © Gaël Bros

MUSIC - LECTURE

Schwanengesang, un cycle?

Shadi Torbey, bass-baritone Stephane Ginsburgh, piano MUSICAL PROGRAMME Franz Schubert (1797–1828) Schwanengesang, D957 1 Liebesbotschaft (Ludwig Rellstab) 2 Kriegers Ahnung (Ludwig Rellstab) 3 Frühlingssehnsucht (Ludwig Rellstab) 4 Ständchen (Ludwig Rellstab) 5 Aufenthalt (Ludwig Rellstab) 6 In der Ferne (Ludwig Rellstab) 7 Abschied (Ludwig Rellstab) 8 Der Atlas (Heinrich Heine) 9 Ihr Bild (Heinrich Heine) 10 Das Fischermädchen (Heinrich Heine) 11 Die Stadt (Heinrich Heine) 12 Am Meer (Heinrich Heine) 13 Der Doppelgänger (Heinrich Heine) 14 Die Taubenpost (Johann Gabriel Seidl)

Wednesday 6 October 2021 20.30 1 hour FR Hôtel Max Hallet / Huis Max Hallet Avenue Louise 346, 1050 Ixelles Louizalaan 346, 1050 Elsene

30

Guided tour (FR) 19.45 (max. 15)

Considéré comme le dernier volet du triptyque de cycles de Schubert, après Die Schöne Müllerin et Winterreise, Schwanengesang n’en présente pas moins de très importantes différences : alors que les deux premiers sont de la plume du poète Wilhelm Müller et sont lus comme des ensembles narratifs cohérents, ce ‘Chant du Cygne’ combine des textes de trois poètes, dans une trame narrative plus évanescente, pour ne pas dire absente. Ces caractéristiques ont amené certains commentateurs à récuser l’appellation de cycle pour cet ensemble : il ne s’agirait que du bricolage d’un éditeur, pressé de capitaliser sur la renommée des cycles précédents du tout juste défunt Schubert.

Shadi Torbey et Stephane Ginsburgh s’interrogeront sur la limite ténue entre cycle et recueil, la validité de la perception des trames narratives, ainsi que sur la pertinence de la lecture du parcours tonal, lors d’une ‘conversation en concert’ dans les murs de l’Hôtel Max Hallet.

Schwanengesang wordt beschouwd als het laatste van Schuberts drieluik van cycli, na Die Schöne Müllerin en Winterreise, maar vertoont toch enkele zeer belangrijke verschillen. Terwijl de eerste twee cycli door de dichter Wilhelm Müller werden geschreven en als samenhangende verhalende reeksen kunnen worden gelezen, combineert Schwanengesang teksten van drie dichters aan de hand van een nauwelijks voorhanden narratief kader. Hierdoor hebben sommige commentatoren de benaming ‘cyclus’ voor dit drieluik verworpen: het zou slechts het in elkaar geflanste werk zijn van een uitgever die haast had om munt te slaan uit het succes van de vorige cycli van de zojuist overleden Schubert.

Shadi Torbey en Stephane Ginsburgh zullen het hebben over de dunne lijn tussen cyclus en verzameling, over de perceptie van narratieve kaders en over de relevantie van de lezing van het tonale pad, tijdens een ‘gesprek in concert’ in het Max Hallet Huis.

Considered to be the last of the triptych of Schubert’s song-cycles after Schöne Müllerin and Winterreise, Schwanengesang is set apart by some important differences: while the two earlier cycles are from the pen of poet Wilhelm Müller and read as an ensemble of coherent narratives, Schubert’s ‘Swan Song’ combines texts from three different poets and follows a tenuous narrative thread, to say the least. These characteristics have brought certain commentators to question the naming of this collection as a song-cycle, that it is rather a piecing together of works by an editor in a hurry to capitalise on the reputation of the preceding cycles by the recently deceased Schubert.

Shadi Torbey and Stephane Ginsburgh ponder the fine line between cycle and collection, the validity of the perception of a narrative framework, as well as on the relevance of the sequence of tonalities during this ‘Conversation in Concert’ within the walls of the Hôtel Max Hallet.

31

Construit en 1902-1905 par Victor Horta pour l’avocat et politicien socialiste Max Hallet et son épouse, ce bâtiment marque, dans la carrière de Horta, un passage à un style assagi. L’intérieur offre un espace magique où courbes et contre-courbes se reflètent harmonieusement dans de splendides verrières et vitraux.

Au rez-de-chaussée se trouvait le cabinet, un salon et une salle à manger. Au premier étage, la famille vivait dans un salon et deux chambres. Tout en haut de la maison, dans la loggia ouverte, existait un salon de musique.

L’escalier d’honneur constitue véritablement le cœur de l’habitation. Déployé sur deux imposantes volées en marbre blanc veiné, il est baigné de la lumière provenant de la véranda, 32

au premier palier, et du vaste lanterneau.

La véranda constitue une des particularités de cet hôtel : sous la forme d’une grande verrière en fer et verre coloré et neutre, elle est traitée en trois absidioles sur plan cintré.

Sur toute sa hauteur, sur les murs et le plafond, l’escalier est décoré d’une large frise peinte figurant des rosiers entremêlés. Cet espace était réservé à Madame Hallet, passionnée de culture florale. Le mobilier initial n’a pas été conservé.

Remerciements à Olga et Michel Gilbert qui ouvrent les portes de l’Hôtel Max Hallet pour l’occasion.

Photos interdites.

© DYOD

HÔTEL / HUIS MAX HALLET

Victor Horta bouwde dit gebouw in 1902-1905 voor de advocaat en politicus Max Hallet. In de carrière van de architect staat het voor de overgang naar een meer sobere art-nouveaustijl.

Het interieur onthult een magische ruimte waar krommingen en tegenbogen harmonieus worden weerspiegeld in schitterende glaspartijen en glas-in-loodramen.

Op het gelijkvloers bevindt zich een werkkamer, een salon en een eetkamer. Op de eerste verdieping woonde de familie in een salon en twee slaapkamers. Helemaal bovenaan kan je in de open loggia een discreet muzieksalon aantreffen.

De eretrap vormt het middelpunt van de woning.

Hij bestaat uit twee imposante trapdelen van wit marmer die baden in het licht afkomstig van de veranda, op de eerste overloop, en de grote lichtkoepel.

De wintertuin is een van de opvallende elementen van dit huis: een grote ijzeren koepel met gekleurd en neutraal glas in de vorm van drie ronde absiden. De traphal is over de hele hoogte op de muren en het plafond gedecoreerd met een fries van verstrengelde rozentakken. De wintertuin was voorbehouden voor Mevrouw Hallet die een grote passie voor bloemen en planten had. Het oorspronkelijk meubilair werd niet bewaard.

Met dank aan Olga en Michel Gilbert die voor de gelegenheid de deuren van het Max Hallet Huis openen.

Built between 1902 and 1905 to the designs of Victor Horta for the lawyer Max Hallet, it marks the beginning of Horta’s transition to a more sober style of Art nouveau. The interior is magical with curves and counter-curves harmoniously reflecting on each other through splendid stained-glass windows.

On the ground floor there is a study, a living room and a dining room. On the first floor the family lived in a lounge and two bedrooms.

At the very top of the house in the open loggia you can find a discreet music room.

The huge staircase is the heart of the house consisting of two flights of white marble stairs. It baths in daylight from the veranda on the first landing and from a huge skylight above the second landing.

The veranda is one of the special features of this house. The apses form an iron dome consisting of coloured and neutral glass.

The entire height of the staircase, including the adjacent walls and ceiling, is decorated with a large painted frieze of intertwined rose bushes. This space was reserved for Madame Hallet who was passionate about plants and flowers. The original furniture has not been preserved.

Thanks to Olga and Michel Gilbert who open the doors of the Max Hallet House for the occasion.

Pictures not allowed.

Foto’s niet toegestaan.

33

FUSING LAW AND INNOVATION

YOUR CREATIVITY RESULTS IN ART, SCULPTURE, BOOKS, DANCE, MUSIC, THEATRE AND SO MUCH MORE. IT ALSO DESERVES STATE-OF-THE-ART LEGAL PROTECTION.

www.flinn.law

34

© DYOD 35

FORME(S

S) DE VIE © Shonen

DANCE - PERFORMANCE - VIDEO

Forme(s) de vie Shonen Conception, choreography and direction ERIC MINH CUONG CASTAING Dramaturgy, script, 1st assistant director MARINE RELINGER Co-choreography ALOUN MARCHAL Performers ELISE ARGAUD, YUMIKO FUNAYA, ALOUN MARCHAL, KAMEL MESSELLEKA, NANS PIERSON Contributing to the film MARTIAL BUCHER, SOIZIC CARBONNEL, JEANNE COLIN, YOSHIKO KINOSHITA, ERIC MINH CUONG CASTAING, ANNIE ODE, BRUNO SANTILLI Sound designer RENAUD BAJEUX Costume designer SILVIA ROMANELLI Space & scenography ANNE-SOPHIE TURION Light designer NILS DOUCET Technical director LEO DAVID Video cinematographer VICTOR ZÉBO Chief editor LUCIE BRUX Sound engineers FRANÇOIS CHARRIER, SAMUEL POIREE Color grading ALEXIS LAMBOTTE Label 42 studio production manager MÉLANIE MARCHAND Film producer SCARLETT GARSON Cinema manager SAMUEL TUDELA Care assistant DELPHINE RICARDO Trainees MATHILDE DANTEC, LOUIS GRIMANDI Festival de Marseille (FR), Prix le BAL de la Jeune Création - Adagp 2020 (FR), Vooruit Gand (BE), S.N. Points Communs (FR), Pôle Arts de la Scène – Friche de la Belle de Mai (FR), Ballet National de Marseille (FR), Résidence Co-laBo/les ballets C de la B (BE), Charleroi danse (BE), Tanzhaus NRW Düsseldorf (DE), Fonds Transfabrik (FR/DE), Carreau du Temple (FR), ICK Amsterdam (PB), Scène Conventionnée Le Vivat Armentières (FR), Dublin Dance Festival (IR), Ministère de la Culture Délégation à la Danse – Filmer la danse, (FR), C.N.C. DICRéAM (FR), CD 13 des Bouches du Rhône - «Ensemble en Provence» et « centre de création en résidences », Région Sud - Carte Blanche aux Artistes 2020, DRAC PACA & ARS PACA -«Culture et Santé», Fondation Porosus (FR), Fondation Handicap et Société (FR) WITH THE SUPPORT OF: Lieux Publics - CNAREP - Pôle Européen de Production – Marseille (FR), K.L.A.P. - Maison pour la Danse - Marseille(FR), Marseille Objectif Danse (FR), Pôle 164 Marseille (FR), Département des Bouches-du-Rhône – Centre départemental de créations en résidence (FR), La Friche Belle de Mai (FR) PARTENERING WITH: Santé / Science - La Maison - Gardanne (FR), Hôpital Sainte Marguerite - Marseille (FR), Hôpital Bretonneau - Paris (FR)

Thursday 7 October 2021 17.00 / 20.00 1 hour Tour à Plomb / Hageltoren Rue de l’Abattoir 24, 1000 Bruxelles Slachthuisstraat 24, 1000 Brussel 38

Quels gestes conserveriez-vous si le mouvement devenait pour vous un enjeu, un objectif, un combat méritant ou nécessitant une attention sans faille ? Cette nécessité du geste rassemble sur scène 3 danseurs.ses et des interprètes en perte de mobilité (une ancienne danseuse et un ex-boxeur professionnels), dans un spectacle croisant performance et cinéma. Ici, corps dits empêchés et corps dits virtuoses s’augmentent et s’influencent les uns les autres. Harnachés au présent, ils tendent vers l’avenir (l’objectif du gain de mouvement) en se tournant vers le passé (la mémoire des corps, de pratiques revenant à l’esprit et se réinscrivant dans les gestes).

Prix de la jeune création LE BAL - ADAGP 2021 Wat als bewegen niet langer vanzelfsprekend is? Welke gebaren zou u koesteren indien zelfs de eenvoudigste beweging een extreme inspanning en volledige focus vereist? In deze voorstelling, een combinatie van performance en film, onderzoeken drie dansers en twee performers met een beperkte mobiliteit (een voormalige danseres en een voormalig bokser) onze behoefte aan gebaren om met elkaar in contact te komen en te communiceren. De zogenaamde ‘aangetaste’ lichamen en de zogenaamde’ virtuoze’ lichamen beïnvloeden en versterken elkaar. Ze zijn in het heden gekluisterd, maar reiken naar de toekomst (het doel van de beweging) door zich naar het verleden te keren (het geheugen van het lichaam, de herinnering aan een handeling die zich opnieuw in gebaren uit).

What if you could no longer take movement for granted? Which gestures would you keep if even the simplest movements required extreme effort and complete focus?

In this show combining performance and cinema three dancers and two performers experiencing a loss of mobility (a former professional dancer and a former boxer) explore on stage the necessity of gestures to connect and communicate with each other. Here, so-called disabled bodies and virtuosic bodies augment and influence each other. Harnessed to the present, they strive towards the future with the goal of gaining movement, by turning to the past, calling upon their so-called motor memory, the recollection of habitual movements and rewriting themselves in gestures.

Prijs voor de jonge creatie LE BAL - ADAGP 2021

LE BAL - ADAGP Award for young creation 2021

39

Le Centre Tour à Plomb est un centre de proximité, du Service de la Jeunesse de la Ville de Bruxelles, dédié aux diverses formes de réflexions, d’expressions et de création, qu’elles soient culturelles, socio culturelles, artistiques ou sportives. En tant qu’infrastructure de proximité, le Centre Tour à Plomb est mis prioritairement à la disposition des bruxellois et plus spécifiquement des habitants et des groupes structurés (associations sans but lucratif, services et institutions publics, …) du quartier Jardin aux Fleurs.

Construit en intérieur d’îlot en 1832, au cœur de la ville et à côté du canal BruxellesCharleroi, le site de la Tour à Plomb est un complexe industriel occupé probablement par une poudrière puis établi pour la fabri40

cation du plomb avec la construction d’une fonderie et, dès 1898, d’une tour. Élément devenu discret du paysage urbain bruxellois, le complexe fut, dès 1873, propriété de la société ‘’Pelgrims et Bombeeck’’, fusionnée dans les années 1930 avec les ‘’Fabriques d’Overpelt-Lommel et Corphalie’’ pour devenir ‘’Métallurgie Hoboken-Overpelt’’.

Désaffecté depuis 1961-62 et partiellement occupé par les Arts et Métiers et l’Institut Bischoffsheim depuis 1975, puis par l’Institut De Mot-Couvreur à partir des années 2000, le complexe cherchait une nouvelle vocation.

Avec le soutien de Faouzia Hariche, Echevine de l’Instruction publique, de la Jeunesse et des Ressources humaines de la Ville de Bruxelles.

© Georges De Kinder

TOUR À PLOMB / HAGELTOREN

Het Centrum Hageltoren is een buurtcentrum van de Jeugddienst van de Stad Brussel, dat bestemd is voor verschillende vormen van reflectie, expressie en creatie, of het nu gaat om culturele, sociaal-culturele, artistieke of sportieve activiteiten. Als wijkinfrastructuur staat de Hageltoren in de eerste plaats ter beschikking van de Brusselaars en meer bepaald van de inwoners en de georganiseerde groepen (verenigingen zonder winstoogmerk, openbare diensten en instellingen...) van de Bloemenhofwijk.

De site van de Hageltoren werd in 1832 gebouwd in hartje Brussel, naast het kanaal Brussel-Charleroi. Dit industriële complex bevatte waarschijnlijk een kruitmagazijn en werd vervolgens ingericht voor de productie van lood(hagel) met de bouw van een gieterij en, vanaf 1898, ook een toren. Het complex ging discreet op in het Brusselse stadslandschap en werd vanaf 1873 eigendom van de firma “Pelgrims et Bombeeck”, die in de jaren 1930 fuseerde met de “Fabriques d’Overpelt-Lommel et Corphalie” tot “Metallurgie HobokenOverpelt”. Nadat het in onbruik was geraakt sinds 1961-62, en nadien slechts gedeeltelijk gebruikt werd door het Institut des Arts et Métiers en het Institut Bischoffsheim sinds 1975, en door het Institut De Mot-Couvreur vanaf de jaren 2000, was het complex op zoek naar een nieuwe invulling.

Met de steun van Faouzia Hariche, Schepen van Openbaar Onderwijs, Jeugd en Human Ressources van de Stad Brussel.

The Tour à Plomb is a local centre belonging to the Department of Youth of the City of Brussels and dedicated to various forms of reflection, expression and creation, whether cultural, socio-cultural, artistic or in sports.

As part of the local infrastructure, the Tour à Plomb Centre is primarily at the disposal of the inhabitants of Brussels, more specifically for the residents and structures (non-profit organisations, public services, institutions, etc.) of the Jardin aux Fleurs district.

Built in 1832 in the heart of the city and next to the Brussels-Charleroi canal, the Tour à Plomb site is an industrial complex probably used as a magazine to stock gunpowder.

Later it was adapted for the manufacture of lead with the construction of a foundry and a tower in 1898. A discreet feature of the Brussels urban landscape, the complex was from 1873, the property of the company Pelgrims et Bombeeck, who merged in the 1930s with the Fabriques d’Overpelt-Lommel et Corphalie to become Métallurgie Hoboken-Overpelt. Disused since 1961-62, then partially occupied by Arts et Métiers and the Bischoffsheim Institute from 1975 and by the De Mot-Couvreur Institute in the 2000s, the complex has been waiting for a new function…

With the support of Faouzia Hariche, Alderman for Public Education, Youth and Human Resources of the City of Brussels.

41

THE WUNDE

ERKAMMER OF POLYPHONY

© Koen Broos

MUSIC - POLYPHONY CONTEMPORARY ART COLLECTION

The Wunderkammer of Polyphony Graindelavoix Björn Schmelzer (musical direction), Clara Brunet, Teodora Tommasi, Albert Riera, Andrew Hallock, Andrés Miravete, Adrian Sîrbu, Arnout Malfliet, Tomàs Maxé MUSICAL PROGRAMME Works by Guillaume de Machaut, Solage, Alexander Agricola, Antoine Brumel, Nicolas Gombert, Cipriano De Rore and Carlo Gesualdo

Friday 8 October 2021 18.30 / 20.30 1 hour Vanhaerents Art Collection Rue Anneesssens 29, 1000 Bruxelles Anneesssensstraat 29, 1000 Brussel

44

Ce programme est fondé sur l’idée que les répertoires polyphoniques de la fin du Moyen Âge et de la Renaissance étaient le pendant musical des plus importantes collections d’art européennes. À la fin du XIVe siècle, le duc de Berry n’était pas seulement un collectionneur d’art passionné possédant un vaste cabinet de curiosités, mais il encourageait également les compositeurs à écrire des polyphonies excentriques considérées comme des mirabilia ou des “merveilles”.

Au XVIe siècle, des femmes influentes telles que Marguerite d’Autriche et Marguerite de Parme ont fait inscrire la polyphonie d’avant-garde dans des livres de chœur qui faisaient partie de leur collection d’art. Et si cette polyphonie renaissait dans une collection d’art contemporain renommée à Bruxelles ?

Le public est invité à faire l’expérience directe de cette résonance entre des œuvres d’art et des “meraviglie” musicales exceptionnelles.

Les chanteurs de Graindelavoix se produisent à différents endroits de la collection d’art. Le public peut les suivre et même changer de point de vue en écoutant des compositions de Guillaume de Machaut, en passant par Alexander Agricola et Jacob Obrecht jusqu’à Cipriano de Rore et Carlo Gesualdo.

Dit programma vertrekt van het idee dat polyfone repertoires in de late middeleeuwen en de renaissance de muzikale tegenhanger zijn van de belangrijkste Europese kunstcollecties en -verzamelingen. In de late 14de eeuw was de hertog van Berry niet alleen een verwoed kunstverzamelaar met een uitgebreid rariteitenkabinet, hij stimuleerde ook componisten tot het componeren van excentrieke polyfonie die als mirabilia of “merveilles” werden beschouwd.

In de 16de eeuw zijn het invloedrijke vrouwen zoals Margaretha van Oostenrijk en Margaretha van Parma die naast hun kunstverzameling avant-garde polyfonie lieten noteren in koorboeken die deel uitmaakten van de kunstverzameling. En wat als deze polyfonie opnieuw tot klinken wordt gebracht in een gerenommeerde hedendaagse Brusselse kunstcollectie? Het publiek kan de ervaring van deze resonantie tussen kunstwerken en uitzonderlijke muzikale ‘meraviglie’ aan den lijve ondervinden. De zangers van Graindelavoix stellen zich op verschillende plaatsen in de kunstcollectie op. Het publiek kan hen daarbij volgen en zelfs van perspectief veranderen bij het beluisteren van composities van Guillaume de Machaut, over Alexander Agricola en Jacob Obrecht tot Cipriano de Rore en Carlo Gesualdo.

This programme is founded on the idea that the polyphonic repertoire from the end of the Middle Ages and the Renaissance period was the musical counterpart to the most important collections of European art.

Towards the end of the fourteenth century, the Duke of Berry was not only a passionate collector of art possessing a vast cabinet of curiosities, he also encouraged composers to write works of eccentric polyphony known as “mirabilia” or “marvels “.

In the sixteenth century, influential women such as Margaret of Austria and Margaret of Parma had this avant-garde polyphony inscribed in the choir books that were part of their art collections.

And if this polyphony were to be reborn within a renowned contemporary art collection in Brussels? The public can feel for themselves the resonance between the works of art and this exceptional music, these “meraviglie”. The singers of Graindelavoix will perform from different positions within the art collection.

The public can follow them and even change their viewpoint whilst listening to compositions by amongst others; Guillaume de Machaut, Alexander Agricola, Jacob Obrecht, Cipriano de Rore and Carlo Gesualdo.

45

La Vanhaerents Art Collection est une collection unique d’art contemporain, rassemblée par Walter Vanhaerents et ses enfants Els et Joost. Elle bénéficie de l’approche de collectionneur très personnelle de ses fondateurs, ainsi que de leur passion commune pour l’art novateur et provocateur.

Les origines de la collection d’art Vanhaerents remontent aux années 1970, lorsque le jeune Walter Vanhaerents a commencé à acquérir ses premières œuvres d’art. Rassemblant des pièces considérées comme extrêmement farouches et radicales à l’époque, il a établi les bases d’une collection qui compte aujourd’hui parmi les plus prestigieuses du monde. La collection reflète profondément la diversité et la vitalité des pratiques artistiques actuelles. Des artistes établis et émergents sont représentés, à travers divers médias, 46

notamment la peinture, le dessin, la sculpture, l’installation, la photographie et la vidéo.

La collection d’art Vanhaerents occupe un local industriel de trois étages datant de 1926.

L’ancien entrepôt sanitaire, d’une superficie totale de 12000 m2, a été réaménagé en un espace d’exposition, de stockage et de bureaux par le cabinet d’architecte belge Robbrecht et Daem. À l’occasion de son dixième anniversaire, la Collection d’art Vanhaerents a décidé de modifier radicalement la manière dont elle présente ses collections au public. En liant de manière expérimentale la présentation et la gestion quotidienne des œuvres d’art, elle opte pour le format d’un dépôt de visionnage dans lequel l’esthétique et la fonctionnalité s’entremêlent naturellement.

Photos interdites.

© Vanhaerents Art Collection, Brussels

VANHAERENTS ART COLLECTION

De Vanhaerents Art Collection is een unieke en brede hedendaagse kunstverzameling, samengesteld door Walter Vanhaerents en zijn kinderen Els en Joost. De collectie kwam tot stand dankzij de hoogst persoonlijke verzamelaanpak van haar stichters, en hun gedeelde passie voor nieuwe en provocerende kunst.

De wortels van de collectie gaan terug tot de jaren 70. Door voornamelijk stukken te kopen die destijds werden aanzien als extreem en radicaal, tekende Walter Vanhaerents de blauwdrukken uit van een collectie die nu tot de meest prestigieuze ter wereld behoort. De collectie geeft een kernachtig overzicht van hedendaagse kunstrichtingen en evolueert voortdurend: zowel gevestigde kunstenaars als jonge opkomende artiesten vinden er een onderkomen.

De Vanhaerents Art Collection is gehuisvest in een industrieel pand met drie verdiepingen uit 1926. Het voormalige sanitaire magazijn, met een totale oppervlakte van 12.000 m², werd door het toonaangevende Belgische architectenbureau Robbrecht en Daem omgebouwd tot een loftachtige tentoonstellings-, opslag- en kantoorruimte.

Naar aanleiding van haar tienjarig bestaan besliste de Vanhaerents Art Collection om de manier waarop ze haar collectie aan het publiek voorstelt radicaal te wijzigen.

Door de presentatie en het dagelijks beheer van de kunstwerken op een experimentele manier met elkaar te verbinden, opteert ze voor het formaat van een kijkdepot waarin esthetiek en functionaliteit op een natuurlijke wijze met elkaar verweven zijn.

Foto’s niet toegestaan.

The Vanhaerents Art Collection is a unique and comprehensive collection of contemporary art, assembled by Walter Vanhaerents and his children Els and Joost. It enjoys the individual approach to collecting of its founders, as well as their shared passion for new and provocative art.

The origins of the Vanhaerents Art Collection date back to the 1970s when a young Walter Vanhaerents began amassing his first works of art. Gathering pieces that were considered extremely fierce and radical at the time, he laid the groundwork for a collection that nowadays ranges among the most prestigious worldwide. The collection profoundly reflects the diversity and vitality of current art practices.

Both established and emerging artists are represented in its holdings, with works in various media, including painting, drawing, sculpture, installation, photography and video.

The Vanhaerents Art Collection occupies a three-floor industrial premises built in 1926.

The former sanitary warehouse, covering a total surface of 38,000 square feet, was repurposed into a lofty exhibition, storage and office space by the leading Belgian architecture firm Robbrecht and Daem.

On the occasion of its tenth anniversary, the Vanhaerents Art Collection has decided to radically alter the ways in which it introduces its holdings to the public. Experimenting with innovative ways of linking the presentation and daily management of artworks, it has adopted the format of a viewing depot that naturally lets aesthetics and functionality intertwine.

Pictures not allowed.

47

URBAN BE

EETHOVEN © Jacques Philippet

MUSIC - HIP HOP DANCE LIGHT - DIGITAL ART

Urban Beethoven Nima Sarkechick, piano and conception Urban-Beethoven Hervé Sika, dance The string orchestra of the Royal Conservatoire of Brussels Shirly Laub, musical direction LES YEUX D’ARGOS Marie Langlois, author and founding artist Thomas Zaderazky, programming Olivier d’Encausse, construction and stage manager

Saturday 9 October 2021 19.00 / 20.30 1 hour See U Brussels Rue Fritz Toussaint 8, 1050 Ixelles Fritz Toussaintstraat 8, 1050 Elsene

50

Urban Beethoven© est un dialogue entre la musique pour piano et orchestre de Beethoven, donnée par Nima Sarkechik, et l’orchestre à cordes du Conservatoire Royal de Bruxelles dirigé par Shirly Laub, ainsi que d'autres artistes venus d’univers comme la danse hip hop et l’art numérique.

Ce concept créé par Nima Sarkechik invite à la communication entre les langages aux identités plurielles, insufflée par la musique dite classique, en dépit des différences de grammaire, vocabulaire et autres contours propres à chacun de ces idiomes : une recherche de liens sans hiérarchie entre les arts, et donc entre les personnes.

Par-delà les pudeurs et les craintes de ne pas être compris, par-delà les préjugés qu’elles génèrent, réside un monde où la rencontre s’opère.

Par la rencontre de la différence, des liens sans hiérarchie se dessinent : une confiance humaine réciproque, condition du dialogue dans le mélange des langages artistiques.

30 secondes de votre corps est une création originale de la compagnie Les Yeux d’Argos réalisée à partir des mouvements en boucle chorégraphiés par Hervé Sika pour le spectacle Urban Beethoven©.

Une chorégraphie s’impose où les mouvements des corps se répètent à l’infini. Cette création collective est un hymne à la liberté des corps, à la rencontre et au partage dont nous avons été privés lors du confinement‑.

Urban Beethoven© is een dialoog tussen Beethovens muziek voor piano en orkest, uitgevoerd door Nima Sarkechik en het strijkorkest van het Koninklijk Conservatorium van Brussel onder leiding van Shirly Laub, en kunstenaars uit de wereld van hiphop en digitale kunst.

Dit concept van Nima Sarkechik wil, geïnspireerd op de zogenaamde klassieke muziek, een communicatie tot stand brengen tussen talen met meervoudige identiteiten, en dit ondanks de verschillen in grammatica, woordenschat en kenmerken: een zoektocht naar verbindingen tussen de kunsten, en bijgevolg tussen mensen.

Voorbij de schroom en de angst om niet begrepen te worden, schuilt er een wereld waar een ontmoeting kan plaatsvinden die banden zonder hiërarchie schept: een wederzijds menselijk vertrouwen, voorwaarde voor een dialoog tussen de verschillende artistieke talen.

30 seconds of your body is een originele creatie van het gezelschap Les Yeux d'Argos, gebaseerd op de in een loop gezette live bewegingen die door Hervé Sika zijn gechoreografeerd voor de voorstelling Urban Beethoven©.

Zo ontstaat een choreografie waarbij de bewegingen van de lichamen zich eindeloos herhalen. Deze collectieve creatie is een lofzang op de vrijheid van onze lichamen, op de ontmoeting en de uitwisseling, zaken waarvan wij tijdens de lockdown verstoken waren.

Urban Beethoven© is a dialogue between Beethoven’s music for piano and orchestra, performed by Nima Sarkechik with the String Orchestra of the Royal Conservatoire of Brussels directed by Shirly Laub, and other artists from the different universes of hip hop and digital art.

The concept imagined by Nima Sarkechik invites communication between these languages with multiple identities, inspired by so-called classical music and in spite of differences in the grammar, vocabulary and other codes unique to each of these idioms: the aim is to create a connection without hierarchy between the arts, and thus also between people.

Beyond the fear of being misunderstood and beyond prejudices, resides a world of creative confluence. Through this meeting with difference, connections are made without hierarchy, resulting in mutual confidence, a condition of dialogue between a mix of artistic languages.

30 secondes de votre corps an original creation by the company Les Yeux d’Argos based on the looped movements choreographed by Hervé Sika for the show Urban Beethoven©. A choreography emerges when the movements of the bodies are repeated ad infinitum. This collective creation is a hymn to the freedom of human bodies, to meeting and to sharing, of which we have been so deprived during this period of confinement.

51

See U est la phase de gestion transitoire du projet Usquare.brussels qui prend place dans l’ancienne caserne de gendarmerie située rue Fritz Toussaint à Ixelles. La caserne de gendarmerie, de style éclectique et d’inspiration néo-Renaissance française, a été construite en 1909. Elle abritait non seulement les logements de la troupe, un vaste mess et des écuries mais aussi des salles de cours, une bibliothèque et une piste d’obstacles pour la formation des cavaliers. Au centre de l’ensemble se trouve le manège qui est un bâtiment de plain-pied sous toiture en bâtière.

52

© Eric Danhier

SEE U BRUSSELS

Situé sur un site de 45.000 m², See U est aujourd’hui la plus grande occupation temporaire de Belgique synonyme d’innovation sociale et durable, d’apprentissage et d’expérimentation.

Plus de 100 porteurs de projets animent le site au quotidien. On y retrouve des projets issus du monde associatif, économique, culturel, universitaire ou encore éducatif. Grâce aux nombreux projets présents sur le site, See U prend l’allure d’un nouveau quartier éphémère et convivial avec des événements culturels, un cinéma, un marché bio hebdomadaire, un potager, des cours de danse et de yoga, un vélodrome, un atelier vélo, un café poussette et pleins d’autres activités pour tous les âges !

See U is een tijdelijk project in afwachting van de realisatie van Usquare.brussels, de nieuwe stadswijk in de voormalige Fritz Toussaint Kazerne te Elsene. De rijkswachtkazerne, in eclectische stijl en met Franse neo-renaissance inspiratie, werd gebouwd in 1909. Het complex omvatte niet alleen de verblijfplaatsen voor de troepen, een grote eetzaal en paardenstallen, maar ook collegezalen, een bibliotheek en een hindernissenparcours voor de opleiding van de ruiters. Centraal in het complex staat de manege met een zadeldak.

Gelegen op een site van 45.000 m² is See U vandaag de grootste tijdelijke bezetting in België. Het project focust op sociale en duurzame innovatie, leren en experimenteren.

Er zijn meer dan 100 initiatiefnemers die voor nieuw leven zorgen op de site. Het zijn projecten uit de verenigings-, economische, culturele, academische of educatieve wereld. Dankzij de verscheidenheid van projecten op de site, ziet See U er uit als een kleine wijk met culturele evenementen, een cinema, een wekelijkse biomarkt, een moestuin, dans en yoga lessen, een velodroom, een fietsatelier, een café poussette en allerlei activiteiten voor het hele gezin!

See U is the transitional phase of the Usquare. brussels project that takes place on the site of the former Fritz Toussaint barracks in Ixelles.

The gendarmerie headquarters, with its eclectic style and French neo-Renaissance inspiration, was built in 1909. It housed not only the troop quarters, a large mess hall and stables, but also classrooms, a library and an obstacle course for training riders.

At the centre of the complex is an equestrian centre with a gabled roof.

See U is the largest temporary occupation in Belgium based on a site of 45.000 m² completely dedicated to innovation, sustainability and education. A community of more than 100 project leaders drives the site daily. There are projects from the associative, economic, cultural and educational world.

Thanks to the wide variety of projects present on the site, See U takes on the appearance of a new ephemeral district, open to the neighbourhood including cultural events, a cinema, a weekly market, dance and yoga classes, a velodrome, a bike repair shop, a ‘café-poussette’ and many other activities for the whole family.

53

C#2 DUO FOR ORGANETTO AND COMPUTER

© Pietro Castello

MUSIC - TECHNOLOGY

C#2 Cindy Castillo, organetto Pierre Slinckx, composition and electronics Jean-François Lejeune, sound engineer

Sunday 10 October 2021 16.00 / 18.00 40 min Atelier Colpaert Rue Monrose 33-35, 1030 Schaerbeek Monrosestraat 33-35, 1030 Schaarbeek

56

C#2 est la rencontre de deux instruments que tout semble séparer : l’organetto et l’ordinateur.

Le premier est un orgue miniature portatif. Cet instrument très en vogue du moyen-âge à la renaissance est ensuite tombé dans l’oubli.

Par sa taille mais aussi par sa sonorité fragile et intime, l’organetto se situe à l’opposé du gigantisme des grands orgues. Le second apparaît alors que le premier n’est plus qu’un objet de musée. Son potentiel musical est infini.

Après avoir créé le monumental duo C#1 pour grand orgue et ordinateur, sorti en 2019 sous le label Cyprès, Cindy Castillo et Pierre Slinckx poursuivent leur exploration de l’orgue sous un nouvel angle : celui du nomadisme.

C#2 is de ontmoeting van twee instrumenten die op het eerste zicht in niets op elkaar lijken: de organetto en de computer. De organetto is een draagbaar miniatuurorgel.

Dit instrument was zeer populair van de Middeleeuwen tot de Renaissance, maar raakte daarna in de vergetelheid. Door zijn omvang, maar ook door zijn broze en intieme klank staat de organetto lijnrecht tegenover het gigantisme van de grote orgels.

De computer daarentegen ontstond op een moment waarop de organetto al lang een museumobject geworden was. Zijn muzikale mogelijkheden zijn oneindig.

Na de creatie van het monumentale duo C#1 voor groot orgel en computer, in 2019 uitgebracht door het label Cyprès, zetten Cindy Castillo en Pierre Slinckx hun verkenning van het orgel voort vanuit een nieuwe invalshoek, het nomadisme.

© Monuments & Sites Bruxelles

C#2 is the encounter of two instruments that everything seems to separate: the organetto and the computer. The first is a portable miniature organ. This instrument was very popular from the Middle Ages to the Renaissance, but then fell into oblivion.

By its size but also by its fragile and intimate sound, the organetto is the opposite of the gigantism of the big organs. The second (the computer) appears while the first has become nothing but an object in a museum.

The musical potential is infinite.

After creating the monumental duo C#1 for great organ and computer, released in 2019 on the Cyprès label, Cindy Castillo and Pierre Slinckx continue their exploration of the organ from a new angle, that of nomadism.

L’atelier est érigé à l’aube des années 30 (le permis date de juillet 1929) sur base des plans de l’architecte A. Deboodt, pour le maître verrier Florent Prosper Colpaert (1886-1940). La carrière de celui-ci est lancée par la réalisation des lanterneaux de l’Hôtel de Ville de Schaerbeek durant la première guerre mondiale. Il collabore ensuite avec des artistes de renom dont Anto Carte à qui il enseigne l’art du vitrail. Son fils, Jacques Colpaert (1923-1992), qui a réalisé un vitrail ornant le hall d’entrée, a 17 ans lorsqu’il succède à son père. Il développera un style personnel dans les années 50 jusqu’en 1975 lors de la fermeture de l’atelier.

Large de 12m, marquée d’une saillie triangulaire à l’étage, la façade de style Art Déco teintée de « Stijl » cache un autre univers. Le 58

complexe se compose en effet d’un bâtiment à rue agencé autour d’une élégante cage d’escalier sous lanterneau et d’un bâtiment arrière, l’atelier. Se développant sur 8m de haut, celui-ci est éclairé par trois baies en dent de scie orientées parfaitement au Nord pour capter cette lumière privilégiée par les artistes. Étagé sur deux niveaux, il conserve les casiers de stockage, le dallage d’époque, les dalles de verre et le gardecorps tubulaire.

En 1992, les architectes De Smet et Whalley achètent le bâtiment qu’ils cèdent aux architectes Accarain et Bouillot en 2016. Peu modifié au cours des années, l’atelier offre toujours volume, espace, lumière et harmonie et recèle de précieuses archives.

Texte d’E. Dubuisson, historienne de l’art.

© Monuments & Sites Bruxelles

ATELIER COLPAERT

Het atelier werd in het begin van de jaren 30 naar het ontwerp van architect A. Deboodt gebouwd voor meester-glazenier Florent Prosper Colpaert (1886-1940). De carrière van Colpaert begon zijn carrière met de realisatie van de lichtkoepels van het stadhuis van Schaarbeek tijdens de Eerste Wereldoorlog. Vervolgens werkte hij samen met gerenommeerde kunstenaars, waaronder Anto Carte, aan wie hij de kunst van het glas-in-lood leerde. Zijn zoon, Jacques Colpaert (1923-1992), die een glas-in-loodraam in de inkomhal maakte, was 17 jaar oud toen hij zijn vader opvolgde. Vanaf de jaren vijftig ontwikkelde hij zijn eigen persoonlijke stijl. Het atelier sloot in 1975.

Achter de 12 meter brede art-decogevel, gekenmerkt door een driehoekige uitsprong op de eerste verdieping en met invloeden van ‘De Stijl’, schuilt een ander universum. Het complex bestaat uit een straatwoning rond een elegante trap met lichtkoepel en een achtergebouw, het atelier. De werkplaats is meer dan 8 meter hoog, met een perfect naar het noorden gerichte, volledig beglaasde achtergevel en een voor kunstenaars optimale lichtinval. De ruimte, die zich uitstrekt over twee bouwlagen, omvat de oorspronkelijk stockageruimtes. De vloer in terracottategels en glasstenen, en de buisreling springen in het oog.

In 1992 kochten de architecten De Smet en Whalley het gebouw en verkochten het in 2016 aan de architecten Accarain en Bouillot.

Het atelier, dat waardevolle archieven bevat, is in de loop der jaren nauwelijks veranderd en heeft zijn oude volume, ruimte, licht en harmonie behouden.

Tekst van E. Dubuisson, kunsthistorica.

The studio was built in the 1930s (with permits dating back to July 1929) based on a design by architect A. Deboodt for the master glassmaker Florent Prosper Colpaert (1886-1940). His career was launched with his designs for the stained glass in Schaarbeek City Hall during the First World War. He also collaborated with renowned artists such as Anto Carte, to whom he would later teach the art of stained glass.

His son, Jacques Colpaert (1923-1992), made the stained glass window adorning the studio’s entrance hall at the age of 17, having already succeeded his father. He would continue to develop his personal style from the 1950s until 1975 when the studio closed.

Twelve meters wide with a striking triangular overhang on the first floor; the facade of this Art Deco building tinged with “Stijl” hides another universe. The complex is composed of a building arranged around an elegant stairwell under a skylight with another building behind it, which is the studio. Over eight meters high, the studio is illuminated by three saw-tooth bay windows perfectly oriented towards the north to capture this light preferred by artists. Constructed on two levels, it contains original storage lockers, floor tiles, glass panes and tubular railings.

In 1992, architects De Smet and Whalley bought the building to eventually sell it on to the architects Accarain and Bouillot in 2016.

Only slightly modified over the years, the studio still provides volume, space, light and harmony and a home to precious archives.

Text by E. Dubuisson, art historian 59

MÉDIATION CULTURELLE CULTURELE BEMIDDELING CULTURAL MEDIATION

RÉALISATION D’ATELIERS QUI DÉCOULENT DU PROJET URBAN BEETHOVEN

WORKSHOPS ROND HET PROJECT URBAN BEETHOVEN

Ce projet avec dimension pluriculturelle et idiomatique artistique, efface les barrières qui séparent le public des artistes et construit des ponts entre le monde classique et ceux qui ne vont jamais voir de concerts. Nima Sarkechik, pianiste porteur du projet Urban Beethoven, et Amèle Metlini, violoniste, invitent à la communication et à la recherche de liens sans hiérarchie entre les arts, et donc entre les personnes.

Dit project met een multiculturele en artistieke dimensie wil de barrières tussen publiek en artiesten opheffen en een brug slaan tussen de wereld van de klassieke muziek en degenen die nooit naar concerten gaan.

Nima Sarkechik, de pianist achter het project Urban Beethoven, en Amèle Metlini, violiste, gaan op zoek naar dialoog en verbinding, zonder hiërarchie tussen de kunsten en tussen de mensen.

Pour ce faire, une collaboration est instaurée avec le centre culturel et sportif Tour à Plomb, des écoles secondaires et des associations du quartier afin d’impliquer dans le projet les enfants et les familles, ainsi que des lieux variés pour créer une relation de proximité avec les habitants et valoriser les maisons des enfants, centres de jeunes, écoles du quartier, maisons de repos et centres de proximité. Le but de ces ateliers est d’éveiller les sens dans un geste artistique commun afin de confronter des publics qui habituellement ne se mélangent pas tout en rendant vivant le patrimoine bruxellois.

Door een nauwe samenwerking met het Sport- en Cultureel Centrum Hageltoren, middelbare scholen en buurtverenigingen worden kinderen en gezinnen bij dit project betrokken. Het doel is om de jeugdcentra, wijkscholen, woonzorgcentra en buurtcentra te valorisen en een nauwere band met de bewoners tot stand te brengen. Deze workshops brengen mensen samen die mekaar anders niet ontmoeten en zorgen voor een gemeenschappelijke artistieke ervaring die de zintuigen prikkelt.

60

WORKSHOPS RELATED TO THE URBAN BEETHOVEN PROJECT This project with a multicultural and artistic dimension seeks to lift the barriers between audience and artists, bridging the gap between the world of classical music and those who never go to concerts. Nima Sarkechik, the pianist behind the Urban Beethoven project, and Amèle Metlini, a violinist, initiate a dialogue and aim to find a connection without hierarchy between the arts and between people.

Through close cooperation with the Sports and Cultural Centre Tour à Plomb, secondary schools and neighbourhood associations, children and families are involved in this project. The aim is to valorise youth centres, district schools, residential care centres and neighbourhood centres and to create a closer bond with the residents.

The workshops intend to stimulate the senses during a shared artistic experience and to bring together an audience that does not usually meet. © Sabina Leysen

Tickets PRIX STANDARD - STANDAARD PRIJZEN - STANDARD PRICES ɤ ɤ ɤ ɤ ɤ ɤ

BALSAM L’Offrande Musicale Misia in concert Schwanengesang, un cycle?

Forme(s) de vie The Wunderkammer of Polyphony

18€ 13€

VOORVERKOOP Basisprijs 18€ Verminderd tarief* 13€

PRE-SALE Full price 18€ Reduced price* 13€

SUR PLACE Prix plein 20€ Tarif réduit* 15€

TER PLAATSE Basisprijs 20€ Verminderd tarief* 15€

AT THE VENUE Full price 20€ Reduced price* 15€

PRÉVENTE Prix plein Tarif réduit*

* Reduced price: -26 years old, +65 years old, job seekers

PRIX SPÉCIAUX - SPECIALE TARIEVEN - SPECIAL PRICES ɤ Urban Beethoven ɤ C#2

13€ 13€

OÙ ACHETER - VERKOOPPUNTEN - WHERE TO BUY BIP Brussels Info Place Rue royale 2-4 Koningsstraat, 1000 Brussels Grand Place - Grote Markt, 1000 Brussels

VISITES GUIDÉES GELEIDE BEZOEKEN GUIDED TOURS 62

Online www.festival-artonov.eu

Info - Nous respectons les mesures sanitaires en vigueur au moment du festival.

- Veuillez consulter la page “INFOS COVID-19” du site du festival avant le spectacle.

- Le public sera installé 15 minutes avant chaque spectacle. Les retardataires ne seront pas acceptés.

- Tijdens het festival respecteren we de geldende veiligheidsmaatregelen.

- Gelieve voor de voorstelling de pagina ‘INFO COVID-19’ te raadplegen op de website van het festival.

- De plaatsen worden 15 minuten voor aanvang van de voorstelling toegewezen. Laatkomers worden niet meer toegelaten.

- We follow the public health measures in effect at the time of the festival.

- Please check the webpage “FAQ Corona protective measures” on the festival’s website before the performance.

- The public will be seated 15 minutes before the start of the performance.

Latecomers will not be allowed to enter.

CONTACT

FOLLOW US

festival.artonov@gmail.com

@festivalartonov

+32 486 44 57 25 +32 468 12 17 74 www.festival-artonov.eu Réalisé avec l’aide de la Fédération Wallonie-Bruxelles Administration générale de la Culture, Service de la Musique Avec le soutien de visit.brussels et de la Région de Bruxelles-Capitale Ne pas jeter sur la voie publique ILLUSTRATION Riccardo Guasco GRAPHIC DESIGN Mr. Clinton ED. RESP. V. Casale, Rue de Praetere 14, 1050 Bruxelles

63

© DYOD

AVEC LE SOUTIEN DE · MET DE STEUN VAN · WITH THE SUPPORT OF