Getuigen h1

Het getuigen, niet het overtuigen, is de plicht waarvan de verantwoordelijkheid ons opgelegd is.

Met het oog opwaarts valt dit getuigenis geven licht.

8

9

Het belijden is het uitkomen voor de waarheid op het punt waar de verdediging bezwaar heeft en waar het belijden met lijden vergezeld gaat.

10

De Dordtse theologie is niets meer of minder dan de theologie der Hervorming; de theologie van onze vaderen, zoals ze bij het licht van het Evangelie en bij het schijnsel der brandstapels is ontstaan.

11

Het wezenlijk Evangelie, al behoudt men fraaie bewoordingen, gaat teniet, zodra de Persoon van de Zaligmaker in de schaduw raakt.

12

In het Gode gehoorzamen ligt de grondslag van vrijheid en van gezag. Dit is de hoeksteen, ook voor staats- en volkenrecht.

13

Predik het Evangelie aan alle creaturen, is de last die Christus aan allen die in Hem geloven, opgelegd heeft. Het is een bevel waaraan ook in de wetenschap kan en moet worden voldaan.

14

De vrijheid bloeit in de schaduw van het christelijk geloof.

15

Is de belijdenis afgeschaft, dan is de Kerk niet meer te herkennen.

16

Het lichaam der kerk is ziek: dit organisme moet genezen en dat zonder amputatie.

17

Zonder de Heilige Schrift blijft de wereldgeschiedenis een raadsel; daarentegen, door het geloof weten wij haar inhoud en doel: de vervulling van de Paradijsbelofte.

18

Hoe is het mogelijk in een land als ons land, kinderen te onderrichten zonder God in de geschiedenis? Wat was ons land, had Hij het niet aangezien en gezegend?

19

Er ligt ook thans in vrijmoedige belijdenis van uw overtuiging een vermogen, waarvan de werking alleen aan Hem, Die de wasdom geeft, bekend is.

20

21