Hij weet raad
M.A. Groeneweg-de Reuver Hij weet raad Š B.V. Uitgeverij De Banier, 2013 Omslagontwerp en vormgeving: Albert Bloemert ISBN 978 90 336 04041 NUR 700 www.debanier.nl Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Gedichten
Hij weet raad M.A. Groeneweg-de Reuver
Inhoud Hij weet raad Vrucht dragen Zo gaat het goed Zie dan omhoog Vaderlijke kastijding Heb dank Keer je om, naar Hem (voor de jeugd) Nooit meer een tranendal De zuivere Bron Ga dan tóch God is getrouw Geen haat meer Op Zijn tijd Zijn beeld gelijk Samen onderweg Ik ben gedoopt Alleen bij ’t kruis Niets van ons Nooit meer nacht Als het tarwegraan Dat velen zullen komen Eeuwig zalig Grotere dingen Mijn kind, kom in Naar ’t heerlijk land Nog is er genâ
6 7 8 9 10 12 13 14 16 17 19 20 22 23 24 26 27 28 29 31 32 34 35 36 37 38
O, Heiland, dank Op doorreis In beproeving Advent Daar stond een kruis Peilloos diep Het offer van de Vader Bad Hij te ernstiger Blijf kijken Vader, vergeef het hun Kom, geven wij Hem glorie Onder Zijn zegenende handen Volhardend bidden Het eindpunt komt
39 40 41 43 44 45 46 47 48 50 52 53 54 55
Hij weet raad 6
Als het zo onmoog’lijk is, u niet weet hoe God te vinden en uw ziel in diep gemis raad en sterkte zoekt bij vrinden, maar ook zij geen hulpe biên, waarheen zult u dan toch vliên? Arme zoeker, weet u ’t niet? Als ’t onmoog’lijk is bij mensen en je nergens uitkomst ziet, mag je ’t ál van Jezus wensen. Vlucht tot Hem, want Hij weet raad, als uw eigen hoop vergaat. Hoor Zijn vriendelijke stem. Ga tot Jezus met uw noden. Wie zijn zorgen bracht bij Hem, heeft Hij steeds Zijn hulp geboden. Hij alleen, ja, Hij weet raad, als al d’ eigen hoop vergaat.
Vrucht dragen Wat zou ik, Heer’, graag vruchten willen dragen. Voor al Uw liefde wil ik U behagen. Maar steeds ervaar ik tot mijn groot verdriet: Geen enk’le vrucht uit mij, ik vind ze niet. Al wat ik doen wil is bevlekt met zonden. U zegt: “Uw vrucht wordt slechts uit Mij gevonden.” Dat deze wetenschap mij tot U drijft, opdat de rank in U, de Wijnstok, blijft. Een rank die in de wijnstok blijft zal bloeien. Zeer schone vruchten zullen daaraan groeien. U bent de wáre Wijnstok, zuiver, rein. Laat mij als rank in U geworteld zijn. Want zo alleen kan ik mijn God behagen. Doe mij uit U, Heer’ Jezus, vruchten dragen en reinig mij, dan groeien er nog meer. Zo zal mijn leven zijn tot Vaders eer. Uit Johannes 15
7