1 September, 1857
G
isteren, toen het zeker was dat hun schip zou vergaan, hadden Laura en John Foster elkaars handen vastgegrepen, net als op hun bruiloft drie weken geleden. Ze hadden elkaar een belofte gedaan: als het uiteindelijk zover was, zouden ze samen overboord springen en in de golven verdwijnen. Eén snelle inademing van water. Het zou geen zelfmoord zijn. God had immers al besloten dat dit hun laatste dag op aarde was. Maar zo was het niet gegaan. Laura leefde nog en ze was alleen. Hoogstwaarschijnlijk was John inmiddels omgekomen, samen met de anderen. Laura had even geen tranen meer over en hief haar hoofd op om te kijken naar de andere vrouwen. De gezichten waren nauwelijks te onderscheiden. Koud en nat zaten ze daar, stil voor zich uit huilend of starend in het niets. Hun blik in rouw naar binnen gekeerd. De mannen uit hun leven – echtgenoten, broers, vaders – waren allemaal weg. Het kleine beetje licht van de lantaarn deinde mee op de rollende golven en bracht de vrouwen steeds even in de schaduw, waardoor ze spookverschijningen leken. 5