Beginnen bij het begin fiom 2017 teaser

Page 1

kijken met de gedachte: “Ik weet iets van jou wat jij niet weet”.’

We hebben allemaal het recht om onze ontstaansgeschiedenis te kennen. Als we weten hoe we zijn verwekt, helpt dat ons om te begrijpen wie we zijn. Maar hoe en wanneer informeer je je kind over donorconceptie? Wanneer is het een goed moment om erover te beginnen? Hoe sluit je aan bij de leeftijd en de ontwikkeling van je kind? En hoe kan je kind reageren? Dit boek laat zien hoe je met deze vragen kunt omgaan, met aparte hoofdstukken voor verschillende leeftijdsgroepen en met ervaringen van ouders, kinderen en donoren. Behalve voor ouders is dit boek ook zinvol voor donorkinderen en donoren. Daarnaast is het informatief voor professionals, zodat zij weten welke vragen ouders van donorkinderen kunnen hebben en hoe ouders donorconceptie met hun kinderen kunnen bespreken.

Beginnen bij het begin Ouders en kinderen in gesprek over donorconceptie

‘Ik wil mijn kind niet in de ogen

Specialist bij ongewenste zwangerschap en afstammingsvragen

Beginnen bij het begin

Ouders en kinderen in gesprek over donorconceptie


Diny Postema Uitgave: Fiom, 2e herziene druk, 2017 (1e druk 2015) Kruisstraat 1, 5211 DT ’s-Hertogenbosch telefoon: 088 - 126 49 00 e-mail: info@fiom.nl vormgeving: Elzo Smid Ontwerp, Groningen foto’s: Shutterstock Beginnen bij het begin is mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van VWS. © 2017 Fiom en Diny Postema Je bent van harte uitgenodigd de inhoud van dit boek geheel of gedeeltelijk over te nemen indien je de bron vermeldt.

ISBN 9789072137005 NUR 850 fiom.nl

2


Inhoud Voorwoord

6

Inleiding

9

1

Vertellen over afstamming 1.1 Ervaringen van ouders 1.2 Ervaringen van kinderen 1.3 Ervaringen van donoren 1.4 Ervaringen van hulpverleners en onderzoekers

13

2 Voorbereiding 2.1 Ouders en hun verhaal 2.2 De ontwikkeling van kinderen 2.3 De beste leeftijd om het afstammingsverhaal te vertellen 2.4 Angsten overwinnen 2.5 Spanning is normaal

23

3 Taalgebruik 3.1 Donor 3.2 Lichaamsdelen benoemen 3.3 Fasen in taalgebruik 3.4 Speciaal zijn

33

4

Vertellen over afstamming 0-7 jaar 4.1 Baby’s en zuigelingen 4.2 Kinderen van 2 jaar 4.3 Kinderen van 3 tot 4 4.4 Kinderen van 4 tot 7 jaar 4.5 Beginnen met vertellen met 6 of 7 jaar

41

5

Vertellen over afstamming 8-11 jaar 5.1 Kinderen van 8 en 9 jaar 5.2 Kinderen van 10 en 11 jaar 5.3 Voor het eerst vertellen met 8-11 jaar

53

6 Vertellen over afstamming 12-16 jaar 6.1 Donorconceptie en vroege adolescentie 6.2 Houdingsverandering bij jong geĂŻnformeerde adolescenten

61

7 Vertellen over afstamming 17+

65

4


8 In gesprek met anderen 8.1 Familie en vrienden 8.2 School 8.3 Overige betrokkenen

69

9 Kinderen van alleenstaande en lesbische ouders

81

10 Bekende donoren

85

11 Identificeerbare en ‘anonieme’ donoren 11.1 Donorconceptie in het buitenland 11.2 Leren van adoptie

91

12 Genetische verwantschap 12.1 Niet genetisch verwante ouders 12.2 Genetisch verwante ouders

97

13 Vertellen, samen of alleen

103

14 Tips die helpen

107

15

Reacties op de informatie 15.1 De kracht van geheimen 15.2 Wie ben ik? 15.3 Broers en zussen 15.4 Omgaan met verschillen tussen broers en zussen 15.5 De donor

113

16

Zoeken naar genetische banden 16.1 Fiom KID-DNA Databank 16.2 Begeleiding bij matches 16.3 Andere zoekmogelijkheden

123

17 Slotopmerkingen 17.1 Officiële erkenning voor openheid over afstamming 17.2 Kinderen zijn uniek 17.3 Gemengde gevoelens zijn oké 17.4 Slotwoorden van ouders

131

Boeken voor kinderen

137

Literatuur

140

Noten

142

5


1

12


Vertellen

over afstamming

Het aantal donorkinderen en donoren in Nederland is niet precies bekend. Naar schatting zijn er tot 2004 ongeveer 40.000 donorkinderen geboren. Na de invoering van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting zijn er van 2004 tot 2013 in Nederland minstens 7.947 kinderen geregistreerd die zijn geboren met behulp van donorzaad-, eicel- en embryodonatie: (dit betreft alleen de registratie via Nederlandse klinieken).3 Het totale aantal donorkinderen is hoger, omdat wensouders, al dan niet anoniem, ook buiten klinieken om gebruikmaken van spermadonoren en van behande­lingen in buitenlandse klinieken met zaad-, eicel- en embryo­ donoren. Het aantal fertiliteitsbehandelingen neemt nog steeds toe. Evenals het begrip en de ondersteuning voor wensouders als ze zijn aangewezen op deze vorm van conceptie. Toch kunnen ouders moeite hebben met de vraag of ze hun kind willen informeren over hun bijzondere ontstaans­ geschiedenis en zo ja: wanneer en hoe.

13


4

40


Vertellen

over afstamming 0-7 jaar

Kinderen ontwikkelen zich op fysiek, cognitief en emotioneel-sociaal gebied. Elk kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo waarbij de ontwikkeling op de genoemde gebieden niet per se gelijk loopt. Een voorbeeld daarvan is de frustratie die kleuters ervaren als ze een taak proberen te volbrengen die ze nog niet onder de knie hebben, zoals hun veters strikken. De fysieke ontwikkeling gaat door, tenzij die gehinderd wordt door een dramatische gebeurtenis zoals gebrek aan voedsel. Cognitieve, sociale en emotionele ontwikkeling treden op als gevolg van ervaringen. Deze ervaringen beĂŻnvloeden de onzichtbare ontwikkeling van de hersenen. De hersenen van een baby wegen 25% van die van een volwassene. Ze bevatten miljarden cellen, waarvan de meeste nog niet met elkaar zijn verbonden. Via vroege ervaringen, zoals vasthouden, voeden, praten en troosten worden de noodzakelijke verbindingen tussen de cellen gevormd. Hoewel de hersenen van een baby een voortdurend ‘werk in uitvoering’ zijn, wordt de basis van het leren en onthouden gelegd tijdens de vorming van deze verbindingen. Hoe vaker een ervaring wordt herhaald, des te sterker

41


12

96


Genetische verwantschap

12.1 Niet genetisch verwante ouders Voor niet genetisch verwante ouders kan de zin: ‘Jij hebt niets over mij te vertellen, jij bent niet mijn echte vader’ een gevreesde uitspraak zijn. Ondanks de ervaring van ouders dat kinderen en jongeren dit niet vaak gebruiken: iets in die richting kan zeker worden gezegd. Ook voordat de tienerjaren zich aandienen. Het volgende is het verhaal van Charlie, vader van de 6-jarige Charlotte en echtgenoot van Maggie: ‘Op het toppunt van haar aanvalsstrategie om een jong hondje te mogen, ontwierp onze dochter een vragenlijst voor de drie leden van ons gezin, inclusief haarzelf. De vragenlijst bevatte maar één vraag: ‘Mag ik een hondje?’ Met als mogelijke antwoorden: A Ja B Ik zal erover nadenken C Nee Het resultaat: A Ja: 1 Charlotte B Ik zal er over nadenken: 1 Maggie, lafaard C Nee: ik 97


14

106


Tips die helpen

De volgende adviezen zijn samengesteld aan de hand van vele discussies met donorkinderen en hun ouders. Kinderen eerst Zet de emotionele behoeften van je kind op de eerste plaats. Het gaat erom hoe jullie door hem of haar een gezin zijn geworden. Het verhaal over de onvruchtbaarheid kan later worden verteld. Informeer alle kinderen (inclu­ sief de kinderen die via een andere manier dan donorconceptie in je gezin zijn gekomen) hetzij op hetzelfde moment, hetzij apart, maar binnen een kort tijdsbestek. Als je ook jongere donorkinderen hebt die je op een later moment wilt informeren op een manier die past bij hun leeftijd, kijk dan in hoofdstuk 4, over kinderen van 0 tot 7 jaar. Ontwikkelingsfase Houd rekening met de mate van ontwikkeling van je kind en de gevolgen daarvan. Verplaats jezelf in hun positie en vraag je af wat ze van jou nodig hebben. Jij bent de persoon die je kind het beste kent. Als je kind een tiener is, bedenk dan dat het een zeer ik-gerichte periode is in hun leven.

107


kijken met de gedachte: “Ik weet iets van jou wat jij niet weet”.’

We hebben allemaal het recht om onze ontstaansgeschiedenis te kennen. Als we weten hoe we zijn verwekt, helpt dat ons om te begrijpen wie we zijn. Maar hoe en wanneer informeer je je kind over donorconceptie? Wanneer is het een goed moment om erover te beginnen? Hoe sluit je aan bij de leeftijd en de ontwikkeling van je kind? En hoe kan je kind reageren? Dit boek laat zien hoe je met deze vragen kunt omgaan, met aparte hoofdstukken voor verschillende leeftijdsgroepen en met ervaringen van ouders, kinderen en donoren. Behalve voor ouders is dit boek ook zinvol voor donorkinderen en donoren. Daarnaast is het informatief voor professionals, zodat zij weten welke vragen ouders van donorkinderen kunnen hebben en hoe ouders donorconceptie met hun kinderen kunnen bespreken.

Beginnen bij het begin Ouders en kinderen in gesprek over donorconceptie

‘Ik wil mijn kind niet in de ogen

Specialist bij ongewenste zwangerschap en afstammingsvragen

Beginnen bij het begin

Ouders en kinderen in gesprek over donorconceptie


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.