jaarverslag magazine 09 | 10 Verschijnt eenmaal per jaar
Inspiring Creativity
meer slechte ideeën hebt, gaat het
"Als je
met de goede als vanzelf" Seth Godin in Antwerpen
52
+ 24 Innovatiecoördinatoren in het onderwijs 32 Flanders Fashion Institute 38 lorin parys 59 Edward De Bono 65 SOS IDEE
Eerste hulp voor mensen met een idee
Annick gaat ervoor!
Antwerp – Barcelona – Paris – New York
Afscheid na 6 jaar Flanders DC
“We hebben nooit geleerd creatief na te denken over waarde”
Colofon Jaarverslag 2009-2010 Op onze blog vroegen we de Flanders DC leden om hun leukste quote over creativiteit. Vooraan en achteraan in dit jaarverslag krijg je daaruit een kleine selectie.
Charles Mingus: “Making the simple complicated is commonplace; making the complicated simple, awesomely simple, that’s creativity.”
Pascal Cools Algemeen directeur
Edith Vervliet Directeur FFI
Marc Clerkx Senior Project Manager
Koen Peeters Communications Manager
Sara Pieters Manager International Relations
Nora Weytjens Project Manager
Caroline Merckx Project Manager
Agnes Wené Project Manager FFI
Hilde Lamproy Office Manager
Joyce Smet Office Manager FFI
Ann-Katrien Cox Content Manager
Marie Delbeke Project Manager
Jan Bormans Valorisatiemanager
Peter Bertels Project Manager
Mie Demin
Creatieve geesten staan best bovenop de box waarbuiten ze denken. Ubbe Descamps
The best way to predict the future is to create it. Steve Elens
Creativity takes courage An Vandamme
creatie: kunstmaan
Raad van bestuur
(vlnr) Lorin Parys (voorzitter), Chief Operating Officer van Uplace, Koen Allaert, gedelegeerd bestuurder van Flanders Investment and Trade, Carine Moitier, mede-oprichter Bivolino.com en bestuurder van Becommerce, Jaak Geens is strategisch consulent en zaakvoerder van Lybis, Ignace Van Doorselaere, gedelegeerd bestuurder bij lingeriebedrijf Van De Velde/Marie Jo, Stany Boone, bestuurder van Lotus Bakeries en voorzitter van Business Angels Network Vlaanderen, Hilde Vandamme, directeur marketing & externe relaties bij Unizo, Bernard De Potter, administrateur-generaal van het Agentschap Ondernemen, Pascal Cools, algemeen directeur Flanders DC, Isabel De Craene, directeur van Art Cézar en Prof. dr. Leo Sleuwaegen, onderzoeksdirecteur aan de Vlerick School en professor aan de KU Leuven. Niet op de groepsfoto: Griet De Ceuster, raadgever op het kabinet van europarlementslid Kathleen Van Brempt, Paul Hegge, algemeen directeur van Voka – Kamer van Koophandel Halle-Vilvoorde, Veerle Lories, administrateur-generaal van het IWT, Danielle Sioen, bestuurder van Sioen Industries nv en Karl Verlinden, gedelegeerd bestuurder van het farmaceutische familiebedrijf Qualiphar.
Voorwoord
We zitten met z’n allen in de modebusiness nu
Lorin Parys
Met deze boutade maakte marketinggoeroe Seth Godin 1.300 bedrijfsmensen in Antwerpen attent op de steeds snellere cycli en de constante nood aan creativiteit in bedrijven. In welke sector je ook actief bent, je zal meer en meer moeten denken als Dries Van Noten, wil je als bedrijf relevant blijven voor de markt. De boutade van Seth Godin heeft ook betrekking op Flanders DC zelf. In het voorbije werkingsjaar fusioneerden Flanders DC en Flanders Fashion Institute. We vierden dat in de Antwerpse Modenatie met enkele Vlaamse CEO’s op de catwalk, gekleed door Vlaamse modeontwerpers (ontdek wie op p. 6). Flanders Fashion Institute werd een onderdeel van Flanders DC maar blijft haar naam, een sterk merk in de Vlaamse en internationale modewereld, behouden. Het samengaan kadert in het efficiënter inzetten van de middelen voor innovatie en binnen de nieuwe opdracht van Flanders DC om zowel te werken aan het creatiever maken van ondernemend Vlaanderen als aan het ondernemender maken van creatief Vlaanderen. Dat laatste is belangrijk omdat de creatieve industrie een snelgroeier is.
Pascal Cools
Met dit jaarverslag willen we een heel jaar Flanders DC behapbaar maken voor u. U kan onze handel en wandel ondertussen ook volgen op Twitter, maar dit jaarverslag in magazineformaat lijkt ons een handig overzicht. Zo kan u door de bomen het bos zien. Het voorbije werkingsjaar bracht een Bedenkerstentoonstelling, het boek ‘Hoe word ik een bedenker?’ en een nieuwe Bedenkers-Klaseditie. Daarnaast startten we SOS Idee, het loket voor mensen met een idee. Die geven we een handleiding en ook individueel eerstelijnsadvies. Voor creatief Vlaanderen startten we het intersectoraal overleg creatieve industrie, waar 25 organisaties gemeenschappelijke thema’s bespreken en werken aan een gemeenschappelijke visietekst. Dat moet het voor de Vlaamse beleidsmakers makkelijker maken om een beleid voor de creatieve sectoren uit te tekenen. In de delen 1 tot 5 geven we aan wat we van juli 2009 tot juni 2010 hebben gedaan voor onze doelgroepen: beleid, bedrijven, onderwijs, het brede publiek, de creatieve industrie en de modesector. Blader eens door dit jaarverslagmagazine. En contacteer ons met uw vragen, of beter nog: uw ideeën.
Lorin Parys
Pascal Cools
Edith Vervliet
Voorzitter Flanders DC
Algemeen directeur Flanders DC
Directeur Flanders Fashion Institute
Edith Vervliet
3
Inspiring Creativity
hoofdstuk 1
hoofdstuk 2
Algemeen/ Beleid ceo's op de catwalk Afscheid voorzitter FLANDERS DC
Inhoud
reverse mission BARCELONA
4 4
Coverfoto Š Pieter Baert
Breed publiek 6 bedenkerstentoonstelling en boek 22 7 sos idee 8
interview Kris PeEters
10
Overleg creatieve industrie
14
Kenniscentrum
16
24
hoofdstuk 3
hoofdstuk 4
Onderwijs
hoofdstuk 5
Bedrijf
Mode
Flanders DC Fellow Bjorn Accoe
26
IKANDA
28
De bedenkers-klaseditie 30
kwintessens mode
36
FFI-ONTWERPWEDSTRIJDEN 37 showrooms
38
vitrine 2010
42
Innovatiecoรถrdinator Annick De Geest
32
stadsplan
44
i-pod
34
antwerp fashion map
45
modejobs.be ontwerper wordt
46
ondernemer mode telex rond de tafel met
47 48
prinses mathilde
50
event seth godin
52
GPS VOOR ONDERNEMINGEN
58
Afscheidsinterview Lorin Parys
59
Patrick Decuyper, creatiefste jonge ondernemer
60
ecci xi: ALBERTO ALESSI, KOBUS NEETHLING en EDWARD DE BONO 62 event met ji lee
65
flanders dc online
66
5
Inspiring Creativity
Bovenste rij: Peter Hoogland van Casino Kursaal in Stijn Helsen; Peter Vavedin van Ambiorix in Tim Van Steenbergen; Philippe D’heygere van Kortrijk Expo in Stephan Schneider; Ron Embrechts van Care NV in Scabal; Bruno Segers van RealDolmen in Ann De Meulemeester.
Algemeen/ beleid
Hoofdstuk 1
Onderste rij: Christine Conix van Conix Architects in Natan; Inge Geerdens van CV Warehouse in Anna Heylen; Ingrid Walry van Sebeco in Annemie Verbeke.
CEO’s op de
catwalk “Wat is er niet creatief aan IT?”, lijkt Bruno Segers van RealDolmen terug te kaatsen naar Wim De Vilder, “Onze ITconsultants zijn elke dag creatief om oplossingen op maat te bedenken voor onze klanten.”
6 Peter Hoogland voelt zich nog steeds in zijn sas achter een micro.
Dinsdag 26 januari 2010 vierden Flanders DC en Flanders Fashion Institute hun samengaan in de Antwerpse Modenatie. Om de beoogde kruisbestuiving tussen traditionele sectoren en de creatieve industrie in de verf te zetten, werden een aantal CEO’s gekleed door bekende Vlaamse modeontwerpers voor een catwalk défilé in de Modenatie. Ministerpresident Kris Peeters, bevoegd voor economie en viceminister-president Ingrid Lieten, bevoegd voor innovatie en voogdijminister van Flanders DC, leidden de avond in.
Lorin Parys neemt na 6 jaar afscheid van Flanders DC
Van hieraf
moet je gaan Lorin Parys neemt afscheid van Flanders DC. Drie jaar lang werkte hij als algemeen directeur. Hij hielp zo zijn baby uit de pampers, leerde hem lopen en communiceren.
We vonden daarom deze strofe toepasselijk: Dus ga en maak de mortel Bouw stenen tot een huis Smeed ankers voor 't gewelf Tim Maak deuren voor je huis Uit: Tim, het lied dat Wim De Craene schreef voor zijn zoon Ramses
Lorin ging daarna nog eens drie jaar aan de slag als voorzitter van de raad van bestuur. Hij zag dat het goed was en bouwde Flanders DC mee uit tot de huidige kmo-grootte, met 15 personeelsleden.
Lees ook het interview met Lorin Parys op p. 59.
Nu gaat Lorin weg om als politicus en als ondernemer in lifestyle-vastgoed nieuwe ambities waar te maken. View from the top. Voor sommige CEO's stairway to heaven, voor anderen stairway to hell.
n benen en op eige . t dat kinder is w e ende hand en ds ra gi C nder jouw ok Wim De zo O , t. an oo ga gr e den moeten w Baby’s wor Van hieraf en gáán nnen staan. ku n te oe wend zijn m t van jou ge da e w s in al st jou. án. Hard zo loven alva looft. Wij ge k jij moet gá ge oo in n, ri zo Lo Maar hap waar je dernemersc icus, als voor het on er, als polit s ondernem al , ed go Het ga je je missen. . We zullen r, als vriend de ou , als echtgenoot
Lorin,
MP Peeters en Vice MP Lieten onthullen nieuw FFI-logo
Niet adieu,
voir, maar au re
arc, Marie,
Koen, M Jan, Joyce, ith, Hilde,
Ed , Caroline, rien, Carlo at -K nn A , Agnes Sara al, Peter en Nora, Pasc
7 Flanders DC voorzitter Lorin Parys opent de huwelijksviering van Flanders DC en FFI.
22@Barcelona: fysieke transformatie naar creatieve kenniseconomie
Reverse Mission Barcelona
Hoofdstuk 1
Algemeen/beleid
Tijdens de jaarlijkse Reverse Missions nemen we beleidsmakers uit het DC Netwerk mee op een driedaagse innovatietour door een gastregio. Deze keer gaf CataloniĂŤ haar inzichten prijs in hoe zij creativiteit en innovatie stimuleren. Heel wat zaken klinken bekend, maar worden toch altijd anders ingevuld dan bij ons. We lichten een merkwaardig initiatief uit: 22@Barcelona, een vernieuwingsproject voor 200 hectare in oost-Barcelona.
8
22@Barcelona vormt 200 ha industrieterreinen in de Poblenou-wijk om tot een innovatief district waar talent, kennis en cultuur thuis zijn. Het is het belangrijkste venieuwingsproject van Barcelona de laatste jaren en een van de meest ambiteuze in Europa. Dit initiatief brengt een nieuw stadsmodel in de praktijk. Eentje waar innovatieve bedrijven, opleidingsinstituten en onderzoekscentra dichtbij elkaar zijn, maar ook woonlocaties, openbare infrastructuur en groenzones. Door de contacten die daaruit ontstaan, wil het project de innovatiecapaciteit van de regio opkrikken. Zo worden bvb. succesvolle projecten gepromoot en tentoongesteld.
22@Barcelona werkt met private en publieke partners samen om strategische clusters te promoten waarin Barcelona internationaal aan de top wil staan: media, ICT, energie en design. Sinds haar start hebben 1.441 bedrijven en organisaties zich in het district gevestigd. Bijna 70% daarvan werkt in een van de kernclusters en 44% zijn nieuwe start-ups. Dat vertaalt zich in 42.000 nieuwe jobs, waarvan de helft voor hoogopgeleiden. Meer info www.22barcelona.com
Het magistrale Gran Teatre del Liceu
Het Barcelona Supercomputing Center
Programma 26 april 2010
27 april 2010
28 april 2010
› Barcelona Port Authority › Catalonia Cultural Industries Institute ICIC (met bezoek aan DDT Special Effects en het Gran Teatre del Liceu) › Observatori Fabra, de sterrenwacht
› Barcelona Activa – Innovatie- en ondernemerschapsagentschap van de stad Barcelona › 22@stadsontwikkelingsproject van 200 ha › Torre AGBAR watermaatschappij › Technological Centre MTG (Music Technology Group) en Reactable › IED (European Institute of Design) › Talència (Onderzoeksagentschap van de Catalaanse overheid)
› Research and Innovation Park en Technological Springboard of the Polytechnic University of Barcelona (UPC) › Barcelona Supercomputing Center › ALBA Synchrotron › Opnamestudio’s Parc Audiovisual de Catalunya
9
Algemeen/beleid Hoofdstuk 1
“Onverkort doorgaan met subsidies is niet goed. We moeten meer in de richting gaan van investeren, van participeren in kapitaal, maar dat is in de eerste plaats aan de creatieve sector om uit te klaren. In verspreide slagorde kan je nooit scherp voor de wind varen.�
10
Ieder van ons moet een ondernemer zijn Het Vlaanderen in Actieprogramma (ViA) moet tegen 2020 van Vlaanderen een Europese topregio maken. Vreemd genoeg vormde de creatieve industrie totnogtoe geen onderdeel van ViA. Daar komt verandering in, meldt minister-president Kris Peeters. “De creatieve industrie is nu eenmaal een sector met veel potentie.” Hoe belangrijk de creatieve industrie is, illustreert Peeters, behalve ministerpresident ook minister van Economie in de Vlaamse regering, met cijfers uit een studie van het Flanders DC Kenniscentrum. “55 000 mensen verdienen er hun brood in muziek, media, architectuur, vormgeving, et cetera. Dat is één op de 70 Vlamingen. Het aantal jobs neemt ook toe. De omzet bedraagt 11 miljard euro, toegevoegde waarde 4 miljard euro. Laatste element: in 2004 gaf een gezin van elke 100 euro gezinsbudget gemiddeld 10 euro uit aan producten uit de creatieve industrie. De creatieve industrie is dus belangrijk en wordt nog belangrijker, zeker naar toegevoegde waarde en werkgelegenheid. Het is een sector met veel potentie en we vinden het absoluut noodzakelijk om alles met potentie in Vlaanderen in Actie te steken. De creatieve industrie heeft economisch, maar ook cultureel en op heel wat andere vlakken, ruime mogelijkheden.” Hoe komt dan dat ViA deze sector totnogtoe over het hoofd zag? “Persoonlijke en andere overwegingen hebben ertoe geleid dat het culturele er bij de start van Vlaanderen in Actie niet mee in zit. We zullen het maar voortschrijdend inzicht noemen: wat er niet in zat, kan er nog in raken.”
Wat moet de rol van Flanders DC daarin worden? “De creatieve industrie is een zeer uiteenlopende sector: van mode tot muziek, over design enzovoort. Dit allemaal coördineren is een belangrijk element. Als dat gebeurd is, wordt het voor beleidsmakers makkelijker om de juiste accenten te leggen. Het is belangrijk om te weten hoe we de juiste antwoorden kunnen geven op de noden en de vragen van die creatieve industrie. Dat is voor mij de hoofdtaak van Flanders DC. De creatieve industrie is natuurlijk een industrie als een andere, waar generieke maatregelen ook voor gelden. Hoe kunnen vergunningen sneller bekomen worden? Hoe raken we aan kapitaal? Daarnaast zijn er al specifieke maatregelen genomen zoals CultuurInvest. De vraag is: wat is er nog bijkomend nodig? Die vraag moet eerst en vooral uit de sector zelf komen. We kunnen niet op alle slakken zout leggen. Daarin is de coördinerende rol van Flanders DC erg belangrijk: het overleg animeren, de sector zelf klaar laten zien in de mogelijkheden en de vraag wat de overheid kan en moet doen. De prioriteit moet meer komen te liggen op het ondersteunen van rendabele investeringen dan op ondersteuning louter via subsidies. We moeten dus meer in de richting gaan van investeren, van participeren in kapitaal, maar dat is in de eerste plaats aan de sector om uit te klaren. In verspreide slagorde kan je nooit scherp voor de wind varen.”
Deze sector is, zoals u zegt, heel versnipperd. Wat bindt voor u de creatieve industrie? “Twee zaken: creatief en industrie. (lacht) Het afbakenen is een heel pertinente vraag, want voor je het weet hebben we het over de hele economie. In de gewone industrie lopen productie en diensten ook door elkaar, binnen de kortste keren is het antwoord: de industrie is de hele economie. Hetzelfde heb je met de creatieve industrie. Want is de chemische industrie niet creatief? En wat met de farmaceutische industrie? En gastronomie? Daar zit trouwens een enorme dynamiek in. Op de vakbeurs The Flemish Primitives heb ik de nieuwste rage ontdekt: koken onder druk. Ik heb een mossel geproefd die onder druk was bereid: alle sappen trekken daarin, dat heeft een ongelooflijke smaak. Michael Porter (Amerikaans econoom, red.), een zeer aimabel man, die ik een paar keer heb ontmoet, heeft schitterend werk geleverd rond clusters. In het verleden heeft Vlaanderen iets te snel van bovenaf gezegd: we gaan de clusters organiseren, met de valleien. Je kunt dat echter vanuit Brussel wel proberen, maar zo werkt dat natuurlijk niet. Mode heeft zich een beetje natuurlijk in Antwerpen gevestigd, design in Kortrijk en enkele andere plaatsen waar bedrijven en hogescholen nauw samenwerken. Met de creatieve industrie zitten we dus godzijdank in een situatie waarbij de clusters organisch gegroeid zijn en wij vanuit de overheid alleen maar kunnen proberen ze te laten groeien.”
11
Hoe past de fusie tussen het Flanders Fashion Institute en Flanders DC in dit plaatje? “Het belangrijkste voor mij was dat het FFI door het te incorporeren in Flanders DC verder kon voortbestaan en groeien. We hebben het FFI zwaar ondersteund, maar op bepaalde ogenblikken moet je dingen clusteren. Niet alleen bedrijven en kennisinstellingen, maar ook de diverse initiatieven van de Vlaamse overheid in de creatieve industrie.” Nu doet u het als een besparingsmaatregel klinken. “Dat was het nochtans niet. Laat duizend bloemen bloeien, maar er moet ook enige synergie in zitten. Alles moet in een complementair kader passen om beter te kunnen functioneren.” Bent u zelf bezig met mode? “Ik draag Belgische mode…” (opent zijn jasje, om het Scabal-label te tonen)
Hoofdstuk 1
Algemeen/beleid
Heeft u het gevoel dat er voldoende ondernemerschap schuilt in onze ontwerpers en modehuizen? “Ik heb de verschillende talenten uit Antwerpen al een paar keer ontmoet. Daar zitten echte ondernemers tussen. Het is niet vanzelfsprekend om je creativiteit om te zetten in een rendabel bedrijf. Bij
Belgische mode is dat goed gelukt. Ook in de designsector, waar ik enkele awards heb uitgereikt, zitten enkele schitterende ondernemers.” We’re all in the fashion business now, zegt Seth Godin. Alle sectoren vertonen kenmerken van mode-industrie: producten moeten er goed uitzien, de cycli worden korter, er is voortdurend vraag naar nieuwigheden. Is ondernemend Vlaanderen daarin mee? Vooral in business to consumer kiest men producten steeds meer omdat ze een bepaalde sfeer oproepen en een bepaalde dynamiek tot stand brengen. Je koopt geen wagen, je koopt een levensstijl. Het is steeds vaker een totaalgegeven. Sommige ondernemers gaan daar zeer ver in. Onlangs was ik in een autoshowroom. Die was één tentoonstelling van schilderijen, omdat de verdeler zeer goed begrijpt dat wie hier binnenkomt in een kunstzinnig kader anders kijkt naar welke auto best bij hem past. Een bakker verkoopt ook meer dan brood. Hij creëert een sfeer, met verkoopsters in uniform bijvoorbeeld. Doet iedereen dat? Nee, maar je moet onze ondernemers ook niet onderschatten. Het is zeker een trend, die verder gepromoot moet worden: de consument vatten met al zijn zintuigen.
Hoe is het in het algemeen gesteld met het ondernemerschap in Vlaanderen, in tijden van economische crisis? “In het parlement heb ik een studie van Unizo en Graydon aangehaald, waaruit blijkt dat heel wat kmo’s toch serieuze klappen gekregen hebben. De periode 2003-2009 hebben ook de kmo’s zwaar geleden onder de crisis. De studie kijkt ook vooruit naar 2010. De solvabiliteit zit goed, stelt ze, maar alle andere parameters zitten nog niet echt in het groen.
“We hebben een hele discussie gehad of het niet te lang duurt voor je ondernemer kunt worden. Nu vraag ik me soms af of je niet te snel ondernemer kunt worden” Wat we nodig hebben is – ten eerste – meer en sterkere ondernemers, onder wie ook starters. Meer starters, maar ook sterkere starters, die kunnen doorgroeien. Ten tweede hebben we ook meer open ondernemers nodig, die creatiever zijn, maar ook internationaal de zaken aanpakken, ook al ligt dat niet altijd voor de hand. Weten wat er internationaal gebeurt op de markt en daarop inspelen is heel belangrijk. De derde uitdaging is dat heel wat van de huidige kmo’s kort na de Tweede Wereldoorlog opgericht zijn. De bedrijfsleiders komen inmiddels op een leeftijd dat ze zich afvragen wat ze moeten doen. Stoppen? Uitbollen? Verkopen? Daar zitten heel wat mogelijkheden. Het probleem bij elke ondernemer is kapitaal, voldoende financiële ruggensteun en nadien rendabiliteit. Daarnaast moeten we bekijken hoe we bedrijven sneller kunnen doen groeien. Daar hebben we de Gazellesprong voor. Die hebben we afgekeken van Nederland, zo creatief zijn we ook weer niet (lacht). De Gazellesprong vertrekt uit de vaststelling dat heel wat kmo’s onvoldoende of niet doorgroeien. In Nederland worden die bedrijven geselecteerd, extra bijgestaan door adviseurs, die op zoek gaan naar internationale markten en kapitaal. Ze krijgen een extra behandeling, maar ze moeten ook extra groeien. Bij ons is het analoog de bedoeling een honderdtal kmo’s in een eerste opbouw de sprong te laten maken: in een periode van vijf jaar moet hun omzet minstens verviervoudigen en moeten ze
12
internationaal gaan. In Nederland is dat een succes. Ik ben ervan overtuigd dat we ook bij ons nog heel wat kleine Bekaerts hebben.” U hoopt op meer en sterke starters. Vlaanderen scoort traditioneel vrij zwak op dit gebied. Waaraan wijt u dat? “Ik heb ooit drie weken rondgetoerd door de Verenigde Staten met één vraag: waarom is men in de VS zo ondernemersgedreven en in Europa niet? Wat drijft zo’n Amerikaan? Het merendeel heeft één betrachting: ondernemen en zo snel mogelijk rijk worden. Amerikanen zitten daarmee in hun maag, zoals wij met een baksteen. De ondernemingscultuur heeft ook iets te maken met de cultuur van een land. De pioniersgeest in de Verenigde Staten draagt er waarschijnlijk toe bij. In ons Rijnlandmodel daarentegen streven we allemaal van bij de geboorte risicovermijdend gedrag en risicovermijdende posities na. We zijn daar zeer ver in doorgestoten. We proberen constant risico’s te beperken, maar ondernemen en zelf instaan voor je inkomen houden nu eenmaal een risico in. Wat als je ziek wordt? En kan je je verzekeren tegen het feit dat de markt op een bepaald moment niet langer zit te wachten op je product? Bovendien blijkt dat dat risicovermijdend gedrag toeneemt naarmate je meer studeert. Een paradox. Daar zijn twee redenen voor. Wie langer studeert, kan de risico’s beter inschatten. Ondernemen is een stap in het ijle, je moet en kunt niet vooraf alle risico’s kennen . Ten tweede heb je natuurlijk alternatieven. Als je afgestudeerd bent, bieden ze je een job aan, met bedrijfswagen, Blackberry en opleiding inbegrepen. Je moet dan wel hard werken, maar je hebt ook een vast aantal vakantiedagen. Als de andere mogelijkheid is zelfstandige worden, dan kiest de merendeel natuurlijk voor het eerste. Dat is een sombere analyse, want hoe kunnen we dat keren? De sociale bescherming dermate afbouwen tot dat tot een cultuuromslag leidt? “Het is natuurlijk een werk van lange adem. Er is niet één one shot silver bullet maatregel waardoor in één keer jonge en andere mensen zeggen: we moeten ondernemen. Vanuit het onderwijs kan je al veel veranderen. Een tijdje geleden heb ik in een vrije tribune gesteld dat ieder van ons een ondernemer moet zijn. De gradatie waarin je beroepscarrière in eigen handen neemt, varieert daarbij naargelang je dichter bij
het ‘echte’ ondernemerschap staat. Het is bijna een filosofische gedachte: iedereen moet zijn leven in handen nemen en er alles uithalen wat erin zit. Vanaf de kleuterschool moeten we mensen aanzetten tot wat ondernemerschap, uiteraard rekening houdend met ieders capaciteiten. Daarnaast is er hoe we naar ondernemers kijken. Je mag niet veel boven het maaiveld uitkomen, zeker niet als dat het gevolg is van een succesvol ondernemerschap. Die jaloeziemaatschappij is trouwens een Europees fenomeen. Ook dat er uitkrijgen is niet evident.
maar aan het feit dat iedereen nu kok wil worden – maar het grote verschil maken op korter termijn, daar moeten we realistisch in zijn. Dat gaat niet zomaar.
“In het Rijnlandmodel proberen we constant risico’s te beperken, maar ondernemen en zelf instaan voor je inkomen houden nu eenmaal een risico in”
Zijn er initiatieven van Flanders DC die het voorbije jaar in het bijzonder uw aandacht trokken? “Vooral het Creativity Forum, waar vrouwelijke ondernemers hun verhaal kwamen doen. We hebben nog te weinig vrouwelijke ondernemers. Ten gronde is er geen verschil tussen vrouwelijk en mannelijk ondernemerschap, maar vanuit het beleid is de vraag of vrouwen extra noden hebben, of extra gehinderd worden als ondernemer. Spijtig genoeg stellen bijvoorbeeld banken bij vrouwen die op zoek zijn naar kapitaal vaak veel meer vragen. Volledig ten onrechte. Ik ken heel sterke vrouwelijke ondernemers, die niet moeten onderdoen voor hun mannelijke collega’s, integendeel. Zeker in de creatieve industrie hebben vrouwen nog een streepje voor, al hangt dat natuurlijk altijd af van man tot man en vrouw tot vrouw.”
Rolmodellen kunnen verder stichtend werken. De manager van het jaar, Michel Moortgat, is een goed voorbeeld. Of neem Colruyt, een bedrijf dat ook maatschappelijk geëngageerd is. Dat zijn allemaal elementen waar het beleid een bijdrage kan leveren .Op zich kunnen tv-programma’s dat ook – denk
Onderwijs is dus heel belangrijk, naast een realistisch en goed onderbouwd flankerend beleid. We hebben een hele discussie gehad of het niet te lang duurt voor je ondernemer kunt worden. Nu vraag ik me soms af of je niet te snel ondernemer kunt worden. Daar moeten we toch eens goed over nadenken. Ik vergelijk het altijd met een huwelijk: daar moet je ook goed over nadenken, want je zit er wel mee. Het mag niet lichtzinnig gebeuren.”
13
Doelstellingen
Hoofdstuk 1
Algemeen/beleid
OCI:
14
Overleg creatieve industrie Met het Overleg Creatieve Industrie (OCI) willen we tientallen organisaties uit alle creatieve sectoren één stem geven. Om een praktisch werkbaar overleg te houden, kozen we voor een platform waar vertegenwoordigers van 25 intermediaire organisaties in zetelen. De voornaamste doelstelling van het OCI is een draagvlak voor de creatieve industrie te creëren dat groter is dan dat van de verschillende creatieve sectoren afzonderlijk, zodat de kansen voor de Vlaamse creatieve ondernemers gemaximaliseerd worden. Flanders DC neemt als neutrale organisatie in het creatieve veld een coördinerende rol op.
De oprichting van het Overleg Creatieve Industrie kadert in Flanders DC’s strategische programma om creatief Vlaanderen ondernemender te maken. Daarnaast merkten we in het veld ook een grote vraag naar meer samenwerking. Olivier Maeterlinck van de Belgian Entertainment Association, de beroepsfederatie van de Belgische games-, muziek- en video-industrie en Piet Callens voor Cultuurinvest, het investeringsfonds voor ondernemers in de cultuurindustrie dat wordt beheerd door ParticipatieMaatschappij Vlaanderen nv (PMV), getuigen hiernaast. In de eerste plaats wil het OCI input naar en een aanspreekpunt voor het beleid bieden. In de tweede plaats is het ook een platform waar de verschillende sectoren kunnen leren van mekaar en gezamenlijke acties kunnen initiëren. Tot slot is het een aanspreekpunt
> Aanspreekpunt bieden aan beleid; > Centraliseren van informatie over
de creatieve industrie; > Informatieuitwisseling tussen
sectoren stroomlijnen; > Onderwijs sensibiliseren en activeren; > Nagaan hoe we internationaliseren
eenvoudiger kunnen maken; > Nagaan hoe we de creatieve sectoren
verder kunnen professionaliseren en organiseren; > Coachingprojecten voor creatieve ondernemers. OLIVIER MAETERLINCK
voor onderzoekers die een ‘expertengroep uit de creatieve industrie’ willen consulteren. Deze groep gaf al gemeenschappelijk input voor het Groenboek CCI’s van de Europese Commissie.
PIET CALLENS
Grote vraag voor overleg Olivier Maeterlinck (Belgian Entertainment Association):
Om mee te tellen, moet de visibiliteit van de creatieve industrie als geheel groeien en moet er aandacht worden geschonken aan de creatieve industrie als economische groeier. Daarnaast is de creatieve industrie ook een belangrijke driver van innovatie die tot spillovers bij traditionele industrieën kan leiden en een sector die een maatschappelijke rol heeft. Het Overleg Creatieve Industrie zal ook als klankbord voor allerlei vragen kunnen fungeren. Sectoren die vertegenwoordigd zijn of zullen worden: > Audiovisuele sector; > Beeldende kunst; > Communicatie, > PR en Reclame; > Nieuwe media; > Gaming; > Cultureel Erfgoed en Patrimonium; > Design; > Architectuur; > Gedrukte Media; > Mode; > Muziek en Podiumkunsten. Het Flanders DC Kenniscentrum zal ook onderzoek verrichten over de creatieve industrie. Als kennispartner werd daar na een oproep de Antwerp Management School (AMS) voor gekozen. Zij zullen o.a. de economische waarde van de Vlaamse creatieve industrie becijferen. Ondertussen werken de OCI-leden aan een gemeenschappelijke visietekst voor de Vlaamse creatieve industrie.
“De economische en maatschappelijke toekomst van de EU zal vooral moeten steunen op een kenniseconomie. De creatieve industrie is één van de steunpilaren van deze kenniseconomie. Een gestructureerd overleg met de verschillende spelers actief in de creatieve industrie is noodzakelijk om onze beleidsmakers te wijzen op het belang van deze sector voor de economie en de tewerkstelling, maar ook van de culturele en maatschappelijke meerwaarde die wordt gecreëerd.”
Piet Callens (CultuurInvest): “Voor CultuurInvest is vooral het opkrikken van het ondernemerschap in de creatieve industrie prioritair. We merken dat heel wat ondernemers uit de creatieve sector goede ideeën hebben maar ze missen een gezonde portie ondernemerschap en commerciële aanpak om hun plannen tot een goed einde te brengen. Ook belangrijk vinden we het om de creatieve sector in kaart te brengen en zo veel mogelijk informatie over de sector te centraliseren en uit te wisselen. Daarnaast is het ook onze opdracht om vanuit onze ervaring als investeerder, actief ons steentje bij te dragen tot het bevorderen van ondernemerschap maar ook om onze stempel te drukken op het beleid. Dat maakt dat het OCI voor CultuurInvest een belangrijk platform is.”
De OCI-deelnemers: > Belgian Entertainment Association (BEA) > Boek.be > Creamoda > CultuurInvest > Design Vlaanderen > Flanders DC (coördinatie) > Flanders Fashion Institute > GALM > Howest > IAB Europe > Instituut voor Beeldende, Audiovisuele en mediakunst (BAM) > Kunstenloket > Media Desk Vlaanderen
> Media&Design Academie/KULeuven > Muziekcentrum Vlaanderen (MCV) > Overleg Kunsten Organisatie (oKo) > Raad voor Reclame vzw > Radiocentrum (REC) > AMS/ Flanders DC Kenniscentrum > Vlaams Architectuur Instituut (VAi) > Vlaams Audiovisueel Fonds > Vlaams Theater Instituut (VTi) > Vlaamse Architectenorganisatie (NAV) > Vlaamse Dagbladpers > Vlaamse Film Producenten Bond (VFPB) > Vlaamse Onafhankelijke Televisie Producenten
15 15
Een bijzonder productief scharnierjaar voor
Het Flanders DC Kenniscentrum De Vlaamse economie staat voor grote uitdagingen. Naarmate landen evolueren van een industriĂŤle economie naar een kenniseconomie, verschuiven de factoren die het concurrentievermogen bepalen op in de richting van creativiteit, innovatie en ondernemerschap. Daarom bestuderen we met het Flanders DC Kenniscentrum ondernemingscreativiteit in macro-, meso- en microcontext. Zo willen we een vinger aan de pols houden en bedrijfsmensen, beleidsmakers en het middenveld relevante inzichten aanreiken voor de economische toekomst van Vlaanderen.
We brengen hiernaast een overzicht van het
Hoofdstuk 1
Algemeen/beleid
studiewerk, netjes ondergebracht in 4 thema’s. Een spoedcursus ondernemingscreativiteit op academische leest geschoeid, zeg maar.
1 De rol van ondernemingscreativiteit voor een regio Onze regio heeft sterke troeven: onze centrale ligging, ons goed onderwijs en onze productiviteit. Vlaanderen speelt de troef van bijzonder productieve werknemers goed uit, maar krijgt daarbij steeds meer concurrentie. Multinationals vinden Vlaanderen niet langer de ideale vestigingsplaats. Ze besteden een groeiend deel van hun productie uit aan dochterondernemingen buiten ons gewest. Bedrijven vestigen zich op plaatsen waar ze de meest gunstige vestigingsvoorwaarden kunnen afdwingen. Vlaanderen heeft voor buitenlandse investeerders een stuk van zijn aantrekkelijkheid verloren, en dient eigen initiatief meer dan voorheen te stimuleren. Innovatie in Vlaanderen vindt bovendien vooral plaats in lokale vestigingen van multinationals. Zij nemen het leeuwendeel van de investeringen in onderzoek en ontwikkeling voor hun rekening. Zo komt meer dan 70% van alle patentaanvragen van hen. Vlaamse ondernemers blijken beduidend minder innovatief te zijn, en spelen te weinig in op de technologische
16
spill-overs die via samenwerking met de dochterondernemingen van multinationals mogelijk zijn. Er is geen andere optie voor Vlaanderen, om naast het aantrekkelijk blijven voor bepaalde activiteiten van multinationals, de economische creativiteit lokaal te stimuleren en te ontwikkelen om op termijn een welvarende regio te blijven. In verschillende studies van het Flanders DC Kenniscentrum aan de Vlerick Leuven Gent Management School wordt ingegaan op concrete vragen zoals: Welke sectoren hebben de beste groeikansen in Vlaanderen? Welke sectoren kunnen de impuls van de creatieve processen beter benutten? In welke sectoren is er een grote complementariteit van buitenlandse dochterondernemingen met lokaal ondernemerschap te ontwikkelen? Hoe moeten de Vlaamse technologische en economische speerpunten op elkaar afgestemd worden? Hoe kan het potentieel van KMO’s binnen de economische globalisering benut worden?
Van ‘nooit overwogen’ tot ‘aan het nadenken’ Van ‘aan het nadenken’ tot ‘stappen aan het nemen’ Van ‘stappen aan het nemen’ tot ‘jong ondernemerschap’ Van ‘jong ondernemerschap’ tot ‘gevestigd ondernemerschap’
20% beter
nullijn, score van vlaanderen
brussel
malta
wallonië
frankrijk
noorwegen
spanje
finland
litouwen
luxemburg
oostenrijk
iatlië
ierfland
nederland
slovenië
portugal
estland
verenigd koninkrijk
denemarken
hongarije
duitsland
zweden
ijsland
cyprus
letland
polen
TSjechië
slowakije
Griekenland
vs
20% slechter
Internationale vergelijking ondernemerschapsstappen: Hoe scoren andere landen en andere Belgische regio's t.o.v. Vlaanderen?
2 Vlaams ondernemerschap onder de loep Ondernemerschap draagt voor een groot deel bij aan het scheppen van banen, het ontwikkelen van innovatieve activiteiten en het stimuleren van economische groei. Maar in Vlaanderen hebben we een ernstig probleem wat het aantal starters betreft. Uit internationale vergelijkingen blijkt dat we relatief veel bestaande maar weinig nieuwe ondernemers hebben. Het Flanders DC Kenniscentrum aan de Vlerick Leuven Gent Management School bestudeerde deze problematiek vanuit complementaire invalshoeken om beter te begrijpen hoe er aan deze situatie kan verholpen worden.
Drempelvrees voor de ondernemerschapsladder In de studie ‘Determinanten van het ondernemerschapsproces in Vlaanderen: een internationale vergelijking’ wordt de “ondernemerschapsladder” geïntroduceerd die de verschillende stappen weergeeft die een (potentiële) ondernemer doorloopt tussen het “nooit overwogen” hebben om
een bedrijf op te zetten tot het “hebben van een gevestigde onderneming” (zie figuur). Deze voorstelling laat toe om de Vlaamse situatie te verglijken met andere landen en regio’s. De vraag die hierbij gesteld wordt is “hoe doen Vlamingen het wat betreft het nemen van de verschillende stappen op de ondernemerschapsladder?” Het valt op dat Vlaanderen bijna het slechtste scoort wat betreft het nemen van de eerste sport van de ondernemerschapsladder. Naarmate men deze ladder beklimt, ervaart men echter steeds minder moeilijkheden. Veel Vlamingen hebben er nog nooit over nagedacht om ondernemer te worden en ook het aantal individuen dat stappen aan het nemen is, ligt onder het internationaal gemiddelde. Het aantal jonge en gevestigde ondernemers is daarentegen weer relatief hoog. Deze studie laat dus nogmaals zien dat indien ondernemerschap in Vlaanderen gestimuleerd moet worden, dit hoofdzakelijk dient te gebeuren door individuen aan te sporen om na te denken over de optie “ondernemer zijn”.
De verschillende stappen van de ondernemerschapsladder.
17
Enkele reacties op de effecto-studie: Vlaams minister-president Kris Peeters, ook bevoegd voor Economie.
De context van ondernemerschap
Kenmerken ondernemer
Culturele & institutionele context
Hoofdstuk 1
Algemeen/beleid
Economische & politieke context
Ondernemerschapsonderwijs in Vlaanderen: grootschalig onderzoek bij meer dan 200 scholen en meer dan 6000 leerlingen Eén van de mogelijkheden om Vlamingen meer te doen nadenken over het “ondernemer zijn”, is om al tijdens de schooljaren bij jongeren de zin om te ondernemen aan te scherpen. Het probleem hierbij is om te weten hoe je dat juist kan bereiken. Er bestaan veel verschillende initiatieven die de ondernemingszin bij leerlingen uit het secundair onderwijs probeert aan te wakkeren, maar hebben al die projecten wel zin? Tieners krijgen wel degelijk meer zin in ondernemen door de ondernemende initiatieven in het onderwijs. Dat blijkt uit de Effecto-studie, een grootschalig onderzoek over de ondernemersintenties van Vlaamse tieners, uitgevoerd door het Flanders DC Kenniscentrum aan de Vlerick Leuven Gent Management School. “Tieners hebben een positief beeld van ondernemers”, zegt Lorin Parys, voorzitter van Flanders DC, “daarmee steken we vandaag de ondernemers een hart onder de riem.” De helft van de leerlingen vindt een eigen zaak opstarten een aantrekkelijk idee. 30% vindt dat ook
18
Ondernemerschap
Economische structuur
haalbaar. Jongens scoren daarin hoger dan meisjes. Ook leerlingen uit het BSO en TSO vinden een eigen zaak een haalbare kaart. “Daarmee raken we aan één zwak puntje”, besluit Lorin Parys, “de meeste programma’s beginnen te laat, vaak pas in de derde graad, en richten zich te weinig op niet-economische richtingen in het ASO.” “De bevraging toont ook aan dat hoe vaker tieners deelnemen aan activiteiten rond ondernemen, hoe hoger hun intentie om te ondernemen wordt”, zegt Hans Crijns, professor ondernemerschap aan Vlerick Leuven Gent Management School. “Dat effect wordt sterker naarmate het contact intensiever is. Eén op drie jongeren denkt ooit zelf een eigen onderneming te zullen leiden. Jongens scoren wel hoger dan meisjes wat betreft ondernemerschapsintentie.” De inspanningen van de Vlaamse regering en diverse instanties om onze jeugd ondernemingsgezind te maken, hebben dus wel degelijk effect.
Meer en sterkere ondernemers is een centrale doelstelling van het economische beleid van deze regering. Ondernemerschap stimuleren begint in het onderwijs, van het basisonderwijs tot aan de hogescholen en universiteiten. Daarom dat ik als Vlaams minister van economie verschillende projecten mogelijk maak door gerichte subsidies. De meeste van de in deze studie onderzochte initiatieven worden financieel ondersteund door het Agentschap Ondernemen. Bijvoorbeeld met de oproepen brugprojecten, waarvoor ik dit jaar 1,5 miljoen euro ter beschikking stel, slaan we de brug tussen het onderwijs en de bedrijfswereld. Daarmee helpen we aan het dichten van de kloof tussen de onderwijs- (theorie) en de bedrijfswereld (praktijk) en leren we jongeren cruciale attitudes, competenties en vaardigheden. Maar vooral ook: we geven onze jeugd zin om te ondernemen. Het is goed met deze studie te mogen horen dat deze beleidsmaatregelen wel degelijk effect hebben.
2/ 4 op 5 scholen doen mee, maar ASOleerlingen zijn minst geneigd te ondernemen 30% van de middelbare leerlingen komen in contact met ondernemerschap, maar het gaat vooral over de richtingen TSO, BSO en EHK (economie, handel, kantoor). Ook de meest intensieve initiatieven lopen vooral in deze richtingen. In het ASO staat de meerderheid van de projecten pas gepland in de derde graad, wat eigenlijk te laat is. ASO-leerlingen blijken immers het minst geneigd om zelf te gaan ondernemen, hoewel ze nochtans het grootste potentieel voor succes hebben. Het komt er dus op aan om in het ASO vroeger ondernemende projecten op het programma te zetten.
Voornaamste conclusies
3/ Het beeld van ondernemers is positief bij jongeren Ondernemers hebben helemaal geen negatief imago bij jongeren zoals vaak wordt gedacht. Wanneer jongeren in aanraking komen met ondernemers heeft dit een gunstig effect op de intentie om later te gaan ondernemen (zelfs als het contact niet bijster positief is geweest). Zo vindt 50% van de tieners een eigen bedrijf een aantrekkelijk idee.
1/ Het werkt De inspanningen die vandaag worden genomen, bewijzen hun nut. De ambitie moet nu zijn om nog meer leerlingen in aanraking te laten komen met zulke projecten.
4/ Van kunnen naar willen De projecten zijn vooral gericht op het verhogen van de ondernemersvaardigheden bij de jongeren. De studie wijst echter uit dat het zeker even belangrijk is om op de wenselijkheid te
Vlaams minister van Innovatie Ingrid Lieten toont zich tevreden met de studie en haar resultaten. Ondernemingszin behelst zin voor creativiteit. En creatieve geesten zorgen voor innovatie, die zo broodnodig is voor de transformatie van Vlaanderen als kennisregio. Daarom wil ik een oproep doen, niet enkel aan het onderwijs, maar ook aan het bedrijfsleven, om creativiteit te stimuleren, in het secundair, maar ook in het lager én hoger onderwijs. Onze bedrijven en onze onderzoeksinstellingen moeten samenwerken aan een innovatie die duurzaam is en toegevoegde waarde heeft voor eenieder in onze samenleving. Geen beter moment om jongeren uit te dagen om creatief te zijn dan nu, geen beter moment voor bedrijfsleven en onderwijs om met jongeren samen te werken aan hetzelfde doel. Onze jongeren zijn immers de toekomst.
Reactie Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs. Vlaanderen heeft nood aan meer ondernemers. Het stimuleren van de ondernemerscultuur moet al starten op school. Het onderwijs draagt immers bij tot het vormen van de ondernemers van de toekomst. Samen met de ministers van Economie en Werk wil ik dan ook het ‘Actieplan ondernemend onderwijs’ verder zetten. Daarbij is het van essentieel belang dat de ondernemers niet alleen materiële ondersteuning bieden, maar ook een actieve rol spelen bij de kennisoverdracht. Ik denk aan optreden als coach of peter, als rolmodel, als ervaringsdeskundige, als spreker… bij de projecten.
KRIS PEETERS
INGRID LIETEN © Danny Gys
PASCAL SMET
werken (jongeren laten zien dat ondernemen een leuke/interessante “loopbaanoptie” kan zijn). Projecten zouden hier dus zeker een bijkomende focus moeten krijgen. 5/ Geen gebrek aan enthousiasme Ondernemingszinprojecten worden zowel door deelnemers als door de begeleidende leerkrachten heel positief geëvalueerd. Leerlingen spenderen er ook veel van hun vrije tijd aan. Volgens de studie zullen de geplande hervormingen voor het secundair onderwijs het nog makkelijker maken om aan ondernemende projecten deel te nemen. 6/ Tot slot: het mag leuk zijn Ook projecten die niet expliciet over ondernemen of bedrijven gaan, wakkeren de ondernemingszin van onze jeugd aan. Hoe leuker de activiteiten, hoe groter zelfs het effect ervan bij de leerlingen. Een tip dus naar de overheid: durf ook te investeren in projecten die niet dadelijk op het eerste gezicht met ondernemen te maken hebben.
De Vlaamse context voor ondernemers Ondernemerschap hangt niet alleen af van de individuele kenmerken van ondernemers, maar ook van de bredere context waarbinnen het ondernemerschap zich voltrekt (voorgesteld door de groene bollen in de figuur bovenaan de linkerbladzijde). Ondernemers worden beïnvloed door de culturele en institutionele context waarin ze werken. Deze context bepaalt en wordt beïnvloed door de economische context. Deze laatste leidt tenslotte tot een economische structuur (economische en politieke systemen) die een impact heeft op ondernemerschap. Achtereenvolgens worden in de studie 'De contextuele determinanten van het ondernemerschap in Vlaanderen' de culturele, institutionele, sociale, economische en politieke determinanten grondig bestudeerd. Terwijl de culturele determinanten eerder een katalysator vormen voor ondernemerschap, spelen de institutionele contexten meer een causale rol bij de ontwikkeling van een positief ondernemerschapklimaat (tevens reflecteren de instituties uiteraard de culturele waarden van een land).
De studie wijst op het gevaar dat in Vlaanderen de sociale en materiële beloningstructuur overhelt in de richting van het werknemerschap. Hierdoor zou het kunnen dat de opportuniteiten voor ondernemerschap niet sterk genoeg zijn om de overstap te wagen, zelfs indien men, bijvoorbeeld via het onderwijs, een positievere houding ten opzichte van ondernemerschap bereikt. Tenslotte lichten we er één opvallend cultureel element uit: Vlamingen zijn bijna wereldrecordhouders onzekerheidsvermijding. Dit heeft te maken met de angst voor het onzekere en voor alles wat anders is. Vlamingen schuwen dus onbekende situaties die zich in de toekomst bevinden. In vergelijking met de referentielanden bedraagt de score voor Vlaanderen meer dan het dubbele van de score van de VS. Landen als Ierland en Zweden krijgen een score die ongeveer drie keer lager, en dus drie keer beter ligt dan de Vlaamse score.
19
Nieuwe kennispartners geselecteerd In 2009 lanceerde Flanders DC een oproep tot nieuwe partners om haar Kenniscentrum uit te baten. Hierbij werd gestreefd om een echt partnerschap aan te gaan waarbij Flanders DC samen met haar kennispartners werkt aan het aanreiken van nieuwe inzichten en instrumenten op het vlak van ondernemingscreativiteit. Na een grondig proces werden begin 2010 Vlerick Leuven Gent Management School en Antwerp Management School geselecteerd als nieuwe Kennispartners.
kapitaal te komen tot economische groei, een verbeterd concurrentievermogen en meer welvaart. De Antwerp Management School richt zich op Creatief Vlaanderen ondernemender maken en brengt hiervoor enerzijds de creatieve industrie in Vlaanderen in kaart en bestudeert anderzijds hoe deze sector verder geprofessionaliseerd kan worden.
De Vlerick Leuven Gent Management School concentreert zich op Ondernemend Vlaanderen creatiever maken, en behandelt essentiële thema’s om van menselijk
Hoofdstuk 1
Algemeen/beleid
3 Ondernemend denken en handelen Uitdagingen het hoofd bieden, begint met innovatieve ideeën. Maar ideeën zijn niet genoeg; ze moeten ook uitgewerkt en in realiteit omgezet worden. Het proces dat ideeën creëert of identificeert én uitbouwt tot de innovatieve oplossingen waarmee onze samenleving van aanzicht verandert, noemen we ondernemingscreativiteit. Breed geïnterpreteerd, gaat ondernemingscreativiteit over het succesvol identificeren en exploiteren van nieuwe opportuniteiten – onafhankelijk van de context waarbinnen dit gebeurt. Het gaat dan om een activiteit die mikt op het creëren van vernieuwende, waardetoevoegende initiatieven op diverse domeinen: het economische, het sociale, het institutionele, het culturele, het ecologische, enz. Om te slagen, zal het individu dat zich voor vernieuwing engageert, moeten beschikken over de nodige kennis en vaardigheden, maar vooral ook over de gepaste attitude. Bovendien houdt vernieuwing vaak bepaalde risico’s in die op een gepaste manier moeten ingedekt worden. Ondernemingscreativiteit heeft niet alleen impact op de samenleving. Aan het individu biedt het mogelijkheden tot zelfexpressie, persoonlijke ontwikkeling en geluk. Voor bedrijven is het de basisformule om
20
competitief te blijven. Aan de medewerkers van die bedrijven geeft het de kans om zich in de organisatie te ontplooien. Inderdaad, behalve op de verhouding met markten, klanten en concurrenten (de externe context van een onderneming) heeft innovatie ook repercussies op de interne context van de organisatie: de medewerkers en de manier waarop zij aangestuurd worden. Het is hierbij de vraag op welke manier de interne context van een onderneming afgestemd kan worden op de betrachtingen om te innoveren, wat een creatieve medewerker is en hoe een organisatie die kan vinden en houden, hoe creativiteit gemanaged kan worden en welke factoren de goede werking van al die elementen kunnen bedreigen.
4 Open innovatie en nieuwe businessmodellen In de visie op innovatie die tot in de jaren ‘90 de boventoon voerde, was technologie het belangrijkste ingrediënt. Deze visie is echter ondertussen flink bijgesteld. De achtergrond bij deze is dat succesvolle innovatie het resultaat is van de combinatie van verschillende kenniselementen en mede-afhankelijk is van o.a. de gebruikersacceptatie, een aangepaste waardeketen, vormgeving, proces- en organisatieaanpassingen, …
Succesvolle innovatie kan dus zowel technologisch als wel niet-technologisch van aard zijn. En innovatie is nodig en relevant in elke sector. We moeten dus verder kijken dan het managen van R&D. Innovatie is veel breder: breder in het proces (innovatie start niet enkel van eigen R&D), breder dan productinnovatie (innovatie kan ook betekenen het businessmodel veranderen) en breder dan industrie (innovatie moet ook in dienstensectoren). Managementgoeroe Gary Hamel introduceerde in zijn bestseller ‘Leading for the future’ in de jaren ’90 al het idee dat innovatie verder gaat dan product- of diensteninnovatie. Hij beweerde dat echte industriële omwentelingen niet vertrokken van een nieuw product of een nieuwe dienst, maar van een totaal nieuw businessmodel. Volgens de Economist Intelligence Unit zijn veel CEO’s het met Hamel eens: ruim de helft verwacht meer heil van nieuwe businessmodellen dan van nieuwe producten of diensten. Tenslotte is het ook zo dat innovatie niet enkel ontstaat uit de R&D-afdeling van een bedrijf. Het paradigma van open innovatie zegt dat bedrijven zich niet moeten beperken tot eigen R&D maar dat ideeën en ontwikkelingen van buiten de onderneming het eigen innovatieproces moeten voeden. Enkel op deze manier kan een bedrijf zowel de effectiviteit als de efficiëntie van zijn innovatie-activiteiten maximaliseren. De conclusie is dus dat innovatie ruimer moet bekeken worden en uitgebreid worden naar diensten, businessmodellen en open innovatie.
Studies over de rol van ondernemingscreativiteit voor een regio > Foreign direct investments Location choices across the value chain Wat is de lange-termijn aantrekkelijkheid van Vlaanderen voor buitenlandse investeringen? Wat zijn de laatste trends in “economic geography”? > The position of plants in Flanders within global manufacturing networks Benchmarking tool De overlevings- en groeikansen van bedrijven in internationale netwerken hangen samen met hun innovatie- en netwerkcapaciteiten. Wat is de toestand bij de vestigingen van multinationale ondernemingen in Vlaanderen?
Studies die nieuwe vormen van innovatie bekijken > Open innovation The role of collective research centres in stimulating innovation in low tech SMEs Collectieve onderzoekscentra werden opgezet om technologietransfer te verzekeren naar vooral niet-technologiegedreven kmo’s. Uit dit rapport blijkt dat bedrijven die al aan R&D doen meer voordeel halen uit de onderzoekscentra dan bedrijven met weinig of geen onderzoek en ontwikkeling. > Identifying opportunities in clean technologies Hoe kunnen entrepreneurs inspelen op de uitdagingen die gepaard gaan met “clean technology”?
> The international expansion path of Bekaert, AB-Inbev and Belgacom Op basis van case studies wordt een diepgaande longitudinale analyse gemaakt van de internationalisatiestrategieën van een aantal toonaangevende bedrijven. Deze leidt tot vernieuwde inzichten over mogelijk te volgen internationalisatiestrategieën.
> Improving social performance in supply chains exploring practices and pathways to innovation Hoe kan het systematisch aanpakken van sociale aspecten in supply chains leiden tot opportuniteiten voor innovatie?
> Determinanten ondernemerschapsproces & De contextuele determinanten van het ondernemerschap in Vlaanderen Zie verder in deel ‘Vlaams ondernemerschap onder de loep’.
> Sustaining competitive advantage through product innovation Wat betekent het een “product leader” te zijn? Hoe kan dit concept toegepast worden op de dienstensector? Kijk dankzij het online benchmarking tool na hoe je bedrijf scoort in vergelijking met andere organisaties op de markt en identificeer de punten die voor verbetering vatbaar zijn.
Studies over ondernemend denken en handelen
> Developing a go-to-market strategy: Art or craft? Hoe de innovatieparadox tegengaan die stelt dat O&O-middelen vaak niet leiden tot innovatieve diensten en producten?
> From Creativity to Success Een innovatieve organisatie is constant op zoek naar nieuwe ideeën. Maar hoe kun je die creativiteit op de werkvloer stimuleren? Hoe moet je daarvoor als individu, werkgever en organisatie denken of handelen?
> Vrouwelijk ondernemerschap in Vlaanderen, onontgonnen creatief potentieel Het belang van vrouwelijk ondernemerschap voor de economische groei is de afgelopen jaren sterk gestegen. In dit rapport worden zowel vrouwelijk ondernemerschap als vrouwelijke waargerichte ondernemers onderzocht, essentiële elementen om te kunnen evolueren naar een innovatiegedreven en creatieve economie.
> Innoveren in tijden van crisis Leidt economische teruggang enkel tot kommer en kwel of zijn er ook positieve gevolgen? Zo kan een crisissituatie een gelegenheid zijn voor bedrijven om de efficiëntie te vergroten en ernaar te streven dingen te doen op een slimmere manier met minder middelen. We gingen na wat de situatie is bij de Vlaamse ondernemingen.
> e-Business in Flanders Where is the beef? Leer over de manieren waarop e-business entrepreneurship kan bevorderen en hoe het Vlaamse bedrijven kan helpen innoveren en internationaliseren. > Innovation in the elderly care sector: at the edge of chaos: De ouderenzorg staat voor enorme uitdagingen. Ontdek hoe innovatie deze sector op de goede weg kan zetten. > Prototypically Branded Innovations In crisistijden probeert iedereen meer te doen met minder middelen. Dit onderzoek illustreert hoe sterke merken een hefboom vormen om efficiënter nieuwe producten te lanceren.
Alle Flanders DC-studies kan je gratis downloaden op www.flandersdc.be/studies
21
Breed Publiek
Hoofdstuk 2
Inspiring Creativity
Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding op de tentoonstelling 'De Bedenkers gaan verder'.
Hoe word ik een bedenker?
erstra Ja n V
ord.
www.lan
noo.com
r?
ISB
denke
22
8 86606 8 209860 90209 97890 N 978 ISBN
een be
pak het tijd nt aan Duval eën op André 6 met chte ide meer vak. Sle tte in 199 onder is zijn en rich enkers enken Stighel bojet hij bed eën bed een jum er? wil ede ide ls van bedenk op. Go vleuge ik een e word als je de , ‘want r. In Ho gen din uitvin .’ inloze hoven one bus eau Ent een gew ign ignbur krijg je de Des het des r r les aan den aan opa. Voo tien jaa verbon er dan van Eur hoven, in dit stituut ft al me Axel Ent adrukt signin ts, gee . Hij ben ductde nsultan rijs pro Co ign Veldep oudste van de ven, het Henry de Eindho g hij ontvin jf aties. dri oeuvre cre ebe e bij lam emoti het rec eur bij ang van . Senseo h direct voor o.a tegisc n ze een pagnes nes wo n als stra volle cam campag g aan rkte jare succes rketin e laatste nck we uit van . nale ma die twe lijnen ticiteit . Voor ernatio zette de authen en Spa g en int Axion cht van rketin us, kra ma de lector , Proxim k vooral el is ze e dit boe mente bouwd leit in rd. Mo . Ze bep rma. Hij school met ega Pha ep Om ushoge gro van nale gen en CEO ltinatio vindin rzitter een mu ter, voo of de uit zaak tot oprich ral na rsoons ucke is n. g hij voo tweepe groeie ylid gin van een t uit te . Als jur rijf uit produc erkers cesvol 0 medew een suc an 200 om tot ren wa r vatbaa
word ik
Bedenk r het Jaa y uit De vakjur teer van eur van Marke direct uw tot nicatie via ste vro opnet commu 8 als eer rverko ting- en rd in 200 reid voo ent marke uitgeb e Presid tijd als ive Vic g en een e lange tin cut cke is ze Exe zelf je sms-ti hoe je rde. Nu r meer s over lancee pak tip arkten uperm ft ze een gee k boe u et. In dit eburea reclam ken.
te Hoe
het wo
er?
k beden
rstrae
boek aan
k een
ord i Hoe w
Jan Ve
t in dit ers kom
bewees nden, ers. uitgevo es al is Bedenk niet all ma De g nog program reeks zijn Dat lan e éénuit de esvoll aal. Zo cc ten erh su uc het ccesv prod een su is de lende d, tot hil rel rsc eid Ve n de we uitgegro pasta n en ku intussen de speculoos geworde l in e ioren ge veroverd begrip bij sen delijk een na es te een act ein rs tot mo sliplift Creapr je vinge zij de zonder je dank en pp ur klo de mu boek op slaan. at in dit hun ers en raete ga n Verst bedenk de list Ja lijkste je van Journa merke een tip van ar de op t de vakjury iënten zoek na laa ingred g. Hij lde tal sis me din ba uitvin en verza over de che oduct ris lichten pr da ier en slu nieuw e, leg ccesvol bekend wereld een su n van n die de orbeelde dinge niet. van vo uitvin rden. Of ppige of gra verande n t allee epelijk n je nie onherro ku t nker? n bede jgt – me ee kri ik je , word doen tische In Hoe n prak atie op e ee pir ide k n ins t va – oo heel wa ers DC stappen goed n Fland in tien t is een dank aa e die je dst. Wa een ding me uct loo e stel je handlei ar prod n? Ho en? En ee kla erm er op tot ko e besch denk je en van hoe be je je ide ? De led ? Moet idee en markt Marc plan op t op de ghelen, business produc Els der Sti jg je je ven en e Van hoe kri illaum s l Entho ste tip ry – Gu man, Ax hun be de vakju skia Schatte ien e gids vend , Sa n je bo aktisch ve pr Coucke ge en nck – leuke t deze e! Raemdo me ide je rtom: g met mee. Ko n de sla echt aa kun je
ete
s Met tip
van de
vakjur
y uit he
t Eén-
progra
mm a
Verschillende producten uit de één-reeks "De Bedenkers" zijn intussen uitgegroeid tot een succesverhaal. Journalist Jan Verstraete gaat in dit boek op zoek naar de opmerkelijkste bedenkers en hun uitvinding. Hij laat de vakjury – Guillaume Van der Stighelen, Marc Coucke, Saskia Schatteman, Axl Enthoven en Els Raemdonck – een tipje van de sluier lichten over de basisingrediënten van een succesvol nieuw product en verzamelde tal van voorbeelden van bekende, legendarische of grappige uitvindingen die de wereld onherroepelijk veranderden. Of niet.
de DC, is or Flanders icht do end als opger beter bek iviteit, nemend ativity, screat onder er. t of Cre neming is om Distric nemend onder ers DC ers or der nd vo nd on Fla Fla deren anisatie ssie van se org eert en ef Vlaan De mi ati ilis . ng sib cre Vlaam eri sen ken en m uit, nemend amse reg r te ma centru onder de Vla atieve kennis atief en en cre nemers, rom een wie cre der or Vlaander daa t on vo n j op ele DC baa h daarbi lpmidd Flanders publiek. ige hu richt zic ls SOS grote t hand en het anisatie ven, zoa ontwerp akers l. De org initiatie vity eidsm slag wi tal van t Creati gen, bel aan de achter en, he van , leerlin kracht neming seditie achten onder jvende en kla leerkr S voor elling is de dri GP nst e DC too od te, ten Flanders mmeth instor de websi k bra oo de zette Idee, um, en . For ten d) po (Worl e op kers me De Beden
In ‘Hoe word ik een bedenker?’ kun je niet alleen heel wat inspiratie opdoen, je krijgt ook een praktische handleiding mee die je in tien stappen van idee tot koopklaar product loodst. Wat is een goed idee en hoe bedenk je er een? Hoe stel je een businessplan op? Moet je je idee beschermen? En hoe krijg je je product op de markt? Kortom: met deze leuke en praktische gids kun je echt aan de slag met je idee!
Tentoonstelling + Boek Vlaams minister van Innovatie en Media Ingrid Lieten opende donderdag 17 september 2009 de tentoonstelling ‘De Bedenkers gaan verder’ in Antwerpen. De tentoonstelling is een initiatief van Axel Enthoven en een organisatie van één, Flanders DC en designcenter De Winkelhaak. Ze vertelt het verhaal van idee naar commercieel succes aan de hand van bekende producten.
De Bedenkers krijgen een tweede leven De tentoonstelling is een must voor wie op een idee broedt, een commercieel interessant idee wil bedenken, of graag eens achter de schermen van het bedenken kijkt. De bedenkerstentoonstelling is gratis en belooft een leuke uitstap voor jong en oud. Tegen de boekenbeurs 2010 kwam er op basis van de tentoonstelling ‘De Bedenkers gaan verder’ ook een boek van één, Lannoo en Flanders DC met als titel ‘Hoe word ik bedenker?’. Flanders DC werkte inhoudelijk mee aan het boek. De inhoud werd tijdens het vorige werkingsjaar afgewerkt, o.a. met de knowhow van SOS Idee.
Een interactieve Tentoon-stelling voor jong en oud Alles is ooit door iemand bedacht. Het wiel en het warme water, maar ook gesneden brood, aspirine, het internet en speculoospasta. De moodunit, het papiermaatje, de bostvoedings-beha’s waren nuttige en vernieuwende ideeën die in de loop van het tv-programma werden uitgewerkt tot een concreet product. De gratis expo “De bedenkers gaan verder” vertelt je stap voor stap hoe je een idee in de praktijk brengt. Zo krijg je inzicht in de wereld van het bedenken. Er wachten oefeningen en tot de verbeelding sprekende verhalen.
Flanders DC is de spil in de activiteiten rond De Bedenkers en was voor designcenter de Winkelhaak dan ook de logische partner om de tentoonstelling mee uit te denken. “De Bedenkers startte in 2006 door een brainstorm van één met Flanders DC”, zegt Pascal Cools, algemeen directeur van Flanders DC, “Nu drie jaar later werken we mee aan een reizende tentoonstelling en een boek. We vinden dat nodig, tijdens het tvprogramma kreeg Flanders DC bijna dagelijks mensen met een idee aan de lijn. Nu, acht maanden na de laatste uitzending, blijft dat nog altijd duren. We willen meer mensen de kans geven om op verschillende manieren iets op te steken, zonder met het vingertje te zwaaien.”
VRT zette beweging in gang “De Bedenkers vormen een mooi voorbeeld van de positieve impact die media kunnen hebben", zegt Jean Philip De Tender, netmanager van één, “We kunnen mensen niet alleen informeren, we kunnen ook effectief en heel snel iets op de agenda plaatsen. Er komt geen derde seizoen van ‘De Bedenkers’, maar we werken wel mee om een bedenkersbeweging op gang te brengen met deze tentoonstelling en het boek. Op Canvas brachten we in het najaar
van 2010 Vormgevers, waarin innovatie opnieuw aan bod kwam. Ook Axel Enthoven, die bekend werd als jurylid van De Bedenkers, werd daarin geportretteerd."
Iedereen bedenker! “Het éénprogramma De Bedenkers heeft zijn doel bereikt. Het heeft bijgedragen aan een positief klimaat voor innovatie”, concludeert Vlaams minister van Innovatie en Media Ingrid Lieten, “Ik denk dat het TV-programma op een heel toegankelijke wijze heeft laten zien dat iedereen een goed idee kan hebben en met de juiste hulp er ergens mee kan geraken. Daarom vind ik de verderzetting van het tv-programma als tentoonstelling en boek heel belangrijk.”
Nog uit De Bedenkers vloeide SOS Idee voort, het loket voor Vlamingen met een idee. Voor meer info zie p. 24 of www.sosidee.be.
23
SOS
eerstelijnsadvies voor particulieren met een idee
Breed publiek
Idee Loket voor bedenkers
Hoofdstuk 2
Het begon allemaal met goudworst
“Na het ideeënprogramma De Bedenkers op één werd ons duidelijk dat bedenkers eigenlijk geen centraal aanspreekpunt hebben voor al hun vragen”, zegt Pascal Cools, algemeen directeur van Flanders DC, “De vele innovatieorganen in Vlaanderen werken vaak enkel voor ondernemingen en niet voor particulieren. Daarom zetten we met Flanders DC het SOS Idee-loket op.”
24
Johan Van Eeckhout (44) was een fervent kitesurfer. “Toen ik in Denemarken te ver van de kust in zee belandde, dobberde ik uren rond. Ik bedacht toen een nieuw soort grote deltavlieger - 4m op 2m - die dient als herkenningspunt aan de kustlijn. Omdat je zo’n vlieger gemakkelijk moet kunnen meenemen, dacht ik aan een model zonder stokken maar met plastic buisjes, gevuld met lucht.”, vertelt Johan. De vlieger blijkt goed te vliegen en kan op heel wat belangstelling rekenen op een groot Deens vliegerfestival. Onder meer de vertegenwoordigers van de Amerikaanse vliegerproducent Premier Kites tonen interesse. Maar Johan houdt de boot af. Hij is bang dat hij de rechten op zijn uitvinding zal verliezen. Bovendien staat zijn vlieger nog niet op punt. Een eerste doorbraak komt er als een vriend hem een rol kunstdarmen voor goudworst cadeau doet. Dat materiaal blijkt verderlicht, maar supersterk. Het materiaal is afkomstig van een Belgisch bedrijf. De vliegers van Johan blijken zo licht dat ze zelfs in de lucht blijven hangen als het volledig windstil is.
Voor Johan gaat het nu allemaal heel snel. Hij richt zich met zijn vragen tot SOS Idee. “Wij bevestigden dat zijn idee uniek is, maar kaartten ook het probleem van zijn intellectuele eigendomsrechten aan. Op een uitvinding die publiek gemaakt is, kan je geen patent meer nemen”, zegt SOS Ideeconsulente Caroline Merckx, “Maar de licentieovereenkomst die vliegerproducent Premier Kites Johan eerder aanbood, zag er goed uit. Johan had - ook zonder patent – een goede kans om toch munt te kunnen slaan uit zijn ingeving en harde werk. We spoorden Johan aan om snel opnieuw contact op te nemen met het bedrijf om te polsen of ze nog interesse hebben. Daarnaast brachten we hem in contact met gespecialiseerde advocaten." In juni ontmoet Johan de mensen van Premier Kites opnieuw. Ze zijn onder de indruk van zijn verbeterde ontwerpen en bieden een nieuwe -en nog gunstigere- licentieovereenkomst aan. Op dit ogenblik worden er professionele prototypes gemaakt en tegen het voorjaar 2011 zal Johans Inflatable Delta in de winkels liggen.
Johan Van Eeckhout is de eerste Vlaming met een idee die op het juiste spoor werd gezet door SOS Idee. Mensen met een idee krijgen op www.sosidee.be een aanspreekpunt waar Flanders DC ook eerstelijnsadvies geeft. Ze kunnen er een handleiding downloaden of een afspraak maken met Flanders DC.
Met SOS Idee beantwoordt Flanders DC de meestgestelde vragen van particulieren, zoals bestaat mijn idee al? Is mijn idee goed? Is het commercieel interessant? Hoe kan ik mijn idee beschermen? Hoe kan ik mijn idee uitwerken? Is het technisch haalbaar? Hoe kan ik een prototype maken, enz. Bovendien helpt Flanders DC de bedenkers verder door hen te adviseren over de volgende stap(pen) of hen in contact te brengen met de juiste spelers in het innovatieveld. Voor SOS Idee werkt Flanders DC o.m. samen met de Innovatie Vereniging Vlaanderen,
de Dienst voor de Intellectuele Eigendom van de FOD Economie, het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom, het Centrum voor Ondernemen van de Hogent, het Fablab Leuven, Timelab Gent en de Innovatiecentra die je in elke provincie vindt. Op www.sosidee.be kunnen mensen een handige tien stappenhandleiding ‘van idee tot markt’ raadplegen. Ook in het boek ‘Hoe word ik een bedenker?’ vind je naast de verhalen van bedenkers en tips van de juryleden ook SOS Idee-advies in tien stappen.
www.sosidee.be
Ook minister Lieten is SOS Idee genegen
Johan Van Eeckhout, een van de eerste mensen die contact opnamen met SOS Idee.
Ingrid Lieten, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding
“SOS Idee informeert over de stappen van idee naar realisatie. Geval per geval legt SOS Idee contact met andere innovatiespelers die kunnen helpen. Zo geeft Flanders DC de gewone man en vrouw een aanspreekpunt. Dat is al even belangrijk als het eigenlijke advies”, zegt Vlaams minister Ingrid Lieten, “we verlagen zo de drempel om te innoveren.”
25
De Inflatable Delta, vanaf het voorjaar van 2011 te koop.
Inspiring Creativity
Flanders DC Fellows Onderwijs
Hoofdstuk 3
Ook in 2010 reisden de Flanders DC Fellows, een groep van zestig creatieve Vlaamse ondernemers, weer onvermoeibaar het land af om in scholen en op congressen te vertellen hoe zij hun innovatieve idee hebben uitgebouwd tot een succesvol bedrijf. Met hun inspirerende verhaal willen ze een wake up call zijn voor het vele talent dat onder de Vlaamse klei ligt te sluimeren. Hieronder vindt u de getuigenis van een van hen.
De inspirerende kracht van kinderen Bjorn Accoe is Creative & Managing Director van Idee Fiks bvba en algemeen coördinator van Idee Kids vzw, twee zelfstandige entiteiten met één gemeenschappelijk draagvlak: “Wij willen 3- tot 12-jarigen in een duurzame omgeving kansen aanreiken om vanuit hun eigen sterktes hun toekomst vorm te geven.” “Dit verhaal begint officieel in september 1995 maar eigenlijk al een paar jaar eerder. In 1992 besloot ik in het kader van een stageopdracht voor mijn lerarenopleiding lichamelijke opvoeding een vakantiekamp voor kinderen op poten te zetten. Dat werd zo’n immens succes dat ik er het volgende jaar, toen ik mijn legerdienst moest vervullen, gewoon mee doorging. Gelukkig had ik een begripvolle commandant, die er
26
geen graten in zag dat zijn ondernemende sportonderrichter nu eens een pak lange dagen klopte, om dan weer een hele periode recup te nemen. Massa’s telefoontjes heeft mijn moeder dat jaar moeten beantwoorden. In zekere zin was zij dus mijn allereerste medewerkster.” (lacht) “De periode van de vakantiekampen was van in het prille begin razend druk. Oké, maar wat deden we de rest van het jaar? We hadden nu toch springkastelen en zo, waarom zouden we die niet verhuren voor feestjes? Vandaag kijkt niemand daar nog van op, maar in die tijd was dat echt behoorlijk spectaculair. En nu we toch wisten hoe we kinderen konden entertainen, konden we misschien ook op maat uitgewerkte animatie aanbieden? Op een dag zag de CEO van een bedrijf ons aan het werk en vroeg hij of we zijn product beter in de doelgroep van 3- tot 12-jarigen konden helpen positioneren. En zo is de bal steeds harder beginnen rollen. Sinds 2005 hebben we onze activiteiten opgesplitst in twee zelfstandige entiteiten. Enerzijds is er Idee Kids, dat is uitgegroeid tot de grootste organisator van externaat-vakantiekampen in Vlaanderen: 18.000 kinderen bereiken we daar elk jaar mee. Daarnaast run ik ook nog Idee Fiks, dat gespecialiseerd is in de creatie en realisatie van animatieconcepten en kidscommunicatie. In totaal werkt hier nu 21 man, en er staan nog vier vacatures open.”
Zuurstof voor denken en doen “Alles wat wij ondernemen, heeft telkens weer hetzelfde uitgangspunt: we willen 3- tot 12-jarigen in een duurzame omgeving kansen aanreiken om zich vanuit hun eigen kracht tot zelfstandige individuen te ontwikkelen. Onze werking steunt onveranderlijk op dezelfde drie pijlers: fun learning, verbeelding en authenticiteit. Doordat we consequent de concrete leef- en belevingswereld van de kinderen als vertrekbasis nemen, weten we perfect hoe ze denken en waar ze van dromen.
Zij geven zuurstof aan ons denken en doen, al onze inzichten komen in wezen vanuit de kinderen zelf. Bij Idee Kids vullen we onze principeverklaring in door kwalitatieve en educatieve projectkampen op te zetten: doordat ze spelenderwijs nieuwe indrukken opdoen, steken ze telkens weer gigantisch veel op. Met Idee Fiks willen we bedrijven dan weer helpen om op de juiste manier met die uitdagende doelgroep te communiceren en producten te creëren die perfect in die leefwereld passen. We begeleiden hen tijdens het strategische denkproces, nemen actief deel aan het conceptuele denkwerk en zetten ook onze schouders onder de uiteindelijke uitwerking. Dat laatste wordt soms over het hoofd gezien, maar is eigenlijk cruciaal. Bij alles wat je onderneemt, moet je een concreet doel voor ogen blijven houden. Pas als je erin slaagt om iets te ontwikkelen wat echt uitvoerbaar is en daarenboven ook nog werkt, mag je zeggen dat je de kracht van het creatieve denken ten volle benut.”
“We willen verder innoveren, blijven verrassen door onze inventiviteit en zo het verschil blijven maken.”
“Ik sta heel bewust zelf nog volop in het veld: ik zou het open en eerlijke contact met de kinderen echt niet willen missen. Zij zijn wat mij drijft en wat mijn creatieve geest voedt. Als ik al mijn tijd in het managen van dit bedrijf zou moeten stoppen, zou de fun er voor mij snel af zijn. Daarom ook heb ik sinds februari 2010 een vennote aan boord genomen. Zij neemt sindsdien het gros van het zakelijke en organisatorische werk voor haar rekening. Ik heb in zekere zin mijn limieten als ondernemer namelijk stilaan bereikt. Ik ben nog altijd heel ambitieus, maar wil vanaf nu vooral kwalitatief verder groeien: we willen verder innoveren, blijven verrassen door onze inventiviteit en zo het verschil blijven maken. Als dat inhoudt dat Idee Fiks en Idee Kids ook in medewerkersaantal verder toenemen, ben ik daar uiteraard niet rouwig om, maar het is zeker geen doel op zich.”
27
Proeven van talent “O nee!” krijste de zaal toen het eerste kindercongres erop zat. Dat de 1.400 twaalfjarigen in de Leuvens Brabanthal IKANDA apprecieerden, was duidelijk. Stuk voor stuk konden ze er hun talenten ontdekken.
Onderwijs
Het eerste kindercongres van Vlaanderen vormde een van de orgelpunten van het Vlaams programma voor het Europees jaar van Creativiteit en Innovatie (EJCI). IKANDA, georganiseerd door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming en Flanders DC, werd een leuke dag op maat van het zesde leerjaar. Een plenair programma van ongeveer twee keer twee lesuren werd onderbroken voor een lunch en speeltijd. Op dat moment konden de kinderen proeven van cultuur, wetenschap en ondernemingszin in een denk- en doe-expo. De organisatie mikte erop dat iedereen thuiskwam met tenminste één IKANDA-gevoel.
Hoofdstuk 3
Als een wervelwind vertelden Stijn Meuris, Dirk Frimout, Elodie Ouédraogo, Dixie Dansercoer, topchocolatier Dominique Persoone, smaakspecialist Bernard Lahousse, jeugdschrijver Marc De Bel, Arnoud Raskin van mobile school, en beatboxer Fatty K hun verhaal. Ook spraken de 1.400 kinderen met Frank De Winne, op dat moment nog vanuit de ruimte. Sofie Van Moll en Kobe Van Herweghen entertainden alles aan elkaar.
Hoezo IKANDA? De 1400 leerlingen dachten voor IKANDA na over hun talent. Op basis daarvan maakten ze hun witte T(alent)-shirts.
Iedereen heeft recht op het ontdekken van zijn talent. Want wat je goed kan, doe je meestal graag en omgekeerd. Om goed te kunnen kiezen, moet je echter genoeg keuzemogelijkheden hebben. Je moet ook een positieve keuze kunnen maken voor wat je graag doet in plaats van gewoon te doen wat anderen verwachten of opdragen. IKANDA wil dat bespreekbaar maken in de klas. Tijdens het programma ontdekken leerkrachten vaak ontluikend talent en kunnen ze de eerste impulsen geven voor verdere ontwikkeling. Daarvoor werd een voorbereidend lespakket voorzien. “Wanneer je volgend jaar moet kiezen, luister naar je mama of papa, of je leerkracht, maar niet te veel”, zei Pascal Cools, algemeen directeur van Flanders DC, bij het afsluiten. “Als je overtuigd bent dat je iets goed kan en graag doet, ga dat dan alstublieft doen.”
28
“Onze leerlingen hielden aan IKANDA een positief zelfbeeld over, het besef dat ze iets kunnen bereiken, als ze maar gemotiveerd zijn.” Juf Bernadette met haar leerlingen op IKANDA.
IKANDA heeft onze leerlingen echt laten nadenken over waar ze goed in zijn, vertelt Bernadette Volders, de juf van het zesde leerjaar in de Gemeentelijke Basisschool van Eindhout. Haar leerlingen legden het volledige lessentraject af.
Goed koken is ook een beroep “Ter voorbereiding van het kindercongres hebben we eerst het bijhorende lespakket gevolgd. Zo schreven leerlingen hun passie, hun talenten en hun dromen – dat laatste had ik zelf toegevoegd – op een papiertje. Daarna trokken we die een voor een en moesten de leerlingen raden om wie het ging. Wie was er sterk in wiskunde? Wie zou later laborant worden? Of in een dierentuin werken?” “De bedoeling was aan te tonen dat iedereen sterk in iets is. Sommige leerlingen kampen een beetje met een minderwaardigheidscomplex, omdat ze slechte rapporten halen. Maar misschien zijn ze wel goed in tekenen, sporten, zingen of theater. Deze activiteit liet zien dat je daar ook iets mee aankan.” “Het kindercongres was een schot in de roos. Van alle uitstappen heeft deze het meest indruk gemaakt. Alles zat goed: klank, beeld en de sprekers. Die sloten echt aan bij de interessesfeer van onze leerlingen. Stijn Meuris vertelde bijvoorbeeld over de ruimte, een onderwerp dat veel van onze leerlingen bezighoudt. Het verveelde geen moment. In de workshops achteraf konden ze van alles uitproberen. Dat vonden de leerlingen niet alleen fijn, het was ook heel leerrijk, zelfs voor mezelf. In een potje via allerlei verbindingen een chemische tuin maken, daar stond ik echt van te kijken.”
“Met het congres zat IKANDA er nog niet op voor ons. Achteraf zochten de leerlingen op internet een leuke afbeelding van het beroep van hun dromen: kleuterjuf, dierenverzorger, architect... Daar werd hun eigen hoofd op gemonteerd. Dat leverde grappige beelden op, die we in een Powerpoint verwerkten, samen met een tekstje over hun dromen. Tijdens de traditionele receptie voor de laatstejaars projecteerden we al die dromen, zodat de leerlingen en hun ouders die konden zien. De leerlingen zelf kregen de boodschap mee dat ze echt iets kunnen bereiken, als ze maar gemotiveerd zijn.” “Door IKANDA zijn de leerlingen echt gaan nadenken over wat ze goed kunnen. Soms ging dat over zaken die niets met de hoofdvakken te maken hebben. Neem koken. Op het congres was ook een chocolatier aanwezig. Dat deed de leerlingen beseffen dat ze van goed koken ook hun beroep kunnen maken. Ze hielden aan IKANDA ook een positief zelfbeeld over. Alle klassen zouden de mogelijkheid moeten hebben om IKANDA en het kindercongres mee te maken.”
29
Met de medewerking van:
De Creatiefste klassen van 2010 In de nasleep van het éénprogramma De Bedenkers, organiseerde Flanders DC de ideeënwedstrijd De Bedenkers – Klaseditie voor klassen uit het Vlaams onderwijs. Honderdtachtig klassen stuurden ons hun ideeën om ons leven eenvoudiger, beter of aangenamer te maken.
Hoofdstuk 3
Onderwijs
komen uit Mechelen, Wetteren en Hasselt
30
Basisonderwijs School: Basisschool Ursulinen Mechelen Klas: 5de leerjaar B
Tijdens de finale presenteerden 9 laureaten (3 per leeftijdscategorie: lagere school, lager middelbaar en hoger middelbaar) hun idee aan een professionele jury. De jury bestond uit Björn Accoe van Idee Kids, Tine De Schutter van TMF Stressfactor, Pascal Cools van Flanders DC en Johan Heyvaerts van Vanerum. Zij discussieerden fel en hakten uiteindelijk de moeilijke knopen door. Deze klassen haalden de hoofdprijzen binnen: een creatief schoolfeest, een interactief whiteboard en een festival op school.
Lager secundair onderwijs School: Scheppersinstituut Wetteren Klas: 2IW Bio
De Stop & Go paraplu Om het openbaar vervoer toegankelijker te maken voor mensen die slecht te been zijn of in een rolstoel zitten, bedacht klas 5B van de basisschool Urselinen een speciale paraplu waarmee de doelgroep de bus uitzonderlijk kan laten stoppen tussen 2 haltes in. De speciale paraplu is enkel op doktersvoorschrift verkrijgbaar.
De anti-wespen vuilbak Fly Away Een zomerse picknick met je vrienden… Het opruimen is minder tof want de afvalbak zit vol vliegen en wespen. Voor je het weet heb je een wespensteek. De FlyAway lost dat op! Het is een vuilnisbak die bovenaan voorzien is van een elektrisch raster met zonnepanelen. Wanneer de vlieg of wesp in de vuilbak terechtkomt en terug weg wil, aangetrokken door het licht bovenaan de vuilnisbak, wordt ze vernietigd. Het raster is afgeschermd met plexiglas om de veiligheid van iedereen (vooral kleine kinderen) te garanderen en om het insijpelen van water bij regenval te voorkomen.
Fitaccu, de batterijlader op je fiets De Fitaccu is een accu die je bevestigt op de bagagedrager van je fiets. Tijdens het fietsen wordt hij opgeladen dankzij je dynamo. Nadien kan je hem gebruiken om je gsm, iPod of laptop van extra stroom te voorzien. Heel erg handig in noodgevallen.
De Lijn test STOP & GO Het beste bewijs dat de ideeën van kinderen best waardevol kunnen zijn, is het bezoek van Roger Kesteloot, de directeur-generaal van De Lijn, aan klas 5B van basisschool Ursulinen in Mechelen. Kesteloot kwam in hoogtseigen persoon informeren naar de uitvinding ‘Stop & Go’. Hij denkt er ernstig aan om het idee bij wijze van proef te introduceren. De Stop & Go is niet meer dan een bijzondere paraplu met logo die je kan opsteken om de bus te laten stoppen. Thomas Nooyens (10) kwam op de idee omdat hij zelf altijd een heel eind moet stappen tot de bushalte. ‘Het zou toch veel eenvoudiger zijn als je een paraplu kan opsteken’, dacht hij. ‘Die kan je dan ook nog eens gebruiken om onder te schuilen als het regent.’ Vooral voor bejaarden en minder mobiele mensen zou het volgens de kinderen een grote hulp zijn. Roger Kesteloot en regiomanager Luc Van Put beloofden met burgemeester Bart Somers te overleggen om de Stop & Go uit te testen.
Wat nu? De “Fitaccu” verder ontwikkelen. Op vrijdagnamiddag 8 oktober vanaf 12u30 tot 15u45 vond voor al de leerlingen van het Virga Jessecollege van Hasselt het “TMF Festival Stress Factor” plaats. Maar het echte vervolg is nog veel spannender. In het vijfde jaar werd een leereiland opgericht in de seminarie-uren economie. De leerlingen die deel uitmaken van deze groep, hebben de klaseditie van “De bedenkers” gewonnen met hun “Fitaccu”. De bedoeling van het leereiland is nu om een leeronderneming op te richten die deze Fitaccu effectief ontwikkelt en op de markt brengt. De opzet van het project omvat drie luiken: - - -
de technische ontwikkeling van het concept wordt ondersteund door Sirris (www.sirris.be). het uitwerken van de businesscase wordt begeleid door Unizo. de communicatie en de marketing die er zullen moeten plaatsvinden om de Fitaccu op de markt te brengen, worden ook tot stand gebracht met de steun van Unizo.
Het geheel kadert binnen een seminarie bedrijfseconomie. De uitdaging waarvoor de leerlingen staan is veelzijdig: - - -
communicatie naar de medeleerlingen via multimedia technisch-wetenschappelijke uitwerking van het concept samenwerking met de media om dit unieke brugproject tussen economie en onderwijs te promoten
Wanneer deze leerlingen eind volgend schooljaar afstuderen aan het Virga Jessecollege, zullen ze niet alleen een brede vorming in de studierichting Economie-Wiskunde meegekregen hebben, maar hebben ze ook via het project van de “Fitaccu” realistische ervaring in de bedrijfswereld opgedaan. Dit zal in elk geval mooi ogen op hun cv bij een latere sollicitatie.
Hoger secundair onderwijs School: Virga Jessecollege Hasselt Klas: IV4
31
Forum Innovatie maakt School Liefst 1200 leerkrachten, directieleden, pedagogisch medewerkers en beleidsmensen woonden in de Antwerpse Elizabethzaal het Forum Innovatie maakt School bij. De hoofdspreker mocht er dan ook zijn: Sir Ken Robinson, de Britse denker bekend van zijn theorie dat ‘school creativiteit doodt’, gaf alle aanwezigen stof tot nadenken. Het forum was ook het startschot voor de veertig innovatiecoördinatoren, die in scholen structureel op zoek gaan naar nieuwe ideeën en erover waken dat vernieuwingsprojecten effectief worden ingevoerd. Wij spraken met een van hen.
Opbouwen in plaats van afbreken "Ik vroeg hem of hij op school van muziek hield. Ik haatte het, zei hij. Het enige wat ze deden, was klassieke muziek laten horen. Paul McCartney. In diezelfde klas zat George Harrison, de leadgitarist van The Beatles. Ook hij haatte muziek op school. Dat zette me aan het denken. In Liverpool had een leraar de helft van The Beatles in zijn klas. En op geen enkel moment heeft hij dat opgemerkt." - Sir Ken Robinson
32 Het forum Innovatie maakt School vond plaats op 27 mei 2009, nog in ons werkingsjaar 2008-2009. De opleiding 'innovatiecoördinator' die er uit voortvloeide, liep in het voorbije werkingsjaar 2009-2010.
Sir Ken Robinson
“Toen ik Sir Ken Robinson hoorde spreken, viel mijn frank”, vertelt Annick De Geest, zorgcoördinator in basisschool De Vierklaver in Temse. “Er zijn zoveel kinderen die op school hun ware aard niet kunnen laten zien. Op datzelfde evenement, Innovatie maakt School, kon je je kandidaat stellen om een opleiding tot innovatiecoördinator te volgen. Ik heb me meteen gemeld.” “Ik herkende het feit dat op school alles rond kennis, kennis, kennis draait. Dat er aan zoveel vaardigheden en talenten afbreuk wordt gedaan. Zeker in ons systeem worden die al vrij vroeg in de schoolcarrière kapotgemaakt. We breken af in plaats van op te bouwen. Dat gevoel wou ik ook overbrengen bij mijn collega’s: kennis is niet de belangrijkste opdracht van het onderwijs.”
“De opleiding tot innovatiecoördinator was bijzonder verrijkend. Projectmanagement bijvoorbeeld is iets waar we in het onderwijs voortdurend mee bezig zijn, maar dat in geen enkele andere nascholing aan bod komt. Tijdens dit onderdeel herkende ik veel zaken die voortdurend verkeerd lopen. Ah, dat komt daardoor! Bij een project is er vaak niemand die toezicht houdt, men gaat ervan uit dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt. Dat leidt tot veel frustraties achteraf. Ik pak het nu anders aan, volgens de principes die we aangeleerd kregen, en de projecten verlopen veel vlotter. Iedereen geniet ervan, wat ook de bedoeling is.” “Ik heb ook inzicht gekregen in mijn eigen profiel en dat van anderen. Als je een beleidsfunctie hebt, betekent dat toch een meerwaarde. Omgaan met weerstand is nog zoiets. In het onderwijs is er nogal wat vernieuwing, waardoor je veel weerstand moet wegwerken.” “Vooral in praktische zin kan ik veel beter omgaan met creativiteit. Een leerkracht die een thesis over leerlingenparticipatie maakte, heb ik aangeraden te brainstormen. De leerlingen hebben daaraan meegewerkt, met trefwoorden die iedereen vooraf op papier zette. Dat werkte goed, omdat ze
vooraf zelf moesten nadenken en niet zomaar konden verdergaan op wat eerder gezegd werd.” Als je energie geeft aan de verbeelding van kinderen, als je hun creatieve capaciteiten aanboort om met nieuwe ideeën en oplossingen voor de dag te komen, als je je richt op het hele spectrum van hun denken, dan komen er uitzonderlijke dingen naar boven. Altijd. “Voor mei ben ik een project aan het ontwikkelen om leerlingen hun talenten beter te laten ontplooien. Kinderen moeten geconfronteerd worden met de dingen waar ze sterk in zijn, zodat ze de juiste keuzes maken, onder meer voor het middelbaar onderwijs dat ze gaan volgen.” “Tot nog toe heb ik deze nieuwe inzichten uitsluitend in mijn eigen school kunnen gebruiken. Eigenlijk wil ik de hele scholengroep ervan laten genieten, want zij beseffen nog niet wat dit allemaal inhoudt en hoe we uit alle kinderen meer kunnen halen dan we op dit moment doen.”
33 Annick De Geest
I-POD2 geeft recent en jong afgestudeerde designers en productontwikkelaars de mogelijkheid een waardevolle buitenlandse werkervaring op te doen. I-Fashion & Textile heeft dan weer hetzelfde voor ogen voor jong afgestudeerde mode- en textieldesigners. Deelnemers krijgen de kans om zes maanden stage te lopen in een buitenlands bedrijf. Twee van hen vertellen wat hun stage in het buitenland voor hen betekend heeft.
Kornelia Bonnaerens (24) Studies
Mode aan KASK Hogeschool Gent
Ifashionstage bij Ivana Inmiddels
Helsinki
Droomt ze als werkzoekende van een eigen label, samen met haar zus. Ze volgt ook een opleiding CADCAM-confectie en textiel.
i-POD2
“Ivana Helsinki is een Fins label van twee zussen. Pirjo Suhonen runt het bedrijf, haar zus Paola is de ontwerpster. De collecties bestaan voornamelijk uit jurkjes, T-shirts met prints en jassen. Ze zijn vrij ruw afgewerkt en vaak heel grafisch. Ivana werkt daarvoor nog met een traditionele zeefdruktechniek.” “Zelf heb ik bij Ivana heel uiteenlopende zaken gedaan. Ik heb patronen getekend en gesneden. Ik heb me beziggehouden met zeefdrukken, bijvoorbeeld voor cd-covers. Heel boeiend was de modeshow in Kopenhagen, waaraan ik meegewerkt heb. Ik hielp ook bijvoorbeeld bij het opnemen van een filmpje. Ik heb zelfs in de Ivana-winkel in Helsinki gewerkt, om te zien hoe het er daar aan toeging.”
Klein én succesvol. Het kan! Wat heeft zij geleerd?
“Aan deze stage heb ik een pak vaardigheden zoals afwerkingstechnieken overgehouden. Het belangrijkst is echter dat ik gemerkt heb hoe een vrij klein bedrijf toch zoveel succes kan hebben. Het gaat er best professioneel aan toe, maar tot mijn verbazing werken niet meer dan tien mensen bij Ivana Helsinki, van wie een vijftal vast in dienst.” “Ik zal deze ervaring zeker meedragen. Het werk, maar ook de heel andere omgeving. Ik kon ook naar Spanje of Italië gaan, maar ik heb Finland gekozen omdat het zo anders is. De gelijkheid tussen mannen en vrouwen is er veel groter dan hier. Ook de manier van werken is heel anders. Bij Ivana pakte men alles rustig aan. Ze leken een stuk stressbestendiger dan wij. Alles komt goed, zeiden ze altijd. En het kwam ook altijd goed.” “Deze ervaring is zeker een pluspunt bij het zoeken naar een baan. Ik heb tenslotte veel ervaring opgedaan. Op termijn droom ik van een eigen label, samen met mijn zus, die grafisch ontwerpster is. Maar voor het zover is, moet ik eerst een job vinden.”
www.korneliabonnaerens.be 34
Vincent De Smedt (27) Studies
Productontwikkeling aan de Hogeschool Antwerpen
IPodstage bij Smart
Design in Barcelona
Inmiddels Heeft
hij een eigen bureau opgericht, Edmire.
Anders denken. Wat heeft hij geleerd?
“Voor de I-Podstage wou ik absoluut naar Barcelona, omdat Smart Design daar een vestiging heeft. Smart Design is een van de belangrijkste productontwikkelingbureaus van vandaag. Het hecht veel belang aan het begrijpen van de gebruiker van een product, wat leidt tot productinnovatie. Smart Design heeft kantoren in New York, San Francisco en Barcelona.” “Omdat productontwikkeling alleen niet voldoende was voor mij, wou ik tijdens mijn stage ook verder studeren. Dat kon in Barcelona: drie dagen per week volgde ik er een postgraduaat in Corporate Identity Strategy & Management in avondonderwijs.” “Doordat het kantoor van Smart Design in Barcelona nog in een opstartfase zat, werd ik als een volwaardig teamlid beschouwd. Hierdoor kreeg ik de kans om heel diverse dingen te doen: meehelpen aan trendonderzoek in opdracht van een Japans wagenfabrikant, handvaten ontwerpen voor kookgerei, prototyping van een eigen ontwerp tot de ontwikkeling van een toekomstvisie voor een Europese telefoonmaatschappij. Verder heb ik ook samengewerkt met het business development team, waar ik de zakelijke kant van het ontwerpbureau leerde kennen.” “Door deze stage ben ik vooral anders gaan denken. Op korte tijd zijn mijn ogen opengegaan. Ik ben tot het besef gekomen dat de opvattingen over productontwikkeling hier nogal nauw zijn. Smart Design pakt projecten meteen veel breder en opener aan, met zeer innovatieve resultaten tot gevolg. Daarom zijn ze ook zo groot. Ze gebruiken een andere, veel diversere methodologie. Omdat er zoveel mensen met verschillende achtergronden werken, krijg je er telkens een clash van culturen. Hier hebben ontwerpbureaus meestal mensen met allemaal dezelfde cultuur en dezelfde achtergrond in huis.” “Nadat ik terugkwam, heb ik een tijdje een job als project manager gehad in Brussel, maar dat was toch niet wat ik zocht. In februari 2010 heb ik samen met een vennoot een eigen designstudio opgericht, Edmire. Wij willen iets anders aanbieden, een eigen kijk op productontwikkeling. Wij hebben een methodologie ontwikkeld, die ons toelaat om op meerdere niveaus een meerwaarde te bieden aan de gebruiker. We leggen de nadruk op de integratie van merk en product: op welke manier moeten de waarden van een merk geïntegreerd worden in de producten, zodat er consistentie en vertrouwen gecreëerd wordt? Bij onze klanten zitten vooral start-ups, omdat zij zowel hun productenportfolio als hun merk nog moeten opbouwen, maar we spreken toch ook al met enkele gevestigde merken. Wij begrijpen wat een merk is en dat appreciëren ze.”
www.edmire.be 35
Inspiring Creativity
Kwintessens Mode
36
Mode
Hoofdstuk 4
Al meer dan 17 jaar focust het kwartaalmagazine “Kwintessens”, uitgegeven door Design Vlaanderen, op ‘design’ dat de laatste jaren sterk ingeburgerd geraakte in ons dagelijkse leven. Misschien wel hét belangrijkste kenmerk van design tegenwoordig is de kruisbestuiving met andere ‘creatieve industrieën’. In deze ‘grensoverschrijdende’ geest zocht FFI in 2007 toenadering tot Design Vlaanderen en zo gingen beide organisaties van start in 2008 met Kwintessens Mode, een 24 pagina’s tellende geïntegreerde katern exclusief gewijd aan mode uit Vlaanderen. De coördinatie van deze modekatern is in handen van modejournaliste Veerle Windels. De zevenhonderd abonnees kunnen zo elk kwartaal een vinger aan de pols houden van wat er leeft in de modewereld.
FFI-ontwerpwedstrijden stimuleren samenwerking tussen mode en bedrijven Rit Herfs kleedt onthaalpersoneel Antwerpse politie De Antwerpse politie restylet hun onthaal. Daarbij hoort ook een uniform voor de burgermedewerkers die tot nu toe in gewone stadskledij kwamen werken. Zo worden ze straks veel herkenbaarder voor de bezoekers van de Antwerpse politiekantoren. FFI organiseerde een ontwerpwedstrijd. FFI schreef een wedstrijd uit voor ontwerpers die een link met de stad Antwerpen hebben. Uit de vijftien kandidaten werden vijf finalisten gekozen die hun ontwerpen uitgebreid voorstelden aan een vakjury én aan alle onthaalmedewerkers van de Antwerpse politie. In de vakjury zetelden Eddy Baelemans (korpschef Lokale Politie Antwerpen), Edith Vervliet (directeur FFI), Anja Stas (commercieel directeur KMDA Antwerpen), Sven Grooten (B-architecten), Carla Blomme (ombudsvrouw Stad Antwerpen) en Tim Van der Schoot (directeur communicatie Lokale Politie Antwerpen). Daarna werd er gestemd. De onthaalmedewerkers van Lokale Politie Antwerpen hadden hierbij de doorslaggevende stem. Zij moeten immers straks de nieuwe kledij gaan dragen. Bij de selectie werd ondermeer gelet op de stijl, het onderhoud en het gebruiksgemak. De winnaar werd Rit Herfs. Rit is al een tiental jaar aan de slag als zelfstandige en heeft een eigen atelier in het designcentrum De Winkelhaak in Antwerpen. Ze ontwierp al de wielerkledij van de ploegen Quick-Step, Rabobank en Landbouwkrediet. Ook de bedrijfskledij van Lexus en Coca-cola en het uniform van de stadswachten is van haar hand. Sinds eind december 2010 dragen de onthaalbedienden hun nieuwe uniform.
Elise Schepens en Anne Zellien zien juweel geproduceerd bij Baunat Voor het juwelen- en diamantmerk Baunat richtte Flanders Fashion Institute een wedstrijd in voor het creëren van een diamantjuweel. Het wedstrijdthema was “Inner Beauty”. De wedstrijd stond open voor talentvolle designers van juwelen en/of mode. De opdracht bestond uit de creatie en ontwikkeling van een modern, tijdloos juweel. De ontwerpers werd in eerste instantie gevraagd een schets te maken De jury wou - op basis van de ingezonden ontwerpen en enkele selectie-interviews - één tot max. drie laureaten selecteren. Baunat voorzag, naast de ontwikkelingskosten, in een geldprijs van 4.000 Euro voor elk van de finalisten. Door de samenwerking FFI-Baunat konden de finalisten rekenen op verhoogde aandacht en naamsvermelding op alle plaatsen waar het juweel getoond wordt: de website van Baunat, pers, events… De finalisten van deze wedstrijd kunnen gecontracteerd worden door Baunat voor bijkomende opdrachten. Uiteindelijk kwamen twee ontwerpers uit de preselectie en kregen zij de kans om hun schets om te zetten naar een finaal productprototype in zilver en zirconium: Elisa Schepens en Anne Zellien.
Jury voor uniform Vlaams Parlement FFI adviseerde de Directie Infrastructuur en Logistiek van het Vlaams Parlement bij haar keuze in de ontwerpwedstrijd voor uniformen voor de ontvangstmedewerker. Hun kledij moet stijlvol en elegant zijn, een zekere klasse uitstralen, ook eigentijds en modieus zijn. Tegelijk wordt de kledij meerdere jaren (in principe drie) gedragen en mag ze na verloop van tijd niet gedemodeerd zijn.
37
Antwerpen * Barcelona * Paris * New York
Showrooms Flanders Fashion Institute biedt talentvolle jonge ontwerpers uit Vlaanderen een platform om hun creaties te tonen op belangrijke mode-evenementen over de hele wereld. Een overzicht.
Mode
080 Barcelona Fashion
Hoofdstuk 4
080 Barcelona Fashion biedt een platform aan beginnende designers. FFI mocht tijdens de editie van september 2009 vier recent afgestudeerde ontwerpers voorstellen. Voor deze Showroom Antwerp werden Lenny Leleu, Sena Yoon, Ti+Hann en Filomena Saltarelli geselecteerd. Daarnaast kregen twee ontwerpers afgestudeerd in Antwerpen de kans te defileren op de catwalk: Mikio Sakabe en Andrea Ayala. Directeur Edith Vervliet zetelde bovendien voor FFI in de jury, onder leiding van designer Bernard Willhelm.
Tijdens de voorbereiding van zijn defilé gaf Mikio Sakabe dit korte interview aan de blog Fashionreporters. Waartoe dient mode? Communicatie
Als u slechts één kledingstuk of accessoire mocht houden, wat zou u kiezen?
Als u geen ontwerper was, wat zou u zijn?
Denim.
Mangaschrijver.
Waar gelooft u niet langer in? Globalisatie.
Waar bent u trots op? Mijn land.
Waar gelooft u nog altijd in? Gevoelens.
38
Waar bent u beschaamd voor? Veel zaken.
“Ongewoon, ja. Onpraktisch, ja. Duur, ja. Waarom voel ik me er dan toe aangetrokken? HET IS EXTREEM MOOI…” Another Magazine over Schipper/Arques
Showroom Antwerp LENTE-ZOMER 2010 2-8 oktober 2009 in Parijs “Parijs is zeer belangrijk voor ons, omdat we ons internationaal aan het profileren zijn. Er alleen heen trekken heeft totaal geen zin. Er zijn zoveel collecties, we zouden er alleen maar lost zijn. Deze showroom heeft ons veel contacten opgeleverd, met verkopers en met de pers. We kregen aandacht in Vogue China, AnOther Magazine, Marie-Claire UK, So’Chic Magazine, Fashion Daily News en nog enkele mooie blogs, die in de mode zo belangrijk zijn. Na drie deelnames merk ik dat mensen ons beginnen te kennen. Je bouwt een relatie op. We ontvangen bijvoorbeeld uitnodigingen van andere fashion weeks, zoals Londen, waar we heel graag heen willen.” Boris Schipper van Schipper/Arques.
“Showroom Antwerp vond opnieuw plaats in de galerie Lebon, een mooie ruimte vlak achter het Centre Pompidou in de Marais. Daar waren we erg blij mee. Agnes Wené en haar team stagaires verwelkomden de gasten op professionele wijze, Bradly Klerks zorgde voor ondersteuning bij het opvangen van klanten, terwijl iemand van het persagentschap Totem de internationale pers rondleidde in de showroom. Tijdens de officiële opening werd ook het boek 'Werken met Woorden' van modejournaliste Veerle Windels voorgesteld, zodat de Belgische pers naar de galerie kwam. De cocktailbar met sushi, bereid door deelnemende ontwerper Juan Hernandez Daels, werd gesmaakt. De showroom van Flanders Fashion Institute is een geschikt platform voor een eerste voorstelling van een eigen collectie aan een internationaal publiek. Het biedt een professionele omkadering voor starters en kan vooral belangrijk zijn om persaandacht te krijgen.” Ontwerper Michaël Verheyden, vooral bekend van zijn understated chic tassen.
39
Showroom Antwerp februari 2010 in New York LENNY LELEU IN 5 TREFWOORDEN LYCRA Ik probeer elk jaar een minicollectie badpakken te lanceren. Omdat ik in Antwerpen gestudeerd heb, denk ik echter in volledige collecties. Vandaar dat ik er ook telkens strandkledij bij ontwerp. Een grote badpakkencollectie is sowieso niet aangewezen, want dat maakt de verkoop nog moeilijker.
NEW YORK Thuiskomen in een geweldige stad. Ik had al eerder in New York gewerkt, net als in LA. De sfeer van werken, werken, werken, ligt me wel.
CONTACTEN
Anna Heylen presenteert haar creaties in New York.
Als jonge ontwerper komt het erop aan dat men merkt dat je overleeft. Daarom heb ik alle winkels die ik eerder in New York had gecontacteerd opnieuw aangesproken, zodat ze zagen dat ik er nog altijd sta.
PERS Er is heel veel pers langs geweest. Bloggers ook. Voor deze showroom had ik nog niet door hoe belangrijk die wel zijn in de mode. Ik mag in elk geval niet klagen. Blijkbaar schrijft de pers graag over badpakken.
Mode
SALES
Hoofdstuk 4
Nog niet. Badpakken zijn een moeilijk product. Hoe meer de aankopers je kennen, hoe beter het loopt. Daarom ben ik van plan om opnieuw naar de States te trekken. Ondanks het wereldwijde web moet je er nog altijd zelf staan.
Showroom Antwerp @ TRANOÏ HOMME herFst-winter 2010-2011 22-24 januari 2010 in Parijs “De toekomst van menswear lijkt nog altijd in Aziatische handen. In de jaren ’80 hadden we de Japanners, die de noties van goede smaak en bourgeois kledij eruit gooiden. De Koreanen doen de Parijse menswear al enkele seizoenen versteld staan, met subtiele, prachtig gemaakte kleren met een verborgen gevoel van luxe. Nadat ik zijn stukken had gezien in Tranoi, was ik ook verheugd Ek Thongprasert te mogen interviewen. De Thaise ontwerper, die zijn tweede menswear collectie voorstelde in Parijs, heeft een rijke verbeelding en is doordrongen van respect voor het ambacht.” Zo begint een interview met Ek Thongprasert op de blog A Shaded View on Fashion. “Nog voor ik begin te ontwerpen, buig ik me soms een of twee maanden over het concept. Ik begin niet te ontwerpen als het concept niet goed zit”, vertelt Ek Thongprasert in het interview.
40
“Na de Japanners en de Koreanen lijkt de toekomst van menswear nog altijd in Aziatische handen”
Showroom Antwerp herFst-winter 2010-2011 5-9 maart 2010 in Parijs “Voor Noor d*Izar was deze showroom een enorme stap. Als ontwerper was het ook interessant om beoordeeld te worden. Onze case verdedigen voor het FFI was een test: vinden ze ons op niveau van de anderen? De bevestiging dat we toch iets unieks brengen, was heel fijn voor Fatima. Alleen naar Parijs gaan, is voor ons financieel niet haalbaar. Ook zoveel pers op de been krijgen, lukt ons nooit alleen, ook al hebben we een apart product. De aanwezige journalisten moeten in twee weken alles gezien hebben. Waarom zouden ze dan naar zo’n klein prutske komen kijken? Daarom was de formule van Showroom Antwerp ook zo sterk. De zes van Antwerpen hebben zich destijds ook in groep gepresenteerd en hebben zo toch iets verwezenlijkt. Zelf hebben we inmiddels afspraken in Londen en Dubai. Voor ons is de bal in Parijs echt beginnen rollen. Het toeval wou dat modejournaliste Agnes Goyvaerts net een Nederlandse studie had gelezen over hoeveel geld ontwerpers laten liggen omdat ze niet genoeg moslimoutfits aanbieden. Via FFI is ze bij ons terechtgekomen. Het artikel over ons verscheen in dezelfde periode als Parijs. Vervolgens zijn we uitgenodigd bij Phara, in De Zevende Dag…
“Voor Noor d*Izar ging de bal in Parijs echt aan het rollen”
Voor een gevestigde waarde als Ann Demeulemeester is het makkelijk om aankopers te laten langskomen in een showroom. Voor ons is dat veel minder het geval. Aankopers gaan ook veel voorzichtiger te werk dan vroeger. Toen vonden kwalitatieve multimerkenwinkels het een uitdaging enkele nieuwe ontwerpers aan te bieden, omdat dat wat spanning bracht in hun collectie. Dat is sterk verminderd en de budgetten zijn gedaald. Daarom is het zo belangrijk om meermaals aanwezig te zijn in Parijs. Zo geven we de boodschap mee: we staan er, we zijn solide. Bovendien zijn deze winter hoeden en drapages rond het hoofd fenomenaal aanwezig. Het is echt een trend.” Inge Rombouts van Noor d*Izar, het hijab label van Fatima Rafiy
Beeld uit de A/W 2010-2011 collectie, Marc-Philippe Coudeyre
41
vitrine 2010
Hoofdstuk 4
Mode
Anna Heylen’s jurk van gras.
42
“Als je stof laat transformeren tot een levende materie, gras, krijg je vanzelf slow fashion”, vertelt ontwerpster Anna Heylen. Voor Vitrine creëerde Heylen een van de 24 installaties: Gazon.
“De jurken van gras zijn inmiddels jurken van hooi. Binnenkort beginnen ze zelfs aan een derde leven”
Traag groeiend materiaal “Samen met een fabrikant heb ik een procedé uitgewerkt om stof te laten groeien”, zegt Heylen. Doelstelling was een jurk te maken uit gras. Niet alleen een levende materie, maar ook een die bijna zichtbaar groeit. “Het was ook de bedoeling dat de jurk bleef groeien in de vitrine”, zegt Heylen. Daarvoor moest de stof eerst ingezaaid worden en daarna moest ze water krijgen. Daarvoor is enig geduld nodig en zo komen we meteen bij het thema van deze editie van het jaarlijkse modeparcours Vitrine: slow fashion.
Gras en dolls Het thema slow fashion nodigde uit om terug te gaan naar de oorsprong. De toenemende behoefte aan maatwerk, authenticiteit en individualiteit is een uitgesproken kans voor ontwerpers om het ambachtelijke modevak nog beter te profileren. Ook voor Anna Heylen, die als gevestigde ontwerpster nog altijd enthousiast kan zijn over een met stof overtrokken drukknoop. “Het thema sprak me heel erg aan. Slow fashion was een schot in de roos. Iedereen in de sector is er – willens nillens – mee bezig, het is part of the game”, zegt ze. “De eerste optie was één grote jurk te maken, maar dat bleek niet mogelijk”, zegt Heylen. Ze besloot dan maar jurken aan te brengen op de dolls waarmee ze bekend werd. “Toen we de stof op de dolls zetten, gaf dat een zekere visualiteit”, zegt ze. De dolls dateren van 1993, het jaar dat Antwerpen Culturele Hoofdstad van Europa was. Heylen creëerde toen 130 identieke geslachtsloze poppen, die een identiteit kregen door de delicate handgemaakte kledingstukken die Heylen ervoor ontwierp.
Dat de dolls nog altijd in gebruik zijn, bewijst hoezeer Heylen zich kan vinden in de idee van slow fashion, of het tegengestelde van de wegwerpcultuur.
Beelden van was Vitrine palmde in juni 2010 drie weken lang Antwerpse etalages en cultuurhistorische locaties in, met eigenzinnige installaties. Bezoekers konden Vitrine aan hun eigen tempo bezoeken, met een gratis verkrijgbare folder. Bij elke installatie vonden ze meer uitleg over de designers en hun werk. Sommige etalages waren bovendien voorzien van een QR-code, waarmee geïnteresseerden via hun gsm nog extra informatie konden downloaden. Creatief directeur was in 2010 televisiemaker Tom Lenaerts. Hij hielp de ontwerpers bij het brainstormen en de uitwerking van hun ideeën. Zo raadde hij Vera en Olivera Capara aan videobeelden te maken van hun jurk van was, waarvoor ze de hulp kregen van een kaarsenmaker. In de etalage waren uiteindelijk alleen nog maar de brokken was te zien, naast de videobeelden, natuurlijk. Anna Heylen kijkt tevreden terug op Vitrine. Plannen om verder te werken met gazon als basismateriaal heeft ze niet. “Vitrine was iets eenmalig, eventjes uit de boot springen, wat altijd leuk is.” De eenmalige jurken van gazon staan nog wel tentoon in haar showroom. Traag maar zeker zijn ook zij geëvolueerd. “Ondertussen zijn het jurken van hooi. Binnenkort beginnen ze zelfs aan een derde leven, want ze vertrekken naar een tentoonstelling in het Modemuseum in Hasselt.”
@ foto’s: Mark Florquin
Live vertoning in de Bourla van de opera Ring der Niebelungen met kostuums van Tim Van Steenbergen.
TIM VAN STEENBERGEN In opdracht van het Toneelhuis ontwierp Tim Van Steenbergen de kostuums van de in Milaan in première gegane opera Der Ring des Nibelungen van Wagner. Elke avond werden hiervan sfeerbeelden geprojecteerd. Tim Van Steenbergen studeerde in 2000 af aan de Modeafdeling van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Zijn stijl evolueerde in geraffineerde puurheid, vrouwelijke elegantie en draagbaarheid. Hij is een meester in de hedendaagse drapage met veel oog voor detail, kwaliteit, traditie en vakmanschap. Naast zijn eigen collecties is hij artistiek directeur bij Chine, Belgian design en werkt hij als kostuumontwerper voor diverse internationale theater-, dans- en operaproducties.
De verkiezingsborden van Café Costume.
When Art meets Fashion van Flore Zoé.
CAFE COSTUME
FLORE ZOÉ
Café Costume kwam op de Leopold de Waelplaats, ter hoogte van het KMSKA, op voor het schaap, de leverancier van grondstoffen. Humoristische slogans in een ludieke verkiezingscampagne kregen ironisch genoeg het gezelschap van echte verkiezingsaffiches.
Flore Zoé toonde in de reeks Art meets Fashion in zes foto’s de verschillende fases in het creatieproces van een designer. De foto’s werden verspreid over de stad – onder meer bij Inno, KBC en in het onthaalpaviljoen van het Rubenshuis – getoond in groot formaat.
Bruno van Gils komt uit een lange lijn van kleermakers. Café Costume is de volgende generatie van dit prachtige ambacht en verwelkomt een nieuw tijdperk van goed geklede mannen. De doelstelling van Café Costume is het terugbrengen van betaalbare kwaliteit en ambachtelijkheid met herenkleding op maat.
Flore Zoé is een Nederlandse modefotografe. Haar passie is de aspecten van het leven, ideeën en emoties te vertalen. Toen ze nog kind was, was ze al bezig met het vormen en ensceneren van foto’s. Met haar foto’s probeert ze verhalen te vertellen. De afgelopen jaren werkte ze samen met erkende artiesten zoals Marcel Wanders, Percy Irausquin en werd ze verheerlijkt in het high fashion magazine Avantgarde.
Vitrine, een verantwoord modeparcours
43 De wassen jurk van Vera en Olivera Capara.
% ( )$' () ' )
'
! " % '
+ '/$ # # (()' )
)
()' % '$ + #
)
)
$ $ # ()'
% '$ + # ()'
+ #
+ # , ( # ()' )
+
! # (,
$ . ()' )
+ # '
')( )
'
)
#
!
"%
$!. 3
+
'*
()'
!
' #
! "
(
%$%*
'* ! ' #! # # + ! # ! ! # ## ) (* # ' +
( () #,
)
)
) '
()'
Antw
/
19
'
! ()
#
((
# #
+ #
( )' )
#
)
( ) # $ ()' )
)
' . !()'
$
! C!
' )
' * !()' )
' " ' # )()
' #(
$
$
()'
'$+ #
'* # (!
)
()'
%
+ ( )
)
()' )
)
' )$ #( )' )
$')
! " ()' )
#)
) #(
"$
, %()' )
() $$
! !$( )'
)
)
" $. ()'
! $ ()' )
#()' )
'$!,
! '
+ #
')( () ) ' #, )
)
$*
)
)
+ # ') + ! ()'
)
## ( (
%% !" #(()' )
#()' )
&* !!
+ ( )
)
" '
% % ! # -()' )
$* + ')%! )(
( #) " ') #(()' )
# #+ ()
$' ' $ *)( (
($" '(()' )
# ()' ) + $' '$ *( '*
)
)
()'
#()' )
+ # ()' !
$(.()' )
)
+ # ' ) $'# ()'
% $ '%+ ()
(()' )
$))$ + # *
#(()'
)
' ()'
! # ## () ( #)
' )
/* (( )' )
%$() !()' )
!! '$ '(( )' )
% '$ # ()' )
#()' )
"$! #
!( %! # % '
( ()'
)
'$ ()' / #
)
' # (
%' # (
(()'
)
$(.()' )
'$ ()' )
'
'$) * , #
$# #
( #) ()' $ ( )
)
+ # ()' ! #()'
'
! # *, #
! " # #
#
()' )
' ) ()' ) % !
) !()' )
" !( %! #
)
! # ( )'
)' %() ' )
* '()' )
( )' )
! #
%' )()' )
% '$ + #
$ # ()'
' #%$$')+ ()
$) $
" ' %! )(
'$( " #
+ #*(()' )
$$'#()' )
" )" #()' )
), ! " ( #) # # # $!
()' (%! )
)( $'/ ()' )
' " . ( )' )
" ' ' + () ' )
# + ! '()' #
! #
) ! #
+ ()
( #)
* + )) '(
()' )
! # () * (( )' )
*!' ()' )
(( #()'
(( #
'*
#
! $#%!
()'
' )
()
,
()' )
" ! (()' )
! #) ()' )
(! # +$ ! # +$(
(( )'
+ # (% # # ()' )
)
#)', ( ()$ '( $$" ' ) "
( # ' *
)
! *, ' ()'
' '
)* # ()' $*, )
)
%'$+ # ()'
#
,
'" #
)
)
)' ) (
(*
# *, #
+ #
( $$# %! #
() ()' )
' (
' (
* ( )
#)' %$)
$ ' *(
$$() #
'$*, '(
()' )
" #( )' )
$%% ()' )#$!
' + !()
#()' )
! # /
* () ) $#
Mode
)' )
((
) ()'
Hoofdstuk 4
)
'
)
# $""
! # *( $% '
" '( !
(()' )
% ()'
! # $ %$$')()' )
)
'
# +
$+ # + # ' ()' )
(()'
()' )
)
(()'
()' ' ( # $
)
)()' + ! #
) #(
'$# $$( ' ) ) #, (() ( $$"
!
)' (
) #()'
)
( !()' ) + # "" '
)
'
!(
)(()' )
()' )
' )
$
()'
(()' )
% (
) ()'
#
! # ! "
18
/$$
) ()' %!$
)
(()' ( "$#
)
)' ( #
+ $') /
)
)' ( # '
' %() $ ( (
" ()$$ )
()'
#( $
)
)
!
!$)) '
,
() #
$) '( #
%!
() # ) $/
(
%! ) !$$(
!(
$)
(
)
' )
()
"
)' !"$( #(
"$ ! # ()' )
()'
+ #
! #
! "
)
(
' )
* #()
'# $)()' )
' !" $#)!
)
#(()'
$' $
()' )
! #
)
%()' + # "
$
, !
! #
()' , # !
17
)
% ! #()'
) '! ()()' )
)
' !()
16
)
()'
#()' )
$+
() ) ( )'
+ #
! ' *(
( (!
"
)
()'
! #
( ()'
$')
, # ! ()'
+ )()' )
)
)
()' # "! "
()'
)' )
% $# '(
' #()'
' )
! #()
'* "
# $$ + # (
$' )*(!
#
#)$$
)
" (
' )
, ! #()
)
) ()'
$# # #
()' %! #
%! #) # # "
!$ ' ( ()' )
)
+ #()')$ $"( ' ' $ ()' )
! + #
)
! '
#
$') + ()' )
() '
( #) ! (
) ()' )
+ # . !
! #
# '$
)
()' (%$$' )
()' # / "*
)
()' "
!
() ' ) + #
()' )
# ) !
) '
" #
() $ $ (
'
'
'$)
! #
% ( )
. (
) # "
( 03< 0 9
)' ')( $$ # # +
) (
' + #
#,
)'
!$ * / " ' !$ * / !
" ' !
' )
! #()
, ()' ) (
# *( )
( #) " #) #$' ')* '(()' (
" ! ()' )
' )
" '* ()'
)
)
)
' )
)*!%()
$ + # "%
)
' ()'
" !( ()
( ' (
)
()' #(
" '* ()' )
! %()
)
' )
"())(()' + '! '
)
9
#(
' #
) )' ) (
! ""
) ' )
)
$! ! # ()' )
)
)
()' $'
$+ # '(()'
)
) )((
()'
)
$# # %! # ! # ! #(
()' )
)
' # ! '$$( + #
! %! )( )
) # '( %! )(
' *.
+
!
% $'% '*
) !( ()' ) ! # ' #
' ()'
)
'
)
' () *) () )
)
$ ( #) )
)'
))
()' '* ()' " , )
$#
()' " '
*' ()' )
)$
, !!
# #(
') "
(
" # ()$ )' )
(
' $* " )
()'
44
)
#,
*( ! # )
$! ()'
()
# +
) *(
' ' ()' )
'
() " %0 9 (
+ ( ( )' )
)
')(()' + '
Van 15 tot 2010 kon het grote publiek designerkledij uit vroegere collecties tegen $' !()' " interessante prijzen aankopen. Designcentrum De Winkelhaak bood in het weekend van 24 en ' ) ' hun creaties rechtstreeks aan de )
' ) ( ' ( ' # 25 april een platform aan een tiental jonge !" ontwerpers die ) ' ( ) ) '%! #
! ) #( voor het eerst aangeduid op een Alle stocksales locaties werden consument konden verkopen. , !! " ) !!()' )
overzichtelijk en handig stadsplan (NL/E). Het is een initiatief van Voka Kamer van Koophandel $') ' #) !(
( *%()' )
()' ) In het totaal Antwerpen-Waasland en FFI in samenwerking met de stad Antwerpen. werden de ( ; 0 7<26
# *,() )$$ %
# 7 stocksales ' + ()' van 19 designers opgenomen in dit plan. #locaties
)
!$* / ()'
)
)'
#
!( )'
% !() '
&* #)
)
()
( #) ) (+ $' (% #%! #
$$')
! $%$! %! )( ! *,)$' $ * '! () )
' )
'(()' ( '" " ' " # ' $# # #
' C) ()' ) ) #' ) !
( ! ) ! ' #) )' #
()' )
)
!
! # " ()'
)
()' )
%* # (( #
) '# #
()'
, #
)
+ # !
# $ ) ()'
! .(()'
' # 25" 'april )
" !( ()
)() ' )
! ' ()' )
)
! $%$! ()'
11
' )
$' )
) ) '$
1
$ %! " )(
'(
$$
'$( '
$' ## ) ( #)
()' )
! # #
+ !
)
#()'
()' )
" ()' )
#
)) # ()' )
, %% '
+! "
)' + $! '(
#()' $(( #" ' ) )
# ()'
*"
' # )
()'
+!
) ()'
()' $ ' #
'!
De â&#x20AC;&#x2DC;stockverkopenâ&#x20AC;&#x2122; â&#x20AC;&#x201C; die de designers twee keer per jaar (oktober/ november en april) organiseren â&#x20AC;&#x201C; +zijn ondertussen een+ (gevestigde $ #()' )
) # ( $%! #
)' *. #
)
waarde Antwerpen. ()' )
#)' ! () ) $# )) '( $ ()'
( *in '"
* + !(
()' )
)' )
) * ((
( $')
!
# + +! "
$* #
# $ $
( #) $ ("
! # # *, ()' )
$ ')
)' ( # ! ' # ' ()' ) !
" '
+ ' ()' )
# " ' )
)
$ "
$* !
' )
)
(()' ' '
)' )
!$" ' #(
12
/ '()'
'$ # !()' )
10
# '#
)
% ) ' +
)
$!+ # '()'
( ' #,
#+ ()
" ' '*
%' #(()' )
% $'%
) #
()'
#()' )
! #)()
$ #" ' )
( ' !
' )
)
( #) *"" '*(()' )
' + # "
' "
() #(%! #
)
'
+! " # ()' )
)
) !(
# * ,()' )
)
' () '*
()' )
$! )
#
$')
' )
" ! "
+
#
*,
,
$$')()' $') $ %
('*
()'
)
()' #
$' # '
!
$' # ()' )
)
)' '((
)' '(
! #
/ ' ( #) ! ' )
()
( ) )' ()' )
(( # !$+
)' )
" '# -(
+$# !()' )
! #
#
)
! # ()' )
, # ' '*
, # ' () ' $#( #
/* ) # '* %! #
! .
)
' () +
' )
#
!
"
$') ' !
()' )
) ' (
'
) '
%' ()' * $ # # # '(' ) *) '$ $
' * ' $ ' '
" # $
)
' (()
,$!()'
, $*
$')
Stadsplan Stocksales designers in Antwerpen
( "*)
!* % *
'*/ ! " ()' )
*
/$$
)
#)()
)
' ()
( (
()' ' ( # $
)*## !%! )(
() ( !'*
% ' # " ' )
)*)
) '
! $#'* $) ' "()' )
% ' #" ' )
* ' ( ! % $'%
/
! # ()' )
! #(()'
' $ $
# )
' %()' () ( ! # ' ,
()' !)
)' )
"$' #( #)' ! () ) $#
)
'
)' )
( ! #
() ' )
()' )
*! # -
)
#()' /,
'' *
()'
$" ()' " ) #(
' ) )
() ' # , '+ () $"" + #
('*
#
! # ! "
)
, !
! * )
+ '
)
+ '
() ( !()' )
(( #%! #
( %% '( ()' )
#
' %()
)
' )()' + #
)
( ' $ #
$* ! *, #'*
) $ * $ (()' ((
'# $ () (')' )
) ' )
, "
()' %! #
$* ! *, #'*
# ' !
!! ' ()' )
! *, '$ ()' )
2
(% # ' ()
17
/ + ') ()' )
' # '$*
, '()' )
'$*, '(+! )
)
,7:: 3;9 $ ' *(
! #
()' , # !
026 60=
#/ () #%! )(
( #) ! $# (
18
( ()'
$')
, # ! ()'
)
; 0 0 3;9
HISTORISCH WILDE ZEE & MEIR && LEIEN CENTRUM QUARTIER LATIN MEIR LEIEN MODENATIE 12 | 13
ZUID
VOLKSTRAAT LEOPOLD DE WAELPLAATS VERLATSTRAAT MUSEUMSTRAAT DE BURBURESTRAAT POURBUSSTRAAT
VLAAMSEKAAI GROTE MARKT WAALSEKAAI HOOGSTRAAT TIMMERWERFSTRAAT STEENHOUWERSVEST COCKERILLKAAI VRIJDAGMARKT SCHELDESTRAAT KAMMENSTRAAT KLOOSTERSTRAAT REYNDERSSTRAAT
Modeshoppen in vijf talen
18 | 19
34 | 35
26 | 27 26 | 27
4|5
LOMBARDENVEST LANGE GASTHUISSTRAAT FRANKRIJKLEI LOMBARDENSTRAAT SINT-JORISPOORT GROENPLAATS NATIONALESTRAAT SINT-ANTONIUSSTRAAT GROENPLAATS FRANKRIJKLEI MARIA THERESIALEI OUDE KOORNMARKT SCHRIJNWERKERSSTRAAT LEOPOLDSTRAAT SCHOENMARKT DRUKKERIJSTRAAT EVERDIJSTRAAT MARIA THERESIALEI MEIR KIPDORPVEST KAASRUI WIEGSTRAAT KOMEDIEPLAATS SCHOENMARKT AALMOEZENIERSTRAAT KAMMENSTRAAT MEIR KIPDORPVEST LANGE KLARENSTRAAT HOPLAND KORTE KOEPOORTSTRAAT GROENDALSTRAAT KELDERSTRAAT LANGE KLARENSTRAAT HOPLAND LEYSSTRAAT GRAANMARKT WOLSTRAATKORTE GASTHUISSTRAAT HUIDEVETTERSSTRAAT TENIERSPLAATS SCHUTTERSHOFSTRAAT LEYSSTRAAT GRAANMARKT MELKMARKT Het eerste parcours kunnen we ‘het hart van de Belgische mode’ EIERMARKT TENIERSPLAATS SCHUTTERSHOFSTRAAT In het laatste parcours verkennen we het Quartier Latin.
Antwerp Fashion Map
noemen. De Nationalestraat, die in de negentiende eeuw als een De hele buurt rond de Bourlaschouwburg heeft vooral internationale laneerboulevard werd aangelegd, lag er in de jaren negentig van de luxemerken: Vuitton, Gucci, Ralph Lauren en Max Mara hebben zich vorige eeuw verpauperd bij. Dat veranderde toen Dries Van Noten zijn Voor wie met de trein komt, is het gerenoveerde Centraal Station Op het Zuid, de museumwijk op wandelafstand van de ModeNatie, Het historisch centrum wordt nog hier steeds gedomineerd door gevestigd. Bij Verso in de Lange Gasthuisstraat vind je naast de Modepaleis opende, Walter Van Beirendonck zijn winkel installeerde deVoor eerste met Antwerpen. Via de De Keyserlei bereik je bruist het al jaren. Dit is de buurt vande deOnze-Lieve-Vrouwekathedraal bijzondere restaurants en en de Art Deco Boerentoren. wiekennismaking met de komt, is het gerenoveerde Centraal Station grote luxemerken ook de collecties van de Belgische Lestrein Hommes en en de ModeNatie er in 2002 zijn deuren opende. Het ModeMuseum de Meir, de belangrijkste commerciële winkelstraat van Antwerpen. bars, cafeetjes en galerijen, designzaken antiek, concept Het plein Tussen en henvintage, in ligt de Groenplaats. verbindt twee belangrijke de eerste kennismaking met Antwerpen. Via de De Keyserlei bereik je Dirk Bikkembergs. In en om de Lombardenvest, de Wilde Zee, vind (MoMu), het Flanders Fashion Institute, de Artesis Hogeschool vind alle grote internationale kledingen schoenenmerken. stores én Ann Demeulemeester. Op de Leopold de Waelplaats, winkelstraten: de verkeersvrije Meir en de Anna Nationalestraat. deHier Meir, de je belangrijkste commerciële winkelstraat van Antwerpen. je Maison Heylen, maar ook A.P.C. en Louis, waar voor het eerst Antwerpen met zijn ‘modeacademie’ en de bijzondere bookshop De Stadsfeestzaal heropende er glorieus en in Hopland, een paralleltegenover het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten heeft ze hoek van de In de Reyndersstraat, om de Groenplaats vinden werden verkocht Hier vind grote internationale kledingen schoenenmerken. Belgische ontwerpers in je dealle jaren tachtig. Copyright hebben hier allemaal onderdak gevonden en zorgen voor vinden weheropende vooral Belgische en internationale luxe merken. haar winkel. In de Kloosterstraat vindwe je Stephan mode, brocante en vintage Schneider en op de Eiermarkt o.a. deEncollectie van Destraat, Stadsfeestzaal er glorieus en in Hopland, een parallelde handschoenwinkel Boon natuurlijk, de nodige aantrekkingskracht. Ontwerpers en winkels die zich als broederlijk naast Issey elkaar. Miyake en Tim Van Steenbergen bij XSO en dewaar brillen straat, vinden we vooral Belgische en internationale luxe merken. de tijd is blijven stil staan... avant-garde willen proileren, zijn zich in deze buurt komen vestigen van Theo bij Somers. terwijl winkels die streetwear aanbieden zich in de Kammenstraat hebben genesteld.
M_opmaakNL_DEF5.indd 13
M_opmaakNL_DEF5.indd 19
08-01-2010 10:25:0 M_opmaakNL_DEF5.indd 35
M_opmaakNL_DEF5.indd 27 08-01-2010 10:25:1
M_opmaakNL_DEF5.indd 27
08-01-2010 10:25:5
M_opmaakNL_DEF5.indd 5
08-01-2010 10:25:3
08-01-2010 10:25:3
08-01-2010 10:24:4
In opdracht van Antwerpen Toerisme en Congres (Stad Antwerpen) heeft FFI een nieuwe editie van de Antwerp Fashion Map (AFM) gemaakt. Deze minigids geeft een overzicht van wat Antwerpen te bieden heeft op het vlak van mode. Net zoals bij de voorgaande edities werd Flanders Fashion Institute gevraagd een concept te ontwikkelen en de realisatie te coördineren. De AFM focust zich op mode en het creatieve en trendsettende imago dat Antwerpen als modestad heeft. Verschillende wijken komen aan bod en het boekje zal opgesteld worden vanuit het persoonlijke standpunt van de verschillende bezoekers (bv. waar vind ik goedkope vintageshops, waar kan ik terecht met de kinderen,…). De AFM is in hoofdzaak bestemd voor toeristen en bezoekers die een duidelijk overzicht wensen van de shoppingmogelijkheden in Antwerpen. Vijf taalversies zijn ter beschikking: Nederlands, Frans, Engels, Spaans en Duits. In totaal kunnen weer 11 .000 modetoeristen Antwerpenmodestad ontdekken. Met FFI als uitgelezen gids.
45
Meer dan 13.000 bezoekers voor
Modejobs.be Het aanwezige modetalent matchen met jobs in de Vlaamse mode vormt het doel van modejobs.be. Flanders Fashion Institute werkt hiervoor samen met CV Warehouse, Jobat, VDAB en IVOC. Iedereen die een job in de modesector ambieert, zij het in de retail, marketing, productie, enz kan terecht op www.modejobs.be, zich registreren en zijn gegevens inbrengen.
Hoofdstuk 1
Mode
Op modejobs.be vindt men naast creatieve functies en stages, ook technische, administratieve, financiële, commerciële, marketing en management vacatures in de modewereld. Door de samenwerking met CV Warehouse kunnen de vacatures door een breder publiek worden bekeken.
46
De site biedt ook mogelijkheden voor niet-creatief opgeleiden. Kandidaten kunnen zich gratis registreren op modejobs.be. Bedrijven kunnen tegen betaling een vacature of stage posten op de site en op basis van het no cure, no pay principe beperkte gegevens in de kandidatendatabase raadplegen.
Voor wie doen we het? In de “database” achter de site zijn creatief opgeleiden/designers, afgestudeerden opgenomen van de Modeafdeling – Hogeschool Antwerpen, de afstudeerrichting Mode van het Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van de Hogeschool Gent (KASK), La Cambre Brussel en de afdeling Mode Stedelijke Academie Sint-Niklaas. De samenwerking met IVOC (www.ivoc.be) maakt mogelijk dat ook afgestudeerden van middelbare scholen modecreatie en technisch en beroepsonderwijs hun gegevens op de site kunnen aanvullen. IVOC ondersteunt opleidingsactiviteiten in de Belgische kleding- en confectiebedrijven en in de textielverzorging waarbij het zwaartepunt ligt bij opleidingen op de werkvloer. Naast een aparte domeinnaam is de jobsite ook geïntegreerd in ffi.be. De jobsite bestaat al van 2007 en 2009 werd benut om de site te updaten en gebruiksvriendelijker te maken. Vernieuwing brachten we ook met onze deelname aan de eerste virtuele online jobbeurs yourjobexpo.com op 22, 23 en 24 april 2010, een initiatief van o.m. CV Warehouse. In combinatie met modejobs.be doen modebedrijven geregeld een beroep op FFI met de vraag op een meer discrete wijze kandidaten uit het FFI-netwerk voor te stellen en zo openstaande vacatures in te vullen. Het gaat hier weliswaar over introducties en aanbevelingen, zonder dat FFI ‘bemiddelt’ en hiervoor gehonoreerd wordt. Modejobs.be tekende voor een totaal van 26 vacatures en 3 stageplaatsen en meer dan 13.000 bezoekers per jaar, met een piek tussen juni en september.
Flanders Fashion Institute (FFI) adviseert en begeleidt startende ontwerpers en doorstarters op individuele basis. Ze krijgen hulp bij alle zakelijke aspecten van de mode: het opstellen van een business plan, het zoeken naar investeerders, internationalisering... Marko Galovic is een van de modeontwerpers die op deze steun konden rekenen. “Van de zakelijke kant van de mode wist ik heel weinig. Op school lag de focus uitsluitend op techniek en creativiteit. Dat is ook goed. Creativiteit en business gaan samen, maar wel naast elkaar. Tijdens het creatieve proces moet je nog niet met business in het hoofd zitten, of het komt niet goed”, vertelt hij.
Wat heeft het FFI precies voor u gedaan?
@ foto: Mark Florquin
“Het heeft me de kans gegeven zakelijke opleidingen en seminaries te volgen, contacten te leggen en mijn ervaring uit te breiden. Daardoor heb ik de mensen ontmoet, die me geholpen hebben bij mijn business en mijn financieel plan. Ik kon ook een presentatie doen voor de kamer van koophandel, met mogelijke investeerders als gevolg.”
Ontwerper wordt ondernemer Marko Galovic studeerde in 2003 af aan de Antwerpse Modeacademie. Sindsdien werkte hij onder meer voor het lingeriemerk MarieJo en het diamanthuis Passionissimo én heeft hij een eigen collectie. “Al deze kansen heb ik dankzij het Flanders Fashion Institute gekregen”, zegt hij.
Betrof de coaching ook het internationale aspect?
“Mijn eerste collectie heb ik in Parijs kunnen voorstellen, dankzij een Showroom van FFI. Zo ben ik in contact gekomen met de pers, met internationale kopers ook. Als ontwerper moet je internationaal gaan. De markt in België is te klein, ontwerpers als Ann Demeulemeester en Dries Van Noten verkopen dan ook vooral internationaal. Mode overstijgt het lokale. Het is ook belangrijk voor het internationale imago van een land. Andere landen hebben verschillende instanties die soortgelijk werk doen als FFI, niet alleen overheidsinitiatieven maar ook privé. Engeland bijvoorbeeld wil de modemarkt echt veroveren. De British Fashion Council geeft daarom elk jaar meerdere ontwerpers 100.000 pond. Sommigen daarvan mislukken, maar die ene die het wel maakt, brengt gigantisch veel op. Door die aanpak is de Britse mode koploper op dit moment, op dezelfde manier als de Belgische mode dat een aantal jaar geleden was. Om te exporteren moet je natuurlijk een interessant product hebben, dat de concurrentie op de internationale markt aankan.”
U klinkt al een beetje als een zakenman. (lacht) “Dat is best mogelijk. Dat heb ik door het FFI en mijn werkervaring geleerd.” FFI assisteert ook ontwerpers van buitenlandse origine bij het verkrijgen van verblijfspapieren.
Had u daar ook nood aan? “Jawel. Administratieve procedures houden niet altijd rekening met het feit dat ontwerpers hoogopgeleiden zijn, die een echte bijdrage leveren aan de economie. Het FFI kan doorverwijzen naar mensen die hen bijstaan bij die procedures.”
Denkt u in de toekomst nog coaching nodig te hebben? “Natuurlijk wel, maar met de tijd gaat dat wel afnemen. Ook dan ga ik trouwens contact houden met het FFI, want ik wil ook iets kunnen teruggeven.”
47
KATRIEN VAN H
mo TEL
Modetentoonstelling EU-voorzitterschap
Naar aanleiding van het gedeelde EUvoorzitterschap Spanje-België-Hongarije werd een reizende tentoonstelling gehouden, een voorstelling van silhouetten gecreëerd door Spaanse, Belgische en Hongaarse modeontwerpers. Katrien Van Hecke en Anna Heylen werden na een oproep van FFI geselecteerd voor de tentoonstelling in Brussel, Budapest en Madrid. Zo kwamen weer twee Vlaamse ontwerpers internationaal in the picture.
Tendens Fashion – RMM/Focus TV
Katrien Van Hecke's jurk geïnspireerd op 'Het verdriet van België' van Hugo Claus.
Misleidende Mode in het MoMu
N.a.v. de Erfgoeddag 2010 toonde FFI misleidende mode.
Hoofdstuk 1
Mode
FFI heeft een aantal modeontwerpers aanbevolen aan Focus TV om een défilé te geven tijdens “Tendens Fashion” in het Lauretum te Jabbeke op 14 september 2009. Volgende designers werkten mee: Michaël Verheyden (handtassen), Maureen De Clercq (dameskleding) en Jolanda van Dueren den Hollander-Danebroek (hoeden).
De collectie van het ModeMuseum van 177 de Provincie Antwerpen bevat talloze voorbeelden van kleding en accessoires die opzettelijk de toeschouwer op het verkeerde been willen zetten. Bij de getoonde stukken ondekte de bezoeker dat er achter het grapje een diepere betekenis schuil gaat. De opstelling die te zien was achter de ramen van de Flanders Fashion Institute kantoren stond stil bij de discussie over authenticiteit en replica. Meer dan 600 bezoekers hadden aandacht voor deze unieke eendagsexpo.
BJA Networking event
FFI stelde een modeprogramma samen voor het networking event van de Belgium Japan Association op 3 december 2009. Twee Japanse ontwerpers, afgestudeerden van de modeafdeling Antwerpen, Mikio Sakabe en Yuima Nakazato, gaven een defilé. Geert Bruloot, curator, gaf een voordracht over de kruisbestuiving tussen avantgarde mode uit Japan en België.
De kazuifels van Idriz Jossa: haute couture geïnspireerd door religie.
“Vitrine View” en Idriz Jossa
Modeontwerper en fashion smith Idriz Jossa presenteerde vijf installaties/modecreaties vervaardigd uit authentieke kazuifels in de vitrines van de FFI-kantoren van 28 november t/m 20 december 2009.
48
FASHIONCLASH MAASTRICHT
Dit multidisciplinair en internationaal mode-evenement vond plaats van 4 t/m 6 juni 2010 in de Timmerfabriek Maastricht. Tachtig ontwerpers/kunstenaars uit dertien landen toonden op dit platform hun creaties aan een divers (inter)nationaal publiek. FFI heeft promotionele ondersteuning gedaan voor FashionClash Maastricht en vice versa gebeurde dit voor Vitrine 2010 Antwerpen.
ode LEX Seminaries voor ontwerpers - Seminarie “Bescherming van je creativiteit” door Gevers Associates en Lydian Advocaten i.s.m. FFI. > 22 september 2009 om 18u in ModeNatie > Aantal deelnemers: 52 - Plato Mode (editie 2008- mei 2009) i.s.m. Voka/Kamer van Koophandel Antwerpen en het Waasland – nakomactiviteit. > 13 oktober 2009 om 19u in ModeNatie > Aantal deelnemers: 28
- Fashion Logistics Forum, een organisatie van DHL en BeCommerce i.s.m. FFI. > 30 oktober 2009 om 10u in ModeNatie > Aantal deelnemers: 20 - Lectra, introductie in Kaledo design software. > 25 maart 2010 om 15u30 > Aantal deelnemers: 10
- T-heater interim gaf een infosessie over “Wat kan een SBK betekenen voor een jonge modeontwerper?”. > 22 juni 2010 > Aantal deelnemers: 5
Presentaties/voordrachten FFI ontvangt geregeld vragen om een voordracht te geven over de organisatie van de modesector in België/Vlaanderen, de Antwerpse modescène, de werking van FFI, enz... O.m. voor volgende organisaties werd/wordt een voordracht gegeven of een gesprek aangegaan: - Zonta–afdeling Waasland, internationaal netwerk van vrouwen die maatschappelijk geëngageerd zijn. > 20 oktober 2009 om 19u30 in Sint-Niklaas > 60 deelnemers - VDAB – overleg met domeinexpert confectie en lesgevers patroontekenen om samenwerking tussen technische beroepen en creatie te bevorderen, opleiding CADCAM voor te stellen aan laatstejaars modeafdelingen hogescholen en afgestudeerden. > 27 oktober 2009 om 14u in Turnhout > 6 deelnemers - Febelgra – Algemene Vergadering Leden. > 27 oktober 2009 om 18u30 in Stekene > 40 deelnemers - DHL/BeCommerce “Fashion Logistics Forum”. > 30 oktober 2009 om 10u in ModeNatie > 20 deelnemers - Creamoda – overleg met RvB > 10 november 2009 om 16u in Zellik > 10 deelnemers - Voka Jongerenwerking n.a.v. bezoek aan MoMu-tentoonstelling 180 jaar Maroquinerie Delvaux. > 26 november 2009 om 16u30 in ModeNatie > 40 deelnemers
- Overleg met Saskia Westerduin, coördinator modeafdeling KASK Gent. > 30 november 2009 om 15u - Overleg met US Ambassadeur Howard Gutman tijdens bezoek aan ModeNatie. > 8 december 2009 om 16u - Presentatie voor Sectoroverleg met Toerisme Antwerpen. > 15 december 2009 > 25 deelnemers - Klankbord Werkgroep Creatieve Economie Stad Antwerpen. > 1 februari 2010 > 12 deelnemers - Mercuri International – presentatie. > 2 februari 2010 > 40 deelnemers - Consulair Corps Antwerpen n.a.v. bezoek aan MoMu-tentoonstelling 180 jaar Maroquinerie Delvaux. > 4 februari 2010 om 19u in ModeNatie > 34 deelnemers - Bezoek aan ModeNatie en FFI van echtgenoten van diplomaten. > 9 februari 2010 + presentatie > 19 deelnemers - Gastcollege voor studenten cultuurmanagement UA over de werking van FFI en hoe het FFI startende modeontwerpers begeleidt. > 10 februari 2010 om 14u > 95 deelnemers - Presentatie voor Thaise delegatie van het Queen Sirikit Department of Sericulture en de Thai Gem & Jewelry Association. > 19 maart 2010 > 6 deelnemers
- Gastcollege voor studenten uit Japan over Antwerpen modestad. > 23 maart 2010 om 13u30 > 29 deelnemers - Presentatie voor Chinese delegatie via POM Antwerpen. > 25 maart 2010 om 11u > 5 deelnemers - Presentatie voor delegatie van The Brandery, vaksalon Barcelona. > 8 april 2010 > 2 deelnemers - Presentatie voor Antwerp Fashion Agents. > 21 april 2010 > 10 deelnemers - Presentatie voor leden van Movex, het kenniscentrum voor de lederindustrie in Andalusië, in de Winkelhaak. > 11 juni 2010 > 15 deelnemers - Presentatie voor studenten van de Chicago School of Arts. > 11 juni 2010 > 30 deelnemers - Jury modeafdeling KASK Gent voor laatstejaars. > 17 juni 2010 > 8 deelnemers - Presentatie voor delegatie uit Kazachstan, Oekraïne en SintPetersburg. > 18 juni 2010 > 3 deelnemers - Infosessie over FFI voor de laatstejaars van de modeafdeling KASK Gent. > 21 juni 2010 > 9 studenten + 2 docenten
49
Rond de tafel met prinses Mathilde
Hoofdstuk 1
Mode
Dat Prinses Mathilde vaak Belgische mode draagt, is alom bekend. Dat ze ook achter de schermen van Belgische mode komt kijken, is minder bekend. En dat de prinses ook de economische kant wil kennen, is nog veel minder bekend. Op 12 mei 2010 gaven de stakeholders in de mode-industrie Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Mathilde partij voor een rondetafelgesprek.
Kennismaking van Prinses Mathilde met enkele deelnemers aan de rondetafel. vlnr: Yvonne Dekock, docente modeafdeling Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Artesis Antwerpen; Sven Devocht, Voka/Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland; modeontwerpers Marko Galovic en Anna Heylen; Edith Vervliet (FFI).
Aanwezig Provincie Antwerpen, Cathy Berx, Gouverneur Provincie Antwerpen • ModeMuseum, Kaat Debo, directeur • Modeafdeling Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Artesis Hogeschool, Yvonne Dekock, docente •Flanders Fashion Institute, Edith Vervliet, directeur • Wallonie-Bruxelles Design/Mode, Laure Capitani, verantwoordelijke design-mode • Brussels Export, Alexandra Lambert, verantwoordelijke sectoren mode/design/luxeproducten • Creamoda, Erik Magnus, algemeen directeur • Fedustria, vertegenwoordigd door Manu Tuytens, afgevaardigd bestuurder Concordia Textiles • Flanders District of Creativity, Lorin Paris, voorzitter • Flanders Investment and Trade, Koen Allaert, gedelegeerd bestuurder • KASK Hogeschool Gent, Saskia Westerduin, coordinator afstudeerrichting mode • Modo Brussels, Veronique Heene, verantwoordelijke • Modeontwerpers: Anna Heylen en Marko Galovic • VBO/FEB, Rudi Thomaes, gedelegeerd bestuurder • Voka/Kamer van Koophandel Antwerpen en het Waasland, Sven de Vocht, new business services • Unizo, Luc Ardies, directeur sectorwerking o.m. Mode Unie
50
HKH Prinses Mathilde tijdens de rondetafel.
Na een inleiding stelt prinses Mathilde de vraag of de deelnemers aan de rondetafel van mening zijn dat de studenten ook economische kennis moeten meekrijgen in hun opleiding. Dat geeft meteen stof voor discussie. Anna Heylen geeft aan dat zij veel liever een manager naast zich heeft om de economische en financiële kant van haar onderneming te regelen. Dit is immers niet haar ambitie, merkt ze op. Lorin Parys is van mening dat de studenten aan de modeopleidingen wel een basiskennis management zouden moeten meekrijgen. Ook Luc Ardies van Unizo en Sven De Vocht van Voka vinden dat naast het creatieve, ook de business skills van de ontwerpers belangrijk zijn. In de mode moet je voor een collectie met een prefinancieringstijd van ongeveer 12 maanden rekening houden. De mode is een risicovolle sector. Er is een tekort aan kapitaal voor modebedrijven, ook al bestaat CultuurInvest. 75 % van de dossiers die worden ingediend, zijn onvoldoende wat ondernemerschapsvaardigheden betreft. Lorin Parys merkt op dat er duidelijk een tekort aan managementkennis is en dat het moeilijk is om een manager te vinden voor de modeindustrie. Hiervoor is immers een grondige kennis van de modesector nodig, wat niet terugkomt in de opleidingen in België. Erik Magnus van Creamoda stelt dat ons land zeker niet aan creativiteit mag inboeten en haalt ook aan dat het niet evident is om een goed manager te vinden als ontwerper. Op aangeven van Rudi Thomaes bespreken o.a. Koen Allaert (F.I.T.) en Edith Vervliet (FFI) de inspanning voor meer internationalisering bij modeontwerpers. De showrooms van FFI tijdens belangrijke mode-events komen aan bod, alsook de inspanningen van F.I.T. om mode actief te promoten in het buitenland. Rudi Thomaes merkt op dat een warenhuis zoals Galeria Inno en een internationale department store zoals Saks in New York weinig Belgische mode in huis hebben. De aanwezige ontwerpers zeggen daarop dat zulke ketens geen echte luxemerken in hun assortiment hebben. De Belgische mode gaat resoluut voor kwaliteit en bijgevolg mikt men op het topsegment in de markt. De prinses wou ook nog graag meer weten over de modedefilés en het effect van de economische crisis op het koopgedrag van consumenten voor designerkleding. Ook het verdwijnen van het textielambacht, zoals bv. patroontekenen, wordt aangehaald als een probleem voor de sector. Voorstelling van enkele deelnemers aan de rondetafel. vlnr modeontwerpster Anna Heylen; Lorin Parys (voorzitter Flanders DC); Laure Capitani van WBDM, Véronique Heene van Modo Brussels; Alexandra Lambert van Brussels Export.
Conclusies De aanwezige organisaties nemen zich voor om meer samen te werken op verschillende gebieden. De Belgische creatieve industrie moet in zijn geheel op de kaart gezet worden, zeker wat marketing en internationalisering betreft. Belangrijk is dat sectororganisaties informatie bundelen en op een gebruiksvriendelijke manier (in het Nederlands, Frans en Engels) ter beschikking stellen. Veel mogelijkheden blijken immers nog onvoldoende gekend bij de ontwerpers. Wat betreft de modeopleidingen, werd vastgesteld dat er veel ambachtelijke kennis verloren gaat. Er moet een betere afstemming komen tussen de ontwerpers en het onderwijs. Er is een duidelijk tekort aan business managers die voldoende en grondige kennis hebben over de sector van de mode-industrie. Meer specifieke ontmoetingsmomenten en rondetafelgesprekken moeten georganiseerd worden – bij voorkeur in aanwezigheid van de verantwoordelijken van het modeonderwijs. Hiervoor is een rol weggelegd voor Flanders DC en FFI.
Sfeerbeeld van de rondetafel: Prinses Mathilde luistert aandachtig.
HKH Prinses Mathilde herhaalt dat ze altijd bereid is om de Belgische mode-industrie te steunen en dankt de aanwezigen.
51
Inspiring Creativity
Bedrijven
Hoofdstuk 5
"If you have more bad ideas, the good ideas will take care of themselves." De Vlaamse economie staat voor grote uitdagingen. Naarmate landen evolueren van een industriële economie naar een kenniseconomie, verschuiven de factoren die het concurrentievermogen bepalen op in de richting van creativiteit, innovatie en ondernemerschap. Daarom bestuderen we met het Flanders DC Kenniscentrum ondernemingscreativiteit in macro-, meso- en microcontext. Zo willen we een vinger aan de pols houden en bedrijfsmensen, beleidsmakers en het middenveld relevante inzichten aanreiken voor de economische toekomst van Vlaanderen. Seth Godin sprak over: making art, de kracht van een geschenk, werk dat ertoe doet, menselijke connectie, leiders, het verschil maken en opleveren (shipping). Godin’s boodschap in het kort: probeer 180 ideeën en je kans op succes stijgt. Veel slechte ideeën hebben, geeft je de grootste kans om één goed idee te krijgen. Dat goede, uit de band springende idee gaat weerstand krijgen. Die moet je gewoon overwinnen. Ook jij bent een genie en kan nieuwe dingen doen. Hiernaast nemen we het verslag over dat De Standaard de dag na het event publiceerde. Met dank aan Karin De Ruyter. Op de volgende pagina’s lees je het interview dat Michel Vandersmissen van De Standaard met Seth Godin had.
52
De pagina's 48 t.e.m. 53 werden overgenomen uit De Standaard van 13 maart 2010 en 2 april 2010.
foto's © Pieter Baert
Allemaal naar
Seth Godin ANTWERPEN - Marketinggoeroe Seth Godin deed gisteren Antwerpen aan. Marketing-, reclame-, media- en andere mensen verzamelden in de Koningin Elisabethzaal om te luisteren naar ‘Mr Permission Marketing’. We peilden vooraf naar de verwachtingen, en achteraf naar de reacties over een van dé marketingevenementen van het jaar. Je krijgt niet alle dagen de kans om Seth Godin in levenden lijve bezig te zien. Sommige fans hebben er dan ook heel wat voor over gehad om hier aanwezig te zijn. Zoals A., die niet met zijn naam in de krant wil - ook al is de kans klein dat dit artikel gelezen wordt door iemand die hem kent, want hij is Oostenrijker. Speciaal voor Godin is hij helemaal uit Wenen gekomen, 1.100 kilometer met de wagen. Hij is dan ook een groot bewonderaar: ‘Ik heb al zijn boeken gelezen en ik volg zijn blog. Toen ik zag dat hij naar hier kwam, heb ik me onmiddellijk ingeschreven, op een zondagochtend. Ik denk dat ik misschien wel de allereerste was.’ Of er ook een signeersessie komt, wil hij weten, want hij heeft speciaal een boek van De Meester meegebracht. Ik vraag het even voor hem na bij de mensen van Azur.be, die de verzamelde werken van Godin aan het uitstallen zijn voor verkoop na de show. A. heeft geluk: er is een korte signeersessie voorzien.
Maar niet iedereen is zo’n fanatieke aanhanger. Ilse Palmaers kent Godin zelfs nauwelijks, zegt ze. ‘Maar een kennis had me gezegd dat ik echt eens naar hem moest komen luisteren.’ De meeste aanwezigen lijken ergens tussen die twee uitersten in te zitten: ze hebben al wel eens iets van of over Godin gelezen, of ze volgen zijn blog. Maar daarom zijn ze nog geen echte groupies. ‘Ik had een advertentie voor dit evenement gezien in De Standaard’, zegt Johan Andries desgevraagd. ‘Ik ben projectleider in een IT-bedrijf, dus ik heb weinig of niets met marketing te maken. Maar ik hoop hier toch wat inspiratie op te doen. Professioneel en persoonlijk.’ Inspiratie zoekt ook Stefaan De Clercq. Hij is headhunter. Ook geen marketeer dus? ‘Och’, lacht hij, ‘je kan het beschouwen als direct marketing met jobs.’ Hij heeft Godin pas vrij recent leren kennen via een filmpje op YouTube, zegt hij. ‘Dan ben ik
ook elders dingen van hem gaan bekijken en gaan lezen, en nu wilde ik hem wel eens live bezig zien. Wat hij vertelt is heel eenvoudig, maar ook o zo waar. En voor mensen die hun eigen bedrijf starten, is zijn boodschap ook hoopvol: je hebt geen enorme marketingbudgetten nodig, één goed idee volstaat.’ Marc Purnal is dan weer met een gezonde dosis scepticisme naar de Elisabethzaal afgezakt. ‘Ik heb onlangs The Management Myth (van Matthew Stewart, red.) gelezen, waarin brandhout wordt gemaakt van goeroes. Dus kom ik ook maar eens naar een goeroe luisteren, om weer wat tegengewicht te krijgen.’ Stef Wauters, de hoofdredacteur van het VTM Nieuws, is hier met eenzelfde licht kritische ingesteldheid. ‘Ik heb onlangs een paar interviews met Godin gelezen, en ik was eerlijk gezegd niet van mijn sokken geblazen. Maar anderzijds zegt de man wel zinnige dingen over nieuwe media. Dus zijn we met een paar collega’s toch maar komen luisteren.’ - Karin De Ruyter in De Standaard op 2 april 2010.
53
Hij is de Geert Hoste van de creativiteit marc michils
Superatmosfeer vol energie lorin parys ‘Er heerst hier een superatmosfeer vol energie’, zegt Lorin Parys na afloop van het optreden. Parys is voorzitter van Flanders DC, die de avond heeft georganiseerd. ‘Godin levert nieuwe energie om creativiteit en originaliteit in de praktijk te brengen. Hij geeft ook fantastische voorbeelden van originele concepten, zoals het café waar je een drankje bestelt voor degene die na je komt. Of de sokkenfabrikant in Massachusetts die zulke aparte sokken maakt dat iedereen ze aan elkaar gaat tonen. Godin droeg die natuurlijk zelf ook. Zijn belangrijkste boodschap is: durf anders te zijn.’ ‘Veel mensen in de zaal verwachtten een soort stappenplan waarmee ze aan het werk zouden kunnen, maar dat geeft hij nu net niet. Dat geeft ook weer aan hoezeer we gedrild zijn in het toepassen van bestaande concepten.’ ‘Sommige boodschappen zijn tegenstrijdig. Hij zegt: don’t be followers, terwijl hij natuurlijk zelf een enorme following heeft’.
‘Het was een dikke show, zoals het de man past’, zegt Marc Michils, ceo van Saatchi & Saatchi Brussels. ‘Zeg maar gerust dat Godin de Geert Hoste van het ondernemen en de creativiteit is. Dit is show, ontspanning en entertainment. Ik had verwacht iets te vernemen over de stand van zaken in de marketingwereld, maar dat is dus niet aan bod gekomen. Als je buitenkomt, heb je wel meer zin om creatief te zijn. Godins boodschap is: doe het gewoon, ook al heb je schrik, want die schrik kan je vertalen in nieuwsgierigheid. Dat klinkt als een cliché, wat het ook is natuurlijk, maar het werkt wel motiverend. Ik heb er zelf veel optimisme uit gehaald. Natuurlijk is zijn show maar het topje van de ijsberg. Godin onderbouwt zijn stellingen verder in zijn boeken en zijn blogs. Ik kan me voorstellen dat er mensen helemaal uit het buitenland komen voor hem, want hij heeft een enorm hoog entertainmentgehalte. Zijn show is op en top professioneel’.
Volksmenner, prediker, rockster, God nicole berx
Een inspiratieboost
Hoofdstuk 5
Bedrijven
edward claessens ‘Ik ben ernaartoe gegaan zonder veel voorkennis’, zegt Edward Claessens, communicatiemanager van Microsoft. ‘Ik ken zijn naam en renommee wel, maar verder was ik een wit blad papier. En ik moet zeggen: ik herken heel veel. Een heleboel van wat hij vertelt, beleef ik zelf bij Microsoft. Door de crisis zijn allerlei modellen aan het verschuiven, en daar speelt hij op in. Hij zegt ook dat de pc onze eigen individuele fabriek is, wat natuurlijk goed is voor Microsoft (lacht). Zelf heb ik toch wel een stuk of dertig van zijn quotes genoteerd en drie of vier ideeën opgedaan. Het is wel grappig om vast te stellen dat hij adviseert om vooral niemand te volgen, en dan vervolgens te zien hoe iedereen dat braafjes rondtwittert’.
‘Het was een unieke belevenis, al had ik af en toe wel het gevoel naar een volksmenner te luisteren’, zegt Nicole Berx van The House of Marketing. ‘Seth Godin heeft iets weg van een Amerikaanse prediker die inspireert, motiveert en aanzet tot nieuwe dingen. Inhoudelijk is het wel een beetje een ander verhaal. Hij geeft heel veel ideeën, en hij weet ze ook heel goed te vertellen, maar je denkt na afloop toch wel: wat doe ik er allemaal mee? Wat nu?’ ‘Ik moet wel zeggen dat hij heel erg professioneel is. Ook in de vraag-en-antwoord-sessies bleef hij heel ad rem. Zo’n bijeenkomst als deze bijwonen geeft een beetje hetzelfde gevoel als naar het concert van een rockster gaan.’ ‘Chapeau dat hij zichzelf zo heeft kunnen positioneren als marketeer. Het is een God die daar staat, je gelooft er helemaal in. Hij kreeg na afloop dan ook een staande ovatie. Terecht, want Seth Godin is ongelooflijk professioneel’.
‘Natuurlijk vertelt hij ook veel dingen die je al eens in een andere verpakking hebt gehoord. Maar een avondje Godin levert een inspiratieboost op, een frisse wind waardoor je dingen durft uitproberen.’
54
Lorin Parys
Marc Michils
Edward claessens
Nicole Berx
Herlees het live verslag op: www.standaard.biz/marketinggoeroe
55
Misschien wist u het nog niet, maar u bent onmisbaar, creatief en geniaal. U kan wat Richard Branson doet... als u dat al zou willen. Dat vindt toch Seth Godin, de Paris Hilton onder de marketeers. Hij komt op 1 april voor een lezing naar Antwerpen. Het is zijn eerste bezoek aan België, maar als wij hem aan de telefoon krijgen vanuit New York, hoor je dat hij zich niet veel kan voorstellen bij ons land. Het is een beetje van ‘het is dinsdag, dit moet België zijn’.
Hoofdstuk 5
Bedrijven
dinsdag 30 maart 2010 - Marketinggoeroe Seth Godin komt naar Antwerpen
Proficiat, ook u bent een genie
foto's © Pieter Baert
De Stichting Marketing probeerde hem enkele jaren geleden naar hier te halen als belangrijkste spreker voor het jaarlijks congres, maar dat lukte toen niet. Flanders District of Creativity slaagde er wel in. Zijn toespraak in Antwerpen op 1 april past in een tournee van voordrachten, die hij combineert met een vakantie in Europa. ‘Maar vraag me niet waar ze mij nog allemaal heen gaan brengen. Dat weet ik niet.’ Seth Godin is dan ook een vedette die af en toe geleefd wordt. De man wordt dit jaar vijftig en is een groot deel van die tijd een redelijk bezig baasje geweest. Op zijn veertiende richtte hij al zijn eerste bedrijfje op. Nadien studeerde hij computerwetenschappen en filosofie. Hij ging werken bij een softwarebedrijf en ‘s avonds studeerde hij voor een MBA aan de Stanford Business School. Samen met enkele vrienden richtte hij in 1995 Yoyodyne op, één van de eerste onlinemarketingbureaus. Godin verkocht het vier jaar later voor 30 miljoen
56
dollar aan Yahoo. Hij begon boeken te schrijven over onlinemarketing en richtte tussendoor nog enkele websites op. Zoals Squido, een sociale netwerksite.
of als bedrijf zien als een purperen koe in het landschap. Een wit-zwart gevlekte koe in het veld gaat op den duur vervelen, maar een purperen koe? Die valt op.
Seth Godin begon zichzelf ook meer en meer te promoten als een personal brand. Een beetje à la Paris Hilton, maar dan op een iets ernstiger manier. Godin publiceerde al twaalf boeken. Hij maakt filmpjes van zichzelf en plaatst die op Youtube. Marketeers over de hele wereld zijn geabonneerd op zijn dagelijkse blog.
Hij doet dat wel allemaal op een vrij prekerige, drammerige en typisch Amerikaanse manier. Toen ik zijn boek Linchpin te lezen kregen, dacht ik meer te maken te hebben met een soort profeet of dominee dan met een marketeer. Vandaar ook dat je van Seth Godin houdt of hem haat. Maar het moet gezegd: bijna iedereen die hem live aan het werk ziet, gaat een beetje zwevend boven de grond terug naar buiten.
Zijn echte doorbraak kwam er met boeken als Permission Marketing, Purple Cow en Tribes. Rode draad in al zijn werk is dat je als bedrijf en marketeer meer respect moet tonen voor de consument. Je kan die zomaar niet ongevraagd overstelpen met commerciële boodschappen waar hij niet om vraagt. Als bedrijf en als werknemer moet je bovendien uit de band springen. Je moet jezelf als mens
Tien jaar geleden schreef u uw klassieker ‘Permission Marketing’. Daarin roept u de bedrijven en uw collega’s marketeers op om meer respect te tonen voor de consument. Is dat gelukt? ‘Ik denk het wel. Dat is misschien niet voor iedereen te merken in het dagelijkse leven.
Maar als je tien jaar geleden een klacht meldde aan een bedrijf, kreeg je in het beste geval een maand later een standaardbriefje terug. Nu reageren de beste ondernemingen binnen de minuten op een mail of een tweet. Ondernemingen als Amazon of Federal Express betalen ook de geleden schade terug als er wat is misgelopen met een bestelling. Dat is nu vrij courant. Natuurlijk blijft er nog een weg af te leggen. Vooral die plaag van spam in je mailbox blijft voortduren. Dat getuigt niet echt van respect voor de consument. Ik lees wel dat de EU meer werk maakt van de strijd tegen spam dan de Amerikaanse overheid.’
U beweert dat iedereen een genie is en creatief kan zijn. Dat klinkt wel erg optimistisch, als ik zo rond mij kijk. ‘En toch is dat zo. Elke peuter van drie jaar is creatief. Toch? Waarom stopt dat als ze ouder worden? Omdat de ouders hun opgroeiende kinderen in een strak keurslijf steken. De leerkrachten doen dat op school en uw bazen proberen hetzelfde op het werk. Ik raad iedereen aan om terug te keren naar de creativiteit die in ons allemaal verborgen zit. Het is er, alleen moet je het zoeken en terugvinden.’ ‘Het zal trouwens niet anders kunnen. De klassieke industrie zoals we die nu nog kennen, is dood. Economische groei in die traditionele sectoren is voorbij. Aan de montage van een computer is geen dollar meer te verdienen. Maar je kan wel één miljoen dollar verdienen met een geweldig idee, of met de bouw van een nieuwe website waar de consument om vraagt. In de VS zijn er op dit ogenblik tientallen kleine internetbedrijfjes die de dood van een gigant als Microsoft aan het voorbereiden zijn. Microsoft zal die strijd verliezen, zeker weten.’ ‘Kijk naar de autosector. In de VS vallen de ontslagen bij tienduizenden tegelijkertijd. Die mensen worden niet ontslagen omdat ze zo geweldig creatief bezig zijn geweest. Neen, ze worden ontslagen omdat ze handenarbeid doen en in onze vlakke wereld is er ver weg altijd wel iemand te vinden die dat soort werk nog goedkoper wil doen. Als je niet ontslagen wil worden, moet je creatief zijn.’
Critici zeggen dat uw boeken sloganesk zijn en niet gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. ‘Ze hebben gelijk. Ik doe niet aan wetenschap. Dan had ik wel aan biologie gedaan of was ik chirurg geworden. Ik vertel verhalen. Ik probeer mensen te overtuigen om te veranderen, om te verbeteren. Ik doe dat een beetje impulsief en intuïtief, vanuit
een buikgevoel. Maar kom naar mijn lezing en je zal veel leren. En het is fun.’
Als ik uw laatste boek lees, hoor ik echo’s uit de toespraken van Barack Obama. Yes we can. Gelooft u dat hij het nog steeds kan? Ik dacht niet aan hem toen ik dit boek schreef, maar ik geloof wel dat het in iedereen zit om het te maken, om dingen te laten veranderden. Alleen mag je geen schrik hebben. En Obama? U heeft gelijk als u zegt dat het bijna beledigend is hoe sommigen hem behandelen. Hij blijft wel iemand die de dingen in beweging kan zetten en niet alleen aan de belangen van zijn eigen club denkt. Het kostte Theodore Roosevelt acht jaar om de Amerikaanse samenleving te veranderen. Obama is nog maar één jaar bezig en hij moet de grootste rotzooi uit de geschiedenis van ons land opruimen. Eén jaar zal niet volstaan. Ja, ik geloof nog in hem.’
U werkt en communiceert bijna uitsluitend via het internet. Gelooft u nog in de toekomst van gedrukte kranten? ‘Totaal niet. Kranten zijn stervend, ten dode opgeschreven. Ik kan me echt niet voorstellen dat we over tien jaar nog bossen kappen om papier te maken dat we bedrukken en als krant aan huis bedelen. De mensen met het meeste geld én de jongeren zullen het snelst overstappen naar hun androïde telefoon om aan nieuws te geraken. Ik zag onlangs een debat met de hoofdredacteur van de New York Times, toch niet de slechtste krant. Iemand vroeg hem welk echt nieuws er die dag in de Times stond. Geen, moest hij toegeven. Het was allemaal nieuws van yesterday.’
Vreemden, vrienden, klanten Fons Van Dyck Het was 1999. Als jaartal kon het moeilijk symbolischer. ‘Permission Marketing’ van Seth Godin was een van de eerste boeken die ik online bestelde bij Amazon.com. Ik was in die tijd één van de pioniers van het opstartende Telenet, dat zich tot doel had gesteld om Vlaanderen op de informatiesnelweg te zetten. Seth Godin was toen vicepresident direct marketing bij Yahoo. Hij had zichzelf ook een missie gesteld, en hij schreef daar toen al boeken over: Turning strangers into friends, and friends into customers. Zo stond het op de gele cover van het boek. En Godin zou de wereld van marketing helemaal op zijn kop gaan zetten, beloofde het boek ook nog. Permission Marketing behoort tot de zeldzame categorie businessboeken die een visie uitzet, en waarvan de reële impact pas vele jaren later duidelijk wordt. Godin had duidelijk zijn sporen verdiend in beproefde direct marketingtechnieken, maar hij zag heel snel de nieuwe mogelijkheden en het commerciële potentieel van het groeiende internet en hoe dat de relatie tussen merken en consumenten grondig zou gaan veranderen. Voor hem was het internet een nieuwe manier om langetermijnrelaties met klanten uit te bouwen, om met hen te communiceren. Maar hij waarschuwde ook: ‘Als consumenten te kennen geven om met jou te willen praten, heb je dan ook iets te vertellen?’ Ruim tien jaar later heeft iedereen de mond vol over ‘social media’ en ‘join the conversation’. Godin was hen al lang voor.
Ja, ik bewonder Seth Godin Nicole Berx Seth Godin heeft zijn plaats in de Marketing Hall of Fame meer dan verdiend. Met zijn boek Permission Marketing heeft hij veel marketeers, onder wie ikzelf, aan het nadenken gezet. Zelfs meer dan tien jaar later zijn de basisinzichten nog steeds geldig. In 1999 stelde hij ‘interruption marketing’ al aan de kaak en dat doen we vandaag nog steeds.
Maar ik werk wel voor een krant waarvan de oplage stijgt. De toestand van de Europese kranten is misschien anders dan de Amerikaanse?
Hij beschikt over de gave om voorspellend te zijn, de bakens te
‘Die stijging is tijdelijk en de voorbode van het einde. Geloof me maar. Onderzoek leert dat wie als 30-jarige niet geabonneerd is op een krant, het nooit meer zal doen. Wel, de abonneringsgraad bij 30-jarigen is de jongste jaren gehalveerd. Zoiets maak je nooit meer goed.’
als titel ‘Malcolm is wrong’. Hij verstaat de kunst om aandacht te
verzetten en discussie te stimuleren. Zo bijvoorbeeld toen hij reageerde op de kritiek van Malcolm Gladwell op het boek Free van Chris Anderson, door op zijn blog een stukje te schrijven met trekken met sterke, provocatieve oneliners. Of zoals hij zelf schreef naar aanleiding van de Free-discussie: ‘Part of what Chris, Malcolm and I do for a living is make sweeping, provocative statements that don’t always include every nuance.’ Maar, ik vind niet alles wat hij schrijft goed. Hij is geen echte ‘business writer’, zijn boeken zijn niet gebaseerd op
‘Maar ik kan u en uw collega’s wel troosten. De journalistiek heeft er nog nooit zo goed voorgestaan als nu, alleen zal het niet via de gedrukte weg gaan, maar wel via het internet. En ook daar zullen de nieuwe media meer respect moeten hebben voor wat de consument echt wil. Die zal bepalen welk nieuws hij of zij echt wil.’
wetenschappelijk onderzoek, bevatten geen of weinig referenties, het is allemaal erg verhalend en vaak redelijk oppervlakkig. Met andere woorden, hij hoopt dat je hem op zijn woord gelooft. Zijn boeken zijn ‘één-idee-boeken’, na het lezen van één of twee hoofdstukken heb je het gevoel dat alles gezegd is. Waar ik niet aan twijfel, is het feit dat hij zelf een heel goede marketeer en ondernemer is: hij verkoopt zichzelf en zijn inmiddels talrijke boeken op schitterende wijze. En de manier waarop hij
- Michel Vandersmissen in De Standaard
een sterke ‘personal brand’ gecreëerd heeft, is op zijn minst
op 13 maart 2010
bewonderenswaardig
57
Elke dag drie aanvragen voor GPS-kit en elke week een GPS-training
De snelste weg naar nieuwe ideeën
Hoofdstuk 5
Bedrijven
GPS voor Ondernemingen is een gestructureerde brainstormmethode. Organisaties (ondernemingen, scholen, overheidsinstellingen) kunnen zo op basis van trends snel en effectief nieuwe ideeën genereren en selecteren. GPS brengt op een eenvoudige manier het creatief proces op gang. Organisaties kunnen de GPS-kit gratis aanvragen via de website van Flanders DC.
Per groepje van 8 à 12 personen genereer je meer dan 100 ideeën, selecteer je de beste ideeën en werk je die verder uit tot een projectaanzet. En dat allemaal op minder dan drie uur. Zonder dat de deelnemers creatieve experten hoeven te zijn, worden de verschillende fasen van het creatief proces doorlopen en passen de deelnemers eveneens diverse creatieve mechanismen toe. Flanders DC heeft de tool in 2005 ontwikkeld met steun van het Europees Sociaal Fonds (ESF). In samenwerking met de Innovatiecentra worden ‘open opleidingen’ georganiseerd. De Innovatiecentra – en ook privé-dienstverleners - gebruiken de tool bij hun klantbedrijven.
De tool wordt bovendien gebruikt bij de Leerondernemingen van UNIZO, de miniondernemingen en Small Business Projects van VLAJO. Voka Kamer van Koophandel gebruikt de tool in de megabrainstorm tijdens de ‘ondernemersklasseweek’. Ad hoc doen diverse organisaties beroep op Flanders DC of andere dienstverleners om de GPS voor Ondernemingen te faciliteren. Flanders DC gaf zo meer dan 40 opleidingssessies. Sinds 2005 heeft Flanders DC al meer dan 6000 GPS-kits verdeeld.
www.flandersdc.be/gps 58
Een sommetje voor 2009-2010
609 GPS-kits via de website aangevraagd (174 door het onderwijs en 435 door bedrijven)
200 kits voor de directies van de Limburgse GO-scholen
100 kits voor brainstorms n.a.v. de tentoonstelling ‘de Bedenkers gaan verder’ in Hasselt
400 kits verdeeld tijdens diverse GPS-trainingen en sessies
1309 kits
Interview: afscheid van Lorin Parys
Doen wat je predikt In oktober 2004 begon Lorin Parys met Flanders DC. Hij richtte gelijk het Flanders DC kenniscentrum op en begon met de samenstelling van zijn team. In juli 2005 ging de eerste website live. In september 2005 werd GPS voor ondernemingen gelanceerd. Hij was voor Flanders DC de drijvende kracht achter initiatieven als het Creativity World Forum, De Bedenkers, de Creativity Class en de public relations. Als voorzitter bleef Lorin erg betrokken. Als columnist voor De Standaard draagt hij het Flanders DC gedachtengoed nog elke week uit. We maken met Lorin een korte status op van de afgelopen zes jaar Flanders DC. Waarop kijk je terug met het meeste trots? Ik ben trots op het sterke team van raad van bestuur en medewerkers die elke dag hard werken om projecten zoals GPS voor ondernemingen, het Creativity World Forum, De Bedenkers of de Flanders DC Fellows tot successen te maken. Zij zullen nu Flanders DC volwassen wordt, de organisatie en haar activiteiten verder uitbouwen en vorm geven. Het mooiste compliment was onze internationale doorlichting waaruit niet alleen bleek dat we efficiënt werken maar ook dat duizenden bedrijven aangaven dat ze Flanders DC “noodzakelijk achten voor hun bedrijfsvoering en innovatie”.
"Ik ben bijzonder trots op de sterke ploeg en de resultaten van onze projecten zoals dat keer op keer uit onze audits blijkt." Waarom was Flanders DC nodig? Flanders DC is geboren uit de vaststelling dat concurrentie op kost of efficiëntie Vlaanderen niet meer differentieert. We moeten uit een ander vaatje tappen om onze welvaart te behouden: innovatie. Maar daar wrong het schoentje, toen we begonnen, was innovatie synoniem voor louter technologische vernieuwing. Wij als Flanders DC hebben gewerkt om iedereen goesting te doen krijgen om te innoveren en te ondernemen. En innovatie open te trekken naar diensten, marketing, organisatiestructuur, business modellen enz. Daarnaast vonden we het ook belangrijk
om een bredere blik te hanteren voor Vlaanderen, weg van de kerktoren. En zo zijn we gaan samenwerken en benchmarken met de succesregio’s uit bijna alle hoeken van de wereld in een netwerk dat we zelf hebben opgericht, de Districts of Creativity.
"Flanders DC moet een voorloper blijven." Waarom ga je weg? Een organisatie die staat voor innovatie moet zelf toepassen wat ze predikt. Ik vind dat mijn taak er na zes jaar op zit en dat het tijd is voor nieuw bloed nu Flanders DC volwassen wordt. Daarom heb ik vorig jaar aangegeven dat ik begin 2011 graag de fakkel zou willen doorgeven. Het is nog even wachten op een opvolger maar hij of zij kan alvast rekenen op een dynamische ploeg. Na een tijdje loop je trouwens het gevaar dat de organisatie vereenzelvigd wordt met personen en dat kan niet de bedoeling zijn.
Lorin kondigt Sir Ken Robinson aan als vervanging van de zieke John Cleese op het eerste Creativity World Forum.
Welke raad geef je ons nog mee? Vooral een eigen koers te varen maar toch ook nooit te vergeten dat Flanders DC een platform is dat zijn succes meet aan het succes dat andere organisaties boeken. Als Voka, Unizo, IWT, FIT en het Agentschap Ondernemen bijvoorbeeld meer vragen krijgen van creatieve, ondernemende en internationaliserende Vlamingen, dan vervult Flanders DC zijn taak. Wat vind je verder dat Flanders DC de komende jaren zeker moet doen? Focussen. En voorloper blijven. Op het moment dat iedereen spreekt over creativiteit en innovatie, is het tijd om onszelf opnieuw uit te vinden. En dat betekent dus niet kiezen voor het pad van de minste weerstand. Wat ga je zelf doen de volgende jaren? Wat zijn je ambities in de nabije toekomst? Ik begin binnenkort met Uplace aan de reconversie van een brownfieldsite aan de oude Renaultfabrieken in Machelen. We bouwen er een echte en innovatieve ‘ervaringsbestemming’ met winkels, kantoren en ontspanning. Ik wil ook mijn politiek engagement bij Open.VLD verder uitbouwen, blijven schrijven voor De Standaard en tijd opzij zetten om pleegpapa te zijn.
Of die vertegenwoordigers uit Qingdao ons draaiboek van het Creativity World Forum mogen hebben?
59 Lorin Parys met Bieke Dewulf, manager van het Flanders DC kenniscentrum bij Vlerick.
Vlaming wint voor het eerst Creative Young Entrepreneur Award van JCI en Flanders DC
Hoofdstuk 5
Bedrijven
Patrick Decuyper (Enfinity) CREATIEFSTE jonge ondernemer ter wereld
Vlnr: Peter Williams, winnaar Patrick Decuyper en Stephane Ledermann
60
Hammamet, Tunesië – 19 November 2009. Patrick Decuyper, Co-Founder van zonne- en windenergiebedrijf Enfinity uit Waregem wint de Creative Young Entrepreneur Award (CYEA), een wereldwijde ondernemersprijs van Flanders DC en JCI. Verrassend is dat de prijs geboren is in Vlaanderen (in 2005) uit een samenwerking tussen Flanders DC en JCI, maar dat het de eerste keer is dat er een Vlaming wint.
De Creative Young Entrepreneur Award is een jaarlijkse internationale ondernemersprijs georganiseerd door JCI (Junior Chamber International) en Flanders DC. De prijs bekroont de beste jonge ondernemer uit meer dan 100 kandidaten uit meer dan 20 landen. Ondernemers van 18 tot 40 jaar kunnen deelnemen. Criteria zijn naast de mate van ondernemerschap, ook creativiteit, innovatie en maatschappelijk verantwoord ondernemen. In een eerste fase houdt elk land lokale wedstrijden. In Vlaanderen is dat de JCI Vlaamse JO (Jonge Ondernemer). De lokale laureaten worden vervolgens doorgestuurd naar een internationale jury die drie eindlaureaten aanduidt. JCI is een wereldwijde organisatie van jonge ondernemende mensen, actief in meer dan 100 landen met meer dan 200.000 leden. Patrick Decuyper versloeg op het JCI Wereldcongres in Tunesië twee sterke concurrenten voor de titel: Stephane Ledermann van Smart Air uit Luxembourg, die timesharing doet met privéjets. Peter Williams, een echte serial entrepreneur, van de Australische Preneur Group.
Ook JCI Vlaanderen is in de wolken. “Elk jaar stuurt JCI Vlaanderen de 3 finalisten van de JCI Vlaamse JO door naar de CYEA. De selectiecriteria van beide wedstrijden zijn ongeveer dezelfde, creativiteit en duurzaam ondernemen zijn van doorslaggevend belang. Toen bleek dat de bedrijfswereld nog sceptisch stond tegenover zonne-energie besloot Patrick Decuyper om bedrijfsdaken en –gronden te huren om hernieuwbare energie te produceren. Hij was al een ambassadeur voor Vlaanderen als creatieve regio en wordt nu een goed voorbeeld voor vele jonge collega’s.”, zegt Edwin Grutman, voorzitter van JCI Vlaanderen “We hebben ooit de wedstrijd mee opgezet om Vlaanderen duidelijk te maken dat onze ondernemers op wereldschaal moeten concurreren. Het is de eerste keer sinds de start van de wedstrijd in 2005 dat een Vlaamse ondernemer zo ver geraakt. Dat wijst op het creatieve ondernemerstalent van Patrick Decuyper. Hij sloot met Enfinity recent nog een zeer groot contract in China af. Dat bewijst dat hij deze internationale prijs dubbel en dik verdient.”, zegt Pascal Cools, algemeen directeur van Flanders DC.
Enfinity, actief in de sector van de hernieuwbare energie (zonne- en windenergie), is opgericht in 2005 door Patrick Decuyper samen met een medevennoot. Enfinity is momenteel actief in 12 landen. Niet alleen Europese landen maar ook China, Canada en de VS behoren tot het lijstje. “Ik heb in 2005 – toen nog bijna niemand van zonne-energie of hernieuwbare energie gehoord had – de beslissing genomen om een bedrijf in deze sector op te starten. Op dat moment was dat geen eenvoudige stap. Nu geeft iedereen ons complimenten omwille van die durf en visie vier jaar geleden. De tijdsgeest was toen totaal anders dan nu, maar we wisten dat we op het juiste spoor zaten”, zegt Patrick. Op vier jaar tijd is Enfinity gegroeid tot 120 medewerkers. Het bedrijf van Decuyper is marktleider in België en behoort tot de top 5 in Europa op vlak van zonne- en windenergie. “Uiteraard geeft deze Creative Young Entrepeneur Award ons vleugels, maar we vliegen wel op zonne-energie en met de voeten op de grond. Het is vooral een waardering voor het vele werk van alle Enfinity medewerkers en het motiveert alleszins om onze groei en onze ambitie voor een wereld vol hernieuwbare energie verder te zetten”, zegt Patrick Decuyper nog.
Enfinity plaatst overal ter wereld zonnepaneelparken, ook op daken van Vlaamse bedrijven.
61
De grote boodschap Maak het waar: realiseer je creatieve ideeën in je bedrijf, in de maatschappij, in je leven. Doe het nu! Verlies geen tijd met reflecteren over reflecties. Het is tijd voor actie!
ECCI XI
Hoofdstuk 5
Bedrijven
Europese sectorconferentie voor creativiteitsprofessionals
Actie met Alessi
Alberto Alessi transformeerde het familiebedrijf Alessi van serviesproducent tot geroemd designbedrijf. De ideale man dus om het over creativiteit in actie te hebben. Volgens Alberto Alessi is de essentie van zijn bedrijf “dat we designers en consumenten met elkaar verbinden”. Hij ziet zichzelf als een facilitator tussen consument en ontwerper. Noot die hij daarbij maakt: het bedrijf heeft een lange traditie van vakmanschap. Letterlijk generaties lang.
The Borderline
Partners
62
Alessi stelt dat er een erg dunne scheidingslijn loopt tussen een succes en een fiasco. Helaas kan je die ‘borderline’ enkel ontdekken door je af en toe aan de andere kant te bevinden. “Op zijn minst één fiasco per jaar, houd je scherp”, stelt Alessi. “Errare humanum, persevere diabolicum” of: missen is menselijk, volhouden des duivels.
Op 28 en 29 oktober 2009 verzamelden meer dan 300 creatieve professionals uit heel Europa voor de elfde editie van de European Conference on Creativity and Innovation. Het Centrum voor de Ontwikkeling van Creatief Denken (COCD) en Flanders DC verzorgden het programma: keynotes van autoriteiten als Edward De Bono, Kobus Neethling, Tim Hurson en Alberto Alessi, afgewisseld met nieuwe workshopformats van o.a. Igor Byttebier, Erik op ten Berg, Johan D’haeseleer en Cyriel Kortleven. Voor wie creativiteit geen dagelijkse bezigheid is, geven we hier de voornaamste tips en bevindingen mee.
350 innovatieprofessionals uit Vlaanderen en heel Europa leren nog bij op ECCI XI.
Alberto Alessi
Met die woorden stopte vader Alessi enkele niet-winstgevende projecten van zoon Alberto. Die kijkt er zo op terug: “die projecten hadden te weinig functionele waarde, er was slechts een esthetische waarde en dat verkocht gewoon niet.”
Deelnemers vormen het woord ECCI onderaan het atomium.
Alessi’s formule om de reactie van consumenten op een product te voorspellen:
SSS=F(1-5)+SMI(1-5)+CL(1-5)+P(1-5)= >12 SSS = Functie + Zintuiglijkheid/Herinnering + Communicatietaal + Prijs
La Formula Elk jaar vraagt Alessi zo’n 20 ontwerpers en architecten om voor hem een product te ontwerpen. Soms komen ze terug met heel andere dingen dan hij ze vroeg. Philippe Starck zou een schotel ontwerpen en kwam met zijn ondertussen iconische citruspers. Die werd een groot succes. Maar andere zaken flopten. Alberto begon patronen te zien en goot ze in een formule. Een product moet minstens 12 punten halen in Alessi’s beoordeling op vlak van functie, sensoriële eigenschappen, de uitstraling en prijs. Zijn formule heeft nog nooit gefaald. Als dat geen mooi en praktisch hulpmiddel is voor actie!
3 waardes van Alessi-producten
1 Functionele waarde 2 Statuswaarde 3 Esthetische waarde
63
Bedrijven Hoofdstuk 5
Kobus Neethling
Edward De Bono
Spreek tegen mij en ik zeg je hoe creatief je bent Kobus Neethling, de Zuidafrikaanse denker met zeven universitaire diploma’s, ziet verschillende niveau’s in creativiteit. Meer nog, hij kan aan de hand van hoe je praat, zeggen hoe creatief je bent. Praat jij in termen van problemen en oplossingen? Dan ben je misschien gewoon creatief. Op dit beginnersniveau heb je een heleboel methodieken als: Creative Problem Solving, brainstormen, Synectics, TRIZ, Delphi, mind mapping, visualisering etc. Dat gaat allemaal over het aanpassen van wat we al kennen, binnen de regels, op een geplande manier. Zonder fouten, heel logisch en rationeel. Angst weerhoudt je ervan om over de grenzen te gaan.
Als je praat in termen van mogelijkheden en kansen, dan situeer je je op een volgend niveau: “stretch creativity”. Daar kan iedereen vlot in worden. Het komt er op aan om je brein te oefenen in het zien van mogelijkheden. En die ook uit te spreken. Daar is moed voor nodig. Vergelijk creativiteit even met Jezus: hij kan mirakelen doen, maar kan ook worden gekruisigd. Wanneer je boven die angst voor kruisiging staat, kom je bij Neethlings hoogste niveau van creativiteit: je bent een ‘Beyonder’. Beyonders zijn vaak revolutionairen. Ze zijn niet bang om een minderheid van één persoon te vormen. Daarnaast zag Neethling in zijn onderzoek volgende kenmerken van Beyonders: gefocuste passie, volharding, enorm creatief (veel ideeën, heel flexibel denken, de essentie begrijpen, originaliteit), tolerant voor fouten, een duidelijk toekomstbeeld en ze creëren positieve omgevingen. Vooral in revolutionaire tijden, nu dus, hebben we meer Beyonders nodig, aldus Kobus Neethling. We hebben de laatste generaties een soort denken Gewoon Creatief
Beyonder
64
Strechted Creatief
Logisch denken ≠ meerwaarde denken
Op 9 december organiseerden IBBT, IAB en Flanders DC een workshop met Ji Lee op de Design at Work beurs.
Google Creative Labs
gecultiveerd dat enkel gedijt in een industrieel tijdperk. Logische oplossingen, van A direct naar B, en met de inzet van vele middelen. Dat zegt professor Edward De Bono, de vader van de Zes Denkhoeden en het Lateraal Denken. We hebben nooit geleerd om te denken in termen van meerwaarde creëren. Neem bijvoorbeeld het parkeerbeleid in een stad. Het probleem is dat vele auto’s te lang blijven staan als je de bestuurders gewoon laat doen. In een stad heb je nood aan trafiek, komen en gaan. De meeste Westerse steden hebben dat opgelost met zeer ingewikkelde parkeersystemen: van parkeermeters over tolheffingen tot een elektronisch betaalnetwerk. De Bono stelt dat je hetzelfde gedrag met een kleine ingreep kan bewerkstelligen. In zijn stad zou hij deze regel invoeren: auto’s mogen gratis parkeren in het centrum zolang hun lichten branden. En dat werkt, want wie wil er nu een platte batterij. (Akkoord dat systeem kan je makkelijk hacken, met twee batterijen bvb., maar het punt is dat je met kleine, creatieve ingrepen enorme meerwaarde kan creëren.) Vergelijk nu zelf even de Return on Investment van De Bono’s regel met de parkeermeters zoals wij ze kennen.
Ji Lee
Wat leerden we van Ji Lee, de Creative Director van Google Creative Labs? Wat hebben we geleerd? 1. We hebben kwantiteit nodig om kwaliteit te bereiken. Je moet door twee barriers breken: 1) het grote aantal voor de hand liggende ideeën, daar moet je voorbij om origineel te kunnen zijn; 2) een kritisch aantal mensen dat je moet overtuigen, zo creëer je momentum voor de verandering die je wilt. 2. Mensen moet je motiveren tot actie. Emoties, metaforen, gevoelens etc. worden vaak vergeten in de bedrijfswereld. Helemaal fout, wil je mensen meekrijgen. 3. Kies wat werkt en laat het werken. Er bestaan onnoemelijk veel creativiteitstechnieken en implementatiemethodes. Recycleer de methodes die werken in jouw bedrijf.
We leerden dat sociale media nieuwe kanalen bieden om met je doelgroepen in contact te komen. Op sociale netwerken heersen wel andere omgangsvormen dan in klassieke advertising. Communicatie krijgt daar een menselijk gezicht, in tegenstelling tot een logo. We leerden ook dat je vooral een interessant, opmerkelijk of nuttig project/product moet hebben om het goed te doen op sociale media. Kom je met iets middelmatigs of behandel je klanten of consumenten niet respectvol, dan krijg je er de volle lading. We leerden ook dat je op sociale media bestaande functies creatief kan gebruiken om een grote groep mensen aan te spreken. Voor de opening van IKEA Malmö organiseerde de winkel een foto tagging wedstrijd op Facebook. Wie het eerst een meubelstuk uit een IKEA woonkamer kon taggen met zijn naam, won het meubel. Dat toont aan dat een actie in sociale media ook low budget kan. Er bestaan al heel veel tools op de sociale media. Gebruik ze slim. Er zitten al bijna 4 miljoen Belgen op Facebook.
4. Toon moed en denk het onmogelijke. Mik heel hoog en durf te leren van je fouten. Enkel zo ga je de juiste attitude krijgen en nieuwe ideeën niet bij voorbaat afschieten.
65
Flanders DC online In cijfers 107 00 7 40 2 12 1 01
1 0 7 0 0 mensen lazen onze 41 17 1 0 tweewekelijkse 7 0 07 4 0 4 1 1 7 nieuwsbrieven. 41 17 1 0volgden 71 0303 1ons op Twitter. 7 40 2 1mensen 2 41 17 1 3 1 3 7 40 bij Flanders 1 2 31 3 2 1 mensen netwerkten 143 95 3 31 DC via LinkedIn. 2 1 2 mensen1 werden 1 0 1 11 40 37 90 50 1 01740309 5 1 0op 1 Facebook. 4 1 1 7 keer werd fan 41 17 143 95 7 4 0 blogstukje 1 01 het â&#x20AC;&#x153;De Lijn 7 4 populairste 0 1 3 31 2 1 12Bedenkers 3 31 wil Klaseditie 2 1 uitvinding 2
107 00 7 40 2 12 1 01
66
testenâ&#x20AC;? van 26 mei12010 4 3 9gelezen. 5 1 4 3 9 5 1 0 over 1 4110117 quotes creativiteit werden door de lezers van onze blog ingestuurd. 13 31 Een selectie vind je hiernaast. 1 4 3 9 5 mensen bezochten de webcursus creatief denken, daarmee de populairste pagina op de website: www.flandersdc.be/ creatiefdenken
Op onze blog vroegen we de Flanders DCleden om hun leukste quote over creativiteit. Vooraan en achteraan in dit jaarverslag krijg je daaruit een kleine selectie.
Minds are like parachutes,
they only function when open. By Thomas R. Dewar. Kurt Goossens
Men moet systematisch verwarring scheppen om de creativiteit te stimuleren. Stefanie Martens
Een origineel idee is moeilijk te vinden, maar gemakkelijk te herkennen...
Creativitiy is a renewable resource!
Never stop questioning.
Tim Debonné
Ben Joossen
Don't pamper your children, let them scamper! Peter te Riele
Kurt Goossens
In geen enkel opzicht laat de rups vermoeden dat ze vlinder zal worden … until it happens! Ann Galland
Ready, Fire, Aim! Maarten Declercq
Creativiteit versus Reactiviteit? Zelfde letters, verschillende energie, andere uitkomst, uw keuze. Sara Coene
Albert Einstein: “If a cluttered desk signs a cluttered mind, of what, then, is an empty desk a sign.” Dries De Smedt
Pablo Picasso: Every act of creation is first an act of destruction. Jeroen van Dijk
Inspiring Creativity
Flanders District of Creativity vzw Diestsevest 76 B-3000 Leuven info@flandersdc.be T +32 16 24 29 24
www.flandersdc.be
BY FLANDERS DC
FLANDERS FASHION INSTITUTE Nationalestraat 28/2 B-2000 Antwerpen FFI@modenatie.com T +32 3 226 14 47
www.ffi.be