UITGAVE VAN FLORENCE GEZONDHEID & ZORG • ZOMER 2021
DESKUNDIGEN BLIKKEN TERUG EN VOORUIT ‘IEDEREEN HAD HETZELFDE DOEL, ZO KONDEN WE ENORM VEEL BEREIKEN’
ROB KAMPHUES: ‘MIJN MOEDER HAD ALLES BEHALVE CORONA’
applaus! VIER HELDEN VAN DE ZORG
en verder...
PUZZEL
MEE EN WIN LEUKE PRIJZEN!
MACHTELOOS Yvonnes moeder kreeg corona en overleed Gezondheid HEEFT U VANDAAG AL EEN OMMETJE GEMAAKT? LOCKDOWN ‘Geen kus, geen knuffel... Het was niet leuk’
FOTOGRAFIE: STUDIO OOSTRUM
Zorg
voor elkaar
Virginia: ‘Tijdens corona moesten we zoveel mogelijk afstand houden van onze bewoners. Een knuffel, een kleine aanraking: dat mocht allemaal niet. Ik vond dat moeilijk, die afstand... ik kreeg er soms tranen van in mijn ogen. Mevrouw Ramdihal vindt het fijn als ik haar even aanraak, dat merk ik aan haar. Het geeft haar een warm en veilig gevoel. Ik ben dus echt blij dat het weer mag.’
Den Haag, 14 juni 2021, woonzorgcentrum Jonker Frans Links: mevrouw Ramdihal (78), bewoonster Rechts: Virginia Kerklaan-Elerio (66), verzorgende IG
Inhoud 6
WELKOM
Interessante weetjes, belangrijke feiten en korte berichten
17
ACHTERGROND
INTERVIEW
Rob Kamphues: ‘Mijn moeder leefde helemaal op in woonzorgcentrum Oostduin’
12
PUZZEL MEE!
‘Iedereen had hetzelfde doel, zo konden we enorm veel bereiken’
Puzzel mee en maak kans op leuke prijzen
20
30
MACHTELOOS
8
29
De moeder van Yvonne overleed aan corona: ‘Ik had naast haar willen zitten om haar hand vast te houden’
24 IMPACT
‘Geen kus, geen knuffel...’ De impact van de lockdowns op bewoners, vrijwilligers en mantelzorgers was groot
PAS GOED OP UZELF! Wijkteam Dekkersduin bezoekt mevrouw Bergeijk zo’n vier keer per dag
Colofon
Florence & Co. is een uitgave van Florence Gezondheid en Zorg. www.florence.nl Redactie: Esther van der Sluis, Florence Concept en realisatie: Pauline Mulder en Susanne Mullenders, mooi mag. www.mooimag.com Vormgeving: Oscar Kuin, Studio Ozz Vragen over deze uitgave? Stuur een mail naar traffic@florence.nl © 2021 Niets uit deze uitgave mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. De uitgever sluit iedere aansprakelijkheid voor schade als gevolg van druk- en zetfouten uit.
APPLAUS
Tijdens de coronacrisis deden deze helden van de zorg gewoon hun werk
Bij het ter perse gaan van deze uitgave, waren steeds meer versoepelingen mogelijk. Ondanks dat Florence heeft geprobeerd de meest actuele situatie te beschrijven, kan het zijn dat sommige coronamaatregelen die genoemd worden in deze uitgave, niet meer de meest actuele zijn.
voorwoord
H
et afgelopen anderhalf jaar stond voor een groot deel in het teken van corona. De pandemie had de wereld in z’n greep en ontwrichtte de normale gang van zaken. Ook bij Florence. Want ondanks alle strenge voorzorgsen hygiënemaatregelen hielden ook wij het coronavirus niet buiten onze deuren. Bewoners, thuiszorgcliënten én personeelsleden werden getroffen; sommigen werden ernstig ziek of overleden zelfs.
Maar de coronacrisis toonde ook aan dat we een veerkrachtige organisatie zijn. Onze medewerkers zetten zich tot het uiterste in om voor onze cliënten onze visie waar te maken: ‘het leven leiden dat je lief is’. En daar zijn we trots op; de veerkracht, de saamhorigheid en de creativiteit die we hebben laten zien, vormen een belangrijke basis voor de toekomst. En ondanks onze zorgen, het leed en de enorme werkdruk die het virus veroorzaakte, zorgde corona ook voor een groot gevoel van verbinding in onze organisatie. Daar ben ik ontzettend dankbaar voor! Er gebeurden namelijk ook veel positieve dingen. We
‘De veerkracht, de saamhorigheid en de creativiteit die we hebben laten zien, vormen een belangrijke basis voor de toekomst’
kregen bijvoorbeeld erg veel blijken van waardering van mensen uit de omgeving. Zo klonk er natuurlijk applaus, werden er taarten bezorgd op de locaties, werd er muziek gemaakt voor de ramen van locaties, kwamen KLM-stewards en -stewardessen ons vrijwillig helpen als gastheer of -vrouw, en kregen bewoners kaarten toegestuurd van wildvreemden… Hartverwarmend! Nu de meeste mensen die dat willen gevaccineerd zijn – dus ook onze bewoners en het merendeel van onze cliënten en personeelsleden – kunnen de coronamaatregelen worden afgebouwd. Ook bij Florence. We onderzoeken hoe we dat het beste kunnen doen. Want ook dat afschalen brengt uitdagingen met zich mee, en ook die bieden we het hoofd. Met deze eerste uitgave van Florence & Co. zetten we een denkbeeldige punt achter de heftige tijd die achter ons ligt. We vinden het bijzonder dat verschillende mensen hun persoonlijke verhaal over de coronacrisis met ons willen delen. Zo vertelt presentator en cabaretier Rob Kamphues over zijn moeder die in woonzorgcentrum Oostduin woonde en overleed tijdens de coronacrisis. Vier van onze eigen zorgmedewerkers delen hun ervaringen met en zorgen over hun werk tijdens de crisis. En Yvonne van den Ende vertelt over het verlies van haar moeder. Indrukwekkend. We hopen dat u dit magazine met veel interesse en plezier zult lezen. En we kijken ernaar uit om u weer te ontmoeten. Het liefst persoonlijk. Blijf in verbinding, met elkaar en met Florence. We hebben elkaar nodig. Altijd!
ELLEN MAAT raad van bestuur Florence
5
Watertanden Wist u dat een watermeloen-smoothie enorm lekker en dorstlessend is? En behalve dat óók nog eens een mega-vitaminebommetje? Nog een voordeel: deze smoothie is klaar in vijf minuten. Zo maakt u vier smoothies: snijd een kleine watermeloen in vier parten en daarna in wat kleinere stukken, schep het vruchtvlees eruit en doe in een blender. Snijd een halve komkommer in de lengte doormidden en daarna in plakjes. Doe de komkommer bij de watermeloen in uw blender. Giet er 350 milliliter ijskoud water bij en voeg voor een extra frisse kick wat blaadjes verse munt of basilicum toe. Mix alles goed. Et voilà! Voor een extra zomerse touch: maak vier grote glazen nat en zet ze een kwartiertje in uw vriezer. Serveer de watermeloen-smoothies hierin. Proost, op uw gezondheid!
Zo
werkt een vaccin
Inmiddels is in ons land bijna iedereen die dat wil, gevaccineerd tegen het coronavirus. Wat doet een vaccin eigenlijk in uw lijf? De vaccins van BioNTech/Pfizer en van Moderna zijn zogenaamde RiboNucleic Acid-vaccins (RNA). In deze RNA-vaccins zit een vetbolletje met daarin een soort instructie die ervoor zorgt dat uw lichaam weerstand opbouwt tegen het ‘spike-eiwit’, de uitsteeksels die aan de buitenkant op het coronavirus zitten. Als u na uw vaccinatie in aanraking komt met het coronavirus, herkent uw lichaam dat eiwit als lichaamsvreemd. Het lichaam start dan snel een afweerreactie, waardoor het virus geen kans krijgt u (ernstig) ziek te maken. De vaccins van AstraZeneca en Janssen zijn vectorvaccins. Hierin zit een onschadelijk gemaakt verkoudheidsvirus dat zich niet kan vermenigvuldigen. Net als bij de RNA-vaccins reageert het afweersysteem van het lichaam door antistoffen aan te maken. bron: RIVM
Afstand graag! ‘Een punt zetten maakt ruimte voor een nieuw begin’
Ook al zijn veel mensen al gevaccineerd, toch blijven sommige basisregels tegen verspreiding van het coronavirus voorlopig van kracht in ons land. Want we kunnen elkaar nog steeds besmetten. Zo moeten we ook nu nog 1,5 meter afstand houden van elkaar. Dat geldt voor iedereen en overal: op straat, in winkels of andere gebouwen en op het werk. U hoeft geen 1,5 meter afstand te bewaren tot de mensen met wie u samen op één adres woont. En ook als u een hulpbehoevende ondersteunt, bijvoorbeeld als u een rolstoel voortduwt, hoeft u geen afstand te houden. Voor kinderen tot en met 12 jaar geldt de 1,5 meter-regel niet. Binnen de woonzorgcentra van Florence en bij het bieden van (thuis)zorg, geldt nu nog de regel dat u een mondkapje draagt wanneer u geen 1,5 meter afstand kunt houden.
7
Mariska Wassenaar was vrijwilliger bij
BLAUW HELPT
ommetje
Heeft u al een gemaakt?
Gebruikt u net als 1,2 miljoen andere Nederlanders de Ommetje-app ook al? De app is ontwikkeld door de Hersenstichting in samenwerking met hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder. Elke dag een wandeling maken is belangrijk voor uw fysieke én mentale gezondheid. Na het lopen van een ommetje bent u productiever en hebt u meer energie. Daarnaast helpt wandelen om te onthaasten en verbetert het de creativiteit. De Ommetje-app is te downloaden via Google Play of de App Store.
Wassen, wassen, wassen… We kunnen het niet vaak genoeg zeggen: was uw handen regelmatig met water en zeep. Zo verkleint u de kans dat u zelf of iemand in uw omgeving ziek wordt. Was uw handen sowieso als ze vuil zijn, als u eten gaat bereiden of voordat u aan tafel gaat, na een toiletbezoek, na het snuiten van uw neus, een hoest- of niesbui, na het verschonen van een kind, het aaien van dieren, na het buitenspelen en na het schoonmaken. Dus ook nadat u een vaatdoekje hebt gebruikt. Was uw handen zorgvuldig: maak ze goed nat en gebruik altijd (vloeibare) zeep! Wrijf hierbij alle vingertoppen goed in en wrijf ook grondig tussen de vingers. Droog uw handen zorgvuldig af en vergeet hierbij de huid tussen de vingers niet. Bij het drogen van de handen kunnen er ziekteverwekkers op de handdoek komen. Doe stoffen handdoeken dus regelmatig in de was. Wanneer u een van de woonzorgcentra van Florence bezoekt, vragen we u om bij binnenkomst uw handen te desinfecteren met handalcohol die bij de ingang staat.
Toen tijdens de coronacrisis de vliegtuigen aan de grond bleven, ging KLM-purser Mariska Wassenaar vrijwillig aan de slag bij Florence. Inmiddels vliegt ze de wereld weer over. Je werkt bij KLM. Hoe werd je vrijwilliger bij woonzorgcentrum Dekkersduin? ‘Inderdaad, ik ben senior purser bij KLM. Toen door corona bijna alle vluchten stopten, hebben cabinepersoneel en piloten van KLM en Cityhopper Blauw Helpt opgericht: een vrijwilligersorganisatie voor de luchtvaartmedewerkers die ineens thuis zaten. Ik heb me opgegeven en werd benaderd of ik bij Dekkersduin wilde werken. Dat wilde ik graag!’ Wat voor vrijwilligerswerk deed je? ‘Samen met acht KLM- en Cityhopper-collega’s heb ik familiebezoeken geregeld. We haalden de bewoners op, zetten tafels met plexiglas klaar, lieten de bezoekers binnen… Dat was hartstikke leuk. Wij zijn gewend om met protocollen te werken én we hebben zelf ook een dienstverlenend beroep, dus het ging heel goed.’ Wat vond je het leukst? ‘Ik vond het mooi om iets voor de bewoners en hun familie te kunnen betekenen. Daarnaast was het fijn om contact te hebben met collega’s van KLM én Florence. En nadat het vrijwilligerswerk stopte, ben ik nog drie maanden gedetacheerd geweest bij Dekkersduin. Drie dagen per week maakte ik voor een afdeling het ontbijt klaar, wandelde ik met de bewoners en speelde ik een potje biljart met ze. Dat was ook ontzettend leuk en dankbaar om te doen!’ Wat doe je nu? ‘Sinds begin december vlieg ik de wereld weer over. Bovendien is de gezondheid van mijn eigen moeder erg slecht geworden. Daardoor ben ik voorlopig gestopt als vrijwilliger. Maar ik heb enorm van het vrijwilligerswerk bij Dekkersduin genoten!’
8
zorginterview voor elkaar
ROB KAMPHUES Het laatste jaar van haar leven woonde de 91-jarige moeder van Rob Kamphues in woonzorgcentrum Oostduin in Den Haag. Daar had ze het ontzettend naar haar zin, niet in de laatste plaats vanwege de vele aandacht die ze er kreeg. Rob: ‘De liefde voor de medemens die ik daar heb gezien, zijn we in de rest van onze maatschappij volstrekt vergeten.’ TEKST: PAULINE MULDER FOTOGRAFIE: ANP EN PRIVÉ-BEZIT ROB KAMPHUES
‘Mijn moeder had alles, behalve corona’
9
interview
10
Robs moeder met zijn zoons Bo en Mees
‘Mijn moeder was een stoere vrouw met wie ogenschijnlijk nooit wat aan de hand was. Maar op een dag vond mijn oom haar totaal vervuild en ontredderd in haar flatje in Voorschoten.’ Aan het woord is cabaretier en presentator Rob Kamphues. Zijn toen nog 90-jarige moeder Gré werd aan het begin van de coronacrisis opgenomen in woonzorgcentrum Oostduin in Den Haag. ‘Drie dagen voordat mijn oom haar aantrof, had ik nog bij haar gegeten. Ze leek goed in orde. Natuurlijk: een jaar eerder was er borstkanker bij haar geconstateerd. Ongeneeslijk. Dus we wisten wel dat het einde in zicht kwam. Maar ze woonde nog altijd zelfstandig en ze gaf aan dat ze goed voor zichzelf zorgde. Maar ze bleek haar eten niet op te eten en veel te weinig te drinken. Toen mijn oom haar aantrof was ze ondervoed en gedehydrateerd. En ze had een delier; ze was totaal de weg kwijt…’
Code Zo belandde Gré Kamphues op de eerste verdieping van Oostduin. ‘Ik zie nog voor me hoe de verhuizing verliep’, vertelt Rob. ‘Vanwege corona mocht alleen ik helpen. Samen met een
medewerker heb ik alle spullen naar boven getild. Ik had mijn best gedaan om de vaasjes en fotolijstjes op dezelfde manier als thuis op de kast te zetten. Maar mijn moeder vroeg direct: “Waar heb je de rest van de kast gelaten?” Een deel van die enorme kast paste natuurlijk niet in die kamer…’ Algauw moest de moeder van Rob naar de tweede verdieping: een afdeling waar psychogeriatrische zorg verleend wordt. ‘Ze bleek toch echt dement te zijn’, vertelt Rob. ‘In eerste instantie vond ze er niks aan dat ze moest blijven. “Ik mag hier niet weg!”, zei ze dan mopperend. “Het is net een gevangenis.” “Nee hoor”, zei ik dan. “Je kunt er zo uit. Dit is de code en als je die nog weet als je beneden bent, kun je zo weglopen. Dan ga je lekker terug naar Voorschoten, haha.”’
waren behoorlijk hard bij ons thuis. Dat hielp me bij mijn werk als cabaretier. Ik weet nog dat mijn moeder vroeger aan mijn vader vroeg: “En Kees, smaakt het eten?” Dan zei mijn vader: “Als het niet smaakt, dan hoor je het wel…” Zo gingen wij met elkaar om. Bovendien had mijn moeder veel zelfspot. Zielig doen, daar hield ze niet van. Wel van aandacht. En die kreeg ze voldoende in Oostduin! Achteraf denk ik dat ze vereenzaamde op haar flatje in Voorschoten. In het woonzorgcentrum leefde ze helemaal op. Algauw had ze het er reuze naar haar zin. Zeker toen ze Toos ontmoette: dat werd haar beste vriendin. Hele dagen zaten ze te rummikuppen! Fantastisch! Ze lachten er samen wat af.’
Facetimen Toch ging het snel bergafwaarts met Robs moeder. ‘Ze verzwakte enorm’, vertelt Rob. ‘Ze had het ook aan haar hart, haar longfunctie was niet meer goed, dan had ze nog die borstkanker en ze was dement. Het enige wat ze niet had, was corona. Terwijl er in Oostduin heel wat mensen besmet raakten. Dat was heel heftig om te zien… Ik heb dan ook niets dan complimenten voor de zorg die de medewerkers van Oostduin boden. Zo! Dat personeel heeft het echt zwaar gehad, hoor! Desondanks waren ze altijd liefdevol. Ik kan dan ook vele namen noemen van mensen die goed voor mijn moeder hebben gezorgd, maar dan vergeet ik er vast één of twee. Maar als ik er dan toch eentje mag noemen, dan is dat Patricia. Zij heeft mijn moeder zo veel liefde gegeven. Ze
‘Het personeel heeft het echt zwaar gehad maar was altijd liefdevol’
Rummikuppen Die harde humor is kenmerkend voor het gezin Kamphues, zegt Rob. ‘Ja, wij
11
‘Ik kijk met ontroering terug op de betekenis die mijn moeder heeft gehad voor mijn leven. Dat begint nu pas écht te dagen’ vertelde me dat ze ’s nachts vaak even een kwartiertje aan het bed van mijn moeder ging zitten als die weer eens niet kon slapen. Of ze hielp haar met de iPad zodat ze mij even kon Facetimen; vaak precies tijdens een uitzending van mij op televisie. Haha. Maar dat Patricia dat soort dingen deed: dat gaat ver voorbij je beroepsplicht. Ik vind dat geweldig!’
Vrede mee Doordat ze fysiek achteruitging, belandde Robs moeder regelmatig in het ziekenhuis. ‘Ook op haar 91e verjaardag’, vertelt Rob. ‘Eigenlijk mocht ik haar niet bezoeken, maar omdat het haar verjaardag was, mocht ik – volledig in een beschermend pak – toch even bij haar langs. En ik herinner me een keer dat ik haar een soort van ontvoerd heb. Toen zijn we naar de boulevard gegaan om even samen een ijsje te eten. Ik weet nog dat mijn moeder toen zei: “Als je zo zit, merk je helemaal niet dat je ziek bent.” In februari van dit jaar is ze overleden. Ik heb er alle vrede mee… Ze kon op het laatst niet meer praten en ze begreep het allemaal niet meer. Ik had al een paar keer afscheid van haar genomen maar toen het echt zover was, was ik net te laat. Patricia belde me toen ik onderweg was en vertelde dat mijn moeder haar laatste adem had uitgeblazen…’
Vierstemmig Door corona was ook de uitvaart van Robs moeder in aangepaste vorm. ‘Ik was stiekem blij dat ik niet allemaal mensen een hand hoefde te geven die ik helemaal niet kende’, lacht Rob. ‘Maar het was een mooi afscheid. Ooit was ik met mijn moeder bij een musicaluitvoering van mijn zoons, waar een
bepaald liedje werd gezongen. Toen zei ze tussen neus en lippen door: “Dat nummer mag wel op mijn crematie gedraaid worden.” Meer heeft ze niet over haar afscheid gezegd. Nooit. Maar mijn zoons en hun vriendinnetjes hebben dus dat ene nummer ingestudeerd en op mijn moeders uitvaart gezongen. Vierstemmig. Heel bijzonder. En we hebben met elkaar veel gelachen en af en toe een traantje gelaten…’
Friet eten Rob is nu vooral opgelucht vertelt hij: ‘Ik kijk met ontroering terug op de betekenis die mijn moeder heeft gehad voor mijn leven. Dat begint nu pas écht te dagen. Ik heb me vroeger heel lang verzet tegen alles wat mijn ouders zeiden. Maar onbedoeld krijg je toch heel veel mee. Gastvrijheid bijvoorbeeld; dat is zo’n eigenschap die ik echt van mijn moeder heb. Bij ons thuis kon vroeger altijd iedereen mee-eten. Zo kwam de halve klas tussen de middag friet eten bij ons. Dat gastvrije heb ik van mijn moeder. En mijn jongste zoon Mees heeft dat ook. Onbenoemd is mijn moeder zo toch nog in mijn leven; ik zie haar in mijn kinderen terug. Dat vind ik ontroerend.’ Rob is vooral ook dankbaar dat hij de laatste fase van haar leven zo’n goede band met zijn moeder had. ‘Zeker toen ze in Oostduin zat, werd onze band heel goed. Ik weet nog dat ik een keer gevraagd werd door het management van Oostduin om voor te lezen uit mijn nieuwe boek De Walvishoeder. Dat was vooral bedoeld om de medewerkers te bedanken voor de zware tijd die ze doormaakten. Maar daar zat mijn moeder, samen met Toos, prominent op de eerste rij. Ze glom van trots! Nu kon
ze eindelijk pronken met haar zoon, haha!’
Liefde Rob vond die voorleessessie vooral heel fijn om te doen. ‘Ik zag hoe blij dat personeel was met een beetje erkenning. Sommige mensen doen corona toch nog af als een virusje. Nou, inmiddels heb ik het zelf ook gehad en ik kan je verzekeren: dit is echt niet zomaar een virusje. Ik heb dan ook zo ontzettend veel respect voor de mensen die in de zorg werken. En dan natuurlijk vooral voor de mensen van Oostduin. Ik heb gezien hoe lief ze waren voor mijn moeder. Ik wil er zelf straks ook wel wonen! Al die aandacht die je er krijgt: het lijkt me heerlijk. Maar even serieus: de liefde voor de medemens die het personeel van Oostduin heeft, zijn we in de rest van onze maatschappij volstrekt vergeten. Daar mogen we met z’n allen een voorbeeld aan nemen.’
Wie is Rob? Rob Kamphues (16 september 1960) is cabaretier, televisiepresentator, schrijver en autocoureur. Hij is momenteel een van de vaste gezichten van de Formule 1-uitzendingen van Ziggo Sport. In 2020 verscheen zijn tweede roman De Walvishoeder. Kamphues is vader van twee zoons en een dochter.
portretten
applaus Toen de coronacrisis in alle hevigheid losbarstte, deden de helden van de zorg gewoon hun werk. Met het risico ook zelf besmet te raken stonden zij dag in dag uit klaar voor hun medemens. Sabine, Joyce, Sonja en Renata vertellen welke impact dit op hen had. ‘Ik vond het prettig dat er veel steun was voor de zorg.’ TEKST: PAULINE MULDER EN SUSANNE MULLENDERS FOTOGRAFIE: STUDIO OOSTRUM
13
Sabine Romberg (51) Leerling-verpleegkundige
‘Niemand wist nog wat corona was, de onzekerheid was groot’
‘Eigenlijk ben ik in het diepe gesprongen. In maart 2020 kreeg ik de vraag of ik op de coronacohortafdeling (een speciale afdeling voor mensen die besmet zijn met het coronavirus, red.) in Westhoff wilde werken. De volgende dag stond ik er. Niemand wist wat corona was, de onzekerheid was groot. Ik heb schrijnende dingen gezien. Zo hield ik een keer een tablet vast voor een mevrouw die afscheid nam van haar kleinzoon. Nou, toen kreeg ik zelf ook tranen in m’n ogen. Omdat patiënten geen bezoek konden ontvangen, was onze rol groter. Normaal is er familie aanwezig als iemand erg ziek is of overlijdt. Nu zaten wij erbij... Dat was intens. In de tweede golf heb ik opnieuw op de corona-afdeling gewerkt. Dat was wat makkelijker. We wisten beter wat ons te wachten stond. Beide periodes kwam ik thuis met verhalen. Niet alleen trieste, maar ook mooie: bijvoorbeeld als iemand die doodziek was binnengekomen weer lopend de deur uit ging. Mijn gezin leefde met me mee. Mijn dochter van 16 zag op een gegeven moment nog maar weinig vrienden, omdat ouders bang waren voor het besmettingsgevaar vanwege mijn werk. Dat werd zo heftig, dat ik tegen haar zei dat ik ermee ging stoppen. Maar toen zei ze: “Mam, ben je gek! Ik ben juist trots dat je dit doet!” Mooi, toch?’
Joyce Blok (57) Verzorgende 3IG
‘Toen mij in maart 2020 werd gevraagd of ik in het coronateam van Florence wilde werken, heb ik gelijk “ja” gezegd. Er was nog veel onbekend over corona; ik wilde graag iets extra’s doen. En ik hou wel van een uitdaging. In eerste instantie vormde ik samen met één andere collega het thuiszorgteam dat cliënten bezocht die besmet waren met corona. Ik kreeg van Florence een tas vol met persoonlijke beschermingsmiddelen en een protocollenlijst en kon aan de slag. In het begin was het heftig: ik kon nauwelijks ademen door het FFP2-masker en mijn bril besloeg steeds. Daarnaast zat ik veel meer in de auto dan anders, omdat we cliënten bezochten in het hele werkgebied van Florence. Al snel werd het veel te druk dus we kregen ondersteuning van drie andere collega’s. Het werk wende: ik ontmoette veel nieuwe cliënten en leerde veel. Vooral de dankbaarheid van de mensen dat ze gewoon thuis verzorgd werden tijdens hun ziekbed was ontzettend fijn! Daarom was het voor mij persoonlijk een heel mooie ervaring. Natuurlijk: ik heb heftige dingen gezien, sommige mensen waren heel erg ziek. Maar bijna iedereen werd ook weer beter. Het voelde heel goed dat ik ze in hun eigen huis heb kunnen verzorgen. Vlak voor de zomer is het coronateam opgeheven en ben ik weer in mijn eigen team gaan werken.’
‘De mensen waren dankbaar dat ze thuis verzorgd werden, dat was fijn’
15
Sonja Bhagwandin (55) Verzorgende IG
‘Mantelzorgers hebben het zwaar gehad hoor, sommigen waren echt overbelast’
‘In ontmoetingscentrum Duivenvoorde komen thuiswonende ouderen voor dagbesteding. Toen we in 2020 vanwege corona dicht moesten, moest ik ineens thuis gaan werken. Ik heb de laptop meegenomen en ben elke dag onze cliënten en hun mantelzorgers gaan bellen. Gewoon om te vragen hoe het ging. Als er iets niet goed ging, kon ik in actie komen via de contactpersonen. Ik heb in die periode schrijnende verhalen gehoord van mantelzorgers. Verhalen over partners die fysiek en mentaal achteruitgingen, over het ontbreken van structuur. Zij hebben het zwaar gehad hoor, sommigen waren echt overbelast. Ik was blij toen er versoepelingen kwamen. We zijn meteen opengegaan. Eerst alleen voor de drie of vier meest schrijnende situaties – om de mantelzorgers te ontlasten. Maar ja, iedereen hoorde ervan en al snel werd ik gebeld: mag mijn vader of moeder ook komen? Binnen mum van tijd waren we weer met acht, haha! Het was moeilijk om ons werk te doen. Je kunt de regels om de vijf minuten herhalen, maar mensen met dementie vergeten ze zo weer. Mondkapjes, anderhalve meter afstand… dat werkte niet optimaal. Maar we hebben bijvoorbeeld stoelen weggehaald, zodat cliënten niet dicht naast elkaar konden zitten. Zo is het met allerlei handigheden toch goed gegaan. Al met al hebben we in totaal twee besmettingen gehad. Daar is het gelukkig bij gebleven...’
Renata Hamdan (43) Specialist Ouderengeneeskunde
‘Ik had nachtdienst toen ik gebeld werd door iemand van ons laboratorium: de eerste positieve test binnen Florence was een feit. Ik dacht: dit is het topje van de ijsberg. Wat gaat er gebeuren? We wisten nog zó weinig van corona. Op de twee afdelingen waar ik werk, wonen alleen mensen met dementie. Dat maakt de zorg extra ingewikkeld: we kunnen deze mensen niet isoleren. Algauw bleken er veel meer bewoners positief en de continue dreiging van nieuwe besmettingen maakte het zwaar. Ik vond het prettig dat er tijdens de eerste golf veel steun was voor de zorg. Maar de duur van de crisis maakte het niet eenvoudig. Tijdens de tweede golf hebben we veel bewoners verloren; erg heftig. Tijdens de derde golf waren gelukkig al veel bewoners gevaccineerd – die verliep dus minder heftig op onze locaties. Het geeft me veel voldoening dat ik onderdeel was van het vaccinatieteam van Florence dat inmiddels ruim 1.600 mensen heeft gevaccineerd. Maar ik merk wel dat ik moe ben. Omdat ik maanden achter elkaar meer diensten heb gedraaid en omdat het zo’n apart jaar was. Ik mis de vrijheid. En ik mis mijn ouders die in Brazilië wonen. Gelukkig zijn ook zij inmiddels gevaccineerd, dus hopelijk zie ik ze eind dit jaar weer!’
‘Bij de eerste besmetting dacht ik: wat gaat er gebeuren?’
achtergrond
De eerste vaccinaties zijn gevierd met taart en al Maart 2020: ineens was daar corona. Ook Florence moest alle zeilen bijzetten en inspelen op de nieuwe werkelijkheid. Hester Ploos van Amstel, eerste geneeskundige, en Tessa Wijmans, coördinator Regieorganisatie Covid, werkten nauw samen. Ze vertellen hoe ze beleid maakten op basis van de summiere informatie die er was. TEKST: SUSANNE MULLENDERS FOTOGRAFIE: STUDIO OOSTRUM ILLUSTRATIE: FEMKE VAN DER ZEE
17
18
T
oen corona in maart 2020 ook in Nederland verontrustende vormen kreeg, was het zaak om het beleid en de praktijk binnen Florence zo snel en goed mogelijk af te stemmen op de nieuwe situatie. Hester, eerste geneeskundige, was verantwoordelijk vanuit de inhoud. Tessa haakte later aan en werd coördinator van de Regieorganisatie Covid. Hester: ‘In het begin was er weinig bekend over het virus. We tastten echt in het duister. We zagen dat zich in Noord-Italië een ramp voltrok en dat die onze kant op kwam. Op basis van onze kennis van infectiepreventie maakten we beleid. En we gebruikten de informatie die we kregen van ActiZ (branchevereniging van zorgorganisaties, red.) en Verenso (Vereniging van Specialisten Ouderengeneeskunde, red.). Ook hebben we gekeken naar het gebruikelijke beleid bij griep. De informatie en dus het beleid veranderden continu, soms wel twee keer per week.’
Scherp meebewegen De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het beleid is Hester intern al snel gaan delen met een aantal artsen en een verpleegkundig specialist. ‘We kwamen zeer regelmatig samen om te sparren. Dat was fijn.’ Er was veel onzekerheid en tegelijkertijd moest er snel beslist en gehandeld worden, vertelt ook Tessa: ‘In het begin gebeurde alles rondom corona ad hoc. Overal in de organisatie waren vragen over het virus. Daarom is al snel besloten om alle coronagerelateerde zaken onder te brengen in de Regieorganisatie Covid. Daar kwamen alle vragen binnen: van HR tot medisch, van vaccinaties tot nieuwe landelijke inzichten. Als coördinator was ik spin in het web.’ Behalve uit Tessa bestond de regiegroep verder uit twee beleidsadviseurs, een HR-adviseur, een communicatieadviseur en Hester. Tessa en Hester hadden tijdens de coronaperiode bijna dagelijks contact. Ze merkten al snel dat het voor de Regieorganisatie meer een kwestie was van reageren dan van vooruitplannen. Tessa: ‘Vooruitplannen schoot
niet op. Steeds als we dat deden, veranderde er weer iets. Maar het was ook gaaf om continu scherp mee te bewegen met de organisatie en de maatschappij.’
Florence-kleur De landelijke richtlijnen leken op het eerste gezicht misschien helder, maar in de praktijk moest er veel worden ingevuld. Hester noemt een voorbeeld: ‘Toen vorig jaar beslist werd dat er weer bezoek op locaties mocht komen, was onze eerste stap: nagaan hoe we dat binnen Florence zagen. Vonden we dat verantwoord? Wat kon wel, wat niet? Wat moesten we doen als er een besmetting was op een afdeling?’ Tessa geeft een ander voorbeeld: ‘Onlangs werd bekend dat bewoners vier bezoekers op een dag mogen ontvangen. Toen we dat intern gingen toetsen, bleek dat in de meeste kamers geen vier mensen op bezoek kunnen komen en anderhalve meter afstand kunnen houden. Dan is de veiligheid dus niet gegarandeerd. We hebben daarop besloten dat bewoners vier mensen kunnen ontvangen in de openbare ruimtes, of twee bezoekers op hun kamer.’ ‘Kortom’, zegt Hester, ‘we moesten en moeten dus na elke persconferentie een Florence-kleur geven aan de landelijke richtlijnen.’
Saamhorigheid Wat ze allebei als bijzonder hebben ervaren, is het gevoel van saamhorigheid. Hester: ‘We hadden allemaal het gevoel: we zijn met elkaar met hetzelfde bezig,
Hester Ploos van Amstel
achtergrond
we hebben allemaal hetzelfde doel. Dat was fijn.’ Ook de samenwerking met huisartsen en andere ouderenorganisaties in de regio verliep soepel. ‘Alle partijen hadden hetzelfde doel, en dan kan er veel!’, aldus Hester. Een mooi resultaat van die saamhorigheid was ook de start van de coronacohortafdeling in Westhoff. ‘Vanuit de regio kwam de vraag om een afdeling te openen voor mensen met corona die geen ziekenhuiszorg meer nodig hadden maar nog niet naar huis konden’, vertelt Hester. ‘Op maandag werd besloten dat we dat gingen doen en op donderdag kwamen de eerste patiënten. Dat voelde fantastisch! In korte tijd waren er medewerkers, artsen, was er een draaiboek en konden we gewoon van start.’ Tessa vult aan: ‘Dat is mij ook echt bijgebleven: als we samenwerken, kunnen we enorm veel bereiken. Nog een ander voorbeeld is de vaccinatie: in vijf weken tijd hebben we 1.350 cliënten gevaccineerd. Daar ben ik echt trots op!’
Hoogte- en dieptepunten
Maar er waren natuurlijk ook dieptepunten. Hester noemt direct het moment waarop de locaties gesloten werden voor bezoek. ‘Dat was akelig. We wisten nog niet veel over het virus en we zagen dat mensen eraan overleden. De infecties verspreidden zich soms snel over afdelingen. En ook landelijk werd uitgedragen dat sluiting nodig was. We hadden dus weinig keus, maar het voelde zwaar.’ Op de vraag hoe dat in de praktijk uitpakte, antwoordt ze: ‘In het begin hadden we weinig mogelijkheden om te testen. En het was moeilijk om aan voldoende beschermingsmiddelen te komen. Daarom hadden we afgesproken: geen bezoek, tenzij een overlijden werd verwacht. Dan mochten twee familieleden komen om afscheid te nemen. Dat voelde naar, want als iemand een grotere familie heeft: wat doe je dan?’ Op de locaties is op allerlei manieren gezocht naar alternatieven om toch contact mogelijk te maken. ‘Daar is veel aandacht aan besteed’, vertelt Tessa. ‘Videobellen, tenten die werden opgezet, contact via het raam… En een apotheker heeft een paardentrailer ter beschikking gesteld. Die is zo omgebouwd dat bewoner en familie contact konden hebben, ieder aan een kant van het glas.’
‘Iedereen had hetzelfde doel, zo Toekomst Gelukkig kan er konden we enorm steeds meer en gaat het steeds beter. De veel bereiken’landelijke vaccinatiecampagne
De eerste vaccinaties hebben ze allebei als een hoogtepunt ervaren. Tessa: ‘Die zijn echt gevierd op de locaties, met taart en al.’ ‘Ja, dat was een emotioneel moment’, vult Hester aan. ‘Dat voelde als de sleutel naar het einde van deze periode.’ Tessa: ‘Ook de bewoners waren blij. Als je vroeg wat het voor hen betekende, zeiden ze bijvoorbeeld: “Dat ik straks weer mag knuffelen!” Dat is toch mooi!’
Tessa Wijmans
blijkt inderdaad een sleutel naar verlichting. ‘Soms hebben we hooguit nog een enkele besmetting op een afdeling’, zegt Hester. ‘Maar er zijn steeds langere periodes zonder besmettingen.’ Tessa: ‘Daarom hebben we kunnen versoepelen. Mensen mogen weer meer bezoek ontvangen en ze zien hun medebewoners weer.’ Hoe zien ze de toekomst? Hester: ‘Ik kan me voorstellen dat er meer aandacht voor infectiepreventie zal zijn dan voorheen. En dat er een basis van voorzichtigheid blijft. Maar veel zal weer naar het oude normaal gaan. Nu wachten we op de dag waarop de mondkapjes ook af mogen binnen de muren van de woonzorgcentra en tijdens het bieden van zorg. Een deel van de communicatie is toch dat je van elkaar ziet hoe de ander reageert. Met een kapje ben je daarin beperkt. Dat is lastig voor iedereen, maar voor mensen met dementie helemaal. Het zal een bijzonder moment zijn als ze weer overal af kunnen!’
19
interview
DE MOEDER VAN YVONNE OVERLEED AAN CORONA
‘De onmacht is het ergst’
21
De moeder van Yvonne van den Ende-Berkhout (56) woonde in woonzorgcentrum Vredenburch in Rijswijk. In april 2020 bleek ze corona te hebben. Vanwege kans op besmetting konden Yvonne en haar familie bijna niet bij haar op bezoek. Ook niet in de nacht dat ze stierf. ‘Mijn moeder is overleden tussen twee controles in.’ TEKST: PAULINE MULDER FOTOGRAFIE: STUDIO OOSTRUM
‘Mijn moeder was een heel lieve en slimme vrouw. Onze band was altijd heel erg goed. Maar toen ze begon te dementeren, accepteerde ze dat totaal niet. Ze werd heel opstandig en met mooie woorden probeerde ze mijn broer, zus en mij alsnog in een hoek te drukken.’ Aan het woord is Yvonne van den Ende-Berkhout. Haar moeder belandde in 2018 in Vredenburch omdat zelfstandig wonen niet meer ging. ‘En dat vond ze heel erg moeilijk’, vertelt Yvonne. ‘Ze snapte niet waarom ze niet thuis kon blijven. Regelmatig gaf ze aan dat ze op deze manier niet meer wilde leven. En ze deed bozig. Ook tegen ons. Maar van mijn hond Moos – een Nederlandse schapendoes die ik bijna altijd meenam als ik op bezoek ging bij haar – werd ze echt heel vrolijk. Moos fungeerde als een soort bliksemafleider. Als ik bij binnenkomst zei: “Waar is oma?” rende hij de lift uit, richting haar kamer. Iedereen op de afdeling kende Moos en hij kreeg vaak iets lekkers toegestopt.’ Behalve van hond Moos leefde de moeder van Yvonne ook op als haar kleinkinderen langkwamen. En van het feit dat ze overgrootmoeder zou worden. ‘Ze was zo trots op al haar kleinkinderen. Bovendien was mijn dochter zwanger van haar eerste kindje. Dat zou mijn moeders eerste achterkleinkind worden. Dat vond ze zó mooi. In haar kamer hing een rompertje met de tekst erop: “Ik word overgrootmoeder.” Helaas heeft ze dat net niet meer mee mogen maken.’ >
interview
22
‘Ik had naast haar willen zitten om haar hand vast te houden. Ik had haar
mensen op haar afdeling besmet waren, dus we wisten dat de kans aanwezig was dat ook onze moeder corona zou hebben.’
willen zeggen dat het goed was dat ze naar Rust En dat bleek het geval. De moeder papa ging’ van Yvonne werd flink ziek en ging snel achteruit. ‘Mijn broer, zus en ik hebben de zorg gemeld dat we het belangrijk vonden dat onze moeder niet zou lijden, maar dat we niet wilden dat ze opnieuw naar het ziekenhuis zou moeten. We gunden haar haar rust. Ze was bijna 88, helemaal in de war en had al zo vaak aangegeven dat ze niet meer wilde leven. En dat ze naar mijn vader wilde, die twintig jaar geleden al overleed. Die miste ze nog altijd verschrikkelijk. Die rust gunden we haar. Toch is de manier waarop ze uiteindelijk is overleden verschrikkelijk.’
Niet lastigvallen Het was half maart 2020 toen Florence al haar woonzorgcentra voor extern bezoek sloot om cliënten en medewerkers zoveel mogelijk te beschermen tegen het coronavirus. ‘Dat was verschrikkelijk’, zegt Yvonne. ‘We konden mijn moeder niet meer bezoeken en misten haar ontzettend. Vooral omdat bellen ook niet mogelijk was: dat snapte ze allemaal niet meer. En we wilden de zorg ook niet te veel lastigvallen, dus die hebben we nauwelijks om hulp gevraagd. Ik geloof dat ik maar één keer gevideobeld heb met haar. Maar ze was zo in de war, het werkte eigenlijk helemaal niet. We wilden gewoon naar haar toe, haar vasthouden... Maar ja, dat kon en mocht allemaal niet. Begrijpelijk hoor. Maar het was wél lastig.’
Ziekenhuis Totdat Yvonne en haar zus een telefoontje kregen van Vredenburch dat hun moeder per ambulance naar het ziekenhuis in Delft was gebracht voor onderzoek. ‘Ze had een dik been, last van haar buik en wat verhoging; niet de klassieke symptomen die bij corona hoorden. Er moesten foto’s en een echo gemaakt worden. Mijn zus en ik zagen onze kans schoon: nu konden we bij haar zijn in het ziekenhuis. Dus wij zijn daar heen gegaan. We hebben haar vastgehouden en een tijdje bij haar gezeten. Onbeschermd. Want we wisten toen nog niet dat ze corona had. Dat bleek pas later, toen ze weer terug was in Vredenburch. Daar hoorden we dat
Onmenselijk Want omdat er in de woonzorgcentra geen bezoekers mochten komen tijdens de eerste lockdown, konden Yvonne en haar broer en zus niet op bezoek bij hun moeder. ‘Maar ze was stervende! Hoe erg is dat..?’, zegt Yvonne emotioneel. ‘We komen uit zo’n liefdevol gezin waar we altijd alles samen deelden. En dan dit! Dit paste gewoon niet. Dus op een dag ging ik met mijn jongste dochter naar Vredenburch om wat nieuwe nachtponnetjes af te geven. We hadden de achterkant ervan opengeknipt zodat de verzorging haar niet te veel hoefde lastig te vallen bij het aan- en uittrekken. Bij de receptie kwam ik iemand van het management tegen. Ik zei: “Dit is onmenselijk! Mijn moeder ligt op sterven en ik mag er niet eens bij zijn...!” Een paar uur later werd ik gebeld dat ik naar haar toe mocht.’
Afscheid Yvonne ging diezelfde dag nog bij haar moeder langs en waakte die middag naast haar bed. ‘Ik belandde in een slechte film voor mijn gevoel’, vertelt ze. ‘Ik werd in een beschermend pak gehesen en zag verder helemaal niemand op de gangen lopen. Heel onwerkelijk. Maar het was heel fijn dat ik toch bij mijn moeder kon zijn. Ze was al ver heen en kreunde en jammerde alleen nog maar wat. Toch heb ik nog gevideobeld met alle kinderen en kleinkinderen zodat ze allemaal nog konden zeggen wat ze wilden. Heel emotioneel
23
natuurlijk... Die dag heb ik persoonlijk afscheid genomen van mijn moeder.’
Naar papa Ook de zus en de broer van Yvonne konden ieder een middag bij hun moeder waken. ‘Maar de nacht daarna was ze nog niet overleden’, vertelt Yvonne. ‘En toen was er dus niemand meer bij haar. Die hele nacht heb ik thuis in bed liggen wachten tot ik gebeld zou worden... En inderdaad om twee uur kreeg ik telefoon: mijn moeder was overleden tussen twee controles in. Alleen.’ Nu, ruim een jaar later, heeft Yvonne het juist daar nog heel moeilijk mee. ‘Dat ze is overleden, oké. Maar de manier waarop. Ze heeft daar helemaal alleen in haar bedje gelegen... Dat voelt zó niet goed! Ik had naast haar willen zitten om haar hand vast te houden. Ik had haar willen zeggen dat het goed was, dat ze lekker naar papa kon gaan. Toen mijn vader overleed was ik erbij – was ons hele gezin erbij. En ik zag de ontspanning op zijn gezicht toen hij uiteindelijk weggleed. Dat voelde goed, ondanks het verdriet dat ik natuurlijk van zijn dood had. Maar de dood van mijn moeder... Ik merk dat ik die veel moeilijker kan verwerken.’
Lichamelijk pijn Vooral de machteloosheid overheerst bij Yvonne: ‘Die onmacht dat ze in haar eentje gestorven is, doet echt zo’n zeer. Lichamelijk zelfs. Mijn hart krimpt steeds weer als ik eraan denk. Soms denk ik wel eens: waarom heb ik me laten tegenhouden? Ik had gewoon moeten doordenderen en naast haar moeten gaan zitten. Maar ja, dat doe je niet. En ik weet ook: iedereen in de zorg heeft zo hard gewerkt. Dus ik heb beslist geen wrok of zo naar de mensen van Vredenburch: zij deden wat ze konden. Maar het doet wel pijn. En ik denk met de kennis van nu, dat we wél bij haar hadden kunnen waken tot ze overleden was.’
Aan en uit Gelukkig kan Yvonne goed over haar verdriet praten. ‘Zo zijn we opgevoed door onze ouders. En zo hebben mijn broer, zus en ik onze kinderen ook opgevoed: praat over je gevoel. En je mag huilen. Bovendien: iedereen rouwt op zijn eigen manier. Zo gelooft mijn oudste dochter dat mijn moeder haar een teken gaf toen zij net bevallen was. Mijn dochter lag in het ziekenhuis en moest gehecht worden. Terwijl ze lag te
wachten gingen de lichten in haar kamer aan en uit en weer aan en uit. Mijn dochter zei: “Dat was oma! Om te laten weten dat ze trots is op haar achterkleinkind!” Ook toen ze weer thuis was gebeurde dat een paar keer. Heel bijzonder. Want wie weet: misschien was het mijn moeder wel die een teken gaf van boven.’
Dankbaar In augustus werd op Vredenburch een herdenkingsdienst georganiseerd voor familieleden van de bewoners die overleden waren aan corona. Yvonne: ‘Daar ben ik met mijn zus naar toe geweest en dat was goed. Alle overledenen werden bij naam genoemd en we ontvingen allemaal een rode roos. En de zorg had een filmpje gemaakt met een soort herdenking. Het werd maar weer eens duidelijk dat de zorg het ook heel moeilijk heeft gehad. We hebben toen ook even kort kunnen spreken met wat verzorgenden daar – dat kon na het overlijden van mijn moeder ook niet. Zo hebben we het daar kunnen afsluiten. Ik blijf een heel naar gevoel houden over de manier waarop mijn moeder is overleden. Maar natuurlijk zie ik ook wel dat het leven ook mooi is. Inmiddels zijn mijn beide dochters bevallen van een kindje en ook de dochter van mijn zus is moeder geworden. Dat zijn dingen om dankbaar voor te zijn. En ik weet zeker dat mijn moeder daarboven samen met mijn vader naar ons kijkt en zegt: “Het is goed zo.”’
Vanzelfsprekend leeft Florence mee met Yvonne en haar familie. Gedurende de eerste lockdown van de coronacrisis (maart tot en met medio juni 2020) waren op last van de overheid de woonzorgcentra gesloten voor bezoekers. In die periode was er veel onbekendheid en onzekerheid en kampten we met een tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen. Binnen de ruimte die er was hebben wij steeds geprobeerd de juiste balans te vinden tussen gezondheid, veiligheid en welzijn voor onze bewoners, medewerkers en bezoekers. Toch zijn er schrijnende situaties geweest. Wij wensen Yvonne en haar familie en alle andere families die een dierbare zijn verloren gedurende de coronacrisis, veel sterkte met het verwerken van hun verdriet.
portretten
24
LOCK DOWN Onzekerheid over wanneer de familie weer op bezoek kon komen, angst om ziek te worden, eenzaamheid en vooral veel spanning over wat de toekomst zou gaan brengen: de lockdowns tijdens de coronacrisis raakten bewoners van onze locaties, vrijwilligers en mantelzorgers recht in het hart. Nelly, Rinus, Michiel en Klaas vertellen wat de impact op hen was. ‘Geen kus, geen knuffel... Het was niet leuk.’ TEKST: SUSANNE MULLENDERS FOTOGRAFIE: STUDIO OOSTRUM
25
‘Dat ik mijn kinderen niet écht kon zien, vond ik het moeilijkst’
Nelly Staal Nelly Staal (76) woont in woonzorgcentrum Vredenburch. Een dag voordat corona uitbrak, kwam haar man in de kamer naast haar wonen. ‘Zelf heb ik epilepsie; ik woonde hier al voordat mijn man hier ook introk. Hij heeft parkinson en kreeg steeds meer klachten. Gelukkig kwam er een kamer naast mij vrij en daar is hij vorig jaar komen wonen – vlak voordat corona uitbrak. Dat voelde dubbel: enerzijds maakte ik me zorgen over het virus, maar anderzijds… we waren samen, dat was feest! Al snel na de uitbraak kon er niks meer. Er was geen gymnastiek meer, geen schilderles, geen yoga. We moesten op onze kamer blijven en mochten alleen af en toe een loopje maken op de gang. Gelukkig konden mijn man en ik elkaar wel bezoeken, maar hele dagen samen doorbrengen was er niet bij. Dat ik mijn kinderen niet meer écht kon zien, vond ik het moeilijkst. Er stond een tent buiten waar ze met maximaal twee tegelijk heel even mochten komen. Via een microfoon konden we met elkaar praten. En dan waren ze ook, húp, weer weg. Geen kus, geen knuffel... Dat was niet leuk. Op een gegeven moment kon er steeds meer. We konden weer samen eten in de eetzaal. Dat was fijn, want ik had iedereen zo gemist. Corona heeft hier flink toegeslagen: er zijn bewoners gestorven en sommige verzorgenden zijn ziek geweest. Zelf heb ik het ook gehad. Gelukkig hoefde ik niet naar het ziekenhuis, maar ik had wel koorts. Ik vond het een heftige tijd en ik ben blij dat alles weer langzaam op gang is gekomen.’
26
portretten
‘De sfeer was perfect en de saamhorigheid was groot’
Rinus Verheul Rinus Verheul (71) werkt al acht jaar als vrijwilliger bij afdeling Rondvoorde in woonzorgcentrum Steenvoorde. Hij helpt in de huiskamer van de gesloten afdeling. Corona viel hem én zijn geliefde bewoners zwaar. ‘Zo’n vijf dagen per week kom ik bij Rondvoorde. Ik doe van alles. Ik help de bewoners bij het eten, doe spelletjes met ze, maak een praatje. Ook help ik wel mee met de vaat en het uitdelen van het eten. Vroeger werkte ik in de kantoorinrichting, maar dit vind ik honderd keer leuker. We zijn hier één grote familie en hebben een prachtig team. Dat ik mensen blij kan maken en dat ik zelf een doel heb: grandioos! Je kan je dus voorstellen hoe vreselijk ik het vond dat ik in de eerste golf niet kon werken. Twee maanden ben ik niet geweest; dat duurde lang, hoor. Ik miste de collega’s en de bewoners. Via het raam heb ik soms met ze gesproken. In de tweede golf was ik als enige vrijwilliger aanwezig. Sommige collega’s en bewoners waren ziek en er waren extra handen nodig. Ik heb geen moment getwijfeld toen ze me vroegen om te komen werken. Ik vond het geweldig, het gaf me zo’n boost! Omdat de bewoners geen bezoek mochten ontvangen, voelden ze zich soms best eenzaam. Met het hele team hebben we ons uiterste best gedaan ze extra aandacht te geven. En dat is gelukt, de sfeer was perfect en de saamhorigheid was groot. Iedereen hielp elkaar, nog meer dan anders. Er zijn bewoners gestorven aan corona. Dat was erg heftig. Als ik ze bij hun laatste halte een beetje heb kunnen helpen, dan ben ik daar dankbaar voor.’
27
‘Het is kantje boord geweest, maar gelukkig is ze goed hersteld’
Michiel Verhoeff Michiel Verhoeff (52) is mantelzorger van zijn 87-jarige moeder. Ze heeft vasculaire dementie en woont sinds vorig jaar bij hem in. Begin dit jaar kreeg ze corona. ‘Tot augustus 2020 woonde ik samen met mijn vriendin in Delft, sindsdien woon ik met mijn moeder in Den Haag, in een tijdelijk appartement. De reden? Anders had ze vanwege haar dementie naar een gesloten afdeling van een woonzorgcentrum gemoeten, en daar vond ik haar te goed voor. Ze blijft bij mij totdat ze terechtkan in een kleinschalige locatie waar ze haar vrijheid behoudt. Elke ochtend krijgt ze thuiszorg, voor de rest zorg ik voor haar. Een opoffering? Ja en nee. Ja, omdat mijn vriendin en ik elkaar minder vaak zien, en ook omdat ik door de mantelzorgtaken veel minder kan werken. Maar er komt veel voor terug. Een tijdje hebben mijn moeder en ik te weinig contact gehad en nu halen we dat in. We hebben fijne gesprekken en genieten van het samenzijn. In januari kreeg ze corona. Dat was akelig; het is kantje boord geweest. Ze ging hard achteruit, kon niet meer praten, niet meer lopen... We zaten samen in quarantaine en heel even wordt je wereld dan erg klein. Maar gelukkig kon ik steeds terecht bij de thuiszorg voor advies en ruggespraak. Continu hoopte ik dat er een kentering zou komen en het beter zou gaan. En dat gebeurde gelukkig: inmiddels is mijn moeder helemaal terug op het niveau van een jaar geleden. Nu er weer meer kan, gaan we er lekker op uit. We wandelen, drinken koffie op een terrasje, praten over vroeger. Ik leef nu in een compleet ander tempo dan voorheen. Daar heb ik aan moeten wennen, maar eigenlijk bevalt het me wel. Ik ben blij dat ik mijn moeder deze aandacht kan geven.’
28
portretten
‘Tijdens de lockdowns boden mijn filosofieboeken een prima afleiding’
Klaas Sans Klaas Sans (93) woont sinds tien jaar in woonzorgcentrum Duinhage. Hij heeft zijn leven lang veel gelezen. Zijn boeken hielpen hem ook door de coronacrisis heen. ‘Tijdens corona hebben we hier twee keer een periode van drie weken een totale lockdown gehad. We mochten onze kamer niet af en geen bezoek ontvangen. Gelukkig heb ik een fijne kamer met veel boeken. Ik ben uitermate geïnteresseerd in filosofie en ik heb altijd al veel gelezen. In de lockdowns boden mijn filosofieboeken een prima afleiding: die zorgden ervoor dat ik niet hele dagen met corona bezig was. En verder heb ik de situatie gewoon geaccepteerd zoals die was; als iets wat buiten mij om ging en waar ik geen invloed op had. Die accepterende houding heeft me vaker in mijn leven door moeilijke situaties geholpen. Dat ik mijn kinderen niet persoonlijk kon zien en spreken – dat viel me het zwaarst. Vlak voordat corona uitbrak, heb ik een achterkleindochter gekregen. Die heb ik toen één keer gezien, en daarna een jaar lang niet meer. Gelukkig stuurde mijn kleindochter me geregeld videootjes waarin ik de vorderingen van de kleine kon zien. Dat was leuk. Ik ben niet eenzaam geweest. Ik had veel contact met mensen via WhatsApp. En gelukkig kwamen mijn familie en mijn vrienden – veelal oud-studenten uit de tijd dat ik lesgaf op de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten – me regelmatig bezoeken. Zij stonden dan buiten en ik op mijn balkon op vierhoog. De afstand was te groot om gewoon met elkaar te spreken, maar met de telefoon in de hand ging dat uitstekend.’
puzzel & win niet bekend
11
tevens
groot verlangen rangtelwoord
buitenste strook
5
Los Angeles
steekschop
5
onparbuitenste tijdig strook zangstem
tuinafscheiding
spuugzat
klaar
bladzijde
medemens Arabische vorst
2
goal
goal paardrijschool
paardrijschool
3
evenzo
7
spijskaart
werelddeel
evenzo werelddeel
bladgroente
3
liefdesgod pl. in NHolland
spijskaart bladgroente
werpanker voorzetsel stadium
soort vlinder
broodje corpulent stadium lattenkist
ter inzage
sullig persoon dolle woede grote vloot
label
6
milliliter
ter inzage 10
zeewier
vrouwenverblijf
label bijkomstig
namaak duizend kilo eitje v.e. luis
zeuren
op het kantje
ijzeren staafje
Puzzel mee!
1 2 3 4 5 6 Vul de 7 Zweedse 8 9 puzzel 10 in. 11 De omcirkelde nummers vormen samen de oplossing. Stuur uw oplossing naar de redactie en maak kans op een leuke prijs.
Rituals-set Bevat een mini doucheschuim en bodyscrub, verrijkt met heilige lotus en jujube, en een droge olie en pillow mist met de geur van lavendel en heilig hout. Florence verloot vijf setjes onder de goede inzendingen.
4
1
verlegenheid
op het kantje
vliegenier
hectometer
Frans lidwoord
9
ijzeren staafje
waakzaam
1
2
verborgen
Chi m
ledikant
riv. in Frankrijk
kaassoort
5x
namaak
gedaan en laten oorlogstuig
deel v.h. hoofd lang handvat
Frans lidwoord
mi
koninginregentes
Nederland
extra large
vliegenier
gr vl
ingedijkt land
loofboom
8
Chinese munt
waakzaam
sullig persoon dolle woede
duizend kilo eitje v.e. luis
verborgen
8 deel v.h. hoofd lang handvat
lokspijs
riv. in ZAmerika
koninginregentes
zeuren
soort vlinder
onguur gezicht Engelse titel
waterweg
zeewier
vrouwenverblijf
w an vo ze
rondhout
onguur gezicht Engelse titel
6
Los Angeles
hoge berg
peillood
medemens Arabische vorst
klaar
riviervis tevens
groot verlangen fotoboek rangtelwoord
rust
hoge berg tuinafscheiding
11
niet paar bekend
kaas
3
4
5
6
7
8
9
10
3x
11
kans op De walvishoeder In dit boek maakt journalist Mayke Blom kennis met Samir die een volstrekt andere achtergrond heeft. De walvishoeder, Rob Kamphues, ISBN 9789493095281, Uitgeverij Brandt, € 20,-. Florence verloot drie boeken onder de goede inzendingen.
Mail de oplossing van de puzzel, uw adres, e-mailadres en telefoonnummer naar: liever@florence.nl
FOTOGRAFIE: STUDIO OOSTRUM
Pas goed
op uzelf!
Petra: ‘Vier, soms vijf keer daags komen we bij mevrouw Bergeijk. We helpen haar bij de lichaamsverzorging, medicatie, het eten. Soms maken we een wandelingetje. Tijdens corona deelde ze nog meer met ons dan anders. Even haar hart luchten was belangrijk. We hebben een fijne band. “Je verdient een stoel in de hemel”, zegt ze vaak. Dan vraag ik: “Houdt u die voor mij bezet?” En dan lachen we samen!’
Den Haag, 22 juni 2021, wijkteam Dekkersduin Links: mevrouw Bergeijk (93), thuiszorgcliënt Rechts: Petra Meyer (60), verzorgende niveau 3
Wij zijn Florence. Wij zijn ouderenzorg. En we zoeken jou. Bij Florence zijn we een team. In goede en in slechte tijden. We zijn de skills van Michelle, de vakkennis van Saloua en de toewijding van Cora. We zijn de veerkracht van Angelique, het talent van Anne-Laura en de creativiteit van Patrick. Als iets duidelijk werd in de coronatijd, dan is het wel hoe krachtig we samen zijn. En we zoeken collega’s om ons team te versterken. Heb jij een hart voor de ouderenzorg, zoek je een fijne werksfeer en collega’s waar je op kunt bouwen? Dan verwelkomen we jou graag op wijzijnouderenzorg.nl