Groen Succes

Page 1

GROEN SUCCES

2

De businesscase van duurzaamheid


Duurzaam ondernemen dat levert op Veel organisaties denken dat duurzaam ondernemen geld kost. Maar het tegendeel is waar, het levert juist op. Wilt u weten wat dit uw organisatie kan opleveren? Kijk dan op eneco.nl/duurzaamondernemen.


Inhoud 4

Onderzoek Wat doen Nederlandse bedrijven aan duurzaamheid?

8

Showcase - AH puur&eerlijk - EvoSwitch - VZM Uitzendgroep

20

Achtergrond Duurzaamheid maakt uw bedrijf toekomstbestendig

26

Showcase - SanoRice - OVG - Van Houtum

38

Klein, groter, grootst Groene winst voor alle type bedrijven

44

Pionier Petra de Boer, Ecodrukkers

n e do e j t e o m Groen Dat duurzaamheid een randvoorwaarde is voor zakelijk succes, mag nauwelijks meer een onderwerp genoemd worden. De een doet het om omzetdoelstellingen voor de lange termijn te behalen, de volgende puur en alleen uit fatsoen, terwijl de ander simpelweg een milieuvriendelijk product heeft ontwikkeld. Driekwart van zakelijk Nederland beseft in ieder geval dat vergroenen niet alleen chique is, maar ook businesskansen biedt. Chique is hier eigenlijk een net woord voor ‘Goed voor je imago’, wat door bijna negentig procent van de respondenten uit de Nationale Duurzaamheidsenquête wordt onderstreept (zie pagina 4). Businesskansen gaan breder dan de winst op het vlak van reputatie. Energiebesparing steekt met kop en schouders boven andere groene maatregelen uit. Maar er zijn ook andere argumenten om duurzaamheid te omarmen. Daarbij is opvallend dat maar liefst 74,3 procent van de ondervraagde ondernemers en managers een ideële drijfveer kent; zij zijn begaan met het milieu. Ook het behouden van de concurrentiepositie, voldoen aan de wensen van afnemers of klanten, en het beheersen van de inkoopkosten worden door respondenten genoemd. Maar gelukkig is groen worden niet alleen nodig of lonend. Het is vooral ook inspirerend. Dit boekje belicht daar prachtige voorbeelden van. Geniet ervan! Ewald Smits Hoofdredacteur

3


onderzoek

t e m t n i g Het be n e r a sp e energie b

Duurzaamheid en economisch succes gaan prima samen. Maar wat kun je allemaal doen om je bedrijf te verduurzamen, en wat levert dat concreet op? We onderzochten het in de Nationale Duurzaamheidsenquête 2011.

W

e waren benieuwd wat duurzaam ondernemen echt oplevert voor een bedrijf. In samenwerking met Eneco voerden we daarom de Nationale Duurzaamheidsenquête uit. Hierin legden we aan 374 managers en ondernemers - die hadden aangegeven serieus met duurzaamheid bezig te zijn - de stelling voor: ‘Sinds ik verduurzaam, gaat het mij bedrijfseconomisch voor de wind.’ Om eerlijk te zijn: een kleine meerderheid van de respondenten reageerde negatief op de stelling.

Dat wil zeggen: 58,6 procent wilde de stelling bevestigen noch ontkennen, en de groep die het er niet mee eens was, was iets groter (23,4 procent) dan de groep die het er wel mee eens was (17,1 procent). Maar daarmee is duurzaamheid niet afgeschreven als business boost, integendeel. Ten eerste doen veel van die duurzame respondenten het niet alleen voor de knikkers. 73,5 procent van hen laat weten met duurzaamheid bezig te zijn omdat hij/zij begaan is met de natuur; in onze ogen een perfecte motivatie. Sterker nog: wie

Waaruit bestaan de duurzaamheidsactiviteiten voornamelijk? energiebesparing

79%

milieubelasting verminderen

61%

duurzame producten of diensten ontwikkelen

45%

communicatie

27%

duurzaam inkopen of opwekken anders 4

44% 15%


Wat is er voor nodig om in actie te komen? 23%

overtuigd zijn van nut en noodzaak

34%

overtuigd zijn van businesskansen

38%

overtuigd zijn van kostenbesparing 29%

als er vraag naar is, ga ik ermee aan de slag

alleen op basis van gehoopt economisch succes aan het verduurzamen slaat, zou weleens lelijk op zijn neus kunnen vallen. Want met duurzaam ondernemen is het net als met social media: echt blijvend succes heeft niet alleen te maken met vlekkeloze uitvoering, maar ook met je intenties. Daarnaast zijn er een heleboel respondenten onder de eerdergenoemde 58,6 procent die heus economisch garen spinnen bij hun duurzame activiteiten. Zij besparen bijvoorbeeld op energie, hun mensen rijden in zuiniger auto’s, ze weten die mensen beter te motiveren, halen rendement uit hun afvalstroom, winnen marktaandeel en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Alleen hoeft dat nog niet te betekenen dat het ze economisch voor de wind gaat - sowieso gaat het dit jaar maar weinigen economisch voor de wind.

Duurzaamheid betekent voor de meeste ondernemers en managers dus nog altijd in de eerste plaats energie besparen. En dat is niet zo vreemd, want je kunt met relatief kleine investeringen op korte termijn behoorlijke bedragen uitsparen (zuinige verlichting, slimme meters, apparatenbeheer) en bij grotere investeringen is precies te berekenen wanneer de aan te schaffen

Zijn de duurzaamheidsactiviteiten onderdeel van een uitgewerkte strategie?

Investeringshorizon Wat doen ze dan, die 374 (bijna 75 procent van het totaal) managers en ondernemers die zeggen duurzaam bezig te zijn? Bij deze vraag konden respondenten meerdere antwoorden geven. Populair zijn energie besparen (78,6 procent), verminderen van de milieubelasting - zaken als CO2-reductie of afvalscheiding (61 procent), het ontwikkelen van duurzame producten of diensten (44,9 procent) en duurzaam inkopen of (energie) opwekken (43,9 procent).

ja

59%

nee

41%

5


onderzoek

installaties, of de nieuwe voorzieningen aan het gebouw, op de langere termijn zijn terugverdiend. De respondenten bevestigen dit: 71,6 procent van hen is het eens met de stelling dat het energiegebruik van elk bedrijf makkelijk met 20 procent (!) naar beneden kan. Daarnaast stelden we de vraag tot welke investeringshorizon onze respondenten bereid zijn op het gebied van duurzaamheid in hun bedrijf. Daarover liepen de meningen sterk uiteen: 29 procent wil binnen drie jaar uit de kosten zijn, 32,3 procent binnen vijf jaar en voor 22,6 procent van de respondenten is acht jaar snel genoeg. 16,1 procent tot slot geeft aan jaarlijks een vast bedrag voor duurzaamheid opzij te leggen. Los van die tijdsspanne laat 46 procent van de respondenten weten te kampen met een gebrek aan investeringsruimte. Het was al eerder gezegd: het gaat momenteel lang niet iedereen voor de wind.

Strategie Wat verder opvalt in de uitslagen, is het aantal respondenten (58,6 procent) dat aangeeft in zijn organisatie met een uitgewerkte duurzaamheidsstrategie te werken. Van die strategieën staat 70,8 procent op papier en er wordt in maar liefst 53 procent van de gevallen met kpi’s (duidelijk omschreven doelstellingen) gewerkt. Dat geeft aan dat in veel bedrijven duurzaamheid er al lang niet meer ‘even bij’ wordt gedaan. Het is een volwassen onderwerp op de bedrijfsagenda, waar fte’s voor worden aangesteld. Wel vinden veel bedrijven (50 procent) het moeilijk om aan de buitenwereld te laten zien wat ze met hun duurzame activiteiten bereikt hebben. Ze zien dat als een belangrijke uitdaging. Dat is opmerkelijk: waar de buitenwacht bedrijven maar al te graag beticht van greenwashing, hebben bedrijven zelf juist het idee dat ze een marketingprobleem hebben. Dit laatste geldt overigens niet alleen voor de kleinere bedrijven in dit onderzoek (54,3 pro6

Waar ligt op dit moment uw grootste uitdaging wat betreft duurzaamheid? geloofwaardigheid

zichtbaarheid activiteiten

20%

50% 30% zelf duurzame producten in de markt zetten

cent van de respondenten werkt in een bedrijf met minder dan vijftig medewerkers), maar ook voor sommige veel grotere partijen (45,7 procent van de respondenten vertegenwoordigt een bedrijf met vijftig of meer personen).

Kostenbesparingen Tot slot nog even terug naar de respondenten die aangaven niet duurzaam bezig te zijn. Dat waren er 129 van de in totaal 502 in dit onderzoek (ruim 25 procent). Aan hen vroegen we wat ze nodig hebben om in actie te komen. Ruim de helft (51,2 procent) antwoordde eerst overtuigd te moeten worden van de kostenbesparingen die met duurzame maatregelen behaald kunnen worden. Voor die mensen hebben we een huiswerkopdracht: lees dit boekje.


Nederland verduurzaamt: de stand van zaken

In 2007 formuleerden de Nederlandse supermarkten de doelstelling om eind 2011 alleen nog duurzaam gevangen vis – voorzien van het logo van de Marine Stewardship Council (MSC) – in de schappen te hebben. Die doelstelling werd niet gehaald, maar met 85 procent is het duurzame visaanbod desalniettemin geëxplodeerd. Wereldwijd is het MSC-aanbod 45 procent.

Goed bezig!

Aandeel duurzaaam gevangen vis in de Nederlandse supermarkt

85%

Cradleadle to cr

Op 5 april 2012 begint in Venlo de Floriade – ‘s werelds grootste tuinbouwtentoonstelling. De organisatie heeft bij de opzet van dit evenement gekozen om de designprincipes te hanteren van de cradle to cradle filosofie en ze omgedoopt tot de ‘Venlo principles’. Daarmee is het een wereldwijd podium voor duurzame ontwikkeling geworden.

7


showcase

Sanne Zwinkels brandmanager AH puur&eerlijk


‘Als Albert Heijn moet je het allemaal doen’ Sinds 2009 voert Albert Heijn het duurzame huismerk AH puur&eerlijk in zijn winkels. Brandmanager van het merk, Sanne Zwinkels, vertelt hoe dat merk het sindsdien heeft gedaan, en wat dat ‘s lands grootste retailer zoal oplevert.

T

weeënhalf jaar geleden zijn wij begonnen met het duurzame huismerk AH puur&eerlijk. We verkochten bij Albert Heijn natuurlijk al veel langer duurzame producten, met name onder het merk AH Biologisch, maar ook producten met fairtrade keurmerk en andere duurzaamheidslogo’s. Onze klanten - die overigens graag hun steentje bijdragen aan mens, natuur en milieu - zagen door de bomen het bos niet meer; het was te onoverzichtelijk geworden. Vandaar dat we met AH puur&eerlijk een soort paraplu over al die verschillende duurzame categorieën hebben gelegd: biologisch, fair trade, scharrel, ecologisch en duurzame vangst. Het idee is dat we daarmee duurzaamheid toegankelijker maken voor het

grote publiek. Binnen de meeste productcategorieën in de supermarkt bieden we zo een verantwoorde keuze, met relevante producten tegen een betaalbare prijs. Hoewel we middenin de vorige crisis begonnen zijn, groeit AH puur&eerlijk jaarlijks met meer dan vijftien procent en hebben we in 2011 met dit merk ruim vier miljoen unieke klanten bediend. Wat ons betreft is dit dus een blijvende tendens, die wij faciliteren door het aantal producten jaarlijks te laten groeien. We zijn begonnen met 350 producten; ondertussen hebben we er daar zo’n honderd aan toegevoegd. Zo hebben we onlangs het assortiment aangevuld met een categorie scharrelvleeswaren. Het opbouwen van dat assortiment is een flinke klus. De duurzaam9


showcase

 ‘We zijn duurzaamheid breed aan heid van de producten wordt gegarandeerd door externe onafhankelijke instanties, zoals EKO voor biologisch, MSC voor duurzame visvangst en het kenmerk Beter Leven voor scharrelvlees en biologisch vlees. Daarvoor hebben we met veel partijen samengewerkt en hen betrokken bij het proces. Vervolgens was het een uitdaging om de duurzaamste producten te vinden, die voldoen aan onze kwaliteitseisen en ook nog eens in voldoende mate beschikbaar zijn. Daar gaat veel onderzoek in zitten. We zetten een programma van eisen uit bij onze inkoopmanagers, die dat in de markt zetten. Dan komen de leveranciers met hun aanbod. Daarmee gaan we een testtraject in, waarbij we in consumentenpanels producten testen op kwaliteit. Als onze keuze is gemaakt, wordt de verpakking ontwikkeld en tot slot kan het in het schap. Bij sommige producten is het lastig om voortdurend voldoende beschikbaarheid te garanderen. Zo zouden wij graag het hele jaar door biologische sinaasappels willen hebben, maar dat blijkt een hele uitdaging.”

Diervriendelijker keuze “Het grootste succes tot nu toe hebben we behaald op het gebied van vlees, in de categorie scharrelvlees - vlees waarbij extra aandacht is besteed aan dierenwelzijn. Dat is minder duur dan biologisch en daardoor blijken veel mensen bereid het te kopen. Zeventig procent van de klanten die nu ons scharrelvlees kopen, 10

kocht voorheen nooit biologisch vlees. Daarmee hebben we dus een heleboel mensen tot een diervriendelijker keuze weten te verleiden. We zijn momenteel bezig om het assortiment uit te breiden met nieuwe soorten vleeswaren. Zo vind je sinds kort scharrelrosbief en -roompaté in de winkels.”

Positief imago “Niet alles is een succes. Zo hebben we enige tijd geleden biokroketten in de schappen gezet, wat toen een goed idee leek. Maar ze deden niets, er bleek geen behoefte aan. Waarschijnlijk miste de associatie met ‘gezond’. Hoe dan ook, we hebben ze uit het assortiment gehaald. Wat wél weer een belangrijke mijlpaal is geweest afgelopen jaar, is dat alle AH puur&eerlijkproducten nu ook online verkrijgbaar zijn. In onze online winkel wordt naar verhouding zestig procent meer duurzaam verkocht, dus dat gaat de verkoop waarschijnlijk versnellen. In 2012 willen we vijfhonderd producten onder het merk puur&eerlijk aanbieden. Maar we zijn duurzaamheid ondertussen veel breder aan het uitrollen. Alle huismerkproducten moeten in 2015 een duurzame stap hebben gemaakt. Zo valt sinds kort al het varkensvlees dat we aanbieden in de categorie ‘1 ster’ van de Dierenbescherming. Dat betekent dat er geen biggencastratie plaatsvindt, de hokken ruimer zijn en er speelmateriaal voor de varkens aanwezig is. AH puur&eerlijk is


het uitrollen’ dan uiteindelijk de meest duurzame keuze in ons assortiment. Het merk draagt overigens nu al bij aan een positief imago voor Albert Heijn, dat krijgen we massaal terug van onze klanten. Duurzaamheid zit niet alleen in onze producten. In 2015 willen we twintig procent minder CO2 uitstoten per vierkante meter winkelruimte ten opzichte van 2008. Daartoe hebben we onlangs de koelinstallaties in al onze winkels afgedekt en werken we aan energiebesparende maatregelen en het voorkomen van lekkage van zogenaamde ‘koudemiddelen’ in zowel de winkels als de distributiecentra. Daarnaast plaatsen we zoveel mogelijk led-verlichting en zijn we op enkele plaatsen begonnen met de plaatsing van zonnepanelen. En er is een proef gaande met elektrische vrachtwagens voor onze online service Albert.nl en een nieuw verpakkings- en afvalbeleid is in de maak. Het punt is: je kunt niet een duurzaam merk bouwen en dan tegelijkertijd niets doen aan je uitstoot, energieverbruik en afval. Een bedrijf als Albert Heijn moet dat allemaal doen, dat wordt van ons verwacht.”

Wat heeft het opgeleverd? ositie - Een sterke p e d markt in de groeien e van duurzam producten inigingen - Flinke bezu op energie eid - Duurzaamh r gemaakt voo toegankelijk ek li het grote pub bij aan een - Het draagt o positief imag

Albert Heijn Medewerkers: 84.107 Omzet: 10,1 miljard euro (incl. Etos, Gall&Gall en albert.nl) 11


showcase

Eric Boonstra

algemeen directeur EvoSwitch 12


‘Energie-efficiency is de sleutel’ EvoSwitch datacenters is een duurzame leider in zijn branche. Volgens algemeen directeur Eric Boonstra een belangrijke reden voor de snelle groei van het bedrijf. “De energieprijzen stijgen en de regelgeving wordt strenger - daar kunnen bedrijven gewoon niet omheen.”

D

atacenters verbruiken enorme hoeveelheden energie. Om je een idee te geven: wij hebben bij EvoSwitch op dit moment een vermogenscapaciteit van 25 megawatt - genoeg om vijftienduizend huishoudens van elektriciteit te voorzien. En we hebben plannen om uit te groeien naar veertig en zelfs zestig megawatt. Volop reden dus om te werken aan energie-efficiency, en dat is precies wat wij hebben gedaan. Groene data vormen ons unique selling point. Het is een weldoordacht businessmodel waarmee wij actief kunnen helpen om de aarde wat minder te belasten met onze uitstoot. We zijn begonnen in 2007. Het bedrijf is een volle

dochter van de Ocom groep, een snel groeiend internetservicesbedrijf. Daar hadden ze al jaren ervaring met externe dataopslag, maar was het besef gegroeid dat ze dat veel beter zelf konden dan de partijen met wie ze zaken deden. Het resultaat is EvoSwitch, dat door Ocom zelf is gefinancierd. Om een idee te krijgen van de financiering: per megawatt energiecapaciteit moet je denken aan een investeringsbedrag van grofweg vijf miljoen euro. We zijn vanaf dag één CO2-neutraal, en de eerste in deze business in Nederland. Internationaal zijn we een van de voorlopers. We zijn ook sinds het begin aangesloten bij groene it-netwerken als The Green Grid, EU code of conduct en Green 13


showcase

 ‘De markt begint duurzaamheid IT Amsterdam. Onze datacenters draaien op honderd procent groene stroom en de CO2 die we uitstoten met bijvoorbeeld ons autoverkeer en de maandelijkse test van de dieselgeneratoren voor de noodstroomvoorziening, houden we nauwgezet bij. Dat mondt uit in een bedrag dat we jaarlijks geven aan een organisatie die daarmee allerhande CO2-beperkende projecten financiert.

Energie-efficiënt Onze datacenters zijn flink meer energie-efficiënt dan die van onze concurrenten. Dat heeft alles te maken met hoe we ze koelen, en de finetuning van de infrastructuur. Traditioneel gebeurt dat met aircosystemen die stroom gebruiken. Wij werken in de bestaande hallen met zogenaamde dry coolers, die koude lucht van buiten opvangen en het koelsysteem in voeren. Met die lucht creëren we zogenaamde cold corridors tussen de serverracks, die de koude lucht strikt gescheiden houden van de warme lucht in het gebouw. Dat maakt het koelen veel efficiënter. Enkele maanden in de zomer hebben we het aircosysteem nog nodig, maar in onze nieuwste datahal hoeft zelfs dat niet meer, want daar hebben we geen gewone dry coolers, maar zogenaamde adiabatische coolers, die het hele jaar door voor voldoende koele lucht zorgen zonder energie te gebruiken. Verder hebben we in onze infrastructuur overal de puntjes op de i gezet, met onder andere ver14

lichting op basis van bewegingsscanners en een state of the art regelsysteem. Een en ander zorgt ervoor dat wij in onze nieuwste datahal een zogenaamde Power User Effectiveness (PUE) weten te bereiken van 1,2 waar 2,0 in de branche gebruikelijk is. Dat betekent dat wij in die hal een tachtig procent hogere energieefficiency bereiken dan onze concurrenten, wat op die schaal weer betekent dat we jaarlijks enkele miljoenen euro’s goedkoper uit zijn. Dat is wat ik dan noem: netto geld.

Niet duurder Die efficiencywinst stelt ons in staat om te blijven investeren in de allernieuwste technologieën en anderzijds kunnen we een deel doorgeven aan de klant. Van het begin af aan wisten wij dat we niet duurder mochten zijn dan andere datacenters, omdat voor veel klanten ‘groen’ interessant is, maar ze er niet meer voor willen betalen. De meeste bedrijven zijn pas geïnteresseerd in CO2-neutrale dataopslag als ze er niet méér voor hoeven te betalen. We zijn nu vier jaar bezig, en sinds drie jaar zijn we winstgevend. De groei zit er sinds het allereerste begin goed in. We mogen ondertussen 45 grote telecombedrijven als KPN en British Telecom tot onze telecompartners rekenen, maar we hebben ook klanten als Wikipedia Europe en Logica. En sinds februari brengt de Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX) - het grootste


te omarmen’ internationale cyberknooppunt dat in Amsterdam is gevestigd - zijn servers bij ons onder. De nieuwe datahal van vijfduizend vierkante meter die we begin 2011 openden, zal volgens onze berekeningen in december 2012 alweer vol zitten, dus we zijn hard met nieuwbouwplannen bezig. Daarnaast willen we een datacenter openen in Frankfurt. Gezien het feit dat de energieprijzen stijgen en de vraag naar groene datacenterdiensten toeneemt, verwachten we internationaal in hetzelfde tempo te kunnen blijven groeien. We merken sinds pakweg een jaar dat de markt voor datacenters echt duurzaamheid begint te omarmen. Dat heeft waarschijnlijk te maken met de energieprijzen en striktere regelgeving, men kan er niet omheen. Wij worden steeds vaker gevraagd om op beurzen en congressen te spreken en je ziet dat het ook voor klanten steeds logischer wordt. Zelfs de overheid is groene IT aan het ontdekken. De gemeente Amsterdam bijvoorbeeld, is regels aan het opstellen voor energie-efficiënte dataopslag. En je ziet dat sommige concurrenten in de regio daar zenuwachtig van worden. Geen wonder: een bestaand datacenter verduurzamen kost miljoenen.”

Wat heeft het opgeleverd? ro’s - Miljoenen eu ing kostenbespar op jaarbasis e - Aankomend et m g regelgevin en vertrouw tegemoet zien e markt- Een leidend elle groei positie en sn

EvoSwitch Medewerkers: 40+ Omzet: 20 miljoen euro 15


showcase

Bas van Zwienen

algemeen directeur VZM Uitzendgroep


‘Het is het beste van twee werelden’ Algemeen directeur Bas van Zwienen van VZM Uitzendgroep was het vooral om kostenbesparingen te doen, toen hij duurzame maatregelen in zijn bedrijf begon door te voeren. Inmiddels hebben hij en zijn mensen de smaak te pakken. “Onze klanten blijken het zeer te waarderen.”

W

ij zijn met duurzame maatregelen begonnen in 2006. VZM is een uitzendbureau voor seizoensmedewerkers in de kasbouw en in 2005 zijn we op vrij grote schaal met Polen gaan werken. Die huisvesten we in Nederland, in woonhuizen die we voor het overgrote deel huren. Maar in Polen zijn ze nog niet zo bezig met energieverbruik. Gas en elektriciteit zijn daar spotgoedkoop en ze zijn er gewend de kachel flink hoog te zetten. Wij troffen dan ook situaties aan waarbij de thermostaat op dertig graden stond. En inderdaad: dat eerste jaar bleek het verbruik enorm - gemiddeld zo’n driehonderd euro per maand per woning.

We hebben toen iemand aangesteld om daar wat aan te doen. Die is begonnen om overal slimme meters te installeren, om het verbruik beter te kunnen monitoren. Vervolgens zijn we op zijn advies thermostaten gaan aanschaffen met sensoren. Die stellen automatisch in op de nachttemperatuur als de lichten uit zijn, en als de lichten aan gaan, checken ze eerst of er mensen aanwezig zijn, alvorens de dagtemperatuur in te stellen. Daarnaast hebben we ze geprogrammeerd op een maximum temperatuur van twintig graden, waar je handmatig nog twee graden bij kan doen, maar dat is het dan wel. Enkele van onze Poolse werknemers waren er niet van gecharmeerd, maar de overgrote meerderheid vond het prima. 17


showcase

 ‘De investering is makkelijk We kochten vijftig van die slimme meters, wat tegen een prijs van zo’n driehonderd euro per stuk een stevige investering is. Daar hikten we wel tegenaan, moet ik zeggen. Gelukkig bleek er een subsidie te bestaan voor dergelijke maatregelen, waarmee we ongeveer veertig procent van het bedrag konden afdekken. Ik moet eerlijk zeggen dat die subsidie ons toen over de streep heeft getrokken. Dat is maar goed ook, want de resterende zestig procent hebben we in één jaar terugverdiend. Het komt erop neer dat we per woning maandelijks zo’n honderd euro besparen en sinds 2007 levert ons dat op jaarbasis zo’n dertien- tot veertienduizend euro op. We kregen de smaak te pakken. Een jaar later zijn we begonnen om overal spaarlampen op te hangen. Ook een behoorlijke investering, maar die levert ondertussen zo’n duizend euro per jaar op.

Zuinigere auto’s In datzelfde jaar zijn we begonnen met de verduurzaming van ons wagenpark. Om onze werknemers naar de kassen te vervoeren gebruikten we altijd VW Transporter busjes, waar ze met z’n zessen in zaten. Toen wij aan het rekenen sloegen wat de beste vervanger van die busjes zou zijn, kwamen we op een hele andere oplossing uit: kleine, zuinige personenauto’s als de Fiat Panda en de Toyota Aygo. Er kunnen twee mensen minder in, maar ze zijn veel zuiniger in het gebruik en met zowel de lagere bpm als de 18

lagere bijtelling, uiteindelijk een stuk goedkoper. Afgelopen jaar hebben we met de aanschaf van vijftien Fiat Panda’s een flinke slag geslagen en we hopen komend jaar in juni ons wagenpark helemaal verduurzaamd te hebben. Tegen die tijd denken we dat we - met dertig auto’s op de weg - op jaarbasis zo’n twintigduizend euro kunnen besparen op onze mobiliteit.

Waardering Weet je wat het is: wij krijgen steeds meer lol in dit soort operaties. Het is het beste van twee werelden: je bespaart een boel geld en tegelijkertijd ben je ook nog eens goed met de planeet bezig. Onze mensen zijn er ook steeds meer gespitst op geworden. Laten we wel wezen: als ik geen kosten kon besparen deed ik dit soort dingen niet. Maar ik heb wel kinderen en ik zou het erg fijn vinden als die straks ook nog kunnen genieten van een mooie wereld. Aanvankelijk schrokken we terug van de eerste investering, maar als je eenmaal hebt gemerkt hoe makkelijk je zoiets terugverdient, ga je daar toch wat makkelijker eigenlijk realistischer - over denken. Een en ander heeft ertoe geleid dat we steeds meer mogelijkheden zien om tot verduurzaming over te gaan. Zo hebben we een nieuw kantoorpand gekocht en zijn we nu aan het bestuderen hoe we dat zo duurzaam mogelijk kunnen inrichten. Zo willen we overal led-verlichting gebruiken en bekijken we de mogelijkheden om


terugverdiend’ zonnepanelen op het dak te installeren. Dan gaan we onze eigen groene stroom opwekken en wat we aan energie overhouden, leveren we terug aan het net. Zo blijven we voortdurend op zoek naar nieuwe mogelijkheden voor duurzaamheid. Nogmaals: wij zijn geen geitenwollensokkenfiguren, maar we vertellen dit verhaal graag aan onze klanten en die blijken het bijna zonder uitzondering zeer te waarderen.”

Wat heeft het opgeleverd? esparing - Een kostenb en 35.000 tussen 30.000 asis euro op jaarb e (alle duurzam samen) investeringen kenheid - Meer betrok ewerkers onder de med - Waardering door klanten

VZM uitzendgroep Medewerkers: ’s zomers 400, ’s winters 150, plus 11 op kantoor Omzet: ‘tussen 8 en 10 miljoen euro’ 19


achtergrond

Wie duurzaam onderneemt, is de winnaar van morgen Ondanks het verlies aan interesse in de politiek, is de duurzame economie springlevend. Bij multinationals over de hele wereld is het kwartje allang gevallen: wie duurzaam onderneemt, is de winnaar van morgen. U kunt er een voorbeeld aan nemen.

20


Z

owel in politiek Den Haag als in de media lijkt duurzaamheid z’n beste tijd te hebben gehad. Over de (mislukte) klimaattop in het Zuid-Afrikaanse Durban eind vorig jaar werd nauwelijks bericht. Sinds climategate is het geloof in de global warming-theorie drastisch afgenomen en steeds minder mensen lijken zich er druk over te willen maken. Logisch misschien, want hebben we met het tweede economische stormtij in drie jaar tijd niet al genoeg aan ons hoofd? Begrijpelijk, maar geen reden om de verduurzaming van uw business onderaan de to do-lijst te zetten. Want wie actief met duurzaamheid aan de gang gaat, weet steevast serieuze kostenbesparingen te realiseren. Zie de vele voorbeelden in dit boekje waaruit blijkt dat investeringen in schone energie, energiebesparing of eigen energieproductie grote kostenvoordelen opleveren. Zowel op korte termijn als na meerdere jaren. Daarnaast is het goed voor het imago van uw bedrijf. Gestaag is de consument bewuster aan het worden van wat hij koopt, en bij wie. Onderzoeken van Intomart, Deloitte en Marketresponse laten zien dat de duurzame doelgroep op z’n minst gelijk blijft of groeit, ook middenin de crisis. In de supermarkt bijvoorbeeld wordt steeds meer geld besteed aan duurzaam geproduceerde artikelen. Ook beleggers beseffen meer en meer dat bedrijven met goede duurzaamheidsprestaties op de wat langere termijn een betere investering vormen. Dát duurzame bedrijven het beter doen, liet de presentatie van de Green Rankings van het Amerikaanse blad Newsweek zien, afgelopen oktober. Het blad analyseerde de top-100 groenste bedrij-

ven van 2009, die in twee jaar tijd een 4,8 procent hoger rendement op hun aandeel bleken te hebben dan bedrijven in de S&P 500, de belangrijkste niet-duurzame index waarmee ze vergeleken kunnen worden.

Kostenvoordelen Bij veel bedrijven - met name multinationals - is het kwartje al gevallen: duurzaamheid is een winnende strategie. De winst die bedrijven uit een goed uitgevoerd duurzaamheidsbeleid halen,

21


achtergrond

is meervoudig. Laten we beginnen met de sociale winst. Bedrijven die goed voor hun mensen zorgen, hebben minder uitval door ziekte en meer gemotiveerde medewerkers, die doorgaans beter presteren. En als ze zich sterk maken voor goede arbeidsomstandigheden bij toeleveranciers in derdewereldlanden, levert ze dat een positief imago op bij het grote publiek. Ze versterken hun zogenaamde license to operate, wat zoveel wil zeggen als de mate waarin de maatschappij hen ziet als een ‘fatsoenlijk bedrijf’. Op milieugebied is de potentiële winst waarschijnlijk nog een stuk groter. Ook hier speelt het argument van positief imago en license to operate. Maar door te investeren in efficiënte en/of duurzame technologie kunnen bedrijven ook nog grote kostenvoordelen behalen. Er zijn bedrijven - de Amerikaanse kantoormeubelfabrikant Steelcase bijvoorbeeld - die hun jaarlijkse energie- en waterverbruik in een jaar of vijf met bijna de helft laten dalen. Dat scheelt een slok op een borrel. Daarnaast is duurzaamheid een geweldige stimulans voor innovatie. Kijk naar de Toyota Prius, of de alsmaar betere milieuprestaties van de auto’s van BMW. Tot slot is er het punt waar steeds meer bedrijven van doordrongen raken: grondstoffen, of het nou olie, koper of silicium is, worden alsmaar duurder. Een probleem dat kan worden opgelost op twee manieren: op zoek gaan naar alternatieve bronnen (zon, wind, biomassa, alternatieve materialen) of de bestaande materialen terugwinnen uit eerder geproduceerde producten. Daarmee krijgen we plotseling zicht op een nieuw economisch model: de circulaire economie. Daarin

22

halen producenten de grondstoffenstromen die ze op gang brengen zoveel mogelijk weer terug, en krijgt afval plotseling een heel ander gezicht. Bij tapijtfabrikanten Desso en InterfaceFLOR bijvoorbeeld, kun je tapijttegels tegenwoordig leasen. De producent neemt ze aan het einde van het contract weer terug als grondstof voor nieuw tapijt. Het materiaal blijft dus in bezit van de fabrikant, die er steeds opnieuw geld mee kan verdienen. Slim businessmodel. En als afnemer heeft u minder kosten en meer gemak. De cirkel is rond en iedereen is erbij gebaat.

Stijgend aandeel De bedrijven die zich in duurzaamheid bekwamen zijn niet alleen de winnaars van morgen, maar al van vandaag. Nike bijvoorbeeld, dat zo’n twaalf jaar geleden voor het eerst serieus


Duurzaamheid is niet alleen een kunstje van de grote jongens

werk ging maken van duurzaamheid, heeft in de afgelopen tien jaar de prijs van zijn aandeel zien stijgen van 26,50 naar zo’n 96 dollar - een meer dan verdriedubbeling van de waarde. IT-gigant IBM, die begin deze eeuw een moeilijke periode doormaakte, omarmde rond 2005 een rigoureuze duurzame strategie. IBM ging intelligente oplossingen aanbieden op het gebied van duurzame thema’s als watermanagement, smart buildings en zelfs smart cities, waarmee het wereldwijd overheden en grote bedrijven weet te bedienen. Daarnaast werd de vermindering van het eigen energiegebruik, waar het bedrijf overigens al jaren mee bezig was - met name de enorme datacenters die het beheert zijn enorme energievreters - met hernieuwde voortvarendheid aangepakt. IBM bespaarde daarmee tussen 1990 en 2009 5,1 miljard kilowattuur aan energie, wat neerkomt op 370 miljoen dollar. Het heeft Big Blue geen windeieren gelegd: het IBM-aandeel steeg de afgelopen vijf jaar met meer dan honderd procent in waarde.

Snel terugverdiend Nu zult u misschien zeggen: ‘Dat zijn allemaal multinationals. Die stampen een afdeling duurzaamheid uit de grond en investeren met gigantische budgetten. Zo kan ik het ook.’ Maar dan heeft u het toch niet helemaal begrepen. Duurzaamheid is niet alleen een kunstje van de grote jongens. Zij zetten de trend, laten zien waar het heen gaat en plukken daar - als ze het goed hebben gedaan - zo langzamerhand de vruchten van. Maar de wereldmarkt is ondertussen ook vergeven van de kleine(re) bedrijven die actief duurzaam te werk gaan. Zie alleen al in dit boekje hoe datacenterbedrijf EvoSwitch met een radi-

23


achtergrond

caal duurzame opzet enkele miljoenen bezuinigt op zijn energierekening en met zijn groene imago hard op weg is de Nederlandse markt te veroveren. Of hoe uitzendbedrijf voor de kasbouw VZM meer dan 30.000 euro weet te besparen op jaarbasis. Dat doen ze niet omdat ze de wereld denken te kunnen redden, maar wel omdat de combinatie van goed bezig zijn en daar geld aan over houden razend aantrekkelijk is, terwijl de investeringen in no time zijn terugverdiend.

Toekomstbestendig bedrijf Wat dat voor u betekent? In ieder geval dat u vooral niet moet luisteren naar cynici die roepen dat duurzaamheid z’n beste tijd heeft gehad. U kunt beter gaan nadenken over de vraag hoe uw bedrijf mee kan doen met die duurzame revolutie. Niet per se uit morele overwegingen, omdat de wereld daar een stukje beter van wordt, maar vooral ook omdat het uw bedrijf toekomstbestendig maakt. Want het is zoals Paul Polman het zei in het dagblad Trouw: “Wie niet aan duurzaamheid werkt, heeft als bedrijf over vijftien jaar geen bestaansrecht meer.”

24


Nederland verduurzaamt: de stand van zaken

Goed bezig!

400.000ltr. waterbesparing

Sinds 1997 heeft ‘s lands favoriete attractiepark de Efteling een helofytenfilter - een biologisch zuiveringssysteem met een rietveld. Jaarlijks wordt daarmee zo’n 400.000 liter grondwater bespaard in de droge Brabantse zandgrond. Het park koopt gezuiverd afvalwater uit de naburige gemeente Kaatsheuvel, filtert het en gebruikt het voor het besproeien van de groenvoorziening, in de vennen en waterattracties als de Vliegende Hollander.

In oktober 2011 onthulde verhuisbedrijf Mondial Aad de Wit de eerste elektrische verhuiswagen van Nederland. Rijdend op 100 procent groene stroom moet de e-verhuizer straks een reguliere verschijning worden in met name Amsterdam.

100%

groen verhuizen 25


showcase

Ton van Hattum & Richard Slijkhuis financieel directeur en plant manager SanoRice


‘Iedereen zou hiermee bezig moeten zijn’ In de Nederlandse vestiging van rijstwafelfabrikant SanoRice hebben financieel directeur Ton van Hattum en plant manager Richard Slijkhuis sinds 2009 een paar zeer lucratieve energiebesparingen door weten te voeren. “Het is een kwestie van één plus één is drie.”

T

on van Hattum: “Begin 2009 is bij ons het licht aangegaan. In een directiemeeting besloten we voor het eerst te praten over wat voor acties wij zouden kunnen ondernemen in het kader van duurzaamheid. We hadden al een slimme installatie waarmee we de warmte uit onze persluchtcompressoren gebruiken om een groot deel van ons fabriekspand te verwarmen. Een constructie die geweldige energiebesparingen oplevert. Maar in die meeting besloten we - Richard Slijkhuis en ik vormen de tweehoofdige directie van SanoRice Netherlands - op zoek te gaan naar wat er nog meer mogelijk was. En dat bleek een heleboel. Wij produceren in hoofdzaak rijstwafels die we naturel, maar ook met coatings en/of toe-

gevoegde smaken aanbieden. Of bijvoorbeeld specifiek voor baby’s, verrijkt met vitamines. Dat alles op natuurlijke basis. Naast onze fabriek in Veenendaal zijn er nog twee, in België en Italië. Onze holding - de overkoepelende directie van de drie vestigingen - is marktleider op het gebied van rijstwafels in Europa en heeft het streven om zelfs de grootste ter wereld te worden. Rijstwafels zijn een groeimarkt. Om u een idee te geven: toen wij in 1998 in Veenendaal begonnen, hadden we een jaaromzet van zes à zeven miljoen euro. Nu hebben we een jaaromzet van zestig miljoen. We zien onszelf niet als voorloper in duurzaamheid, hoewel we als fabrikant zonder eigen merk er bewust voor hebben gezorgd dat we voor de meeste milieu- en fairtradelabels gecertificeerd 27


showcase

 ‘Met energie moet je gewoon aan zijn. Dat hebben we met name gedaan omdat onze klanten - grote retailers - daarom vragen. Het voldoen aan alle voorwaarden om die labels te mogen dragen, vraagt een hoop werk. Daarvoor is in onze holding een kwaliteitsteam in het leven geroepen. Dat zorgt ervoor dat elke rijstleverancier die ons mag beleveren aan strenge voorwaarden voldoet op het gebied van zaken als waterverbruik, bestrijdingsmiddelen en personeelsbeleid. Dat gaat heel ver. Overigens halen wij onze rijst voor bijna honderd procent uit Italië, per trein. Azië is weliswaar goedkoper, maar als je vervolgens een schip hierheen moet laten varen, ben je net zo duur uit.”

Betere werkomstandigheden Richard Slijkhuis: “Om kort te gaan: in 2009 zijn we weer naar onze energiesituatie gaan kijken, want we wisten dat er nog veel meer besparingen mogelijk waren. Wij werken met condensoren die perslucht produceren. Die perslucht is nodig om onder grote druk van rijst wafels te kunnen maken. Maar die perslucht verbruikt ook veruit de grootste hoeveelheid energie in ons productieproces. Dus zijn we gaan kijken of we ook met minder perslucht toe zouden kunnen. En dat bleek ruimschoots het geval. We hebben een slim computerprogramma in de aansturing van onze compressoren kunnen integreren, dat aangeeft wanneer er perslucht geproduceerd moet worden, maar ook wanneer niet. Dat blijkt een 28

fantastische investering te zijn, want we hebben onze energierekening er op jaarbasis zo’n vijfentwintig tot dertig procent mee omlaag gekregen. In euro’s is dat meer dan een ton! Een ander punt waar we mee aan de slag zijn gegaan, is de verlichting in de fabriek. Wij zijn een volcontinu bedrijf, waar dus ook ‘s nachts wordt gewerkt. Dat heeft grote invloed op het bioritme van de mensen in onze nachtploegen. Hoe helderder en gelijkmatiger het licht in de fabriek, hoe beter dat is voor het bioritme van onze mensen. Daarom hebben we alle tl-verlichting vervangen door verlichting van de nieuwste generatie, wat een einde heeft gemaakt aan alle donkere plekken in de fabriek. Daarnaast betekent het één buis in plaats van twee, wat een energiebesparing oplevert van zo’n vijftig procent. En tot slot zijn we in de kantoren en de kantine overgestapt op led-verlichting. Alles bij elkaar een behoorlijke investering, maar die is met maximaal vier jaar terugverdiend en het levert ons een daadwerkelijke verbetering van de werkomstandigheden voor onze mensen op. We hebben voor de nabije toekomst nog drie aandachtspunten op onze duurzame agenda staan. Zo gaan we proberen om het gasverbruik te reduceren van de ovens waarin we onze wafels drogen, door het energieverbruik daarvan slimmer aan te wenden. Daarnaast willen we gaan werken aan onze pofmachines, waarin de rijst wordt gepoft. Door het slimmer afstellen van de


de slag’ warmte-elementen daarin denken we flink op energieverbruik te kunnen besparen. En tot slot willen we kijken hoe we slimmer kunnen schoonmaken met minder water.”

Maatschappelijk relevant Ton van Hattum: “Het is mij volkomen duidelijk dat wij met duurzaamheid bezig moeten zijn. Je doet er namelijk iets maatschappelijk relevants mee en het levert ook nog eens een heleboel geld op. Het is een kwestie van één plus één is drie; in mijn ogen zou iedereen hiermee bezig moeten zijn. Overigens gebruiken wij ook groene stroom, maar dat alleen is echt niet voldoende. Energie is zo’n enorme kostenpost, daar moet je gewoon mee aan de slag.”

Wat heeft het opgeleverd? esparing - Een energieb an ter waarde v ro eu 0 zo’n 160.00 is op jaarbas - Betere andigheden arbeidsomst van grote - Het behoud lant retailers als k

SanoRice Netherlands Medewerkers: 103 Omzet: 25 miljoen euro (SanoRice Holding: 60 miljoen) 29


showcase

Bas van Holten

algemeen directeur OVG Nederland


‘We winnen op innovatiekracht’ Bij vastgoedontwikkelaar OVG wordt niet alleen gewerkt aan gebouwen met goede duurzaamheidsprestaties, maar ook aan een zo duurzaam mogelijke wijze om die tot stand te brengen. Volgens algemeen directeur Bas van Holten is één ingrediënt daarbij van groot belang: samenwerking.

D

e traditionele manier van bouwen is dat je een zo gedetailleerd mogelijk bestek maakt, dat je samen met de klant helemaal dicht timmert. Daarna haal je de aannemer erbij, die tegen een zo laag mogelijk prijs de opdracht invult, exact volgens de afspraken die gemaakt zijn. Het formaat van de ramen, de plaatsing van lichtschakelaars, het soort schroeven dat gebruikt wordt, alles. Nadeel van die aanpak is dat je meteen aan het begin alles vastlegt, terwijl er tussen de ontwerpfase en het moment waarop het gebouw er werkelijk staat, vaak enkele jaren voorbij gaan. Je kunt dan dus nooit de allerlaatste stand van de techniek meenemen, want alles ligt al vast. Een ander nadeel is dat de uitvoerder het plan ervaart

als een dictaat, waarin hij niets in te brengen heeft gehad. Hij mag letterlijk alleen maar uitvoeren, wat voor de motivatie geen ideale situatie is. Bij de bouw van het nieuwe hoofdkantoor van Eneco, dat wij enkele maanden geleden hebben opgeleverd, hebben we het anders aangepakt. De bouwer - aanneembedrijf Heijmerink uit Bunnik - heeft bij dit project van het begin af aan met de klant en ons samen aan tafel gezeten en heeft dus vanaf de ontwerpfase een eigen inbreng gehad. Consequentie daarvan is dat we op de aanneemprijs misschien niet het onderste uit de kan hebben gehaald. Maar we hebben enorm gewonnen aan innovatiekracht en vermogen om gaandeweg het project tot optimale oplossingen te komen. Veel van de duurzame oplossingen die 31


showcase

‘Wij streven naar gebouwen die veel in het gebouw terecht zijn gekomen hebben we zo samen met de klant kunnen ontwikkelen. Die werkwijze heeft zich zeker uitbetaald. In geld kan ik dat niet zomaar uitdrukken, maar wel in wat we met dit gebouw hebben gepresteerd. Het is een van de duurzaamste gebouwen van Nederland; het genereert een 52 procent lagere uitstoot dan een referentiegebouw uit 1990 en de energieprestatiequotiënt is 44 procent lager dan wat verplicht is gesteld in het bouwbesluit.”

Lagere uitstoot “Het is ook een bijzonder open, transparant gebouw, met een groot atrium en op de onderste drie verdiepingen grote, open ruimtes zonder vaste werkplekken, die het geschikt maken voor Het Nieuwe Werken. Het heeft de grootste met photovoltaïsche cellen beklede zonnewand van Nederland en het is het eerste gebouw in ons land met zogenaamde zonnetrackers op het dak. Dat zijn zonnepanelen die de zon gedurende de dag mechanisch volgen. En omdat we zo effectief hebben kunnen werken, hebben we een ander duurzaam idee - de onderste drie verdiepingen helemaal in het groen steken - ook nog kunnen realiseren. We hebben met de groenvoorzieningen op dit gebouw een heel ecosysteem weten te creëren, dat weer bijdraagt aan de energieprestaties. En dat allemaal binnen de planning en het budget. Volgend jaar vieren wij ons vijftienjarig jubi32

leum. Een periode waarin OVG de belangrijkste duurzame vastgoedontwikkelaar van Nederland is geworden. Onze manier van werken komt voort uit een beperking. Alle grote vastgoedontwikkelaars waren in die tijd verbonden aan grote, kapitaalkrachtige partijen die een positie hadden in de strijd om bouwgrond. Wij hadden die middelen niet en concentreerden ons daarom op het ontwikkelen van gebouwen die voor alle stakeholders - huurder, belegger en overheid - de optimale oplossing vormen. Daarna pas gaan we kijken waar zo’n plan vervolgens gerealiseerd kan worden. Duurzaamheid was altijd al een punt waar wij aandacht voor hadden, maar een ontbijtsessie die we enkele jaren geleden hadden met Al Gore heeft ons de ogen geopend. We realiseerden ons dat wij op dat gebied daadwerkelijk impact konden hebben. Vanaf dat moment zijn we er vol in gedoken.”

Impact “De belangrijkste middelen die we hebben om duurzaam te bouwen, zijn het gebruik van duurzame materialen en energiezuinigheid, zodat de uitstoot van CO2 drastisch verminderd kan worden. Volgens onze allerlaatste richtlijn - die de nieuwste stand van de technologie aangeeft - streven wij ernaar om een gebouw vele malen energiezuiniger te laten zijn dan een conventioneel gebouw. Dat doen we door het energiever-


energiezuiniger zijn’ bruik zo laag mogelijk te houden en zo mogelijk lokaal energie op te wekken. Daarvoor hebben we geen standaard oplossingen, want elke locatie biedt zijn eigen beperkingen en mogelijkheden. Zo kun je bij een gebouw aan een rivier het rivierwater gebruiken voor koelingdoeleinden; hangt het van de positionering af in welke mate je zon of wind kunt gebruiken en kun je in de aardlagen onder het gebouw op zoek naar de mogelijkheden voor geothermie. Voor ons betekent duurzaamheid ook de impact die we hebben op de ruimtelijke inrichting van Nederland. Wij vinden dat er tegenover elk nieuwbouwproject in ons land een verplichting moet komen om ook vierkante meters uit de markt te halen. Er is teveel leegstand en veel van die leegstand is van te lage kwaliteit om te herontwikkelen. Sloop is daarom op veel plaatsen een oplossing. Daarnaast leggen wij ons toe op herontwikkeling van gebouwen die nog wel potentie hebben. In de komende jaren willen wij daar evenveel omzet uit halen als uit nieuwbouw.”

Wat heeft het opgeleverd? schap - Marktleider op het gebied e van duurzam eling k ik tw n vastgoedo in Nederland t, innovatief - Een efficiën bouwproces t een zeer - Voor de klan gebouw energiezuinig

OVG Medewerkers: 55 Omzet: 200 miljoen euro (2011) 33


showcase

Nick op den Buijsch

conceptmanager mvo Van Houtum


‘Niet alleen groen, maar ook hip’ Papierfabrikant Van Houtum in het Limburgse Swalmen is al jaren een van de duurzaamste bedrijven van Nederland. Wat dat heeft opgeleverd, weet conceptmanager mvo Nick op den Buijsch als geen ander.

S

inds juli 2010 verkopen wij het vooralsnog enige cradle to cradle gecertificeerde toiletpapier ter wereld: Satino Black. We hebben het in de marketing met opzet géén groene uitstraling gegeven, maar trendy neergezet. Hip zo je wilt. Het papier is - anders dan traditioneel gerecycled papier - spierwit, en het assortiment (o.a. zeepdispensers, red.) dat we erbij leveren heeft een fraai design. Desalniettemin is Satino Black het meest milieuvriendelijke toiletpapier ter wereld. Wij hebben in een kleine drie jaar samen met onderzoekers van het EPEA-instituut in Duitsland alle dertig chemicaliën die je normaliter gebruikt bij de productie van toiletpapier weten te vervangen door

natuurlijke en biologisch afbreekbare stoffen. Daarnaast wordt het papier CO2-neutaal geproduceerd. We verkopen het in het b2b-kanaal aan grote klanten als Heineken en BNP Paribas in België, maar ook Greenpeace en overheden, die dit papier onderdeel maken van hun mvo-strategie. In de anderhalf jaar sinds de introductie is de omzet die we ermee halen verdrievoudigd. Op dit moment maakt Satino Black nog geen tien procent van onze totale omzet uit, maar over drie tot vijf jaar verwachten we dat dat minimaal een kwart zal zijn. Je zou kunnen zeggen dat Satino Black een logisch vervolg is op de duurzame bedrijfsvoering waar wij al jaren mee bezig zijn. Ons bedrijf 35


showcase

 ‘De betrokkenheid van onze is 76 jaar oud en met name de people-kant van duurzaamheid zat er al vroeg in. De oprichters hadden veel oog voor hun sociaal kapitaal, met veel aandacht voor de veiligheid en ontwikkeling van hun eigen mensen.

Hoog rendement Pas halverwege de jaren tachtig is het denken over het milieu erbij gekomen. Het was de tijd van de zure regen. Dat was de aanleiding in ons bedrijf om onze papierproductie te gaan bestuderen vanuit milieuoogpunt. Dat bestaat uit vier componenten: de grondstof papierpulp, de factor energie, de factor water en de factor afval. Wat betreft de grondstof kunnen we kort zijn: Van Houtum gebruikt al 45 jaar honderd procent gerecycled papier. Als het bij ons binnen komt, gaat het eerst naar de verpulper - een flinke energievreter - waar het gemengd wordt met water. Daar begint ook het proces van schoonwassen en het verwijderen van te korte papiervezels en vuil - inkt, nietjes, plakband. Vervolgens gaat de schone grondstof naar de papiermachine, de grootste energieslurper van allemaal. Om je een idee te geven: wat daarin gaat, is voor 99,7 procent water en 0,3 procent papiervezel. Dat water laten we binnen twee seconden verdampen. Daar is een gigantische hoeveelheid energie mee gemoeid. Om die enorme energieconsumptie goedkoper, maar ook milieuvriendelijker te maken, zijn we zo’n twaalf jaar geleden een eigen energiecentrale 36

met warmtekrachtkoppeling gaan bouwen, met een capaciteit van 4,2 megawatt. Het mooie van die centrale is dat we door het afvangen van de hitte die vrijkomt een rendement weten te behalen van boven de tachtig procent, waar vijftig procent normaal is voor energiemaatschappijen. In die centrale verstoken we veertien miljoen kubieke meter gas per jaar, gelijk aan het verbruik van zevenduizend huishoudens. Inmiddels is een miljoen kubieke meter daarvan groen gas. Met die centrale hebben we twintig procent - 28.000 ton - minder CO2-uitstoot. We werken aan honderd procent groen gas. Als we dat gerealiseerd hebben, zullen we CO2-neutraal zijn.

Waterrecycling Het water dat we gebruiken, halen we uit het naburige riviertje de Swalm. Ook water hebben we veel nodig, maar we hebben op ons fabrieksterrein een zeer geavanceerde waterzuiveringsinstallatie, waarmee we steeds na een processtap het gebruikte water zuiveren en weer terugbrengen in het productieproces. Zonder waterrecycling heb je voor de productie van een toiletrol vijftien liter water nodig. Dat hebben wij terug weten te brengen naar een halve liter per rol. Sinds jaar en dag ligt op ons terrein een berg afval van te korte papiervezels, inkten en vulstoffen, die vrijkomen tijdens de grondstofvoorbereiding. Die berg - zo’n vijftien ton per jaar - werd tot drie jaar geleden verbrand voor de winning


mensen is enorm’ van groene energie. Maar een medewerker wilde enkele jaren geleden eens onderzoeken of er niet meer mee mogelijk was. Hij vroeg onze buren van verpakkingsfabrikant Smurfit Kappa of die er niet wat mee konden. En wat bleek: er kon karton van gemaakt worden met zeer goede eigenschappen. Dat karton is nu het verpakkingsmateriaal voor Satino Black - voor ons weer een flinke bezuinigingspost. Onze mensen vinden het prachtig. Er was hier al een grote loyaliteit naar het bedrijf, maar daar is trots bij gekomen. De betrokkenheid is enorm. Dat merken we bijvoorbeeld in ons ziekteverzuim van drie procent, maar ook in de hoeveelheid bedrijfsongevallen die verzuim tot gevolg hebben. Tien jaar geleden waren dat er nog zestien per jaar; de laatste vier jaar gemiddeld minder dan één. Dat is niet alleen een klinkend resultaat voor de p van people, maar ook voor die van profit.”

Wat heeft het opgeleverd? ve - Zeer lucratie marktpositie esparingen - Miljoenenb op energie- en ik waterverbru - Bedrijfstrots ekteverzuim - Zeer laag zi

Van Houtum Medewerkers: 200 Omzet: 60 miljoen euro 37


aanpak

38


Klein,

groter,

grootst

In essentie is werken aan duurzaamheid voor iedereen hetzelfde: people en planet meenemen in de bedrijfsvoering en zorgen dat er onderaan de streep een profit verschijnt. Maar op welk schaalniveau je acteert, maakt nogal wat uit. Een klein, middelgroot en groot bedrijf over hun aanpak.

39


aanpak Fotografie: sebastiaan westerweel

Raimond Nome (37) Eigenaar kinderdagverblijf Fun4Kids Omzet 1,4 miljoen euro Aantal medewerkers 40

W

aarom staan er eigenlijk twee batterijen lampen aan? We zijn toch de enigen hier?” Raimond Nome geeft meteen z’n visitekaartje af, en zegt er gelijk achteraan: “Kijk, zo ben ik nou de hele dag bezig... op een gegeven moment wordt het ook een sport hoor.” Een jaar of vier geleden besloot Nome een kinderdagverblijf te beginnen, Fun4Kids, met twee vestigingen in Schagen en in Heerhugowaard. De eerste twee jaar had hij nodig om er een levensvatbare onderneming van te maken. “Vervolgens ben ik me af gaan vragen wat er beter kon. Ik ben al mijn keuzes gaan heroverwegen vanuit de vraag: waar kunnen we geld besparen? Dat gaat behoorlijk ver. Zo heb ik besloten geen personeel aan te nemen dat verder dan vijftig kilometer weg woont. En we zijn flexibeler gaan plannen, zodat werkneemsters thuis kunnen blijven als ze dat willen. Scheelt mij weer een dag salaris, plus reiskosten. Met alle respect, maar met het milieu houd ik me niet bezig. Privé pak ook ik heus wat vaker de fiets, maar zakelijk zit ik er toch iets anders in. Het gaat mij puur om het geld.

40

De grootste besparingsmogelijkheid bleek energie. Door daar heel bewust mee om te gaan, hebben we in ons filiaal in Heerhugowaard vorig jaar 5.500 euro weten te besparen. Let wel: dat hebben die meiden gedaan. Hoe ik ze zover krijg? Ik zeg ze gewoon waar ze op kunnen letten en ga daar net zo lang mee door tot het kwartje gevallen is. In Heerhugowaard hebben ze dat geweldig opgepakt. Ik heb ze mee uit eten genomen om die meevaller te vieren. Vonden ze geweldig. Ze zijn dit jaar nog gemotiveerder om energiezuinig bezig te zijn en ze besmetten hun collega’s op de andere vestiging. En ik heb 4.500 euro in mijn zak kunnen steken, die ik overigens weer heb geïnvesteerd. Daarnaast ben ik overgestapt naar een nieuwe energieleverancier, wat me nog eens 2.300 euro op jaarbasis heeft opgeleverd. Groene stroom ja. Ik investeer alleen nog in energiezuinige apparatuur. Dat kost wat, maar levert later op. Tot nu toe heb ik twee aankopen gedaan: de verwarming wordt tegenwoordig aangestuurd met slimme meters en software die dat veel efficiënter kan dan wij. Een investering van 1.235 euro, inclusief arbeidsloon en voorrijkosten. Verder heb ik laatst mijn tl-bakken vervangen door T-7 bakken; het nieuwste, meest energiezuinige model. En die oude bakken heb ik dan ook nog eens door weten te verkopen. Prima deal wat mij betreft.”


Henk Strootman (54) Eigenaar Strootman Groep, im- en exportbedrijf in zoetwaren Omzet 60 miljoen euro Aantal medewerkers 80

H

enk Strootman herinnert zich een gesprek bij de Rabobank, jaren geleden. “Ze vroegen wat ik aan maatschappelijk verantwoord ondernemen deed. Ik zei: ‘Wat bedoel je?’ Want dan krijg ik toch meteen van die geitenwollensokkengevoelens, waarbij het altijd geld moet kosten. Maar ik was wel geïnteresseerd, want er is bij mij de afgelopen tien jaar meer en meer behoefte ontstaan aan een andere manier van denken. Ik ben gestopt met overleven en ik ben meer - wat ik dan noem - vrij gaan denken.” Dat proces heeft erin geresulteerd dat Strootman een jaar geleden is begonnen met de implementatie van de mvo-prestatieladder, waarvoor hij binnenkort mvo-gecertificeerd hoopt te zijn. “Ik heb iemand aangenomen die zich er sinds een jaar fulltime mee bezig houdt en dan gaat het leven in je bedrijf. Zo hebben we in een nieuw magazijn zodanige isolatie toegepast dat we met veel minder koeling toe kunnen. Alle verlichting is bij ons voorzien van bewegingssensoren en met een van onze belangrijkste leveranciers, Mars, zijn we een project aan het opzetten waarbij hun lege vrachtwagens voor ladingen van ons ingezet kunnen worden. Vooral dat laatste vind ik mooi, want het betekent niet alleen dat het milieu minder wordt belast, maar ook dat we onze relatie met Mars

verduurzamen. En vóór alles geldt: eerst moet je investeren, maar op termijn levert het op. Duurzaamheid is in mijn ogen iets wederkerigs; dat alle stakeholders bij je bedrijf die relatie ervaren als een bron van vooruitgang. En dat kan zowel materieel als immaterieel zijn. Voor een klant van ons betekent dat bijvoorbeeld dat we zijn assortiment verrijken, voor een leverancier dat hij extra productie kan draaien en voor een werknemer kunnen onze groeiplannen betekenen dat zijn baan interessanter wordt. Zo zijn we ook begonnen met Het Nieuwe Werken. Ik was altijd iemand van: ‘Iedereen om half negen aanwezig en aan de slag’. Maar dat heb ik los moeten laten. We zijn nu stapsgewijs onze werkwijze flexibeler aan het maken. Ik moet zeggen dat die vrijheid niet bij iedereen meteen goed werkt, maar over het geheel genomen gaat het hartstikke goed. We besparen flink op reiskosten en kantoorruimte, de medewerkerstevredenheid neemt toe en ons ziekteverzuim is met 2,3 procent minimaal.”

41


aanpak

Marga Blom (60) Manager Energy Management Group KPN Omzet 13,4 miljard euro (2010) Aantal werknemers circa 30.000

W

e ontmoeten elkaar in een vergaderkamer op het KPN-hoofdkantoor in Den Haag. Niet haar eigen kamer, want die heeft ze niet meer. “Het Nieuwe Werken hè”, zegt Marga Blom opgewekt. En daarmee is een van de speerpunten van KPN’s duurzaamheidsbeleid meteen genoemd. Blom: “Wij stimuleren onze klanten om ermee aan de slag te gaan. Dan moeten we ook zelf laten zien dat het werkt.” In 2007 liet ze uit hoofde van haar functie als eindverantwoordelijke voor het energiebeleid onderzoek doen naar het totale energieverbruik van KPN. “Pas sinds de liberalisering van de energiemarkt hadden we één centraal energiecontract. Voor die tijd werd elke van de 12.000 KPN-locaties die energie verbruiken apart geteld. Van 230 kWh per jaar voor een telefooncel tot zo’n 10 miljoen kWh voor een groot datacenter. Toen we ons verbruik in kaart hadden gebracht, schrokken we. KPN bleek verantwoordelijk voor zo’n 0,8 procent van het totale Nederlandse energieverbruik. Gezien de jaarlijkse capaciteitsgroei die wij moeten realiseren en de stijgende energieprijzen was er alle reden om daar serieuze aandacht aan te besteden.” Blom richtte na een fiat van de raad van bestuur dat zich in 2008 committeerde aan duurzaamheid - de Energy Management Group op. Een clubje van vier, dat sindsdien energiebesparing boven42

aan de agenda zet. “Wij coördineren, bedenken plannen en zorgen dat we ons daaraan houden als bedrijf. Maar we zijn geen stafafdeling. Het werk wordt op de bewuste afdelingen gedaan. We slagen erin om sinds 2007 jaarlijks zo’n 35 à 40 miljoen kWh - het verbruik van zo’n 10.000 huishoudens - te besparen. Dat doen we door modernisering van en aanpassingen in onze datacenters en het netwerk, maar ook door energiezuinige apparaten te leveren aan de consument. Overigens blijft het totale verbruik ongeveer gelijk, omdat we jaarlijks onze netwerkcapaciteit bijna moeten verdubbelen. De stroom die we inkopen is sinds vorig jaar voor honderd procent groen. En daar zeg ik met nadruk bij: het is Nederlandse groene stroom. Zo nemen wij 23 procent af van de capaciteit van windmolenpark Amalia in de Noordzee.” De prestaties hebben KPN internationale erkenning opgeleverd, onder andere met een vermelding als sectorleider in de Dow Jones Sustainability Index vorig jaar. De Nederlandse consument daarentegen lijkt er nog geen idee te hebben. “Dat klopt”, zegt Blom. “We schreeuwen dit niet van de daken. We zijn van mening dat onze klanten van ons mogen verwachten dat wij duurzaam ondernemen. Dat hoort bij de verantwoordelijkheid die we hebben als groot Nederlands bedrijf.”


Nederland verduurzaamt: de stand van zaken

Goed bezig!

Duurzame landbouw De Nederlandse landbouwsector produceert meer elektriciteit dan ze verbruikt. Ongeveer 44 procent van de in Nederland geconsumeerde duurzame energie wordt door de landbouw geproduceerd, zo meldde het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Inovatie eind januari 2011. In de tuinbouw wordt voornamelijk energie geproduceerd met behulp van warmtekrachtkoppeling; de akkerbouw en veehouderij doen het vooral met windenergie en biomassa.

Oude spullen in de herkansing Journalist en publicist Martine Postma organiseerde in 2010 in Amsterdam voor het eerst een Repair Café, waar mensen hun kapotte spullen kunnen repareren. Het fenomeen is aangeslagen. Alleen al in januari jongstleden werden er achttien Repair Café’s georganiseerd in diverse steden. Ook in Duitsland bestaat grote interesse voor het fenomeen. 43


Pionier

n aa n e k r e ‘ Wij w ’ g n i r e d n i m r e v e st a w De verduurzaming van haar bedrijf maakte ondernemen voor Petra de Boer aanmerkelijk leuker. Ecodrukkers is een van de weinigen in de branche die wist te groeien. Duurzame lessen van een ondernemer die het allemaal al heeft meegemaakt.

I

n 1991 nam Petra de Boer de drukkerij van haar vader over. De Boer Grafische Bedrijven was een echt familiebedrijf. Een offsetdrukkerij met een kwalitatief zeer goede reputatie. Met het milieu was De Boer toen nog nauwelijks bezig. “We letten al wel op de papiersoorten die we gebruikten - zoveel mogelijk gerecycled - maar milieuvriendelijk drukken stond nog in de kinderschoenen.” Aanleiding voor De Boer om echt duurzaam aan de slag te gaan, was de gezondheid van haar mensen. “Drukkers werken traditioneel veel met vluchtige organische stoffen die op de lange termijn schadelijk zijn voor de gezondheid - met name isopropyl alcohol, dat nog steeds heel veel wordt gebruikt.” In 2003 deed zich een kans voor om daar iets aan te gaan doen. Een persenfabrikant was bezig met een nieuw type machine dat zonder schadelijke stoffen werkte. Die adopteerde De Boer in haar bedrijf als veldtest en met enkele 44

medewerkers die er enthousiast over waren, ging ze op zoek naar een gezonder drukprocédé. “We verdiepten ons steeds verder in de vraag hoe je het hele drukproces niet alleen gezonder, maar ook milieuvriendelijker kunt maken. Als je een paar mensen in het bedrijf hebt die dat proces willen dragen, dan is dat namelijk ook nog eens een heel leuk proces om met elkaar doorheen te gaan.” Ze kregen er steeds meer lol in, wat in 2004 leidde tot een rigoureus besluit. “Wij wilden ecodrukwerk gaan maken en niets anders. We hebben toen ook meteen onze naam veranderd in Ecodrukkers.”

t begin af mensen er van he LES: “Betrek je ijf in de dr be je en t binn aan bij, zodat he t het ook da n. Grote kans genen gaat zitte .” nog leuk wordt


e Boer Petra d kkers Ecodru

icht Opger 1968 erkers Medew 18 m O zet ro joen eu 3,6 mil


Pionier

Groen drukwerk De vraag die De Boer en haar mensen stelden luidde: hoe komt de inkt op papier? Dat proces namen ze onder de loep, om er vervolgens stapsgewijs verbeteringen in aan te brengen. De Boer: “Voorop stond dat de kwaliteit van ons drukwerk minimaal gelijk moest blijven. En dat valt dan nog niet mee. Er waren wel nieuwe technieken ontwikkeld om de drukvoorbereiding - de zogenaamde pre-press - chemievrij te kunnen produceren. Maar om die dan weer te kunnen combineren met drukken zonder stoffen als isopropyl, zonder dat daarbij kwaliteitsverlies zou optreden, daarvoor hebben we aardig wat probleempjes moeten overwinnen.” Na zo’n anderhalf jaar onderzoeken en experimenteren was de klus geklaard. “Als je vroeger bij ons de drukkerij binnenkwam, dan rook je meteen de vluchtige stoffen. Die ruik je nu niet meer, want we hebben ze gewoon niet meer in huis. Voor één ingrediënt hebben we geen alternatief gevonden: een wasmiddel dat we periodiek bij het schoonmaken van een bepaalde machine móeten gebruiken, omdat hij anders niet goed schoon wordt.” een er wanneer je in LES: “Denk na ov ont vaak lo t He t. ap st e gi nieuwe technolo ieuwing is hten tot de vern om even te wac uitontwikkeld.”

46

Energieverbruik In 2004 - bij de herdoop - stapte Ecodrukkers meteen voor honderd procent over op groene stroom. De Boer: “Dat is gewoon de basis. Als je dat niet doet, kun je net zo goed meteen stoppen. Daarmee, en met de overige grondstoffen die we gebruiken, is onze productie ook meteen CO2neutraal geworden.” Ecodrukkers bombardeerde energiezuinigheid tot een van de belangrijkste criteria voor de nieuwe apparatuur waarin het investeert. “Maar met betrekking tot de energieefficiëntie van ons gebouw kunnen we nog wel een slag maken. Zo denk ik aan led-verlichting en zou ik eigenlijk wel in warmtekrachtkoppeling willen investeren. Maar dat is misschien meer iets voor als we ooit naar een nieuw gebouw gaan.”


Met een aantal ondernemingen op het bedrijventerrein in Nieuwkoop waar Ecodrukkers is gevestigd, is De Boer rond de tafel gaan zitten om te kijken naar de mogelijkheden voor energiemanagement en CO2-reductie. “We zijn heel ver met de realisatie van een eigen energiebron. De financiering daarvan is bijna rond.” Het transport zou De Boer wel elektrisch willen regelen, “maar we kunnen niet alles doen.” Wat wel kon, was auto’s met een A-label aanschaffen en een begin maken met het gebruiken van ‘lege ritten’. Toeleveranciers reden vaak met lege bestelwagens weg, maar bleken heus geïnteresseerd in het vervoer van een lading voor Ecodrukkers. “Het is een heel gepuzzel; wij moeten leren voorspelbaarder te werken, zodat we het beter kunnen plannen. Maar we hebben net een paar proefzendingen gedaan, en die bevielen.”

eteen op. sparen levert m LES: “Energie be anderen kan samen met Ga als het even Zeker als s. tie in-winsitua op zoek naar w ant daar w g, rin pa es gieb het gaat om ener lang bij.” heeft iedereen be

Imago en marktpositionering “Besef wel: in 2004 was nog niemand met duurzaam drukwerk bezig”, zegt De Boer. “Het was nieuw en sommige klanten hadden er helemaal niets mee. Maar ik vind dat je als ondernemer ergens voor moet durven staan.” Ze wilde het beroerde imago van haar branche - vies, energieslurpend en brievenbusvervuilend - aanpakken. “Nog steeds worden eindeloze hoeveelheden folders door de brievenbus gegooid die vervolgens ongelezen in de

prullenbak belanden. Wij noemen dat waste in de communicatie en we zijn ons ten taak gaan stellen die waste te verminderen.” In de traditionele offsetdrukkerij wordt, naarmate de oplage stijgt, de stuksprijs steeds goedkoper, wat hoge oplages aantrekkelijk maakte. Maar de Boer vroeg zich af: kun je de respons op een folder of mailing niet op een andere manier dan met de oplage verhogen? Ja, dat kon. Met behulp van nieuwe digitale technologie, die zaken als web-to-print, variabele dataprinting en database publishing mogelijk maakt. Daarmee kan drukwerk beter afgestemd worden op het interesseprofiel van de ontvanger, wordt dus de relevantie verhoogd en waste voorkomen. “Met deze technologie kun je bijvoorbeeld ook voor een groot landelijk winkelbedrijf folders digitaal leveren die de filiaalhouders zelf kunnen personaliseren. Zo kan de ene winkel product A - dat hij nog op voorraad heeft - benadrukken, terwijl de andere inspringt op het mooie weer.” Daarmee levert Ecodrukkers grotere effectiviteit, maar zorgt het ook nog eens voor minder waste. De Boer: “Let wel: wij faciliteren dergelijke oplossingen. We gaan het gesprek met de klant erover aan, maar uiteindelijk bepaalt hij natuurlijk zelf.”

en staan. gens voor durv LES: “Je moet er us voor nd om zo rigoure Het was spanne n ee s on eft he aar het eco te kiezen, m ogen in de rm ve nd de ei ch geweldig onders .” markt gebracht

47


Pionier

Afval

De P van Profit

Ecodrukkers doet van alles om haar uitstoot van schadelijke stoffen te minimaliseren en haar afvalstromen te laten recyclen. De Boer: “Zo werken wij op de machines met rubberen doeken. En nu zijn we aan het kijken of er een traject is om die doeken te laten recyclen bij een klant van ons, die leverancier is van tapijttegels.” De inkt van Ecodrukkers is gemaakt op plantaardige basis. “Vroeger voerden we inkt af als ‘gevaarlijk afval’. Maar tegenwoordig zou je de lege inktblikken als gewoon bedrijfsafval kunnen behandelen. En die inkt wordt ook weer hergebruikt voor verwerking in andere materialen zoals bijvoorbeeld asfalt.” Verder laat het bedrijf drukplaten, papieren snijafval en plastic verpakkingsmateriaal recyclen. Voor de productie van Ecodrukwerk drukt het bedrijf alleen op fsc-gecertificeerd papier, maar het bedrijf heeft onlangs ook een ander papier aan het assortiment toegevoegd, dat is gefabriceerd van kalksteen. “Kwalitatief is dat een prima oplossing, en van kalksteen is er nog oneindig veel in de wereld.”

De Boer: “Ik denk dat de verdiensten van onze verduurzaming meer zitten in kostenbesparingen dan in hogere winstmarges. Want uiteindelijk moet je prijs marktconform zijn. De meeste klanten kiezen pas voor groen als ze dezelfde kwaliteit krijgen voor dezelfde prijs. Natuurlijk is de kostprijs van drukwerk flink gedaald de afgelopen tijd. Er zijn veel minder handelingen nodig, door minder mensen. Maar daar staan hogere investeringen in apparatuur tegenover.” Sinds 2004 is haar bedrijf met zo’n dertig procent gegroeid, waarbij de groei van ‘digitaal’ en de serviceactiviteiten die Ecodrukkers daaromheen biedt, logischerwijs ten koste is gegaan van de traditionele offsettak. De Boer is trots op die prestatie in een industrie die al jaren aan het krimpen is. “2010 was grafisch gezien een rampjaar. Er zijn toen zoveel bedrijven omgevallen - waaronder een aantal waar ik veel respect voor had - dat ik van ellende de vakbladen niet meer wilde lezen.” Ze hoopt dat duurzaamheid gemeengoed wordt in de sector. “Voor mij heeft duurzaamheid het ondernemen veel leuker gemaakt, omdat ik er op een andere manier door naar onze business ben gaan kijken. Straks is het normaal - ik hoop in ieder geval dat het die status gaat krijgen.”

en. f-the-box te denk LES: “Durf out-o .” ijk el og m r is mee Met veel ‘afval’

48

men doe je LES: “Verduurza t geld, maar he or niet alleen vo delijk een enorm het levert uitein deel op.” or concurrentievo


Nederland verduurzaamt: de stand van zaken

Goed bezig!

150.000 huishoudens

maken gebruik van Noordzeewindenergie Er zijn op dit moment in de Noordzee twee Nederlandse windmolenparken in bedrijf, samen verantwoordelijk voor een vermogen van 228 megawatt, goed voor de energievoorziening van zo’n 150.000 huishoudens. In 2020 moet dat uitgegroeid zijn tot 6000 megawatt en moet de offshorewindbranche aan tienduizenden Nederlanders werk verschaffen.

Beurs voor biomassa

Nieuw

Op 3 november 2011 opende energiebeurs APX-Endex in samenwerking met het Rotterdamse Havenbedrijf de eerste beurs voor biomassa ter wereld. Vooralsnog worden via dit platform alleen zogenaamde houtpellets (van hout gemaakte korrels) verhandeld, die geschikt zijn voor CO2neutrale energieproductie in biomassacentrales of bijstook in energiecentrales. 49


advertorial

, n e m e n r e d n o m aa z r Duu p o t r e v e l t da Eneco wil ondernemers laten zien dat duurzaam ondernemen niet alleen goed is voor de wereld, maar ook commercieel interessant is voor ondernemers.

sebastiaan westerweel

Duurzaam ondernemen is vast duur. Dat vooroordeel hoort Eneco vaak van ondernemers als het gaat over duurzaamheid. Het energiebedrijf wil dit idee graag weerleggen. “Er blijkt uit onderzoek dat steeds meer klanten verwachten dat een bedrijf duurzame stappen zet, maar tegelijk denkt de ondernemer dat dat hem meer gaat kosten”, zegt Hans Valk, directeur Retail bij Eneco. “Maar dat is helemaal niet waar. Integendeel, het levert de ondernemer juist op.” Eneco heeft zakelijke klanten, variërend van

50

zzp’ers tot winkelketens met tientallen vestigingen. “Multinationals hebben vaak hun mond vol over duurzaamheid, maar in het mkb wordt er minder over gepraat”, aldus Valk. “Kleinere bedrijven hebben meestal geen afdeling mvo. Zij moeten alles alleen doen en zijn bang dat werken aan duurzaamheid hen veel tijd en geld gaat kosten. Bij Eneco hebben we experts op het gebied van duurzaam ondernemen, die met onze zakelijke klanten kunnen meedenken. Juist voor ondernemers is een goede service belangrijk. Zij werken zelf met klanten en willen op dezelfde manier worden behandeld.” De adviezen leveren uiteindelijk altijd geld op en niet alleen doordat de energierekening lager uitvalt.

Duurzaam kantoor Practice what you preach geldt zeker voor Eneco. Binnenkort betrekken ze in Rotterdam een nieuw, zeer duurzaam kantoor met vele energiebesparende aspecten en een opvallend gebruik van zonne-energie. “Duurzaamheid is voor ons niet zomaar een kreet. We hebben het ver doorgevoerd. Op ons nieuwe kantoor, maar ook bijvoorbeeld in de keuze van de leaseauto’s. Die moeten allemaal van de zuinigste energieklasse zijn. Eneco is ook het eerste energiebedrijf ter wereld dat meedoet met het Wereld Natuur Fonds Climate Saver Program”, zegt Valk trots. “Internationale bedrijven maken in dit programma afspraken over CO2-reductie en schone energie. Wereldwijd doen Nokia, Nike, KPN en IBM hieraan mee. Het is mooi om bij een bedrijf te werken dat daadwerkelijk iets goeds doet voor de wereld.” Meer weten? Eneco.nl/duurzaamondernemen


Gratis sessies Duurzaam ondernemen Wilt u weten hoe u uw bedrijf kunt verduurzamen? In 2012 organiseert MT MediaGroep samen met Eneco een aantal sessies over duurzaam ondernemen. U kunt zich aanmelden via: www.sprout.nl/ sessieduurzaam www.mt.nl/ sessieduurzaam

m uurzaa D r e i s Dos

n erichte n MT b e t u t o r e Sp er h atig ov rijf. regelm uw bed n a v n p e m rza ssiers o verduu dige do e ll o v or de Kijk vo n zaam e l/duur .n t u o pr urzaam www.s t.nl/du www.m

Colofon: Groen succes, de businesscase van duurzaam is een uitgave van: MT MediaGroep BV, Paul van Vlissingenstraat 10e, 1096 BK Amsterdam Hoofdredactie Ewald Smits Eindredactie Karin Husslage Tekst Pierre de Winter Art-direction Nicoline Caris (bno) Fotografie Bas Losekoot Illustratie Monique Wijbrands Projectleider Mijke Morselt Uitgever Berend Jan Veldkamp Groen succes, de businesscase van duurzaam is mede mogelijk gemaakt door Eneco 51


Groen succes - de businesscase van duurzaam

52

2012/03

Duurzaamheid staat voor de meeste ondernemers en managers voornamelijk voor energie besparen in hun bedrijf, blijkt uit het Nationale Duurzaamheidsonderzoek. Maar er is veel meer mogelijk, zoals imagoverbetering, kostenbesparing, meer betrokkenheid van uw medewerkers en in veel gevallen zelfs een betere marktpositie. In dit boekje leest u wat het verduurzamen van uw bedrijfsprocessen u concreet kan opleveren. Neem een voorbeeld aan deze groene succesverhalen!


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.