De vijfde revolutie Hoe hersenwetenschap de wereld gaat veranderen De vijfde revolutie is één van de interessantste boeken van de laatste jaren. Het toont aan dat er een wetenschappelijke revolutie gaande is op het gebied van neurologie, die onze levens verregaand en ingrijpend gaat veranderen. De Deense wetenschapsjournalist en neurobioloog Lone Frank interviewde de afgelopen jaren de meest toonaangevende hersenonderzoekers over de hele wereld en vatte hun bevindingen samen in De vijfde revolutie. – Door Rick Nieman In haar thuisstad Kopenhagen sprak ik met Lone Frank, auteur van De vijfde revolutie. Over neuromarketing (je hersenen beslissen voor jou wat je koopt), neuromanagement (weet wat je werknemers écht denken en speel daarop in) en beurshandelaren die worden uitgerust met EEG’s (om te kijken of ze zich bij het nemen van grote risico’s niet te veel laten meeslepen door primitieve emoties). Revolutie Het is 1996. Met een groep vrienden ben ik op motorvakantie door Europa. Traditiegetrouw rijden we naar Italië, maar we nemen dit keer de lange route: via Duitsland, Denemarken, Zweden, Polen, Tsjechië en Oostenrijk. Op de veerboot tussen Ystad in Zuid Zweden en Swinoujscie in Noordwest Polen raken mijn vriend Sipke en ik verwikkeld in een filosofisch gesprek. ‘Wat’ vraagt hij mij, terwijl hij de ijsblokjes laat ronddraaien in zijn glas whisky, ‘worden volgens jou de drie gebieden waarop in de toekomst de belangrijkste gebeurtenissen gaan plaatsvinden?’ Al filosoferend komen we tot een top drie. Op drie staat alles wat te maken heeft met landbouwgrond. De wereldbevolking groeit naar verwachting van een krappe zes miljard inwoners naar bijna tien miljard in 2050. Tegelijkertijd stijgt het welvaartsniveau van de gemiddelde burger, die vervolgens meer en beter wil eten. Wij voorzien een enorm tekort aan grond om voedsel op te verbouwen. Op twee de nanotechnologie. Als de mens erin zou slagen materialen op nano-niveau (ongeveer zo groot als een atoom) uit elkaar te halen en weer in elkaar te zetten, zou de aloude wens om lood te veranderen in goud, waarheid kunnen worden. Materie wordt in zo’n scenario vrijwel waardeloos, want oneindig vaak kopieerbaar. Ook andere mogelijkheden leken ons ongekend, en kijkend naar de huidige toepassingen van nanotechnologie in bijvoorbeeld de medische wetenschap, hadden wij het (zowaar!) bij het rechte eind. En op één staat dus neurologie. Sipke had net een artikel gelezen waarin stond dat we maar tien procent van onze hersencapiteit gebruiken. Als dat klopt, brainstormden wij in de Zweeds-Poolse nacht, waartoe moet de mens dan niet in staat zijn als hij vijftig procent of zelfs honderd procent van zijn hersencapaciteit benut? Ruim een jaar later, eind 1997, las ik het boek Being Digital (Digitaal leven) van Nicholas Negroponte. Negroponte, oprichter van het befaamde Media Lab van MIT (het Massachusetts Institute of Technology), beschrijft daarin wat de toen nog prille
ontwikkelingen op het gebied van digitalisering voor ons allemaal zouden gaan betekenen. De wereld die Negroponte schetste leek futuristisch en ver weg, maar wat hij voorspelde werd in vrijwel alle gevallen en binnen de kortste keren werkelijkheid. Eigenlijk, dacht ik toen, zou een dergelijk boek geschreven moeten worden over nanotechnologie of neurologie. Een boek dat laat zien welke ontwikkelingen ons te wachten staan op deze – in potentie wereldveranderende – gebieden. Boek Het heeft dertien jaar geduurd, maar pas geleden had ik dat boek eindelijk in handen. De vijfde revolutie – Hoe hersenwetenschap de wereld gaat veranderen,van de Deense wetenschapsjournalist Lone Frank, is het equivalent van Negropontes baanbrekende boek. Frank beweert op de binnenflap dat de ontwikkelingen in de neurologie de vijfde grote wetenschappelijke revolutie vormen. Na Copernicus (de aarde is niet het middelpunt van het heelal); Darwin (de mens is een geëvolueerde aap, en niet een schepping van God); Freud (wat beweegt ons?); en de ontdekking van het DNA. 327 pagina’s verder kan ik niet anders dan haar gelijk geven. Ik kijk dus uit naar onze ontmoeting. We hebben afgesproken in de lobby van een aangenaam hotel aan het water en lopen elkaar in eerste instantie mis: hoewel ik Lone Franks foto op de achterflap goed heb bestudeerd, herken ik haar niet. De brunette blijkt een blondine te zijn geworden. ‘Sorry,’ mompelt Frank, ‘ik ben net van haarkleur veranderd.’ #Frank: ‘Dit ís een revolutie van ongekende proporties.’# Terwijl de voorjaarszon met veel enthousiasme de boogramen van het verbouwde admiraliteitsgebouw binnenstroomt, neemt Frank mijn complimenten over haar boek in ontvangst. En zegt ze, ‘Nee, de titel is niet overdreven. Dit ís een revolutie van ongekende proporties, en mensen moeten weten wat ze boven het hoofd hangt.’ Of liever, mensen moeten weten hoe de snelgroeiende kennis over wat er zich in onze hoofden afspeelt, onze kennis over onszelf beïnvloedt. ‘Dit boek is bedoeld als een wake-up call, voor politici, burgers, juristen, zakenmensen… voor iedereen,’ zegt Frank. ‘Want de ontwikkelingen op dit gebied gaan razendsnel en mensen hebben geen idee wat er allemaal staat te gebeuren.’ Wetenschap vs Religie ‘Er spelen twee zaken,’ gaat Frank verder. ‘Het is eerste is filosofisch: wie zijn wij, hoe functioneert onze geest? Steeds meer mensen zullen zichzelf gaan zien als een zak met neuronen of zenuwcellen, want de wetenschap toont aan dat dat is wat we zijn, niets meer en niets minder. Wij zijn ons brein en ons brein is een puur biologisch orgaan. Maar dat betekent bijvoorbeeld dat de ziel niet bestaat. En dat heeft verregaande consequenties voor het wereldbeeld van veel mensen, vooral voor degenen die gelovig zijn.’ Frank raakt op dreef. ‘De ziel wordt in vrijwel alle religies gezien als iets dat vaststaat en onveranderlijk is. Maar hoe je brein erbij staat is simpelweg afhankelijk van de chemische processen die zich er op dat moment in afspelen. Dat betekent dat je brein veranderlijk is, maar dus ook beïnvloedbaar. Door anderen, maar ook door jezelf.’
‘Maar’, onderbreek ik haar, ‘dat is toch geweldig nieuws? We kunnen onszelf veranderen!’ Frank lacht. ‘Dat vind ik ook, maar je staat ervan versteld hoeveel mensen, zelfs in een relatief atheïstisch land als Denemarken, dit een vreselijke boodschap vinden. ‘Maar als wij alleen maar het resultaat zijn van chemische en hormonale processen’, zeggen zij, ‘wat is dan nog het hogere doel van ons bestaan?’ Mijn antwoord is: je eigen geest creëert dat hogere doel! Jouw brein geeft je dat doel!’ Net als veertien jaar eerder, op die boot tussen Zweden en Polen, laat ik me meeslepen door het filosofische gehalte van ons gesprek. Maar ik wil eigenlijk meer weten over wat de nieuwe kennis over onze hersenfuncties betekent voor bijvoorbeeld het beïnvloeden van anderen. Want dat is cruciale informatie voor verkopers, marketeers en managers. En dus voor u, de lezer van Management & Literatuur. Gelukkig helpt Frank me. Praktische zaken ‘Het tweede wat speelt, is hoe de ontwikkelingen in de neurologie in de maatschappij in de praktijk worden gebracht. Zo moeten wij ons de vraag stellen of ons rechtssysteem wel goed in elkaar steekt. Als blijkt dat mensen er vaak echt niets aan kunnen doen dat ze gewelddadig zijn, heeft straffen dan wel zin? Of moeten we ze behandelen, als patiënten? Daar moeten we een antwoord op vinden,’ zegt Frank. ‘Er komen al producten op de markt gebaseerd op de nieuwe kennis. Neem de nieuwe generatie leugendetectoren.’ In haar boek beschrijft Frank hoe neurologen relatief eenvoudig kunnen zien, met behulp van MRI-scans of EEG’s, of iemand liegt. Zeer simpel gezegd moet het brein van iemand die liegt namelijk meerdere handelingen tegelijk verrichten: de waarheid onderdrukken, en een alternatieve waarheid verzinnen. Daardoor is er hersenactiviteit waarneembaar op verschillende plekken. Wie de waarheid spreekt vertoont veel geconcentreerdere hersenactiviteit. ‘Dit is zo’n terrein waarvan ik verwacht dat de ontwikkelingen snel zullen gaan, omdat er zoveel commerciële toepassingen zijn,’ zegt Frank. ‘Iedereen wil weten of z’n partner en kinderen liegen, of zijn werknemers of potentiële werknemers, of wie dan ook!’ En welke marketeer zal niet ooit hebben gedacht: als ik nou eens echt zou weten wat mensen denken en voelen, dan kan ik mijn reclameboodschap daar naadloos op aan laten sluiten. Het antwoordt van Frank: dat kan. Ze schrijft over een experiment in Houston, waarin mensen de Pepsi-test deden terwijl ze een MRI-scan ondergingen. Wat blijkt? In een blinde test vinden de meeste mensen Pepsi lekkerder dan Coca Cola. Dat bleek ook uit activiteit in het zogeheten centrale putamen, een deel van onze ‘primitieve’ hersenen dat registreert of we iets lekker vinden of niet. Maar als diezelfde mensen de test deden terwijl ze wisten wat ze dronken (ze konden het label zien) vonden de meesten Coke lekkerder. Zeer opmerkelijk was dat de proefpersonen nu ‘besloten’ wat ze vonden met een ánder deel van hun hersenen, namelijk de mediale prefrontale cortex: het deel van je hersenen waarmee je bewust denkt. ‘Ze vinden Coca Cola de tweede keer ook echt lekkerder!’ zegt Frank enthousiast. ‘Hun hersenen beïnvloeden hun zintuigen. Ze denken: “Coke past beter bij mij” en het deel van de hersenen dat gaat over zelfidentificatie, over wie je bent of wie je wilt zijn, neemt het over. En vervolgens vind je Coke ook echt lekkerder.’
#‘Wetenschappers kunnen bijvoorbeeld zien welke filmtrailers welke emoties losmaken.’# ‘Onze hersenen nemen beslissingen, bijvoorbeeld over wat we kopen, gebaseerd op verschillende overwegingen. Van die overwegingen zijn wij ons meestal niet bewust. Maar nu kunnen wetenschappers zien welke overwegingen dat zijn. En als je dat weet, kun je die verschillende motiverende factoren ook beïnvloeden.’ Zo worden er tests gedaan met filmtrailers voor grote Hollywoodproducties, waar mensen naar kijken terwijl ze in een MRI-scanner liggen. Wetenschappers kunnen zo zien welke trailers welke emoties losmaken en hoeveel hersenactiviteit de proefpersoon vertoont in de hippocampus, het deel van ons brein dat herinneringen ‘aanmaakt’. Gebeurt er daar niks, dan vond je de trailer misschien wel mooi, maar ga je ‘m niet onthouden en ga je dus waarschijnlijk toch niet naar die film. ‘Nu hebben we focusgroepen,’ zegt Frank, ‘maar die zijn notoir onbetrouwbaar. Al is het maar omdat mensen eigenlijk niet echt weten waarom ze iets vinden. En de hippocampus slaat niet alleen herinneringen op; de volgende keer dat je met het product in aanraking komt dat de eerste keer een positieve indruk maakte op je brein, komen er hormonen los die dat prettige gevoel van toen weer opnieuw creëren.’ Dus, vraag ik, heb ik eigenlijk zelf niet eens zo heel veel te zeggen over wat ik kies? Mijn brein beslist voor mij? Frank denkt even na en antwoordt dan: ‘Je kunt ook zeggen: hoe meer ik erover weet, hoe meer controle ik krijg over mijn keuzes. Nu word je namelijk ook al de hele tijd gemanipuleerd, maar waarschijnlijk ben je je daar helemaal niet van bewust.’ Aan de andere kant: de nieuwe neurologische kennis kan ook worden gebruikt door bedrijven met bedenkelijke mores. Neem het hormoon oxytocine. Het komt vrij bij moeders die borstvoeding geven en bij vrouwen en mannen die een orgasme krijgen. Het evolutionaire doel van de stof is waarschijnlijk de sociale band te vergroten tussen moeders en hun baby’s en tussen partners. Maar wat blijkt? Als mensen oxytocine innemen (het zit bijvoorbeeld in bepaalde neussprays), zijn ze eerder bereid andere mensen te vertrouwen. Ook, blijkt uit experimenten, financiële adviseurs. Dus, zeg ik tegen Frank, moeten hypotheekadviseurs voortaan gewoon wat oxytocine in de thee van hun klanten doen. Ze lacht. ‘Dat kan, maar het is niet erg ethisch! Maar als we weten dat het mogelijk is, kunnen we er ons ook tegen wapenen, want het gebeurt toch. Neem bijvoorbeeld reclame-uitingen die zijn gericht op jonge kinderen. Als we weten hoe schadelijk die zijn, kunnen we ze verbieden.’ ‘Het is allemaal heel dubbel,’ gaat Frank door. ‘Want als we precies te weten kunnen komen waarom mensen roken, of waarom ze te veel eten en we kunnen dat voorkomen door de juiste delen van de hersenen te beïnvloeden, dan heeft dat weer allerlei positieve gevolgen.’ Al doordenkend zegt ze: ‘En ik zie het verschil met de huidige marketing ook niet echt. Bedrijven hebben altijd geprobeerd de psyche van consumenten te beïnvloeden en te manipuleren. Het enige verschil is dat we nu onder de motorkap kunnen kijken om te zien hoe het brein echt werkt.’ Financiële sector Een andere bedrijfstak die veel interesse toont in waarom mensen handelen zoals ze doen, is de financiële sector. Op Wall Street worden miljarden gewonnen en verloren. Als je kunt zien welke processen zich afspelen in het hoofd van aandelenhandelaren
of valutadealers, kun je die proberen te beïnvloeden, of tenminste op tijd ingrijpen als het misgaat. ‘Oh, ik zou er helemaal niet verbaasd van opkijken als we over een paar jaar in de dealingrooms van grote banken handelaren zien zitten met een helm op hun hoofd,’ zegt Frank. ‘In zo’n helm zitten dan sensoren, en net zo goed als nu iemand controleert welke financiële posities individuele handelaren innemen, kun je dan iemand hebben die controleert welke emoties en hormonale processen omgaan in de hersenen van die handelaren. Als iemand in de stress schiet omdat hij hele grote verliezen lijdt, en als hij niet meer “straight” kan denken omdat zijn hormonen op hol slaan, kan de controleur ingrijpen. “Ga jij maar even koffiedrinken!”’ Frank lacht, en neemt nog een slok van haar cappuccino. ‘Of je legt sollicitanten voor dergelijke posities van tevoren in de MRI-scan om te kijken hoe hun hersenen in elkaar zitten.’ ‘Deze nieuwe neurologische kennis is handig voor alle managers,’ gaat ze verder. ‘Als ik weet hoe mijn werknemers zich voelen, écht voelen, kan ik veel makkelijker met ze communiceren en kan ik ze dus ook makkelijker zover krijgen dat ze bijvoorbeeld bepaalde dingen veranderen. Dat is niet makkelijk: de hersenen zijn gewoontedieren die vasthouden aan routines waarvan ze het gevoel hebben dat die werken. Maar uit neurologisch onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat mensen heel erg blij worden van het voldoen aan verwachtingen die aan ze worden gesteld. Als ze een taak hebben gekregen en die goed volbrengen, worden ze daar vrolijk en tevreden van, en zullen ze een nieuwe taak met enthousiasme omarmen. Helemaal als ze geprezen worden voor het goed volbrengen van die eerste taak: hersenen zijn erg gevoelig voor beloningen.’ #‘Je brein is de baas over wat jij doet, maar je kunt de baas zijn over jouw brein.’# ‘En eigenlijk is dat in mijn ogen het beste nieuws’ zegt Frank. ‘Zoals jij daarstraks al zei: je kunt je brein trainen. Neem ontwikkelde landen als Nederland en Denemarken. Wij hebben hier collectief geleerd om onze primitieve impulsen te beheersen. In plaats van nú al ons geld uit geven en nú ergens van te genieten – wat lekker voelt, want daar krijgen we een dopamine’rush’ van – hebben wij geleerd om pensioenpremie te betalen, zodat we het straks ook goed hebben. En dat geldt ook op individueel niveau. Mensen die hun impulsen kunnen beheersen, doen het op lange termijn veel beter. Ja, je brein is de baas over wat jij doet, maar jij kunt de baas zijn over jouw brein.’ Interessant genoeg ligt de sleutel tot het trainen van je hersenen – waarvan de wetenschap nu aantoont dat het mogelijk is – in het verre verleden. Onderzoek laat zien dat niemand meer controle heeft over zijn hersenen dan Tibetaanse monniken die uren per dag mediteren. Meditatie – het leren beheersen van je gedachten – werkt. Misschien verstandig om alvast naast de bedrijfskantine en de bedrijfsgym, ook een bedrijfsmeditatieruimte in te richten? Sommige van uw concurrenten zijn u al voorgegaan… • De vijfde revolutie Lone Frank Maven Publishing / 2010 / 300 blz. € 22,50