NIEUWSBRIEF fonds pascal decroos voor bijzondere journalistiek stimuleert Bijzondere Journalistiek in de Vlaamse schrijvende en audiovisuele pers
N° 24
Juni 2012
www.fondspascaldecroos.org
Data Harvest Conference 2012
© Rafael Njotea
Data Harvest Conference 2012 Van 6 tot 8 mei 2012 vond in de Erasmushogeschool in Brussel de tweede editie van de European Data Harvest Conference plaats. Het kruim van de Europese datajournalistiek – er waren in totaal twintig verschillende landen vertegenwoordigd – presenteerde er in een ongedwongen sfeer de resultaten van hun opsporingswerk en demonstreerde essentiële software die thuishoort in de toolbox van iedereen die op een ernstige manier met databanken aan de slag wil.
D
e sprekers die hun onderzoeksresultaten kwamen presenteren, gaan bijna dagelijks aan de slag met een kluwen van cijfers en gegevens waaruit ze een doorzoekbare databank distilleren waar feiten kunnen uit afgeleid worden. Vier thema’s bepaalden de dagorde van de ruim honderd aanwezige dataonderzoekers: journalism lab, get the tools, wobbing en farmsubsidy.
INHOUD 1 Data Harvest Conference 2012
2
Van ponskaart tot datablog: de ontwikkeling van datajournalistiek
3
Mede-oprichter over de Data Harvest Conference
4 IRJ-studenten wobben voedselveiligheid
5
“Vrijheid? Wat is dat?”
7
Werkbeurzen
8 Scriptieprijs
Colofon
Kiezen tussen de verschillende sessies was onvermijdelijk ook verliezen. Hier volgen enkele voorbeelden van het knap staaltje bevlogen datajournalistiek uit het overweldigende aanbod dat tijdens de driedaagse gepresenteerd werd. Datajournalistiek – ‘get the tools’
Anders Pedersen (Denemarken) visualiseerde met Google Fusion Tables farmaceutische bedrijven die dokters en klinieken sponsoren in Denemarken. Hiervoor plaatste hij beschikbare gegevens van artsen en bedrijven in Excel en linkte de database met Google Fusion om het geheel als een aanklikbare map op het internet te plaatsen. Peter Andersen (Denemarken) en Michael Kreil (Duitsland) ontwierpen via dezelfde procedure een kaart met bewakingscamera’s op openbare plaatsen. De twee maakten gebruik van crowdsourcing om aan hun informatie te komen. Iedereen mocht foto’s van plaatsen insturen waar de videocamera’s zich bevonden. Via Google Maps kon de redactie deze info ook zelf checken. Erik
Willems (Nederland) bracht schitterend in beeld welke Brusselse locaties de meeste ongevallen lieten optekenen in 2011. De presentaties van BBCzoekspecialist Paul Myers en onderzoeksjournalist Duncan Campbell (beiden Verenigd Koninkrijk) over beschikbare tools waren geniaal in hun eenvoud. Myers maakte duidelijk dat via gewoon logisch denken en door gebruik te maken van de geavanceerde zoekopties op sociale netwerksites heel wat info van personen kan opgehaald worden. Campbell gaf dan weer bruikbare tips en tools om data zodanig op je pc te organiseren en te archiveren dat je ze ook op cruciale momenten snel kan terugvinden. Wobbing
Wobbing is het werkwoord dat afgeleid is van de Wet Openbaarheid van Bestuur. Die houdt in dat de overheid verplicht is om informatie te verschaffen aan wie erom vraagt. In Zweden is dit overigens een grondwettelijk recht dat al in 1766 werd vastgelegd. Duitsland gaf wobbing pas een wettelijk kader in 2006.
Noorwegen hecht dan weer groot belang aan ethische standaarden maar scoort laag op transparantie. De Indiase WOB-specialist Shyamlal Yadav was uitgenodigd om te komen spreken over zijn aanpak van en ervaringen met de RTI (Right to Information) Act, zoals de WOB in India heet. Hij liet zien hoe zorgvuldig gekozen WOB-cases dingen in beweging kunnen zetten. Zo besliste de regering naar aanleiding van één van Yadavs onderzoeken om de buitensporige reizen van Indische ambtenaren naar het buitenland, die in totaal genoeg kilometers besloegen voor 74 reizen naar de maan, drastisch in te perken. Co-organisator Brigitte Alfter (Denemarken) adviseerde om de zaken vooral tactisch aan te pakken wanneer je een WOB-aanvraag indient, zowel op binnenlands als op Europees niveau. Zorg ervoor dat je makkelijk kan tegenargumenteren wanneer een verzoek om data wordt afgewezen. Zo geef je te kennen dat je vraag ernstig is en dat je je niet zomaar laat afschepen. vervolg op pag. 2
2
N° 24
Data Harvest Conference 2012
vervolg van pag. 1
Co-organisator Nils Mulvad (Denemarken) spoorde wobbers aan om succesvolle werkwijzen te delen om correcte én accurate overheidsdata te verkrijgen. Louter een verwijzing naar een overheidswebsite waar de data opgenomen zijn in een onoverzichtelijke databank mag niet als antwoord aanvaard worden. Mulvad maakt in zijn cases ook gebruik van crowdsourcing om de betrokken overheidsinstantie onder druk te zetten. Journalism lab
De bovenstaande voorbeelden maken duidelijk dat datajournalistiek verschillende specialiteiten combineert. Met Excel kom je al een eind maar enige kennis van programmeren
Precision Journalism
biedt nog meer perspectieven op een sterk en goed onderbouwd verhaal. Wie zich niet wil bekwamen in coderen, moet proberen goede contacten te onderhouden met programmeurs en informatici. En ook deze beroepsgroep was goed vertegenwoordigd op de conferentie, wat de trend bevestigt dat het journalistieke metier zich meer en meer in teamverband voltrekt. Op de conferentie werd dan ook terecht de stelregel verkondigd om data en werkwijzen met anderen te delen en in het journalism lab, gecoördineerd door Stefan Candea (Roemenië), konden journalisten die met ideeën zaten en programmeurs op zoek naar mogelijke verhalen elkaar vinden.
JUNI 2012
© Rafael Njotea
© Rafael Njotea
N I E U W S BRIEF FONDS PASCAL DECROOS VOOR BIJZONDERE JOURNALISTIEK
Farmsubsidy
Tot slot stond het team van Farmsubsidy.org, met medebezielers Nils Mulvad en Jack Thurston (Verenigd Koninkrijk), klaar om geïnteresseerden in de Common Agricultural Policy van de EU uitleg te geven over de nieuwe beschikbare data. Ook lichtten ze de methodes toe waarmee journalisten in de subsidiegegevens naar fraude kunnen speuren. Er waren in totaal meer dan 50 sessies om uit te kiezen met, naast diegenen die hierboven al vermeld werden, nog een heleboel andere prominente sprekers waaronder Martin Rosenbaum, de wobspecialist van de BBC, Nederlands journalist van het jaar 2011
WikiLeaks
Brenno de Winter, de Deen Staffan Dahllöf van wobbing.eu, freelancejournaliste Mar Cabra van Spanje, de Zweedse tv-journaliste Helena Bengtsson, de Sloveen Blaz Zgaga, schrijver van de trilogie In the Name of the State, en een hele delegatie van de Noorse krant Aftenposten. Verschillende presentaties van deze editie van de Data Harvest Conference zijn terug te vinden op www.wobbing.eu of via de hashtag #dataharvest op Twitter. De derde uitgave van de conferentie zal plaatsvinden begin mei 2013. Het heeft er alles van weg dat de verhalen tegen dan nog sterker en verrassender zullen zijn. Auteur: Hans Loos
VAN PONSKAART TOT DATABLOG: DE ONTWIKKELING VAN DATAJOURNALISTIEK 1888/89: Herman Hollerith vindt een telmachine voor ponskaarten uit. Vanaf nu kan opgeslagen informatie op een gemechaniseerde manier worden gelezen, met behulp van die tabelleermachine. (Een gat in de kaart betekent ja, geen gat betekent nee.) 1890: Holleriths technologie wordt gebruikt voor de Amerikaanse volkstelling van 1890. Wat bij de volkstelling van 1880 nog acht jaar duurde, klaart Hollerith in zes weken. Moderne dataverwerking is geboren. 1911: Holleriths Tabulating Machine Company fuseert met drie andere bedrijven tot de Computing Tabulating Recording Corporation (CTRC), dat zijn naam 13 jaar later verandert in International Business Machines (IBM). 1941: De Atanasoff-Berry Computer (ABC) ziet het levenslicht, de eerste elektronische rekencomputer. Hij werkt aan
de hand van binaire berekeningen en elektronenbuizen. 1952: Tijdens de presidentsverkiezingen van 1952 gebruikt nieuwszender CBS een computer (de UNIVAC I) om vroege verkiezingsresultaten te analyseren en zo de uitkomst te voorspellen. Uit de resultaten blijkt dat Dwight Eisenhower tegenstander Adlai Stevenson zal wegblazen, hoewel de opiniepeilingen een nek-aan-nekrace doen vermoeden. CBS legt de voorspelling van de computer naast zich neer, maar krijgt ongelijk. Het tijdperk van Computer-Assisted Reporting is aangebroken. 1967: Als eerste journalist ooit doet Philip Meyer aan datajournalistiek zoals wij het vandaag kennen. Voor zijn reportage over de rassenrellen in Detroit organiseert hij een grootschalige bevraging. De resultaten worden geanalyseerd met behulp van een IBM 360 en laten zien dat hoger opgeleiden even
vaak deelnemen aan de rellen als schoolverlaters, in tegenstelling tot wat algemeen werd aangenomen. Zijn onderzoek levert hem een Pulitzer Prize op. 1968: Clarence Jones van The Miami Herald analyseert de gegevens van rechtbanken in Florida en ontdekt partijdigheid in de rechtspraak in Dade County. Het is de eerste keer dat een computer gebruikt wordt om overheidsstatistieken te analyseren. 1972: David Burnham van The New York Times gebruikt een computer om gegevens van de politie van New York te analyseren en ontdekt dat het aantal aangiftes per district niet overeenstemt met het aantal arrestaties. 1973: Philip Meyer publiceert zijn boek Precision Journalism, waarin hij pleit voor meer sociaal-wetenschappelijke onderzoeksmethodes en het gebruik van databases in de journalistiek.
1989: Het National Institute for Computer-Assisted Reporting (NICAR) wordt gesticht en wil journalisten trainen om elektronische informatie te vinden, te bestuderen en te analyseren. 1990: De eerste commerciële internetprovider, The World, wordt opgericht. 1993: Naar schatting 1% van ’s werelds tweerichtingstelecommunicatie gebeurt via internet. (Bron: “The World’s Technological Capacity to Store, Communicate, and Compute Information”, Martin Hilbert and Priscila López, Science, 332(6025), 60-65) 2000: Naar schatting 51% van ’s werelds tweerichtingstelecommunicatie gebeurt via internet. 2006: De klokkenluiderwebsite WikiLeaks wordt opgericht. 2007: Naar schatting 97% van ’s werelds tweerichtingstelecommunicatie gebeurt via internet.
N I E U W S BR IEF FONDS PASCAL DECROOS VOOR BIJZONDERE JOURNALISTIEK
3
Nils Mulvad
N° 24
JUNI 2012
Farmsubsidy.org
Mede-oprichter Nils Mulvad over de Data Harvest Conference Nils Mulvad is niet de minste. Samen met IRE-directeur Brant Houston organiseerde hij de eerste twee Global Investigative Journalism Con-ferences in 2001 en 2003. Twee jaar later zette hij samen met enkele andere journalisten het project Farmsubsidy.org op poten, een datajournalistiek project waarvoor hij in 2006 de prijs kreeg voor European Journalist of the Year. En dan is hij ook nog eens een van de bezielers van de Data Harvest Conference. Nils Mulvad over datajournalistiek en de conferentie. Dit is de tweede keer dat de DHC werd georganiseerd. Hoe ontstond het idee om een conferentie te houden over datajournalistiek?
Officieel vond de eerste editie van de DHC inderdaad in 2011 plaats. Maar in principe bestaat ze al langer. In januari 2007 organiseerden we met de mensen van farmsubsidy.org een meeting in Boedapest. De bedoeling was om met journalisten uit verschillende landen landbouwsubsidiedata te zoeken en bijeen te brengen.
2007: www.opengovdata.org wordt gelanceerd om overheden ertoe te bewegen data openbaar te maken. 2008: De combo datajournalistiek/crowdsourcing vindt zijn weg naar ons land: Het Nieuwsblad lanceert zijn fietspadenenquête. 2009: The Guardian zoekt de waarheid achter de verdachte dood van Ian Tomlinson tijdens de protesten tegen de G20-top in London. De krant schakelt via Twitter haar lezers in voor het onderzoek. Citizen journalism 2.0. 2010: WikiLeaks publiceert honderdduizenden oorlogsdocumenten van de oorlogen in Afghanistan en Irak en gevoelige diplomatieke correspondentie van Amerikaanse ambassades. Sommige kranten (zoals The Guardian met haar datablog) gaan vanaf nu gericht op zoek naar datajournalisten. Auteur: Rafael Njotea
Eigenlijk was dat de allereerste DHC. Is het doel van de conferentie veranderd sinds toen?
Het belangrijkste doel van de DHC vandaag is misschien wel netwerken. Omdat hedendaagse wetgeving overwegend op Europees niveau plaatsvindt, moet data-analyse ook steeds meer op Europese schaal gebeuren. Het is nu veel makkelijker dan vroeger om in verschillende Europese landen toegang te krijgen tot vergelijkbare of volledig parallelle datasets. Tijdens een Europese conferentie zoals de DHC kan daarop dan worden ingegaan. Wel is het zo dat de grote meerderheid van de deelnemers echte doeners zijn, mensen die zich een weg door bergen spreadsheets heen willen wroeten. Daarom reiken we uiteraard ook tools aan en workshops om hun vaardigheden bij te schaven. Waarom is een Europees netwerk zo belangrijk voor datajournalisten?
Zaken zijn zo complex geworden dat je het in je eentje vaak simpelweg niet meer kan begrijpen. Hoe kan je er als Belgische journalist bijvoorbeeld zeker van zijn dat je bepaalde data uit de Balkan correct interpreteert? Hoe zit de subsidieregeling in de Scandinavische landen in elkaar? Dat is één. Een tweede voordeel is dat je projecten kunt bespreken. Ervaringen uitwisselen over oude projecten en samenwerkingen opstellen voor nieuwe projecten.
Voldoen de vaardigheden in dataverwerking van de gemiddelde journalist aan de noodzakelijke standaard?
Absoluut niet. De technologie ontwikkelt zich steeds sneller en steeds breder. Journalisten en redacties zijn al jaren niet meer mee en de meeste blijven hardnekkig achterop hinken. Vanuit sommige hoeken komt er echter stilaan een inhaalbeweging. Vooral in de VS zijn er nogal wat media die beginnen te experimenteren, zoals The New York Times en USA Today. Ook zie je steeds meer journalisten die zich afscheuren van hun werkgever uit onvrede met de manier waarop op de redactie aan data- of onderzoeksjournalistiek gedaan wordt. EEN REDACTIE DIE NOG STEEDS NIET MET DATA OVERWEG KAN, IS ZOALS EEN JOURNALIST DIE NIET WEET HOE ZIJN TELEFOON OP TE NEMEN
Spelen data vandaag een belangrijkere rol op de redactie dan gisteren?
Dat zou alleszins het geval moeten zijn. Maar op veel redacties is het nog niet zo. Ik begrijp dat niet. Overal wordt informatie bijgehouden en opgeslagen, door iedereen. Er liggen zo’n mooie schatten verborgen in archieven. Waarom zou je daar niet in gaan graven? Weet je, een redactie die vandaag nog steeds niet zelf met data overweg kan, is eigenlijk niet meer van deze tijd. Het is bijna zoals iemand aanstellen om je telefoongesprekken
voor je te voeren omdat je zelf niet weet hoe de hoorn op te nemen. Absurd, toch? Wat zijn de voordelen van datajournalistiek t.o.v. ‘traditionele’ journalistiek?
Datajournalistiek zal de traditionele journalistiek in elk geval nooit vervangen. De twee zullen naast elkaar leven en op termijn met elkaar vergroeien. Het voordeel van datajournalistiek is dat je op basis van duizenden gegevens conclusies kunt trekken die meer waterdicht zijn dan wanneer je een man of drie, vier zou interviewen. Bovendien kan je de data visualiseren en als beeld de wereld insturen. Zulke datavisualisaties zijn trouwens heuse publiekstrekkers; er zijn voorbeelden van Amerikaanse nieuwswebsites waar 60 tot 70 procent van het totale verkeer gegenereerd wordt door zulke datapresentaties. Om af te sluiten: ben je zeker dat er altijd genoeg nieuws te vertellen zal zijn om jaarlijks een DHC te houden, zoals je voor ogen had?
Daar ben ik erg gerust in. Zoals ik al zei: de ontwikkelingen volgen elkaar in zo’n hoog tempo op dat het nauwelijks bij te houden is. Daar komt nog bij dat er jaarlijks enorme hoeveelheden nieuwe data beschikbaar worden gemaakt. Én dat er steeds nieuwe problemen de kop opsteken die wobbing en de toegang tot data bemoeilijken. We zullen dus blijvend moeten zoeken naar nieuwe methodes en nieuwe manieren om verhalen te vertellen. Auteur: Rafael Njotea
N I E U W S BRIEF FONDS PASCAL DECROOS VOOR BIJZONDERE JOURNALISTIEK
4
N° 24
JUNI 2012
IRJ-studenten wobben voedselveiligheid Oud-IRJ-studenten Rudy Engels en Carmen De Rudder dienden voor hun eindwerk in 2011 een verzoek in bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) om inspectieverslagen te kunnen raadplegen. Ze deden daarbij een beroep op de WOB, de Wet Openbaarheid van Bestuur. Meer dan een jaar na datum is hun verzoek nog steeds niet ingewilligd. Rudy Engels kadert. Jullie WOB-procedure verloopt allesbehalve van een leien dakje.
Inderdaad. We waren aan ons onderzoek begonnen met als doel de inspectieresultaten van het FAVV online raadpleegbaar te maken. Het leek ons belangrijk dat mensen toegang hebben tot die gegevens. Stel: je wil uit eten gaan in Leuven. Het zou logisch zijn om dan even te checken hoe het zit met de hygiëne en met de voedselveiligheid in de Leuvense restaurants. Maar het FAVV doet wel erg hard zijn best om de resultaten van de controles niet te moeten vrijgeven. Hoe lang zijn jullie ondertussen al met de aanvraag bezig?
Op 2 maart 2011 namen we voor het eerst contact op met het FAVV. Per brief verzochten we hen – ons baserend op de WOB – om ons de inspectieverslagen van 2009 te bezorgen. Het FAVV weigerde op basis van recht op privacy, het grote aantal inspectieverslagen en de tijd die het zou kosten om al die verslagen anoniem te maken. Daarop stuurden we een vraag tot heroverweging
Ben jij ook zo lief? Hou je eerder van stevige onderzoeksreportages dan van brave verslaggeving? Volg dan de opleiding Internationale Researchjournalistiek. Lessius Mechelen en het Fonds Pascal Decroos bieden je een uniek postgraduaat aan. Je maakt kennis met technie-
aan het FAVV zelf en aan de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten. De Commissie oordeelde dat de inspectieresultaten minstens gedeeltelijk als milieu-informatie kunnen beschouwd worden, en dat is informatie waarop het publiek recht heeft. Maar het FAVV weigerde opnieuw. Op 28 juni stapten we naar de Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie. Door bevoegdheidsproblemen duurde het tot 5 oktober voor die kon handelen. Ze vroeg het FAVV om een representatief staal van de documenten, dat ze pas op 1 december kreeg. Onlangs stelde het FAVV bovendien een annulatieberoep in, waardoor we nu dus opnieuw moeten wachten op een uitspraak, die vermoedelijk pas eind dit jaar of begin volgend jaar zal vallen. Tegen die tijd zitten we dus bijna twee jaar na onze initiële vraag. Hallucinant. Welke motieven zitten er achter de houding van het FAVV?
Tja, daarover kunnen we enkel speculeren. Waarom dreigde ken waar reguliere journalisten nog nooit van hebben gehoord. Als researchjournalist moet je bereid zijn om lang op één onderwerp te werken, om minder aantrekkelijke materie te doorgronden en gebruik te maken van archieven en openbaarheidswetgeving. Je moet daarbij over een uitzonderlijke wil beschikken om iets te weten te komen dat op het eerste gezicht onvindbaar is of niet bestaat.
het FAVV eerst zelf met publicatie van de verslagen terwijl ze er nu alles aan doen om dat tegen te gaan? Zijn er problemen met hun neutraliteit? Of is er iets dat de consument niet mag weten? Daarop kunnen we geen antwoord geven.
journalisten in België zijn nog te weinig geïnteresseerd en onvoldoende getraind.
In Denemarken en GrootBrittannië zijn zulke inspectieresultaten al op te zoeken op het internet. Vanwaar het grote verschil met ons land?
Het onderzoek komt inderdaad voort uit het eindwerk dat we voor die opleiding moesten maken. Het idee kwam er toen we op Facebook of Twitter een oproep zagen passeren: “is dit niets voor een WOB?” met een link naar een Deense website waar de inspectieresultaten via de horecazaken in kwestie op een kaart gevisualiseerd werden.
Het FAVV heeft zeker een punt als het zegt dat het openbaar maken van de inspectieresultaten tijd kost. Maar ze zijn sowieso al onderbemand. In één van de antwoorden die ze ons toestuurden, gaven ze toe dat het voor hen niet mogelijk is om alle horecazaken jaarlijks te controleren. Dat terwijl het in Denemarken niet ongewoon is drie keer per jaar controle over de vloer te krijgen. Maar de schuld ligt niet alleen bij het FAVV. Er wordt in België sowieso nog veel te weinig gebruik gemaakt van de WOB. Voor een deel valt dat door de enorme bureaucratische drempel te verklaren, maar zeker niet helemaal. Veel De opleiding geeft je inzicht in hoe je een journalistiek researchproject zonder kleerscheuren opzet en biedt je hulpmiddelen aan om zelfstandig een onderbouwd en geloofwaardig journalistiek resultaat op poten te zetten. De docenten zijn Nederlandse en Vlaamse mediamensen en beroepsjournalisten met bewezen onderzoeks- of internationale ervaring. Enkele namen: Margo Smit (KRO-
Jullie volgden vorig jaar de opleiding Internationale Researchjournalistiek. Kwam de inspiratie voor dit onderzoek van daar?
Hoe heb je de opleiding voor de rest ervaren?
We hebben heel veel bijgeleerd tijdens de sessies van de verschillende docenten. En dankzij het eindwerk was het echt een doe-opleiding, waarin we veel waardevolle ervaring hebben opgedaan. Daarbij hadden we veel geluk met de begeleiding van Marleen Teugels, de eerste journaliste in België die succesvol aan wobbing deed.
Auteur: Rafael Njotea
profiel), Jan Balliauw (VRT), Rudi Vranckx (VRT), Pol Deltour (beroepsvereniging), Gie Goris (MO*), Marleen Teugels (Knack profiel), Brigitte Alfter (Journalismfund.eu). In totaal beslaat de opleiding 136 cursusuren op dinsdagen donderdagavonden. Voor meer informatie, kijk op www. researchjournalist.be.
5
Majd Khalifeh
JUNI 2012
© Xander Stockmans
© Xander Stockmans
N° 24
© Xander Stockmans
N I E U W S BR IEF FONDS PASCAL DECROOS VOOR BIJZONDERE JOURNALISTIEK
Pieter Stockmans
“Vrijheid? Wat is dat?” Majd Khalifeh, Pieter Stockmans en Xander Stockmans vroegen in 2011 een beurs aan bij het Fonds Pascal Decroos en trokken vijf maanden door Noord-Afrika en het Midden-Oosten op zoek naar de dromen van de mensen daar. Uit dat online project, Tussen Vrijheid en Geluk, kwam nadien de spin-off Stateless voort, een documentaire die werd uitgezonden tijdens het Canvasprogramma Vranckx. Er zijn ook plannen voor een boek. Een terugblik op de making of. Jullie hebben het de laatste weken waarschijnlijk al uitentreuren moeten doen, maar vertel nog eens kort hoe het idee tot stand kwam.
Majd: Ik ben opgegroeid in verschillende Arabische landen. Al een hele tijd droomde ik ervan om als volwassene terug te keren en een reis doorheen die wereld te maken. Het duurde bijzonder lang voor ik uiteindelijk de nodige reisdocumenten kreeg. Toen het eindelijk zover was, was ik dolenthousiast, maar ik wilde het niet alleen doen. Pieter en ik kenden elkaar al vijf jaar en omdat hij dankzij zijn job bij Amnesty International al zeven jaar reiservaring had in Israël en Palestina, zag ik in hem de ideale reisgezel. Xander legde op zijn beurt alles vast als kunstenaar/fotograaf. Pieter: Terwijl Majd rondliep met het idee om een reis te maken door de landen van zijn kindertijd, was ik in mijn job vooral bezig met Israël, Palestina en Libanon. Ik droomde er al lang van om ook de andere landen in de regio te leren kennen en heb dus letterlijk geen seconde moeten nadenken toen hij me vroeg mee te gaan. Hoe hebben jullie je op de tocht voorbereid?
Majd: Heel simpel: we hebben een landkaart opgehangen op Pieters appartement en zijn beginnen dromen. (lacht) Pieter: In maart 2011 zijn we begonnen met de planning. We moesten in eerste instantie twee vragen beantwoorden voor onszelf, met name ‘waar
gaan we naartoe?’ en ‘wat gaan we onderzoeken?’. Vooral op die tweede vraag was er geen voor de hand liggend antwoord. Uiteindelijk besloten we te focussen op twee abstracte, brede concepten, vrijheid en geluk, zonder dat we op voorhand een idee hadden van wat dat betekende voor de mensen daar. Majd: Die concepten moesten we natuurlijk concreet gaan invullen. Vrijheid. Wat is dat? Is dat politieke vrijheid? Economische vrijheid? Vrijheid van religie? We besloten vragen te bedenken waarop de antwoorden ons iets zouden zeggen over al die verschillende niveaus van vrijheid om aan de mensen die we onderweg tegenkwamen voor te leggen. Voor geluk deden we hetzelfde. Pieter: We kozen doelbewust voor heel simpele vragen waarop een open antwoord mogelijk is. Wat betekent god voor jou? Wat betekent familie voor jou? Wat wil je later aan je kinderen doorgeven? Waarvan word je kwaad? Telkens heel persoonlijke vragen die niet rechtstreeks verbonden zijn aan de revolutie of de huidige stand van zaken in de Arabische landen. Door ons niet te beperken tot evidente vragen zoals ‘wat heb je meegemaakt?’, konden we echt doordringen tot het leven van die mensen. En dat was precies de bedoeling. Maar daar lag ook de grote uitdaging. Een Syrische vluchteling zal bijvoorbeeld heel snel beginnen praten over zijn situatie zoals ze daarnet, gisteren, vorige week of vorige maand was. En
daar kwamen wij aansjokken als journalisten die het wilden hebben over wie zij zijn. Majd: We hebben ons ook aan dat uitgangspunt gehouden. Waar veel andere journalisten meteen vragen zouden beginnen afvuren, maakten wij vaak eerst tijd om samen te zitten en samen te leven met de mensen die we wilden ‘interviewen’. We wilden hen leren kennen, in hun wereld binnenkomen. Dat liet ons toe niet enkel te focussen op hun woorden, maar ook op hun daden. Zo wilden we de mensen leren kennen zoals ze zijn, eerder dan zoals ze zich misschien zouden willen voordoen. EN DAAR KWAMEN WIJ AANSJOKKEN ALS JOURNALISTEN DIE HET WILDEN HEBBEN OVER WIE ZIJ ZIJN
Wanneer beslisten jullie om het project ook in een tvreportage te gieten?
Pieter: Voor alle duidelijkheid: het was eigenlijk totaal niet de bedoeling om van Tussen Vrijheid en Geluk een tv-reportage te maken. Het is allemaal heel toevallig gegaan. We kwamen regisseur Senne Dehandschutter tegen toen die zelf bezig was met een project over Lampedusa. Een van de plaatsen die op onze route lag, was toevallig Zarzis in Tunesië, een plaatsje vanwaar heel veel vluchtelingen naar Lampedusa vertrekken. Voor Senne was het dus ideaal om met ons mee te gaan. Majd zat op dat moment in de procedure om een
visum aan te vragen zodat hij als Palestijn zijn eigen land zou mogen bezoeken. Senne zag daar onmiddellijk een enorm interessant project in. En zo geschiedde. Ik verbaas me er nog steeds over hoe het kan dat onze drie paden elkaar gekruist hebben, er lijkt haast een beetje magie in spel. Majd: Senne is geen MiddenOostenspecialist. Hij kent de details van het IsraëlischPalestijnse conflict niet en dat was ook goed zo. Op die manier waren we zeker dat de reportage neutraal en onbevooroordeeld zou zijn. Dat wilden we echt. We wilden een open vizier houden en filmden daarom zoveel mogelijk. Daardoor hadden we op het einde 80 uur beeldmateriaal, dat we uiteindelijk moesten reduceren tot één uur. Hoe is de reportage uiteindelijk bij Vranckx beland?
Majd: Als filmmakers moesten Senne en zijn productiehuis Earth View natuurlijk sowieso nadenken waar ze hun product aan de man konden brengen. Ik heb Senne aangeraden een mail te sturen naar Rudi Vranckx omdat ik Rudi kende van toen ik als vertaler met hem werkte voor De Vloek van Osama. Senne heeft dan een meeting geregeld waarop wij het idee hebben voorgesteld. Rudi was meteen heel enthousiast, maar ook realistisch. De kans dat ik een visum zou krijgen was klein en zonder die invalshoek was er geen verhaal. Uiteindelijk is het gelukkig wel gelukt. vervolg op pag. 6
6
N° 24
JUNI 2012
© Xander Stockmans
N I E U W S BRIEF FONDS PASCAL DECROOS VOOR BIJZONDERE JOURNALISTIEK
Vranckx
vervolg van pag. 5
Zijn jullie tevreden van het resultaat?
Pieter: Ontzettend! Maar we benadrukken altijd dat de documentaire iets anders is dan Tussen Vrijheid en Geluk. Terwijl dat initiële project immers heel breed gaat over de mensen en hun levens in de Arabische wereld, was Stateless de zoektocht naar vrijheid en geluk van Majd zelf. Voor een tv-reportage was dat een erg aantrekkelijke invalshoek, omdat Majd als staatloze op een heel concrete manier op zoek ging naar zijn roots. Maar ook omdat hij zich, net doordat hij niet gebonden is aan een nationale identiteit, misschien ook wel vrijer voelde en vrijer kon gedragen. Had de reportage een impact op het project?
Pieter: Dat was echt waanzinnig. Om je een indicatie te geven: een derde van al onze likes op Facebook hebben we gekregen in de twee weken die volgden op de Vranckxuitzendingen. Maar zoals ik al zei hebben we in alle interviews die we voor Stateless hebben gegeven – en dat waren er veel – ook gewezen op het initiële project. Vranckx was een platform waar we heel dankbaar voor zijn, maar de uitdaging is nu om al die kijkers duidelijk te maken dat er meer is dan Stateless. Majd: Stateless betekende heel veel voor mij. Het was een geweldig subproject en een geweldig succes, maar daarnaast zit het potentiële succes van Tussen Vrijheid en Geluk, en dat mogen we niet vergeten. Dankzij Vranckx hadden we opeens een publiek van 200.000 mensen. Het is zaak om die proberen mee te krijgen naar Tussen Vrijheid en Geluk. Pieter: We zijn momenteel ook aan een boek bezig, dus die
extra aandacht was uiteraard welkom. In het boek pakken we het weer wat abstracter aan en gaan we in op de dingen die mensen verdelen en de bevrijding daarvan. Joden versus Arabieren, sjiieten versus soennieten, enz. Ook daar weer is de positie van Majd uniek. Hij heeft geen nationale identiteit en zit daardoor niet vast in een hokje waar haat tegenover ‘de andere’ gepredikt wordt. Dat is wat de bevolkingsgroepen in het Midden-Oosten zullen moeten leren: loskomen van hun identiteit, van sektarisme. WIJ ZIJN NIET DE ROBERT FISKS VAN BELGIË
Majd: Ik heb de indruk dat er vroeger, toen ik op school zat, nog niet zo gefocust werd op groepsidentiteit, maar dat dat langzaam veranderd is… Wij proberen voor het boek mensen te zoeken die hun ‘sektarisch masker’ hebben afgeworpen. Mensen die misschien wel afkomstig zijn uit een bepaalde familie of groep, maar die in hun ziel veranderd zijn, gewoon mens zijn. Dat heb ik ook gedaan: ik ben een moslim, maar ik reisde en ontmoette andere mensen als mens. Wat zien jullie als de grootste obstakels voor jonge reportagemakers vandaag?
Majd: Heel veel jonge journalisten hebben schrik dat ze geen kansen krijgen. En ergens klopt dat ook wel. Wij hebben het zelf ook meegemaakt. Toen we met Tussen Vrijheid en Geluk begonnen, contacteerden we enkele krantenredacties met de vraag of ze geïnteresseerd waren. Maar de mainstream media staan niet open voor vernieuwing. Zo kregen we bijvoorbeeld het antwoord van een redactie dat ze geen
samenwerking zochten omdat ze ‘al iemand hadden in het Midden-Oosten’. Ze blijven vasthouden aan één verslaggever en dus één spoor en dat is jammer, want kranten zouden nieuwe ideeën, nieuwe mensen moeten omarmen. Dat is het mooie aan het initiatief van Vranckx en het Fonds Pascal Decroos. Zij geven mensen met weinig ervaring kansen om ervaring op te doen. Wij zijn misschien niet de Robert Fisks van België, maar we kunnen wel een goeie reportage maken.
we talent in België en kunnen we een nieuwe generatie journalisten creëren.
Pieter: Het is moeilijk om snel door te stromen tot de mainstream media. Kranten geven jonge journalisten nog zelden de mogelijkheid om hun talent te ontplooien. Je moet opboksen tegen de groten. Langs de andere kant zijn er vandaag ook veel meer mogelijkheden voor jonge mensen. Wij hebben Tussen Vrijheid en Geluk gepubliceerd op verschillende platformen: de MO*-blog, onze Facebookpagina en het YouTube-kanaal. Het was van in het begin de bedoeling om multimediaal te werken, omdat we het interactief wilden maken. De journalist van de toekomst zal ervoor moeten zorgen dat zijn lezers de totstandkoming van het product kunnen volgen: hoe hij werkt, hoe hij reist enz. En daar hebben jonge reportagemakers een serieus voordeel. Daarvoor moeten organisaties als het Fonds Pascal Decroos wel blijven bestaan. Zonder hen hadden we dit project niet kunnen realiseren. We hebben allebei onze andere job die we niet zomaar zes maanden opzij hadden kunnen zetten als we geen andere bron van inkomsten hadden gehad. Als maatschappij moeten we beloftevolle jonge journalisten kansen blijven geven. Als je hen goed voorbereidt en begeleidt, dan kan daar iets heel moois uit voortkomen. Enkel zo voeden
Weet jij hoe je een goede reportage in elkaar steekt, heb je een goed onderwerp in gedachte, of heb je al een reportage gemaakt die in het format van het programma Vranckx zou passen? Neem dan contact op met de redactie van Vranckx. De reportages duren 25 minuten en worden gedragen door de reporters, die een duidelijke stempel op hun werk drukken. Met hun persoonlijke commentaren voor de camera brengen ze de verhalen heel dicht bij de kijker. Ook de reis, de vaak moeilijke werkomstandigheden en de gevaren van onderweg maken deel uit van het verhaal. Als er in het verhaal een link is met ons land, is dat altijd een pluspunt.
Auteur: Rafael Njotea
fondspascaldecroos.org/ tussen-vrijheid-en-geluk
Fonds Pascal Decroos en Vranckx slaan handen in elkaar
Het Fonds Pascal Decroos steunt startende reportagemakers bij het uitwerken van hun idee. Als de redactie van Vranckx een project selecteert, maakt het Fonds na een positieve evaluatie van de aanvraag geld vrij voor de researchfase. Interesse? Neem contact op met de redactie: vranckx@canvas.be.
N I E U W S BR IEF FONDS PASCAL DECROOS VOOR BIJZONDERE JOURNALISTIEK
De stille revolutie
Pakistan
WERKBEURZEN
7
Grand Central Belge
N° 24
Iedereen terrorist!
Battle4Life
JUNI 2012
Ik dus naar Compostela
Gerealiseerd met steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek vzw.
Boek – De Bezige Bij
Radio – Radio 1 Krant – De Tijd Boek – Lannoo, Tielt
De stille revolutie Lisa De Bode
De aanslagen van 9/11 zorgden voor een schokgolf door de hele wereld. Journaliste Lisa De Bode toont aan hoe er een decennium later in de Arabische wereld duidelijk een stille gender(r)evolutie aan de gang is, die de weg kan vrijmaken voor meer democratie. Uitgeverij: Lannoo, Tielt ISBN: 9789020998801 fondspascaldecroos.org/ stille-revolutie
Grand Central Belge Pascal Verbeken
Terwijl België op sterven ligt, wandelt Pascal Verbeken terug naar het tijdperk van de Great Expectations. Hij maakt een voetreis langs de Grand Central Belge, de negentiende-eeuwse private spoorlijn die Wallonië met Vlaanderen verbond. Een slagader van het triomferende België, ongeveer 200 kilometer lang. Uitgeverij: De Bezige Bij ISBN: 9789085422334 fondspascaldecroos.org/ grand-central-belge
Boek - Manteau
Boek – De Geus
Pakistan
het gevaarlijkste land ter wereld Joanie de Rijke
Journaliste Joanie de Rijke raakte gefascineerd door ‘het gevaarlijkste land ter wereld’ en wilde met eigen ogen zien wat er in Pakistan aan de hand is. Ze heeft een neus voor nieuws en het lef en de tact om de juiste mensen te spreken op plaatsen waar journalisten niet direct welkom zijn. Ze voerde gesprekken met jonge zelfmoordterroristen en hun familieleden en opdrachtgevers. Die interviews worden afgewisseld met feiten en achtergrondinformatie. Uitgeverij: De Geus ISBN: 9789044517217 fondspascaldecroos.org/pakistan
Iedereen terrorist!
Denise Van den Broeck
Nog nooit heeft een terroristische aanslag zo’n impact op het dagelijks leven gehad als die van 9/11. Vooral reizen per vliegtuig werd een stuk moeilijker. Denise Van den Broeck ging undercover aan de slag als securityagente in de beveiligde zone van Zaventem. Haar taak was het opsporen van terroristen, bommen en drugs. Tijdens het onderzoek ondervindt ze dat er wel eens zeer creatief met de veiligheidsmaatregelen wordt omgesprongen. Is vliegen écht veiliger geworden? Uitgeverij: Manteau ISBN: 9789022324462 fondspascaldecroos.org/ iedereen-terrorist
Magazine – EOS Boek – komt uit in 2012
Battle4Life
Guide Sterkendries
Terwijl Brazilië in Brussel uitpakt op het cultureel festival Europalia, tempert fotograaf Guido Sterkendries de vreugde met ontnuchterende beelden uit het gastland. Uit economisch winstbejag neemt de bescherming van het Amazonewoud af: houtkapperij en platbranden bedreigen de longen van de wereld. fondspascaldecroos.org/battle4life
Televisie – AVS
de hoofdpunten van het nieuws. Vooral de ontwikkelingen in Egypte – het meest bevolkte en belangrijkste Arabische land – werden op de voet gevolgd. De vraag die iedereen zich stelt is: zal Egypte eindelijk, na decennia van dictatuur, een democratisch en burgerlijk bestuur krijgen? Chams Eddine Zaougui schetst een volledig beeld van de richting die het land uitgaat na de Arabische omwentelingen. fondspascaldecroos.org/ egyptische-revolutie
Boek – Lannoo, Tielt
Exit Concentratie
Ik dus naar Compostela
Het Vlaamse onderwijssysteem wordt getypeerd door segregatie. Maar zijn het onze zogenaamde concentratiescholen die het probleem zijn? Luk Dewulf en Inge Wagemakers lichten het Vlaamse onderwijslandschap door en geven een blik achter de schermen van de veelbesproken maar weinig gekende concentratiescholen.
Aan de basis van dit boek liggen dertig beklijvende levensverhalen van jongeren die op stap gingen. Allemaal kenden ze een moeilijke jeugd. De tocht was hun poort naar een betere toekomst. Hoe herinneren zij zich de tocht? Hoe kijken zij er nu op terug? Wat betekende die voettocht voor de rest van hun leven? Ook dertig ‘compagnons de route’ - van ouders, begeleiders tot jeugdrechters - komen aan het woord. De dertig interviews werden afgenomen door ex-begeleiders. De redactie gebeurde door Phara de Aguirre en Stefaan Vermeulen.
Luk Dewulf en Inge Wagemakers
fondspascaldecroos.org/inhoud/ werkbeurs/exit-concentratie
Magazine – Knack Krant – De Standaard
De toekomst van de Egyptische revolutie Chams Eddine Zaougui
De opstanden in de Arabische wereld behoorden maanden tot
Phara de Aguirre en Stefaan Vermeulen
Uitgeverij: Lanno, Tielt ISBN: 9789401401241 fondspascaldecroos.org/ ik-dus-compostela
Farmsubsidy.org onder vleugels Journalismfund.eu Vanaf 12 december 2011 ligt het dagelijks bestuur van de belangrijkste activiteiten van farmsubsidy.org niet langer bij EU Transparency (met zetel in het Verenigd Koninkrijk), maar bij het European Fund for Investigative Journalism, een project van het Fonds Pascal Decroos. Farmsubsidy.org krijgt financiële steun van €78.000 gespreid over twee jaar van de Open Society Foundation.
N I E U W S BRIEF FONDS PASCAL DECROOS VOOR BIJZONDERE JOURNALISTIEK
8
N° 24
JUNI 2012
Colofon
Het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek is een onafhankelijke vereniging zonder winstoogmerk (vzw) en opgericht met als doel de herinnering aan Pascal Decroos levendig te houden en zijn levenswerk voort te zetten. Alle rechten voorbehouden. Uit deze Nieuwsbrief noch de website mag niets worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de uitgever.
www.grase.be
Redactie Rafael Njotea, Hans Loos | D/2012/Fonds Pascal Decroos, uitgever | Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek vzw Rozenweg 4b | B-1731 Zellik - België | T +32 2 705 59 19 | F +32 2 705 59 29 | E info@fondspascaldecroos.org | www.fondspascaldecroos.org | V.U. Ides Debruyne