KOMENDE JAREN HONDERDEN STUDENTEN RICHTING ROOSENDAAL
HOE ZIT HET MET DE DRUGSHANDEL?
WAAR KAN JE LEGAAL GRAFFITI SPUITEN?
EERSTE UITGAVE APRIL 2019 • PRIJS 9,95
VERSTOPTE VERHALEN IN DE STAD ONTHULD!
Van kleins af aan lezen wij verhalen over wonderbaarlijke werelden, alleen bestemd voor de uitverkorenen onder ons. Deze werelden kunnen alleen geopend worden door magische wezens of schrijvers. Wij, als toekomstige journalisten laten jullie toe in de verborgen wereld van Roosendaal. Overal in Roosendaal liggen verstopte verhalen verspreid, alleen hij wie goed zoekt zal deze verborgen verhalen vinden. En dat is wat wij hebben gedaan. In ons tijdschrift zullen jullie meezingen met de carnavalsliederen, genieten van de onbekende plekjes verspreidt door Roosendaal, geconfronteerd worden met de ondergrondse drugsproblematiek, maar voornamelijk kennis maken met Roosendaal door onze ogen. De opgenoemde onderwerpen zijn nog maar een voorproefje van ons diverse en jonge tijdschrift. Als je Roosendaal nog niet kende is dit de ideale manier om nu kennis te maken met deze verborgen wereld verstopt achter de dekmantel van een rustige stille terrasstad.
Marie Frenay
Foto: Anouk Houweling
Foto: Marie Frenay
Foto: Corrado Franck
Goedemiddag allemaal, Welkom in dit tijdschrift over Roosendaal. Nou horen we je al denken: Roosendaal? Daar is toch niks te beleven? Dat was ook precies wat wij dachten toen we hoorden dat we in deze stad moesten gaan werken. Niemand had iets met Roosendaal, behalve dan de vervelende overstap op het station. Toch zijn we met een open blik naar de stad gaan kijken om te zien wat er speelt onder de inwoners. Onder het thema verborgenheid zijn wij gaan kijken naar de verborgen problemen en verhalen die je op het eerste gezicht niet zou zien. Ondanks dat eigenlijk de meeste mensen het best prettig wonen vinden in Roosendaal, omdat het
Wij zijn vervolgens de straat op gegaan en hebben veel mensen gesproken om te kijken of al deze grote en kleine problemen wel echt zo groot of klein zijn. We zijn er uiteindelijk achter gekomen dat er wel degelijk interessante onderwerpen spelen in Roosendaal. Al kostte dat soms even wat zoekwerk‌ en soms wel erg veel, maar het is ons gelukt. In dit tijdschrift ga je heel veel uiteenlopende onderwerpen tegenkomen van leegstand van winkelpanden in de binnenstad tot de aanleg van zonneparken, van de moskee tot de verhuizing van het ziekenhuis. Er komt van alles aan bod.
zo lekker rustig is, kwamen mensen ook met problemen. We hebben veel verschillende problemen gehoord zoals: plastic dat te vroeg aan de straat wordt gezet, te weinig plekken voor jongeren, Maar er waren toch wel twee grote onderwerpen die steeds terugkwamen: drugsoverlast en vergrijzing.
Wij hebben er in elk geval veel plezier in gehad om samen dit tijdschrift te maken. Ook al kostte dat soms veel werk. Wij hopen dat jij als lezer net zo veel plezier beleeft in het lezen van dit tijdschrift, als dat wij hebben gehad om het te maken. Houdoe!
22
38
44
18
12
20
30
14
9 9
Foto: Anouk Houweling
Elk jaar wordt er in de Hall Of Fame-loods een ‘’graffiti jam’’ gehouden. Hierbij kunnen graffiti-spuiters hun kunsten op een legale manier laten zien. Dit jaar vindt de 5e editie plaats op 29 juni. In Roosendaal staat de Hall Of Fame-loods. De loods bevindt zich aan de andere kant van het spoor tegenover het centrum. Door de afgelegen locatie en de onverzorgde gebouwen waarbij het onkruid omhoog schiet geeft het een grimmig sfeertje. Maar zodra je het terrein van de loods oploopt zie je mensen rond een kampvuur gezellig kletsen. Er brandt een fel licht vanuit de loods en wanneer je eenmaal binnen bent sta je aan een grote bar en word je gelijk omringd door de grote graffitikunstwerken op de muren. 5 jaar geleden is initiatiefnemer/voorzitter van het pand Remco van den Beemd hier gestart nadat hij in opdracht van de gemeente blokken bij de Oostelijke Haven moest spuiten. In ruil hiervoor kreeg hij de sleutels van de loods. Gelijk de dag erna belde hij naar de gemeente met de vraag of hij van de loods een Hall Of Fame mocht maken. Een plaats voor iedereen om legaal te spuiten of je nou een ‘’king’’(gevorderde) of ‘’toy’’(beginner) bent. Het is woensdagavond en binnen staat Remco al klaar. Hij vertelt gelijk wat er op de woensdagavond hier gebeurt. ‘’Wij zijn elke woensdag vanaf 7 uur s ‘avonds open voor de spuiters die hier willen komen oefenen. Dit zijn dan meestal jongeren uit Roosendaal.’’ Remco geeft meteen even een kleine rondleiding en laat wat grote kunstwerken zien. De spuitbussen, verfpotten en blikjes bier liggen nog verstrooid door de loods. ‘’Het is nogal een rotzooi maar we zijn weer van plan om een grote schoonmaak te houden voor de graffiti-jam in juni’’, vertelt Remco.
‘’Dit is ook wel nodig want het belooft weer een grote jam te worden waar spuiters uit verschillende landen binnen en buiten de loods hun kunsten laten zien.’’ Vier jaar geleden organiseerde de Hall Of Fame de eerste jam en kwamen er dertig spuiters op af. Remco vertelt trots dat dat aantal vorig jaar al opliep naar 200 spuiters: ’’Dat wil zeggen dat wij de grootste graffiti-jam organiseren van heel Nederland. En dat in Roosendaal!’’ Roosendaal is nou niet echt een stad dat zich door iets laat kenmerken, daarom is Remco erg blij met de populariteit van de loods: “Hier in Roosendaal hebben we een goede organisatie. We hebben afspraken met de gemeente en wij zorgen er zelf met een groep voor dat alles goed verloopt. Iedereen weet waar je legaal graffiti kan spuiten en wij begeleiden hen hier ook bij.’’ Remco vertelt dat dit is een groot verschil met de grote steden zoals Amsterdam en Rotterdam. Daar krijgen ze het niet voor elkaar om samen met de gemeente het legaal spuiten helemaal door te voeren. Het mooie van hun jams is dat zij het organiseren zonder ook maar enige subsidie en dat is hun kracht, zegt Remco. ‘’Meerdere benodigdheden krijgen we of kopen we over voor een mooi prijsje. Dus in principe zijn we niet afhankelijk van subsidies.’’ Naast dat er veel graffiti wordt gespoten in de loods zijn er ook kunstenaars met hun eigen werkplek in het gebouw. Ze maken hier hun eigen kunst maar geven ze ook workshops en houden ze kinderfeestjes. Een van die kunstenaars is Myrthe van der Gaag. Zij schildert in haar eigen stijl en vindt het daarnaast leuk om kinderfeestjes te begeleiden. ‘’Toevallig had ik vanmiddag een kinderfeestje van een meisje. Ze gaan dan met de groep rond de grote tafel zitten en dan mag de jarige kiezen wat we gaan schilderen, erg leuk om te doen!’’, zegt Myrthe. Remco hoopt dat ze in de toekomst meer spots kunnen krijgen: ‘’De loods is al heel groot en voor de woensdagen hebben we ook genoeg ruimte voor de spuiters. Voor de jams zou meer ruimte en meer hekwerk wel erg van pas komen. Ik wil niet perse groter maar ik wil dat iedereen het goed naar zijn zin heeft en blijft houden. Ik denk dat dat het hoofddoel is. Het hoeft niet hoger of beter in kwaliteit. Zolang iedereen zich maar op zijn gemak en welkom voelt!’’
Auteur + foto: Joris Gaakeer
9
Auteur + foto: Joris Gaakeer
‘‘Hier in Roosendaal hebben we een goede organisatie. Iedereen weet waar je legaal graffiti kan spuiten en wij begeleiden hen hier ook bij’’ 13
VERKEERSPROBLEMEN BIJ HET VRIJDAGMIDDAGGEBED: ''HET IS VOORAL BELANRIJK OM REKENING MET ELKAAR TE HOUDEN''
14
Op iedere vrijdag, de dag van de bijenkomst volgens de Koran, bezoeken honderden moslims het Marokkaans Islamitisch Centrum Roosendaal (MICR) voor het vrijdagmiddaggebed. De asfaltstrook naast de moskee, aan de Burgemeester Schneiderlaan, dient deze vrijdagen ook als parkeerplaats, wat door een aantal bewoners van de wijk Kortendijk als hinderlijk wordt ervaren. Dit blijkt uit een enquête op de Facebookpagina van de wijk, waarnaast de moskee ligt. Het is een drukte van jewelste op de wegen richting de moskee voor aanvang van de Salat al-djuma. Nadat als laatste een auto met Belgische kentekenplaten het terrein van het MICR oprijdt, worden bij de oprit vier pylonen geplaatst door Khalid Bajoui, verkeersregelaar en handhaver van de gemeente Roosendaal. Een zwartkleurige Volkswagen Golf probeert de parkeerplaats van het MICR te bereiken. Tevergeefs. De verkeersregelaar, te herkennen aan zijn oranje gemeentehesje, gebaart dat het parkeerterrein vol is. De gefrustreerde bezoeker fronst zijn wenkbrauwen en rijdt in een hoog toerental weg, op zoek naar de volgende parkeermogelijkheid.
Aan de kant van de Burgemeester Schneiderlaan hebben zich een kwartier later tientallen auto’s verzameld die geen plekje hebben bemachtigd op het moskeeterrein. “Vol is vol”, zegt Khalid Bajoui lachend. “Ondanks die pylonen proberen ze het alsnog, maar meer auto’s passen er echt niet bij. En dat terwijl we al best veel parkeerruimte hebben op het terrein.” De moskee, geopend in 2014, kwam er niet zonder protest. Bekladding, poging tot brandstichting en als dieptepunt het ophangen van een dood schaap vertraagden de bouw van de moskee. “Onbekend maakt onbemind”, zegt Denise van Zundert, clusterhoofd van de politie Roosendaal. “Het is nieuw en spannend. De mensen weten misschien niet wat het met zich meebrengt.” De verkeersdrukte zorgt soms
toegestane 50 kilometer per uur en het slechte zicht voor auto’s die over de Burgemeester Schneiderlaan rijden. “Doordat er vaak harder dan de maximumsnelheid wordt gereden, in combinatie met de flauwe bocht waarin er door veel bezoekers wordt geparkeerd, levert dit gevaarlijke situaties op met inparkeren, wegrijden en oversteken.” Bajoui, vrijwilliger van de moskee en werkzaam bij de gemeente Roosendaal, voegt hieraan toe: “Het is vooral belangrijk om rekening met elkaar te houden. Ik snap dat het voor wat irritatie kan zorgen, maar op een vrijdagmiddag is het vaak maar twee uurtjes druk.”Abdessamad Tihani, één van de bezoekers van de moskee, is het met Bajoui eens. “Maar”, zegt hij, “omdat veel mensen uit de buurt met de auto naar de moske komen, is het op vrijdagmiddag ererg druk.”
“Het is nieuw en spannend. De mensen weten misschien niet wat het met zich meebrengt.” voor wat irritatie uit de wijk Kortendijk, gelegen aan de andere kant van de weg die deze wijk, evenals Langdonk, met andere stadsdelen en de snelweg verbindt. Uit een peiling onder bewoners van de wijk, ingevuld door 36 mensen, blijkt dat de helft last heeft van verkeershinder bij de moskee. Vijftien anderen kozen voor ‘af en toe’ of ‘nauwelijks’. Slechts drie anderen ervaren geen hinder door het verkeer. Ook gaven negen bewoners al aan, bij een open vraag welke problemen zij ervaren, last te hebben van parkeerproblemen, gevaarlijke situaties en chaos op de weg. Volgens Van Zundert wordt het gevaar veroorzaakt door het veelal harder rijden dan de Auteur + foto’s: Corrado Francke
Op het laatste moment ziet de bestuurder van een lichtblauwe Fiat een plekje langs de weg voor zijn voertuig en trapt de rem vol in. Binnen een paar seconden staat de auto op de gewenste plek, zonder hierbij de auto te raken die maar een paar centimeter voor de achteruit ingeparkeerde Fiat staat. Voor de auto erachter was het even wachten, maar de geduldige bestuurder geeft zijn medeweggebruiker de tijd. “Tijdens de ramadan is gemeente en politie aanwezig om het verkeer in goede banen te leiden”, vertelt Van Zundert. “Ook zijn er duidelijke afspraken gemaakt tussen politie, gemeente en het moskeebestuur 15
al wordt het soms gedoogd.” Van een wijkagent kreeg Van Zundert al eens te horen dat het onmogelijk was om iedereen te bekeuren vanwege het groot aantal fout geparkeerde auto’s. “Want als je één auto bekeurt, moet je alle auto’s bekeuren.” “Ïk snap dat het voor wat irritatie kan zorgen, maar op een vrijdagmiddag is het vaak maar twee uurtjes druk.” De verkeersdrukte en het parkeerprobleem is, voor de bewoners die de enquête hebben ingevuld, de enige vorm van mogelijke overlast rondom de moskee. Uit de peiling op de Facebookpagina van Kortendijk blijkt dat ruim twintig procent wel problemen verwachtte, maar dat deze zich niet of nauwelijks hebben voorgedaan. Bijna veertig procent verwachtte geen problemen en ondervindt sinds de opening van de moskee in 2014 geen of weinig problemen. Waar bijna alle bezoekers netjes de aanwijzingen van de verkeersregelaars opvolgen, is er ook een uitzondering. Een Volkswagen, 16
waarvan de beestuurder wat gehaast aan komt rijden, kiest voor een plekje bij de bushalte. “Jammer dat hij zich niet aan de regels houdt”, zegt een dame in de auto voor het scheef geparkeerde voertuig. “Die had wel heel erg veel haast, als je hem zo bij de bushalte neerzet.”Na afloop van het gebed, rond twee uur, komt de parkeerplaats tot leven. Met behulp van de verkeersregelaars verlaten de auto’s één voor één het terrein, waarna ze van een aantal bestuurders op de
Burgemeester Schneiderlaan om en om in mogen voegen. Op één bijna-misverstand na verliep alles vlekkeloos en binnen een kwartier is het terrein zo goed als leeg. Een automobilist roept lachend iets naar zijn voorganger. In al zijn enthousiasme vergeet hij zijn koppeling in te trappen en valt op een knullige manier uit. Een paar auto’s zijn verplicht te stoppen maar wachten geduldig achter hem. De grappenmaker start zijn auto en sluit achter zijn voorganger aan, om zijn weg richting huis te vervolgen.
IEDER MAANDAG MARKT OP DE
Foto’s: Corrado Franck
Wie op de Nieuwe Markt loopt, kan zijn oog laten vallen op een bijzondere, vrolijke decoratie. Een aantal afvalbakken zijn namelijk opgefleurd met grasmatten met daarop rode en roze bloemetjes. Deze zien er kleurrijk uit, maar ze zijn ook een maatregel van de gemeente om iets aan zwerfafval te doen.
de gemeente zijn de grasmatten onderdeel van een pilot, waarbij naar het effect van de grasmatten gekeken wordt. Naderhand gaat de gemeente dan beslissen of ze ook op andere locaties grasmatten zal plaatsen. Tot nu toe lijkt het volgens de gemeente wel enigszins te werken. Er is minder bijplaatsing van afval, en als het er geplaatst wordt, is dat naast de grasmatten. Verder is er tot nu toe ook geen schade of vandalisme aan de grasmatten geconstateerd.
Bij het recent ingerichte plein bij het centrum, de Nieuwe Markt, zijn er nog volop werkzaamheden aan de gang. De kans is groot dat je werkverkeer en mannen in oranje hesjes rond ziet lopen. Als je verder het centrum uitloopt, heb je ook kans dat er iets anders kleurrijks opvalt. Rechts, in een zijpaadje achter een schuin weggezette wegversperring, zie je zes afvalbakken, variërend van afvalbakken voor papier tot restafval en glas. Maar dat is niet wat er zo bijzonder is aan deze containers. De bloemetjes die eromheen schijnen te groeien, trekken de aandacht.
Psychologie De gemeente heeft dus gekozen voor het plaatsen van grasmatten met bloemen. Het enige onderzoek dat hiernaar gedaan is, komt van ANDC, het bedrijf wat het idee van de bloemetjes verzonnen heeft. Hun werkwijze is samenwerken met gedragspsychologen, die op een positieve manier gedrag stimuleren. Zo hebben ze bijvoorbeeld met een opvallend voetspoor naar een prullenbak gepoogd om mensen te stimuleren afval op de juiste manier weg te gooien. In het geval van de grasmatten met bloemen (ANDC noemt ze “containercoats”) hebben ze ook een psychologische invalshoek gebruikt. In hun onderzoek noemen ze bijvoorbeeld dat een schone en nette omgeving minder snel zal leiden tot het dumpen van afval. Bloemen en gras zorgen voor een associatie met natuur en dus ook met schoon. Verder geven de bloemetjes aan dat het niet de bedoeling is om naast de afvalbakken afval te plaatsen. Soms is dat voor mensen nogal onduidelijk, blijkt. Verder werden bij dit onderzoek boodschappen op de tegels gezet over de manier waarop het wel moet. Dit is overigens niet het geval bij de afvalbakken in Roosen daal. De resultaten uit het onderzoek waren positief.
Zwerfafval en grofvuil Zo ook van voorbijgangers. Van meneer Jos (44) bijvoorbeeld. Hij werkt als coach in de Roosendaalse sporthallen. Hij vindt de bloemen leuk staan, en geeft aan dat zijn dagelijkse wandeling naar de afvalbak toch iets vrolijker wordt. Maar dat ze ook een functie hebben, wist hij niet. “Volgens mij is het alleen maar voor de mooiigheid.’’ Dat dacht een medewerkster van Opticien Van Wely, de brillenzaak naast de afvalbakken, ook. Als haar gevraagd wordt of ze ook van de vuilwerende functie van de plastic flora weet, is het antwoord negatief. Wel weet ze te vertellen over de ernst van het probleem. “Er lagen hier wel erg vaak volle zakken met afval naast de bak of gewoon op straat. Soms ook grofvuil, tapijten en dat soort rommel.” Op dat moment liggen de bloemetjes er ook netjes bij. Belangrijker is, dat er geen spoor van grofvuil of ander afval te bekennen valt. Afval blijkt niet alleen een probleem in het centrum te zijn, eigenlijk is dit door heel Roosendaal een ergernis. Bij navraag in de wijk Kortendijk bijvoorbeeld, was het zwerfafval, met name ook bij afvalbakken, een doorn in het oog van buurtbewoners. De gemeente erkent dit probleem ook, en dit is dus een van de oplossingen die ze aandraagt. De grasmatten die momenteel bij de afvalbakken liggen zijn echter niet de uiteindelijke oplossing. Volgens een woordvoerder van
Auteur en foto’s: Juan de Graaf
Onderzoeksresultaat Mede-eigenaar van ANDC, Frank Marcellis over de resultaten van het onderzoek: “Het blijkt dat de reductie enorm is: tot wel 80 procent. De verwachtingen waren zo rond de 30, misschien 40 procent, maar de resultaten in het onderzoek waren echt onverwacht.” Verder meldt hij dat de containercoats, in Rotterdam tenminste, nog steeds hun gewenste effect hebben. “Uit de meting van afgelopen december, is gebleken dat na 9 maanden de reductie nog steeds rond de 70 procent zit.” Wat ook blijkt, volgens Marcellis, is dat de maatregel populair is onder buurtbewoners. “Je ziet bijvoorbeeld vaak dat mensen verrast zijn en foto’s maken en ze delen op social media.” De caissière van de tweedehandswinkel naast de afvalbakken is niet zo enthousiast. “Ik ben blij dat de gemeente er iets aan doet, want het is al erg lang een probleem. Maar of dit gaat helpen weet ik niet. Zo’n probleem is veel eerder iets wat de mensen zelf moeten verbeteren.” Haar collega stemt in. “Ik vraag me af wat een stel bloemetjes zal gaan helpen. De afgelopen tijd is het wel iets minder geworden, dat denk ik wel. Of het op lange termijn gaat helpen, moeten we echter nog zien. Maar ik ben wel positief.”
“Je ziet bijvoorbeeld vaak dat mensen verrast zijn en foto’s maken en ze delen op social media.” 19
Onze tweede gast op de redactie was Bjorn Rommers, Voorzitter van de jongerenraad in Roosendaal. Niemand weet beter wat er onder de jeugd speelt als de jongerenraad. Hij gaf ons een kijkje in de wereld van het iets vergrijsde, maar toch nog zeer levendige Roosendaal. Wat houdt de jongerenraad precies in, en waar zijn jullie allemaal mee bezig? “ De jongerenraad is een belangenorganisatie voor de jongeren hier in de gemeenten. Wij houden ons bezig met beleid dat jongeren aangaat, dat gaat van tot hoe laat mag je uitgaan in Roosendaal tot studentenwoningen. In principe is het een groep die zich bezighoudt met jongeren tussen de 13 en 27. Maar als ik kijk naar alle onderwerpen waarmee wij bezig zijn, dan wil dat ook nog wel eens buiten die leeftijd grenzen gaan. We zitten nu in ons zevende jaar, wij hebben er bijvoorbeeld voor gezorgd dat de uitgaanstijd van drie uur naar vier uur is gegaan. Ook hebben we er voor gezorgd dat het bevrijdingsfestival hier naartoe is gekomen. We hebben ook een drugsbeleid, we willen graag dat er weer een coffeeshop wordt geopend in Roosendaal. voornamelijk om overlast te verminderen en veiligheid terug te brengen. Ondanks dat ons dat niet is gelukt, is wel weer de discussie op gang gekomen. Dat was voor ons ook al een kleine overwinning.” Wij hebben gemerkt dat Roosendaal best wel aan het vergrijzen is, hebben jullie er moeite mee om jongeren hier te houden? “De gemeente is haar standpunten aan het veranderen. Vroeger ging het vooral om de oudere. Tegenwoordig richtten ze zich ook meer op de jongeren en gezinnen met kinderen. Zo is er bijvoorbeeld een associate degree academie gekomen, wat veel
20
BIJ DE REDACTIE OP DE
nieuwe studenten met zich mee brengt. Er is dus nu ook in Roosendaal een doorstroom mogelijkheid van het mbo naar het hbo. Wij roepen al heel lang dat er een hbo opleiding moet komen in Roosendaal. Hij is er nu, mooi! Maar we moeten ook vooruit blijven denken. Het is nu belangrijk dat deze studenten hier ook blijven. De studenten moeten hier kunnen werken, sporten, wonen en natuurlijk bier kunnen zuipen. Daar moet nog wel aan worden gewerkt.” Waar is de jongerenraad op dit moment mee bezig? “Wij hebben ons altijd met heel veel verschillende dingen bezig gehouden, maar met heel weinig budget. Wij krijgen subsidie om te kunnen doen wat we willen doen en dat was in het begin best wel een flink bedrag. Maar toen kwam de adviesraad Sociaal domein en toen wilden ze eigenlijk dat wij daar bij aansloten. Dat hebben we niet gedaan, omdat wij vinden dat wij een hele specifieke doelgroep hebben en niet in het grote geheel willen worden opgenomen. Want we willen helemaal niet mee discussiëren over vraagstukken die de jeugd helemaal niks aangaat. Omdat we hierop nee hadden gezegd ging onze subsidie omlaag. Dit is nu mijn tweede jaar als voorzitter en ik heb daar vorig jaar al redelijk tegen aan lopen schoppen bij de wethouder. Met succes want onze subsidie werd weer verhoogd. Voor ons was dit een moment om even naar ons zelf te kijken, voordat we heel veel dingen weer gaan oppakken. We zijn nog steeds wel met wat dingen bezig die altijd wel lopen. Zoals de nationale jongeren herdenking waarmee aan werken en de dag voor de democratie. Ook werken we mee aan wat losse kleine projecten zoals bijvoorbeeld een thema avond van de gemeente. Maar op dit moment zijn we echt bezig met onszelf te verbeteren.”
Auteur: Rink Boerma
21
HELPT HBO STUDENTEN NAAR ROOSENDAAL TE TREKKEN?
Afgelopen september is het eerste lesjaar van de Associate Degrees Academie (Ada) in Roosendaal gestart. Tweehonderd studenten startten met hun opleiding en reizen elke dag naar de stad. Een lege markt met lege terrasjes, een aantal fietsende mensen en een groepje 50-plussers die de bibliotheek binnenlopen: typerend voor Roosendaal. Weinig tieners en jongvolwassenen in het straatbeeld te vinden. Op de Nieuwe Markt zijn de marktlieden hun kraam al aan het afbouwen, terwijl het pas 3 uur middags is. ‘’Het komt nu ook door het slechte weer hoor, maar de markt is niet meer zoals het geweest is. Vroeger was Roosendaal onze beste markt om op te staan, nu onze slechtste’’, vertelt Denise, een van de medewerkers van groentekraam Poppelaars, terwijl ze het doek boven de kraam ervan afhaalt. Roosendaal vergrijst en loopt leeg, dat is duidelijk. Ook de gemeente weet dit, en daarom is er sinds september 2018 een HBO-opleiding gestart in Roosendaal. 22
Wie voorbij de Roselaar naar het Mill Hillplein loopt ziet gelijk het grote gebouw staan. Op de voorkant hangt een nieuw spandoek: ‘’Associate Degree Academie’’. Ook pronken er letters met dezelfde tekst op het gebouw. Naast de toegevoegde tekst ziet het voormalig belasting kantoor aan Mill Hillplein 1 er van buiten nog hetzelfde uit als voorheen. Een grote verandering heeft wel plaatsgevonden: er lopen nu dagelijks zo’n 200 studenten het gebouw binnen om hun colleges te volgen. Een stap het gebouw binnen, en de frisse sfeer is al meteen merkbaar. Aan de buitenkant mag er er wel niets veranderd zijn, de binnenkant van het gebouw is flink aangepakt. Ondanks dat het gebouw aan een van de drukste wegen in Roosendaal ligt, is daar binnen niets van te merken. Het gebruik van hout in combinatie met wit geverfde muren en plafonds brengt rust met zich mee. Als je door het gebouw loopt, kom je vaak planten tegen, en accenten van licht groen in stoelen, bankjes, lampen en vloeren. Het geeft een natuur-achtige vibe.
Een paar gangen verder, is er een ruime binnenplaats. Door de hoge muren gevuld met ramen kan je naar andere ruimtes kijken. In het midden staat een grote boom met daaromheen ronde tafels waar je aan kunt zitten. Ook is er aan een kant een soort barretje met barkrukken gemaakt zodat je hoger kunt zitten. Alles geeft een heel open gevoel. ‘’Dit vind ik zelf ook zo mooi aan de school. Alles is zo open! Je kan overal goed zitten om aan school te werken’’, vertelt Roy van Bergen (19) die zelf de opleiding Associate Degree Health & Social Work volgt. ‘’Zelf kom ik uit Goes en was deze school het dichtste bij. Het is ongeveer een uurtje reizen, dus is het makkelijk om na school nog even met vrienden een terrasje te pakken. Ik hoef namelijk niet zover meer naar huis te reizen achteraf’’. Ook studente Laura van Gastel (18) hoeft haar stad nu niet uit voor een opleiding: ‘’Ik woon zelf in Roosendaal, en als deze opleiding hier niet gestart was, had ik toch naar Breda of Tilburg gekeken.’’ vrienden een terrasje te pakken. Ik hoef namelijk niet zover meer naar huis te reizen achteraf’’. Ook studente Laura van Gastel (18) hoeft haar stad nu niet uit voor
‘‘De gedachte moet niet zo zijn; Óh, er komen nu 200 studenten, laten we even een fietsenrek bij het gebouw erbij zetten’. We moeten wel blijven nadenken’’ een opleiding: ‘’Ik woon zelf in Roosendaal, en als deze opleiding hier niet gestart was, had ik toch naar Breda of Tilburg gekeken.’’ Samen met de AD Health & Social Work, wat de populairste opleiding is met 39 studenten, verzorgd Ada nog 6 andere opleidingen: Ad Accountancy, Ad Bedrijfskunde, Ad Engineering, Ad Human Resource Management, Ad Informatica, Ad Logistiek en Ad Management. Een Associate Degree opleiding is een tweejarig praktijkgerichte voltijd opleiding met een wettelijk erkend HBO-diploma. Veel opleidingen met ruimte voor veel studenten. Als dit een paar jaar zo goed blijft lopen als dat het dit jaar doet, kan de opleiding wel zo’n duizend studenten na vier jaar verwachten. Nu is het nog een kunst om al die studenten in Roosendaal te houden. De Jongerenraad van Roosendaal is hier druk mee bezig: ‘’De gedachte moet niet zo zijn; ‘Oh, er komen nu 200 studenten, laten we even een extra fietsenrek bij het gebouw erbij zetten’. We moeten wel, nu de opleiding er is, blijven nadenken en kijken wat we nog meer voor deze studenten kunnen doen’’, vertelt Bjorn Rommens (25), voorzitter van de Jongerenraad. Jongeren brengen veel voorzieningen met zich mee. Ze moeten bij hun bestemming aan kunnen komen, vervolgens een goede leerruimte hebben, maar daar houd het niet bij op. ‘’De jongeren moeten ergens kunnen wonen, mochten ze dat willen. Ze moeten kunnen
werken, kunnen sporten, maar ook naar de bioscoop kunnen, noem het maar op. Daar zijn we nu druk mee bezig. We hebben ook de uitgaanstijd in de cafés van 3 naar 4 uur kunnen opschroeven!’’, voegt Rommens enthousiast toe. Het bereiken van jongeren lijkt mij lastig. Je kunt onmogelijk iedereen spreken, of je dagtaak ervan maken jongeren op te speuren in Roosendaal. Overal waar je door het centrum loopt, kom je jongeren amper tegen. ‘’Ik zou heel graag willen zeggen dat ik met één druk op de knop alle jongeren in Roosendaal bereik en dat ze kunnen zeggen wat ze vinden. Het is heel lastig, maar we proberen het wel. We zitten op het moment met tien jongeren in de jongerenraad, dus we gebruiken in principe ook ons eigen netwerk’’. De Jongerenraad in Dordrecht is bezig met een pilot op te starten waarbij er stellingen op een maar we proberen het wel. We zitten op het moment met tien jongeren in de jongerenraad, dus we gebruiken in principe ook ons eigen netwerk’’. De Jongerenraad in Dordrecht is bezig met een pilot op te starten waarbij er stellingen op een op een website komen te staan en jongeren alleen maar ja of nee hoeven aan te klikken. ‘’Ja, wij werken met hen samen om deze pilot werkelijkheid te maken. Het duurt nog wel eventjes, maar de plannen liggen op tafel. Het is de bedoeling dat jongeren zo
laagdrempelig en snel mogelijk hun mening kunnen doorgeven. Dat gaat ons heel snel helpen’’.
‘‘Als ik deze opleiding leuk blijf vinden, dan ga ik zeker kijken voor een kamer om hier in Roosendaal te gaan wonen!’ Roosendaal krijgt nieuwe kansen door de komst van deze opleiding. Als de verwachtingen worden waar gemaakt, komen de studenten met hordes richting Roosendaal de komende jaren, worden er meer evenementen gehouden en komen er nieuwe gelegenheden om leuke dingen te doen. Roosendaal is in opbloei. En wie eventjes geduld heeft, kan hier heerlijk van meegenieten over een paar jaar. ‘’Als ik deze opleiding leuk blijf vinden en ik zit in mijn tweede jaar, dan ga ik zeker kijken voor een kamer om hier in Roosendaal te gaan wonen!’’, aldus Roy van Bergen, student Ada. Auteur + foto: Lotte Snepvangers
MENINGEN
IK VOEL ME HIER THUIS, IK WOON HIER AL M'N HELE LEVEN! - RENEE JAMMER DAT ER VEEL LEEGSTAANDE PANDEN ZIJN. IK WINKEL GRAAG! LINDA AL MIJN VRIENDINNEN WONEN IN DE BUURT - KIM IK ZIT HIER ALLEEN MAAR OP DE VAVO - TIM MIJN MOEDER WOONT HIER, IK KOM HIER EN PAAR KEER PER WEER VOOR MANTELZORG - MARIANNE IK WERK HIER NU ALLEEN, MAAR IK BEN HIER OOK OPGEGROEID. IK VOEL ME ALTIJD EEN BEETJE THUIS HIER - CHANTAL IK ZOU WEL MEER GROEN WILLEN ZIEN IN DE STAD - LIESBETH GEZELLIGE STAD! ALFRED IK ZIT HIER NU OP DE HBO-OPLEIDING, AF EN TOE PAK IK OOK EEN TERRASJE - ROY JE HEBT HIER LEUKE DINGEN ZOALS KARTEN EN LASERGAMEN - JINO LEKKER UITGAAN IN HET WEEKEND! - LARS IK BEN HIER ALLEEN VOOR SCHOOL, VOOR MIJ IS HET EEN BEETJE EEN UITGESTORVEN STAD - THOMAS IK KOM HIER NOG REDELIJK VAAK HEEN OM TE WINKELEN - LARISSA IK BEN HIER EIGENLIJK ALLEEN MAAR OP 'DOORREIS', OMDAT IK EEN UUR OP DE TREIN MOET WACHTEN GING IK EVEN KOFFIE HALEN - STEVIE IK VIND HET WEL EEN LEUKE STAD - JAN IK KOM HIER AF EN TOE VOOR HET ZIEKENHUIS EN IN DE TIJDEN DAT IK MOET WACHTEN LOOP IK MEESTAL EEN RONDJE. VERDER KOM IK HIER NIET - ANJA NET ALS EEN PAAR WEKEN TERUG, MET CARNAVAL, IS HET ECHT LEUK HIER! - CAROLINE
25
Je kunt het herkennen door een bord met hun groen-blauwe logo, maar misschien is de poort met het steegje erachter nog veel herkenbaarder. Als je het steegje inloopt, zie je aan je rechterhand een terrasje, met links is de ingang naar het lunchlokaal. Als ik binnengelopen ben, heet eigenaresse Marielle Rozendal, mij welkom. We lopen langs de open keuken, waar een stuk of twee koks druk bezig zijn. Het pand heeft een kenmerkend ouderwetse uitstraling, je ziet boven je steunbalken lopen, en naast je staan kasten met keurig servies, klokken en andere accessoires. Tot nu toe is de sfeer prima in orde, deze zaak heeft een onderscheiden eigen stijl. Maar dit is niet het enige bijzondere aan Noen Mevrouw Rozendaal begint te vertellen. Lunchlokaal Noen is eigenlijk begonnen als een droom, vertelt ze. Al lange tijd had ze in gedachten om haar twee passies, namelijk horeca en zorg, met elkaar te verbinden. Nadat ze op een gegeven ogenblik bij haar vorige baan moest vertrekken, nam ze dus de kans waar. Lunchlokaal Noen heeft namelijk niet zomaar werknemers. Via contacten van haar carrière in de zorg, heeft Rozendaal in samenwerking met verschillende gehandicaptenorganisaties, Noen ontworpen mede als dagbesteding voor mensen met een verstandelijke beperking. Zo zijn er dus werknemers, Kanjers genoemd, die bij Noen een baantje hebben, en zodoende ook voor mijn lunch hebben gezorgd. Rozendaal over de Kanjers:”Ik vind het fijn dat ik onze Kanjers op deze manier kan helpen. En ja, als je merkt dat ze met treurig gezicht klagen dat de winkel dicht is op carnaval, denk ik dat ze er zelf ook van genieten’’ Dat geloof ik graag, maar natuurlijk kom je bij een lunchlokaal ook om te eten. De menukaart bestaat uit salades, omeletten en uitsmijters, Tosti’s, burgers, soepen, en verscheidene andere menu’s. Zelf heb ik de Tosti Caprese besteld, voor 8,25. Ik kreeg een vrij flinke tosti voor me met groente en een kuipje ketchup. De tosti was belegd met flink wat mozzarella, tomaat, pesto en pesto basilicum. Als ik begin met eten, merk ik dat er stevig beleg op zit. De smaak is goed, de mozzarella en de basilicum laten een een Italiaanse impressie achter, en de tomaat is als kers op de taart. Caprese in combinatie met een tosti lijkt misschien vreemd, maar het contrast tussen de hard geroosterd brood en de zachte mozzarella is verfrissend. De ketchup vond ik persoonlijk overbodig, voornamelijk omdat er toch al tomaat op de tosti zelf zit. De groente proeft vers, maar is niet uitzonderlijk. Mijn eindoordeel is positief. Lunchlokaal Noen heeft een duidelijk eigen gezicht en een uitgesproken sfeer. De menukaart is gevarieerd, en de Tosti Caprese is een goede keuze als je van de Italiaanse keuken houdt. Deze is bovendien vegetarisch. De bediening is goed, en je kunt merken dat er met liefde voor je gewerkt wordt. Misschien zijn de prijzen een beetje aan de hoge kant, maar je krijgt er dus service en kwaliteit voor terug. Als je een keer langskomt, is het zeker de ervaring waard, en op het eten is bijna niets aan te merken. 4/5 sterren
Auteur + foto’s: Juan de Graaf
Marie & Rink de straat op Dapper opzoek naar verborgen verhalen gaan wij, de ietwat verloren straten van Roosendaal op. Onderweg komen wij wat piraten, engeltjes, duiveltjes en boeven tegen. Doodnormaal vandaag want carnaval staat op springen. Maar nog geen verborgen verhalen dus we gaan rustig verder Roosendaal in. We komen bij de Molenstraat uit .
De Bank van Luyckx We stoppen bij een groot pand, de deuren staan wagenwijd open en we kijken naar binnen, veel verder dan twee grote deuren kunnen we niet kijken. Ze zijn versierd met glas in lood en de initiale LB zijn te zien in de deurklinken. We worden nieuwsgierig, en lopen de traptreden op naar binnen. De deuren zwaaien open. Nu komt het, spookt door ons hoofd. We liepen opnieuw tegen twee grote deuren aan, maar deze keer is de deur versierd met de god van fortuin. We lopen door, en komen in een hal. De grond bedekt met mozaïek en het plafond wederom versierd met glas in lood, hierop is het wapen van Brabant te zien: de mooie gouden leeuw. Links van ons staat een ouderwetse receptie met oude typemachines. Vol verbijstering staan we te kijken. We lopen Michel van Houten tegen het lijf. Werknemer van het hypotheekbedrijf wat zich heeft gevestigd in het pand. Hij weet er veel vanaf, en begint te vertellen. “Het is een oud pand dat dateert uit 1913. Van origine is het gebouw een Bank, van de familie Luykx. Later is dit overgenomen door F. Lanschot. Het is gerenoveerd naar de oude bank van Luykx.” Michel neemt ons mee naar het oude kantoor en legt ons uit dat het gebouw naast de bank vroeger het woonhuis van de familie Luykx is geweest. Hij laat ons vol enthousiasme, een voor ons normale kast zien. Hij lacht en zegt: ”Dit was vroeger een deur hoor, vanuit hier kon de heer Luykx van zijn woonhuis naar zijn kantoor, hij had boven de deur een lampje hangen en als hij niet gestoord wilden worden ging dat lampje aan.” We lopen het kantoor weer uit. Hij wijst naar boven en legt uit dat de drie glas-in-loodramen, drie wapens voorstellen. “De eerste zoals je hebt gezien bij binnenkomst staat voor Brabant, de tweede staat voor de stad Roosendaal en de achterste voor Breda, omdat de architect uit Breda kwam.” Vervolgens neemt hij ons mee naar de kluis. Er zit nu iemand rustig achter haar computer te werken, maar vroeger ging dat natuurlijk heel anders. “Er was iemand aanwezig die alles op schreef en alles goed in de gaten hield. Moest er geld uit de kluis worden gehaald, dan gingen de werknemers via achter naar boven, eenmaal boven kwamen ze op een grote overloop. Deze overloop was niet voor niets zo zichtbaar. Zo kon iedereen zien wie er bij het geld was geweest, een soort sociale controle op het geld. We lopen de kluis binnen, en zien allemaal kleine lockers. “Hier werd het geld bewaard. We hebben alles gecontroleerd en er zit helaas niks meer in ”, lacht Michel. We kijken nog even rond en nemen afscheid van Michel. We lopen weer naar buiten.
Foto: Marie Frenay Auteurs: Rink Boerma
Eenmaal klaar en tevreden met onze ontdekking ploeteren wij ons een weg door de mist heen. Het is net alsof wij een sprookjesboek zijn binnengetreden. De straten zijn drukker geworden sinds wij op bezoek zijn geweest bij de bank. Het krioelt er inmiddels van de giechelende prinsessen en melige studenten. Gelukkig komen we al gauw aan bij de boekenwurm. Misschien raad je het al, maar de Boekenwurm is DE boekenwinkel van Roosendaal. Het meest markante onderdeel van deze winkel bij binnenkomst, zijn de paspoppen. Zij voeren allerlei bezigheden uit, zoals schrijven, piano spelen of gewoon mooi wezen. We kijken eerst een beetje rond. Het is er stil op een vreemd geluidje na, alsof er speelgoed ergens afgaat. Dit blijken al gauw zebravinkjes te zijn die zich schuil houden achter een flinke stapel boeken. En met een flinke stapel boeken bedoelen wij ook echt een FLINKE stapel boeken! In totaal liggen er 30.000 boeken in de winkel en daarnaast hebben ze er 17.000 online staan. Zo’n enorme collectie kan maar aan een persoon toebehoren, namelijk een echte boekenwurm in dit geval hebben wij het over Margot van Hummel. Margot is de eigenaresse van de boekenwurm. In haar eentje zorgt zij voor de hele zaak. De boekenwurm staat helemaal vol met boeken. Aan de voorkant staat er een koffiehoek met wat antiek dat wordt verkocht. Verder naar achter tussen de boeken staat een tafel met stoelen. “Hier hebben verschillende hobbyclubs bijeenkomsten. De filosofieclub, een filmclub en natuurlijk ook nog een boekenclub.” Margot wilt ons nu ook de buitenkant van het gebouw laten zien, terwijl ze wat oude foto’s in haar handen vast houdt. Eenmaal buiten, waar het aanzienlijk frisser is, legt ze ons uit dat haar winkel en de winkel ernaast vroeger de Hema vormde. De oude foto’s die ze vast heeft laten een drukke winkelstraat zien. “Vroeger was de Molenstraat de winkelstraat van Roosendaal. Tegenwoordig is het een stuk rustiger. De foto’s zijn gemaakt op de openingsdag van de Hema.” Margot kan ons meer vertellen over haar eigen boekenwonderland. Ze kan exact aanwijzen waar welke boeken liggen en ons vertellen over de verschillende clubs die verspreid door heel Nederland liggen en zich toch speciaal in haar zaak vestigen, wanneer zij samenkomen. De klanten die naar de boekenwurm komen zijn net zo verscheiden als haar boeken. De meeste mensen zijn wel vaste klanten die op specifieke dagen langskomen. En de boeken, die variëren in prijs. De goedkoopste kan 1 euro kosten, terwijl de duurste wel 350 euro kost. “Dat het boek zoveel kost zegt nog niks over de waarde ervan. Zie dit boek. Het is erg slecht geschreven en zou eigenlijk bij het oud papier horen. Alleen hier staat de handtekening van een beroemde schrijver in, daarom kost hij zoveel”, verteld Margot ons. Voor dat wij de mist weer moeten trotseren vragen wij Margot om wat tips. Iemand die over zo’n verborgen plek waakt kent vast nog wel een paar mooie geheimen. En ja, hoor. Zo eindigen wij bij een klein thee huisje. Het lijkt op een vervallen poppenhuis. Een poppenhuis voor reuzen dan wel. Deze dag bracht ons een verrassend kijk op Roosendaal, zoals jullie op de foto’s kunnen zien.
Foto: Marie Frenay Auteurs: Marie Frenay
Een half miljoen foto’s zijn door fotojournalisten Thom van Amsterdam en Ben Steffen naar het Tongerlohuys gebracht en een gedeelte daarvan vormt van 24 februari tot en met 26 mei een expositie met de naam ‘Verandering’. ‘Verandering’ Deze expositie bevindt zich bijna door heel het museum op een paar kamers na die gevuld zijn met andere kunstwerken. In de eerste kamer van de expositie staan stoelen voor een grote beamer die een korte film laat zien over hoe Roosendaal de afgelopen jaren veranderd is, van de komst van het station tot de bouw van de LIGA fabriek. De kamers die daarop volgen zijn gevuld met een enorme selectie foto’s die gemaakt zijn in de afgelopen 40 tot 50 jaar. Memorabele momenten zoals de komst van de koningin tot carnavalsoptochten. Een paar kamers verder staan een paar oude camera’s opgesteld met oud ontwikkelingsmateriaal ernaast. Dat er veel veranderd is in de afgelopen decennia voor fotografen, is wel duidelijk. Eén ding is nooit veranderd: vanaf 1970 zorgde beide heren zo’n 40 jaar lang voor beelden bij het nieuws. Thom van Amsterdam bij het Brabants Nieuwsblad en Ben Steffen bij Dagblad De Stem. Ze waren altijd haantje de voorste bij zowel feesten maar ook bij ongelukken. ‘’Digitalisering heeft echt enorm geholpen bij het ontwikkelen van foto’s. Vroeger duurde het uren voordat er een foto vanuit het buitenland aankwam. Je zet ze nu op je computer, en met een klik is de foto aangekomen. Het is leuk om te zien, maar ik ben blij dat het nu anders is’’, vertelt Steffen, wijzend naar het ontwikkelingsmateriaal. ‘’Digitalisering is de grootste verandering. Het scheelt veel tijd. In vergelijking met hoe het eerst was gaat er in principe niets meer mis, een hele vooruitgang’’, voegt Steffen eraan toe. Fotoselectie Van de ruim half miljoen foto’s die de fotografen naar het archief van het Tongerlohuys gestuurd hebben hangt er een relatief kleine selectie in het museum. De selectie werd gedaan door de vrijwilligers van het Tongerlohuys. Steffen vertelt: ‘’Met zoveel foto’s zijn we nog jaren bezig om het volledig uit te zoeken. Maar de meest aardige opnames heb je toch wel in een apart mapje gezet. Het was een moeilijke keuze’’. De selectie is erg gevarieerd. In een gedeelte zijn een aantal foto’s te bewonderen van demonstraties uit de jaren ’70, en twee meter verder zie je twee jongens zitten in een boekencontainer. ‘’Deze containers stonden vroeger gewoon langs de weg. Daar kon je tijdschriften en boeken ingooien en dan werden ze naar een andere plek toegebracht, de kringloop ofzo. Ik liep hier gewoon voorbij, totdat ik twee hoofden zag uitsteken uit het gat waar je de tijdschriften ingooide. Ze waren erin gekropen om alle boekjes te gaan lezen’’. Niet iedere foto heeft een leuk verhaal. ‘’Zo kwam ik een keer bij een vliegramp aan, ver voordat de politie ter plekken was. Overal waren lichamelijke resten te vinden. Dan maak je foto’s, gewoon uit automatisme, maar toen ik ze later terug ging kijken, heb ik ze allemaal weggegooid. Zulke dingen wil je niet zien’’. Bezoeken Professionele foto’s van hoe Roosendaal en omstreken eruitzag gepaard met alle gebeurtenissen is niet alleen interessant voor kenners. ‘’Ik woon hier al mijn hele leven, en toch zie je dingen die je destijds over het hoofd zag of niet zo bij stil stond. Je ziet op een aantal foto’s van die grote, grijze, ijzeren vuilnisbakken staan. Het is heel simpel, maar toch weer zo’n herinnering aan vroeger. Erg leuk om terug te zien’’, vertelt Jan van Tilburg (56), bezoeker aan de expositie. Ook voor mensen buiten Roosendaal is het erg interessant. Hobbyfotograaf Priscilla van Ekeren (26) vertelt: ‘’Ik ga vaker naar exposities, onder andere om inspiratie op te doen, maar vooral ook omdat ik het erg leuk vind om foto’s van andere fotografen te bekijken. Het is erg fascinerend waar deze twee heren allemaal bij zijn geweest’’. Auteur & foto: Lotte Snepvangers
Gijs: Jazeker, ik zit in de lootklas op het Rijks in Bergen op Zoom. Daar kan ik veel vrij krijgen. Ik heb veel inhaalmogelijkheden bijvoorbeeld tijdens de gym, handvaardigheid en muziek. Het is gewoon goed plannen met trainingen en huiswerk. Ik train namelijk zeven dagen per week, vierentwintig uur in totaal en dat is soms wel eens lastig.
Kickbockster Ruby de Bont (11) en turner Gijs Franken (12) zijn bij het afgelopen sportgala verkozen tot best aanstormend sporttalent van de gemeente Roosendaal. Het sportgala is bedoelt om succesvolle sporters uit de gemeente even in het zonnetje te zetten voor de mooie prestaties die ze hebben geleverd in het afgelopen jaar. Wat was je reactie toen je werd verkozen tot aanstormend sporttalent van Roosendaal? Ruby: Ik was heel erg verrast. Het was heel leuk en super gaaf om daar op het podium te staan. Gijs: ik vond het heel leuk en ik had het helemaal niet verwacht. Wat zou je in de toekomst nog willen bereiken met de sport? Ruby: Ik zou graag een keer mee willen doen aan de Olympische Spelen. Vanaf 2024 komt daar de sport Muay Tai. Dat is een vechtsport die ik ook beoefen. Ik denk dat meedoen wel moet lukken omdat ik in 2024 oud genoeg ben om mee te mogen doen aan de spelen. Ik moet er dan wel heel veel voor gaan trainen. Gijs: Ik zou eerst graag naar het jeugd EK turnen willen gaan. En misschien dat ik ooit mee kan doen aan de Olympische Spelen. Daar moet ik dan nog wel veel harder voor gaan trainen. Wat vinden je vrienden en vriendinnen ervan dat je zo goed bent? Ruby: Mijn vrienden vinden het heel gaaf, ze durven nu geen ruzie meer met me te maken. Gijs: mijn vrienden vinden het heel leuk. Ze vragen soms ook om filmpjes zodat ze kunnen zien wat ik allemaal doe. Ze kunnen er wel goed mee omgaan. Kan je sport goed combineren met school? Ruby: Nu heb ik nog genoeg tijd voor school en voor mijn vrienden maar ik zit in groep acht en ik ga volgend jaar dus naar de middelbare school. Gelukkig hebben ze op het Rijks (Middelbare School) de lootklas waar ik naartoe ga. Dat is een programma speciaal voor kinderen die goed kunnen sporten. Dan blijft het makkelijk om school met kickboksen te combineren.
wat vind je het leukst aan de sport? Ruby: Het klinkt misschien een beetje gemeen, maar ik vind het vooral leuk om me tijdens de trainingen helemaal te laten gaan er op los te schoppen en slaan. Gijs: Er is heel veel afwisseling. Er zijn zes toestellen en bij sommige toestellen moet je springen, aan sommige moet je hangen en op sommige kan je goed steunen, dus dat is een leuke afwisseling. Maar het leukste onderdeel vind ik dan toch de vloer. Wat vind je minder leuk aan de sport? Ruby: Dat ik soms minder tijd heb voor vrienden en familie. Ik moet vier dagen per week trainen en dat zijn trainingen van een uur. Éen dag train ik zelfs anderhalf uur. Gijs: ik ben toch wel veel tijd kwijt en ik moet er ook veel voor reizen. Elke keer naar mij trainingslocatie in Zwijndrecht rijden is al een half uur vanaf Roosendaal. En dan moet ik ook nog terug. Wie is je grootste idool? Ruby: Rico Verhoeven en Tiffany van Soest. Gijs: Bart Deurloo. Daar train ik ook mee en dat vind ik echt heel gaaf. Wat is het belangrijkste wat je van je idool hebt geleerd? Ruby: Vooral niet opgeven maar gewoon doorgaan. Gijs: Ik krijg veel tips van Bart, hij is ook echt een doorzetter. De beste tip is toch wel gewoon doorzetten en niet opgeven. Wat is de mooiste prijs die je hebt gewonnen? Ruby: De mooiste prijs die ik heb gewonnen is toch wel dat ik wereldkampioen kickboksen ben geworden. Daar ben ik ook het meest trots op. Gijs: Twee jaar geleden ben ik Nederlands kampioen geworden. Op de meerkampen, dat zijn de zes toestellen. Op het hoogste niveau in de eredivisie dus dat was echt heel gaaf.
“Het was heel leuk en super gaaf om daar op het podium te staan.” Auteur en foto’s: Marijke Uitdewilligen
Foto Gijs: Monique Franken
Ik dacht heel even dat ik in de Efteling was beland. Tussen duizenden bezoekers die veertig euro moeten dokken voor tientallen attracties en in het Sprookjesbos staan een paar prullenbakken die om de haverklap hetzelfde roepen. Maar op de weekmarkt in Roosendaal, waar het vanzelfsprekend wel minder druk is dan in de Efteling, staat ook een Holle Bolle Gijs. Bij de viskraam, om precies te zijn. Hij is echter maar een heel klein beetje bol en heet waarschijnlijk geen Gijs, maar ook bij hem staat een bepaalde ingesproken tekst op replay. De vijftiger met een rode jas en een ruwe rokersstem spreekt zijn strijdkreet uit alsof zijn leven ervan afhangt. En, echt waar, om de vijf seconden.
“Een schaaltje vis voor vijf euro” “Een schaaltje vis voor vijf euro” “Een schaaltje vis voor vijf euro” Het zal je collega maar zijn, dacht ik. Natuurlijk, voor de omzet zal het ongetwijfeld een goede tactiek zijn, maar overdrijven is ook een vak. Het is maar goed dat de vissen, die door de beste man werden verkocht, hun laatste centimeter al hadden gezwommen en in de kraam op een nieuwe - tevens laatste - eigenaar te lagen wachten. Om het tafereel goed te kunnen aanschouwen, ging ik op een stenen muurtje naast de kraam zitten en bleef ik ernaar luisteren. Het werd steeds interessanter. Want alle stilte die normaal op de Nieuwe Markt hangt, was door hem plots verdwenen. Door één visboer. Na een minuut of tien herhaling, wanneer ik normaal gesproken mijn zestiende keelsnoepje nodig zou hebben, nam hij een drinkpauze. De stilte keerde terug op de Nieuwe Markt.Net als die andere zes dagen in de week. Ik miste het geluid al snel. Roosendaal heeft een beetje leven nodig, zeker op een markt waar nog wél mensen op afkomen. Had deze meneer zijn tekst over de markt geschreeuwd op een willekeurige andere dag in de week, zou hij door velen worden doorverwezen naar het Bravis. Maar Roosendaal moet hem niet naar het ziekenhuis sturen. Roosendaal moet hem bedanken. Door hem komt Roosendaal tot leven. Al is het maar voor één dag in de week.
75 hectare aan zonneparken. Dat is wat Roosendaal tot 2023 wil realiseren. Op verschillende plekken in de gemeente komen zonneparken met zonnepanelen. Het grootste zonnepark wordt 30 hectare groot met ongeveer 115.000 zonnepanelen, wat het meteen een van de grootste van Brabant maakt. Maar er is wel een probleem. Ondernemers kunnen namelijk de subsidie mislopen. Als je over de Holderbergsedijk ten noorden van Roosendaal rijdt is er nu nog niet veel meer te zien dan een groot leeg grasveld met in de verte een paar boerderijen, maar dat beeld gaat veranderen. Over een paar jaar zie je namelijk geen groot open veld meer, maar een veld vol met zonnepanelen. Niet alleen naast de Holderbergsedijk komt een zonnepark. Ook op andere plekken in de gemeente komen zonneparken zoals bijvoorbeeld 5 hectare voor de Weihoek en later ook in Wouw, Heerle en de Akkermansstraat in Roosendaal. Dat we iets aan de CO2 uitstoot moeten doen is bekend. Ook de gemeente Roosendaal gaat er aan bijdragen. Ze gaan namelijk investeren in zonne-energie. Dat gaan ze onder andere doen door het aanleggen van zonneparken. Dat zijn stukken land die vol gezet worden met zonnepanelen. In totaal komt er tot 2023 75 hectare aan zonneparken, waarvan de grootste 30 hectare groot gaat worden. Dat klinkt allemaal best goed, maar er zit wel een probleem. Ondernemers lopen de kans de SDE+ subsidie mis te lopen. Dat is de subsidie die ondernemers van de overheid krijgen voor het aanleggen van zonneparken of zonnepanelen. Zo wil de overheid duurzame energie stimuleren. De subsidie kan ieder half jaar worden aangevraagd. Ondernemers in Roosendaal lopen de kans die subsidie dit half jaar te missen. Ze zouden daardoor nog niet kunnen beginnen met aanleggen, waardoor het dus langer duurt voordat het zonnepark klaar is en er zonne-energie gewonnen kan worden. Vertraging Charl Goossens, raadslid voor de Roosendaalse lijst, kwam er na wat zoekwerk achter dat de ondernemers mogelijk dit half jaar geen subsidie krijgen. Het duurt namelijk een tijdje voordat de gemeenteraad het plan goedkeurt en ondernemers de subsidie kunnen aanvragen. De gemeenteraad moet het plan eerst bekijken en zich inlezen. Daarna volgt een commissiedebat en een vergadering in de
Auteur en foto’s: Anouk Houweling
gemeenteraad en moet het naar de burgemeester. Vervolgens moet het nog zes weken liggen. “Als je dat allemaal bij elkaar optelt dan weet je precies wanneer je naar de raad moet en dat je het deze ronde niet haalt”, zegt Goossens. Diepp Solar uit Etten-Leur is een van de bedrijven die een zonnepark gaat aanleggen. Volgens Patrick Verstege van Diepp Solar betekent de vertraging een stuk onzekerheid. Ieder half jaar word de subsidie bijgesteld en dat is bijna altijd naar beneden. Het word daarmee moeilijker om alles te financieren. “Het is zonde. Het werk blijft hetzelfde, maar de financieringsruimte word kleiner. Daar word eigenlijk niemand beter van”, zegt Verstege. Het wil volgens hem niet zeggen dat het nu niet lukt om het park te bouwen. “Je moet roeien met de riemen die je hebt. We krijgen een nieuw subsidieniveau en daar zullen we ons met zijn allen op aan moeten passen”, vertelt hij. Voorkomen Volgens Goossens had het voorkomen kunnen worden. Ondernemers hadden hun plan eerder moeten indienen of het had eerder aan de raad aangeboden moeten worden. Zelf denkt hij dat de ondernemers wel op tijd hun plan hebben ingediend, maar dat het nog niet goed genoeg was en ze het dus nog moesten aanpassen. “Ik denk dat dat het geval is geweest. Dat ze meer moesten doen aan bijvoorbeeld beplanting of kwaliteit”, zegt Goossens. Verstege is het hier niet mee eens en zegt dat het anders zit. Hij denkt dat het meerdere redenen heeft zoals: een stukje onervarenheid bij de gemeente, een nieuwe beleidsvisie en zorgvuldigheid, dat heel erg belangrijk is. “De hele energietransitie is ook voor veel mensen moeilijk en dan komen er veel vragen”, vult Verstege aan. Het moet dus goed afgestemd worden met de omgeving en dat kost tijd. “Er is door alle partijen zorgvuldig aan gewerkt met veel inzet en wat er ligt is goed”, zegt hij. Verstege had het niet anders gedaan. “Als we het anders hadden willen doen, had het dan geholpen. Ik denk het niet.” Gevolg Gevolg van de vertraging is dat de ondernemers pas later de subsidie krijgen en dus pas later kunnen beginnen met het aanleggen van het zonnepark. “Dan vind ik het grote gevolg ervan als ze nog geen subsidie krijgen en deze zomer niet kunnen beginnen. Dat moeten wij als Roosendaal nog een half jaar wachten voor we echt weer kunnen beginnen”, vertelt Goossens. Ook Verstege vind het jammer. Ze hadden gehoopt, nadat ze het plan in april 2018 indiende, in oktober de subsidie te kunnen aanvragen. Dat lukte niet en dus hoopten ze dat het in maart 2019 wel zou lukken, maar dat is nu ook niet gelukt. “Daar werk je met zijn allen aan en dat hebben we net niet gehaald. Gewoon door de onbekendheid”, vertelt Verstege. Het zal de ondernemers en de gemeente waarschijnlijk niet lukken om de subsidie nog dit half jaar rond te krijgen. Daardoor zal het project een half jaar later pas kunnen beginnen, maar er is nu niet veel meer aan te doen. “Het is zoals het is”, aldus Verstege.
“Je moet roeien met de riemen die je hebt. We krijgen een nieuw subsidieniveau en daar zullen we ons met zijn allen op aan moeten passen� 37
ONZE WAGEN IS ALTIJD KIPPENVEL''
38
Vanaf de buitenkant ziet het er doodnormaal uit: een grijze loods op een industrieterrein. Trek je de deur open, wordt het interessanter. De hal hangt vol met feestelijke carnavalsfoto’s, die nog maar een voorproefje zijn van wat er achter de andere drie deuren te zien is. Er klinken geluiden van getimmer en van metaal dat aan elkaar wordt gelast, en achter dat geluid galmt er wat carnavalsmuziek. Fred Hendriks, voorzitter van stichting CABOD (Carnavals Bouwers Onder Dak) opent de deur en een sterke verflucht dringt vrijwel direct je neus binnen. Op dit moment wordt er gewerkt aan de carnavalswagen van carnavalsvereniging De Kurketrekkers. De loods is voornamelijk gevuld met de wagen. De voorkant van de wagen is een grote kop van een ‘tullepetaon’, het dier waar Roosendaal tijdens de carnaval zijn naam aan dankt. Wil Nijssen, een van de bouwers van de carnavalswagen van De Kurketrekkers is druk bezig met het geel spuiten van de nek van de tullepetaon. Hij vertelt: ‘’Tijdens de optocht gaat de nek van onder naar boven bewegen. We denken dat de wagen nét door de straten past, want hij is vrij breed.’’ Om de tullepetaon heen staan verschillende onderdelen van de wagen te drogen of te wachten totdat de rest van de wagen af is. Het is handiger voor de bouwers om losse onderdelen apart te maken, als alles al vast zit is het schilderwerk moeilijker en kunnen ze niks meer veranderen, legt Nijssen uit. De werkmannen zijn in september al begonnen met het bouwen van de wagen. En die tijd hebben ze zo
te zien hard nodig, want het is nog niet af en de optocht is al over een week. Vooral de techniek in de wagen is belangrijk. Op vrijwel alle wagens zijn bewegende objecten verwerkt en het regelen van de constructies daarvan kost tijd. Twee deuren verder wordt er tevens hard gewerkt, maar dan aan de carnavalswagen van carnavalsvereniging
‘‘Ik krijg het idee dat jongeren tegenwoordig veel liever gamen of een beetje binnen zitten te whatsappen’’ De Baargse Baon. Marc Pas heeft al jaren ervaring met het bouwen van carnavalswagens, hij is ermee begonnen in zijn tienerjaren. Hij hoopt jongeren aan te sporen om hier ook van jongs af aan mee te beginnen, want hij kan dit niet voor altijd blijven doen: ‘’Het zal lastig worden als ze mij niet meer hebben, haha! Nee dat valt wel mee, maar ik vind wel dat er meer opkomst onder de jongeren moet komen die mee willen helpen. Ooit worden wij, ervaren bouwers, ook oud en zullen we toch echt het stokje door moeten geven.’’ Die opkomst onder jongeren verloopt tot nu toe nog maar moeizaam, vindt hij. Op dit moment zijn er ook geen jongeren in de loods en de leeftijden van de bouwers zijn over het algemeen bovengemiddeld. ‘’Ik krijg het idee dat jongeren tegenwoordig veel liever gamen of een beetje binnen zitten te whatsappen, en dat vind ik jammer. We hebben wel leerlingen van het Jan Tinbergen College (red. een middelbare school) over de vloer gehad die ons kwamen helpen. Zo proberen we ze te laten zien dat het leuk en gezellig is om zo’n wagen te bouwen.’’ Naast de wagen van de Baargse Boan voel je je klein. De voorkant van de wagen bestaat uit een grote ober,
en als hij door de straten van Roosendaal rijdt beweegt hij. ‘’De ober heeft een dienblad vast met een krab erop, en daarmee geven we eigenlijk een knipoog naar Bergen op Zoom, oftewel Krabbegat in de carnavalsperiode. Het thema in Roosendaal dit jaar is ‘A’k jou nie aar’ (als ik jou niet had) en wij maken daar met onze wagen het slogan ‘A’k jou nie aar, is munne krab nie gaor’ (als ik jou niet had, was mijn krab niet gaar),’’ legt Pas uit. Volgens Pas valt het mee met de concurrentie die in de loods heerst. ‘’Natuurlijk wil iedereen de mooiste wagen hebben, maar het is niet zo dat we de deur voor elkaar dichthouden en elkaar niet aankijken. Soms hebben we een bepaalde machine niet of komen we iets tekort en dan vragen we gewoon even of we dat kunnen lenen en dan is dat prima. Het plezier staat bij mij voorop.’’
Fred Hendriks (65) is voorzitter van stichting CABOD. Hij is een van de mensen die het mogelijk maakt dat de verenigingen onder een dak kunnen bouwen. Hij vindt dit belangrijk. ‘’Carnaval is het feest in Roosendaal waar iedereen naar uitkijkt. De zaterdag is niet compleet zonder optocht, en de optocht is niet compleet zonder wagens. De verenigingen hebben nou eenmaal een dak boven hun hoofd nodig, anders komt er geen wagen.’’ Dat is tevens de aanleiding
39
om de stichting op te richten, geeft Hendriks aan: ‘’Een aantal jaren geleden merkten we dat steeds meer verenigingen moeite hadden met het vinden van een goede bouwplaats. Toen hebben wij actie ondernomen. Dat had nog heel wat voeten in de aarde want het financiële plaatje moest geregeld worden en dat duurde even.’’ Dit gebeurde toen Hendriks nog geen voorzitter was, toen hij aansloot waren de zaken al redelijk op orde. Zijn positie als voorzitter bevalt hem tot nu toe goed. Hij werd voor deze functie gevraagd. ‘’Het originele bestuur was op zoek naar een neutrale voorzitter, dus iemand die geen voorkeur heeft voor een vereniging en die gewoon een mooie bouwplaats voor de verenigingen wil realiseren. Dat vonden ze in mij en ik zag het zelf ook wel zitten. Ik heb er nog plezier in ook,’’ zegt hij enthousiast. Achter de deur van carnavalsvereniging De Kaaipuiten is alleen Peter de Wit aan het werk. Hij schildert stalen hekjes rood die op de wagen zijn bevestigd. ‘’Tja, het is monnikenwerk. Dat moet ook gebeuren. Ik ben al lang blij dat ik hier droog kan zitten, anders hadden we niks.’’ De wagen van De Kaaipuiten is grotendeels af, alleen de details moeten nog worden afgewerkt en er moeten nog een paar onderdelen op worden gezet. De Wit voelt wel wat stress: ‘’De optocht is volgende week zaterdag al, 40
alles afronden kost bij elkaar heel wat tijd en ook de techniek in de wagen moet nog getest worden.’’ Aan de andere kant van de loods kom je via een aparte deur terecht bij de vierde ploeg die werkt aan hun carnavalswagen. Daar zijn de bouwmannen van carnavalsverenigingen Mee Veul Leut en We Zen Wir De Leste maar wat blij mee. ‘’Ik heb geen idee hoe we het hadden moeten doen als we deze loods niet hadden… Bij een boer ofzo?’’ vraagt bouwer Edwin van Geel zich af. Medebouwer Hans Jacobs vult hem aan: ‘’Ja, maar niet zoveel boeren doen dat nog. We hadden het dus zeker lastig gehad zonder deze werkplek.’’ De wagen van deze vereniging is dit jaar geheel in een kleurenthema van rood en groen. De wagen heet dan ook ‘Rood en Groen is (pap) boerenfatsoen’. Ieder jaar maakt Karel Schrooyen voor de vereniging een ontwerp voor de wagen voor het carnavalsfeest. Daar zijn ze blij mee, want hij komt ieder jaar weer met wat origineels. ‘’Die man is zo creatief, hij tekent wat hij denkt. Echt een bijzonder talent. Dit jaar zitten er gezegdes verstopt in de wagen die de kleuren rood of groen bevatten. Bij de optocht gaan we flyers uitdelen aan de mensen, en degene die de meeste gezegdes weet te vinden krijgt een prijs. Dat is leuk want zo kijkt de toeschouwer uitgebreid naar onze wagen waar we maandenlang Auteur en foto’s: Anouk Zegers
aan hebben gewerkt,’’ zegt van Geel. Ook hij ervaart stress maar kijkt erg uit naar de optocht: ‘Het moment dat wij de markt oprijden met onze wagen is het mooist, dan krijg ik overal kippenvel en komt de emotie los. Dat is pure trots en dat kan geen woord goed beschrijven. Nog even doorwerken, dan mogen we eindelijk onze pracht laten zien.’’ Het zijn de laatste loodjes die de verenigingen druk houden. Er heerst een sfeer mengeling van gezonde concurrentie en heel veel ambitie om een mooie wagen neer te zetten. Een bezoek aan de loods zorgt ervoor dat je je ogen uitkijkt en laat je heel eventjes de passie voor carnaval voelen.
Foto: Corrado Franck
Wij als redactieleden weten eigenlijk niet zoveel van Roosendaal, omdat we overal ergens anders vandaan komen. Om een beter beeld te krijgen van wat er zich afspeelt in de stad hebben we politieagente Denise van Zundert uitgenodigd op onze redactie. Na jaren werkervaring weet zij als geen ander hoe Roosendaal in elkaar zit en ze is dan ook enthousiast om ons meer te vertellen over de stad en over haar werk bij de politie. Wat is je functie binnen de politie? ‘’Ik ben het klusterhoofd van Roosendaal noord. Dat houdt in dat ik eindverantwoordelijke ben van de zaken die onder de wijken van mijn kluster vallen. De wijken van mijn kluster zijn voorzien van een wijkagent. Mochten er zaken lopen die de wijkagent boven de pet gaat, dan ben ik er. Laatst was er bijvoorbeeld een schietpartij, die zaak werd zo groot dat het voor die wijkagent niet meer in zijn eentje te behappen was. Toen heb ik hem geholpen. De wijkagenten doen hun werk ter plaatse, maar uiteindelijk is hun werk mijn eindverantwoordelijkheid. Daarom is het van belang dat ik altijd op de hoogte ben van wat er speelt.’’ Wat zijn zaken die in Roosendaal altijd terugkomen? ‘’Woninginbraken en auto-inbraken. Dit zijn niet per sé zaken die in Roosendaal meer voorkomen dan in andere steden, ze zijn er gewoon altijd. En dan hebben we natuurlijk het drugsprobleem in deze stad. In 2009 zijn vanwege overlast van drugstoeristen alle coffeeshops in Roosendaal gesloten. Dat betekent niet
dat het niet dat het drugsprobleem weg is, want de mensen gaan nu meer zelf produceren. Ook dit zorgt voor overlast en het gebeurt ook in omliggende dorpen, wat zorgt voor een maatschappelijk probleem. Er valt dus te twisten over of het sluiten van de coffeeshops een goede zet is geweest.’’ Vroeger was er in Roosendaal redelijk wat overlast van jongeren, speelt dat nu nog steeds? ‘’Een jaar of zeven geleden was er inderdaad een groep die in bepaalde buurten erg intimiderend kon zijn. Ik weet nog dat er toen één persoon was die een hele buurt terroriseerde, en dat we die toen een keer op een hangplek uit zijn vriendengroep hebben getrokken en mee hebben genomen. Dat was een statement dat we wilde maken om te laten weten dat wij de baas waren. En zo hebben wij nog meer ‘kat-en-muisspellen’ gespeeld in die tijd. Tegenwoordig gaat het beter, wij houden die groep van toen nog steeds in de gaten maar hun zijn ook ouder geworden en dus is de overlast gelukkig erg verminderd.’’ Hoe verloopt het uitgaansleven in Roosendaal? ‘’Over het algemeen prima, niet veel anders dan in andere steden denk ik. Je houdt de vechtpartijtjes en de dronkenschappen, daar kunnen wij niet zoveel invloed op hebben. We hebben goed contact met de uitsmijters van de cafés in Roosendaal. Zij doen het werk binnen en wij maken het werk buiten af. Vooral uitgaanscafé El Corazon is populair onder de jongeren dus als er wat gebeurt is het vaak daar. We hebben ook evenementenverlichting op de markt, dat zijn lampen die na het sluiten van de cafés aangaan. De mensen krijgen dan heel fel licht in hun gezichtsveld en dat leidt ertoe dat ze sneller naar huis gaan, waardoor er minder ruzietjes gemaakt worden na het stappen. Scheelt ons best wat werk, haha!’’
Auteur: Anouk Zegers
43
''MEER DRUGDHANDEL IN STRATEN VAN ROOSENDAAL NOOIT ONDERZOCHT'' Roosendaal heeft het meeste last van drugsoverlast vergeleken met andere Nederlandse steden. De verschillende oorzaken zijn al vastgesteld, zoals bijvoorbeeld het sluiten van de coffeeshops. De gevolgen daarentegen zijn niet duidelijk. Hebben de klinieken meer patiënten als gevolg van de drugsproblematiek? En wat zien zij als de grootste boosdoener? Roosendaal kampt met drugsoverlast, zo luidt het in de nieuwsberichten. Op straat is het te zien of beter gezegd te ruiken. Tussen het ambulante verslavingskantoor en het centrum in staat er bijna op iedere hoek een Roosendaler te blowen. Het zonnetje is tevoorschijn gekomen en zo ook de jointjes. Het ambulante verslavingskantoor ligt aan de Laan van Brabant. Het is een vrij groot en grijs gebouw met opvallende oranje strepen bij de hoofdingang. Binnen is er niemand te zien op de baliemedewerker na. Het ambulante verslavingskantoor is een tussenstap. Mensen komen niet direct bij een verslavingskliniek terecht. Eerst komen ze in Roosendaal bij het Novadic Kentron kantoor. Hier gaan mensen heen die vechten tegen een verslaving zij gaan dan in gesprek met professionals. Een gesprek voeren is de eerste behandelstap. Als dit niet genoeg helpt dan worden de patiënten doorgestuurd naar het hoofdkantoor in Vught. Daar zullen de patiënten opgenomen worden bij het hoofdkantoor. Dat de handel op straat nu populairder is dan ooit in Roosendaal heeft 44
geen invloed op het aantal patiënten bij verslavingsklinieken, legt Rob Voermans uit. Hij is preventiewerker bij Novadic Kentron en werkt veel op de straat om de problemen vastteleggen. “Drugshandel en verslavingen zijn niet met elkaar verbonden. Bij een verslaving wordt vooral gekeken naar biologische aanleg en sociale problemen. Wanneer er meer straathandel is betekent dit vaak niet dat er meer verslaafden bij komen”, legt Voermans uit. Het aantal patiënten in Roosendaal is ook niet hoger dan dat in omliggende steden, zoals Breda en Bergen op Zoom. “Wat mij wel opvalt is dat er meer handel is op straat. Open en bloot. Dit zagen wij veel minder in Breda en Bergen op Zoom. Het handelen op straat is ook niet overal even erg. Het speelt zich vooral af in Kalsdonk, Kroeven en in sommige delen van het centrum”, aldus Voermans.
geen invloed op het aantal patiënten bij verslavingsklinieken, legt Rob Voermans uit. Hij is preventiewerker bij Novadic Kentron en werkt veel op de straat om de problemen vastteleggen. “Drugshandel en verslavingen zijn niet met elkaar verbonden. Bij een verslaving wordt vooral gekeken naar biologische aanleg en sociale problemen. Wanneer er meer straathandel is betekent dit vaak niet dat er meer verslaafden bij komen”, legt Voermans uit. Het aantal patiënten in Roosendaal is ook niet hoger dan dat in omliggende steden, zoals Breda en Bergen op Zoom. “Wat mij wel opvalt is dat er meer handel is op straat. Open en bloot. Dit zagen wij veel minder in Breda en Bergen op Zoom. Het handelen op straat is ook niet overal even erg. Het speelt zich vooral af in Kalsdonk, Kroeven en in sommige delen van het centrum”, aldus Voermans.
“Dat er in de straten van Roosendaal meer wordt gehandeld dan in de straten van andere steden is nooit onderzocht, dit maakt het subjectief.” Er zijn geen harde bewijzen of cijfers over dit onderwerp. “Ik zou het heel fijn vinden als de gemeente er eens goed onderzoek naar zou doen, zodat wij over keiharde cijfers beschikken. Ik kan alleen maar hopen dat ze mijn advies aannemen”, verteld Voermans.
“Dat er in de straten van Roosendaal meer wordt gehandeld dan in de straten van andere steden is nooit onderzocht, dit maakt het subjectief.” Er zijn geen harde bewijzen of cijfers over dit onderwerp. “Ik zou het heel fijn vinden als de gemeente er eens goed onderzoek naar zou doen, zodat wij over keiharde cijfers beschikken. Ik kan alleen maar hopen dat ze mijn advies aannemen”, verteld Voermans. Wel is hij enthousiast over LokaleZaken. Zij hebben nu een project lopen, waarbij ze onderzoek doen naar drugsmonitoren in Roosendaal en Bergen op Zoom. Hij hoopt dat ze binnenkort de uitslagen hebben.een project lopen, waarbij ze onderzoek doen naar drugsmonitoren in Roosendaal en Bergen op Zoom. Hij hoopt dat ze binnenkort de uitslagen hebben.
Wel is hij enthousiast over LokaleZaken. Zij hebben nu een project lopen, waarbij ze onderzoek doen naar drugsmonitoren in Roosendaal en Bergen op Zoom. Hij hoopt dat ze binnenkort de uitslagen hebben. Dat de handel op straat nu populairder is dan ooit in Roosendaal heeft
‘‘Drugs zijn over het algemeen mindet taboe in een stad dan in een dorp’’ Waar hij wel cijfers over heeft is of er meer drugsproblemen zijn op het platteland of in de stad. “Er zijn ongeveer evenveel drugsproblemen op het platteland als in de stad. Mensen in de stad melden zich vaak sneller aan bij een kliniek. Drugs zijn in het algemeen minder taboe in de stad dan in een dorp”, zegt Rob Voermans. “Dit geldt niet voor Roosendaal. In Roosendaal wordt er geheimzinnig over gedaan. Mensen schamen zich meer voor hun verslaving. Dit gedrag zie je ook terug in dorpen”. Schaamte zou ook kunnen verklaren waarom er niemand in de ontvangstruimte zit. Er staan genoeg tafels, stoelen en tijdschriften, maar er is niemand die er gebruik van maakt. Het gebouw mag je alleen betreden als je een duidelijke afspraak met iemand hebt gemaakt. De privacy van mensen staat voorop. Ook al kampt Roosendaal met drugsoverlast, de grootste verslaving waar mensen in Nederland mee te maken hebben is alcohol. “Drieëndertig procent van de patiënten die bij Novadic Kentron terecht komen kampt met een alcoholverslaving de rest met een drugsverslaving”, legt Anke Kapteijns uit aan de telefoon. Zij is advies en informatie consulent bij het hoofdkantoor van Novadic Kentron in Vught. Onder 26-jarigen is cannabis een van de meest verslavende genotsmiddelen en bij alle drugsverslaafden zijn drugs zoals GHB het meest populair. Deze allogene drugs zorgen er namelijk voor dat de verslaafde persoon zijn problemen kan vergeten. Dit effect heeft xtc meestal niet op mensen, daarom is dit ook gelijk een genotsmiddel waar Nederlanders het minst aan verslaafd zijn. Anke Kapteijns legt uit dat de meeste verslaafde zijn zijn begonnen met het gebruiken van genotsmiddelen, omdat zij hun problemen willen vergeten. Politieagent in Roosendaal, Denise van Zundert is op de hoogte van deze feiten. De politie heeft veel
te maken met de gevolgen van de drugs problematiek. Een van deze gevolgen zijn drugslabs. Ze hebben het vaakst te maken met wietkwekerijen. . Mensen doen het hen vanuit huis of vanaf een schuurtje.“ Je hebt niet veel nodig om wiet te kunnen kweken. Wat lampen, water en het plantje en je kunt al een hoop geld verdienen aan wiet.” De grootste gevaren liggen hem toch echt bij drugslabs. Wanneer mensen experimenteren en pillen proberen te maken komt daar een hoop aan de pas. Er wordt dan met chemicaliën gewerkt die giftig kunnen zijn en zelfs tot de dood kunnen leiden. Deze drugslabs zorgen ook voor meer afval. Heel Brabant heeft te maken met deze drugsafval. Er is veel over te lezen, vooral als men het nieuws een beetje bijhoudt. In Roosendaal is op straat het de illegale drugshandel verergerd, vinden Rob Voermans en Denise van Zundert. Dit komt doordat de gemeente de coffeeshops hebben gesloten. De positieve effecten van dit besluit is dat het drugstoerisme vanuit Frankrijk en België gestopt is binnen Roosendaal. Toen het drugstoerisme er nog wel was stonden er lange rijen met geparkeerde geparkeerde auto’s voor Auteur & foto: Marie Frenay
de coffeeshops. Dit is een groot contrast met hoe de stad er nu uitziet. Er rijden amper auto’s door de stad en de paar mensen die rondlopen hebben haast en zijn bezig met hun dagelijkse bezigheden. Het nadeel van dit besluit is dat het probleem verschoven is naar andere steden en dat er nu meer handel is op straat. Dat Roosendaal het meeste drugsoverlast heeft is eigenlijk niet keihard bewezen. Er zijn geen cijfers die dit aantonen en er is niet eens uitgebreid onderzoek naar gedaan. Het enige wat met zekerheid vastgesteld kan worden is dat mensen zich enigszins onveilig voelen, omdat er wel degelijk een drugsprobleem aanwezig is in dit slapend stadje. Gevoel is alleen erg subjectief. Om dit gevoel te bevestigen moet de gemeente uitgebreid onderzoek gaan doen of in elk geval wachten op het onderzoek van LokaleZaken. Behalve de politie en de hulpdiensten zijn er weinig mensen die echt klagen over de drugsproblematiek. Wanneer sommige Roosendalers wordt gevraagd naar de grootste problemen zullen ze sneller klagen over zwerfafval in plaats van de wietgeur die overal in de stad aanwezig is. 45
46
De gezelligste tijd van het jaar, carnaval. Vier dagen lang foute muziek, verkleedpartijen, confetti gooien en heel veel bier drinken. Maar dit leuke feest brengt ook een hoop troep met zich mee. Bij het theater De Kring in Roosendaal weten ze daar alles van. Na al dat gefeest moet er natuurlijk gewoon weer worden gewerkt en de troep zal zo snel mogelijk moeten worden opgeruimd. Want de zaterdag na carnaval begint het normale theaterprogramma gewoon weer. De Kring is een theatergebouw, in het midden van Roosendaal, met een grote zaal en een kleinere zaal. Een keer per jaar bouwen ze De Kring volledig om, en staat het in teken van de carnaval. Er worden dan shows en feesten gegeven, waar heel veel bier en confetti bij komt kijken. De vloer van De Kring is bedekt met tapijt, normaal gesproken. Maar de dag na carnaval is het bezaaid met confetti en mooi afgewerkt met een laag bier. Bij het terug verbouwen van De Kring na de carnaval komt veel bij kijken. “Niet alleen de schoonmaaksters zijn heel belangrijk, maar ook veel andere partijen. Het is echt een logistieke operatie, waarbij je moet zorgen dat iedereen op tijd zijn ding doet, zodat hij de ander niet in de weg loopt”, vertelt Joost Daniels, facilitair manager bij De Kring. Het schoonmaakteam Tijdens de koffiepauze verzamelt het schoonmaakteam zich. Naast een achtergelaten fles wodka, fles Jägermeister en een half leeg flesje bier liggen er nu ook verse Brabantse worstenbroodjes op tafel. “Er mag lekker gekruimeld worden! Er moet hier toch nog worden schoongemaakt”, zegt een van de schoonmaakdames met een lach. Jeanine van Aard is objectbegeleidster van de WVS en vertelt, dat zij en haar team van acht dames hier drie dagen lang bezig zullen zijn. Vrijdagmiddag moet alles af zijn. Ze beginnen elke ochtend om zeven uur en werken door tot half vier, behalve de laatste dag, dan werken ze door totdat het helemaal schoon is. “We hebben allemaal ervaring met het schoonmaken na de carnaval, het is veel werk, maar het gaat ons
zeker lukken om alles weer netjes te krijgen voor dat het theaterprogramma weer begint. De rotzooi valt mij eigenlijk ook wel mee hier in De Kring, ik heb het wel eens erger meegemaakt. ” vertelt één van de schoonmaakdames. Jeanine van Aard loopt door het gebouw en wijst alle plekjes aan die nog schoongemaakt moeten worden. Ze laat de ingang en de hal van het gebouw zien. “Hier is het grootste gedeelte al schoongemaakt. Maar er moet nog veel gebeuren zoals alles achter de verwarmingen, het plafond, de bar en er zal zeker ook nog een keer of twee moeten worden gestofzuigd vanwege de confetti die overal rond blijft zwerven.” Dan laat ze de wc’s zien, het damestoilet valt mee, maar die van de mannen is wel heftig. Er liggen overal bekertjes in de urinoirs, op de grond, in de wc en in wastafels. De mannen hebben ook de muur versierd met natgemaakt wc papier en er is een wc verstopt. “Je moet niet te lang stil staan hier want dan plak je vast aan de grond”, lacht Van Aard. Zelf maakt ze ook overal foto’s van. “Ja dat doe ik altijd, dan kan ik de situatie van ervoor vergelijken met die van erna.” Overal confetti In elk hoekje en gaatje, je kan het zo gek niet bedenken of er ligt confetti. “Het vervelende aan confetti is dat iedereen het heen en weer loopt, we zijn zo afhankelijk van de andere partijen die hier rondlopen”, zegt Van Aard. En dat zijn er nogal wat, er lopen mensen rond van het afval, mensen van het interieur, bouwers, glazenwassers, schoonmaakspecialisten, elektriciens en nog een aantal medewerkers van De Kring. Joost Daniels regelt deze logistieke operatie na de carnaval. Volgens Daniels is het erg belangrijk dat iedereen op tijd komt en zijn ding doet. Want dan kun je zo efficiënt mogelijk alles opruimen. Joost Daniels vertelt dat ze alles zo perfect mogelijk proberen te laten lopen. Daniels vertelt: “Het motto van de carnaval verandert elk jaar, daar spelen we natuurlijk wel op in qua versieringen, maar de logistiek verandert in principe niet. Dus we leren van de fouten van de Auteur en foto: Rink Boerma
vorige jaren. Dit jaar hadden we bijvoorbeeld te veel afval, nou dan moet ik er dus voor zorgen dat er volgend jaar een grotere container beschikbaar is. Het zijn allemaal van die kleine dingetjes, maar we streven graag naar perfectie.” Jeanine van Aard is het hier mee eens, “Wij kunnen wel zomaar zonder plan alles schoon gaan maken, maar als ze bijvoorbeeld een decorstuk naar buiten gaan slepen, vliegt er uit het niets overal weer confetti en daar wordt niemand nu gelukkig van.” Logistieke operatie “Carnaval is een hele logistieke operatie. We beginnen 16 februari al met Priense Swaree. (een bonte avond, opgedragen aan de hoogheid van de Tullpetaonestad). Dan is ongeveer 70 procent al klaar voor de carnaval, maar in de tussentijd loopt het theaterprogramma wel gewoon door, dat houdt in dat de gasten in het theater zitten met een carnavalssfeertje. Pas echt de week voor carnaval gaan we alle puntjes op de i zetten”, aldus Joost Daniels. “Na het opruimen zijn we helaas nog steeds niet van de carnaval af, dan gaan we inventariseren. Is er schade? Zo ja dan moet dat worden opgelost. We staan dus ongeveer anderhalve maand in het teken van carnaval. Het kost veel tijd en moeite maar het is het zeker waard.” Geslaagde carnaval? Ja zeker, zegt Daniels. “We hadden dit jaar ook artiesten en we wisten niet echt of dat in de smaak zou vallen hier in Roosendaal. Dat deed het gelukkig wel. Toch komt er dan meer bij kijken qua logistiek, we moeten dan voor goed geluid en licht zorgen. Het verliep redelijk soepel allemaal dit jaar en iedereen deed wat hij moest doen. Het kan nooit perfect zijn dus er zijn zeker wel een aantal dingen die kunnen worden verbeterd, zoals ik al vertelde over het afval. Desalniettemin was het weer geslaagd”, zegt Joost. “Maar we kunnen even geen confetti meer zien!” Zaterdagmiddag zullen de eerste theaterbezoekers weer binnen wandelen in het glimmende en confetti-loze theater De Kring. Iedereen heeft er hard voor gewerkt en carnaval is nergens meer te bekennen. 47
Foto: Anouk Houweling
Het Bravis ziekenhuis heeft nu twee hoofdlocaties, één in Bergen op Zoom en één in Roosendaal. De stichting is van plan om in 2025 een nieuwe hoofdlocatie te openen op een nieuwe plek. Beide gemeentes willen dolgraag een ziekenhuis binnen de gemeentegrenzen behouden en hebben daarom ook al vier mogelijke ziekenhuislocaties aan de stichting doorgegeven. Bergen op Zoom drie locaties terwijl Roosendaal mikt op maar één locatie: de Bulkenaar. De wijk ligt naast de Bulkenaar en aan de rand van Roosendaal. Op de achtergrond is het geluid te horen van auto´s en vrachtwagens die over de drukke A58 racen. De Bulkenaar ligt aan de spoorlijn naar Bergen op Zoom en tussen de snelweg en de wijk in. Het is een groot gebied met uitgestrekte groene akkers, een rustgevend uitzicht. Twee zwanen en een groepje eenden steken de weg over en zijn op weg van de wijk naar de akkers. In het meertje aan de andere kant van de weg dobberen nog wat achtergebleven eenden en zwanen. Rondom het meertje staan vier bankjes, de perfecte locatie voor een avondwandeling. De Bulkenaar Maar of dat zo zal blijven is nog maar de vraag. De gemeente van Roosendaal heeft de Bulkenaar ingezet als mogelijke locatie voor het nieuwe ziekenhuis. De locatie voldoet volgens de gemeente perfect aan de criteria van Bravis. De Bulkenaar is een gebied van ongeveer tachtig hectare, dat is meer dan de eis van twaalf hectare. Door zo´n groot gebied beschikbaar te stellen kan het ziekenhuis altijd nog uitgebreid worden als dat nodig is. Het gebied is niet bebouwd, als Bravis kiest voor deze locatie hoeft er dus niemand te verhuizen. Nu hebben 129 grondeigenaren recht op het gebied en daarom heeft de gemeente er de wet voorkeursrecht gemeente (WVG) op toegepast. “Zo kan de gemeente voorkomen dat iemand de grond die ze nodig hebben gaat kopen en extra geld gaat verdienen.”, legt Eric de Regt uit. Hij is fractievoorzitter van de Roosendaalse Lijst, de grootste partij van de gemeente. Bereikbaarheid Een ander belangrijk uitgangspunt van Bravis is een goede bereikbaarheid.
Op dit moment is het moeilijk om snel in de Bulkenaar te komen. Met het openbaar vervoer is het lastig maar ook met de auto ben je wel even onderweg. De aanrijtijd, de tijd van de melding tot de aankomst in het ziekenhuis, komt dus onder druk te staan. De gemeente heeft daar al een oplossing voor bedacht. Omdat het gebied langs de A58, ligt kan er makkelijk een nieuwe aansluiting gemaakt worden. Dat kan gelijk een ander probleem oplossen want Tolberg heeft al lang last van een slechte verkeersontsluiting. “Als er een ziekenhuis komt, neem ik aan dat de wegen en verbinding verbeterd zullen worden. Daar kunnen de buurtbewoners optimaal van meeprofiteren.”, vertelt de Regt. Twee vliegen in één klap dus. Gevolgen Vervoerstechnisch gaan er dingen veranderen voor de patiënten. Sommige moeten verder gaan rijden, ze komen dan van Bergen op Zoom naar Roosendaal of andersom. Wel komen alle faciliteiten van Bravis op een plek zodat patiënten niet meer de ene keer in Roosendaal moeten zijn en de andere keer weer in Bergen op Zoom. “Wij vinden daarom ook dat het belang van patiënten op een komt te staan en in welke gemeente ze behandeld zullen worden op twee.”, zegt de Regt. Een buurtbewoonster ,van ongeveer zestig jaar oud, is haar drie honden aan het uitlaten en vertelt dat haar man nu zes weken thuis moet herstellen van een operatie die hij net achter de rug heeft. Voor die operatie moest hij naar Bergen op Zoom terwijl er gewoon een ziekenhuis in Roosendaal staat. “Als het ziekenhuis straks hier wordt gebouwd is dat lekker makkelijk voor ons”, lacht ze. De Bulkenaar gaat niet veel merken van de veranderingen. Er woont inmiddels niemand, verklaart de Regt. In Tolberg zal het wel drukker gaan worden. Er komt meer verkeer voorbij en er zal ook wat groen verdwijnen. Wel zal er een mooi ziekenhuis voor in de plaats komen, en is de wijk ook een stuk beter bereikbaar. Strijd met Bergen op Zoom Roosendaal wil heel graag een ziekenhuis in gemeente behouden, dat is een voordeel voor iedereen. Ondertussen heeft Bergen op Zoom drie locaties ingediend en Roosendaal maar eentje. “Mensen maken zich nu druk over de Bulkenaar terwijl de kans bestaat dat het ziekenhuis uiteindelijk gewoon in Bergen op Zoom terecht komt.”, vertelt de buurtbewoonster. Toch is er wel een bepaalde vorm van samenwerking en overleg tussen de twee gemeentes, er is zelfs een gezamenlijke locatie aangeboden legt De Regt uit. Die locatie ligt op de grens tussen de twee steden, bij Heerle. De gemeentes lopen elkaar niet in de weg, maar natuurlijk wil ook Bergen op Zoom een ziekenhuis binnen de gemeente. “We zijn niet elkaars concurrent, we werken samen, maar natuurlijk zouden we allebei graag een ziekenhuis binnen de gemeentegrenzen hebben. Dat is ook een logische gedachte.”, verklaart de Regt.
Auteur en foto’s: Marijke Uitdewilligen
“Als het ziekenhuis straks hier wordt gebouwd is dat lekker makkelijk voor ons� 51
Alle illustraties: Lotte Snepvangers