Fontys PULSED Talentontwikkeling in het onderwijs V1

pulsed

PULSED MAGAZINE TALENTONTWIKKELING IN HET ONDERWIJS

N r. 5-2018 Versie 1.0

NL

pulsed you are a designer

Inleiding Het belang van talentontwikkeling staat al een aantal jaren hoog op de agenda. Nationaal en internationaal, voor werkenden en voor studenten. Ook binnen Fontys worden er veel inspanningen gedaan om talentontwikkeling onderdeel te laten zijn van de onderwijsprogramma’s. Ondanks de aanhoudende aandacht voor dit thema zijn er nog steeds veel vragen over de manier waarop talentontwikkeling nu het beste kan worden gestimuleerd.

De afgelopen vier jaar hebben wij gewerkt aan diverse experimenten met talent ontwikkelend onderwijs. De ervaringen die zijn opgedaan door Fontys PULSED zijn vertaald naar een eigen visie en een concrete aanpak voor talentontwikkelend onderwijs. Voor iedereen met een mening over talent en talentontwikkeling, voor iedereen met een nieuwsgierige blik op dit thema en voor iedereen die zich graag wil laten inspireren, is dit een aanbevelingswaardig document.

We starten met benoemen wat talentontwikkelend onderwijs is. Daarna wordt beschreven waarom talentontwikkeling juist nu van groot belang is. Vervolgens worden opbrengsten van talentontwikkelend onderwijs genoemd. Daarna is de concrete praktijk aan de beurt en tot slot wordt stilgestaan bij het realiseren van talentontwikkeld onderwijs.

POWERED BY

2

F O N T Y S P U L S E D - TA L E N TO N T W I K K E L I N G I N H E T O N D E R W I J S

INHOUDSOPGAVE

De essentie van talentontwikkelend onderwijs.

7

Het belang van talentontwikkeling.

8

De opbrengst van talentontwikkelend onderwijs.

9

Talentontwikkelend onderwijs in de praktijk.

12

Het realiseren van talentontwikkelend onderwijs.

14

Bronvermelding

15

F O N T Y S P U L S E D - TA L E N TO N T W I K K E L I N G I N H E T O N D E R W I J S

3

4

F O N T Y S P U L S E D - TA L E N TO N T W I K K E L I N G I N H E T O N D E R W I J S

F O N T Y S P U L S E D - TA L E N TO N T W I K K E L I N G I N H E T O N D E R W I J S

5

6

F O N T Y S P U L S E D - TA L E N TO N T W I K K E L I N G I N H E T O N D E R W I J S

De essentie van talentontwikkelend onderwijs.

Alleen al de vraag wat nu talent is, kent volgens de wetenschap vele verschillende antwoorden. Vermoedelijk heeft ook iedere lezer een eigen (intuĂŻtieve) definitie van talent. Het is dan ook een hachelijke en onverstandige zaak om te zeggen wat talentontwikkelend onderwijs is. Daarom hebben wij ervoor gekozen voor het beantwoorden van de vraag wat talentontwikkelend onderwijs zou kunnen zijn, binnen de kaders van een eigen visie op talent en binnen de kaders van het mbo- en hbo-onderwijs.

Talent is het unieke van ieder mens. Dat wat een persoon bijzonder maakt en waarmee hij een creatieve waardevolle bijdrage levert aan zijn omgeving.1 De potentie van talentvol zijn is bij iedereen aangeboren, en het vraagt van ieder mens nog wel het nodige in groei en ontwikkeling om het talentvol zijn tot recht te laten komen. Hierbij is het niet de vraag of iemand de potentie heeft maar veel meer op welke wijze en in welke uitingsvorm deze potentie zichtbaar wordt. Een benadering van mensen vanuit talent, vanuit sterktes sluit goed aan bij onderzoeksresultaten uit de positieve psychologie. Zowel onderzoek naar de motiverende werking van het benaderen van sterke kanten als het feitelijke effect van het benaderen van de sterke kanten van mensen laten positieve effecten zien.2 Voor de meeste mensen is er een ontwikkeling nodig om van potentie tot talent te komen; tot het daadwerkelijke herkennen en benutten van het talent. Veel mensen zijn het unieke van zichzelf vaak vergeten, omdat het zo vanzelfsprekend bij ze past, of omdat er vooral aandacht besteed wordt aan dat wat er nog niet goed genoeg is. In opvoeding en onderwijs is de neiging groot om veel te focussen op dat wat nog niet voldoet en een neveneffect van deze benadering is dat ook veel studenten vooral aandacht besteden aan het verbeteren van zichzelf.

Naast aandacht voor talent en talentontwikkeling is ook aandacht voor de beperkingen van ieder mens nodig. Voor deze kant wordt de term draken gekozen. Draken worden niet gezien als noodzakelijk kwaad waar je beter afscheid van kunt nemen, maar juist als de andere kant van de talentmedaille. Ofwel metaforisch gezien ‘geen zon zonder schaduw’.

Een andere kijk op onderwijs.

De benadering van talent als typering van het unieke van ieder mens, in potentie al aangeboren en bij ieder mens aanwezig heeft een aantal gevolgen. Bijvoorbeeld dat beroepsmatige kennis en vaardigheden niet per se nodig zijn om talentvol te zijn. Of dat talent in ieder geval ook impact heeft op anderen. Of dat talent heel dicht aan zit tegen iemands persoonlijkheid, identiteit of eigen aard. Identiteit en identiteitsontwikkeling is voor studenten aan het mbo- of hbo-onderwijs een relevant thema dat verbonden kan worden aan talentontwikkeling. Identiteit en identiteitsontwikkeling worden in verschillende wetenschapsgebieden onderzocht. Als gemene deler wordt vooral gezien dat identiteit continu in ontwikkeling is en dat voor deze ontwikkeling interactie met anderen, feedback van anderen en reflectie op de betekenis van ervaringen van belang is.3 Talentontwikkelend onderwijs kan worden getypeerd als dat onderwijs waarbij de student op basis van ervaringen en feedback van relevante anderen gestimuleerd wordt om de eigen waardevolle uniciteit te ontdekken, ontwikkelen en benutten. Met dit als eerste opmaat kan verder worden gegaan naar het belang van talentontwikkelend onderwijs.

F O N T Y S P U L S E D - TA L E N TO N T W I K K E L I N G I N H E T O N D E R W I J S

7

Het belang van talentontwikkeling.

Is het zinvol om tijd te steken in de vormgeving van talent ontwikkelend onderwijs? Is het niet de zoveelste hype waar we achteraan moeten of willen lopen? Of zijn er zinvolle argumenten beschikbaar om juist nú, aan het begin van de 21ste eeuw deze uitdaging op te pakken?

Naast de grote welvaartsgroei van de twintigste eeuw, heeft deze eeuw vooral ook verder doorgevoerde standaardisatie in gewenste kennis en gedrag van mensen in de werkomgeving gebracht. Diverse automatiserings- en informatiseringsgolven hebben de aard van de arbeidsmarkt langzaam maar ingrijpend veranderd. En het lijkt erop dat alles wat gestandaardiseerd kan worden uiteindelijk ook door machines (robots) kan worden uitgevoerd.

Een arbeidsmarkt waarin al het te standaardiseren werk door machines wordt gedaan geeft nieuwe eisen en verwachtingen aan de arbeid voor mensen. Banen waarin innovatie en vernieuwing wordt gevraagd en werk met een belangrijk relationeel aspect, zoals de dienstverlening, zorg en onderwijs zijn moeilijk te standaardiseren. Werk waarin je als mens nodig bent om bijzondere, unieke, persoonsgebonden toegevoegde waarde te leveren. Om in een dergelijke arbeidsmarkt een zinvolle bijdrage te kunnen leveren worden persoonlijkheid, eigenheid, authenticiteit en de vaardigheid om deze kenmerken op een unieke wijze te kunnen benutten van steeds groter belang.

Met de technologie als aanjager, is het speelveld van kennisvermeerdering enorm veranderd. In vergelijking met de tijd dat boeken met de hand geschreven werden geeft de online beschikbaarheid van grote hoeveelheden kennis en ervaring, de toename van communicatievormen en mogelijkheid tot wereldwijde communicatie, een hoeveelheid kansen die exponentieel lijkt toe te nemen.

En juist met het toenemen van het aantal mogelijkheden tot vernieuwing nemen ook de verdelingsvraagstukken toe. Verdeling over de schaarse grondstoffen, verdeling over welvaart en welzijn op een begrensde planeet, verdeling van mensen over landen en verdeling van beperkte financiële middelen.

De toename van dit type vraagstukken biedt mogelijkheden voor professionals die in staat zijn om op unieke en vernieuwende wijze naar deze complexe vraagstukken kijken. Denk aan “De donuteconomie” een alternatief voor het huidige economische model. De donut wordt gezien als het economisch speelveld dat aan de binnenkant begrensd wordt door allerlei vereisten voor een minimaal noodzakelijk sociaal fundament en aan de buitenkant begrensd wordt door de ecologische omstandigheden.4 Een anderen insteek is dat tijdens de initiële opleidingen studenten vaardigheden opdoen die hen in staat stelt om ook daarna zonder formeel opleidingsprogramma te blijven leren gedurende hun gehele loopbaan. Door SLO het nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling zijn vaardigheden voor de 21ste eeuw benoemd5. Eén van de vaardigheden is zelfregulering, waaronder ook het zelfstandig leervermogen wordt geschaard. Het stimuleren van het zelfstandig leervermogen sluit aan bij de doelstellingen het leven lang leren.

Werkgevers vragen steeds vaker naar authentieke werknemers met een eigen persoonlijkheid. Met alleen het diploma waarmee je vakmatige deskundigheid is aangetoond laat je niet zien wie jij als persoon nu bent. In steeds meer beroepsdomeinen wordt gewerkt aan personal branding. De toename van diversiteit, in persoonlijkheid, vakmatige achtergrond, culturele of andere achtergronden doet tevens een groter beroep op de vaardigheden om in samenwerkingen de diversiteit te benutten, zodanig dat aan de individuele bijdrage recht gedaan wordt en de gezamenlijke resultaten toenemen.

Zowel het middelbaar beroepsonderwijs als het hoger beroepsonderwijs dient zich voor te bereiden op de nieuwe vragen die aan de start bekwaam professional gesteld (gaan) worden. En omdat de technologische, sociale en economische ontwikkelingen die ons naar bovenstaande toekomst leiden onvoorspelbaar, snel en grillig zullen zijn, is het hoog tijd dat het mbo- en het hbo-onderwijs prioriteit gaan geven aan noodzakelijke veranderingen.

8

F O N T Y S P U L S E D - TA L E N TO N T W I K K E L I N G I N H E T O N D E R W I J S

De opbrengst van talentontwikkelend onderwijs.

De minor Embrace Technology, Entrepeneurship and Creativity is opgebouwd volgens de principes zoals beschreven in deze notitie. In juni 2018 heeft de 3e tranche studenten de minor succesvol afgerond. Op basis van de eindpresentaties van 85 studenten omtrent hun persoonlijke ontwikkeling en op basis van meerdere gesprekken met studenten ½ jaar en een jaar na het afronden van de minor ontstaat het volgende beeld.

• • • • •

Studenten staan zichzelf toe om hulp te vragen aan medestudenten en experts voor onderdelen waar ze zelf minder goed in zijn. Hiermee wordt een belangrijke reden voor stress en ontevredenheid weggenomen. Perfectionisme van studenten heeft een hanteerbare vorm gekregen.

Studenten hebben in veel gevallen hun zelfbeeld aangepast. Ze streven minder intensief naar het voldaan aan een ideaalplaatje. Ze zien de waarde van hoe ze zelf zijn en hebben ervaren op welke wijze ze vanuit zichzelf waardevol voor anderen zijn.

Studenten zijn in staat om toekomstige keuzes te maken op basis van werkzaamheden waar ze enthousiast van worden en energie van krijgen. Ook zijn ze in staat om bij het teruglopen van motivatie en inzet te onderzoeken welke factoren hieraan bijdragen en wat er nodig is om actie te ondernemen.

Studenten uit de eerste en tweede tranche vervolgen hun majorstudie vanuit een zelfbewuste kijk op wat ze willen leren en welk type onderwijs goed bij ze past. Meerdere malen blijkt dat ze veel moeite hebben met competentie gestuurde onderwijs waarbij er weinig ruimte is voor eigen initiatief om afwijkende zelfgekozen paden te bewandelen.

Studenten zijn gemotiveerd om de inzichten over hun identiteit en persoonlijke ontwikkeling te gebruiken in het vervolg van hun studie. Ook zijn er meerdere studenten die verder willen gaan met de persoonlijke ontwikkeling, zoals ingezet tijdens de minor, omdat ze voelen dat er nog relevante vraagstukken liggen.

De potentie van het beschreven onderwijs wordt door steeds meer partijen onderkend. Onder meer door een toenemende instroom van studenten in de minor wordt vervolgonderzoek naar de opbrengsten van dit talentontwikkelend onderwijs het komende jaar een aandachtspunt.

Talentontwikkelend onderwijs in de praktijk.

Talentontwikkelend onderwijs bestaat uit een afgewogen mix van vijf ingrediënten.

1.

Ervaringen opdoen.

2.

Leren in een sociale context.

3.

Versterken van dat wat al goed is.

4.

Reflectie.

5.

Zichtbaar maken van leeruitkomsten.

Ervaringen opdoen.

Het opdoen van ervaringen is het startingrediënt. Hiertoe is een onderwijsprogramma nodig dat studenten kansen op veel verschillenden ervaringen biedt. Ervaringen waarin de student met zijn ontwikkelende identiteit de interactie aangaat met medestudenten, docenten en klanten. Deze interacties bieden de kans aan de studenten om de zelfbeelden te toetsen, te bevestigen of te herzien.

Vooral veel interactie met de wereld buiten de studiecontext is waardevol. Het onderwijsprogramma kent meerdere modules waarin tastbare producten worden ontwikkeld. Iedere module wordt afgesloten met presentaties en feedback van diverse mensen van buiten het onderwijs. Kinderen, ondernemers, vak experts, entrepreneurs en kunstenaars komen om de studenten uit te dagen om hun producten nog beter af te stemmen op de wensen en behoeftes van toekomstige klanten.

De modules zijn zo ingericht dat ze de studenten uitdagen tot design based learning.6 Met een continue uitdaging tot experimenteren hebben de studenten alle kans om succeservaringen op te doen en te ervaren dat sommige acties juist niet opleveren wat ze hadden gehoopt en verwacht. Design based learning geeft veel kansen om talenten te versterken en draken te herkennen.

Leren in een sociale context.

Naast ontwikkeling van de eigen talenten biedt het benutten van elkaars talent extra waarde. Met het inzetten van anderen op basis van hun talent bewijs je de ander een dienst en je geeft jezelf de ruimte om je eigen talent te mogen delen. In het traditionele onderwijssysteem en in grote delen van de arbeidsmarkt is het niet gebruikelijk dat mensen eerlijk zijn over hun sterktes en zwaktes. Het streven is vaak om op zoveel mogelijk gebieden en thema’s sterk te zijn. Afhankelijkheid van anderen wordt niet vaak als een deugd gezien.

Met het stimuleren van de studenten om eerlijk te mogen zijn over zowel hun talent als hun beperktheden wordt getracht een werk en leeromgeving te creëren waarbij geldt: wiens talent aan de beurt is neemt de leiding. Op deze wijze wordt diversiteit benut, samenwerking geleerd en kan iedereen de kans pakken om zijn unieke bijdrage te leveren.

In ons onderwijs organiseren we samenwerking in multidisciplinair samengestelde groepen. Hierdoor wordt de kans dat onderlinge afhankelijkheid zichtbaar wordt en wordt benut groter. Bij individuele projecten werken de studenten in een gezamenlijke onderwijsruimte waardoor multidisciplinaire samenwerking snel ontstaat.

Versterken van dat wat al goed is.

Door Dewulf7 worden twee benaderingen van onderwijs benoemd. Aan de ene kant die van het wegwerken van tekorten. De zogeheten GAP-benadering waarbij het verschil tussen het huidige niveau en het gewenste niveau geminimaliseerd dient te worden. Aan de andere kant de kant van het ontwikkelen van sterktes waarbij eerder gerealiseerde successen bijdragen aan de motivatie om te groeien en te ontwikkelen.

In het talent ontwikkelend onderwijs dat wij uitvoeren is vooral veel aandacht voor het versterken van de al aanwezige sterke kanten en kwaliteiten van studenten. Juist de ruimte en aandacht om hiermee succeservaringen op te doen dragen bij aan een toename van de intrinsieke motivatie om te willen (blijven) leren. Deze benadering is een sterke tegenhanger van het, bij veel studenten, soms sterk aanwezige, gevoel van onvermogen.

In talentworkshops krijgen de studenten tools waarmee ze eigen talenten en draken kunnen benoemen, herkennen en leren benutten.

De tools ondersteunen het proces van ontwikkeling waarbij de studenten zichzelf ook een nieuw manieren van praten en denken over het eigen zelfbeeld aanleren. Het proces van meten en beoordelen8 in het onderwijsprogramma geeft veel ruimte aan de student om zelf aan te geven op welke wijze de vereiste leeruitkomsten worden behaald. Hiermee ontstaat bij de studenten een groot gevoel van eigenaarschap voor het eigen leerproces.

Reflectie Reflectie is nodig om ervaringen te vertalen naar nieuwe inzichten, om successen en mislukkingen te vertalen naar nieuw gedrag en om zelfbeeld en identiteit bij te stellen.9 Dagelijkse gebeurtenissen bieden de kans om talent te herkennen, te erkennen, toe te passen en verder te ontwikkelen. Deze leerroute is intensief, vooral omdat de ontwikkeling een kwestie is van het opnieuw bewust worden van onbewuste patronen. Patronen die herkend en versterkt mogen worden.

Workshops en regelmatige gesprekken met een persoonlijke coach biedt de studenten de ondersteuning die hiervoor nodig. Zowel het leren leren van ervaringen, als het bewust worden van de eigen talenten als het zien van de impact van de draken komt in de persoonlijke coaching aan bod.

Zichtbaar maken van leeruitkomsten Het vijfde en laatste ingrediĂŤnt is het zichtbaar maken van de leeropbrengst van en voor de student. De leeropbrengst wordt door de student getoond in een portfolio waar van de vereiste leeruitkomsten aangetoond wordt met welke leerervaring deze zijn behaald. De leeropbrengst heeft zich gedurende de gehele onderwijsperiode opgebouwd en het portfolio is gedurende de gehele onderwijsperiode gevuld.

In tegenstelling tot het portfolio pur sang, waarbij de kunstenaar eerder gemaakt werk toont, is het voor een portfolio, waarmee ontwikkeling zichtbaar gemaakt moet worden, van belang dat allerlei tussenstappen, tussenproducten, successen en mislukkingen worden verzameld. En naast een verzameling van producten zijn ondersteunende teksten, voorbeelden en toelichtingen nodig om een inkijkje te kunnen krijgen in de wijze waarop de student nieuwe betekenisconstructies heeft ontwikkeld.

De studenten hebben ondersteuning van hun coach bij het maken en vullen van het portfolio. Door regelmatige feedback, feedup en feedforward op het portfolio leren de studenten om hun leeropbrengsten zichtbaar te maken.

Het realiseren van talentontwikkelend onderwijs.

Talentontwikkelend onderwijs is realiseerbaar. Ook binnen de kaders van een regulier hbo-instituut. Deze overtuiging wordt ondersteund door interessante veranderingen in het onderwijslandschap en door onze eigen ervaringen.

•

Er komen steeds meer, ook landelijke bekende, initiatieven waarbij de basisstructuur van het onderwijs anders wordt ingericht. Agora in Roermond10 is een bekend voorbeeld of het University College in Middelburg.11

•

De NVAO die namens de rijksoverheid de kwaliteitsborging van het hbo toetst, experimenteert met nieuwe accreditatievormen waarbij steeds meer de aandacht komt te liggen op de mate waarin onderwijsinstellingen zelf het eigen kwaliteitsbewustzijn op niveau hebben.12

•

Er ontstaan nieuwe didactische concepten waarbij de meer traditionele rolverdeling tussen docent en student (als degene die het weet en degene die het nog niet weet) verandert. Design Based Learning is hiervan een mooi voorbeeld.6

•

De samenwerking van beroepsonderwijs en werkveld wordt steeds intensiever en kent nieuwe vormen. De opkomst van de hybride docent13 en de oprichting van centres of expertises14 waar onderwijs en bedrijfsleven daadwerkelijk samenwerken zijn hiervan mooie voorbeelden.

•

Vanuit de wetenschap ontstaan er nieuwe terminologieën waarmee de verschillende doelen die je zou willen bereiken met onderwijs onderscheiden kunnen worden. Biesta15 spreekt over kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming als drie te onderscheiden en elkaar noodzakelijk aanvullende doelen.

•

De onderwijskundige wetenschapskennis16 heeft zinvolle alternatieven en aanvullingen opgeleverd op het vaak nog te dominant aanwezige behaviorisme waarbij straffen en belonen de mechanismen zijn waarmee met leren tracht te stimuleren. Het sociaalconstructivisme heeft als basisaanname dat mensen hun werkelijkheid opbouwen door interactie met hun medemensen. En de neuro-wetenschappen17 benadrukken het belang van de emotionele gesteldheid van de lerende voor de opbrengst van leerinspanningen.

Onze eigen ervaringen hebben getoond dat er voor talentontwikkeld onderwijs veel meer moet gebeuren dan het toevoegen van een aanbodgerichte lessenreeks talentontwikkeling. Onderstaande, niet uitputtende opsomming, geeft een eerste beeld van elementen die nodig zijn om tot onderwijs te komen waarin talentontwikkeling goed tot recht komt.

• • • • • • •

14

Een onderwijsprogramma volgens de principes van Design Based Learning.

Ontwikkeling van het onderwijsprogramma in samenwerking met studenten, docenten en werkveld.

Afstemming met examencommissies bij het ontwerp van het onderwijsprogramma.

Duurzame samenwerking met partners uit het werkveld.

Een fysieke leeromgeving die als leef en werkomgeving is ingericht Docenten en coaches die flexibel kunnen omgaan met tempo verschillen, en leervoorkeuren bij hun studenten.

Docenten en coaches die de overtuiging delen dat iedere student in staat is om zijn potentie waar te maken en kan en wil leren vanuit intrinsieke motivatie.

F O N T Y S P U L S E D - TA L E N TO N T W I K K E L I N G I N H E T O N D E R W I J S

Bronvermelding 1 GabriĂŤls, K. (2011) De talentmanager, Het boekenschap 2 Bohlmeijer, E., Bolier, L., Westerhof G., & Walburg J.A., (Eds) (2103) Handboek Positieve psychologie, Amsterdam: Boom 3 Ruijters, M., (Ed) (2015) Je binnenste buiten, Deventer: Vakmedianet 4 Raworth, K. (2017) Donuteconomie, Amsterdam: NwAdam 5 21e-eeuwse vaardigheden, (20 maart 2018). Verkregen op 6 juli 2018 via http://curriculumvandetoekomst.slo.nl/21e-eeuwse-vaardigheden 6 PULSED Magazine Design Based Learning, versie 1, (2018) (interne uitgave FONTYS PULSED) 7 Dewulf, L. (2014) Ik kies voor mijn talent, Leuven: Lannoo Campus, Culemborg: Van Duuren Psychologie 8 PULSED Magazine Meten en beoordelen van (leer)ontwikkeling, versie 1 (2018) (interne uitgave FONTYS PULSED) 9 Meijers, F (2017) Zelfreflectie een inleiding, Hoofdstuk 1 in Meijers, F. & Mittendorf, K.(Eds) Zelfreflectie in het hoger onderwijs, Antwerpen-Apeldoorn: Garant 10 Onderwijs maar dan anders. (2018). Verkregen op 6 juli 2018 via http://www.agoraroermond.nl, bezocht op 6 juli 2018 11 About UCR, (2012) Verkregen op 6 juli 2018 via http://www.ucr.nl.

12 Instellingstoets-kwaliteitszorg. Verkregen op 6 juli 2018 via https://www.nvao.net/beoordelingsproceduresnederland/instellingstoetskwaliteitszorg 13 Hybride docent (2018). Verkregen op 6 juli 2018 via https://www.hybridedocent.nl/hybride-docent.

14 Centres of Expertise. Verkregen op 6 juli 2018 via https://www.vereniginghogescholen.nl/themas/centres-of-expertise 15 Biesta, G.J.J. (2015) Het prachtig risico van onderwijs, Culemborg: Phronese 16 Boekaerts, M. & Simons, P. R-J. (2003) Leren en instructie, Assen: Van Gorcum 17 Dinteren, R. & Lazero, N. (2010) Brein@work, Houten: Springer

F O N T Y S P U L S E D - TA L E N TO N T W I K K E L I N G I N H E T O N D E R W I J S

15

pulsed you

are

a

designer

FO N T YS P U LS E D COP YRIGHT 2 018 MO R E IN FO R MAT ION: T IM O.WE S E NA A R@ FONT YS .NL

N r. 5-2018 Versie 1.0

NL

pulsed you are a designer