De rijn B o v e n n e D e r kroMMe
l e I D s e o
u
D
e
luTTIke n I e u w e
s T I l l e
va n l o B I T h To T k aT w I j k
Paul geelen
Marja DIrkzwager
Fotografie: Paul Geelen
Tekst: Paul Geelen en Marja Dirkzwager
Vormgeving en omslagontwerp: Erik Vos/Foxy Design ISBN 978 94 6054 068 4 NUR 400
Š 2010 Fontaine Uitgevers BV
Fontaine Uitgevers BV
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geauto-
1243 KC ’s-Graveland
matiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch
databestand of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Leeuwenlaan 10
www.fontaineuitgevers.nl
info@fontaineuitgevers.nl
De Rijn B o v e n N e d e r Kromme
L e i d s e O
u
d
e
LUTTIKE N i e u w e
S t i l l e
V an l o bit h t o t kat w i j k
P aul
geelen
M ar j a D irk z w ager
INHOUD
PROLOOG [ 6 ]
LOBITH, SPIJK EN DE GRENS MET DUITSLAND [ 12 ]
DE NEDERRIJN [ 36 ]
DE KROMME RIJN [ 62 ]
UTRECHT [ 88 ]
DE LEIDSE RIJN [ 106 ]
DE OUDE RIJN [ 116 ]
ALPHEN AAN DEN RIJN [ 136 ]
HET LAND VAN WIJK EN WOUDEN
[ 156 ]
LEIDEN [ 170 ]
KATWIJK EN DE MONDING IN ZEE [ 186 ]
DE ROMEINEN EN HUN LIMES [ 198 ]
EPILOOG [ 211 ]
PROLOOG
6 | PROLOOG
De loop van de Rijn De Rijn ontspringt hoog in de Zwitserse Alpen. De Tomasee (het Tomameer), de bron van de Vorderrhein, die op een hoogte van circa 2350 meter hoog in deze Alpen ligt, wordt gezien als het startpunt van de Rijn. Het Tomameer ligt in het gewest Graubünden vlak bij de Oberalp iets ten noorden van de top van de berg Badus (2928 meter) en op circa één kilometer van de plaats Tschamut. De Rijn stroomt van daar af naar zee en doet op zijn weg achtereenvolgens de landen Zwitserland, Liechtenstein, Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk en Nederland aan. Liechtenstein, Oostenrijk en Frankrijk kennen de Rijn daarbij alléén als grensrivier. De Rijn is met zo’n 1320 kilometer lengte een van de langste rivieren van Europa. Hiervan ligt het grootste deel, zo’n 800 kilometer, in Duitsland. Ook neemt Duitsland het grootste deel van het stroomgebied van de Rijn voor haar rekening. Circa 120.000 van de 185.000 km 2 van dit stroomgebied bevindt zich op Duits grondgebied. Naast de eerdergenoemde landen maken ook Italië, België en Luxemburg nog deel uit van het totale stroomgebied van de Rijn.
rivierdelta gedragen waarin de rivier door de eeuwen heen zijn loop veelvuldig heeft verlegd. Enerzijds door natuurlijke oorzaken zoals stormen en overstromingen. Daarnaast heeft ook de mens de loop van de Rijn veelvuldig proberen te reguleren. Op diverse plaatsen is de rivier dan ook afgedamd en zijn er verbindingswegen en kanalen gegraven. Uit veiligheidsoverwegingen, tegen overstromingen en dergelijke, om de afwatering te kunnen reguleren en/of de scheepvaart te kunnen bevorderen. Om die reden zien we in het relatief kleine gedeelte van de Rijn in Nederland zijn naam dan ook veelvuldig veranderen. Ook het beeld wat de rivier geeft is daardoor aan grote verandering onderhevig en straalt ieder gebied een eigen sfeer uit.
Tot aan de Duits-Nederlandse grens heeft de Rijn globaal genomen de natuurlijke loop van de rivier gevolgd. Op enkele stukken na, die zijn gekanaliseerd en gegraven om bijvoorbeeld vaarwegen te verkorten en/of lussen in de meanderende Rijn af te snijden, heeft het water de loop van de oorspronkelijke rivier kunnen vervolgen.
Zoals gezegd vertakt (splitst) de Rijn zich in zijn delta veelvuldig, en verdeelt daarbij zijn water over verschillende stromen. Allereerst splitst de Rijn zich, na binnenkomst op Nederlands grondgebied, bij Millingen aan de Rijn in de Waal en in het Pannerdensch Kanaal. Bij Arnhem splitst dit Pannerdensch Kanaal zich vervolgens weer in de IJssel en de Nederrijn. Bij Wijk bij Duurstede splitste de Nederrijn zich in het verleden vervolgens af naar de Kromme Rijn en de Lek, maar nu gaat de Nederrijn even voorbij Wijk bij Duurstede, op de kruising met het Amsterdam-Rijnkanaal, over in de Lek. De splitsing naar de Kromme Rijn is door een afdamming in 1122 gesloten en daarom wordt de Kromme Rijn sindsdien nog slechts op kunstmatige manier (bemaling) van vers water voorzien.
Eenmaal in Nederland aangekomen heeft de Rijn zich echter al sinds historische tijden veelvuldig vertakt en verdeelt het Rijnwater zich over meerdere vertakkingen. Het lager liggende en drassige land Nederland heeft zich hierbij dan ook meer als een
Tot aan de bedijking in de middeleeuwen waren er meer splitsingen. De kleinere lopen werden gelijktijdig met de bedijking afgedamd. In de Romeinse tijd waren dat vaak nog grotere rivieren die in de middeleeuwen al sterk aan het verzanden waren. Voor-
PROLOOG | 7
beelden hiervan zijn de Kromme Rijn, de Oude Rijn, de Utrechtse Vecht, de Linge en de Hollandse IJssel. Naast de Waal bleef slechts de Lek over als natuurlijke rivierloop. Zowel de Waal als de Lek bereikt, als wijd uitlopende, trechtervormige riviermonden (estuaria), bij Rotterdam de Noordzee. In dit boek volgen we echter zo veel mogelijk de oorspronkelijke loop van de Rijn, voor zover hier van oorspronkelijk sprake is. De loop is immers in het verleden veelvuldig verlegd. Bij Wijk bij Duurstede wordt afgebogen van de natuurlijke loop van het water en volgen we de Kromme Rijn naar Utrecht om uiteindelijk via Woerden, Alphen aan den Rijn via Leiden bij Katwijk aan Zee in de Noordzee te eindigen. Voor zover bekend is dit de meest erkende monding en loop van de rivier de Rijn. Want ook deze monding is door de eeuwen heen vaak verplaatst, zowel in noord- zuidelijke richting als in oost-westelijke richting.
gen. Welke Bovenrijn of Nederrijn wordt er bijvoorbeeld bedoeld? Maar ook de situatie dat eenzelfde deel van de Rijn onder verschillende namen bekend staat komt voor. Zo plegen bijvoorbeeld de Duitsers de Rijn in het noorden van Duitsland de Hochrhein te noemen terwijl de Zwitsers datzelfde gedeelte van de Rijn in het zuiden van Zwitserland juist de Niederrhein noemen. Bij de grensovergang van Duitsland naar Nederland hebben we een soortgelijke situatie. Daar gaat de Duitse Niederrhein namelijk over in de Nederlandse Bovenrijn. Hoe de naam van de Rijn in de loop van de rivier verandert Buitenlandse benamingen zijn hierbij tussen haakjes van de Nederlandse tegenhanger voorzien.
Tussen 1163 en 1807 is deze monding zelfs meer dan 600 jaar geheel gesloten geweest waardoor het Rijnwater via speciaal aangelegde kanalen naar het Noordzeekanaal en de Zuiderzee (later het IJsselmeer) zijn uitweg naar zee zocht.
In de Zwitserse Alpen vlak bij zijn oorsprong heeft de Rijn twee bovenlopen: de Vorderrhein (Voorrijn) en de Hinterrhein (Achterrijn). Deze twee bovenlopen vloeien vlak voor Chur, bij de plaats Reichenau, samen.
Achtergrond en variaties in de naam de Rijn De naam van de Rijn is waarschijnlijk afkomstig van het Indo-Europese rei dat ‘stromen’ betekent. Binnen de diverse taalgebieden zien we de naam van de Rijn in diverse varianten terugkomen:
Vanaf Reichenau stroomt het Rijnwater vervolgens als Alpenrhein (Alpenrijn) door naar de Bodensee (het Bodenmeer) en passeert onderweg de grenzen van Zwitserland, Liechtenstein en Oostenrijk.
• In het Duits: Rhein; • In het Ripuarisch (een Middelduitse dialectgroep): Rhing; • In het Frans: Rhin; • In het Zwitser-Duits: Rhy; • In het Reto-Romaans (Romaanse taal gesproken in Oost-Zwitserland): Rein; • In het Engels: Rhine; • In het Latijn: Rhenus; • In het Nederlands: Rijn; • Maar vroeger in het oud-Hollands: Rhijn. Doordat de Rijn lang is en door verschillende landen en taalgebieden stroomt hebben daarnaast verschillende gedeeltes van de Rijn soms eenzelfde naam gekregen hetgeen voor verwarring kan zor-
8 | PROLOOG
Na het Bodenmeer stroomt het Rijnwater door de plaats Konstanz in de Untersee (Benedenmeer) om vervolgens, in het grensgebied tussen Duitsland en Zwitserland, bij de plaats Stein am Rhein zijn weg als de rivier Rhein (Rijn) voort te zetten. In dit grensgebied tussen Stein am Rhein tot aan Basel ontstaat dan ook verwarring in de naamgeving omdat de Duitsers dit deel van de Rijn Hochrhein (Hoogrijn) plegen te noemen en de Zwitsers juist de naam Niederrhein (Nederrijn) gebruiken. Vanaf Basel stroomt de Rijn dan als Oberrhein (Bovenrijn) door langs de Frans-Duitse grens tot aan Neuburg am Rhein om daar het grensgebied te verlaten en Duitsland in te duiken. Tot de plaats Bingen blijft de Rijn de naam Oberrhein houden.
Van Bingen tot aan Bad Godesberg (vlak voor Bonn) krijgt de Rijn vervolgens de naam Mittelrhein (Middenrijn) als hij door het kloofdal van de Eifel loopt. Vanaf Bonn tot aan de Duits-Nederlandse grens wordt de Rijn vervolgens de Niederrhein (Nederrijn) genoemd. Vanaf de Duits-Nederlandse grens, bij de plaats Spijk, wordt de Rijn allereerst de Bovenrijn genoemd. Bij Tolkamer, Lobith en Millingen aan de Rijn gaat de Bovenrijn vervolgens over in het Bijlandsch Kanaal. Een circa drie kilometer lange waterweg tussen de plaatsen Tolkamer en Millingen aan de Rijn. Gegraven tussen 1773 en 1776 om een scherpe bocht (meander) in de toenmalige Waal af te snijden en de Bovenrijn recht te trekken. Bij Millingen aan de Rijn splitst de Rijn zich vervolgens in de Waal en in het Pannerdensch Kanaal. Een kanaal dat begin 18e eeuw is aangelegd om het water in de Nederrijn en de Waal beter te kunnen verdelen en laagwater in de Nederrijn en de IJssel te voorkomen. Het Pannerdensch Kanaal loopt vervolgens door tot Arnhem. Parallel aan het Bijlandsch Kanaal en het Pannerdensch Kanaal vinden we dan in noord-oostelijke richting, in het Rijnstrangengebied, nog de loop van de oorspronkelijke Rijn terug. Ooit slingerde de Rijn zich tussen Spijk en Loo langs de plaatsen Lobith, Elten, Herwen, Aerdt, Babberich, Oud-Zevenaar, Pannerden en Groessen door het landschap. Het Bijlandsch Kanaal en het Pannerdensch Kanaal hebben echter de functie van de oude rivierloop volledig overgenomen. Bij Arnhem aangekomen splitst het Pannerdensch Kanaal zich vervolgens in de Nederrijn en de IJssel.
de Kromme Rijn. Dit is tevens de oude loop van de Rijn. De tocht langs de Rijn gaat hier dan ook over van een rivierengebied waar het water de natuurlijke loopt volgt (afhankelijk van het aangevoerde water) naar een polderachtig en verstedelijkt gebied waar de waterstroom van de Rijn volledig wordt gereguleerd door pompen, gemalen en sluizen. Nadat de Kromme Rijn aan de oostzijde in de stad Utrecht is aangekomen gaat de Kromme Rijn over in de stadsgrachten, de Stadsbuitengracht en de Oude Gracht, om aan de westzijde van de stad dan zijn loop weer voort te zetten als Leidse Rijn. Niet te verwarren met de Utrechtse wijk Leidsche Rijn. De Leidse Rijn gaat dan vervolgens tussen Harmelen en Woerden, bij de Putkoptunnel, weer over in de Oude Rijn. Eenmaal in Leiden aangekomen splitst deze zich in de Oude Rijn en de Nieuwe Rijn om midden in het centrum van Leiden weer samen te komen in de Stille Rijn en het Galgewater. Bij het verlaten van de stad Leiden gaat de Rijn dan weer verder als de Rijn om bij Katwijk aan Zee uiteindelijk over te gaan in het Uitwateringskanaal. Na dit Uitwateringskanaal volgen dan nog de Binnenwatering, de Buitenwatering en tot slot de Noordzee. En verder nog Op en rond de rivier komt de naam van de Rijn nog op talloze plaatsen terug. Dijken, parken, paden en lanen, pleinen, bruggen, steden en plaatsen. Overal waar je komt zie je langs de loop van de rivier de naam van de Rijn terugkomen.
Bij Wijk bij Duurstede houdt de Nederrijn dan weer op te bestaan en splitst de Rijn zich af. Iets voorbij Wijk bij Duurstede, op de kruising met het Amsterdam-Rijnkanaal, zet de natuurlijke loop van het Rijnwater zich voort richting de Lek. Onze tocht langs de Rijn buigt zich hier echter af. Vlak v贸贸r Wijk bij Duurstede vervolgen we onze tocht in noordelijke richting. Vanaf het inundatiekanaal en de inlaatsluis bij Wijk bij Duurstede heet de Rijn dan
PROLOOG | 9
10 | PROLOOG
PROLOOG | 11
LOBITH, SPIJK EN DE GRENS MET DUITSLAND
12 | LOBITH, SPIJK EN DE GRENS MET DUITSLAND
Kesteren
Opheusden
Loo
Huissen Zetten
Oud Zevenaar
Angeren
Doornenburg
Babberich
Pannerden
Aerdt Herwen
Millingen aan de Rijn
Lobith Tolkamer
De pontons en de gierkabel van het veerpont Doornenburg-Pannerden. Het fort Pannerden op de achtergrond.
Volgens de volksmond komt ‘de Rijn bij Lobith’ Nederland binnen. De werkelijkheid is tegenwoordig echter anders. Oorspronkelijk lag Lobith weliswaar inderdaad aan de Rijn, maar in de loop van de eeuwen is langs het stuk rivier tussen Emmerik en Arnhem de ene verkorting na de andere toegepast en is de loop van de Rijn zodanig verlegd dat Lobith nu niet eens meer aan de rivier ligt. Een ander dorp in ditzelfde gebied, te weten Spijk, is juist door de loop van de Rijn gesplitst. De rechteroever van dit dorp is in 1817, na de splitsing van het dorp en een uitwisseling van grondgebied met de Duitsers, samen met Lobith van Duits (Kleefs) grondgebied Nederlands grondgebied geworden. Sinds de overdracht van dit gebied van het Koninkrijk Pruissen naar het Koninkrijk der Nederlanden,
verlaat de Rijn bij Spijk (op de Duitse linkeroever) Duitsland, en komt de Rijn bij Spijk (op de Nederlandse rechteroever) Nederland binnen. Feitelijk loopt tussen Spijk en Millingen aan de Rijn de Nederlands-Duitse grens midden door de bedding van de rivier. De gemeente Rijnwaarden Bij binnenkomst in Nederland loopt de Rijn, inmiddels de Bovenrijn geheten, de gemeente Rijnwaarden binnen. De gemeente Rijnwaarden is in 1985 ontstaan uit de dorpen Lobith, Spijk, Tolkamer, Pannerden, Aerdt en Herwen en ligt tegenwoordig op de rechteroever van de rivier. In het verleden was dit anders. Toen liep de Rijn dwars door dit gebied heen omdat de Rijn al vóór Tolkamer en Lobith naar het noorden afboog. De gemeente dankt haar
De Bovenrijn bij Spijk. Stroomafwaarts gefotografeerd. In het midden van de bedding van dit deel van de Rijn bevindt zich de grens tussen Nederland en Duitsland.
LOBITH, SPIJK EN DE GRENS MET DUITSLAND | 13
Spijk
De Bovenrijn bij Spijk. Stroomopwaarts gefotografeerd. De achtergrond is hier dus Duitsland.
naam dan ook aan de vele uiterwaarden van de Rijn die hier aan het begin van Nederland het landschap kenmerkten. Sinds de aanleg van het Bijlandsch en het Pannerdensch Kanaal is dat veranderd.
Bij Tolkamer mondt de Duitse Alter Rhein (verderop de Kellener Altrhein genoemd) uit in de Bovenrijn die dan overgaat in het Bijlandsch Kanaal. De Duitse Alter Rhein is nog een restant van een oude meander van de Rijn die inmiddels is afgestoken. Het gebied waar we ons hier in bevinden heet de Gelderse Poort.
De geschiedenis van de bewoners van dit gebied gaat terug naar de tijd dat de Bataven, de Franken en de Romeinen hier nog over de rivier voeren. Van de Romeinse aanwezigheid in dit gebied zijn bij zand- en grintwinningen in de jaren dertig nog diverse overblijfselen teruggevonden. In 1672 was het dorp Lobith nog het strijdtoneel van 120.000 Franse soldaten die in dienst van Zonnekoning Lodewijk xiv tegen de Hollanders van Johan de Witt en Prins Willem iii vochten.
Angerlo
Oosterbeek
Oosterbeek
Lathum
Rh
De
ijn
Huissen
Huissen
Zevenaar De
de R
hij
n
Pannerden Gendt
Nijmegen
D
e
W
W
aa
l
aa
l
Tolhuis
Nijmegen
Nijmegen
Schenkenschanz Riv.
1672
Ou
.
Pannerden
Gendt
R ge
l
R.
aa
Riv .
Zevenaar
Angeren
lin
Ou
ge
R.
Pannerden
W
De
Angeren
lin
ge
lin
jn
De
De
hi
Lathum
ijn
Huissen Zevenaar R
Gendt
Arnhem Rh
De
De
Westervoort
Velp
Arnhem
Schenkenschanz
De Waal
1707
14 | LOBITH, SPIJK EN DE GRENS MET DUITSLAND
Millingen
e
Lathum
D
Ri
Arnhem De
Velp
v.
Velp Oosterbeek
Het Bijlandsch Kanaal Het Bijlandsch Kanaal is een circa drie kilometer lange waterweg tussen de Nederlandse plaatsen Tolkamer en Millingen aan de Rijn. Het grootste deel van het Bijlandsch Kanaal vormt de grens tussen Nederland en Duitsland. Het kanaal is tegenwoordig een deel van de Rijn. Gezien vanaf de Duitse
1774
de
Rh
ijn
De Gelderse Poort De Gelderse Poort is een grensoverschrijdend natuurontwikkelingsgebied gelegen in het grensgebied tussen Nederland en Duitsland. Het gebied is circa 20.000 hectare groot en ongeveer de helft ervan ligt op Nederlandse bodem. De Rijn stroomt dwars door dit gebied. Een groot gedeelte van dit gebied bestaat dan ook uit de uiterwaarden van de rivieren de Rijn en de Waal. Ook het Rijnstrangengebied maakt er een onderdeel van uit. Het waterniveau van deze rivieren is van zeer grote invloed op het landschap. De uiterwaarden van de rivier overstromen immers iedere keer bij hoogwater geheel of gedeeltelijk. Dit heeft grote gevolgen voor alles wat daar leeft en bloeit. Het is een gebied waar de natuur en de rivier de ruimte krijgen. In het Nederlandse deel van de Gelderse Poort wordt op dit moment gekoerst op circa 3000 hectare nieuwe natuur en in het Duitse deel is circa 5500 hectare aangewezen als Naturschutzgebiet. De Gelderse Poort moet weer een natuurlijk en gevarieerd rivierenlandschap worden waar de Rijn de kans krijgt om haar invloed vrij uit te kunnen oefenen en waar vele diersoorten zich thuis voelen. Zo zijn in de nieuwe natuurgebieden konikpaarden en gallowayrunderen uitgezet en is sinds 1994 ook de bever weer in de Gelderse Poort te vinden. Binnen het gebied zijn diverse wandel- en fietsroutes uitgezet zodat de liefhebbers van dit prachtige landschap kunnen genieten.
Paarden en runderen uitgezet in de uiterwaarden van het Pannerdensch Kanaal.
LOBITH, SPIJK EN DE GRENS MET DUITSLAND | 15
grens ligt het tussen de Bovenrijn en het punt waar de stroom zich splitst in het Pannerdensch Kanaal en de Waal. Het Bijlandsch Kanaal werd gegraven tussen 1773 en 1776 dwars door de Bijlandsche Waard en diende om een scherpe bocht (meander) in de toenmalige Waal af te snijden en er tevens voor te zorgen dat niet al het water via de Waal naar zee zou stromen. Het Bijlandsch Kanaal heeft hiermee de functie van de oude rivierloop geheel vervangen. Met de aanleg wilde het gewest Gelre niet alleen de scheepvaart van dienst zijn, maar vooral ook de stroom van het rivierwater beter kunnen reguleren. Dit om overstromingen tegen te gaan. Om die reden was eerder ook het Pannerdensch Kanaal al gegraven om overtollig water van de vaak overstromende Waal naar de IJssel en de Nederrijn af te kunnen voeren. Helaas bleek dit initiatief aanvankelijk niet zo succesvol.
Het Bijlandsch Kanaal stroomafwaarts gefotografeerd vanaf een steiger in Tolkamer.
Tolkamer De directe ligging van Lobith en Tolkamer aan de Rijn zorgde er in dit verleden voor, dat deze plaatsen zich konden ontwikkelen als belangrijke centra voor de binnenscheepvaart. Zowel Tolkamer als Lobith dankt ook haar ontstaan aan de Lobithse tol. De naam van het dorp Tolkamer komt dan ook voort uit de tijd dat de schippers die vracht van Duitsland naar Nederland vervoerden voor de passage tol moesten betalen. De tol werd dan ook geheven van voorbijkomende binnenvaartschepen. Zij betaalden deze tol aan de zogenoemde Tol Kamer. Al in 1222 gaf Keizer Frederik ii toestemming om bij Lobith, op het toenmalige splitsingspunt van de Rijn en de Waal, een tol te vestigen. Toen later het splitsingspunt zich, als gevolg van veranderende rivierlopen, verlegde kwam de tol in Tolkamer terecht. In 1472 schonk Karel de Stoute de tol aan hertog Jan van Kleef. Naast de binnenscheepvaart, die tol moest betalen en in Tolkamer moest aanleggen voor douaneformaliteiten, was landbouw voor dit gebied een belangrijke bron van inkomsten. Eind 19e eeuw kwamen hier nog de baksteenfabrieken bij, die profiteerden van de vette klei die de rivier elk jaar bij overstromingen afzette. De haven en aanlegsteigers van Tolkamer stroomopwaarts gefotografeerd.
16 | LOBITH, SPIJK EN DE GRENS MET DUITSLAND
Voetveer Millingen, een snelle oversteek voor voetgangers en fietsers over het Bijlandsch Kanaal.
Het Bijlandsch Kanaal stroomopwaarts gefotografeerd vanaf de dijk achter de haven van Tolkamer.
LOBITH, SPIJK EN DE GRENS MET DUITSLAND | 17
De rijn
een van europa’s grootste rivieren, heeft door de eeuwen heen een
onuitwisbare indruk in ons land achtergelaten. op talloze momenten
heeft de rivier een doorslaggevende rol gespeeld in de geschiedenis
van ons lage land. soms door haar bedreigd, soms door haar beschermd was de rijn dan weer onze
vriend en dan weer onze vijand. van deze historische feiten en gebeurtenissen zijn ook vandaag de dag
nog de sporen uit het verleden van de rivier terug te vinden. Meestal goed verstopt in de omgeving maar voor een oplettende kijker toch nog zichtbaar.
v a n l o B I T h T o T k aT w I j k eenmaal in nederland aangekomen vertakt de rijn zich veelvuldig en verdeelt zij haar water over meerdere
stromen. al sinds mensenheugenis heeft men de loop van het water proberen te reguleren. Door de vele
ingrepen lijkt de rijn nu meer op een lappendeken van aaneengeschakelde waterwegen met ieder een eigen beeld, functie en identiteit. De Bovenrijn, de nederrijn, de kromme rijn, de leidse rijn, de oude-,
de luttike-, de nieuwe- en de stille rijn, samen vormen zij een bonte en kleurrijke verzameling en volgen zij de loop van waar ooit de oorspronkelijke rivier moet hebben gelopen. De auteurs van dit boek nemen u mee op hun tocht van lobith
tot katwijk en volgen dan de loop van de hedendaagse rijn. zij
brengen op speelse wijze de vele verschillende gezichten die de
rivier nu rijk is in beeld. een en ander aangevuld met de markante
punten die in de geschiedenis van de rivier zo’n belangrijke rol
hebben gespeeld. uiteraard mogen de romeinen en hun limes, die de rijn als belangrijkste grensrivier hebben gehad, hierbij niet ontbreken.
voor de auteurs zelf was het een spontane ontdekkingstocht. een door het toeval ontstaan initiatief van
een onvoorspelbare reis met mooie plaatjes en onverwachte verrassingen. Door een en ander samen te brengen in dit boek delen zij hun ervaringen en belevenissen met de lezer.