Rivieren in beweging

Page 1

Piet en Arjan Nienhuis

FOXY DESIGN


Dordrecht en Hoekse Waard (pag. 48-50)

Biesbosch (pag. 171-176)

Grote Waard West-Brabant en Geertruidenberg (pag. 50-55)

Biesbosch (pag. 176-177)

Grote Waard Langstraat, veenkant (pag. 56-62)


Pompveld (pag. 181-183)

Kornse boezem (pag. 177-181)

Afgedamde Maas (pag. 62-66)

Grote Waard Elshoutse Zeedijk (pag. 58)

Van Hurwenen tot Brakel (pag. 162-164)

Grote Waard Langstraat (pag. 59-62)

Capreton (pag. 154-158)

Mersloot en rivierduinen (pag. 151-154)

Zaltbommel en omgeving (pag. 158-160)

Met Craandijk op pad (pag. 121-129)



Piet en Arjan Nienhuis

FOXY DESIGN


Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt door: • Stichting Jan Nieuwenhuyzen SNS-bank • Stichting Fonds A.H. Martens van Sevenhoven Tekst : P.H. Nienhuis en A.J. Nienhuis Foto’s: P.H. Nienhuis Illustraties en cartografie: A.J. Nienhuis (www.nienhuislandschap.nl) Schutblad voor/achter: [Topografische ondergrond © Kadaster Geo, Emmen] Deze afbeelding bij een zwerftocht verwijst naar de kaart voorin dit boek. Deze afbeelding bij een zwerftocht verwijst naar de kaart achterin dit boek.

ISBN: 9789081541299 NUR 100, 940 Omslagontwerp en vormgeving: Erik Vos – Foxy Design – Zaltbommel © 2012 Foxy Design – Zaltbommel Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 juncto het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351 zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 artikel 17 Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de uitgever. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Zoveel mogelijk is getracht de eventuele rechthebbenden van de afbeeldingen te achterhalen. Zij die in dit verband niet konden worden benaderd kunnen zich met de uitgever in verbinding stellen.


INHOUD

8

VOORWOORD

11

INLEIDING

11 13

Rivieren in beweging Zwerftochten tussen Maas en Waal-Merwede

HOOFDSTUK 1

19

OP WEG MET DE ROMEINEN

19 25 29

Ontwikkeling en bewoning van het rivierenlandschap Leven op het platteland in de tijd van de Bataven – de Wildeman Een Romeinse wegenkaart

HOOFDSTUK 2

35

GROTE WAARD Zwerven rond een middeleeuwse polder

35 38 41 48 50 56 62 66

De Grote Waard krijgt vorm Turf en zout De ondergang van de Grote Waard Op zoek naar de grenzen – Dordrecht en Hoekse Waard Op zoek naar de grenzen – West-Brabant en Geertruidenberg Op zoek naar de grenzen – de Langstraat, de veenkant Op zoek naar de grenzen – Afgedamde Maas en Merwede Op zoek naar de grenzen - nawoord


HOOFDSTUK 3

69

RELIGIE EN OORLOG Merktekens in het landschap

69 76

Religie Oorlog

HOOFDSTUK 4

85 85 91 91 93 99 100 103 109

OVERSTROMINGEN EN BEDIJKINGEN Het landschap gevormd Bandijken gesloten, watersnoden slaan toe Watersnoden in het collectief geheugen Allerheiligenvloed (1570), de allergrootste Watersnood 1861 1926, het Land van Maas en Waal onder water De Ramp van 1953 De Maas beteugeld, de Beerse Maas De Bergsche Maas

HOOFDSTUK 5

113

MET CRAANDIJK OP PAD LANGS DE MAAS (1884 en nu)

113 119 129

Het landschap toen en nu Van Bokhoven naar Heusden Van Heusden naar Loevestein

HOOFDSTUK 6

133

ZWERVEN TUSSEN KOMGRONDEN EN RIVIERDUINEN Land van Maas en Waal

133 138 139 141 144 146

Het grote ontgraven – meer Maas, minder landbouw Komgronden – vlak, nat en stil Van Winssen naar Boven-Leeuwen: klei, zand, natuur en een restje boerenland Bergharen en Hernen – zwerven langs rivierduinen over onverharde wegen Bergharen De Heerlijkheid Leur


HOOFDSTUK 7

149

ZWERVEN OP HET EILAND TUSSEN DE RIVIEREN Bommelerwaard

149 151 154 158 162

Buitenpolder Heerewaarden: kwel en koeien Langs Mersloot en rivierduinen Capreton: gemaakt landschap en rijke kwelnatuur Langs kassen en bedrijven en uitrusten bij St.-Teunis op de woerd Struinen langs een lint van water, kleur en vormen

HOOFDSTUK 8

171

ZWERVEN TUSSEN ZEE EN RIVIEREN Biesbosch en Land van Heusden en Altena

171 176 177 181

De Biesbosch, een vleugje nostalgie Langs de randen van de Biesbosch Kornse dijk en boezem, zeewering en waterlossing Pompveld, een infuuslandschap in ruilverkaveld Altena

HOOFDSTUK 9

187

OP NAAR DE TOEKOMST

187 189 190 192 197

Ruimte voor de rivier

200

LITERATUUR

De terp is terug De Maaswerken De polders Tot slot


VOORWOORD

De Nederlandse Watercanon uit 2008 geeft een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen in de watergeschiedenis van ons land. Je verwacht in dat rijtje toch zeker wel de Grote Waard en de Beerse Maas te vinden. Nee dus. Behalve met een klein stukje Hollandse Waterlinie speelt het rivierenland dat wij in dit boek beschrijven geen rol in de toplijst van Nederland. Sterker nog, met uitzondering van de Biesbosch is het gebied tussen WaalMerwede en Maas bij de gemiddelde Nederlander vrijwel onbekend. Het Land van Maas en Waal, de Bommelerwaard en het Land van Heusden en Altena: waar ligt dat precies? Wie er niet moet zijn, gaat er ook niet heen, zo wordt wel gezegd. Onbekend maakt onbemind. Een cultuurhistorisch en landschapshistorisch overzicht van de streek tussen Biesbosch en Bergharen ontbreekt. Zo werd het idee geboren om dit vlakke, omdijkte polderland tussen Maas en Waal-Merwede voor een breder publiek toegankelijk te maken. Het is een gebied dat is gevormd door rivieren in beweging, door de kracht van de botsing tussen zee en rivier, door het geweld van oorlogen en door religieuze verschillen. De streek is zeer rijk aan verleden, met verdronken dorpen en stoere doorleefde dijken, met spannende

8

R I V I E R E N I N B E W EGING

natuur op de grens van zee en rivier, klei en veen, akkerbouw en weidegrond en daarbij trotse eeuwenoude steden en kastelen. Bijna-eilanden vormen deze langgerekte regio, omrand met een natuurlijk lint van kleurrijke uiterwaarden. In de rust en de ruimte van de rivierpolders tekenen zich twee iconen op het gebied van de waterstaatkunde af, de Grote Waard, de grootste middeleeuwse polder van ons land, en de Beerse Maas, het omvangrijkste gebied voor waterberging in bewoond Nederland. Dit boek is geschreven en gemaakt door vader en zoon Nienhuis, vader Piet (1938, Groningen) en zoon Arjan (1976, Goes in Zeeland). Samen hebben we heel veel zwerftochten gemaakt. Daarnaast trok Piet er ook vaak alleen op uit (de ‘ik’ figuur). Piet, de bioloog (VU Amsterdam), is vooral geïnteresseerd in de levende have en het gebruik van alles wat land en water voortbrengen. Arjan, de landschapsarchitect (Wageningen UR), richt zijn blik met name op de ontstaansgeschiedenis, de structuur en de inrichting van het landschap. Het verleden heeft hun beider aandacht. Duidelijke kaartjes zijn een eerste vereiste om de historische gelaagdheid van de landschapsverhalen te ontdekken. Vrijwel alle foto’s zijn gemaakt door Piet en vrijwel alle kaarten


en diagrammen zijn ontworpen en getekend door Arjan. Foto’s en tekeningen die we aan de literatuur hebben ontleend zijn met bronvermelding opgenomen. Sinds de ‘bijna-ramp’ van 1995 wonen en werken de auteurs in de Bommelerwaard. Wij zijn dit land tussen de grote rivieren gaan verkennen en waarderen en al wandelend kwamen de vragen. Hoe is dit land ontstaan? Hoe is het gebruikt? De vreugde die je kunt beleven aan het zwerven door ons cultuurlandschap, ingebed in kennis over de historie van het gebied, willen we in dit boek met u delen.

de prettige samenwerking. Erik Vos heeft door zijn vakkundige opmaak het boek tot een lust voor het oog gemaakt.

Piet en Arjan Nienhuis, Juni 2012

Deze uitgave kwam mede tot stand met bijdragen van Stichting Jan Nieuwenhuyzen SNS-bank en Stichting Fonds A.H. Martens van Sevenhoven. Wij zijn een drietal meelezers zeer erkentelijk voor hun werk, Steven van Schuppen, Marjan Witteveen-Jansen en Arine Nienhuis-Snaterse. Door hun inspanningen is het manuscript opmerkelijk verbeterd. Steven maakte ons attent op interessante aanvullende literatuur. Marjan heeft het manuscript op zijn geschiedkundige juistheid getoetst en heeft ons bovendien op een groot aantal redactionele slordigheden gewezen. Arine heeft als laatste de gehele tekst nauwkeurig geredigeerd en gecorrigeerd. Wij danken ook onze uitgever Foxy Design voor

voorwoord

9


De Waal: rivier in beweging.

10

R I V I E R E N I N B E WEGING


INLEIDING

Rivieren in beweging Rust en ruimte. Dat zijn twee kenmerken van de langgerekte strook rivierenland tussen Hernen en Bergharen in het oosten en de Biesbosch in het westen. Het gebied loopt van het Land van Maas en Waal, via de Bommelerwaard en het Land van Heusden en Altena naar de Biesbosch, zo’n 75 kilometer lang en maximaal 15 kilometer breed. We beschouwen de ‘muur’ van de A50 in het oosten als de grens met het Rijk van Nijmegen. Dit land tussen de rivieren bestaat uit (bijna) eilanden, elk met een markante geschiedenis en elk met een eigen gezicht. Wat ze gemeen hebben is de worsteling van meer dan twintig eeuwen met het zoete en het zoute water. Het is daardoor een landschap geworden waarin de bodem grotendeels bestaat uit klei, rivierklei in het oosten en zeeklei in het westen. We zien interessante cultuurmonumenten met een bewogen verleden, kleine dorpen met Romaanse kerken en een bijzondere natuur. We willen dit land tussen de grote rivieren gaan verkennen en al wandelend komen de vragen. Hoe

is deze streek ontstaan? Hoe is het gebruikt? De vreugde die je kunt beleven aan het zwerven door ons cultuurlandschap, ingebed in kennis over de historie van het gebied, willen we in dit boek met u delen. Rivieren in beweging. Het steeds terugkerende verhaal van overstromingen en bedijkingen sijpelt overal doorheen. Het rivierenland is gevormd door de mens. Stukjes land werden omdijkt tot dorpspoldertjes. Die middeleeuwse polders werden door kades met elkaar verbonden en uiteindelijk door een ringdijk omgeven, waarbij de regio’s ontstonden zoals we ze nu kennen. Rond 1350 waren de ringdijken (bandijken) rond de rivierpolders gesloten. Daarna nam het aantal overstromingen drastisch toe. De rivieren waren in een keurslijf gedwongen door hun protheses, de waterkeringen. We konden niet meer terug. Het vloedwater dat voor die ingrepen breed uit kon stromen, kon toen alleen nog maar via de versmalde bedding naar zee. Het verschil tussen

INLEIDING

11


hoog en laag water dat in de Romeinse tijd zo’n een tot twee meter moet zijn geweest, is in de loop van de jaren vele keren groter geworden door kanalisatie en de aanleg van kribben. Door dijken aan te leggen hebben we van onze grote rivieren kanalen gemaakt, waardoor we de overstromingen over onszelf hebben uitgeroepen.

den ook de levensaders, daar ‘gebeurde het’. Scheepvaart, reizen over de rivier, uitgebreide visserij, vruchtbare uiterwaarden, steenfabrieken, scheepswerven, talloze havens en haventjes, tientallen laad- en loswallen en veerponten, een bedrijvigheid die eeuwenlang heeft bestaan. Het maatschappelijk en economisch leven speelde zich voor een groot deel af langs de oevers van de rivier. De noord-zuid verbindingen dwars door de rivierpolders waren slecht ontwikkeld. Die liepen veelal dood ergens in de natte, ’s winters ontoegankelijke komgronden.

Maar dat is niet het hele verhaal. Het water vormde niet uitsluitend een bedreiging buiten de dijken, maar de waterproblemen van binnenuit namen ook toe. De bodem in de polder zakte weg, de zware klei klonk steeds verder in, ’s winters stond er water, ’s zomers was het kurkdroog. Tegenwoordig zijn de rivierpolders badkuipen geworden, dieper gelegen dan de rivier. En die badkuipen zijn nog lek ook, het grondwater en het kwelwater moeten met veel kunst- en vliegwerk, met elektrische gemalen, op een laag niveau worden gehouden. Het is niet louter kommer en kwel met het stromende water. Sterker nog, de rivieren vorm-

In de loop van de negentiende eeuw is dit beeld gekanteld. Steeds meer wegen werden verhard en beklinkerd. Treinverbindingen via enorme gietijzeren spoorbruggen over de Waal-Merwede en de Maas kwamen tot stand, de automobiel werd uitgevonden. Maar er waren nog geen vaste verkeersbruggen over de grote rivieren. Die werden pas in het begin van de twintigste eeuw aangelegd. Het aanvankelijke voordeel van de eiland-positie

Het rivierenland tussen Maas en Waal-Merwede: Land van Maas en Waal. Bommelerwaard en Land van Heusden en Altena en Biesbosch - wateren en plaatsnamen.

Waal W Tiel Leeuwen

Linge

Wamel

Druten

Land van Maas en Waal

Hardinxveld

Sleeuwijk Werkendam Woudrichem

Dordrecht

Biesbosch Nieuwe Merwede

Dreumel Alphen

Boven Merwede

Almkerk Nieuwendijk

Giessen Andel

Zuilichem

Afgedamde Maas Veen Wijk Aalburg

Land van Heusden en Altena Hank

Dussen Heusden

Hollands Diep

Amer

Andries Alem

Bommelerwaard Kerkdriel

Ammerzoden

Hedikhuizen

Hedel

Maas

Waalwijk

Den Bosch

Aa Donge Dommel

12

R I V I E R E N I N B E WEGING

Nijmegen

Lith

Maas Grave

Beers

Dieze

Bergsche Maas Geertruidenberg

Maas-Waal Waal W Kanaal

Maasbommel

Wijchen

Zaltbommel Bruchem

Nederhemert

Appeltern

Bergharen

Heerewaarden

Waal W Brakel

Beuningen

Horssen

Gorinchem

Beneden Merwede

Winssen


Hoogwater Laagwater

Maas

Waal rivier

oeverwal

komgebied/overstromingsvlakte

Hoogwater Laagwater

Waal rivier

Maas dijk oeverwal

In de Romeinse tijd en daarvoor kon het rivierwater breed uitstromen tussen de stroomruggen en de oeverwallen (boven). In onze tijd is de rivier geharnast tussen hoge dijken. De komgronden die niet meer worden overstroomd, klinken steeds verder in en liggen nu lager dan de

polder

keerde om in een nadeel. De brede rivieren die het land omsluiten, en die vroeger zorgden voor verbinding en transport, werden in het gemotoriseerde tijdperk de natuurlijke barrières. De eilanden tussen Waal en Maas raakten geleidelijk in een isolement. De grote industrie ging hun neus voorbij door het ontbreken van goede verbindingswegen. Bovendien, de ontwikkeling van de landbouw stagneerde onder meer door de belabberde kwaliteit van de komgronden en de permanente dreiging van overstromingen.

uiterwaarden (onder).

De kentering in de economische neergang werd ingezet door de ruilverkavelingen die na de Tweede Wereldoorlog zijn uitgevoerd. Deze vorm van landinrichting geldt als de grootste ingreep in het gebied, sinds in de loop van de late middeleeuwen de bandijken werden gesloten. Het is een proces geweest van tientallen jaren, goed voor de boeren, maar slecht voor het landschap. Het rivierenland heeft nu uitstekende noord-zuid verbindingen en een bloeiende economie, maar het mist (gelukkig)

de drukte van de randstad. Rust en ruimte zijn er nog heel gewoon. Met uitzondering van de Biesbosch is het gebied tussen Waal-Merwede en Maas bij de gemiddelde Nederlander nog betrekkelijk onbekend. Heusden en Altena, Bommelerwaard, Maas en Waal? Waar ligt dat precies? Wie er niet moet zijn, trekt er ook niet doorheen, zo wordt wel gezegd.

Zwerftochten tussen Maas en Waal Merwede Vroeger werd er veel gelopen, meestal doelgericht, het was vaak de enige manier om je van A naar B te verplaatsen. Er werd in het verleden nauwelijks gewĂ ndeld, omdat de werkdagen lang waren en men daardoor weinig vrije tijd had. Wandelen is immers lopen voor je plezier. Bovendien was de toestand van de wegen tot aan de negentiende eeuw zo slecht en gevaarlijk dat wandelen voor de lol haast ondenkbaar was.

INLEIDING

13


Bodemopbouw Bodemopbouw – De Biesbosch, het westelijk deel van het Land van Heusden en Altena en de Langstraat, is een zeekleilandschap (deels op veen), terwijl het landschap van het oostelijk deel van het land van Heusden en Altena, de Bommelerwaard en het Land van Maas en Waal is opgebouwd uit rivierafzettingen, rivierklei in de kommen en zandige klei op de hogere delen en langs de

Een vertakt, samenhangend geheel van wegen bestond niet. Bijna alle paden waren onverhard en wegwijzers waren er amper. In het rivierenland waren de dijken de belangrijkste looproutes, want in de polders waren de wegen in natte tijden vrijwel onbegaanbaar. Dikwijls waren het niet meer dan karrensporen, soms verstevigd met puin of grind en slechts in enkele gevallen voorzien van een klinkerbestrating. Er is veel veranderd. Tegenwoordig is wandelen ‘in’. Heel Nederland, dus ook het rivierenland, is overdekt met een fijnmazig netwerk van wandelwegen, korte en langere trajecten, gemarkeerd met gekleurde paaltjes, rood-witte strepen, knooppuntgetallen, en wat al niet. Tik op internet een willekeurige plaatsnaam in, voeg het woord ‘wandelen’ of ‘wandeling’ toe, en de routes springen naar voren, vaak compleet met horeca en dagattracties. Behalve in de grotere natuurgebieden hebben we vrijwel elke vierkante meter in ons aangeharkte landschap een bestemming gegeven. ‘Onland’, zoals onbruikbare grond vroeger werd

14

R I V I E R E N I N B E WEGING

aangeduid, bestaat niet meer. Toch zijn er talloze mogelijkheden om van de geplaveide paden af te wijken. Zwerven is juist niet de bordjes volgen, maar lopen op markante punten in het landschap, op kerktorens, op een schoorsteen van een oude steenfabriek ver weg, lopen op het gevoel. Zwerven is vrijheid.

rivieren. Hier en daar steekt er een geologisch veel oudere donk (rivierduin) boven het kleidek uit. De overstromingsvlakte van de Maas wordt in het zuiden begrensd door het Pleistocene dekzand (oker). In de Alblasserwaard ligt klei

Wat maakt ons rivierenlandschap zo aantrekkelijk om zwerftochten te maken? Het weidse land, de ruimte, geaccentueerd door hier en daar wat bomen, de rechte polderlijnen, de kromme dijken. Dwalen door het boerenland, hoge hemel, Hollands licht, de nadrukkelijke felheid van de seizoenen, het uitbundige groen van het voorjaar, bloeiende bomen, bermen en hooilanden, de warme, lome zomer, insecten, de kleurrijke herfst, storm, vogels, de witte velden in de winter, ijs. En water, overal water, sloten, weteringen, plassen, rivieren, verzopen akkers bij overvloedige regenval, snel wisselende waterstanden. De uiterwaarden lenen zich bij uitstek voor

op laagveen (paars).


(Links) Hoogwater in de Hurwenense Uiterwaard. De Waal klotst hoog tegen de bandijk. (Rechts) Laagwater in de Hurwenense Uiterwaard. Het Waalwater is kilometers ver, terug-

struintochten, geen paden, geen gebaande wegen. Lopen door restjes griend, over oneffen grasland, bloemrijke rivierduinen, strandjes tussen kribben en dan de pracht van de stromende rivier, groots en onstuimig bij Waal en Merwede, milder bij de Maas. ’s Zomers bij laagwater zijn de stranden breed en steken de kribben hoog boven het water uit. ’s Winters lopen de uiterwaarden een enkele keer helemaal onder en dan staat het water van dijk tot dijk, een kilometers brede kolkende watervlakte, de toppen van de kale bomen grijs erboven uit. ‘Een schouwspel van onbeschrijfelijke grootsheid’ zegt Jac. P. Thijsse in 1938 in ‘Onze Groote Rivieren’ En wij zeggen het hem na.

getrokken in het zomerbed, ongeveer negen meter lager dan het hoogwaterpeil.

In dit boek komen vele thema’s aan de orde die allemaal te maken hebben met het zoute en het

zoete water. We beginnen in de oudheid. We nemen een kijkje in het boerenleven op het platteland van de Bataven. We gaan aan de hand van een oude Romeinse wegenkaart op pad door onze regio. We zoeken naar de grenzen van de Grote Waard, die enorme middeleeuwse polder tussen Waal-Merwede en Maas die zich uitstrekte van de huidige Hoekse Waard en het veengebied ten zuiden van de Maas tot aan de Bommelerwaard. Geldzucht en bestuurlijk onvermogen hebben uiteindelijk geleid tot de ondergang ervan, in gang gezet door de St.-Elisabethsvloed van 1421. Herrezen uit de vloed is de Biesbosch, één van onze nationale parken. Rivieren vormen natuurlijke grenzen tussen gewesten, het zijn barrières in oorlogstijd. Maas en Waal tonen ons ook een scherpe scheidingslijn tussen katholieken in het zuiden en protestanten in het noorden.


In de laatste hoofdstukken van dit boek nemen we u mee op een twaalftal zwerftochten door het gebied, van de rivierduinen van Bergharen en Hernen in het oosten tot de waterrijke Biesbosch in het westen. Het is een landstreek door de mens gemaakt en door de natuur beschilderd. We struinen door grootschalige landbouwgebieden en door natuurreservaatjes, infuuslandschappen die tijdens de ruilverkavelingen zijn uitgespaard. De uiterwaarden gaan vrijwel allemaal op de schop in het kader van megaprojecten als ‘Ruimte voor de Rivier’ en ‘Maaswerken’. Daardoor wordt het rivierenland onmiskenbaar veiliger gemaakt en – naar velen zeggen - ook mooier. We gaan buiten de dijken weer op terpen wonen, drijvende huizen

16

R I V I E R E N I N B E WEGING

maken aarzelend hun entree. Maar hoe moet het verder met de polders binnen de waterkeringen? Het boerenbedrijf staat onder druk, verrommeling dreigt, de randstad rukt op. De samenhang tussen de rivier en het ingedijkte land ontbreekt. Hoe verder? Daarover geven we tot slot onze mening.

De Waal bij Zaltbommel met de Martinus Nijhoffbrug.


WANDELEN TOEN Uit de reisverhalen die vanaf de achttiende eeuw zijn opgetekend, komt een weinig florissant beeld van het rivierenlandschap naar voren. De wegen waren slecht en modderig en het gebied wordt nogal eens beschreven als saai, kaal en moerassig. Een gunstige uitzondering vinden we in de verhalen van Jacobus Craandijk (1834-1912); hij geeft levendige beschrijvingen van de streken rond Maas en Waal waar hij doorheen trekt. Hij is onze gids in hoofdstuk 5. Jacob van Lennep en Dirk Hogendorp, twee Leidse studenten, wandelden in de zomer van 1823 door grote delen van ons land. Nederland was nog leeg, met nauwelijks meer dan twee miljoen inwoners. De schaarse wegen waren onverhard en veerpontjes, trekschuiten en diligences onderhielden de verbindingen tussen dorpen en steden. Op hun tochten doorkruisten de heren drie keer het rivierengebied tussen Dordrecht en Nijmegen. Per diligence reisden zij door het Land van Heusden en Altena van Sleeuwijk naar Raamsdonk, en door de Bommelerwaard van Hedel naar Zaltbommel. Ze ergerden zich aan de erbarmelijke, zompige wegen, waarin de wielen van hun voertuig vastliepen. Ook het drassige landschap vermocht hen niet te boeien, ondanks het feit dat er van horizon tot horizon bloemrijke hooilanden te zien moeten zijn geweest (aldus oude beschrijvingen). Als je uit het raampje van een schommelende koets kijkt, heb je daarvoor kennelijk weinig oog. In het Land van Maas en Waal liep het tweetal over de dijk van Wamel naar Druten. De schets die ze van dat landschap gaven is aanmerkelijk zonniger: boomgaarden, gevarieerde akkers met boekweit, hennep en tabak, gewas-

Gravure van J. en C. Luiken, 1694

sen die in onze tijd niet meer geteeld worden in deze regio. Waardering voor riviernatuur is pas heel laat op gang gekomen. Als je

rubberlaarzen kwamen pas in zwang aan het einde van negentiende eeuw.

vroeger ging wandelen, dan deed je dat in bossen, duinen en heidevelden.

Op oude foto’s van veldexcursies uit het begin van de twintigste eeuw zie je

Rivierenland nodigde niet uit tot het maken van een uitstapje. Het was

zonder uitzondering heren in nette pakken compleet met stropdas en hoed

vrijwel overal nat en moerassig. Voor een struintocht door de uiterwaarden

op het droge staan. Soms zitten ze in een bootje, maar met laarzen aan

of door de polder had je laarzen nodig. Leren laarzen waren kostbaar en

waden door een moeras, dat deed je niet.


Kersen hoogstamboomgaard in het ‘fruitig Land van Maas en Waal’.

132

R I V I E R E N I N B E WEGING


HOOFDSTUK 6

ZWERVEN TussEN kOMGRONDEN EN RIVIERDuINEN Land van Maas en Waal

Het oostelijk deel van het Land van Maas en Waal, het rivierduinencomplex van Horssen naar Hernen en verder de dijken en de uiterwaarden langs de rivieren, staan redelijk in de belangstelling. Het minst bekende westelijk deel, het verkavelde komgrondengebied, is toch zondermeer een openbaring (zie voor de nuance ook het kader Ruilverkavelingen). Langs de dorpen aan de noordrand loopt van oost naar west de Van Heemstraweg over de oude stroomrug van de Waal met vele boomgaarden, bloeiend in het voorjaar, zwaar van het fruit in het najaar. De kom is leeg. Rust, groene ruimte en hoge luchten bepalen het beeld, de kerktoren van Dreumel als baken op de einder. Weilanden, koeien, maïsvelden, beboomde lanen met essen, populieren en platanen en smalle wegen met verspreide boerderijen. Populierenbosjes en eendenkooien vormen de accenten in dit vlakke landschap, donker en duidelijk aanwezig in de zomer, nevelig vergrijzend in de winter. Er staan (gelukkig) geen kassen en dat is wel het meest opvallende.

HOOfDsTuk 6

Het grote ontgraven Meer Maas, minder landbouw De ingebruikneming van de Bergsche Maas en het ophogen van de overlaten bij Heerewaarden in 1904 loste maar een deel op van de hoogwaterproblemen van de Maas (zie hoofdstuk 4). De Beerse Overlaat in het oosten bij Cuijk bleek nog steeds hard nodig, getuige de talloze overstromingen die het noordoosten van Brabant teisterden. Tussen 1900 en 1927 trad de Maas ruim dertig keer buiten haar oevers met alle ellende van dien. Dat kon zo niet langer. De ‘druppel’ die de emmer letterlijk deed overlopen, was de watersnoodramp die zich rond de jaarwisseling van 1925 op 1926 voltrok in het Land van Maas en Waal. Er werd kort daarna besloten tot ‘normalisatie’ van de rivier. Om het Maaswater sneller naar zee af te voeren, moest de rivier worden rechtgetrokken, onder meer door een aantal meanders af te snijden. Een enorme klus, die plaatsvond tussen 1931 en 1942, een werkverschaffingsproject midden in de crisisjaren.

ZWERVEN TussEN kOMGRONDEN EN RIVIERDuINEN – LAND VAN MAAs E N WA A L

133


Het roodbonte Maas-Rijn-IJsselvee is goed op haar plaats in de uiterwaarden langs de Waal.

148

R I V I E R E N I N B E WEGING


HOOFDSTUK 7

ZWERVEN OP HET EILAND TussEN DE RIVIEREN Bommelerwaard

Buitenpolder Heerewaarden: kwel en koeien Ons vertrekpunt is het Bezoekerscentrum De Grote Rivieren in Heerewaarden. Alles in dit gebouw herinnert aan de hoogtijdagen van de zalmvangst, inmiddels vergane glorie (zie kader Riviervisserij). Heerewaarden is een omdijkte enclave tussen Maas en Waal, waar beide rivieren elkaar tot op een paar honderd meter naderen en alleen door een sluis van elkaar gescheiden zijn (zie hoofdstuk 4). We nemen eerst en kijkje in de uiterwaarden bij fort Voorne. Hier op de grens van het Land van Maas en Waal worden de buitendijkse gebieden afgegraven en de oevers ‘natuurvriendelijker’ gemaakt. Daar is nu in 2011 nog weinig van te zien. Voorlopig bepalen desolate hopen bagger en naar zand wroetende graafmachines het beeld. Aan de overkant ligt Lith, een dorp dat bekendheid heeft gekregen door het boek ‘Dorp aan de rivier’ door Antoon Coolen geschreven in 1934. De uiterwaarden tussen Maren, Kessel en Lith die omsloten

HOOfDsTuk 7

waren door een grote meander zijn vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw volledig op de schop gegaan. Geleidelijk is toen de Lithse Ham gegroeid, een groot waterrecreatiecentrum rondom plassen die door zandwinning zijn ontstaan. In hoofdstuk 1 is een kaartje opgenomen waarop te zien is hoe talrijk de prehistorische en Romeinse vondsten zijn geweest die tijdens het baggeren van de Lithse Ham naar boven zijn gekomen. Bedenk daarbij dat het hier alleen gaat om de geregistreerde objecten. Wij vrezen dat vele vondsten zich aan de meldingsplicht onttrekken. Op dit kruispunt van waterwegen dat al rond het begin van onze jaartelling dienst deed, moeten bovendien nog veel meer waardevolle voorwerpen in de grond zitten. We lopen terug naar Heerewaarden. Een fraaie plek ten westen van dit dorp is de Buitenpolder, vroeger de Schutwaard geheten, een strategische plek tussen de ruïnes van het ‘oude’ Fort St.Andries uit 1599 en het ‘nieuwe’ fort dat in 1816 gebouwd is (zie hoofdstuk 3). Op die plaats liep

ZWERVEN OP HET EILAND TussEN DE RIVIEREN – BOMMEL E R WA A R D

149


Grienden werden aangelegd op lage, regelmatig onderlopende stukken land die ongeschikt waren voor de landbouw. De wilgen werden om de zovel tijd gesnoeid om in de behoefte aan hout te voorzien.

170

R I V I E R E N I N B EWEGING


HOOFDSTUK 8

ZWERVEN tussEN ZEE EN RIVIEREN Biesbosch en Land van Heusden en Altena

de Biesbosch, een vleugje nostalgie Zwerven door de Biesbosch. Dat heb ik in de loop van de jaren herhaaldelijk gedaan, te voet en varend. Het begon in 1966 tijdens biologisch veldwerk, samen met collega’s. We bivakkeerden in de boswachterwoning in polder De Dood en trokken er per boot op uit, langs metershoog riet, gekapte grienden en verlaten griendketen. Bij laagwater vielen we droog op een zandplaat en we baggerden kniediep door vol geslibde kreken. Het contrast was groot tussen de donkere, ondoordringbare ruigtes, de prielen vol obstakels en de weidse getijdengeulen met watervogels en hoge luchten. Het getij heerste, tweemaal daags, in een mysterieus, dynamisch landschap, een indrukwekkend en uniek gebied. Ik ben later, na de afsluiting van het Haringvliet in 1970, nog vaak terug geweest. De kracht van het getij is verdwenen. Het watertoerisme

Hoofdstuk 8

explodeerde, de stilte is weg. Op een bodem overvol met voedingstoffen barstte de vegetatie los. Reuzengroei overheerst, grote brandnetel, reuzenbalsemien, grote engelwortel en late guldenroede, metershoge exoten die hun plek gevonden hebben. Voor publiek gesloten stiltegebieden blijken noodzakelijk om de natuur te beschermen. Enorme omdijkte drinkwaterspaarbekkens nemen de plaats in van oude landbouwpolders. Sinds 1994 is de Biesbosch een nationaal park. De bever is terug, niet op eigen kracht, maar na herintroductie in 1988. Er zijn plannen om het getij weer beperkt toe te laten, door de Haringvlietsluizen op een kier te zetten. Nederland heeft er eigenlijk geen zin in, maar de internationale druk is groot. De vanuit zee trekkende zalmen kunnen hun paaigronden ver stroomopwaarts alleen langs die weg bereiken, en de Duitsers en de Fransen hebben al grote sommen geld geïnvesteerd om dat doel te bereiken.

ZWERVEN tussEN ZEE EN RIVIEREN – BIEsBosCH EN LANd VAN HEusdEN E N A Lt E N A

171


Komgronden tussen Dreumel en Alphen (pag. 138-139)

Buitenpolder Heerewaarden (pag. 149-151)

Langs de Maas, het grote ontgraven (pag. 133-138)


Van Winssen naar Boven-Leeuwen (pag. 139-141)

Bergharen en Hernen (pag. 141-147)


Rivieren in beweging: het Land van Maas en Waal, de Bommelerwaard en het Land van Heusden en Altena. Met uitzondering van de Biesbosch is dit gebied tussen de Maas en de Waal-Merwede tamelijk onbekend. Dit land is ontstaan uit de kracht van de botsing tussen zee en rivier en gevormd door de mens. Het steeds terugkerende verhaal van overstromingen en bedijkingen sijpelt overal doorheen. De streek is zeer rijk aan verleden, met eeuwenoude steden en dorpen en trotse kastelen, met stoere dijken en weidse polders en spannende natuur op de grens van land en water. Deze langgerekte regio bestaat uit bijna-eilanden, ieder met een eigen identiteit, omkranst met een natuurlijk lint van kleurrijke uiterwaarden, waar boer en natuurliefhebber elkaar ontmoeten. Dit is geen wandelboek, maar wel een boek voor wandelaars die willen genieten van de rust en de ruimte van het rivierenland, tussen Bourgondisch Brabant en de drukke randstad. De auteurs nemen u mee op een groot aantal zwerftochten, van de rivierduinen van Bergharen en Hernen in het oosten tot de waterrijke Biesbosch in het westen. We gaan op pad met de Romeinen uit het begin van onze jaartelling en met kroniekschrijvers uit de negentiende eeuw. We laten zien dat Maas en Waal barrières vormden in oorlogstijd en scheidingslijnen tussen katholieken in het zuiden en protestanten in het noorden. We gaan op zoek naar de grenzen van de Grote Waard, de grootste middeleeuwse polder van ons land, en van de Beerse Maas, het omvangrijkste gebied voor waterberging in bewoond Nederland, twee vergeten iconen in onze nationale watergeschiedenis. We struinen door grootschalig boerenland met akkerbouw en grasland en door natuurreservaatjes die tijdens de ruilverkavelingen zijn uitgespaard. Dit boek is geschreven en gemaakt door vader en zoon Nienhuis, Piet (1938) is bioloog en zijn zoon Arjan (1976) is landschapsarchitect. De vreugde die je kunt beleven aan het wandelen door ons cultuurlandschap, ingebed in kennis over de geschiedenis van het gebied, willen we in dit boek met u delen. Het werk is rijk geïllustreerd met foto’s kaartjes en diagrammen die de historische gelaagdheid van de landschapsverhalen laten zien.

FOX Y DESIGN – Z A LTBOMMEL


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.