Dagboekfragmenten uit 754 gevonden in de buurt van Dokkum
Desteny, Björn, Youri, Maylinn, Liv, James, Ferdy, Ben, Fleur, Kai
Deel 1
Dagboekfragmenten uit 754 gevonden in de buurt van Dokkum
Desteny, Björn, Youri, Maylinn, Liv, James, Ferdy, Ben, Fleur, Kai
Deel 1
Het is 28 mei 754 n. Chr. De koeien die grazen in de wei. De bloemen bloeien en het is erg warm in het Friese land. Het is een hele lekkere dag met veel zon. Iedereen is aan het zwemmen en aan het uitrusten. Dat zie ik vanuit mijn kamer beneden. We drinken uit de regenton. We gaan morgen naar de (heilige) eik denken we, maar eerst nog even lekker zwemmen in de sloot. In de avond gaan we nog even een rondje lopen en kijken bij de buren honderd meter verder op. We gaan vanavond knollen eten dat vind ik super lekker eten.
29 mei 754 n. Chr.
Na een heerlijke warme nacht in de kamer ben ik weer wakker
geworden en zin in de dag. Eerst wat eten en dan weer aan de nieuwe dag beginnen. Onder het eten zag ik dat het buiten heel hard regent ik dacht nog aan
gisteren toen was het namelijk
zonnig. Ik zei:’’ Ik ga zo niet naar de (heilige) eik, want dan worden we helemaal nat en mijn jas ik ook kapot.’’
Toen stopte het in een keer met regenen en gingen we
naar de boom. Laten we naar de eik gaan dan kunnen we offeren voor onze goden die in de boom zitten. Even later zijn we aan het offeren en dachten we aan onze goden. Later gaan we weer naar huis en zagen we dat de zon weer ging schijnen. Toen dacht ik dat ik een bommetje in de sloot kon gaan maken maar tot mijn verbazing ging het regenen en zagen we een regenboog. In de avond gingen we weer heerlijke knollen eten zoals altijd in de avond.
31 mei 754 n. Chr.
Na weer een nacht geslapen. Voel ik me een stuk minder lekker ik voel me een beetje ziek. Ik denk dat ik vandaag niet zoveel kan gaan doen als eergisteren. Dus niet naar de boom. niet naar buiten. spelen met mijn vrienden,. het lukt allemaal niet hopelijk lukt het morgen wel weer om dat allemaal te doen.
1 juni 754 n. Chr.
Na een lekkere dag slapen wordt ik wakker van de kraaiende haan. Lekker veel zon daar hou ik van.
Gelukkig voel ik me weer een stukje beter dus kan ik vandaag weer meer doen dan gisteren.
Eerst een broodje eten en dan een rondje lopen.
Na het lopen ga ik mijn vader helpen met klusjes, want dat kan weer.
In de avond eten we knollen dat vind ik heel erg lekker.
Daarna nog een toetje van aardbeienijs met slagroom en spikkels echt heel lekker. Nu lekker slapen.
In mijn dromen beleef ik allemaal avonturen zoals:
Boeven vangen, de politie helpen en draken vangen echt super cool.
2 juni 754 n. Chr.
De volgende ochtend hoor ik de deurbel al om 8 uur `s ochtends gaan.
Ik ga meteen naar de deur en zie ik een meneer staan.
Hij zegt:’’ ik kom
jullie groot nieuws vertellen. Bonifatius
komt er aan. Ik heb
het ook al aan de
burgermeester vertelt en hij zei dat we terug moesten vechten. Hij wil de (heilige) eik omhakken hij denkt dat er geen goden in zitten.’’
Nou dacht ik dan moet ik het maar aan heit en mem vertellen. Heit, mem Bonifatius wil de eik om hakken!
Oh nee snel wat eten en naar de eik voor dat hij om gehakt wordt. Na het eten gaan we snel naar de eik om de goden te bedanken want als de eik om gaat ons leven er aan.
Toen we bij de eik waren gingen we meteen bidden.
Toen we daar waren zagen we ook andere boeren ik vertelde dat Bonifatius de eik om wou hakken.
De boeren zeiden dat ze het al wisten.
Dus ik dacht dat Bonifatius er al bijna was.
Onder tussen liep Bonifatius al in Dokkum het duurde nog maar twee dagen voor dat hij bij de eik was.
3 juni 754 n. Chr.
Na een heerlijke nacht rust werd ik wakker van de kraaiende haan dus niet van de deurbel.
Lekker veel zon zoals gewoonlijk.
Na het eten zien we wel weer verder wat we dan gaan doen.
O ja we gingen ook nog naar de eik.
Dan kunnen we nog bidden voor dat Bonifatius de boom om hakt.
Dat wil toch geen enkele Fries of wel.
Ik wil dat in ieder geval niet.
Als de eik om gaat wil ik nog wel geboden hebben.
Dan kunnen we nog onze goden nog even bedanken.
Toen ik had gevaren gingen we meteen naar de boom.
Toen we bij de eik waren zagen we weer de boeren die er gisteren ook waren.
Ze riepen met ze allen bedankt goden bedankt goden!
4 juni 754 n. Chr.
Na een lekkere nacht rust schijnt de zon weer door mijn slaapkamer raam.
Ik wordt niet van de haan wakker niet van de deurbel maar van Heit en Mem die ruzie maken.
Ik riep dat ze dat niet moesten doen ze schrokken meteen van mij reactie.
Sorry Hielke wil je eigenlijk wat eten.
Nee ik wil naar de eik!
Misschien is de eik al om gehakt of wordt hij vandaag om gehakt.
Toen ik bij de eik was zag ik hem nog overeind staan.
Gelukkig dacht ik.
Heit en mem kwamen ook gehaast aan gerend.
Ik weet niet wat ze dachten maar ze leken wel opgelucht.
Toen gingen bidden voor onze goden.
Onder het bidden hoorde we een ineen keer een stem we keken om en zagen de andere boeren.
We gingen met z’n alle bidden voor onze goden weer hoorde we een stem deze keer was het Bonifatius.
Hij pakte zijn zwaard uit zijn zwaardhouder.
Hij ging bij de boom staan en zij dat er geen goden in de boom zitten.
Wij dachten van wel.
Als nog hakte hij de boom om.
We dachten waar blijven die goden nou.
Bonifatius zei:` zie je wel er zitten geen goden in de boom.
Hij zei dat als je bij de christenen wilde horen
Dat je gedoopt moest worden.
Dat wouden we wel dus werden we allemaal gedoopt door Bonifatius.
Na een moeilijke nacht als gevoel van christenen werd ik wakker.
Zullen we naar de eik?!
Heit zei dat de eik er niet meer was en dat we christenen waren.
Ik dacht aan gisteren toen de eik werd om gehakt.
Dat was een raar moment.
Zullen we dan maar zwemmen het is zulk mooi weer om te zwemmen dat ik er wel van kan dromen.
Het was een moeilijke dag, maar ik heb wel weer lekker gezwommen.
Dat kon de afgelopen dagen niet meer zo lekker was, omdat het veel regende.
Vandaag regende het niet en scheen de zon daardoor konden we vandaag zwemmen.
Dus waarom zou ik vandaag niet zwemmen en de andere dagen wel.
Na het zwemmen hoorde ik van de buren dat Bonifatius was vermoord door de Friezen die niet christenen wilde zijn. Dat vond ik heel erg, want hij was de leider van de christenen.
Wij geloofden heel erg in hem, maar na vandaag was hij dood.
Hallo ik ben Bente het is een super gewone 28 mei 754 en de koeien staan in de wei. We gaan de koeien naar binnen brengen en dan geven we ze eten . De koe bijt en de haan kraait. De koe krijgt hooi van het land
zonder zand. We gaan ontbijten met een broodje jam. En een glas verse melk. En voor avond eten stamppot andijvie. En onze hond Bella
krijgt wat worst. Mijn zus deed de koeien in de stallen en toen gingen we slapen wand morgen gaat mijn zus koeien melken en ik ga haar helpen.
29 mei 754
Vandaag begin ik wat later want de haan kraaide niet, heel raar . Mijn
zus was de koeien aan het melken
maar dat was hard werken dus ik
kwam haar helpen. Vanavond ga ik
met mijn zus naar de heilige eik. We gaan middag eten mam maakt
tomaten soep en wat melk dat we hebben gekregen van de koe. Het eten was heerlijk en ik ga nu de koeien eten geven en de schapen ga ik ook te
eten geven . De kippen krijgen graan dat eten ze graag . en ik ga bij mijn zus slapen
30 mei 754
Ik en mijn zus werden niet zo fijn wakker wand het regende de hele nacht en mijn zus zegt dat ik snurk. Ik stond snel op en ik naar de boerderij .mijn zus roepte mij en je geloofd het maar mijn zus was een keer niet in paniek. En ik liep naar de stal en ik wist het meteen er komt een nieuw kalfje. Mijn zus zij hoe gaan we noemen ik zij: we noemen haar Lieselot . en mijn zus zij: dat is een superleuke naam. En ik en mijn zus brachten haar naar de wei . en we gingen een broodje kaas eten en een vers glas melk. En de honden een stuk worst. We brachten de koeien naar buiten en mijn zus gaf de koeien een appel. En de kippen wat nieuw zaad en ik gaf ze wat water. Het werd langzaam al donker en het begon heel hard te regenen .We deden snel de koeien binnen en gaven we alle dieren wat eten de koeien kregen hooi. En we gingen nu in de regen spelen.
31 mei 754
Vandaag ging ik naar de boerderij ik gaf de schapen wat eten en de kippen wat graan en toen ging ik naar huis. En ik ging eten en wat drinken toen ging ik naar het kippen hok en we zagen een klein kuikentje. Mijn vraagt of ik Naomi een leuke naam vind en natuurlijk is dat een leuke naam. Ik ga een broodje jam eten en een glas melk en de honen krijgen een stukje kaas.
1 juni 754 vandaag ga ik naar de heilige eik .Ik ga nu weg en een stukje vlees gaat mee.
5 Juni . ik ga naar de eik en er was een rare man die onze boom had om ge hakt dus ze gingen in gevecht dus ik rende weg en een uur later zeiden ze dat hij was vermoord maar ja ik wist niet wie het was dus het boeide me niet .
Het dagboek van Maylin .
Hoi ik ben Maylin. Het is vandaag 28
mei 754, En Het is vandaag een hele mooie dag. En alle bloemetjes bloeien, en de zon schijnt.
�������� Ik heb vandaag niet heel veel te doen. En ik ga over een paar dagen naar de heilige eik cool toch. Ik heb net de paarden in de wei gezet en de koeien. En trouwens ik heb nog
geen eens gezegd waar in woon ik
woon in Friesland leuk toch.
30 mei 754
Ik heb gisteren niet in mijn dagboek geschreven ik was gisteren namelijk ziek maar even terug
naar nu. Na een fijne nachtrust zijn we wakker geworden in de regen het regent heel hard niet fijn natuurlijk. En het sneeuwt En we hebben het allemaal koud. Het stormt en het begint hard te waaien. Maar na een paar uur stopt de regen wel. Maar het is nog steeds koud maar beter dan regen natuurlijk. Maar oké wij gaan 31
Mei naar de heilige eik dus ja.
31 Mei 754….
Hoi allemaal Hier Maylin weer. Ik heb net nieuwe dieren gekocht
namelijk, 1 paard , 3 koeien, En ook nog voor de lol 4 vissen. Ik heb de
vissen in de kom gedaan en de nieuwe paarden en koeien in de wei.
1Juni
Hoi allemaal het is vandaag 1
juni en het sneeuwt heel heel heel erg de paarden vinden het wel prima maar ja. Over 4 dagen ga ik naar de heilige eik dus ja.
5 juni
Hoi dit dagboek is gevonden door Lynn de Bonifatius. Maylinn
Het is 31 mei 754. Het is een mooie ochtend en ik word wakker gemaakt door een paard ze heette Liko. Het is een heel lief paard.
Ik ging even naar het bos om eten te zoeken.
Ik ging met Liko naar het bos. Ik had bonen gevonden en er
zat ook nog een stuk vlees in de grond. En ik ree weer terug naar
huis. Ik sliep in een soort van hutje met mijn moeder, vader, zusje en broertje, zus, broer. 1 juni ik ben
ziek maar mijn zusje
heeft nieuwe dieren
gekocht kippen, geiten, paarden, schapen en koeien.
2 juni en ik ben nog steeds ziek maar ik werk wel in de tuin. En mijn broer heeft een konijn gevonden.
3 juni ik ben weer beter ik heb een nieuwe vriendin gemaakt. Ze heet Bella.
5 juni ik heb Bonifatius gedood en ik ben blij
30 mei 754
Vandaag springen konijnen leuk
in de velden maar de mensen
waren minder blij want ze hadden
gehoord dat er soldaten en iemand die mensen
overtuigd om in hun geloof te geloven. Maar het
probleem was dat ze dat met geweld deden.
Maar net zo als altijd ga ik eerst bij de heilige eik
bidden. En ik neem ook een lekker stuk vlees mee
voor de goden Donar en Wodan. Nadat we met zen
alle hebben gebit en geofferd was de Dag al voorbij.
1 Juni 754
Ik voelde me vandaag niet lekker en gister voelde ik
me ook al niet lekker. Dus als je het niet erg vind
ga ik slapen.
2 Juni 754
Ik ben eindelijk beter dus is het tijd om te oogsten.
Ik hoop dat het een goede oogst is want we hebben
veel geofferd. Helaas is de oogst niet goed maar
morgen komen de knechten
van de Heer dus ik hoop dat
ze wat minder komen halen want anders weet ik niet
of we de zomer door komen. Ik ga nu even bidden
voor de heilige Eik. Ik ben klaar met voor de Eik
bidden want het is al heel laat dus ik ga slapen.
3 Juni 754
Der wordt bij de deur aangeklopt.
Ik weet precies wie het zijn.
Ik doe de deur open en ik zie ridders het eerste wat
ik doe is buigen en de ridders zeggen wat de oogst
is. Ik zeg dat de oogst helaas heel slecht is.
Hoeveel kilo vragen de ridders.
Ik zeg :’ vijftig kilo, De ridders zeggen;’ oké dan
willen we iets meer dan normaal want de oogst is slecht. Wat willen jullie dan zeg ik.
We willen de helft van de oogst en twee koeien.
Ik zeg [wat] maar hoe krijgen we dan nog eten en drinken. De Ridders zeggen:’ dat is je eigen
probleem. Geef de oogst en twee koeien dan gaan we
naar de volgende. Ik zeg:’ maar mag ik alsjeblieft
Een koe houden anders hebben we geen drinken?
Nee zeggen de ridders want zo kunnen wij het ook
geef vijfentwintig kilo tarwe en twee koeien anders
nemen we u huis in. Oké zeg ik. Nadat ik de oogst
heb gegeven ga ik bidden voor de heilige Eik.
Ik bid omdat ik bang ben voor om met mijn familie
te sterven door de honger. Na dat ik had gebid ging
ik slapen.
4 juni 754
Vandaag hoorde ik van een vriend via een brief dat
er iemand. bij hun in de stad kwam om mensen te overtuigen. Hij heet Bonifatius en mijn vriend
zei dat hij naar Dockum kwam en daar woon ik
hij zei dat Bonifatius hun heilige Eik hat om gehakt!
Ik was een beetje bang dus ik ging bidden voor de heilige Eik. En toen kwam ik thuis en ik zag mijn
vrouw huilen. Ik vroeg wat is er mijn vrouw zei
onze zoon heeft de pest en de dokters zeggen dat ze
hem niet kunnen helpen. Ik schok me rot toen ik het
hoorde ik moest huilen. Ik rende naar mijn zoon die in bed lag hij had allemaal paarse blauwe plekken op zijn buik en rug en zelfs op zijn hoofd!
Ik zij tegen hem ik hou van je. En toen deed hij zijn
ogen dicht ik wist niet of hij dood was of ging
slapen. Ik liet hem zijn ding doen want ik wist dat
hij het niet ging overleven en ik zou morgen wel
terug komen. Ik zei tegen mijn vrouw dat we niet
bij hem in de buurt moesten komen anders kregen
wij het ook. En toen ging ik slapen.
5 Juni 754
Toen ik wakker werd ging ik kijken of mijn zoon
nog leefde. Ik kwam in zijn kamer en ik vroeg of hij
nog leefde er was geen antwoordt toen liep ik naar
hem toe toen zag ik hem zo wat hellemaal paars met bloed. Ik wist meteen dat hij dood is. Na de begrafenis ging ik bij de heilige Eik om te bidden.
Toen ik bij de boom was kwam er ineens een man
op een paard met een goud kleurige lange mantel.
En met een raar groot boek. Hij zei dat ik niet meer
Voor de heilige Eik moest bidden.
Hij zei ook nog dat ik in God moest geloven en dat
hij je beschermde in plaats van dat hij wraak zou
nemen. En hij zei dat God ook een zoon heeft
genaamd Jezus. En toen begon die ineens de boom
om te hakken we waren allemaal bang dat Wodan en Donar wraak zouden nemen we dachten dat we dood
waren. Maar er gebeurde hellemaal niks.
Toen kwam er iemand aan rennen met een groot
zwaard en vermoordde de man.
Dit dagboek is gevonden door James
Het is 29 mei 754 n. Chr. De koeien grazen lekker in de wei. En de zon schijnt. Wij hebben zelf ook een koe die halen we 30 mei uit de wei. Wij gaan varen in de boot en dan zwemmen. We horen van de brugwachter dat er 5 juni een man ons iets komt vertellen. Trouwens mijn vader is smid we gaan nog even bidden bij de heilige eik daarna We eten hutspot en we gaan slapen.
30 mei n. Chr.
Ik word wakker en ik eet 3 broodjes we gaan een rondje door de stad lopen mijn moeder ligt nog in bed. Wij komen bij een boerderij en gaan helpen koeien melken. Voor onze hulp krijgen we een fles melk. We lopen terug naar de smederij de hele middag hebben we lekker gezwommen. We eten vandaag Boerenkool en daarna bidden we nog even bij de heilige eik. We gaan lekker slapen.
31 mei 754 n. Chr.
Ik ben ziek dus ik slaap lekker door.
1 juni 754 n. Chr.
Gelukkig ben ik niet meer ziek. Ik word wakker en het regent pijpenstelen.
Dus ik zet de tv aan en ik kijk de hele dag door.
2 juni 745 n. Chr.
Ik word wakker en we gaan brood eten. En dan gaan we mijn vader helpen in de smederij. We moeten een wiel maken van een boer. En daarna brengen het wiel ook weer terug dan is de dag alweer bijna voorbij. We gaan nog even bidden bij de heilige eik. Daarna gaan we stamppot andijvie eten.
3 juni 745 n. chr.
We worden wakker en gaan brood eten ik eet 4 broodjes. Daarna gaan we dieren offeren bij de heilige
eik. 1 hert 1 zwijn en 1 kip. het was zwaar werk daarna
gingen we nog even bidden en dan slapen.
4 juni 745 n. chr.
Het word een lange dag vandaag. De zon schijnt lekker door de ochtenddauw.
Gerben een boer die kwam zijn paard brengen en vroeg willen jullie dit paard nieuwe hoeven geven. Ik riep: ja is goed!
Heb je nog nieuws? Ja er komt een man over god vertellen hij heet Bonifatius.
O maar hij blijft van onze heilige eik af!
Nou haal je paard morgen maar weer op.
Wij gaan vandaag bij mijn oma kijken want zij ligt in het pesthuis.
Mijn oma heeft de pest aan de pest maar nu heeft ze het zelf.
We komen aan bij het pesthuis. We zien allemaal mensen met maskers op. Ze vroegen komen jullie iemand bezoeken?
Ja mijn oma zij heet Jannie. Leeft zij nog?
Ja ze heeft geluk zij is bijna genezen morgen zal ze weer fris zijn. O gelukkig dan gaan we naar de heilige eik. Dieren offeren en morgen de eik beschermen voor die Bonifatius. We gaan nog even wat drinken bij mijn buurman. Hij kan hele lekkere koekjes bakken. Ik zei heb jij vandaag al koekjes gebakken? Ja een hele
voorraad. O lekker mag ik er een? Ja o lekker ik ga weer
varen met mijn boot moet ik je naar de overkant
brengen anders zijn mijn benen al kapot voordat je er bent. Ja graag. Oké dan vul ik de tank bij. Als ik terug kom zit mijn moeder op mij te wachten ze zij we gaan
eten. Na het eten ga ik slapen.
5 juni n. chr.
Ik word wakker en ik ga 2 broodjes eten daarna ga ik naar de heilige eik. Om hem te beschermen tegen
Bonifatius. Op de heenweg kom ik ook andere mensen
tegen. Zij gaan ook de heilige eik beschermen ik zie hem al ik ben te laat hij is al doodgemaakt door mijn
vader en zeg goed bezig wij hebben gewonnen.
Ferdy30 mei 754
Het is erg winderig en koud het is nacht en we moeten ook nog offeren aan God het vuurtje houd ons warm. Ik en de anderen offerden een ; zwaard vlees, en buigden voor de oomachtige eik. We gingen naar bed.
31 mei 754
Ik heb niet veel
kunnen slapen. Ik ging naar de eik en aanbidden de eik en er gebeurde niet veel bijzonders meer.
3 juni 754
Ik kwam uit bed ik maakte een lekker
ontbijtje. IK ging naar de kinderboerderij. En daar zag ik een paard ik zag ook nog een; varken, kip, koe en nog veel meer ik ging naar
Dokkum. Ik huurde een kamer in een hotel.
4 juni 754 Ik bleef in het hotel nog een nachtje.
5 juni 754
IK ging naar de oomachtige eik. En toen kwam een rare man en een hulpje.
Die de oomachtige eik omhakken en toen kwam er een fity en hei verdedigde zich de bijbel omdat ik een zwaard op zijn hoofd wou slaan .
BenHet dag boek van fleur
3-juni-754
Hallo ik ben fleur mijn huis staat in Friesland er lopen loeiende koeien in de wei en het is lekker weer vandaag gaan we kijken bij de heilige eik daar staat een vreemde man ze
zeggen dat hij Bonifatius
heet ik heb die man nog nooit gezien het wordt al een beetje schemerig ik loop naar huis maar ik zag
Bonifatius nog steeds bij de heilige eik staan nou ja ik loop gewoon weer door naar
mijn huis ik ga slapen……
4 juni-754
Het is een nieuwe dag en Bonifatius staat niet
meer heilige eik misschien is hij wel weg
gelopen ik loop verder hij is niet weg gelopen
hij staat voor mij ik zeg niks en ik loop weg
naar het huis ik heb honger zeg ik ga eten
maken het avond eten is klaar het is al best laat
ik ga na het eten slapen ik ga slapen……
5-754juni Bonifatius stond niet meer bij de heilige eik ze zeiden dat hij is vermoord
Dag 1 27 mei 754
Ik ben Kai. Ik woon in Friesland in het dorp Dokkum.
Ik eet nu samen met mijn familie brood maar we moeten
wel veel brood overhouden want dat moeten we geven
aan Donar en Wodan anders gebeuren er erge stormen.
Ik eet mijn laatste stukje brood en neem een groot stuk
brood voor Wodan en Donar.
Dag 2 28 mei 754
Mijn familie en ik en de stad gaan bidden voor de heilige eik. We bidden en opeens komt er een man met een mijter en mannen die heel groot en stoer waren hij noemde zich Bonifatius hij zij dat Donar en Wodan niet bestonden.
Onze stad was boos wij zeiden dat hij ze niet boos moesten maken. En de stoere mannen hadden bijlen. Dus we
moesten maar luisteren, ik ging nog even kijken bij de mensen die bij de eik aan het bidden waren maar daarna
ging ik naar huis.
Dag 3 29 mei 754
We gingen Bonifatius eten geven maar we geloofden nog
steeds in Wodan en Donar hij ging met zijn mannen
gingen langs alle huizen lopen ik zag heel veel mensen van ons dorp achter hem aan lopen dus ik dacht ik loop ook even
mee. Ik wou weten wat hij van plan was ik liep achter hem
aan maar hij ging het bos in lopen en we liepen achter hem
aan waren bij een boom en hij ging zitten en zei:’ Ik ga
met jullie de bijbel lezen ik wist niet wat een bijbel was.
Hij ging lezen over zijn God hij heette God wij luisterden
naar hem maar we vonden het best lastig om in zijn God te geloven ik ging weer terug lopen naar huis.
Dag 4 30 mei 754
Ik ging vandaag naar de heilige eik met mijn hele dorp we gingen brood mee nemen voor Wodan en Donar. We waren met het hele dorp we gingen allemaal zitten voor de heilige eik. Die ene Bonifatius was met zijn mannen bij de smid alleen de smid was er niet om te bidden. Ik liep weg van de eik en ging naar de smid ik ging Bonifatius afluisteren hij zei dat hij scherpe bijlen nodig had hij ging met zijn mannen naar buiten ik rende weg. En ik liep naar huis gelukkig waren mijn ouders niet thuis dus ze wisten er niets van.
Dag 5 31 mei 754
Ik lag gisteren wakker in bed want ik dacht na over zal ik het tegen het dorp vertellen dat Bonifatius iets ergs van plan was. Ik dacht dat is het beste wat ik kan doen want nu is Bonifatius en zijn mannen een eindje aan het lopen. Ik pakte een lepel en een pan uit de kast en ging naar buiten. Ik sloeg op de pan met mijn lepel en alle mensen kwamen naar buiten. Ik zei tegen iedereen dat Bonifatius
iets van plan was we zeiden allemaal laten we die Bonifatius even goed in de gaten houden ik zei dat we nu allemaal naar huis moesten voordat Bonifatius komt. Ik was erg blij dat ik het tegen de mensen had verteld. Het was avond ik at nog een stuk vlees en ging naar bed.
Dag 6 1 juni 754
Ik ging vandaag een rondje lopen in het bos want daar was Bonifatius ook ik ging een stuk aardappel eten en ging achter hem aan ik was stiekem achter hem aan gegaan hij ging diep in het bos. Opeens ging hij stoppen hij ging bidden voor een boom hij zei iets over God ik ging iets dichterbij staan bij hem maar per ongeluk stond ik op een takje en hij zag me ik rende zo snel mogelijk het bos uit maar hij ging achter mij aan. Ik rende zo snel naar mijn huis en ik zag hem niet meer dus ik was veilig. Ik zei alles tegen mijn ouders ik was voorlopig veilig.
Dag 7 2 juni 754
Ik kan vandaag niet mijn verhaal vertellen van vandaag want ik ben heel erg ziek.
Dag 8 3 juni 754
Ik ga vandaag weer bidden voor Wodan en Donar met de hele stad gaan we naar de heilige eik. Ik pak vlees en een stuk brood en ga er naartoe. Ik kom aan en ik zie al heel veel mensen van ons dorp. Iedereen was er in de stad en ik legde mijn stuk brood en mijn stuk vlees voor de heilige eik. En we wouden net gaan bidden en opeens kwam Bonifatius hij pakte onze schenken en hij ging weg we waren boos want waarschijnlijk waren Wodan en Donar heel erg boos omdat we geen schenken hadden voor hun. Ik ging opzoek naar Bonifatius maar ik kon hem nergens vinden dus ik ging naar huis lopen gelukkig kwam ik veilig thuis zonder gezien te worden.
Dag 9 4 juni 754
Ik ga vandaag weer opzoek naar Bonifatius vandaag dacht ik misschien heb ik vandaag wel geluk. Ik stap uit bed en ga naar buiten ik ga het bos in en ik ga daar kijken. Ik was in het bos en ik hoorde een stem het kwam me bekent voor. Ik ging naar de stem zoeken kijken waar hij vandaan kwam ik zag iemand die leek op Bonifatius en hij draaide zich om en ik zag Bonifatius. Hij was niet alleen en hij zei we gaan morgen die ene heilige eik omhakken morgen in
de nacht. Ik ging iets dichterbij kijken en hij zag mij ik rende weg en ik liep zo snel mogelijk naar huis ik wist niet als hij mij ging achtervolgen maar ik kwam veilig thuis.
Ik pakte een pan en een lepel uit de la en liep naar buiten ik sloeg op de pan. Ik zag heel veel mensen van ons dorp
naar mij toe komen. Ik zei tegen de mensen dat morgen
Bonifatius onze heilige eik om ging hakken dus ik zei
tegen de mensen dat we in het bos moesten schuilen en Bonifatius op wachten ik zei neem je zwaarden en bijlen
mee als we moeten verdedigen als dat nodig was. Ik liep blij en tevreden naar huis.
Dag 10 5 juni 754
Vandaag was de dag dat we moesten klaar staan voor Bonifatius. Ik liep met ons dorp naar het bos en we gingen wachten tot Bonifatius kwam eventjes later.
Bonifatius kwam met zijn bende en hij liep recht op de boom af en hij zei dat zijn mannen de eik moesten om hakken en ze liepen er naar toe en ze sloegen hem om. Ons
dorp rende op Bonifatius af en we sloegen met zwaarden
tegen hem aan en hij lag dood op de grond zijn mannen
renden weg dus hun konden we niet pakken. Onze dorp
ging weer naar het dorp toe lopen. We kwamen aan en we