Woord en Daad - Jaarverslag 2010

Page 1

jaarverslag 2010

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 1


oord en Daad kort en bondig 5 W Woord en Daad wereldwijd 6 Voorwoord 9 Inleiding: Ontwikkelingen in 2010 10

1 S trategie en visie

12 1.1 Inleiding 13 1.2 Missie, visie en kernwaarden 14 1.3 Strategie 15 1.4 Beleid 16

2 H et werk in het Zuiden

20 2.1 Inleiding 21 2.2 Basisvoorzieningen en noodhulp 25 2.3 Onderwijs 30 2.4 Beroepsonderwijs, training en arbeidsbemiddeling 36 2.5 Bedrijfsontwikkeling 41

3 D e lerende organisatie

50 3.1 Inleiding 51 3.2 Onderzoek 53 3.3 Evaluatie 55 3.4 Kennismanagement en beleidsontwikkeling 57

4 B eleidsbeïnvloeding en bewustwording

64

Inhoudsopgave

4.1 Inleiding 65 4.2 Beleidsbeïnvloeding 67 4.3 Bewustwording 68

5 Communicatie en fondsenwerving

74

5.1 Inleiding 75 5.2 Communicatie 76 5.3 Fondsenwerving 82

6 Organisatie, bestuur en netwerken

90

6.1 Ontwikkelingen in de organisatie 91 6.2 Bestuurlijke verantwoording 96 6.3 Stakeholders en netwerken 103

7 Vooruitblik

110 7.1 De dynamiek in onze werkomgeving 111 7.2 Toekomst interne organisatie en raad van toezicht 112 7.3 Toekomst gericht op het werk in het Zuiden 113 7.4 Toekomst gericht op resultaatmanagement en leren 114 7.5 Toekomst gericht op communicatie en fondsen 115 7.6 Toekomst gericht op bewustwording, beleidsbeinvloeding en media 115

8 K waliteit, procesbeheersing en verantwoording

116

8.1 Inleiding 117 8.2 Procesbeheersing Nederland 118 8.3 Procesbeheersing van programma’s 121 8.4 Risicomanagement 123 8.5 Kwaliteit 125 8.6 Codes/certificering 125 8.7 Onderzoeksrapport accountant 126 8.8 Bestuurs- en verantwoordingsverklaring 127

9 Financiële verantwoording 9.1 Jaarrekening 2010 129 9.2 Accountantsverklaring 151 9.3 (Meerjaren)begroting 152

128

Bijlagen

Raad van bestuur en raad van toezicht Nevenfuncties raad van toezicht Personeel Organogram

154 155 156 158


Haïti, een jaar na de ramp 46-49

Landbouw, verbouw je toekomst! 60-63

Act Positive, ‘ik droom van een wereld zonder aids’ 70-73

Onderwijs, wederzijds leren 86 -89

Toekomst ontwikkelingssamenwerking, weg met simpele oplossingen 106-109

Meer detailinformatie via: www.woordendaadjaarverslag.nl


4 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Kort en bondig Wie Woord en Daad is een ontwikkelingsorganisatie die vanuit Bijbels perspectief armoede bestrijdt in Afrika, Azië en Midden- en Zuid-Amerika. Wat Woord en Daad werkt aan de thema’s: onderwijs, beroepsonderwijs en -training, arbeidsbemiddeling, bedrijfsontwikkeling, basisvoorzieningen (gezondheid, landbouw, water) en noodhulp. In Nederland wil Woord en Daad mensen, bedrijven en overheid bewustmaken van hun verantwoordelijkheid ten aanzien van armoede wereldwijd. Waar Woord en Daad is werkzaam in • Afrika: Benin, Burkina Faso, Ethiopië, Sierra Leone, Tsjaad, Uganda, Zambia en Zuid-Afrika • A zië: Bangladesh, de Filipijnen, India, Myanmar, Sri Lanka, Thailand • Midden- en Zuid-Amerika: Colombia, Guatamala, Haïti, Honduras, Nicaragua Hoeveel Inkomsten 2010 Landen Financieel geadopteerde kinderen Partners Satelliet Partners Donateurs Jongeren Leden Business Platform Medewerkers op 31-12-2010 Aantal fte’s op 31-12-2010 Vrijwilligers op kantoor Lokale vrijwilligers (comité)

€ 37.036.597 19 34.350 34 8 55.000 14.000 86 68 59,43 8 750

Werkwijze In ons werk onderscheiden we drie typen activiteiten: • Directe armoedebestrijding (DAB) – activiteiten gericht op armen om samen met hen te werken aan vermindering van armoede, bijvoorbeeld door voorzieningen van onderwijs, gezondheidszorg en inkomensverbetering op te starten of te verbeteren. • Maatschappijopbouw (MO) – activiteiten gericht op het opstarten en versterken van maatschappelijke organisaties of netwerken, die zich inzetten voor de belangen van armen. • Beleidsbeïnvloeding (BB) – activiteiten van maatschappelijke organisaties, gericht op het bevorderen van nieuw of aangepast overheidsbeleid op thema’s die in het belang zijn van (de rechtspositie van) armen.

Inkomsten 2010 Van

Bedrag (in €)

Perc.

19.760.928 2.725.368 13.045.963 1.320.647 183.691 37.036.597

53,4 % 7,4 % 35,2 % 3,6 % 0,4 % 100,0 %

Particulieren Bedrijven Institutionele donoren* Vermogensfondsen Interest Totaal

* opgedeeld in: Inkomsten subsidies overheden: € 10.131.308 (27,4%) Inkomsten derden: € 2.914.656 (7,8%)

Bestedingen 2010

Aan

Bedrag (in €)

Perc.

31.221.398

89,2 %

544.528 1.321.048

1,5 % 3,8 %

1.142.528 772.619 35.002.121

3,3 % 2,2 % 100,0 %

Doelstelling structurele programma’s* Doelstelling Advies & Onderzoek Doelstelling voorlichting en bewustwording Werving baten Kosten beheer en adm. Totaal * (incl. noodhulp)

7,4

3,6 0,4 53,4

35,2

3,8

3,3 2,2 1,5

89,2

Inkomsten 2010

Bestedingen 2010

Kostennormen

2010

Kosten eigen fondsenwerving ten opzichte van baten eigen fondsenwerving (CBF-norm) Doelbestedingsratio (besteding aan doelstellingen ten opzichte van de totale bestedingen) Doelbestedingsratio (besteding aan doelstellingen ten opzicht van de totale inkomsten) Eigen norm Beheer en Administratie (2,5%-norm) Eigen norm kosten Advies en Onderzoek (2,5%-norm) Eigen overheadnorm (10%-norm)

4,17% 94,53% 89,33% 2,09% 1,42% 9,06%

Woord en Daad bezit het CBF-keurmerk en is ISO gecertificeerd.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 5


Wereldwijd Zuid-Amerika

9 8

10 11

7

Afrika

16

13 15

14 12

17

18

19

6 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Azië

1 3

4 2

6

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19

Bangladesh Filipijnen India Myanmar Sri Lanka Thailand Colombia Guatemala Haïti Honduras Nicaragua Benin Burkina Faso Ethiopië Sierra Leone Tsjaad Uganda Zambia Zuid-Afrika Totaal

Azië Azië Azië Azië Azië Azië Zuid-Amerika Midden-Amerika Midden-Amerika Midden-Amerika Midden-Amerika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika

1.883 977 4.195 0 320 209 2.866 2.100 5.988 65 648 213 2.852 1.717 390 535 161 988 1.698 27.805

Bedrijfsontwikkeling

Aantal adoptie-kinderen per 31 dec 2010

Beroepsonderwijs, -training, arbeidsbemiddeling

Verdeling programma’s (x € 1.000,-)

Onderwijs

Continent

Noodhulp

Landen waar Woord en Daad structureel werkt

Basisvoorzieningen

5

1.313 1.873 9.304 0 409 495 3.648 5.526 5.563 0 0 0 3.731 2.268 220 0 0 0 0 34.350

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 7


8 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Voorwoord Patsers en paupers Een beklemmende en tegelijkertijd een heerlijke titel. Vooral als je hem met een nadrukkelijke pĂŠ uitspreekt. Een titel die ook een wereld van verschil uitdrukt. Een verschil dat, als we om ons heen kijken, steeds lastiger overbrugd lijkt te worden. De titel is niet van mezelf, maar van de organisator van een Studium Generale. In die studium generale werd ik uitgedaagd om vanuit dit verschil de wereld van ons werk te tekenen. En te verbinden met mijn gehoor. Ca. 100 mensen, die twee maal 45 minuten betrokken luisterden. Ik moest aan die titel denken bij dit voorwoord op het jaarverslag 2010. In ons land gebeurde veel. Er vond een politieke aardverschuiving plaats, die op het eerste gezicht wel iets lijkt te hebben van de schuttingen die patsers en paupers om hun eigen leef- en denkwereld oprichten. En af en toe boodschappen over en weer over de schutting gooien. Dat is lastig en niet prettig wellicht, maar nog wel te overzien. Nader beschouwd gebeuren er merkwaardige dingen, die ons allemaal aangaan. Of we nu patser zijn of niet of pauper of niet. De wereld is een netwerkwereld geworden. Dat werd ook in de afgelopen tijd manifest. Bijvoorbeeld door de bewegingen op politiek, revolutionair en hulpgebied die door sociale media in gang gezet worden en op gang gehouden worden. Juist die incidenten laten zien dat mensen over de grenzen van hun sociale hokje, over de grenzen van hun regio, van hun land, van hun continent met anderen verbonden zijn. Op een wijze die de fysieke menselijke relatie overstijgt. Het laat verrassend zien dĂĄt mensen met elkaar verbonden zijn en zonder die verbondenheid niet tot hun recht komen. Dat bedenkend is het paradoxaal dat ook in Nederland er een beweging lijkt te zijn die die verbinding in de mondiale netwerksamenleving lijkt te ontkennen. Tegelijkertijd merken we

ook in onze contacten dat het denken vanuit verbindingen wereldwijd bij mensen een gevoel van onbehagen en soms zelfs angst oproept. Dat juist het helder worden van de verbinding de reactie oproept om vooral maar op eigen belang, binnen eigen grens en binnen eigen comfortabele en herkenbare veilige zone terug te trekken. Op het eigen bastion. Woord en Daad heeft in 2010 een nieuw beleid vastgesteld; in verbondenheid met partners over de grens en achterban in Nederland. Het resulteerde in een vernieuwde visie en missie, waarin die verbondenheid heel nadrukkelijk aan de orde komt. We stonden juist ook bij dat leven in verbinding vanuit onze identiteit stil tijdens het minisymposium ter gelegenheid van het afscheid van Dr. M.A. van den Berg, de vorige voorzitter van Woord en Daad. En dat is niet alleen verbinding tussen Noord en Zuid of tussen Oost en West. Maar tussen paupers en patsers. Niet omdat verbinden een doel in zichzelf is. Maar juist omdat de wereldwijde ervaringen ons ook in 2010 leren dat het verbinden van mensen die in hun eigen bastion leven over en weer werelden doen opengaan. Omdat mensen het niet meer bezien vanuit hun eigen koninkrijk, maar vanuit het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid. Dat geeft een kijken naar en verstaan van elkaar vanuit het hart. OĂłk dat was er in 2010.

Jan Lock, voorzitter raad van bestuur

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 9


Inleiding Ontwikkelingen in 2010 Aardbeving Haïti Het jaar 2010 was voor Woord en Daad in vele opzichten een turbulent jaar. Allereerst was er de aardbeving in Haïti. Het nieuwe jaar was slechts twaalf dagen oud, toen een zware aardbeving de Haïtiaanse hoofdstad Port-au-Prince trof. De ravage, het aantal doden en gewonden was enorm. Partnerorganisaties waarmee Woord en Daad al jaren samenwerkt waren deels zelf getroffen en direct betrokken bij de eerste hulpverlening. De ramp in Haïti heeft gedurende het hele jaar een grote impact gehad op Woord en Daad. De betrokkenheid vanuit de achterban in Nederland was ongekend, en bleef onverminderd groot, ook toen Haïti in het nieuws langzaam maar zeker op de achtergrond raakte. We konden een belangrijke rol spelen in het verbinden en overbrengen van de grote betrokkenheid van onze achterban in Nederland –maar ook die van andere organisaties waarmee we wereldwijd samenwerken– naar de getroffen mensen in Haïti. Daarnaast waren we in staat samen met ZOA-Vluchtelingenzorg, dankzij de grote giftenstroom (6,3 miljoen euro) een wederopbouwprogramma te starten in Port-au-Prince. Zie verder de verantwoording hierover in paragraaf 2.2. Haïti maakte opnieuw duidelijk hoe relatief planning in ons werk is. Werken voor en met de meest kwetsbaren in de samenleving waar ook ter wereld vraagt veel flexibiliteit en aanpassingsvermogen, en afhankelijkheid van God.

zuinigingen werd er onevenredig hard gesneden in de subsidies voor maatschappelijke organisaties. Om die reden was Woord en Daad dan ook bijzonder dankbaar dat ze samen met Red een Kind een 5-jarige subsidie toegekend kreeg. Ondanks een korting van 42 procent hoeft Woord en Daad de komende jaren haar steun aan bijvoorbeeld scholen, vaktrainingen en gezondheidsvoorlichting niet op te schorten, omdat we slechts beperkt (20 procent) afhankelijk zijn van subsidie. Ook in 2010 bleek de trouw vanuit onze particuliere achterban opnieuw groot (totaal €19.760.928). Dit onderstreept de grote waarde van de langdurige en royale steun van onze achterban. Niet voor niets groeit de kritiek op maatschappelijke organisaties die in hun professionaliseringsslag de verbinding met hun achterban zijn kwijtgeraakt. Overigens is een trouwe achterban niet alleen essentieel vanuit het oogpunt van continuïteit. De vrijheid om vanuit je eigen overtuiging keuzes te kunnen blijven maken is evenzeer van belang.

Koerswisselingen De nasleep van de economische crisis en heftige koerswisselingen veroorzaakten eveneens de nodige turbulentie in 2010. Door de grote koersdaling waren onze reserves ontoereikend om de daling in één keer op te vangen, en waren we genoodzaakt corrigerende maatregelen te treffen en de begroting bij te stellen. Dit was soms bijzonder pijnlijk. We konden minder kinderen dan voorzien een kans geven, en moesten ambities voor 2010 bijstellen. Tegelijkertijd liet het iets van de veerkracht van Woord en Daad en haar partners zien. Uiteindelijk konden vanuit bestemmingsfondsen een groot deel van de verliezen binnen programma’s worden opvangen.

Alliantievorming en netwerken De relatie van Woord en Daad met haar partners in het Zuiden was in 2010 volop in beweging. De koers die we in 2009 ingezet hebben om in vijf regionale allianties (in Azië, Zuiden Midden-Amerika en drie in Afrika) te gaan werken is doorgezet. Met de verschillende allianties is hard gewerkt aan beleid voor de komende jaren op het terrein van onderwijs, vaktraining, arbeidsbemiddeling, (agri)-bedrijfsontwikkeling en basisvoorzieningen. Dit resulteerde uiteindelijk in het strategisch meerjarenplan 2011-2015. Woord en Daad werkt al jaren samen met diverse partijen uit het bedrijfsleven, kennisinstellingen en andere maatschappelijke organisaties. Een trend die een steeds grotere invloed heeft op ons werk, maar waar ook nog veel in te leren valt. Hoe werk je effectief samen binnen een netwerk, hoe houd je energie in een netwerk? In 2010 leerden we op dit terrein samen met organisaties als Prisma (die samenwerkt met de ICCO-alliantie) (rond basisvoorzieningen), Red een Kind (rond vaktraining en onderwijs), Driestar Educatief (rond onderwijs) en Management for Development Foundation (MDF rond versterking van onze partnernetwerken).

Politiek draagvlak en achterban Een andere ‘koersdaling’ betrof de publieke en politieke opinie ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking. De kritiek op de Nederlandse overheidsbetrokkenheid bij armoedebestrijding in het Zuiden is al jaren groeiende. In 2010 kreeg dit geluid ook een duidelijk politiek platform, en werd er met het aantreden van het nieuwe kabinet fors gesneden in het budget voor ontwikkelingssamenwerking. Binnen deze be-

Interne ontwikkelingen De consequenties van het meerjarenbeleidsplan heeft Woord en Daad in 2010 ook direct intern doorvertaald. De ingrijpendste wijziging betrof het opzetten van alliantieteams (die de regionale allianties in het Zuiden op kwaliteit gaan ondersteunen) en donorteams (die voor de fondsenwerving en –besteding verantwoordelijk zijn). Deze organisatieverandering, gecombineerd met de ontwikkeling van een nieuwe

10 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


ICT-architectuur, vroeg veel van het doorzettingsvermogen, de tijd en energie van het team van Woord en Daad. Daarbij kwam nog eens het schrijven van de MFS2-aanvraag, een subsidievoorstel voor het ministerie van Buitenlandse Zaken. De eisen hiervoor werden pas begin 2010 bekendgemaakt, en waren zwaarder dan verwacht. Verschillende afdelingen hebben daarom hun doelstellingen niet op alle punten kunnen halen. Een verantwoording hiervan staat verderop in dit jaarverslag. Er is in 2010 veel en hard (over)gewerkt. Niet zonder zegen! Missie en visie In het afgelopen jaar voelden we ons, in alle turbulente en soms ingrijpende ontwikkelingen, sterk verbonden vanuit onze missie en visie met al onze partners wereldwijd en de achterban in Nederland. De missie, visie en kernwaarden zijn opnieuw verwoord, en sluiten aan op de ‘visie op verandering’ die we in 2009 met onze partners formuleerden. Een visie waarin we de verbondenheid aan het komend Koninkrijk en Zijn gerechtigheid sterk ervaren en tot uiting brengen.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 11


Strategie en visie

1 12 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


1.1

Inleiding Woord en Daad werkt samen met haar achterban en partners in het Zuiden aan verandering. Verandering in levens van mensen, zowel in Nederland als in de landen waar Woord en Daad wereldwijd actief is. Dat doen we in een omgeving die voortdurend –en soms in één klap– verandert. Te midden van alle veranderingen bleef in 2010 de Bijbel ons ankerpunt.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 13


1.2 Missie, visie en kernwaarden Missie Woord en Daad verbindt mensen over de hele wereld in hun strijd tegen armoede, vanuit Bijbels perspectief. We werken daarbij samen met partnerorganisaties in Afrika, Azië en Centraal- en Zuid-Amerika, de achterban in Nederland, maatschappelijke instellingen, overheden en bedrijven en andere sectoren. Samen met hen wil Woord en Daad een bijdrage leveren aan duurzame verandering in Nederland en wereldwijd. Visie In een gebroken wereld vol armoede en onrecht streeft Woord en Daad naar het zichtbaar maken van tekenen van Gods komend Koninkrijk. Daarin willen we iets laten zien van een wereld in wording zonder armoede en lijden. Vanuit dit Bijbelse toekomstperspectief mogen mensen nu al tot hun bestemming komen in de diepste zin van het Woord. Dit zien wij gebeuren als mensen verantwoordelijkheid nemen en dragen voor zichzelf en voor anderen, waardoor zij een waardig leven kunnen leiden. Kernwaarden Mede-schepsel: Ieder mens is geschapen om beelddrager van de Schepper te zijn. Dit betekent dat we in Gods oog allen gelijk zijn, en tegelijkertijd divers en uniek. Deze twee aspecten –gelijkwaardigheid én diversiteit– bepalen hoe wij naar onze medemens kijken. In haar werk wil Woord en Daad deze twee aspecten herkenbaar in praktijk brengen. Dit betekent onder andere dat ze ieder mens benadert met respect, ongeacht ras, religie, geslacht of politieke voorkeur. Ook is Woord en Daad ervan overtuigd dat er niet slechts één pad van ontwikkeling is: daarvoor zijn mensen te uniek en divers geschapen. De betrokkenheid van mensen zelf in het ontwerp, de implementatie en evaluatie van programma’s die hun eigen ontwikkeling betreffen, vinden we daarom ook van groot belang. Ten slotte betekent het ‘mede-schepsel’ zijn ook dat Woord en Daad zich nooit ‘zomaar’ in iemands leven mengt: binnentreden in iemands leven is nooit waardevrij. Mede-verantwoordelijkheid: Ieder mens is geschapen als verantwoordelijk schepsel. We zijn verantwoordelijk om te beantwoorden aan Gods roeping om beelddrager, naaste en rentmeester te zijn. Vertaald naar de praktijk van ons werk betekent dit dat we mensen willen stimuleren hun verantwoordelijkheid te nemen. Mensen zijn verantwoordelijk voor hun eigen ontwikkeling. Tegelijkertijd heeft ieder mens een verantwoordelijkheid naar mensen in zijn omgeving en de schepping. Dit betekent niet dat mensen voor anderen ver-

14 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

antwoordelijkheid moeten ‘nemen’, maar vanuit Bijbels mededogen oog hebben voor de situatie van de ander. Mede-leven: We leven in een door zonden gebroken wereld. Tegelijkertijd weten we ons vanuit de Bijbel geroepen om er te zijn voor mensen die lijden aan deze gebrokenheid. In dit medeleven kunnen we iets laten zien van wat het betekent om beelddrager van God te zijn, ook al is dit beeld beschadigd. Door mee te leven en mee te lijden mogen we op bescheiden wijze iets zichtbaar maken van Gods komend Koninkrijk en werken aan herstel, vanuit de wetenschap dat Christus ons daarin is voorgegaan. Dit medeleven kan in de praktijk verschillende vormen aannemen; zowel geestelijke, fysieke als materiële aspecten spelen daarbij een rol. Rentmeesterschap: als christelijke organisatie wil Woord en Daad verantwoordelijk ‘rentmeester’ zijn. Dit willen we op een integere wijze doen, met oog voor de context waarbinnen we opereren. Woord en Daad is aanspreekbaar op een zorgvuldig omgaan met de middelen (menselijke, financiële en materiële) die we ontvangen. Hierover leggen we op transparante wijze verantwoording af. In ons werk willen we rentmeesterschap concreet laten zien aan degenen met wie we werken en in zorg voor het milieu, beiden zowel in Nederland als in het Zuiden. Wederzijdse afhankelijkheid: Als christelijke organisatie is Woord en Daad onafhankelijk, en tegelijkertijd bewust afhankelijk. Die twee gaan samen op. Woord en Daad is onafhankelijk in het beantwoorden aan Gods roeping. Om die reden willen we zelfbewust beleidskeuzes kunnen maken, onafhankelijk van de keuzes die onze (seculiere) omgeving maakt. Tegelijkertijd zijn we ervan overtuigd dat samenwerking met andere organisaties van groot belang is voor armoedebestrijding, ook vanuit rentmeesterschap. In dat opzicht wil Woord en Daad bewust afhankelijk zijn van anderen. Een verdere toelichting op de missie en visie, en een omschrijving van organisatiewaarden en ontwikkelingsprincipes die Woord en Daad en haar partners toepassen in het werk, zijn te lezen op de website www.woordendaadjaarverslag.nl.


1.3 Strategie Het werk van Woord en Daad betreft drie aspecten: • Armoedebestrijding: In de continenten Afrika, Azië en Zuid- en Midden-Amerika samen met onze partnerorganisaties armoede op stevige wijze aanpakken. Woord en Daad kent in dat kader vier programma’s: • Onderwijs, • Beroepsonderwijs en –training en arbeidsbemiddeling • Bedrijfsontwikkeling • Basisvoorzieningen (water, voeding, gezondheid, landbouw) • Bewustwording: In Nederland samen met onze achterban nadenken over de vragen rond armoede en rijkdom. • Beleidsbeïnvloeding: In Nederland en Europa samen met anderen opkomen voor de belangen van de allerarmsten. Zo nodig vragen we aandacht voor de positie van de allerarmsten bij politiek, pers en bedrijfsleven.

Soms hinderen (lokale) wet- en regelgeving de mogelijkheden en kansen voor de doelgroep van de partnerorganisaties. Soms worden doelgroepen zelfs door regelgeving benadeeld. In die gevallen werkt Woord en Daad samen met haar partnerorganisaties en/of de netwerken die ze steunt aan het verbeteren of aanpassen van overheidsbeleid, zowel in Nederland en Europa als in het Zuiden. Woord en Daad is ervan overtuigd dat haar ‘visie op verandering’ (theory of change) zich niet beperkt tot mensen in het Zuiden. In een wereld waarin we internationaal steeds meer afhankelijk van elkaar worden, heeft onze leefwijze steeds vaker gevolgen voor de situatie van armen waar ook ter wereld. Woord en Daad wil haar eigen achterban hiervan bewustmaken, en concrete mogelijkheden aanreiken om ook in de Nederlandse context ‘ambassadeur van verandering’ te zijn.

Het scherp analyseren van de context waarbinnen onze programma’s vormgegeven worden, en het doorvertalen naar het concrete werk ‘op de grond’ krijgt een steeds belangrijker plaats in ons werk. Daarbij vinden we het van belang dat de verschillende programma’s niet op zichzelf staan, maar dat waar mogelijk slimme en effectieve verbindingen worden gelegd. Omdat onderwijs niet automatisch leidt tot een betere positie voor mensen die onderwijs volg(d)en, investeren we in de programma’s beroepsonderwijs en –training en arbeidsbemiddeling. Daarin geven we aandacht aan de aansluiting van jongeren op de arbeidsmarkt. Vanuit bedrijfsontwikkeling wordt gezocht naar mogelijkheden om lokale bedrijvigheid te stimuleren en te verbinden met regionale of (inter)nationale markten. Daar waar nodig werkt Woord en Daad vanuit het ondersteunende programma Basisvoorzieningen (water, voeding, gezondheid, landbouw) aan randvoorwaarden voor de programma’s op het gebied van Onderwijs en Arbeid en Inkomen. Uitwisseling van kennis neemt in alle programma’s een belangrijke plaats in. Partnerorganisaties van Woord en Daad hebben uiteindelijk altijd een beperkt bereik. Daarom investeert Woord en Daad met haar partnerorganisaties in netwerken die samen met anderen het werk van armoedebestrijding effectiever en krachtiger maken. In 2010 kreeg dit concreet vorm in de start van vijf regionale allianties. In het beleidsplan werd hiervoor een nieuw programma ‘Versterking Partnernetwerk’ geformuleerd. Hierover is meer te lezen in hoofdstuk 2 Het werk in het Zuiden.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 15


1.4 Beleid Woord en Daad ziet zichzelf als een organisatie die op inhoudelijke betrokkenheid en verantwoordelijkheid mensen en partijen met elkaar verbindt. Woord en Daad beweegt voortdurend tussen de positie van haar partnernetwerk en de doelgroepen (armen, kinderen, ondernemers) in het Zuiden enerzijds, en haar achterban, sponsors, fondsen en de Nederlandse achterban anderzijds. De vragen en opvattingen van deze twee groepen belanghebbenden, hebben dan ook een belangrijke stem in het beleid van Woord en Daad. Het nieuwe beleidsplan voor de periode 2011-2015, dat in juni 2010 werd vastgesteld, is in mei 2010 gevalideerd door zowel het Zuidelijke partnernetwerk als de stakeholders uit de achterban van Woord en Daad. In het nieuwe beleidsplan werkt Woord en Daad met zogenaamde ‘results frameworks’. Samen met partners en andere stakeholders zijn gewenste resultaten geformuleerd en vastgesteld. Aan die resultaten wordt inzet van mensen en middelen gekoppeld, en wordt per resultaat bekeken wat de output, outcome en impact zou kunnen zijn. Via contracten wordt hier ook op gestuurd en samen met partners op gemonitord. In het nieuwe beleidsplan zijn een aantal nieuwe programma (onderdelen) toegevoegd: • Versterking van het partnernetwerk (Strengthening Partner Network, SPN): gericht op het versterken van kwaliteit en capaciteit van partners en regionale allianties; • (Agri)Bedrijfsontwikkeling (Agribusiness & Enterprise Development, AED): gericht op het versterken van rurale economische ontwikkeling binnen het programma voor bedrijfsontwikkeling; • Bewustwording: naast beleidsbeïnvloeding is bewustwording nu ook een programma met doelstellingen, gericht op het leefgedrag van de achterban van Woord en Daad.

16 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

In 2010 heeft Woord en Daad veel tijd geïnvesteerd in het vertalen van de sterkte-zwakteanalyse (uitgevoerd in 2009) van haar programma’s in het Zuiden naar nieuw beleid voor de periode 2011-2015. Deze analyse was onder andere gebaseerd op een aantal externe evaluaties en een extern organisatieassessment, waarbij Woord en Daad doorgelicht werd door externe consultants, met inbreng van partners uit het Zuiden. Om deze reden is er geen nieuwe analyse in 2010 gedaan. Wel zijn er diverse tevredenheidsonderzoeken onder stakeholders uitgevoerd (zie paragraaf 6.3). Een samenvatting van de sterkte-zwakteanalyse uit 2009 en de doorvertaling naar nieuw beleid is te vinden in de tabel op pagina 17.


Sterkte-zwakteanalyse van het werk van Woord en Daad in het Zuiden Sterk

Zwak

Vertaling naar beleid 2011-2015

Sterk partnerschap tussen Woord en Daad en partnerorganisaties wereldwijd, dat gekenmerkt wordt door gelijkwaardigheid en gebaseerd is op gedeelde christelijke waarden.

Een-op-een relaties tussen Woord en Daad en partners zorgen ervoor dat partnerbeleid versnipperd is en er niet optimaal gebruikgemaakt kan worden van de kansen die er liggen voor gezamenlijke netwerken.

Vanaf 2011 vormen Woord en Daad en Zuidelijke partners allianties in vijf regio’s, waar zij gezamenlijk werken aan beleidsontwikkeling, kwaliteitsverbetering, netwerken en fondsenwerving.

De ‘ketenbenadering’ (waarin aansluiting tussen verschillende programmaonderdelen beoogd wordt) is een sterke en onderscheidende benadering op interventieniveau.

De ketenbenadering mist een breed kader hoe Woord en Daad en partners naar ontwikkeling van mensen en samenleving kijken.

De ‘visie op verandering’ vormt vanaf 2011 het brede kader voor Woord en Daad en de vijf regionale allianties, waarbinnen ook aandacht is voor de ketenbenadering.

Partners van Woord en Daad staan dicht bij de armen en hebben oog voor hun specifieke context.

Te weinig aandacht bij partners voor betrokkenheid van armen bij het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van projecten.

Woord en Daad levert de komende jaren een stevige bijdrage aan de ontwikkeling van een nieuwe evaluatiemethodiek waarbij inbreng van armen (naast andere doelgroepen) centraal staat.

Bij Woord en Daad en partners is toenemend aandacht voor het betrekken van niet-klassieke spelers bij hun werk, zoals bedrijven en kennisinstellingen.

Op lokaal niveau blijken veel partners nog moeite te hebben om op effectieve wijze te participeren binnen netwerken met collega-organisaties, bedrijven of overheid.

Effectief participeren in lokale en (inter) nationale netwerken krijgt vanaf 2011 expliciet nadruk in het nieuwe programma ‘Versterking partnernetwerk’ (SPN) ), waarbinnen zowel het functioneren van de regionale allianties als versterking van individuele partnerorganisaties aandacht krijgt.

Zuidelijke partners beschikken over steeds meer capaciteit op management– en programmaniveau.

Capaciteit op het terrein van planning, monitoring, evaluatie en leren (PMEL), beleidsbeïnvloeding en werving van subsidies blijft achter.

Woord en Daad stelt de komende jaren capaciteit beschikbaar aan de regionale allianties in het Zuiden om fors te investeren op PMEL, lobby en fondsenwerving. (vervolg op p. 18)

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 17


Sterkte-zwakteanalyse van het werk van Woord en Daad in het Zuiden (vervolg p. 17) Kansen

Bedreigingen

Impact kansen en bedreigingen op beleid

Meer oog voor diversiteit.

Religieuze conflicten spelen in toenemend aantal landen een rol.

Blijvend aandacht voor de constructieve rol die bijvoorbeeld kerken spelen vanuit de visie op verandering.

Meer aandacht voor rurale ontwikkeling in Afrika kan mensen in kwetsbare gebieden onafhankelijker maken (bijvoorbeeld door product–ketenontwikkeling) en duurzaamheid).

Klimaatverandering en kredietcrisis treft landen wereldwijd, maar met name Afrika.

Maximaal aansluiten bij initiatieven vanuit (Nederlandse) overheid en bedrijfsleven; focus van het nieuwe programma AgriBedrijfsontwikkeling ligt op Afrika.

Toenemend aantal institutionele donoren dat fondsen direct ter beschikking stelt aan Zuidelijke ngo’s.

Toenemend aantal landen waar overheid vijandig is ten aanzien van inmenging (internationale) ngo’s.

Door vormen van regionale allianties worden Zuidelijke partners minder afhankelijk van Noordelijke donoren, en kunnen kansen voor fondsenwerving in het Zuiden uitgebuit worden.

Technologische ontwikkelingen bevorderen Noord-Zuid-samenwerking en maken tevens informatie makkelijker toegankelijk voor armen.

Informatiekloof tussen opgeleide en analfabete groepen kan nog verder verdiepen.

Binnen (vak)onderwijsprogramma is veel aandacht voor ICT-training; vanaf 2011 opzet van ICT-infrastructuur die ook voor regionale allianties beschikbaar is.

18 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Sterkte-zwakteanalyse van het werk van Woord en Daad in Nederland Sterk

Zwak

Vertaling naar beleid 2011-2015

Stevige verankering in de achterban vanuit heldere eigen identiteit en weinig afhankelijk van subsidies.

Inhoudelijke communicatie is op onderdelen niet adequaat door niet tijdig aanleveren van rapportage vanuit de partners.

Beleidslijn voortzetten dat subsidies slechts 30% van inkomsten mogen beslaan; vanuit donorrol steviger inzetten op deadlines voor rapportage.

In de communicatie gaat de inhoud van het werk v贸贸r de fondsenwerving.

Verwachtingen van achterban zijn niet altijd re毛el; onderscheid bewustwording en fondsenwerving is niet altijd helder.

Bewustwording wordt vormgegeven in een apart programma, onafhankelijk van fondsenwerving. Gestructureerde inbreng vanuit ondernemers, vrijwilligers, jongeren en vermogensfondsen versterken en voortzetten; voortdurend blijven investeren in contact achterban.

Goed georganiseerde betrokkenheid vanuit diverse stakeholdersgroepen; verhoudingsgewijs grote, jonge en actieve, betrokken achterban; goede differentiatie in benadering doelgroepen achterban.

Kansen

Bedreigingen

Impact kansen en bedreigingen op beleid

De stevige basis in de achterban kan richting institutionele donoren en vermogensfondsen meer en strategisch ingezet worden.

Vrijwilligerswerk staat onder druk door economisering van de samenleving. Mensen krijgen minder ruimte om vrijwilligerswerk te doen.

Nog steviger positioneren van unieke betrokkenheid achterban; vrijwilligers blijven interesseren door hen op maat te benaderen.

Specifieke aanpak van Woord en Daad inzetten in het debat rond internationale samenwerking.

Internationale samenwerking staat politiek onder druk; kan weerslag hebben op opinie achterban Woord en Daad.

Onderzoek naar beweegredenen achter toenemende kritische houding op ontwikkelingssamenwerking binnen (deel van) de christelijke achterban.

Via ontwikkelingseducatie de achterban in Nederland op innovatieve manier verbinden met de doelgroepen in het Zuiden.

Door groter worden van de organisatie kan persoonlijk contact met de achterban in de knel komen.

Voortdurend aandacht houden voor persoonlijk contact, lokale comit茅s spelen hierin cruciale rol.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 19


Het werk in het Zuiden

2 20 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


2.1

Inleiding ‘Door ons op te zoeken en naast ons te willen staan zo vlak na de aardbeving, toonde Woord en Daad wat echt partnerschap betekent.’ Eris Labady, directeur Parole et Action, Haïti Wie bij Woord en Daad of partners op bezoek komt ontmoet in eerste instantie medewerkers op een kantoor, achter een bureau, rond een vergadertafel. Maar wie met partners op stap gaat, ziet wat er werkelijk gebeurt en waar het echt om gaat: het werk op de scholen en in trainingen, in de achterstandswijken, in door hiv/aids getroffen dorpen, op de puinhopen van aardbevingen en overstromingen. Door er te zijn, te luisteren, te leren, kunnen we de juiste stappen zetten, de goede beslissingen nemen en programma’s uitvoeren die er toe doen. Om zo bij te dragen aan de zorg voor moeder en kind, de ontwikkeling van schoolgaande jeugd, de vorming en training van jongeren die graag aan het werk willen, het gericht verstrekken van leningen en bedrijfsadvies aan kleine en grotere bedrijven. En wat vooral boeit: al die verschillende groepen ook met elkaar verbinden. In dit hoofdstuk staat het werk van Woord en Daad in het Zuiden centraal. Werk dat allereerst gebeurt door 34 partnerorganisaties en acht satelliet partners in 19 landen. Werk dat wordt ondersteunt door de verschillende programma-afdelingen bij Woord en Daad: Basisvoorzieningen, Onderwijs, Beroepsonderwijs en –training en arbeidsbemiddeling en Bedrijfsontwikkeling. Het hoofdstuk start met een korte intro over ontwikkelingen in het partnernetwerk en de vorming van regionale allianties, capaciteitsopbouw en beleidsbeïnvloeding. De andere paragrafen beschrijven gedetailleerder wat werd bereikt in de programma’s. Op de website www.woordendaadjaarverslag.nl is ook per partner te zien welke activiteiten worden uitgevoerd en hoeveel financiering per programma ter beschikking werd gesteld. Tevens zijn er details weergegeven welke projecten er per partner of landen werden goedgekeurd in 2010. 2.1.1 Ontwikkeling partnernetwerk/regionale allianties In 2010 werden door Woord en Daad en partners verdere stappen gezet om in vijf regio’s te gaan samenwerken binnen regionale allianties. De Woord en Daad-programmamedewerkers zijn nu lid van één of meerdere alliantieteams. De werkzaamheden van deze teams waren meest gericht op programmaontwikkeling bij partners, het faciliteren en/of uitvoeren van training en uitwisselingsbezoeken en beoordelen van verschillende soorten plannen en rapportages. Het partnernetwerk kende in 2010 geen uitbreiding met nieuwe partners. Wel ontmoetten partners van Woord en Daad en

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 21


vier regionale conferenties georganiseerd in Burkina Faso, Colombia, Ethiopië en Bangladesh in het voorjaar. In deze conferenties participeerden zowel de directeuren als de programmamedewerkers van partners en werd veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van Meerjaren Strategische Plannen, landenplannen en het beter formuleren van resultaatindicatoren. In mei werd een conferentie gehouden met de leiders van de regionale allianties van zowel Woord en Daad (WenD) als REK om het beleid voor de komende beleidsperiode te bespreken en definitief vast te stellen. In november was er een directeurenconferentie van alle partnerorganisaties in Nederland rondom de officiële start van het werken in regionale allianties.

Red een Kind (REK) elkaar en werd in regio’s en landen waar partners van beide organisaties actief zijn, gekeken naar vormen van uitwisseling en leren, alsook naar vormen van verdere samenwerking. Dit leidde tot eerste afspraken tussen partners in Ethiopië, een aanzet tot verdere kennismaking in Zuidelijk Afrika en plannen om in 2011 te kijken waar samenwerking in Azië mogelijk is. Samenwerking in Oeganda lijkt mogelijk, maar moet nog geheel verkend worden. In India is de overheid terughoudend in het samenwerken met andere landen op het gebied van armoedebestrijding. Daarom krijgen Woord en Daad medewerkers moeilijker visa voor werkbezoeken in India. Zodoende kunnen we een goede verantwoording van onze bestedingen in India in de toekomst niet garanderen. Tegelijkertijd zien we dat in India meer mogelijkheden zijn ontstaan om zelf fondsen te werven, en dat overheid en bedrijfsleven daarbij betrokken kunnen worden. Daarom heeft Woord en Daad besloten de komende tien jaar de fondsen in India af te bouwen, en tegelijkertijd haar Indiase partners te helpen bij het ontwikkelen van een strategie om alternatieve inkomstenbronnen aan te boren.

Tijdens diverse veldbezoeken van afdeling AED (Agribusiness & Enterprise Development) in 2010 moesten we vaststellen dat programmafinanciering een lastig middel blijft om invloed te hebben op uitvoering en snelheid van de ED-programma’s. Samenwerking in meer bedrijfsmatige verbanden waarbij risico’s gedeeld worden, zijn in opkomst en geven meer slagkracht.

Speciale aandacht ging in 2010 uit naar GSPI (India), Word and Deed-India, Ladder of Hope (Sri Lanka), KDDS (Oeganda), GCPDO en EFZ (Zambia) en partners in Haïti. Dit had te maken met organisatorische spanningen (India), managementproblemen (Sri Lanka, Oeganda, Zambia) en de bijzondere noodsituatie (Haïti). In Sri Lanka is Ladder of Hope losgekoppeld van de kerk en wordt een doorstart op kleine schaal overwogen. Verder zijn er oriënterende contacten met ZOA-Sri Lanka. Voor India heeft de raad van toezicht het beëindigen van de partnerrelatie met GSPI goedgekeurd. Er waren serieuze vragen rond het gedrag van de directeur en de financiële huishouding. Onderzoek naar feiten en achtergronden door een externe consultant werd getraineerd. Daarop is besloten de relatie met GSPI te beëindigen. De raad van toezicht keurde dat besluit goed in haar decembervergadering. De bevindingen van de consultant zijn bij de Indiase autoriteiten gemeld, zodat zij in de gelegenheid zijn zelf onderzoek te doen. In Oeganda is besloten de samenwerking tussen Woord en Daad en de partnerorganisatie KDDS per eind 2011 te stoppen. Tevens is gestart met het zoeken naar nieuwe organisaties waarmee samengewerkt kan worden. Verdere besluitvorming over de samenwerking zal in 2011 vorm krijgen in overleg met de alliantiepartners in die regio.

2.1.3 Beleidsbeïnvloeding in het Zuiden Ook in 2010 is de trend voortgezet om beleidsbeïnvloeding (BB) nog meer te integreren in de bestaande programma’s van onze partners. In december 2009 en januari 2010 hebben trainingen plaatsgehad bij onze partners in respectievelijk Bangladesh en Colombia. Daar is intensief tijd besteed aan het ontwikkelen van BB-trajecten. Een andere reis naar Haïti ging niet door vanwege de nasleep van de aardbeving. In de verschillende regionale alliantievergaderingen was het goed om op te merken dat BB steeds meer wordt erkend door onze partners als zinvolle interventiestrategie. Deze strategie is ook opgenomen in de meerjarenplannen van partners. Het handboek BB is afgerond en eveneens verspreid en gebruikt tijdens deze conferenties. Naast deze capaciteitsopbouw m.b.t. BB hebben bij onze partners de volgende BB-activiteiten plaatsgevonden: • Verdere integratie van beleidsbeïnvloeding in de programma’s van enkele partnerorganisaties (CDA en CREDO); • Trainingen voor capaciteitsopbouw met betrekking tot beleidsbeïnvloeding (o.a. in Benin bij Dedras en in Bangladesh bij CSS); • Steun aan nationale netwerkorganisaties via een aantal partners (People Consultative Forum of Ethiopia via Hope Enterprises, SPONG via CREDO en ASONALISS via CDA).

2.1.2 Werkbezoeken/conferenties In 2010 zijn reguliere werkbezoeken zo veel mogelijk gekoppeld aan regionale conferenties van de allianties. Er werden

2.1.4 Capaciteitsopbouw binnen partnernetwerken Woord en Daad en de vereniging PSO werken samen binnen het kader van een leerwerktraject (2010-2011). Centraal in dit

22 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


leerwerktraject staat de ondersteuning van ongeveer 35 partners door Woord en Daad in het ontwikkelen van voldoende capaciteit op organisatorisch en institutioneel niveau voor het bereiken van hun eigen doelen. Vier partnerorganisaties deden in samenwerking met Woord en Daad en een andere partner vanuit de regionale alliantie, een tweede analyse van de organisatorische capaciteit (Organizational Capacity Assessment: OCA). In twee gevallen betekende de uitkomst van deze tweede OCA dat de partner direct kon worden toegelaten tot de regionale alliantie als volwaardig lid. In de resterende twee gevallen gaf de alliantie aan dat de partner door moet gaan met capaciteitsversterking en er in 2011 een nieuw onderzoek plaatsvindt. In 2010 vond een externe tussentijdse evaluatie plaats hoe Woord en Daad de partners het beste kan ondersteunen in het ontwikkelen van meerjarencapaciteitsversterkingsprogramma’s, met daarbij een focus op samenwerking binnen de regionale allianties. Met als achterliggende vraag of en zo ja, hoe de allianties en de partnerorganisaties een meerwaarde zien in de samenwerking. De uitkomsten zijn besproken met de consultant, Woord en Daad en partners tijdens de directeurenconferentie in Elspeet. Dit onderzoek en de bespreking leverden concrete adviezen op over hoe in de organisatieanalyse capaciteit en kwaliteit van de uitvoering beter meegenomen kunnen worden en welke zaken belangrijk zijn

in de verdere ontwikkeling van een programma tot versterking van het partnernetwerk. In 2010 kregen 21 organisaties financiële ondersteuning naar aanleiding van actieplannen (voortkomende uit de organisatieanalyses) voor verbetering van management en uitvoeringscapaciteit. Tien andere partners voerden zo’n actieplan uit maar hadden hiervoor geen financiële steun van Woord en Daad nodig. Vanuit meerdere afdelingen van Woord en Daad ondersteunden we partners bij: • het volgen van trainingen en cursussen (DEDRAS-Benin, BAC-Tsjaad, EFSL-Sierra Leone, MKC-RDA-Ethiopië) • uitwisselingsbezoeken (BAC-Tsjaad naar DEDRAS-Benin; EFSL and CTF binnen Sierra Leone) • trainingen in beleidsbeïnvloeding (MKC-RDA-Ethiopië, W&D-India en COUNT-India) • ontwikkelen van strategische plannen op organisatieniveau en/of strategische meerjarenprogramma’s • uitwisseling tussen acht partners voor participatie in tweede Analyse Organisatiecapaciteit als criterium voor toelating tot de regionale allianties • regionale partnerconferenties in Burkina Faso, Ethiopië, Colombia, Bangladesh en directeurenconferenties in Putten en Elspeet en de conferentie van de afdeling bedrijfsontwikkeling in Zoutelande.

Opvolging leerpunten 2009 in 2010 De actieplannen voortkomend uit de Analyses Organisatiecapaciteit moeten resulteren in plannen voor verdere capaciteitsopbouw Alle partners hebben een eigen capaciteitsversterkingsplan uitgevoerd. Bijna een kwart van de partners heeft een meerjarenplan ingediend voor versterking van hun interne capaciteit en institutionele netwerkcapaciteit. Het kijken naar organisatiebrede processen verdiept inzicht in organisaties en versterkt partnerrelatie Het belang om bij organisatieanalyses breder te kijken dan alleen naar organisatorische processen en procedures, is in 2010 verder bevestigd uit een tussentijdse evaluatie door PSO (Personele Samenwerking Ontwikkelingsorganisaties). Verdere opvolging staat gepland in 2011. Faciliteren van uitwisseling van partners bevordert het leren beter dan eenzijdige werkbezoeken door Woord en Daad-medewerkers 2010 was een schakeljaar om van eenzijdige Woord en Daad-werkbezoeken over te schakelen naar bezoeken samen met partners waarin uitwisseling en leren centraal staan. In 2011 wordt dit verder uitgewerkt en zullen een aantal bezoeken in nieuwe stijl plaatsvinden. Leerpunten 2010 • Het maken van de landen- en contextanalyses in het kader van de subsidieaanvraag MFS2 was niet alleen nuttig in het kader van de aanvraag, maar kan als praktisch instrument dienen als het jaarlijks geactualiseerd wordt. • Meer aandacht voor de aspecten van ambitie, energie en visie die in een regionale alliantie spelen is belangrijk, naast voldoende aandacht voor de strategische en managementaspecten van het functioneren van een netwerk. • Een aantal problemen binnen partnerorganisaties die hun resultaten negatief beïnvloedden onderstreept het belang om vanuit de verschillende verantwoordelijkheden van partner- en donorrol te kunnen acteren. Het sneller en regelmatiger uitvoeren van financiële en resultaataudits bij partners krijgt vorm in 2011.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 23


Bestedingen capaciteitsopbouw in een oogopslag Nr.

5.1.0 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.9

Begroting 2010

Budgetlijn

Cap. Opbouw bestaande partners Cap. Opbouw aspirant-partners Cap. Opbouw t.b.v. beleidsontwikkeling Cap. Opbouw directe armoedebestrijding en maatschappij-opbouw Inzet medewerkers (fac/advies) Overige hulp alg. org. kosten partners Internationale conferenties Ondersteuning beleidsbeïnvloeding Zuiden algemeen Algemene reservering koersverschillen Incidentele ondersteuning partnerorganisaties Open ruimte algemeen Subtotaal Div. posten te verrekenen eerdere jaren/koersverschillen Totaal capaciteitsopbouw en beleidsbeïnvloeding Zuiden

Realisatie 2010

100.000 100.000 35.000 65.000 0 86.220 50.000 30.000 0 0 353.780 820.000

301.049 0 3.940 35.459 222.551 42.439 79.793 17.276 0 23.073 0 725.580 -22.104 703.475

820.000

Capaciteitsopbouw en Regiocoördinatie in 2010 Planning 2010

Resultaat 2010

4

4

100%

100%

4

4

31

31

100%

100%

Doelstelling 3: Partnerorganisaties en Woord en Daad hebben deelgenomen aan een regionale alliantiebijeenkomst en een gezamenlijke partnerconferentie in Nederland in nov. 2010. 3.1 Aantal regionale alliantiebijeenkomsten

4

4

3.2 Beleggen van gezamenlijke internationale partnerconferentie in november 2010

1

1

Doelstelling 4: 2011-jaarplannen voor de activiteiten in de verschillende regio’s en voor gezamenlijke regionale activiteiten 4.1 Elk van de 5 regioallianties hebben een 2011-jaarplan afgerond

5

5 in proces

(Sub)doelstelling

Doelstelling 1. Partnerorganisaties krijgen meer inzicht in hun organisatorisch sterke en zwakke elementen. 1.1 Aantal partners dat een 2e Analyse Organisatiecapaciteit (OCA) heeft afgerond, i.s.m. een 2e partner uit de betreffende alliantie. 1.2 De uitkomsten van deze 2e OCA worden gedocumenteerd, beschikbaar gesteld en besproken in een ontmoeting tussen partner en Woord en Daad 1.3 De betrokken allianties nemen een definitief besluit over volledig lidmaatschap van deze 4 partners aan de regionale allianties Doelstelling 2: Partners en Woord en Daad hebben een versterkte capaciteit voor het effectief plannen en uitvoeren van structurele programma’s voor Directe Armoede Bestrijding (DAB) en Maatschappij Opbouw (MO) 2.1 Aantal partners ondersteund in het ontwikkelen van een plan voor capaciteitsopbouw en traject gestart voor het verbeteren van hun management- en uitvoeringscapaciteit 2.2 Management for Development Foundation (MDF) geeft oriëntatie- training over netwerken (tijdens directeurenconferenties in Nederland)

Doelstelling geheel gehaald

24 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

Doelstelling gedeeltelijk gehaald of nog niet bekend

Doelstelling niet gehaald


2.2 Basisvoorzieningen en noodhulp 2.2.1 Inleiding 2010 was een turbulent jaar. Het jaar werd opnieuw getekend door rampen, waarvan een aantal in de werkgebieden van onze partners. Dat beïnvloedde de uitvoering van regu-

liere, langetermijngezondheidszorgprogramma’s, zoals in Haïti. Binnen het samenwerkingsverband Prisma/ICCO-alliantie maakten we afspraken rond nieuwe vormen van samenwerking. Woord en Daad nam een trekkersrol op zich in Haïti,

Bestedingen Basisvoorzieningen in een oogopslag Nr.

3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.1.6 3.1.7 3.1.8 3.1.9

3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6 3.9

4.0

Begroting 2010

Realisatie 2010

Curatieve zorg/klinieken Preventieve zorg Voedselzekerheid Drinkwater en hygiëne Anders (natuurlijke hulpbronnen, bosbouw enz.) Huisvesting Capaciteitsopbouw Ontwikkelen van maatschappelijk middenveld Beleidsbeïnvloeding

€ € € € € € € € €

783.594 1.184.228 84.952 265.782 269.071 294.584 117.834 0 47.133

€ € € € € € € € €

1.260.293 830.242 329.934 337.517 0 379.877 0 0 105.748

Subtotaal BV algemeen

€ 3.047.178

3.243.611

Preventie en bestrijding van stigma Zorg en behandeling Bestrijding van de impact van hiv/aids Capaciteitsopbouw Ontwikkelen van maatschappelijk middenveld Beleidsbeïnvloeding Open ruimte Basisvoorzieningen

€ € € € € €

1.861.772 58.917 47.133 0 0 0

€ € € € € € €

2.075.956 152.436 34.341 21.492 167.649 3.579 9.334

Subtotaal HIV/AIDS Div. posten te verrekenen eerdere jaren/koersverschillen Subtotaal Basisvoorzieningen zonder noodhulp

€ 1.967.822 € 5.015.000

€ € €

2.464.788 -64.326 5.644.073

Noodhulp Div. posten te verrekenen eerdere jaren/koersverschillen Totaal Noodhulp

€ € €

€ € €

Totaal Basisvoorzieningen

€ 5.600.000

Budgetlijn

585.000 0 585.000

3.611.759 0 3.611.759 9.255.832

Afwijkingen budgetlijnen: 3.1.1 en 3.1.2: Afwijking van deze budgetlijnen kwam vanwege goedkeuring van het EU-project in Bangladesh (ongeveer € 700.000). Zonder E U-subsidie was dit voorzien onder 3.1.2, maar met subsidie werd het project geboekt onder 3.1.1. 3.1.3 en 3.1.5: We konden twee landbouwprogramma’s uitvoeren: EU-subsidie in Burkina Faso en een project in Zambia (geboekt onder 3.1.5). We konden geen donoren vinden voor een aantal andere projecten. 3.1.6: Door samenwerking met en (extra) financiering van de Wereld Foundation konden we meer aan (kredietverlening voor) huisvesting doen. De afhandeling gebeurt door de afdeling AED. 3.1.7, 3.1.8, 3.1.9: Capaciteitsopbouw, opbouw maatschappelijk middenveld en beleidsbeïnvloeding worden vaak niet apart vermeld in voorstellen, maar wel uitgevoerd. In de nieuwe beleidsperiode krijgen deze aspecten veel meer expliciete aandacht in plannen en verslagen. 3.2.1, 3.2.2, 3.2.3: Er is meer besteed dan voorzien op deze drie budgetlijnen gecombineerd, omdat we meer geld te besteden hadden vanuit MFS1 dan we dachten. Dit moest voor eind 2010 besteed zijn. 3.2.4, 3.2.5, 3.2.6: Capaciteitsopbouw, opbouw maatschappelijk middenveld en beleidsbeïnvloeding hadden we niet apart begroot maar zijn nu wel apart geboekt. Noodhulp: er is meer besteed als gevolg van het rehabilitatieprogramma na de aardbeving in Haïti en de overstromingen in Pakistan. Voor beide landen zijn er voldoende noodhulpfondsen.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 25


Oeganda en Burkina Faso. Daarbij is de keuze gemaakt binnen het programma vooral aandacht te geven aan Gezondheidszorg (inclusief hiv/aids) en Voedselzekerheid. Grote programma’s in Zuid-Afrika, Burkina Faso en Bangladesh, mede mogelijk gemaakt door EU/USAID-subsidies kregen extra begeleiding en kwaliteitstraining. 2.2.2 Basisvoorzieningen - Directe Armoede Bestrijding Woord en Daad steunde programma’s op het terrein van Basisvoorzieningen in twaalf landen. Basisgezondheidszorg werd het meest verleend via klinieken (zonder opnamecapaciteit), die in stadswijken (zoals in Colombia) of plattelandsgebieden zijn gevestigd, en gezondheidsvoorlichtings- en preventieactiviteiten (hygiëne, ziektepreventie, moeder- en kindzorg). Bijna 500.000 mensen werden bereikt met voorlichting. Partners in Bangladesh en Tsjaad hebben ook ziekenhuiszorg in hun programma. In Bangladesh is een mooie koppeling gemaakt tussen ziekenhuis en basale medische zorg in de dorpen. Er kon gestart worden (mede door een goedgekeurde EU-subsidieaanvraag) met de opzet van 20 klinieken, waar in totaal 300.000 consulten per jaar mogelijk zijn. Deze klinieken worden zo opgezet dat ze na drie jaar financieel zelfvoorzienend kunnen zijn. In Oeganda en Burkina Faso werden dorpen bereikt met voorlichting en creatieve manieren van bewustwording, waardoor gedragsverandering plaatsvindt en veelvoorkomende ziekten kunnen worden vermeden. In Burkina Faso werd een project afgerond waarin meer dan 5000 latrines werden gebouwd. De programma’s van vrijwel alle partners voldoen aan kwaliteitscriteria van medische zorg. Dat betekent ook dat partners meer aandacht besteedden aan controle en resultaatmeting van hun programma’s. Dat is ook nodig want de meeste organisaties moeten nog een (verdere) verbeteringsslag maken op hun interne kwaliteitssysteem. Dit geldt ook voor kwaliteit van voorstellen en rapportages. Ongeveer de helft van de partners kan hierop nog verbeteren. In het hiv/aidsprogramma werd voorlichting gegeven aan bijna 200.000 mensen en werden 6800 mensen getest op het hiv-virus. Thuiszorg ontvingen 2450 mensen en 6600 mensen ontvingen aanvullende zorg om de gevolgen van hiv/ aids te beperken (bijvoorbeeld zorg voor kwetsbare kinderen onder wie wezen). Het grootste aids/hiv-programma werd uitgevoerd in Zuid-Afrika. In een omgeving waar hiv/aids een enorme impact heeft op de bevolking werd kwaliteitsvoorlichting en -zorg geboden. Zowel het project als partner Mfesane heeft een grote kwaliteitsverbetering doorgemaakt. Ondersteuning werd geboden zowel vanuit Woord en Daad

26 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

als vanuit USAID, die voor een belangrijk deel dit programma meefinanciert. In landen waar de gevolgen van hiv/aids nog niet zo groot zijn, maar de dreiging levensgroot aanwezig is, zoals in Tsjaad, Burkina Faso, Sierra Leone, India, Bangladesh, Haïti en Colombia, werden veel jongeren en ouderen bereikt met evenwichtige voorlichting waarin preventie en behandeling aandacht krijgen. In 2010 is binnen Woord en Daad een helder onderscheid gemaakt tussen voedselzekerheidsprojecten (meer gericht op zelfvoorziening en voldoende/gezond voedsel voor elk gezinslid) en Agribusiness projecten (meer verbonden met product/ketenontwikkeling). De eerste vallen onder programma Basisvoorzieningen, de laatste onder de afdeling Bedrijfsontwikkeling. Steun aan voedselzekerheid- en landbouwprogramma’s vond plaats in Burkina Faso, Zambia en Oeganda. In Burkina Faso werd in 26 dorpen gewerkt met de gemeenschap aan verbetering van landbouwgronden (verhogen bodemvruchtbaarheid, waterconserveringsmaatregelen). In Zambia ontvingen 300 boeren training in verbeterde landbouwmethoden, terwijl in Oeganda als onderdeel van het gezondheidsvoorlichtingsprogramma de aanplant van diverse boomsoorten, inclusief vruchtbomen, werd uitgevoerd. Hoewel Woord en Daad geen breed drinkwaterprogramma bij alle partners heeft, werd in 2010 wel in een plattelandsregio in Burkina Faso en in meerdere dorpen in Noord-Oeganda de drinkwatersituatie sterk verbeterd. Met de afronding van meerdere kleine dammen in Burkina Faso ontvingen ongeveer 30.000 mensen beter en veiliger drinkwater. In Oeganda werden verschillende dorpen ondersteund in de aanleg van waterputten. Door samenwerking met de stichting Wereld Foundation konden in Bangladesh opnieuw kredieten worden verleend voor de bouw van 1375 huizen. Deze kredietverlening valt qua uitvoering onder de afdeling Bedrijfsontwikkeling. 2.2.3. Basisvoorzieningen - Maatschappijopbouw Voor de lange termijn is het belangrijk dat kwetsbare groepen zelf op kunnen komen voor hun rechten op gezondheidszorg en inspraak hebben in zorgverlening en kwaliteit van zorg. In vrijwel alle klinieken zijn er comités uit de gemeenschap die helpen met/advies geven aan het management van klinieken. Tevredenheidonderzoeken onder gebruikers van gezondheidszorg laten ook zien waar zaken beter of anders kunnen. Ongeveer de helft van de partners betrokken actief mensen met hiv/aids bij de planning en uitvoering van hun hiv/aids-


programma’s. Zij weten het best wat stigmatisering en soms uitsluiting (uit kerk, werk of samenleving) betekent. Hun ervaring is belangrijk bij voorlichting en het verlenen van de juiste zorg. Soms kon betrokkenheid nog niet goed plaatsvinden, doordat het aantal mensen met hiv/aids (gelukkig) nog niet veel voorkomt, of omdat patiënten het stigma als zo sterk ervaren, dat ze er moeilijk voor uit durven te komen. Om niet alleen de symptomen van hiv/aids te bestrijden, maar ook de onderliggende oorzaken, werkten verschillende partners aan een veranderde visie op seksualiteit en een gelijkwaardiger man/vrouwverhouding. Dit gebeurde in Franstalig Afrika met een bezinnings- en toerustingstraject Seksualiteit in de Samenleving. In Zuid-Afrika geeft Mfesane lessen op scholen en werkt met naschoolse groepen. Ruim de helft van alle organisaties onderkennen de gevaren van hiv/aids voor de eigen staf en gaven deze een plek in hun personeelsbeleid. Hier zit een stijgende lijn in. Omdat in een aantal landen (waaronder Tsjaad, Sierra Leone, Guatemala, Colombia, Zambia) Nederlandse overheidssubsidie via de Prisma/ICCO-alliantie in 2010 afliep, werd zover mogelijk gestart met het zoeken naar alternatieve fondsen of werd gewerkt aan uitfaseertrajecten en/of doorstart op kleinere schaal. Door partners en programmastaf van Woord en Daad werden verschillende subsidieaanvragen geschreven. Helaas leverde dit tot nog toe niet veel op. In 2011 zal hier een vervolg aan worden gegeven. 2.2.4 Beleidsbeïnvloeding Drie initiatieven voor beleidsbeïnvloeding werden voortgezet en uitgebreid: in Benin (landbouw), Colombia en Bangladesh (gezondheidszorg). Dit betrof initiatieven op nationaal niveau. Daarnaast zijn er meerdere organisaties die op lokaal of provinciaal niveau werken. Zij proberen bijvoorbeeld de overheid te bewegen een bepaalde dienst te gaan leveren of in een bepaald gebied te gaan werken. 2.2.5 Noodhulp Na de aardbeving in Haïti werd eerst directe noodhulp verleend: pakketten voor de eerste levensbehoeften, water en tenten. Een aantal tenten arriveerden met vertraging in Haïti vanwege invoerproblemen, maar konden later worden uitgereikt als noodzakelijke vervanging van tenten die kapot gegaan waren. In samenwerking met ZOA werden in de eerste fase enkele kortetermijnwerkers uitgezonden. De grootste focus na de directe noodhulp was op scholen. Via scholen konden veelal kwetsbare kinderen bereikt worden. Ook waren ouders vrijer om overdag hun werk te doen, als de kinderen op school zaten. Daarnaast werd medische zorg

geboden. In 2011 zal ook scholenbouw en huizenbouw aandacht krijgen. Ook na de overstromingen in Pakistan kon steun worden gegeven aan hulpverlening. In de eerste fase werden keukengerei en landbouwmaterialen gedistribueerd. Het issue van gelijke verdeling aan lokale minderheden (onder wie christenen) kreeg voldoende aandacht. In 2011 wordt steun gegeven aan verdere herstelprogramma’s. Verder waren er noodsituaties in veel landen, met name door overvloedige regens. We verleenden hulp onder meer in Thailand, Guatemala, Benin, Oeganda en Colombia. Na besteding van de laatste noodhulpfondsen werd steun aan samenwerkingsverband Consortium of Dutch NGO’s (CDN) in Myanmar in 2010 afgebouwd. Uitgebreidere informatie over de noodhulp- en rehabilitatieactiviteiten is te vinden op de websites www.woordendaad. nl en www.samenvoorhaiti.nl. 2.2.6 Evaluaties en onderzoek Vanwege de MFS2-aanvraag raakte met name onderzoek wat op de achtergrond. Dat is ruim voldoende gecompenseerd met de opstart van vier evaluaties en de diepgravende contextanalyses in het kader van MFS2. De analyses voor basisvoorzieningen werden gedaan in samenwerking met de Prisma/ICCO-alliantie. 2.2.7 Langetermijneffecten Uit evaluaties en werkbezoeken blijken de volgende resultaten: • Vijf dammen in Burkina Faso verzekeren 10.000 mensen van de beschikbaarheid van voldoende water voor landbouw en huishoudelijk gebruik. • Over de afgelopen jaren werden bijna 5000 latrines gebouwd in Burkina Faso voor 35.000 mensen. Omdat dit gepaard ging met intensieve bewustwording en training, leidde dit tot betere hygiëne en afname van diarree in een land waarin dit een van de grootste oorzaken van kindersterfte is. • In een project in Zambia was de zorg voor hiv-positieve mensen veel minder nodig omdat deze mensen gezonder waren vanwege betere voeding en toegang tot medicijnen, waar onze partner aan had gewerkt.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 27


2.2.8 Doelstellingen en resultaten

Planning 2010

Basisvoorzieningen algemeen

Resultaten (Directe Armoede Bestrijding) Partner heeft gezondheidsprogramma dat voldoet aan alle kwaliteitscriteria (% van partners dat hieraan voldoet)

Resultaat 2010

100%

91%

Gefinancierde consulten (aantal keren dat consult werd gegeven aan patiënt)

170.000

519.320

Mensen bereikt met gezondheidsvoorlichting

400.000

479.215

30.000

33.400

80

1.375

9

7

Aantal partners dat kwetsbare groepen bewust maakt van recht op gezondheidszorg; werken met inspraakorganen van doelgroep

7

9

Aantal partners die gevaren onderkennen van hiv/aids voor eigen staf en die z.g. workplace policy hebben

7

7

3

5

Doelstelling (2007-2010): Hiv/aids: de meest kwetsbare groepen, met een accent op vrouwen en jongeren, zijn weerbaarder tegen hiv/aids Partners bestrijden op geïntegreerde wijze (gevolgen van) hiv/aids bij kwetsbare groepen (% van partners dat hieraan voldoet)

80%

83%

Partners werken aan gelijkwaardige man/vrouwverhoudingen (% van partners dat hieraan voldoet)

75%

67%

7

6

Aantal mensen met verbeterde situatie t.a.v. drinkwater of leefomgeving Aantal arme families met betere huisvesting Doelstelling 5.3 (2007-2010): Capaciteitsversterking van partnerorganisaties en van het gezondheidssysteem Aantal partners met goed Monitoring- en Evaluatiesysteem (M&E)

Doelstelling 5.4 (2007-2010): Pleitbezorging voor rechten van kwetsbare groepen, m.n. vrouwen, in relatie tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg en gerelateerde onderwerpen Aantal partners lid van (lobby)netwerk dat zich richt op reproductieve gezondheidszorg (output/ outcome)

HIVAIDS

Doelstelling (2007-2010): partnerorganisaties zijn weerbaarder tegen hiv/aids en leveren een actieve en complementaire bijdrage aan de strijd tegen hiv/aids Aantal programma’s waar mensen met hiv of aids actief betrokken zijn bij planning en uitvoering Doelstelling (2007-2010): Verbeterd beleid m.b.t. (rechts)positie van mensen die direct of indirect getroffen zijn door hiv/aids Aantal partners die actief zijn op het gebied van beleidsbeïnvloeding hiv/aids

2

7

-

19

Noodhulp Ondersteunen van goede noodhulpprojecten Aantal partners in staat hulp te geven bij noodsituaties

Doelstelling geheel gehaald

28 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

Doelstelling gedeeltelijk gehaald of nog niet bekend

Doelstelling niet gehaald

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 28


Opvolging leerpunten 2009 in 2010 Versterking en participatie van doelgroepen beter opnemen in meerjarenplannen In schrijven van meerjarenplannen heeft dit expliciete aandacht gekregen. Zorgen dat voldoende expertise aanwezig is voor verschillende subprogramma’s Wat betreft diversiteit in onderwerpen binnen Basisvoorzieningen: hier hebben we nadrukkelijk de focus op gezondheidszorg en voedselzekerheid gezet. Proactiever opstellen bij selecteren en steunen van goede lobbytrajecten Wat betreft lobbyactiviteiten: hier zijn een aantal goede trajecten gestart. Meer aandacht en steun geven aan activiteiten op vlak van maatschappijopbouw Maatschappijopbouw is verder gestimuleerd door het vormen van landenallianties binnen MFS2. Gebruik van familiebenadering in hiv/aidsprogramma’s van partners Dit is door aantal partners expliciet meegenomen in nieuwe meerjarenplannen. Leerpunten 2010 • Meer aandacht voor ‘disaster preparedness’–capaciteit is nodig, blijkt uit evaluaties. Dit is opgenomen in het beleid voor voedselzekerheid. • Kwaliteitscontrole van projecten moet meer systematisch gebeuren. Hiervoor willen we specifieke monitoring-instrumenten ontwikkelen en beschikbaar stellen. • Samenwerking met andere organisaties in een grotere alliantie kost tijd maar werpt ook zeker vruchten af. Binnen de Prisma/ICCOalliantie is specialistische expertise aanwezig en taken worden verdeeld. In 2011 worden mogelijkheden tot verdere samenwerking binnen regio’s met alliantieregiokantoren en met Prismapartners binnen landenprogramma’s onderzocht, en moet meerwaarde duidelijk aantoonbaar zijn.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 29


2.3 Onderwijs 2.3.1 Inleiding De bereikte doelgroep van het onderwijsprogramma is in 2010 licht gestegen, naar totaal 60.200 kinderen, jongeren en volwassenen.

Gedurende het jaar is de samenwerking in een strategische alliantie met Red een Kind geïntensiveerd. Met een team van Driestar Educatief werkten we samen om onderwijskwaliteit bij partners verder te verbeteren.

In de eerste helft van het jaar hebben alle partnerorganisaties gewerkt aan meerjarenplannen voor de periode 20112015. Onderlinge uitwisseling tijdens vier partnerconferenties maakte duidelijk dat er overeenkomsten zijn in problematiek, maar ook veel verschillen in context. Vanuit een sterke gemeenschappelijke basis kan door maatwerk in het onderwijsprogramma bijgedragen worden aan duurzame verandering in de levens van kinderen, volwassenen en hun omgeving. Dit is vastgelegd in het nieuwe beleid voor 2011-2015. Verder gaven we in 2010 veel aandacht aan het zichtbaar maken van resultaten, door met elkaar meetbare indicatoren te formuleren.

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de bestedingen voor onderwijsprojecten in 2010. In totaal is bijna 100% van het begrote bedrag toegekend. In de begroting voor 2010 was 10% opgenomen die alleen besteed kon worden als er specifieke inkomsten voor waren en 90% was als vast inkomen gepland. In de realisatie is 4% van de bestedingen verbonden aan extra specifieke inkomsten. Omdat bijdragen van Woord en Daad in lokale valuta zijn, waren door negatieve koerswijzigingen meer uitgaven nodig om de projecten te realiseren. Daar moest op worden bijgestuurd.

Bestedingen Onderwijs in een oogopslag Nr.

Budgetlijn

Begroting 2010

Realisatie 2010

1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.2.1 1.2.2 1.3 1.4 1.5.1 1.5.2 1.6.1 1.6.2 1.7 1.8

Basisonderwijs (adoptie) Basisonderwijs (projectsteun) Life/work skills in basisonderwijs Voortgezet onderwijs (adoptie) Voortgezet onderwijs (projectsteun) Non-formeel onderwijs Alfabetisering School infrastructuur + nieuwe inrichting Materialen en faciliteiten Expertmissies uit Nederland Lokale consultants/ trainingen/etc. Curriculum- en sectorontwikkeling Beleidsbeïnvloeding onderwijs Div. posten te verrekenen eerdere jaren/koersverschillen

€ € € € € € € € € € € € €

7.184.392 1.173.327 193.039 1.820.302 634.396 255.201 305.284 347.801 14.986 12.850 82.737 129.783 108.902

€ € € € € € € € € € € € € €

7.077.673 918.713 117.411 1.809.797 681.498 207.126 238.180 968.356 11.165 34.703 115.419 199.344 44.121 536.032

TOTAAL

12.263.000

12.959.538

Dagen inzet professionele vrijwilligers

Gepland: 40

Gerealiseerd: 60

Afwijkingen budgetlijnen: Budgetlijn 1.1.1-1.1.3 Deze budgetlijnen zijn besteed aan basisonderwijs. De totale afwijking is minimaal. Budgetlijn 1.2.1-1.2.2 Het uitgegeven budget voor voortgezet onderwijs is hoger door ongunstige koersverschillen. Budgetlijn 1.3 Er is minder besteed, mede doordat een aangevraagde EU-subsidie werd afgewezen. Budgetlijn 1.4 Door sturing op totaalbudget zijn nieuwe projecten niet opgestart. Budgetlijn 1.5.1 – 1.5.1 Er is minder geld uitgegeven. Een groot deel van deze budgetlijnen kon alleen worden uitgegeven als er specifieke inkomsten tegenover stonden. Budgetlijn 1.6.1-1.6.2 Besteding is iets meer doordat partners hier prioriteit aan gaven in hun programma’s. Budgetlijn 1.7 Uitgaven zijn lager dan gepland omdat het grootste deel van de begroting alleen kon worden uitgegeven als er specifieke inkomsten tegenover stonden. Budgetlijn 1.8 Er is minder uitgegeven door bezuinigingen.

30 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


2.3.2 Onderwijs - Directe Armoede Bestrijding: onderwijs als springplank naar de toekomst In 2010 hebben partnerorganisaties van Woord en Daad in 16 landen in Azië, Afrika en Zuid- en Midden-Amerika kinderen, jongeren en volwassenen gesteund om verschillende vormen van onderwijs te volgen. Partners werken met verschillende doelgroepen uit arme wijken of dorpen. Meestal zitten jongeren voor meerdere jaren in het programma. Gedetailleerde informatie over aantallen en verschillende vormen van onderwijs per land is te vinden op www.woordendaadjaarverslag.nl. In totaal zijn 51.520 leerlingen (van wie 39.660 gefinancierd uit inkomsten van financiële adoptie) bereikt met basis- of voortgezet onderwijs. Programma’s zijn verschillend van opzet en hebben te maken met lokale ontwikkelingen. Enkele voorbeelden: • AMG-Guatemala gaf steun aan 5340 jongeren in basisen voortgezet onderwijs. De meesten van hen volgden onderwijs op een overheidsschool en gingen vijf dagdelen per week naar een centrum van AMG-Guatemala waar huiswerkbegeleiding, een maaltijd, aanvullend onderwijs en Bijbelles gegeven werd. In 2010 was sprake van toenemend geweld door straatbendes in de omgeving van de scholen in Guatemala-City. • In Zambia werken partnerorganisaties GCPDO en EFZ in kleine dorpen op het platteland. 1780 kinderen en jongeren kregen de benodigde middelen om naar school te gaan, waaronder lesmateriaal, voedsel en een uniform. Leerkrachten werken veelal vrijwillig, op basis van een kleine vergoeding. Zij werden onderwijzer vanuit hun betrokkenheid bij de kinderen en hun wens hun kansen voor ontwikkeling te bieden. Door training verbeterden zij hun educatieve vaardigheden. • In Haïti heeft de aardbeving van 12 januari 2010 invloed gehad op het programma, bijvoorbeeld door toestroom van leerlingen die verhuisden uit de stad. De organisaties AMG-Haïti en Parole et Action (P&A) steunen 12.850 leerlingen op 31 scholen. Die waren allemaal een aantal weken dicht. Twee scholen lagen direct in het aardbevingsgebied, maar de schade bleef beperkt. Binnen het noodhulpprogramma is ook veel aandacht gegeven aan de opstart van onderwijs in de getroffen gebieden. In 2010 bleven de voedselprijzen stijgen. Daarnaast was er sprake van negatieve effecten van koersdalingen van de euro t.o.v. buitenlandse valuta. Dat zorgde ervoor dat een aantal partners hun activiteitenplanning moesten bijstellen in de loop van het jaar.

Er zijn 3890 leerlingen geholpen met verschillende vormen van non-formeel onderwijs, zoals in Burkina Faso met een ‘voorbereidend jaar voor de basisschool’ (speedschool) voor 450 kinderen van 8-12 jaar die niet naar school gaan. Nonformeel onderwijs is vaak aanvullend of heeft een verbinding met formeel onderwijs en formele diploma’s. In 2010 heeft de overheid in Ethiopië zich positief uitgesproken over de wens van MKC-RDA (Meserete Kirstos Church – Relief and Development Association) om de centra voor alternatief basisonderwijs (gestart in 2008) om te zetten naar formeel basisonderwijs. Dit krijgt in 2011 een vervolg. In totaal namen 6350 volwassenen deel aan een alfabetiseringscursus. De lengte van de cursussen varieert van 1 tot 3 jaar. Vaak sluiten partners contracten met de lokale overheid over de uitvoering van programma’s, zoals kwaliteitsbewaking en certificering. Het alfabetiseringsprogramma van AMG-India wordt afgebouwd (50% in 2010), mede omdat er minder vraag was in het gebied waar het programma al sinds de jaren 90 loopt. De kwaliteit van het onderwijs blijft een belangrijk aandachtspunt voor partnerorganisaties. In 2010 is een scorecard ontwikkeld over kwaliteit van de school. Hierbij wordt met verschillende betrokkenen doorgesproken hoe de school scoort op onderdelen, bijvoorbeeld onderwijsfaciliteiten, aanwezigheid van lesmateriaal, curriculuminhoud en beleid op thema’s zoals kinderbescherming. Uiteindelijk leidt het tot een actieplan. Verbetering van kwaliteit was ook een speerpunt in de samenwerking tussen Driestar Educatief en Woord en Daad. Een team van medewerkers ontwikkelde een cursusprogramma, gericht op het omgaan met kinderen die extra hulp vragen, omgaan met ouders, didactische vaardigheden en leiderschap. De inhoud is gebaseerd op een visiedocument waarin het belang van onderwijs voor maatschappelijke verandering wordt beschreven. Partnerorganisaties denken mee in de opzet en uitvoering. Daarnaast is geleerd van de ervaringen van dr. J. Stolk in 2009. De eerste cursussen zijn gegeven in Ethiopië en Sierra Leone. In 2011 wordt dit traject vervolgd. Wederzijdse uitwisseling vond plaats door een onderwijscoördinator uit Guatemala die bij Driestar Educatief een studieonderdeel (‘minor’) heeft gevolgd over christelijk onderwijs. Woord en Daad gaf in 2010 bij zes partners steun aan infrastructuurprojecten, onder meer de uitbreiding van een school voor voortgezet onderwijs in Bangladesh en één in Sierra Leone. Partnerorganisatie BAC in Tsjaad helpt bestaande scholen die lesgeven in tijdelijke behuizingen van rieten matten.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 31


Dit jaar rondden ze de bouw van lokalen voor drie scholen af die al in 2009 was begonnen. Ook bouwden ze lokalen bij vier andere scholen, in samenwerking met de oudercomités. Er waren tegenslagen bij de bouw en opstart van Hope University College, een opleiding voor hoger beroepsonderwijs in Ethiopië. Woord en Daad is sinds 2004 betrokken bij dit traject en het was de bedoeling in 2010 te starten. Dit is uitgesteld tot 2011, door vertraging in het proces om een overheidsvergunning te krijgen. De bouw is inmiddels in een afrondende fase. Vanuit Nederland gaf een groep van betrokken ondernemers advies. R.N. Hoffius en D. de Witte zijn een periode in Ethiopië geweest voor de begeleiding. Ook zijn in samenwerking met de Christelijke Agrarische Hogeschool Dronten en de Christelijke Hogeschool Ede een aantal curricula ontwikkeld voor de faculteit Information Sciences en Business Management & Entrepreneurship. Hierin worden principes van competentiegericht onderwijs toegepast. Omdat dit nieuw is in Ethiopië heeft W. Hartog ter plaatse training en ondersteuning gegeven aan het personeel. 2.3.3. Onderwijs - Maatschappijopbouw: samenwerken aan onderwijsontwikkeling Het bleef in de afgelopen jaren lastig om de betrokkenheid van ouders en de gemeenschap bij het onderwijs te meten. Partners organiseren ouderbijeenkomsten en werken vaak met een vorm van medezeggenschapsraden. De precieze betrokkenheid bleef vaak onbekend, terwijl samenwerking met ouders wel belangrijk is voor het onderwijs aan de kinderen. Daarom is in 2010 een scorecard ontwikkeld die op schoolniveau besproken zal worden en leidt tot het formuleren van verbeterpunten. Partnerorganisatie INDEF in Nicaragua heeft vanuit het onderwijsprogramma als startpunt, gewerkt aan versterking van de sociale en maatschappelijke structuren in de wijken. Door middel van participatieve vergaderingen werden problemen in kaart gebracht. Mensen zijn zich nu meer bewust dat ze de politie, lokale bestuurders en gezondheidsautoriteiten kunnen aanspreken op hun verantwoordelijkheden om op die manier verbeteringen te bewerkstelligen. Ook andere partners hebben initiatieven met de wijk of omgeving ontwikkeld (CDA Colombia, CTF in Sierra Leone). Een aantal partnerorganisaties voeren hier minder activiteiten voor uit en dit vraagt nog aandacht in de toekomst. In 2010 zijn op de vier regionale conferenties in Bangkok, Ouagadougou, Addis Abeba en Bogotá workshops gehouden met de onderwijscoördinatoren van partnerorganisaties. Partnerorganisaties hebben plannen van elkaar becommen-

32 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

tarieerd en er zijn prioriteiten vastgesteld. Dit leidde tot concrete plannen die partners deels gezamenlijk willen gaan oppakken. Inhoudelijke thema’s zijn onder meer het verbeteren van ouderbetrokkenheid in onderwijs, training van leraren, ontwikkeling van christelijk onderwijs en de integratie van life skills in onderwijs. Ook partnerorganisaties van Red een Kind hebben meegedaan in de uitwisseling. Mede door deze ervaringen zijn partners meer bezig gegaan met het uitwisselen van kennis in netwerken. In 2010 is het project ‘Onderwijs in Fragiele Staten’ afgerond. Dit was één van de Millenniumakkoorden1, gestart in 2008. Partnerorganisatie CDA coördineerde dit project in Colombia, waarbij nog drie andere lokale organisaties deelnamen. Kennis en ervaringen zijn gedeeld over het geven van onderwijs aan kinderen die opgroeien in een context van geweld en conflict. Het concrete resultaat is een indrukwekkende film, gemaakt met tekeningen van kinderen die hierin hun levensverhaal vertellen. 2.3.4. Beleidsbeïnvloeding Er zijn zes organisaties actief geweest op het gebied van beleidsbeïnvloeding (één minder dan gepland). De trajecten in Haïti en Colombia waren vrij uitgebreid. Andere partners hebben een klein onderdeel voor beleidsbeïnvloeding geïntegreerd in hun programma, vaak gericht op het aanspreken van de (lokale) overheid op hun verantwoordelijkheid voor onderwijsgerelateerde zaken. In Haïti richt partnerorganisatie FONHEP zich via het COSPE consortium op een duurzame verbetering van de onderwijssector. De aardbeving heeft de onderwijssector in Haïti sterk verzwakt en ook de politieke situatie is fragiel. FONHEP wil een bijdrage leveren aan de opbouw van een nieuw en beter onderwijssysteem. Dit gebeurt door het organiseren en bij elkaar brengen van organisaties die actief zijn in het onderwijsveld, het geven van trainingen en het ontwikkelen van lobbyboodschappen voor het ministerie van onderwijs en andere beleidsmakers. De negen organisaties die deelnemen in COSPE vertegenwoordigen met elkaar meer dan 8000 scholen en zijn daarmee een gesprekspartner op nationaal niveau. De moeilijke context vraagt wel om het zetten van kleine stapjes. In Colombia is personeel van CDA getraind in beleidsbeïnvloeding. Op basis van een contextanalyse en politieke analyse zijn lobbythema’s gedefinieerd. Men wil zich richten op het gebrek aan toegang tot crèches en kleuterscholen voor ont1

www.milleniumakkoorden.nl


heemden en inheemse bevolkingsgroepen, waardoor zij achterblijven in hun ontwikkeling. Het is belangrijk dat er goede opleidingen komen voor crèche- of kleuterleidsters. Verder is er vanuit de overheid geen goed systeem om de relevantie van middelbaar en hoger onderwijs te monitoren. Om tot een uitvoerbaar plan voor beleidsbeïnvloeding te komen is verder onderzoek nodig. Daar is in 2010 aan gewerkt en dit wordt vervolgd in 2011-2015.

de toegang tot werk, maar ook tussen de verschillende sectoren zoals kennisinstellingen en ngo’s. • Verder werden in de verkenningen voor harmonisatie en complementariteit een aantal nieuwe contacten opgedaan die interessant zijn voor een betere afstemming of samenwerking (o.a. IICD, Stromme Foundation, Aflatoun, partners van Red een Kind, partners van Edukans, ICCO, etc.)

Op diverse conferenties zijn plannen besproken van andere partnerorganisaties die in 2011 actief worden op het gebied van beleidsbeïnvloeding.

De informatie uit de contextanalyses is meegenomen in meerjarenplannen van partners en het jaarplan voor 2011.

2.3.5 Evaluaties en onderzoek In 2010 is het onderwijsprogramma van AMG-Filippijnen geëvalueerd. Hieruit bleek dat het programma relevant is en positieve impact heeft op de kinderen en hun families. Voor de lichamelijke en cognitieve vorming van kinderen wordt de ondersteuning in de vorm van voedsel, medische hulp en buitenschools onderwijs het meest gewaardeerd. Daarnaast is het opvallend dat het Bijbelonderwijs ook in waarderende zin genoemd wordt. Mogelijkheden tot verbetering zijn het opstellen van meer gerichte doelen voor de ontwikkeling van de kinderen en het programma beter afstemmen op hun specifieke behoeften. AMG-Filippijnen gaat met deze aanbevelingen aan de slag.

2.3.6 Langetermijneffecten Uit persoonlijke verhalen van leerlingen en ex-leerlingen in programma’s van partnerorganisaties blijkt hoe belangrijk de schoolperiode was in hun leven. Naast het leren van praktische kennis en vaardigheden wordt ook vaak gewezen op de bijdrage van het onderwijs aan persoonlijke ontwikkeling en vertrouwen voor de toekomst. In een toespraak bij de opening van een nieuw schoolgebouw werd gesproken over de school als ‘een monument van hoop’. Als we terugkijken op de periode van 2007-2010 kan gezegd worden dat de outputresultaten zijn gehaald. De bijdrage aan duurzame verandering is lastig meetbaar. Daar zal in de nieuwe beleidsperiode in worden geïnvesteerd.

Partnerorganisatie COUNT in India heeft in 2010 gewerkt aan de opvolging van een evaluatie, uitgevoerd in 2008/2009. Het selectieproces van de doelgroep is verbeterd door het uitvoeren van studies naar de thuissituatie. Daarnaast worden de families van deze kinderen nu meer betrokken, bijvoorbeeld door ouderbijeenkomsten en is een alumnivereniging opgezet. Ze blijken bereid en in staat financieel bij te dragen aan het werk van COUNT. Voor COUNT blijft het een uitdaging om de families in het programma nog meer te stimuleren verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen ontwikkeling. Qua onderzoek stond 2010 in het teken van het werken aan contextanalyses per land, voor verdere beleidsontwikkeling. Daarmee is veel achtergrondinformatie verzameld over de verschillende sterktes en zwaktes van de onderwijssystemen in partnerlanden. • Een algemeen probleem is de lage status van leraren, waardoor het moeilijk is om gekwalificeerd personeel te krijgen. Tegelijk zijn leraren wel de cruciale factor voor verbetering van onderwijs. • Op verschillende niveaus blijken verbindingen zwak: tussen diverse vormen van onderwijs en beroepsonderwijs en

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 33


2.3.7 Doelstellingen en resultaten

Nr.

Directe Armoede Bestrijding: onderwijs als springplank naar de toekomst

Planning 2007-2010

Resultaat 2007-2010

17.400 6.300 1.900 15.600

18.050 6.670 5.510 8.340

Doelstelling 1.1: In 2007-2010 hebben de volgende groepen hun opleiding afgerond t.b.v. vervolgonderwijs, inkomensverwerving en persoonlijke ontwikkeling: Basisonderwijs (planning 2010 4.500; realisatie 4.650) Voortgezet onderwijs (planning 2010 1.650; realisatie 1.740) Non-formeel onderwijs (planning 2010 1.800; realisatie 2.140) Alfabetiseringcursussen (planning 2010 2.000; realisatie 1.560)

1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5 1.1.6 1.1.7

Doelstellingen 2010 Partners bieden een programma voor basisonderwijs Partners bieden een programma voor voortgezet onderwijs Partners bieden een programma voor non-formeel onderwijs Partners bieden een programma voor alfabetisering Aantal jongeren in basisonderwijs Aantal jongeren in voortgezet onderwijs Aantal jongeren in non-formeel onderwijs Aantal volwassenen met alfabetiseringscursus Projecten voor verbetering van infrastructuur Projecten voor onderwijsmaterialen en verbetering van voorzieningen Partners verbeteren onderwijsmanagement

1.1.8 1.1.9

Leraren volgen een officiële opleiding Partners werken aan nascholing Trajecten voor mainstreaming van hiv/aids in onderwijsprogramma’s

Maatschappijopbouw

Planning 2010

Resultaat 2010

22 20 6 10 40.700 8.250 3.700 6.350 15 5 2 algemeen 5 data kwaliteit 23 selectie 20 9

23 20 8 9 42.830 8.690 3.890 4.900 6 4 5 0 In proces 58 10+4 in traject Driestar Educatief 6

6

Planning 2010

Resultaat 2010

Doelstelling 1.2 Sterkere en betere onderwijsprogramma’s in 2010 door draagvlakversterking in de lokale samenleving en door leren van uitwisseling met andere onderwijsorganisaties. 1.2.1

1.2.2 1.2.3

Nr.

Doelstellingen 2010 Partners vergroten betrokkenheid van lokale belanghebbenden (zoals ouders) bij het onderwijs. De financiële bijdrage door andere (lokale) donoren is toegenomen bij partners. Partners wisselen kennis uit in netwerken en gebruiken deze kennis om de kwaliteit van hun programma’s te verbeteren. CRECH functioneert als netwerkorganisatie en curriculummateriaal is beschikbaar voor scholen.

Beleidsbeïnvloeding: onderwijs verdient prioriteit

100%

75% (indicatie)

2

1

20

23

1 partner 250 scholen

1 partner 278 scholen

Planning 2010

Resultaat 2010

Doelstelling 1.3: In 2010 zijn in 5 landen door lobbyactiviteiten verbeteringen ontstaan in de onderwijssector 1.3.1

Doelstellingen 2010 Partners werken aan beleidsbeïnvloeding op het gebied van onderwijs

Doelstelling geheel gehaald

34 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

Doelstelling gedeeltelijk gehaald of nog niet bekend

7 Doelstelling niet gehaald

6


Opvolging leerpunten 2009 in 2010 Om kennis rond life skills in de praktijk te brengen is meer inhoudelijk advies nodig Er is een begin gemaakt met een overzicht van beschikbare materialen en methoden van diverse organisaties (o.a. samenwerking Aflatoun) voor het implementeren van life skills in het onderwijsprogramma. Procedures, criteria en verantwoordelijkheden bij selectie van deelnemers aan onderwijsprogramma beter vastleggen In het nieuwe beoordelingsformulier van meerjarenplannen voor onderwijs is als voorwaarde opgenomen dat beleid en procedures voor de selectie van de doelgroep moeten zijn vastgelegd. O.a. partnerorganisatie CSS Bangladesh heeft een concrete verbetering doorgevoerd. Meer aandacht voor langetermijneffecten bij maken van strategische keuzes Partners hebben veel aandacht gegeven aan de ontwikkeling van meerjarenplannen. Dit leidt ertoe dat strategische keuzes beter besproken en vastgelegd werden. Hieruit blijkt een steeds grotere focus op kwaliteitsverbetering. Meer kennis nodig op gebied van alfabetisering Woord en Daad kiest ervoor te zoeken naar organisaties met expertise op het gebied van alfabetisering. In een samenwerkingstraject kan dit worden uitgewisseld. Er zijn eerste contacten gelegd met Wycliffe. Het thema kinderbescherming structureel oppakken en plek geven in beleidsontwikkeling Het thema kinderbescherming is opgenomen in het beleidsplan en staf van Woord en Daad heeft een training gevolgd over kinderbescherming. Verder is geparticipeerd in het Better Care Network. In India is een conferentie op het gebied van kinderbescherming gevolgd door personeel van partners. Leerpunten 2010 • In 2010 werden Woord en Daad en partners geconfronteerd met een aantal financiële tegenslagen, o.a. door koersrisico’s en stijgende voedselprijzen. Het bleek erg lastig te bezuinigen op operationele kosten. Financiële duurzaamheid van onderwijsprogramma’s vraagt meer aandacht, o.a. door contacten te leggen met andere donoren zoals WFP (World Food Programme). • Om de ontwikkelde cursussen voor leraren in het traject met Driestar Educatief op een duurzame manier breder in te kunnen zetten, is het belangrijk een train-the-trainer component toe te voegen. • Ouderbetrokkenheid is van belang voor het onderwijs van kinderen. Er is meer inzicht nodig over de beginsituatie op dit gebied. Dit zal worden opgepakt door middel van scorecards op schoolniveau. • Advisering over onderwijsplannen tussen verschillende partnerorganisaties bleek een nuttige en motiverende manier om te werken aan kwaliteitsverbetering. Een duidelijk beeld van elkaars programma’s ontbreekt echter nog. Dit kan worden gerealiseerd in uitwisselingsbezoeken. • Contextanalyses brachten in kaart dat in de landen van partners meer kansen zijn voor samenwerking met andere organisaties die actief zijn in onderwijs. Dit zal in 2011 worden opgevolgd door het leggen van contacten met deze organisaties en het deelnemen aan netwerken.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 35


2.4 Beroepsonderwijs, -training en arbeidsbemiddeling 2.4.1 Inleiding 2010 was een belangrijk schakeljaar. Een eerdere programmaevaluatie en uitkomsten van de partnerconsultaties vormden bouwstenen voor nieuw beleid, mede vastgelegd in de MFS2-subsidieaanvraag. Samenwerking in MFS1-verband met de Nederlandse partnerorganisaties Dorcas, Oikonomos, en Tear bouwden we af. Met Leprazending zal de samenwerking worden voortgezet, met name in India. Met de overige organisaties wordt contact onderhouden via een vakwerkgroep. De samenwerking met Red een Kind werd geïntensiveerd. Op programmaniveau wordt samengewerkt als alliantiepartners.

2.4.2 Directe armoedebestrijding en maatschappijopbouw Er werden in totaal 29 partnerorganisaties gesteund om vaktraining te geven. Bij 24 vakscholen werd de infrastructuur verbeterd, en bij 28 werd het curriculum verbeterd. Er was veel aandacht voor bijscholing: 143 docenten volgden een training. In 2010 volgden 7874 jongeren/ouderen een vaktraining, van wie 3394 studenten een diploma behaalden en een baan vonden. Daarnaast volgden 3000 boeren in Zimbabwe een korte training. Veel trainingen bestonden uit een korte opleiding waar geen diploma tegenover staat. Het hogere aantal studenten wordt veroorzaakt door een groter aantal korte cursussen naast meerjarige trainingen. In 2010 is op dit punt

Bestedingen Beroepsonderwijs, -training en arbeidsbemiddeling in een oogopslag Begroting 2010

Realisatie 2010

Nr.

Budgetlijn

2.1.0.0 2.1.0.1 2.1.1.0 2.1.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4.0 2.1.4.2

Exploitatie vaktraining Steun vaktraining (uit adoptie) Beurzenprogramma Steun beurzenprogramma (uit adoptie) Infrastructuur vaktrainingscentrum Netwerken en lobby vaktrainingscentrum Expertmissies Trainingen en uitwisselingsbezoeken Totaal Beroepsonderwijs (TVET)

€ € € € € € € € €

2.485.819 358.115 648.160 635.566 176.731 11.357 45.600 62.797 4.424.145

€ € € € € € € € €

2.231.224 383.847 492.598 530.453 380.181 27.866 7.657 62.892 4.116.719

2.2.1.0 2.2.1.1 2.2.1.2 2.2.2

JBS: Operationele kosten/stages JBS: Operationele kosten/arbeidsbemiddeling JBS: Operationele kosten/terugkoppeling vakschool JBS: Operationele kosten/ uitrusting Micro Enterprise Development (MED) / Business Development Services (BDS) JBS: Kredietfonds MED JBS: Ontwikkeling software leerlingvolgsysteem JBS: Netwerken en vakscholen JBS: Lobby Studies lobby Expertmissies uit Nederland Lokale consultants/trainingen enz.

€ € € €

215.266 176.829 159.901 180.660

€ € € €

107.851 133.914 60.935 310.805

€ € € €

€ €

66.176 1.158 102.352 63.045 12.856 27.612

37.004 52.748 2.906 1.338 2.400 35.042

Totaal beroepstraining en arbeidsbemiddeling (JBS) Div. posten te verrekenen eerdere jaren/koersverschillen Subtotaal onderwijs, training en arbeidsbemiddeling (TVET + JBS)

1.005.855

5.430.000

2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6 2.2.7 2.2.8.0 2.2.8.1

€ € € € €

744.942 -169.520 4.692.140

Toelichting | Over het algemeen zijn de uitgaven lager dan begroot vanwege tegenvallende inkomsten 2.1.4.0 & 2.2.8.0 Er zijn minder expertmissies uitgevoerd dan gepland omdat er weinig vraag was. Eén missie naar Benin is uitgesteld omdat de doelstelling nog niet duidelijk was. 2.2.1.0 t/m 2.2.2 De besteding laat meer variatie zien omdat partners hun kosten niet consequent op deze wijze boeken. Het totaal bestede budget over deze vier budgetlijnen is in lijn met het geplande budget. 2.2.4 Besloten is het Leerlingvolgsysteem niet verder te ontwikkelen. Dit hangt mede samen met nieuw ICT-traject van Woord en Daad. 2.2.5 & 2.2.6 Er is nog weinig kennis en ervaring met netwerken en lobby bij de meeste partners. In de nieuwe beleidsperiode wordt hier specifiek aandacht aan gegeven. TVET: Technical and Vocational Education and Training

36 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


een enorme inhaalslag gemaakt. De lange trainingen blijven nog wel wat achter t.o.v. de planning. Dit komt onder andere doordat een aantal partners het opleidingstraject verlengden en het aantal drop-outs hoger is dan verwacht. Vierenzestig procent van de studenten die een vaktraining volgt, vindt na afstuderen een baan. Dit is ongeveer gelijk met 2009. Het gemiddelde over vier jaar is net beneden het geplande niveau van 60 procent. Daarentegen is het aantal volwassenen met een baan aanzienlijk hoger, waardoor de totale doelstelling ruimschoots is behaald. Door in te zetten op Job & Business Services blijven partners hier gericht aan werken, onder meer door contacten met bedrijven en het opzetten van een database met beschikbare banen. Aan 3633 studenten werd een beurs voor hoger onderwijs verstrekt. Het totaal aantal jongeren dat een voortgezette/ hogere studie afrondde over de laatste vier jaar, was iets meer dan gepland. Niet alle Job & Business Services kunnen stages aanbieden. Soms is het JBS nog in opbouw, in andere landen is het concept van stages niet bekend. Stages worden wel voortdurend gestimuleerd; 69 procent van leerlingen loopt in 2010 stage t.o.v. 60 procent in 2009. Het aantal studenten waarvoor bemiddeld is, is lager dan verwacht . Voor de periode 2007-2010 was dit 13.412 i.p.v. 18.300. Aan de andere kant zijn meer volwassenen bereikt met JBS-bemiddeling (6397 i.p.v. 630). Daarmee is wel de totale doelstelling bereikt. Uitwisseling Enkele uitwisselingstrajecten werden georganiseerd. • Vier docenten van AMG-Filippijnen bezochten het Hoornbeeck College (Amersfoort). Leerlingen waren enthousiast over een e-mailproject. Verder werd een digitaal platform ontwikkeld voor communicatie door leerlingen. • Het netwerk van vakscholen in India (COUNT, AMG, WDI) belegde in 2010 een eerste ontmoeting. Doel is te leren van elkaars ervaringen en materiaal uit te wisselen. Kwaliteit In 2010 werd gewerkt aan de kwaliteit van het beroepsonderwijs. • Voor beroepsonderwijs en arbeidsbemiddeling werd een Quality Quick Scan ontwikkeld en getest. Deze scans meten de kwaliteit van een project en leiden tot gerichte actieplannen.

• Een docent van het Driestar College (Gouda) verzorgde een didactische training in Burkina Faso. Drie docenten van het Calvijn College te Krabbendijke deden hetzelfde in Bangladesh. • In de Filippijnen gaan veel afgestudeerden voor een periode in het buitenland werken. Om deze mensen beter te kunnen voorbereiden op hun werkomgeving reisden twee personeelsleden van AMG naar Saoedi-Arabië om de werkomgeving ter plaatse te bestuderen. • De training in ondernemersvaardigheden in Ethiopië werd voortgezet. Twee Hoornbeeck-docenten verzorgden trainingssessies, en er vond een docenten- en een studentenuitwisseling plaats. Nieuwe ontwikkelingen Bij AEAD in Burkina Faso werd een verdieping op een bestaand schoolgebouw geplaatst. Bij COUNT in India werd een meisjeshuis gebouwd. Een container met materieel dat plaatselijk niet verkrijgbaar is, werd naar Benin verscheept, en twee ondernemers gaven ter plaatse instructie. Op de Filippijnen startte CCT in samenwerking met AMG een vakschool in Laguna. Zo wordt expertise op het vlak van microfinanciering gekoppeld aan expertise in vaktraining. Met nieuwe partners in Sierra Leone (CTF en EFSL), Oeganda (ADP) en Ethiopië (MKC-RDA) maakten we plannen voor de opstart van beroepsonderwijs in rurale gebieden in 2011. In 2010 werden enkele projecten afgebouwd vanwege onvoldoende efficiëntie en/of effectiviteit. • Uitfasering naaionderwijs van AMG-India en overdracht van Job and Business Centre aan een andere donor. • Vanwege ineffectiviteit start men in Haïti met geheel nieuwe beroepsonderwijsopzet in 2011. • Door organisatieproblemen bij Ladder of Hope in Sri Lanka is steun aan de vakschool gestopt. Er wordt gezocht naar nieuwe mogelijkheden voor beroepsonderwijs in rurale gebieden. • In Zuid-Afrika wordt steun aan een minder goed functionerende vakschool voor gehandicapten uitgefaseerd in 2011. 2.4.3 Beleidsbeïnvloeding Het thema beleidsbeïnvloeding komt langzaam op de kaart. • In Burkina Faso deden CREDO en AEAD een eerste onderzoek waarbij onderwerpen voor beleidsbeïnvloeding zijn geïdentificeerd. Een netwerk van relevante beroepsonderwijsstakeholders in de werkgebieden werd opgericht. Een stuurgroep gaat vanaf april 2011 de advocacy-activiteiten uitvoeren.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 37


• In Zambia staat het thema ‘toegang tot ruraal beroepsonderwijs’ centraal. • In Bangladesh werd begonnen om beleidsbeïnvloeding en bewustwording meer aan elkaar te verbinden. Om overheidsinzet voor beroepsonderwijs te stimuleren wordt de uitwisseling tussen Nederlandse en Bengaalse vakschoolstudenten gekoppeld aan deze lobby: Bengaalse studenten zullen door acties tijdens hun bezoek aan Nederland in 2011 aandacht vragen voor beroepsonderwijs in ontwikkelingslanden. • In India gaan partnerorganisaties werken aan toegang tot beroepsonderwijs voor lagere kasten. Daarvoor wordt mobiel beroepsonderwijs opgezet. • In de Filippijnen wordt een lobby gestart om een wet te wijzigen die werkgevers verplicht een werknemer na een halfjaar een vast dienstverband te geven of te ontslaan. In de praktijk leidt dit tot onnodig ‘baan hoppen’. Bij veel partners heeft het thema ‘eerlijke arbeidsomstandigheden’ meer aandacht, mede door gebruik van de Fair Labour Score Card. 2.4.4 Evaluaties en onderzoek In 2010 zijn evaluaties afgerond bij vakscholen van CSS (Bangladesh), AMG (Filippijnen) LOH (Sri Lanka), Hope (BEST programma) en FACA (partner van Oikonomos in Ghana). Verder lopen er nog vijf evaluaties. • De evaluatie bij CSS laat zien dat te veel leerlingen vanuit deze vakschool naar algemeen vervolgonderwijs doorstro-

men, waardoor de opleiding voor hen niet relevant is. Dit wordt aangepakt door motivatietraining en een betere selectie. • De evaluatie bij de vakschool op de Filippijnen was positief. Deze school heeft zich in de afgelopen jaren sterk ontwikkeld, met name door opzet van een bedrijvennetwerk. • Het BEST (Business and Entrepreneurial Skills Training) programma in Ethiopië werd positief gewaardeerd in een mid-term evaluatie. • De evaluatie van FACA was positief-kritisch. Het programma loopt goed, maar wel moeten strategieën herzien worden, en moet de link met de arbeidsmarkt verbeterd worden. 2.4.5 Langetermijneffecten Het aantal studenten dat vaktraining volgt en na afstuderen een baan vindt is 64 procent. Gezien de huidige economische situatie in veel ontwikkelingslanden is dit een redelijke score. In bijna alle gevallen kunnen deze studenten in hun levensonderhoud én dat van hun familie voorzien. De langetermijneffecten van beroepsonderwijs en arbeidsbemiddeling kunnen steeds beter beoordeeld worden, nu steeds meer organisaties een vereniging van oud-leerlingen oprichten. Tijdens terugkomdagen komt er waardevolle feedback van oud-studenten. Om langetermijneffecten beter te kunnen meten, werd in 2010 tijd besteed aan het definiëren van heldere indicatoren.

2.4.6 Doelstellingen en resultaten

Beroepsonderwijs, -training en arbeidsbemiddeling Doelstelling 2.1: In 2007-2010 hebben de volgende groepen hun opleiding afgerond en heeft 60% kans op het vinden van een relevante baan: Beroepstraining en (In 2010: 3.394) Hoger onderwijs (In 2010: 680) Percentage studenten dat een baan vindt (in 2010: 64%)

Planning 2007-2010

16.000 2.300 60%

2010 2.1.1.

Partnerorganisaties met kwalitatief goede vaktrainingscentra

38 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

30 38 centra 7.100 stud.

Resultaat 2007-2010

13.165 + korte training aan 3.000 boeren 2.830 56% (gem.)

2010 29 42 centra 7.874 stud. + korte training aan 3.000 boeren


2.1.2. 2.1.3. 2.1.4. 2.1.5.

Opleidingscentra met nieuwe of verbeterde infrastructuur Opleidingscentra met nieuw of verbeterd curriculum Trainers nemen deel aan bijscholing en/of uitwisselingsbezoeken Partnerorganisaties met een beurzenprogramma

15 20 130 15 2.905 stud.

24 28 143 16 3.633 stud.

2007-2010

2007-2010

18.300 650 18.950

13.4121 3 6.397 19.809

2010

2010

25 80% 30 11 15 29

23 69% 25 17 13 30

2010

2010

75%

75%

75% n.v.t.

85% n.v.t.

4

19

15

16

6 6

14 10

2010

2010

5

7

Doelstelling 3.1: In 2007-2010 een brug slaan tussen beroepsonderwijs en arbeidsmarkt Schoolverlaters (in 2010: 3.441) Kansarme volwassenen (in 2010: 1010) Totaal doelstelling 3.1.

3.1.1. 3.1.2. 3.1.2. 3.1.2. 3.1.3.

Partnerorganisaties regelen stageplaatsen en studenten vinden een stageplaats Partnerorganisaties begeleiden studenten naar een baan Partnerorganisaties begeleiden studenten naar een microbedrijf Partnerorganisaties met capaciteitsopbouw t.b.v. het volgen van studenten, jobbemiddeling en MED/BDS Partnerorganisaties volgen studenten en rapporteren hun bevindingen aan vakscholen

Maatschappijopbouw

3.2.1.

3.2.2.

Doelstelling 3.2 a) Percentage van werknemers (bemiddeld via JBC) werkt onder eerlijke arbeidsomstandigheden b) Percentage van de netwerken realiseren verbeteringen c) Percentage van de lokale business platforms/bedrijven realiseren een bijdrage t.b.v. TVET/JBC 4 Partnerorganisaties ondersteunen om kennis te verkrijgen van arbeidsrechten en –plichten Partnerorganisaties ondersteunen om voorlichting te geven over arbeidsomstandigheden Partnerorganisaties ondersteunen bij opzetten van vakschoolnetwerk Partnerorganisaties ondersteunen bij opzetten van business platform

BeleidsbeĂŻnvloeding Doelstelling 3.3: Overheden/brancheorganisaties van de private sector in 4 en resp. 2 landen zijn meer actief op gebied van beroepsonderwijs en stageplaatsen/inkomensvoorziening voor schoolverlaters/werklozen. 3.3.1.

Partners participeren in netwerken voor beleidsbeĂŻnvloeding

Doelstelling geheel gehaald

Doelstelling gedeeltelijk gehaald of nog niet bekend

4

Doelstelling niet gehaald

3

Aantal schoolverlaters waarvoor bemiddeld is (stage/baan)

Op deze indicator wordt maar door 3 partners gerapporteerd, omdat de indicator niet duidelijk is.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 39


Opvolging leerpunten 2009 in 2010 Gebruik bij partners van train-de-trainer aanpak voor ontwikkeling van goede trainers Een train-de-trainer systeem is geadviseerd bij partnerorganisaties waar personeelstekort een knelpunt is. Voor zover bekend is het concept nog niet overgenomen. Dit vraagt meer tijd. Aandacht voor ondernemersvaardigheden in beroepsonderwijs door gebruik van ‘business incubation’ Twee hbo-afgestudeerden schreven een studie over business incubation: de mogelijkheid voor studenten om onder de hoede van de vakschool een bedrijfje te beginnen, met name gericht op de Filippijnen. Partnerorganisatie AMG wil hiermee een pilot uitvoeren. Verder wordt een ondernemersreis naar Burkina Faso georganiseerd waar het concept als optie wordt bekeken. Training van niet-technische vaardigheden voor meer succes op arbeidsmarkt Life skills en andere niet-technische vaardigheden zijn prominent opgenomen in de Quality Quick Scan. Ook werd lesmateriaal verzameld/ontwikkeld, waarmee gewerkt werd tijdens de Job & Business Services-training in Ethiopië. Voor betere aansluiting op de arbeidsmarkt, contacten tussen beroepsonderwijs en private sector verder bevorderen Vakscholen zijn nog steeds te veel naar binnen gericht. Tijdens besprekingen en bij de JBS-training zijn zaken als een business day en public relations aan de orde gekomen. Pr en contacten met private sector zijn ook een belangrijk thema bij de Quality Quick Scan. Hiermee willen we partners stimuleren zichzelf meer op de kaart te zetten. Leerpunten 2010 • Tijdens de praktische JBS-training in Ethiopië werden vakgenoten met elkaar in contact gebracht. Dit blijkt zeer effectief te zijn. Partners kwamen met een doordacht actieplan. De follow-up van deze plannen moet gemonitord worden. • De Quality Quick Scan werd geïntroduceerd. De scan gaf verrassende inzichten in projecten. Belangrijk is dat partners een actieplan schrijven en uitvoeren. • Door het betrekken van partners bij het formuleren van indicatoren wordt de kwaliteit van de indicatoren hoger en partners worden gemotiveerd hiermee aan de slag te gaan. • Langdurige uitwisselingstrajecten zijn vruchtbaar. Voorbeelden zijn de didactische training vanuit het Driestar College in Burkina Faso, en door het Calvijn College in Bangladesh. Na meerjarige didactische training stijgt de kwaliteit van het onderwijs significant.

40 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


2.5 Bedrijfsontwikkeling 2.5.1 Inleiding Het team voor Bedrijfsontwikkeling heeft in 2010 alle zeilen bij moeten zetten om het beleid voor 2011-2015 uit te werken. Hierdoor konden niet alle kortetermijndoelstellingen gerealiseerd worden. De vertraging in de realisatie van de doelstellingen heeft ook te maken met noodzakelijke bezuinigingen vanwege lagere inkomsten voor activiteiten op het terrein van bedrijfsontwikkeling. Desondanks kregen ruim 840 bedrijven lening vanuit Woord en Daad-fondsen en creëerden daarmee ruim 2800 nieuwe banen. Stimuleren van bedrijfsontwikkeling en lenen/investeren aan MKB (midden- en kleinbedrijf) in het Zuiden vergt een actieve rol van afdeling Bedrijfsontwikkeling. Doordat de medewerkers in 2010 minder tijd konden investeren in actieve begeleiding dan voorzien, is het financieringen- en leningenportfolio minder hard gegroeid dan gepland. Daarnaast, als Zuidelijke ondernemers even gas terug willen nemen vanwege financiële crises, is er ook minder vraag naar leningen/ investeringen. Goed nieuws is, dat vanuit bestaande ‘revolving’ fondsen5 aanzienlijk meer gefinancierd is dan verwacht. De totale waarde van uitstaande leningen en fondsen bedroeg volgens opgave van partners per 31/12 omgerekend zo’n €3,9 miljoen. Een behoorlijke hoeveelheid tijd en energie is geïnvesteerd in de aanpak en strategie voor de periode 2011-2015. Hiervoor is de conferentie ‘Beyond Profit’ (Zoutelande, maart 2010) samen met alle partners die actief zijn in bedrijfsontwikkeling van groot belang geweest. Uitwisseling tussen partners uit diverse werelddelen, maar vooral ook het kritisch meedenken en adviseren van Woord en Daad was waardevol. Belangrijke input t.a.v. dat wat nodig is om effectief te blijven en een grotere rol te spelen in private sectorontwikkeling in het Zuiden leidde tot levendige debatten. Deze bijeenkomst vormde de start van de mondiale verbinding tussen ED-(Enterprise Development)partners waar Woord en Daad mee samenwerkt. Enkele belangrijke conclusies: • Private sectorontwikkeling gaat veel verder dan (micro)financiering d.m.v. leningen en donaties; ondernemerschap is nodig waarbij gezamenlijk risico’s worden genomen. • Noodzakelijk om te werken met counterparts die een bedrijfsmatige aanpak en dito cultuur hebben. • Belangrijk dat partnerorganisaties een businessmodel hebben waarin ze balans hebben tussen impact op armoede en het genereren van inkomsten door dienstverlening. AlGelden die via partners zijn uitgeleend, terugbetaald en opnieuw be-

5

schikbaar voor leningen.

leen in die balans kunnen er duurzame private aanbieders ontstaan die ontwikkelingsrelevant zijn. Belang van netwerken en opbouwen van relaties met bedrijven in de handelsketens waarin je actief bent, zodat platforms ontstaan die aanknopingspunten hebben voor investeerders, maatschappelijke organisaties, enz. Tijdens de conferentie is ook gesproken over hoe we de impact van bedrijfsontwikkeling moeten meten. Op drie terreinen zijn sleutelindicatoren gedefinieerd: bedrijfseconomische impact, sociale impact en indicatoren die iets vertellen over de mate waarin partners zelfstandig diensten kunnen aanbieden. Verder is door de partners aangegeven dat er meer aandacht moet komen voor de landbouwsector, organisatie van de waardeketens en stimuleren van bedrijvigheid in de landbouw. Op basis van die aanbeveling heeft Woord en Daad besloten vanaf 2011 ook financiering in te gaan zetten voor het stimuleren van ondernemerschap in de landbouwsector. De naam van de afdeling wordt daarom ook gewijzigd: Agribusiness & Enterprise Development (AED). 2.5.2 Bedrijfsontwikkeling – microkrediet en MKB Zoals het financiële overzicht al laat zien, is de scheiding tussen micro en MKB steeds minder zichtbaar. Het gaat om een aanpak, waarbij belangrijk is dat de aangeboden financiële en technische diensten aansluiten bij de vraag van Zuidelijke ondernemers. Onze partners spelen een belangrijke rol in het inspelen op de behoeften van de ondernemers. In de samenwerkingsrelaties met partners hebben zich in 2010 een aantal ontwikkelingen voorgedaan. Haïti Het besluit is genomen om samen met World Relief te werken aan een privaat initiatief dat als doel heeft om binnen enkele agrarische ketens zowel financieel als technisch ondersteuning te bieden aan producenten (boeren) en aan verwerkende bedrijven. In 2010 is een haalbaarheidsstudie gedaan om te bepalen welke keten geschikt is om in te stappen. Dit past goed bij een andere ontwikkeling namelijk om samen met Cordaid en Oikocredit en de financiële organisatie Pyme Capital een analyse te doen naar de marktpotentie voor MKB-financieringen. Samenwerkingspartner CSL is mede dankzij bemiddeling van Woord en Daad de lokale PUM-(Programma Uitzending Managers)agent geworden. In 2010 zijn via dit kanaal expertmissies geweest naar twee door Woord en Daad gefinancierde bedrijven.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 41


Bestedingen Bedrijfsontwikkeling in een oogopslag Nr.

Budgetlijn

Begroting 2010

Realisatie 2010 € € € € € € €

478.732 407.759 335.441 150.825 147.314 6.341 1.526.413 287.132 354.914 60.590 0 2.014 6.351 10.010 0 721.010

2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.3.1 2.3.4 2.3.5

Exploitatiekosten MED-partners + investeringen MED-programma’s Kapitaalfondsen MED-programma’s Business Development Services (BDS) Noodhulp Haïti Capaciteitsopbouw/Technische Assistentie (Nederland en lokaal) Beleidsbeïnvloeding door MED-partners Totaal MED*

€ € €

2.4.1 2.4.3 2.4.3.1 2.4.3.2 2.4.4 2.4.5 2.4.6 2.4.7

Exploitatiekosten SMED-partners Leningen aan bedrijven (SMED) Gebruik ED-garantiefands (bedrag voorziening op balans) Uitbreiding SMED small fondsen via partners Expertmissies vanuit Nederland Haalbaarheidsstudies Deelname SMED-partners aan netwerken/platform Beleidsbeïnvloeding door SMED-partners Totaal SMED**

€ € € € €

202.478 1.230.851 0 165.179 79.925

11.910

€ 1.690.343

€ € € € € € € € €

Expertise inzet afdeling bedrijfsontwikkeling (incl. PSO)

157.761

171.506

Div. posten te verrekenen eerdere jaren/koersverschillen Totaal MED/SMED

€ 3.500.000

€ €

-4.307 2.414.621

Revolving Fund

330.000

879.381

TOTAAL

€ 3.830.000

3.294.002

2.3.6 / 2.4.2

2.4.3.3

420.700 692.413 423.474

€ 107.850 € 7.459 € 1.651.896

Aanvullende opmerkingen t.a.v. bestedingen 2010 De budgetlijnen zijn in 2010 gewijzigd t.o.v. 2009 in verband met het beleid van de afdeling. Om flexibeler te kunnen zijn in de budgetbesteding voor microkrediet en MKB, op basis van de verwachte resultaten, zijn SMED en MED bij elkaar gevoegd. 2.3.1 en 2.4.1 Bij een partner werd een upgrade in het Management Informatie Systeem gefinancierd. Dit was ‘donor opportunity’, een match die niet was begroot. 2.4.4 / 2.3.4 Expertise inzet is achtergebleven. Door opstart nieuwe activiteiten op gebied van landbouw zal behoefte aan expertise in 2011 toenemen. 2.4.3 Door bezuinigingen is deze budgetlijn het sterkst gekort, wat de belangrijkste reden is voor niet-behaalde resultaten. Verder heeft de financiële crisis ook in de partnerlanden minder investeringen tot gevolg. Bij een aantal partners is ook de verwachte groei na een opstartperiode achtergebleven. 2.3.2 Bij de Colombiaanse partner bleef de groei achter waardoor geen nieuw financieringskapitaal kon worden geleend. 2.4.3.2 Het SMED (Small & Medium Enterprise Development) small fonds is niet verder uitgebreid doordat de strategie van partners op dat gebied niet helder was en bovendien vanuit het revolving fund voldoende middelen beschikbaar waren voor financiering. 2.3.3 Een grote aanvraag voor Business Development Services van een partner uit Nicaragua werd uitgesteld, terwijl in andere landen door minder financieringen ook de vraag naar begeleiding minder was. 2.4.3.3 Het leeuwendeel van deze veel hoger dan begrote uigave van het revolving fund komt voor rekening van een partner (BD), waar meer dan € 800.000 opnieuw werd gebruikt. * MED = Micro Enterprise Development ** SMED = Small and Medium Enterprise Development

42 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Nicaragua Partner PAC, al jaar en dag actief in de koffieteelt, verwerking en –handel, ontving twee expertmissies één voor de koffiehandel en één met het oog op de ontwikkeling van een nieuwe microfinancierings-instelling. Een hiervan is door Woord en Daad gefinancierd, de andere was een PUM-missie. Oeganda In nauwe samenwerking met enkele Nederlandse investeerders is een exploratie gedaan om de mogelijkheden voor Agribusiness Development te verkennen in de Karamoja regio. Naar aanleiding van dat bezoek hebben enkelen van hen zich gecommitteerd aan dit initiatief. Begin 2011 krijgt de opzet van een agrarische serviceprovider (agrarisch loonwerk) die o.a. diensten aan boerengroepen gaat leveren concreet gestalte. Mondiaal Alle ED-(Enterprise Development)-partners hebben nieuwe plannen gedefinieerd voor 2011-2015. In deze plannen is explicieter aandacht voor de koppeling van financiële en nietfinanciële diensten. In 2010 zijn er veel minder leningen goedgekeurd dan gepland. Expertise van inzet is ook achtergebleven. Door opstart nieuwe activiteiten op gebied van landbouw zal behoefte aan expertise in 2011 toenemen. Het beoordelingsformulier dat gebruikt wordt om ingediende bedrijfsplannen te toetsen is uitgebreid met enkele standaardcriteria ten aanzien van ondernemer, businessplan, markt, financiën, impact. Een Erasmusstudent Bedrijfskunde ontwikkelde een tool als hulpmiddel bij de risicoanalyse van leningaanvragen. 2.5.3 Beleidsbeïnvloeding Partnerorganisaties zijn in het algemeen voornamelijk actief in het verlenen van financiële en niet-financiële diensten aan hun cliënten en minder in het beïnvloeden van de context waarin die bedrijven functioneren. Dat de partners wel het belang inzien van beleidsbeïnvloeding blijkt uit het feit dat maar liefst 75 procent van de partner op een indirecte manier bij dergelijke activiteiten betrokken is. Het gaat dan voornamelijk om brancheorganisaties, waarvan de partners lid zijn. De afdeling Bedrijfsontwikkeling leverde meerdere keren een inhoudelijke bijdrage aan beleidsbeïnvloedingsacties van Woord en Daad en participeerde in ambassadebesprekingen in Zambia en Nicaragua. Ook bezocht een medewerker van de afdeling een consultatie die door de Nederlandse ambassade in Nicaragua werd georganiseerd om kritisch te reflecteren op het Nederlandse beleid ten aanzien van Nicaragua.

2.5.4 Evaluaties en onderzoek In het kader van het gezamenlijke kennisprogramma met ISS (Institute of Social Studies) is een studie gemaakt van de ontwikkeling van een van de partners van traditionele ngo tot organisatie die zelfvoorzienend is en duurzaam bedrijfsontwikkelingsservices aanbiedt. Ook werd voor deze partner een opzet gemaakt voor een programmaevaluatie die begin 2011 plaatsvindt. Woord en Daad participeerde actief in DPRN (Development Policy Review Network), een netwerk voor beleidsherziening, in het bijzonder op het gebied van waardeketens en endogene groei. De door ISS uitgevoerde studie is gebruikt als casestudie tijdens een afsluitende DPRN-bijeenkomst. In de reacties hierop vanuit het aanwezige ngo-publiek werd duidelijk merkbaar dat de sterke inzet op private sector ontwikkeling vanuit Woord en Daad en deze partner op bezwaren stuit bij de traditionele visie op ontwikkelingssamenwerking. 2.5.5 Langetermijneffecten In 2010 loopt een vierjarige periode ten einde. Woord en Daad heeft zich ten doel gesteld in die periode 1750 bedrijven te assisteren. Dit doel is ruimschoots gehaald, al moet worden opgemerkt dat een relatief groot aantal bedrijven aan de onderkant van MKB zit (met 1- 5 werknemers). Relevanter is de vraag hoeveel van de geassisteerde bedrijven in hun lokale context succesvol zijn geweest. Er is gekozen voor een enquête onder de partners, waarbij zowel de lokale definitie van een succesvol bedrijf werd gevraagd, als ook het percentage van de geassisteerde bedrijven dat succesvol is. Over het geheel van het partnernetwerk komt dat uit op 74 procent. Voor langetermijneffecten is het ook van belang dat de partnerorganisaties op een duurzame manier hun services kunnen verschaffen. De financiële zelfredzaamheid (FSS) van onze partnerorganisaties steeg tussen 2007 en 2010 van 78 naar 104 procent. Ook slaagden drie partners erin Nederlandse bedrijven aan te trekken voor investeringen lokale bedrijvigheid. 2.5.6 Doelstellingen en resultaten Onderstaande tabellen laten de resultaten zien in termen waarin de doelstellingen voor 2007-2010 zijn geformuleerd. Data zijn gebaseerd op partnerrapportages.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 43


Doel ultimo 2010

Ultimo 2010

1750 4000 n.v.t. 13 22

(843 in 2010) 23531 (2867 in 2010) 64962 Interventies nog in proces3 124 45

Minimaal 15 arbeidsplaatsen per €100.000 na 5 jr. 75% 14

Zie toelichting voorgaande 53%6 107

Doel ultimo 2010

Ultimo 2010

140.000

140.656

15.000 (2007-2010)

18.431

15.000 p.j. 75%

24.555 100% 8

50% 2%

73% 9 Vrijwel alle smed small % onbekend 11.048 70% 10 5 11 85% 12

SMED Doelstellingen en resultaten Aantal opgezette bedrijven Aantal gecreërde arbeidsplaatsen 10% winst of 50% meer werkgelegenheid bij 80% van de bedrijven na afloop van de verstrekte service Aantal BDO’s aangesloten bij netwerken Aantal investeringen NL bedrijven (incl. PSI) als bijproduct van gelegde contacten Toename directe en indirecte werkgelegenheid (chain) door investeringen via PSI % BDO’s dat aangeeft voordelen te hebben van netwerken Aantal BDO dat lid is van netwerken die gesprekspartner zijn van overheid of andere instellingen

MED Doelstellingen en resultaten Aantal klanten dat bereikt wordt met microkrediet via MFI’s waar W&D substantiële financiering aan verstrekt (incl. TA) Aantal klanten dat bereikt wordt met microkrediet dmv W&D kapitaalverstrekking Aantal microbedrijven wat begeleid is (BDS) % Klanten dat aangeeft verbetering te ervaren in levensomstandigheden % Bedrijven dat succesvol is volgens locale definities % Microbedrijven dat doorgroeit naar SME (smed small) Aantal bestaande en nieuwe kredietgroepen dat begeleid is % Mensen in kredietgroepen dat aangeeft toegenomen solidariteit te ervaren. Aantal MFI’s met OSS > 80% Verbetering van FSS MFI’s

Doelstelling geheel gehaald

Doelstelling gedeeltelijk gehaald of nog niet bekend

5000 p.j. 60%

Doelstelling niet gehaald

antallen zijn hoger uitgevallen dan gepland door de inzet van een aantal programma’s gericht op stimulering van groei van microbedrijven naar kleine bedrijven A (SMED small programma’s) 2 Zie voetnoot 1: idem 3 Een analyse van de eindmemo’s (beschrijving van impact van een project/lening die afgerond is) zal meer informatie moeten geven over de bijdragen aan de groei van omzet, winst en duurzaamheid van de werkgelegenheid. 4 Dit betreft 12 partners van de 17 partners die direct voor Woord en Daad programma’s implementeren en/of leningen administreren. Veel partners hebben meer dan 1 netwerkcontact. Bij elkaar zijn er 44 netwerken waar partners in deelnemen. 5 Dit gegeven is niet consequent te meten en toe te schrijven. In de periode 2007-2010 heeft Woord en Daad diverse contacten gefaciliteerd lang niet altijd in relatie tot PSI. Diverse malen zijn Nederlandse ondernemers gaan investeren in de landen waar Woord en Daad werkt o.a. Op basis van relatie suggesties, contacten met partners, etc. Voorbeelden: Solagrow in Ethiopië, Anatrans in Burkina Faso, Expansa in Nicaraqua, Rabobank Foundation in Nicaraqua. Middels het investeringsvehikel Poverty Share Investment is slechts 1 goedkeuring gedaan in de periode 2007-2010. Dit is verwerkt in de nieuwe aanpak om niet alleen equity, maar alle financieringen in een separate entiteit onder te brengen. 6 9 van de 17 onderzochte partners geeft aan via een kwalitatieve opmerking welk resultaat ze via een netwerk weten te realiseren. Dit betreft alleen de direct door Woord en Daad gefinancierde ED partners. 7 10 van de 17 partners geven aan actief te zijn in L&A. Dit betreft alleen de partners waar Woord en Daad direct mee samenwerkt. 8 Volgens verwachtingen van de MED partner. Er heeft nog geen evaluatie plaatsgevonden. 9 Zie voetnoot 9 10 Zie voetnoot 9 11 5 van de 7 MED partners geven aan in 2010 een OSS te hebben van boven de 80%. Dit betreft alleen MED partners die direct door Woord en Daad gefinancierd worden. 12 6 van de 7 MED partners waarmee Woord en Daad in de periode 2007-2010 heeft samengewerkt, geeft aan dat de FSS verbeterd is in de periode 2007-2010. 1

44 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Opvolging leerpunten 2009 in 2010

6

Maak een koppeling met een MFI (MicroFinancieringsInstelling) die ook daadwerkelijk visie heeft en producten/diensten kan aanbieden aan de doelgroepen die Woord en Daad wil assisteren. In Ethiopië is samenwerking opgezet met een MFI die een product heeft ontwikkeld, specifiek gericht op jongeren en startende ondernemers. Via familiegaranties, microlease, worden de risico’s ingedekt door de MFI. Startende ondernemers krijgen op die manier toch een kans om een bedrijf op poten te zetten. In Sierra Leone is de partner geadviseerd om te starten met een ‘incubator’ fonds waarbij startende ondernemers via intensieve begeleiding een ‘track record’ kunnen opbouwen. In 2010 zal er voor de periode 2011-2015 met de partners een aantal Key Performance Indicators (KPI) vastgesteld worden. ED-partners opereren steeds vaker als een bedrijf. Dat betekent dat ze een balans zoeken tussen de impact die ze willen realiseren en de opbrengsten/kosten van een product/dienst. Op de ED-conferentie van maart 2010 heeft Woord en Daad samen met haar partners gesproken over welke KPI’s gebruikt gaan worden in de periode 2011-2015. Er is afgesproken om te meten op drie categorieën indicatoren: indicatoren die groei meten zoals omzet en winst (zonder economische groei ook geen verdeling); indicatoren die sociale impact meten zoals aantal banen/bedrijven, (draagt de groei direct of indirect bij aan armoedebestrijding); indicatoren die de duurzaamheid van de interventie en/of partner meten zoals percentage kostendekking uit lokale inkomsten (in hoeverre kan partner op lange termijn haar services/producten duurzaam aanbieden). De introductie van deze laatste categorie indicatoren heeft alles te maken met de noodzaak om duurzame ontwikkelingen te stimuleren. Een programma subsidiëren geeft wel op korte termijn resultaten maar op lange termijn moeten partners zelfstandig services kunnen aanbieden aan ondernemers. Ervaring en kwaliteit van de medewerkers van de ED-partner om bedrijfsplan te beoordelen Tijdens de ED-conferentie met partners gesproken over ‘mind set’ die nodig is om sparring partner te zijn van ondernemers. Goede en ervaren medewerkers met businessachtergrond kosten geld. Durf te investeren in capaciteit partner.

Leerpunten 2010 • Organisaties in het Zuiden opereren steeds vaker op een zakelijke wijze en/of vanuit een bedrijfsentiteit in het stimuleren van bedrijfsontwikkeling. In 2011 zal Woord en Daad daarom een separate entiteit opzetten om businesspartner te kunnen zijn van deze bedrijfsentiteiten én om meer mogelijkheden te hebben voor juridisch sluitende leenovereenkomsten/services overeenkomsten. • Expertise-inzet vanuit Nederlandse ondernemers die sterk aanbodgedreven is, is lastig vorm te geven vanwege zakelijke financieringsrelatie in het Zuiden. Daarom zal samen met het Business Platform van Woord en Daad gekeken worden naar het nog beter op maat aanbieden van expertise aan Zuidelijke businesspartners, waardoor vraag gecreëerd wordt. • Het is niet zinvol een partnerorganisatie sterk te stimuleren aanvullende diensten aan te bieden t.a.v. van bedrijvigheid op welk niveau dan ook (micro tot MKB) indien dit niet logisch past bij de corebusiness van deze organisatie. Een algemene MFI kan wel een programma uitvoeren voor SME (Small & Medium Enterprise), maar internaliseert de aanpak vaak nauwelijks, wat een groot afbreukrisico is. Daarom zal de afdeling Bedrijfsontwikkeling uitsluitend diensten aanbieden die in lijn zijn met de kernactiviteiten van de partner. • Het is vrijwel onmogelijk van een sociaal project een onderneming te maken, een les die inmiddels breed binnen de sector gedeeld wordt. Daarom kiest Bedrijfsontwikkeling bij het aangaan van een samenwerking voor organisaties met een echte ondernemer aan het roer, uiteraard met een duurzame inborst, maar níet met een coördinator van een sociaal project.

6

Zie voor volledig overzicht www.woordendaadjaarverslag.nl

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 45


Reportage Ha誰ti, een jaar na de ramp

46 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Haïti in 2010 in teken van verwoestende aardbeving: ‘Troost in verschrikkelijke nachtmerrie’. Het jaar 2010 is nog maar nauwelijks begonnen als op 12 januari op Haïti de aarde schokt: 35 lange seconden lang. De schade die de aardbeving aanricht is enorm: meer dan 200.000 mensen komen om; velen verliezen familieleden. Anderhalf miljoen Haïtianen raken hun huis kwijt. Contact met de partnerorganisaties in Haïti is in de eerste dagen na de ramp nauwelijks mogelijk. Directeur Point du Jour van partner AMG-Haïti mailt vlak na de ramp: ‘Wat jullie in Nederland voor ons kunnen doen is bidden, bidden en bidden.’ Auteur: Henrique Staal Fotografie: Jaco Klamer Op deze en volgende pagina’s staan verschillende foto’s van de verwoestende aardbeving in Haïti. Zie voor meer informatie en beelden www.samenvoorhaiti.nl.

Direct na de aardbeving starten Woord en Daad en ZOA-Vluchtelingenzorg een gezamenlijke hulpactie via www.samenvoorhaiti. nl. Woord en Daad werkt al sinds de jaren zeventig op Haïti en ondersteunt structurele projecten van partners, zoals scholing en medische hulp. De gezamenlijk noodhulp van Woord en Daad en ZOA komt daardoor snel van de grond. Medewerker ir. Leen Stok van Woord en Daad reist naar het zwaar getroffen land om de partners te steunen en samen de mogelijkheden voor noodhulp te inventariseren. Partnerorganisaties Parole et Action en AMG-Haïti zijn zelf ook getroffen door de ramp. Zo zijn de school van Parole et Action in Flon en de Bethesdakliniek van AMG-Haïti in Port-au-Prince zwaar beschadigd.

Evelien Jozef wordt na de aardbeving behandeld door een hulpverlener van de noodkliniek Bethesda van AMG-Haïti. Evelien overleefde de aardbeving. Ze was aan het werk in haar huis toen de aarde beefde. Evelien rende naar buiten, maar werd getroffen door rondvliegende brokstukken. Haar zus kon het huis niet op tijd verlaten en overleed.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 47


Reportage | Haïti, een jaar na de ramp Op een zondag vlak na de ramp preekt een voorganger over Mattheüs 24, over de laatste dagen voordat Jezus terug zal komen. Hij legt een link naar Jozua’s bekende uitroep: ‘Ik en mijn huis, wij zullen de Heere dienen’. Het klaaglijke gezang dat een voorzanger na de preek inzet, gaat al snel over in het gezamenlijk ‘Halleluja’ van de gehele kerkelijke gemeente. Treurende mensen die allemaal vol overtuiging God loven en prijzen.

Haïtianen zijn ontredderd na de aardbeving, ze leven op straat tussen de brokstukken van hun huizen, bang voor naschokken. Ook Thony Bristhole, controller van Parole et Action, leeft na de ramp in de tuin van zijn ingestorte flat. Hij verloor zijn zesjarige zoontje bij de aardbeving, en nog zeven andere familieleden. Hij vertelt hoe hij twee van zijn kinderen levend onder het puin vandaan kon halen. ’God spaarde ze, Hij gaf ons een groot cadeau! We houden elke avond bidstonden en zingen liederen voor God Die ons leven redde’, aldus Bristhole. ’Haïtianen zien nu echt hoe kwetsbaar ze zijn. Dat schept een band, we zoeken elkaar op. De meeste buurtgenoten komen graag langs om met ons te bidden en te zingen. Als door deze ramp een paar mensen tot geloof komen in God en Hem als Verlosser leren kennen, zie ik troost in deze verschrikkelijke nachtmerrie.’

Veel Haïtiaanse kerkgebouwen zijn verwoest. Van de Sacre Coeur staat alleen het beeld van ‘Jezus aan het kruis’ nog fier overeind. Toch vinden na de aardbeving in Haïti overal kerkdiensten plaats, desnoods in de openlucht.

48 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Negentig procent van de plaats Léogâne is verwoest tijdens de aardbeving die Haïti trof; duizenden inwoners overleden. Marjolein Osenville overleefde de aardbeving wonderwel, ze is zes maanden zwanger. Haar echtgenoot, broer en zus, en een nicht en neef kwamen om bij de ramp. Marjolein leeft vlak na de aardbeving in de buitenlucht, zo goed en zo kwaad als het gaat, samen met de twaalf kinderen voor wie ze ineens de zorg draagt. Lachend, als altijd.

Eris Labady is directeur van hulporganisatie Parole et Action. Hij heeft, na de ramp, kritiek op de manier waarop sommige buitenlandse organisaties hulp verlenen. ‘Veel hulporganisaties hebben geen contact met lokale mensen. Ze komen met hun vrachtwagens vol hulpgoederen en raken in paniek als overlevenden beginnen te schreeuwen. Hulpgoederen worden dan in het wilde weg uit de vrachtwagens gegooid. Maar Haïtianen zijn toch geen kippen? Alleen de sterksten krijgen op deze manier eten en drinken te pakken. Deze manier van uitdelen zorgt voor chaos, onrust en verdriet’, verzucht Labady. ‘In de Bijbel lezen we dat Jezus de mensen bij de wonderbare spijziging in groepen laat plaatsnemen en daarna het eten verdeelt. Hulpverleners kunnen getroffen Haïtianen vragen in rijen te gaan staan en contact opnemen met de leiders om de uitdeling ordelijk te laten verlopen.’ Parole et Action helpt in de chaos na de aardbeving bij de coördinatie van de hulpverlening, in 15 overvolle tentenkampen.

Een groot flatgebouw met supermarkt zakte tijdens de aardbeving als een kaartenhuis ineen. Honderden mensen overleden, zo’n zestig mensen zaten ingesloten in het ingestorte gebouw. Met een mobiele telefoon legden zij contact met de buitenwereld. Met man en macht werd gewerkt om de overlevenden te redden uit hun benarde situatie. Voor meer dan vijftig mensen kwam de hulp te laat; slechts acht mensen waren nog in leven toen het puin was opgeruimd. Een meisje had zich tussen de schappen van de ingestorte winkel in leven gehouden met Marsen. Na de zoekacties komt het gewone leven langzaam weer op gang.

Een jaar na de ramp, 2011, leven nog altijd honderdduizenden getroffen Haïtianen in tentenkampen, waar sommigen last hebben van diarree en uitdroging, of getroffen worden door cholera. De wederopbouw van Haïti verloopt intussen langzaam; er moet nog veel puin worden geruimd; scholen, klinieken en huizen herbouwd. Haïtianen worden door Woord en Daad en partnerorganisaties zelf actief betrokken bij de wederopbouw van Haïti. Deze duurzame manier van wederopbouw vraagt veel wijsheid, geduld en gebed.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 49


De lerende organisatie

3 50 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


3.1

Inleiding In 2010 heeft Woord en Daad nieuw beleid ontwikkeld op het terrein van Planning, Monitoring, Evaluatie en Leren (PMEL). In de eerste helft van 2010 betekende dit het maken van landenspecifieke contextanalyses, in de tweede helft van 2010 de introductie en verdere uitwerking van een nieuw, geĂŻntegreerd systeem voor PMEL. Dit laatste vond plaats tijdens vijf regionale werkbijeenkomsten, georganiseerd in samenwerking met onze alliantiepartner Red een Kind. Belangrijk onderdeel van deze bijeenkomsten is geweest het participatief uitwerken van nauwkeurig gedefinieerde indicatoren en goed uitgewerkte methoden van gegevensverzameling. Tijdens deze bijeenkomsten is ook de aanstelling van PMELcoĂśrdinatoren bij partners nader voorbereid en is praktisch vormgegeven aan het voldoen aan donoreisen wat betreft PMEL. De MFS2-beschikking bracht onverwacht zwaardere eisen, met name rondom monitoring en evaluatie met zich mee. Vanuit Woord en Daad is een bijdrage geleverd aan een voorstel voor het ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit voorstel is gericht op het doen van gezamenlijke evaluaties door ontwikkelingsorganisaties die MFS2-subsidie krijgen. De inzet voor de MFS2-aanvraag en de aandacht voor de vernieuwing van het PMEL-beleid heeft geleid tot een tijdsen budgetbesteding die afwijkt van het jaarplan. Omdat de PMEL-medewerkers hier een belangrijke bijdrage aan leverden, kon een groot deel van de geplande onderzoeken en evaluaties niet uitgevoerd worden. (zie bestedingen in een oogopslag op p.52)

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 51


Bestedingen onderzoek en evaluatie in een oogopslag A&O

Nr.

Budgetlijn

Planning 2010

Realisatie 2010

6.1 - 6.3

Evaluaties Contextanalyses* Onderzoeksprojecten* Projectbesteding evaluaties/contextanalyes/onderzoeksprojecten verantwoord bij BO/P&P Beleidsbeinvloeding Noorden Onderzoek* Kennismanagement Beleidsontwikkeling Overig/Indirect (inclusief uren medewerkers A&O) Consultancy Training Open ruimte Div. posten te verrekenen eerdere jaren/koersverschillen Totaal

€ € € €

321.250 94.500 30.000 -445.750

102.882

-

€ € € € € € € €

43.750 80.000 2.500 7.500 592.286 28.964 75.000

€ € € € € € €

3.408 5.376 11.625 418.718 -

830.000

€ €

2.519 544.528

6.4 - 6.5 6.6 - 6.7 6.8 6.9 6.10 6.11 6.13

* Voor een verder uitsplitsing van deze bestedingen zie volgende tabel.

Onderzoek

Programma

Aantal onderzoeken

(eind 2010 in diverse stadia van uitvoering)

Kosten onderzoeken (ten laste van 2010)

Begroting 2010

Realisatie 2010

Programma overstijgend onderzoek Basisvoorzieningen Onderwijs Beroepsonderwijs en Arbeidsbemiddeling Bedrijfsontwikkeling Contextanalyse Onderzoek – open ruimte

1 0 1 1 1 3 6

€ € € € € € €

15.000 20.000 10.000 20.000 15.000 94.500 30.000

€ € € € € € €

5.376

Totaal

13

€ 204.500

5.376

Evaluatie

Programma

Basisvoorzieningen (incl. noodhulp) Onderwijs Arbeid en Inkomen Bedrijfsontwikkeling Algemeen Open ruimte Totaal

52 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

Aantal evaluaties

Kosten evaluaties

Begroting 2010

Realisatie 2010

Begroting 2010

Realisatie 2010

6 8 9 3 2

4 1 7 1 1

€ 42.000 € 63.600 € 30.400 € 30.000 € 55.250 € 100.000

€ € € € € €

€ 321.250

€ 102.882

19.200 10.097 41.338 16.995 15.250 -


3.2 Onderzoek Vanaf 2008 werken we wat betreft onderzoek vooral met kennisprogramma’s (KP’s), om meer samenhang en focus aan te brengen in de activiteiten op het gebied van kennisontwikkeling. En om meer inbreng van externe kennispartners te organiseren. Begin 2010 was een KP voor Onderwijs en één voor Bedrijfsontwikkeling actief met als belangrijkste kennispartner resp. Driestar Educatief (DE)(Gouda) en het Institute for Social Sciences (ISS)(Den Haag). In samenwerking met Driestar Educatief is een onderzoek in Burkina Faso gestart. Het project loopt door tot in 2011 en zal dan mogelijk uitgebreid worden naar Ethiopië en/ of Sierra Leone. Hoofdvraag is de perceptie van docenten van hun rol met betrekking tot identiteitsontwikkeling van leerlingen. Voor het KP Bedrijfsontwikkeling is veldonderzoek gedaan in Nicaragua naar de aanpak van onze partner PAC. Met een evaluatie van de effecten van deze aanpak voor de doelgroep wordt dit onderzoek begin 2011 afgerond. Hierna zullen nog twee cases, ieder in een ander land, op vergelijkbare wijze worden onderzocht. De onderzoeken, in combinatie met de kennis en ervaring van DE en ISS, stellen ons in staat gefundeerde keuzes te maken in beleid en strategie voor beide programma’s. Gepland stond ook de ontwikkeling van een KP voor Basisvoorzieningen en Beroepsonderwijs & Arbeidsbemiddeling. Voor wat betreft het laatste programma zijn potentiële partners geïdentificeerd. Verdere samenwerking zal zijn vorm krijgen in 2011. Vanwege de aanwezige kennis op het gebied van gezondheidszorg en water en sanitatie binnen de ICCO/ Prisma-alliantie is besloten wat betreft een KP Basisvoorzieningen aan te sluiten bij deze alliantie en geen eigen KP op te zetten.

Leerpunten uit jaarverslag 2009 en opvolging in 2010 Kennisprogramma’s moeten voldoende flexibel zijn zodat snel ingespeeld kan worden op behoeften vanuit de praktijk; afgrenzing naar capaciteitsopbouw is niet altijd goed mogelijk en ook niet gewenst, indien relevant kan KP worden gekoppeld aan of geïntegreerd in een capaciteitsopbouwprogramma (zoals nu bij programma Onderwijs). Opvolging in 2010: In 2010 zijn geen nieuwe kennisprogramma’s opgezet. Dit punt blijft staan. Integreer onderzoek in nieuw PMEL-(Planning, Monitoring Evaluatie en Leren)beleid om zo gebruik van de uitkomsten in de programma’s beter te borgen. Opvolging in 2010: Gedeeltelijk opgevolgd tijdens regionale PMEL-werkbijeenkomsten en overige partnerbijeenkomsten. Verdere opvolging in 2011 bij de uitwerking van de PMELhandleiding. Geef voldoende aandacht aan het implementeren van (nieuwe) zaken door partners. Opvolging in 2010: Het gezamenlijk met partners ontwikkelen en updaten van PMEL-beleid en handleidingen en de geplande jaarlijkse rapportage op de leeragenda (2011-2015) borgt zoveel als mogelijk dat beleid daadwerkelijk geïmplementeerd wordt. Leerpunten 2010 • Het merendeel van de partners heeft kennisontwikkeling en onderzoek niet opgenomen in het takenpakket van specifieke medewerkers. In 2011 willen we dit nadrukkelijk aandacht geven en capaciteitsopbouw op dit gebied faciliteren. 3

In 2010 werden afgerond een studie van de Onderwijssector in Tsjaad en

participatieve contextanalyses in Grafton Camp bij Freetown (Sierra Leone) en

Voor 2010 stond gepland veel te investeren in contextanalyses. Dat is ook gebeurd, maar op andere wijze dan gepland. De contextanalyses op landenniveau, met o.a. ook aandacht voor harmonisatie en complementariteit met andere actoren, bleken veel meer tijd voor bureauonderzoek en afstemming te kosten dan voorzien. Dit betekende dat er geen tijd was om de ook geplande sectorstudies en participatieve contextanalyses te doen. Van deze typen studies zijn er eind 2009 en begin 2010 wel enkele uitgevoerd3. In 2010 zijn er vanuit partners weinig tot geen aanvragen voor onderzoek gekomen. De verwachting is dat het samenwerken in allianties en de grotere aandacht voor kennisontwikkeling en leren in het nieuwe meerjarenbeleid partners zal stimuleren meer te investeren in onderzoek. Een overzicht en korte beschrijving van alle onderzoeken waaraan in 2010 werd gewerkt is te vinden op de website. www.woordendaadjaarverslag.nl

in Karamoja regio (Oeganda)

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 53


3.2.1 Doelstellingen en resultaten

Algemene doelstellingen voor Onderzoek

Resultaten

1. Het beleid t.a.v. contextanalyses is beschreven en uitgewerkt in een handleiding.

Het beleid is op hoofdlijnen beschreven. Verdere uitwerking als onderdeel van de in 2011 verder te ontwikkelen PMEL-handleiding.

2. Voor alle programma’s die starten of doorlopen in 20102012 zijn contextanalyses gedaan volgens nieuw beleid.

Voor alle MFS2-landen zijn contextanalyses en een aantal sectoranalyses uitgevoerd. Voor nieuwe programma’s zijn een aantal contextanalyses op doelgroepniveau uitgevoerd.

3. Voor ieder programma is een kennisprogramma in uitvoering en de relatie van deze KP’s tot de allianties is duidelijk beschreven.

Bestaande KP’s voor Onderwijs en voor Bedrijfsontwikkeling hebben activiteiten ontplooid in 2010, nieuwe KP’s zijn nog niet opgezet – relatie tot de allianties wordt uitgewerkt in 2011.

4. Minstens 75% van alle onderzoeksprojecten wordt als geslaagd beoordeeld.

Eind 2010 werd een Leerinventarisatie uitgevoerd. Van de 26 beoordeelde projecten werden er 18 (69%) beoordeeld als geslaagd, 6 (23%) als deels geslaagd en 2 (8%) als niet-geslaagd.

5. Voor minstens 75% van alle onderzoeksprojecten geldt dat de resultaten op een zinvolle wijze worden toegepast of opvolging krijgen.

26 onderzoeksprojecten zijn beoordeeld in onze leerinventarisatie: 65% van de projecten is volledig opgevolgd, 19% kent enige opvolging en 15% geen opvolging.

6. Voor elk van de volgende uitspraken geldt dat minstens 75% van de partnerorganisaties een positief antwoord geeft:

14 van de 19 collega’s reageerden: a. 50% mee eens; 25% gedeeltelijk eens; 25% (gedeeltelijk) oneens b. 18% mee eens; 55% gedeeltelijk eens; 27% (gedeeltelijk) oneens c. 18% mee eens; 45% gedeeltelijk eens; 36% (gedeeltelijk) oneens Er is begrip voor beperkte aandacht die er in 2010 kon zijn voor onderzoek en kennisprogramma’s maar toch ervaart men dit wel als problematisch. Er wordt daarom gepleit voor borging van voldoende en structurele aandacht voor onderzoek. Verder ook voor een duidelijke taakverdeling tussen afdelingen en een goede koppeling aan wensen en behoeften van allianties en partners.

7. Voor elk van de volgende uitspraken geldt dat minstens 75% van de programmamedewerkers van P&P (Projecten en Programma’s) en BO (Bedrijfsontwikkeling) een positief antwoord geeft: a. Onderzoeken zijn een toegevoegde waarde voor mijn werk. b. De manier waarop ik betrokken word bij onderzoeksprojecten is tevredenstellend. c. De manier waarop A&O (Advies en Onderzoek) met ons samenwerkt is tot tevredenheid.

22 van de 29 partnerorganisaties reageerden: a. 27% mee eens; 50% gedeeltelijk eens; 23% (gedeeltelijk) oneens b. 86% mee eens; 5% gedeeltelijk eens; 9% (gedeeltelijk) oneens c. 9 partners hadden concrete ervaring; 60% eens met stelling, 40% gedeeltelijk eens Stem onderzoekswerk goed af op behoeften van partners en op de verschillende contexten; betrek partners intensief bij de opzet van onderzoek; bied partners training aan voor doen en toepassen van onderzoek.

Doelstellingen t.a.v. kennisprogramma’s

Resultaten

1. Ontwikkelen van een kennisprogramma voor ieder van de programma’s (Basisvoorzieningen, Onderwijs, Beroepsonderwijs & Arbeidsbemiddeling en Bedrijfsontwikkeling).

Basisvoorzieningen: besloten aan te sluiten bij kennisontwikkeltrajecten binnen ICCO/Prisma-alliantie; Onderwijs: programma loopt; Beroepsonderwijs: kennispartners zijn geïdentificeerd; Bedrijfsontwikkeling: programma loopt.

2. Onderzoeksprojecten die buiten de kaders van de kennisprogramma’s vallen worden uitgevoerd als tijd en financiering voor open ruimte daartoe de mogelijkheid bieden. Doelstelling geheel gehaald

54 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

3 onderzoeken uit 2009 zijn voortgezet en 3 nieuwe onderzoeken uitgevoerd.

Doelstelling gedeeltelijk gehaald of nog niet bekend

Doelstelling niet gehaald


3.3 Evaluatie De evaluatiestructuur van Woord en Daad is zichtbaar in figuur 1. De evaluaties in de middenlaag zijn gericht op het functioneren van projecten in het Zuiden: vakscholen, microkredietprojecten, klinieken, enz. Voor 2010 stonden 25 van dergelijke projectevaluaties gepland, waarvan acht voor het Onderwijsprogramma. Daarvan zijn er drie in gang gezet eind 2010 in Burkina Faso (AEAD), Nicaragua (INDEF) en Zuid-Afrika (Mfesane). Deze evaluaties worden momenteel uitgevoerd en de verwachting is dat de rapporten begin of eerste helft van 2011 beschikbaar zijn. Reserveringen voor deze drie evaluaties zijn gemaakt begin 2011. De kosten, gemaakt in 2010 (tabel p.52), betreffen een onderwijsevaluatie in Thailand. Deze evaluatie was eind 2009 in gang gezet en is afgehandeld begin 2010. Vier andere onderwijsevaluaties zijn uitgesteld. De oorzaken hiervoor zijn divers: twee aan elkaar gekoppelde evaluaties, voor projecten in Zambia (EFZ en GCPDO), staan nog in de wachtrij omdat eerst zaken op managementniveau opgelost moeten worden. De in Haïti geplande onderwijsevaluatie kon nog niet in gang gezet worden vanwege de noodzakelijke aandacht bij onze partner P&A voor noodhulp en wederopbouwactiviteiten in hun werkgebieden. De in 2010 geplande onderwijsevaluatie in Bangladesh bij CSS is uitgesteld, met name vanwege de onverwachte mogelijkheid om mee te doen in een EU-call. Dit betrof het gezondheidszorgprogramma. Maar bij de planning en uitvoer van dit projectplan is de inzet van PMEL-staf van deze organisatie volop nodig geweest. Wel heeft deze partner twee andere evaluaties uit kunnen voeren en af kunnen ronden. Eén onderwijsevaluatie voor Ethiopië is geannuleerd voor 2010 en zal onderdeel gaan uitmaken van de grote onderwijsevaluatie die in het begin van de beleidsperiode 2011-2015 uitgevoerd wordt in Ethiopië. Voor 2010 stonden er wat betreft het programma Arbeid & Inkomen negen evaluaties gepland. Zeven van deze evaluaties zijn daadwerkelijk uitgevoerd. Vijf daarvan vallen binnen het MFS1-samenwerkingsverband. Vanuit dit samenwerkingsverband wordt inhoudelijke en financiële ondersteuning vanuit WenD geboden aan Oikonomos Foundation, Dorcas, Tear en Leprazending. In totaal vonden twee evaluaties plaats in Ghana, twee in Bangladesh, één in Indonesië en één in Ethiopië. De afronding van een nog lopende evaluatie in ZuidAfrika wordt begin 2011 verwacht. Een evaluatie in India is uitgesteld. Vanwege zaken op managementniveau wordt bij Word and Deed India eerst een audit uitgevoerd. Een tweede evaluatie, in Colombia, is ook uitgesteld vanwege nog lopende zaken op managementniveau. Wat betreft het basisvoorzieningenprogramma stonden er voor 2010 zes evaluaties gepland (CREDO Burkina Faso (2), EFSL Sierra Leone en CSS Bangladesh). Vier evaluaties zijn

ingezet. Eén daarvan is volledig afgerond. Voor de overige drie verwachten we de afronding in het eerste kwartaal 2011. Vanwege stopzetting van een project, in Zuid Afrika, is één evaluatie geannuleerd. In India is één evaluatie uitgesteld. Deze wordt onderdeel van de nieuwe PMEL-planning 20112015. Voor het programma Bedrijfsontwikkeling stonden in 2010 drie evaluaties gepland. Eén daarvan is geannuleerd: samenwerking op dit project wordt afgerond. Eén evaluatie is in uitvoering, in Nicaragua. De derde evaluatie wordt begin 2011 geïmplementeerd. Een overzicht van alle uitgevoerde evaluaties is te vinden op de website. www.woordendaadjaarverslag.nl Informatie over de conclusies en aanbevelingen vanuit de evaluaties vindt u aan het einde van elk programmahoofdstuk in dit jaarverslag. Programmaevaluaties, de top van de piramide in figuur 1, richten zich per programma vooral op de hoofdzaken uit de verschillende projectevaluaties. Voor 2010 stond één programmaevaluatie gepland, voor Beleidsbeïnvloeding. Uitvoer van deze evaluatie is verschoven naar 2011. De basis van de piramide wordt gevormd door informele kennis en reguliere monitoring. In 2010 is in samenwerking met de afdeling Projecten en Programma’s gewerkt aan het meer systematisch verzamelen van deze kennis. Zie hiervoor ook paragraaf 3.4. Het impactonderzoek, door de Universiteit van Amsterdam (UvA) uitgevoerd met input vanuit Woord en Daad in samenwerking met ICCO en Prisma loopt door. De binnen deze studie gebruikte methodologie om ‘social capital’ te meten, is in aangepaste vorm overgenomen tijdens de regionale PMELworkshops. De kern daarvan is dat mensen zelf aangeven welke veranderingen en interventies in hun leven hebben plaatsgevonden. Ze beoordelen vervolgens die veranderingen en interventies naar eigen opinie. De overeengekomen methodologie zal gebruikt worden in de geplande outcome studies. Dat zijn een baseline in 2011, een midterm en een endterm studie in 2013 en 2015.

Figuur 1 | Evaluatiepiramide

programmaevaluatie allerlei soorten projectevaluaties informele kennis

reguliere monitoring

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 55


3.3.1 Doelstellingen en resultaten

Doelstellingen voor evaluaties

Resultaten

1. 75% van alle projectevaluaties leidt tot concrete verbeteringen in antwoord op geleerde lessen.

In de leerinventarisatie werd de mate van opvolging van leerpunten gescoord op een schaal van 1-4; vanaf score 2 is er sprake van concrete opvolging. 79% van de evaluaties kreeg score 2 of hoger. Gemiddeld genomen wordt ongeveer de helft van de aanbevelingen geïmplementeerd.

2. 75% van alle evaluaties heeft een bevredigende kwaliteit. Bevredigende kwaliteit blijkt uit de eindmemo van iedere evaluatie en houdt in dat: a. Het evaluatieproces bevredigend was b. Het evaluatierapport van kwaliteit is

16 evaluatieprocessen wachten nog op afronding, d.i. een eindmemo, inclusief response partner. 6 evaluaties hiervan zijn in 2010 afgerond. Van de 71 beoordeelde evaluaties scoort 66% 2 of hoger op een schaal van 1-4.

3. Voor de volgende uitspraken geldt dat 75% van de partnerorganisaties een positief antwoord geeft: a. Het doen van evaluaties is een toegevoegde waarde voor de organisatie. b. Evaluaties leiden tot verbetering. c. De manier van omgaan is bevredigend, respectvol en met open vizier. d. De organisatie door wil gaan met evalueren.

22 van de 29 partners reageerden: a: 96% mee eens; 4% beetje eens b: 86% mee eens; 14% beetje eens c: 77% mee eens; 23% beetje eens d: 81% mee eens; 14% beetje eens; 5% beetje oneens Twee partners pleiten voor meer interne evaluaties en/ of peer reviews als input of ter vervanging van externe evaluaties.

4. Voor de volgende uitspraken geldt dat 75% van de projectmedewerkers van P&P (Projecten en Programma’s) en AED (Agribusiness & Enterprise Development) een positief antwoord geeft: a. Evaluaties zijn een toegevoegde waarde voor mijn werk b. De manier waarop A&O (Advies en Onderzoek) evaluaties laat doen, is tevredenstellend c. De manier van coördineren voldoet d. Evaluaties leiden tot concrete verbeteringen bij partners en/ of bij Woord en Daad

13 van de 20 collega’s reageerden: a: 92% mee eens, 8% beetje oneens b: 69% mee eens, 31% beetje eens c: 1/3 mee eens, 1/3 beetje eens, 1/3 beetje oneens d: 46% mee eens, 39% beetje eens, 8% beetje oneens, 8% oneens

Doelstelling geheel gehaald

Waardering voor grondigheid en maatwerk van evaluaties. 62% pleit wel voor een sneller proces tussen start en afronding van evaluatie.

Doelstelling gedeeltelijk gehaald of nog niet bekend

Doelstelling niet gehaald

De onder 2 genoemde beoordeling van evaluaties is toegepast, waar relevant op alle sinds 2007 door Woord en Daad uitgevoerde evaluaties. Het scoren vond plaats volgens een eigen ontwikkelde scorecard met 27 indicatoren wat betreft betrouwbaarheid, bruikbaarheid en sociaal-ethische elementen in het evaluatieproces.1 1

Met dank aan 2 studenten van de UvA: Maaike Boumans en Karine Godthelp

2

8/13 collega’s noemen dit punt, 2 van hen wensen intensievere afstemming

Leerpunten uit jaarverslag 2009 en opvolging in 2010 Afdeling Advies en Onderzoek is nauw betrokken bij de nieuwe ontwikkelingen. Risico is dat kerndoelstellingen onvoldoende aandacht krijgen. Inderdaad: een derde van het evaluatiebudget is uitgegeven in 2010, 16 evaluaties zijn (nog) niet volgens procedure afgerond. Leerpunten 2010 • Versnelling van evaluatieproces met intensievere afstemming en correcte afronding is gewenst2 om zo het leereffect van evaluaties te vergroten. Dit kan bereikt worden bij een kleiner aantal evaluaties. Omdat evaluaties in 2011-2015 vooral op programmaniveau plaats zullen vinden zal het aantal kleiner zijn. Aandachtspunt daarbij moet zijn een voldoende praktische oriëntatie van de evaluaties.

56 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


3.4 Kennismanagement en beleidsontwikkeling Advies en Onderzoek heeft in 2010 veel tijd en energie besteed aan een drietal parallel lopende processen: de ontwikkeling van een vernieuwd systeem voor PMEL, de ontwikkeling van een nieuw meerjarenplan en de ontwikkeling van de subsidieaanvraag voor het MFS2-stelsel. Het nieuw ontwikkelde PMEL-systeem is samen met alle partnerorganisaties ontwikkeld. Voor ieder programma zijn de doelstellingen verder uitgewerkt in een resultatenframework waarin verschillende soorten resultaten benoemd zijn met concrete indicatoren. Er wordt onderscheid gemaakt tussen resultaten op

outputniveau en resultaten op outcomeniveau. Figuur 2 geeft een schematisch overzicht van de verschillende soorten resultaten op outcomeniveau. Iedere indicator is samen met partners concreet uitgewerkt en gekoppeld aan instrumenten voor dataverzameling. Op deze manier is het de bedoeling dat resultaten beter en betrouwbaarder gemeten kunnen worden. Daarnaast is het dan mogelijk om resultaten te kunnen vergelijken en benchmarken, waardoor beter gezamenlijk geleerd en verbeterd kan worden. Dit vernieuwde PMEL-systeem vormt de basis zowel voor het meerjarenplan als voor de MFS2-aanvraag.

Figuur 2 | Result on outcome

Quality of services

Access of population to services

Utilization by target group

Organization of target group

Uitleg figuur 2 Vier soorten resultaten op het outcome niveau die in de verschillende programma’s terugkomen: Mate waarin de bevolking toegang heeft tot dienstverlening; Kwaliteit van dienstverlening; Gebruik van diensten door de directe doelgroep; Mate waarin de doelgroep zichzelf organiseert en daardoor zelf nieuwe initiatieven kan ontplooien.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 57


3.4.1 Doelstellingen en resultaten

Doelstellingen

Resultaten

1. Eind 2010 is bij alle partners geïnventariseerd wat de status is van 1) de aanwezige expertise op het gebied van PMEL, 2) de documentatie, aanwezigheid en compleetheid van hun PMEL-systeem (beleid en procedures), 3) het functioneren hiervan in de praktijk.

De ontwikkeling van het PMEL-systeem in 2010 is niet zozeer per partner gebeurd maar met alle partners gezamenlijk. In alle regio’s zijn met alle partners sessies geweest met hun PMEL-mensen waarin samen instrumenten zijn ontwikkeld en naar de aansluiting met hun interne systemen is gekeken.

2. Eind 2010 heeft een derde van de leden van elke regionale alliantie PMEL-expertise die voldoet aan de opgestelde minimale eisen.

In 2011 wordt bij alle partners het functioneren van het PMEL-systeem doorgelicht.

3. Eind 2010 heeft een derde van de leden van elke regionale alliantie een gedocumenteerd en geïntegreerd PMELsysteem dat voldoet aan de opgestelde minimale eisen.

Alle partners gezamenlijk hebben een PMEL-systeem dat deels ontwikkeld is (resultatenframeworks, formats voor planning en monitoring). Met één partner werd concreet gewerkt aan ontwikkeling van resultaatmeting voor een nieuw EU-programma (CSS, Bangladesh).

4. Eind 2010 is er een globale PMEL-werkgroep opgericht en functioneel: er wordt gezamenlijk gewerkt aan op te stellen PMEL-systemen en de nog te ontwikkelen PMEL-onderdelen voor de allianties.

Er is besloten met alle partners in regionale allianties te werken en om daarnaast niet nog een extra tijdsinvestering van partners te vragen voor een dergelijke groep.

5. Eind 2010 is voor iedere regionale alliantie een PMELsysteem ontwikkeld en gedocumenteerd, dat gebruikt kan worden voor het aantrekken van externe fondsen. Dit systeem is eind 2010 ook al getest en blijkt te werken, in ieder geval voor de onderdelen van Planning en Monitoring.

Zie boven. De eerste onderdelen zijn uitgewerkt. Het systeem heeft in die zin gewerkt dat het voldoende was om MFS-subsidie te krijgen en dat het een goede basis vormt om vanaf 2011 resultaten betrouwbaar vast te stellen. Deze basis is als voorbeeld gepresenteerd aan het ministerie en alle andere organisaties die MFS-subsidie hebben gekregen. Daarnaast zijn een aantal nieuw ontwikkelde meetinstrumenten in de praktijk uitgetest.

6. Eind 2010 is er een data quality tool ontwikkeld m.b.t. evaluaties.

Er is een instrument ontwikkeld waarmee de kwaliteit van projectevaluaties kan worden beoordeeld. Met terugwerkende kracht zijn volgens dit instrument alle afgeronde projectevaluaties sinds 2006 beoordeeld.

Doelstelling geheel gehaald

1 2

Doelstelling gedeeltelijk gehaald of nog niet bekend

Doelstelling niet gehaald

(gehaald op andere manier dan gepland) vervallen

Opvolging leerpunten 2009 in 2010. (Er werden niet eerder leerpunten geformuleerd voor Kennismanagement en beleidsontwikkeling.) Leerpunten 2010 • Om de voorgenomen investeringen in PMEL goed te kunnen implementeren dienen partners een PMEL-coördinator aan te stellen. Ervaring leerde dat dit niet betekent dat deze persoon ook over de juiste capaciteiten en het gewenste mandaat beschikt. Daarom geven we in 2011 specifiek aandacht aan beide onderwerpen door gerichte training en ondersteuning van deze medewerker, en overleg met partners over de taken en bevoegdheden.

58 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

1

2


jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 59


Reportage Landbouw, verbouw je toekomst!

60 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Stijgende voedselprijzen, klimaatveranderingen en een groeiende wereldbevolking laten zien dat duurzame landbouw van levensbelang is. De veranderende wereld vraagt een nieuwe aanpak. Goede landbouwprogramma’s zijn broodnodig. Boer of leverancier? Woord en Daad richt zich op arme boeren die met een steun in de rug hun eigen gezinnen van voedsel voorzien. Tegelijk kiest Woord en Daad óók voor het ondersteunen van leveranciers en afnemers van landbouwers. Hierdoor kunnen tuinders met betere productiemiddelen een grotere markt bereiken en meer winst maken. Met een marktgerichte aanpak wordt een grotere groep bereikt en is de effectiviteit groter. Dit is echter een kwestie van lange adem en in de tussentijd laten we de boeren niet in de kou staan. Woord en Daad wil daarom beide groepen benaderen. Maar dan wel met twee aparte programma’s, omdat ieder een eigen aanpak vraagt. Boer én leverancier! De programma’s voor kleine boeren zijn gericht op het verbeteren van landbouwmethoden. Dat vraagt creativiteit. Samen met de boer wordt gekeken hoe landbouwgrond beter bewerkt kan worden. Maar opdat mensen ook op lange termijn voldoende eten hebben, krijgen ook de leveranciers van zaden en ploegen in de omgeving een impuls. Afnemers en bedrijven die de gewassen verwerken, ontvangen assistentie. Om bijvoorbeeld de toegang naar lokale markt(en) te verbeteren. En zo ook de bredere samenleving te bereiken. Dus kritisch bekijken wat de overheid, bedrijvenwereld of andere partijen al doen en daarbij aansluiten. Op deze en volgende pagina’s leest u meer over landbouw in Sierra Leone.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 61


Reportage | Landbouw, verbouw je toekomst!

Door: Rina Molenaar ‘Allereerst dank ik God dat ik leef. Maar als je me vraagt hoe mijn leven is? Moeilijk! We proberen het land op te bouwen en al het verdriet te vergeten. Maar als ik simpelweg naar mijn leefomstandigheden kijk, is het leven zwaar en hard.’ Aan het woord is de 48-jarige Kathy, getrouwd, moeder van zeven kinderen. Ze wil vooruitkijken. Niet meer terug. Want dan moet ze denken aan de gruwelijke tijd van de burgeroorlog in haar land Sierra Leone. Elf jaar lang woedde er een burgeroorlog die in 2002 stopte. Maar de angst zit er diep in. De strijd startte met een conflict om controle van diamantmijnen. Al snel was het een gevecht om macht tussen diverse rebellengroepen. Kathy voelt nog elke dag het verdriet van de oorlog. Verleden tijd ‘In elke familie is er wel iemand die slachtoffer is van de oorlog. Duizenden mensen zijn vermoord. Veel medeburgers zijn verminkt: ze missen een arm of een been. Niemand voelde zich veilig in het land. Gelukkig is dit verleden tijd. We bouwen weer aan de toekomst. In de hoofdstad Freetown maar ook in ons dorp Makomp. Cotton Tree Foundation -CTF, partner van Woord en Daad- helpt ons daarbij. Mijn man en ik hebben een klein boerenbedrijf. We verbouwen met name rijst om in eigen levensbehoeften te voorzien. Daarnaast verbouwen we gember en palmolie, zoete aardappels, pepers en uien, en we houden kippen. Als gezin eten we hier zelf van, maar bij meer opbrengst kunnen we ook producten verkopen.’ Verandering Als manager landbouw van CTF onderstreept Momodu Kamara (52) de woorden van Kathy als het om de moeilijke situatie van het land gaat. ‘Onze economie is kwetsbaar en we hebben een zwakke concurrentiepositie in de regionale en internationale markten. Als land kennen we een langdurige armoede. Meer dan 80 procent van de bevolking leeft van minder dan een dollar per dag. Daarom is het landbouwwerk van CTF heel belangrijk. We streven ernaar dat mensen een zelfstandig bestaan opbouwen. Als christen doe ik dit werk met diepe overtuiging omdat ik mijn medemens als schepsel zie met veel mogelijkheden. Juist bij kwetsbare groepen kun je veel laten zien van Gods liefde in deze wereld. Onze visie op het werk is verandering brengen in situaties van mensen. Zoals bij een vrouw als Kathy. Dat begint klein maar kan grote impact hebben als zo’n werkwijze uitwaaiert. Want er zijn nog veel meer ‘Kathy’s’.’ Praktijk ‘Wat wij willen’, vervolgt Kamara, ‘is dat de boeren die we helpen, beseffen dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun business. In onze aanpak houden we ook rekening met externe fac toren en zorgen we voor een goed samenspel, zodat de boeren

62 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

weten wat ze de markt kunnen aanbieden. Ze moeten niet aLleen gericht zijn op hun eigen kleine omgeving maar ook kijken hoe ze kunnen inspelen op de markt en kansen benutten. Een geïntegreerde aanpak dus. Als christelijke organisatie hebben we de kernwaarden: medeschepsel, rentmeesterschap en compassie. Dat betekent heel concreet: corruptie in de handel tegengaan, beschikbare middelen benutten en met liefde het werk doen.’ Voedselzekerheid ‘Maar er moet ook productie worden gedraaid’, weet Kamara. ‘We zien drie categorieën boeren. De eerste groep is de grootste. Het zijn de boeren die rijst verbouwen en behoefte hebben aan voedselzekerheid. Zij zijn blij als ze voldoende verbouwen om hun familie te voorzien van voedsel. De tweede categorie verbouwt vooral rijst maar in bepaalde seizoenen verbouwen ze andere producten die ze verkopen. De derde categorie zijn de commerciële boeren die vooral verbouwen om veel productie te draaien en winst te maken.’ Droom Kathy valt onder de tweede categorie boeren. Ze is blij als ze voldoende rijst oogst om de kindermonden te vullen maar ze verbouwt ook andere gewassen die winst opleveren. ‘Wij hebben ons aangesloten bij een coöperatie via CTF. Met microfinanciering van CTF voor aanschaf van zaaigoed hebben we een mooie start gemaakt. We oogsten meer en zijn goed op weg. Ik hoop dat mijn droom ooit uitkomt: een bloeiend bedrijf zonder de steun van anderen. Dat zou betekenen dat we een stevige en stabiele bron van inkomsten hebben, waardoor we onafhankelijk worden en zelf onze zaken kunnen afhandelen.’ Uitdagingen Ondernemen in een land als Sierra Leone brengt uitdagingen met zich mee. Kamara ziet op vier fronten bedreigingen: falende overheid, politieke instabiliteit, natuurrampen die niet voorspelbaar zijn en het niet kunnen concurreren op de markt. Kathy hoeft ook niet lang na te denken om haar rijtje te noemen. ‘Gebrek aan kapitaal om zaden te kopen, soms onvoldoende kennis om een gewas goed op te kweken en beperkte marktmogelijkheden.’ Eerlijke handel en goede prijzen lijken nog steeds moeilijk realiseerbaar. Maar we blijven erop investeren. En elke stap die Woord en Daad met haar partners kan zetten is er één.


Toegang tot landbezit belangrijkste stap Auteur: Kees Vreeken

Josias Sanogo (43) legt uit welke problemen zijn land ervaart. Door gebrek aan kennis van verstandige landbouwtechnieken gaan boeren in Burkina Faso vaak verkeerd met hun grond om. ‘Jaar in, jaar uit verbouwen ze dezelfde gewassen op hetzelfde stukje grond, met uitputting als gevolg. Daar komt het probleem van migratie nog bij: veel inwoners van Burkina Faso trekken massaal naar meer vruchtbare gebieden.’ Het gevolg laat zich raden… Veel boeren op te weinig land, waarbij ook nog de gebruikelijke droogte parten speelt. Maar volgens Josias is de grond zelf het grootste probleem. Toegang tot land(bezit) is de eerste en belangrijkste stap op weg naar verdere ontwikkeling van de landbouw in Afrika. Het is belangrijk dat er wettelijke regels komen die het eigendomsrecht van boeren garanderen. Want zolang dat niet het geval is, gaan boeren niet investeren in hun bedrijf. ‘Ik ben van mening dat de kwestie van het eigendomsrecht één van de belangrijkste uitdagingen is, maar ook de grootste bedreiging vormt voor de toekomst van landbouw in Burkina Faso’, stelt Josias. Toch noemt Josias zonder te aarzelen ook een groot aantal kansen voor de landbouw. ‘Ontwikkeling van nieuwe gewassen die beter bestand zijn tegen periodes van droogte, stimulering van goedkopere landbouwmethoden, gebruik van compost, doorvoeren van landhervormingen, bundeling van boerenbedrijven. Daarom willen investeren in kennisontwikkeling. Zo leggen we proeftuinen aan, die we gebruiken bij voorlichting over effectieve landbouwmethoden.’

“Want zolang er geen wettelijke regels voor eigendomsrecht zijn, gaan boeren niet investeren in hun bedrijf.” Josias Sanogo

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 63


Beleidsbe誰nvloeding en bewustwording

4 64 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


4.1

Inleiding Ontwikkelingssamenwerking lag maatschappelijk gezien onder vuur in 2010. Dankzij de omvangrijke en zeer trouwe particuliere achterban, heeft Woord en Daad daar financieel gezien geen negatieve gevolgen van ondervonden. Dat is geen automatisme. De politiek stelt in toenemende mate kritische vragen bij het nut van ontwikkelingshulp en steeds meer ligt de nadruk op de economische kant van ontwikkelingssamenwerking. Er is echter meer dan financiën en geefgedrag alleen. Het is ook van belang dat de maatschappij in het algemeen, en de achterban van Woord en Daad in het bijzonder, inhoudelijk achter het werk van Woord en Daad staat, en daar ook blijk van geeft in leefgedrag. Nieuwe initiatieven op dit vlak zijn ontwikkeld. Zo zijn de bestaande politieke lobbyactiviteiten geïntensiveerd, veelal in samenwerking met andere ontwikkelingsorganisaties. In een tijdperk waarin het politieke debat zich voornamelijk concentreert op vraagstukken die zich binnen de Nederlandse grenzen afspelen, en nauwelijks op de impact van beleid op de situatie van armen wereldwijd, is beleidsbeïnvloeding meer dan ooit van belang. Ook is binnen Woord en Daad een nieuwe afdeling ‘Bewustwording’ opgezet. Bestaande bewustwordingactiviteiten zijn hierin gebundeld, en deze afdeling gaat nieuwe activiteiten ontwikkelen.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 65


In een oogopslag Bewustwording

Project

Partners

Investering

Bereikte aantallen

Eerlijk handelen samen doen

n.v.t

0

Door artikelen in Grenzeloos (oplage 17.000) en Daadkracht (3400) zijn ten minste 20.000 mensen indirect bereikt. Direct bereikten: niet bekend

Just Care

ZOA en Driestar Educatief

11.954

Act Positive

Tear, ZOA, Kindernothilfe (Duitsland) en ACET (Slowakije) (EU-subsidie)

682.223

WWKidz

ZOA en Uitgeverij Columbus

4.798

Er zijn in 2010 lespakketten van WWKidz verkocht (25x Miss India, 5x Thailand, 14x Dans over de zee). Gemiddeld bereik per pakket is 25 leerlingen. Bereik is daarmee 950 leerlingen. Er zijn in totaal 3089 WWKidz-boeken verkocht.

Young Ambassadors

n.v.t

30.367

10 leerlingen van het Ichthus College (Veenendaal) reisden naar Sierra Leone en bereikten daarna elk 150 personen. 5 leerlingen van het Van Lodenstein College (Amersfoort) reisden naar India en bereikten elk 150 personen. Totaal bereik: 2250 personen.

11 middelbare scholen structureel. 70 middelbare scholen eenmalig en mogelijk op langere termijn. Direct bereik: 68.236. Indirect bereik: 62.000 personen2

Vanwege minder inzet van consultancybureau BBO zijn de uitgaven voor het Colombia Platform lager uitgevallen. 1

kosten van deze campagne zijn gefinancierd door de EU

2

aantallen zijn over de gehele campagne die totaal drie jaar geduurd heeft en in 2010 is afgerond

Beleidsbeïnvloeding

Projectnr.

Project

32.91.001 91.91.004 91.91.026 91.91.012

Lobby Colombia Platform Open ruimte beleidsbeïnvloeding Lobby Coordination Europe-Haiti Lobby thema familie/gezin Bijdrage aan EU-CORD voor Europese lobby

66 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

Begroot

Gerealiseerd 4.500 10.000 6.000 10.000 14.000

3.785 0 6.075 0 11.095


4.2 Beleidsbeïnvloeding 4.2.1 Doelstellingen en resultaten Lobby in samenwerking met Prisma Woord en Daad trekt jaarlijks samen met Prisma op in de lobby rond de begroting van Buitenlandse Zaken. Dit jaar stonden daarin de thema’s hiv/aids, seksuele en reproductieve rechten, aidswezen en gehandicapten, en onderwijs centraal. Doelstelling hierbij was dat minimaal twee voorstellen van Prisma overgenomen zouden worden in de begroting of het beleid voor 2011. De begrotingsbehandeling stond sterk in het teken van de forse bezuinigingen van het nieuwe kabinet op ontwikkelingssamenwerking. Ondanks deze lastige context werden toch de volgende resultaten bereikt: • de aanvullende bezuinigingen op MFS werden enigszins beperkt • op verzoek van de Tweede Kamer zal de regering substantieel investeren in beroepsonderwijs • toezegging van minister zich maximaal in te spannen om behaalde resultaten op onderwijsgebied te behouden • toezegging van minister om zich sterk te gaan maken voor MKB in het Zuiden en voor toegang tot krediet

Lobby in samenwerking met Partos Sinds 2007 participeert Woord en Daad met regelmaat in lobbyacties van Partos om de Nederlandse bijdrage aan ontwikkelingssamenwerking op 0,8% van het Bruto Nationaal Product te houden, te waarborgen dat de verschillende ministeries zich gezamenlijk inzetten voor armoedebestrijding en dat het beschikbare geld eerlijk verdeeld wordt over de verschillende bestedingskanalen. In 2010 bestond onze bijdrage in het actief meeschrijven en redigeren van een stevige Partos-reactie op het baanbrekende WRR -(Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid)rapport ‘Minder pretentie, meer ambitie’. Deze reactie was bedoeld om het regeringsstandpunt over het rapport, dat begin 2011 zou komen, te beïnvloeden.

Lobby voor gezin en familie Woord en Daad wil graag dat de Nederlandse regering in het ontwikkelingsbeleid oog heeft voor de onmisbare rol die gezin en familie spelen bij individuele, sociale en maatschappelijke ontwikkeling, en dat ook vertaalt in een progezinsbeleid. Zoals gepland is in 2010 gewerkt aan de oprichting van een kennisnetwerk op het gebied van gezin en familie, dat aandacht besteedt aan bijvoorbeeld de gevolgen van hiv en aids voor gezinsstructuren. De publieke start van het netwerk, dat de naam Family Facts krijgt, moest echter uitgesteld worden tot 2011.

dat de Nederlandse regering kijkt of de inzet van het Nederlandse bedrijfsleven voor de wederopbouw in Haiti versterkt kan worden.

Ontheemden in Sri Lanka Vanwege de grote ontheemdencrisis in Sri Lanka in 2009, in het kielzog van de beslissende slag die het Sri Lankaanse leger de Tamil Tijgers toebracht, hadden we ook voor 2010 voorzien dat we bij de Nederlandse overheid lobby moesten voeren om de aandacht voor ontheemden vast te houden. Deze lobbyactiviteiten zijn echter gestaakt, omdat de ontheemdensituatie in het land drastisch verbeterd is en daarom de urgentie voor verdere lobby ontbrak.

Moeder- en kindzorg in Bangladesh Sinds 2008 waren we via het Bangladesh Overleg voor Ontwikkeling en Mensenrechten (BOOM) betrokken bij het opzetten van een gezamenlijk ‘budget tracking’ project op het gebied van moeder- en kindzorg in Bangladesh, waarbij we ook de Nederlandse ambassade wilden inschakelen. Met krachtige inzet vanuit Woord en Daad is dit project, in samenwerking met Wemos, Simavi en Cordaid, in 2010 van start gegaan. De uitkomsten ervan kunnen in Bangladesh gebruikt worden om te lobbyen voor betere gezondheidszorg bij de overheid. Aangezien het project nu onder verantwoordelijkheid van de afdeling Partners en Programma’s valt, zal in het vervolg vanuit die afdeling gerapporteerd worden.

Hiv en aids Via Prisma wilden we ons in 2010 inzetten voor erkenning van de rol die religieuze organisaties en leiders spelen in de strijd tegen aids, structurele steun aan aidswezen, het belang van gedragsverandering om aids te voorkomen en uitstapprogramma’s voor gedwongen sekswerkers in ontwikkelingslanden. Met name de twee eerste doelen zijn gehaald. Voor de laatste twee doelen is een blijvende lobbyinzet nodig, die in de toekomst met name door Prisma gepleegd zal worden. Afgelopen jaar was ook het laatste jaar van de Act Positive campagne. Vanuit de lobbyafdeling is advies gegeven over de lobby richting Europees Parlement. Hoewel de petitieaanbieding succesvol verlopen is (zie verderop in dit hoofdstuk), is het politieke effect van de campagne waarschijnlijk beperkt.

Inzet voor beroepsonderwijs

Al sinds 2005 maakt Woord en Daad zich sterk voor Nederlandse hulp aan ontheemden in Colombia, als gevolg van het conflict tussen guerrilla’s, paramilitairen en regering. Hoewel we er niet in geslaagd zijn de ontheemdenkwestie hoger op de politieke agenda te krijgen, is de financiële steun aan humanitaire hulp voor deze groep voortgezet. Vanwege de plannen van het nieuwe kabinet om het aantal partnerlanden drastisch te beperken, hebben we de lobbyinspanningen vooral gericht op het behoud van de Nederlandse bilaterale ontwikkelingsrelatie met Colombia. In 2011 zullen we horen of die lobby succesvol was.

Vanaf 2008 voeren we een constante lobby voor erkenning van het belang van beroepsonderwijs, zowel door Nederland als door de EU, om mensen meer kansen op werk en daarmee ook op inkomen te geven. Zoals beoogd in het jaarplan, geven diverse Nederlandse Ambassades uitvoering aan de richtlijnen ter ondersteuning van beroepsonderwijs, die mede met ons advies in 2009 door het ministerie zijn opgesteld. Eind 2010 neemt de Tweede Kamer een door ons opgestelde motie aan, die de regering verzoekt substantieel in beroepsonderwijs te investeren. De Europese Commissie is in 2010 nog niet begonnen met het ontwikkelen van beleid voor beroepsonderwijs, anders dan we gehoopt en waar we ons voor ingezet hadden. In 2011 zijn er echter nieuwe kansen voor lobby op Europees niveau.

Europees Haïti Platform

Lobby in Noord en Zuid

Ontheemden in Colombia

Woord en Daad had als lobbydoel in 2010 dat de Europese Unie zich inzet voor meer voedselzekerheid en een betere voorbereiding op rampen in Haïti. Dit doel wilden we bereiken via de Coordination Europe-Haiti, een lobbyplatform in Brussel. Vanwege de aardbeving op 12 januari 2010 werden de lobbyactiviteiten sterk geïntensiveerd. We hebben het Europees Parlement inmiddels weten te winnen voor het genoemde doel, nu in 2011 de Europese Commissie nog. Een onvoorziene lobbyactiviteit was het bezoek met ChristenUnie Kamerlid Joël Voordewind aan Haïti eind augustus. Dit bezoek droeg ertoe bij

Vanwege het feit dat de afstemming tussen lobbyactiviteiten door Woord en Daad in Nederland en Europa en door de partnerorganisaties in het Zuiden nogal ad hoc was, wilde Woord en Daad een goed afstemmingsmechanisme in het leven roepen. Doel is onder meer dat wij er ons van verzekeren dat we mede namens onze partners spreken en dat zij realistische verwachtingen hebben t.a.v. onze lobbyinspanningen in Nederland en de EU. In het najaar is in nauw overleg met de partners een plan gemaakt voor een internationale werkgroep, die vanaf 2011 gaat draaien.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 67


4.3 Bewustwording Opvolging leerpunten 2009 in 2010 (4.2 Beleidsbeïnvloeding) Het realiseren van de lobbydoelstellingen uit de jaarplannen moet meer een gezamenlijke verantwoordelijkheid worden van de bestedende afdelingen. Tot op heden wordt te veel naar de medewerkers Beleidsbeïnvloeding gekeken.

Dit leerpunt had vooral betrekking op lobbydoelen in de landen waar onze partners werken. In toenemende mate wordt door de medewerkers van de bestedende afdelingen het halen van die doelen gezien als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Leerpunt 2010: • Tot op heden heeft Woord en Daad vooral gebruikgemaakt van lobbyactiviteiten (gesprekken, brieven etc.) om politici te beïnvloeden. Diverse organisaties laten zien dat ook andere middelen ingezet kunnen worden, bijvoorbeeld acties vanuit de achterban of bepaalde groepen in de samenleving. Door binnen de organisatie beleidsbeïnvloeding en bewustwording meer met elkaar te verbinden, willen we vanaf 2011 de slagkracht van de lobbyactiviteiten vergroten.

Opvolging leerpunten 2009 in 2010 (4.3 bewustwording) Bij de start van samenwerking met andere organisaties rond bewustwordingsthema’s zijn er vaak verschillende visies op de desbetreffende thema’s. Het is belangrijk om bij de start eventuele verschillen in visie duidelijk te maken en een gezamenlijke visie te ontwikkelen. In 2010 heeft deze overweging een grote rol gespeeld in de afweging of, en zo ja in samenwerking met welke andere organisatie(s) nieuwe samenwerkingsverbanden zouden moeten worden aangegaan. In de samenwerking met ZOA-Vluchtelingenzorg zien we uitdagingen die we in 2011 verder willen verkennen. Leerpunt 2010 • Het publiek is niet altijd op de hoogte van de activiteiten die Woord en Daad op het gebied van beleidsbeïnvloeding onderneemt. Een duidelijker mobilisatie van de achterban, ter ondersteuning van politieke lobbyactiviteiten, kan de betrokkenheid vergroten.

68 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

Afdeling Bewustwording Al langer leefde binnen Woord en Daad de wens om bewustwordingsactiviteiten duidelijker te onderscheiden van fondsenwervende activiteiten. In 2010 leidde dat tot de opzet van een aparte stafafdeling Bewustwording. Daaronder vallen alle bestaande en nog te ontwikkelen activiteiten die te maken hebben met opinievorming, draagvlakondersteuning en bewustwording onder de brede achterban van Woord en Daad. In 2010 begon de afdeling Bewustwording onder meer met plannen voor een nieuw te ontwikkelen sociaal-mediabeleid voor Woord en Daad en met plannen voor een herstructurering van de jongerenactiviteiten. Jaarthema ‘Eerlijk handelen, samen doen!’ In 2010 werd het jaarthema ‘Eerlijk handelen, samen doen!’ afgesloten. De campagne heeft een goed beeld gegeven van de manier waarop dit thema leeft in de achterban van Woord en Daad. De nieuw opgerichte afdeling bewustwording gaat de komende jaren rond dit thema en breder nieuwe activiteiten en bewustwordingscampagnes ontwikkelen. Begin 2011 wordt de impact van het jaarthema ‘Eerlijk handelen, samen doen!’, dat uiteindelijk bijna twee jaar lang als jaarthema fungeerde, onder de achterban geëvalueerd. De uitkomst van dit onderzoek kunt u vinden op www.woordendaadjaarverslag.nl en www.eerlijkhandelensamendoen.nl. Just Care De projectgroep Just Care is in 2010 verder gegaan met het ontwikkelen van lesbrieven voor het voortgezet onderwijs. Tear draait sinds 2010 niet meer mee in deze projectgroep, maar ZOA-Vluchtelingenzorg en Woord en Daad hebben het initiatief voortgezet. Bestaande lesbrieven zijn doorontwikkeld en geactualiseerd. Medio 2010 heeft een evaluatie van Just Care plaatsgevonden, op basis waarvan de projectgroep in 2011 een nieuwe richting inslaat. Er waren in 2010 11 middelbare scholen structureel betrokken bij Just Care. Totaal 70 middelbare scholen vroegen eenmalig lespakketten op bij Just Care. De grote aantallen zijn te verklaren doordat het lespakket rond hiv/aids gratis werd aangeboden door EU-subsidie. WWKidz Het WWKidz-boek van 2010 was Dorst! Het boek werd gepresenteerd tijdens de junior ambassadeursdag van ZOA-Vluchtelingenzorg. Het eerste exemplaar werd daar door Elly en Rikkert Zuiderveld in ontvangst genomen in het Afrikamuseum in Berg en Dal. Dorst! gaat over de beperkte beschikbaarheid van water, en over hoe lastig het is om in Oeganda een leven op te bouwen. Begin 2011 verschijnt het nieuwste en voorlopig laatste boek in de WWKidz-serie: Schokkende aarde, over de aardbeving in Haïti.


Act Positive De Europese aidsbewustwordingscampagne Act Positive werd in 2010 afgerond. Namens Woord en Daad organiseerden de jongerencomités Soest en Zeist in mei een volleybaltoernooi waarbij bewustwording over hiv en aids plaatsvond. Bovendien stond Act Positive met een stand op de Wegwijsbeurs en op de landelijke WenD-markt in Houten. Dit geldt tevens voor diverse jeugdappeldagen van het LCJ (Landelijk Contact Jeugdwerk Christelijke Gereformeerde Kerken) en de HHJO (Hersteld Hervormde Jongerenorganisaties), waarbij ook workshops zijn gehouden en handtekeningen zijn verzameld. Op de SGP-jongerendag zijn 1000 jongeren toegesproken over het thema hiv/aids (zie boven) en was Act Positive met een stand aanwezig. Een groep van zes Woord en Daad-jongeren (Act Positive Ambassadeurs) reisde in oktober als Aids-ambassadeur naar Zambia. Naast de gezamenlijke Act Positive activiteiten met de andere betrokken organisaties –zoals een jongerenconferentie in november, de scholentour en een award-uitreiking op 1 december – organiseerde Woord en Daad in het najaar een bewustwordingstour langs zes christelijke studentenverenigingen. Ook heeft Woord en Daad buiten de scholentour om workshops gehouden op diverse scholen en voor diverse

jeugdverenigingen. Tijdens de laatste jeugdconferentie zijn er 100.000 handtekeningen aangeboden aan leden van het Europees Parlement. Meer informatie op www.woordendaadjaarverslag.nl of www.actpositive.nl. Young Ambassadors In 2010 vonden twee Young Ambassadors-reizen plaats. Tijdens dit programma maken leerlingen uit Nederland kennis met mensen en projecten in ontwikkelingslanden. Na afloop daarvan functioneren zij als ambassadeur voor het werk van Woord en Daad. Een groep van tien leerlingen van het Ichthus College in Veenendaal reisde in februari naar Sierra Leone en bezocht daar onder meer agrarische projecten en bedrijfsontwikkelingsprogramma’s. In augustus reisden vijf leerlingen van het Van Lodenstein College in Amersfoort naar India. Bij partnerorganisatie Word and Deed in Hyderabad volgden zij onder meer lessen met leeftijdsgenoten, bezochten zij een aidsvoorlichting en deden zij onderzoek naar het Indiase onderwijssysteem. Na thuiskomst waren de jongeren actief met presentaties waardoor aan draagvlakversterking werd gewerkt. Meer informatie naar www.woordendaadjaarverslag.nl of www.woordendaad.jongeren.nl.

4.3.1 Doelstellingen en resultaten

Doelstellingen

Resultaten

De achterban neemt kennis van de armoedeproblematiek en de werkwijze van Woord en Daad en brengt dit onder de aandacht in zijn omgeving.

Tijdens diverse evenementen, maar ook via magazines, websites, campagnes en tijdens voorlichtingsmiddagen en -avonden zijn genoemde thema’s aan de orde gekomen.

De jongeren uit de achterban van Woord en Daad leveren een actieve bijdrage aan en input op thema’s rond armoedebestrijding.

Via het blad Grenzeloos, de jongerenwebsite en bij diverse voorlichtingsactiviteiten zijn zo’n 16.000 jongeren geïnformeerd. Onder meer via de website en door contact met Young Ambassadors is een kleine groep jongeren ook daadwerkelijk in beweging gekomen.

De jongeren uit de achterban (5%) komen in contact met Act Positive.

Door de uitstraling van de Aidsambassadeurs, de voorlichtingsbijeenkomsten op studentenverenigingen en middelbare scholen, de Act Positive jongerenconferentie en de Award uitreiking begin december, is 2010 voor Act Positive een zeer beeldbepalend jaar geweest. In totaal zijn 130.236 personen bereikt, van wie direct: 68.236 en indirect: 62.000 personen.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 69


Reportage Act Positive, ‘Ik droom van een wereld zonder aids’

70 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Van 2007 tot 2010 werkte Woord en Daad met de Duitse organisatie Kindernothilfe, de Slowaakse ACET en met Tear en ZOA aan de campagne Act Positive. Doel van de organisatie was jonge mensen bewust te maken van de gevolgen van hiv en aids. Hieronder leest u een korte opsomming van de campagneresultaten 110.460 handtekeningen opgehaald 245.000 jongeren bereikt 2000 docenten bereikt 3 grote conferenties gehouden 7 kleine conferenties gehouden 300 workshops gegeven 1000.000 website hits op www.actpositive.com

Op de volgende pagina’s leest u meer over Act Positive en het dromen van een wereld zonder aids.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 71


Reportage | A ct Positive, ‘Ik droom van een

wereld zonder aids’

Auteur: Jan Mark ten Hove, journalist Duisburg ‘Are we in Germany already?’ De Canadese Elektra vraagt zich af hoe dat mogelijk is: de grens oversteken zonder dat je er iets van merkt. Met drie busjes vol Nederlanders, Soedanezen, een Oegandese en een verdwaalde Canadese, reizen we naar Duisburg. Op weg naar de eerste internationale Act Positive Youth Conference over hiv/aids!’ Aids is nog een vrij nieuwe ziekte. Pas enkele decennia geleden werd het virus ontdekt in het zuiden van Afrika. Inmiddels zijn meer dan dertig miljoen mensen besmet. Aids is ingrijpend. Kijk alleen naar de levensverwachting van mensen. Die is in sommige landen gekelderd tot ongeveer 30 jaar. Met alle gevolgen van dien. Jaarlijks sterven ongeveer twee miljoen mensen aan de ziekte. De gevreesde kwaal tiert welig in Afrika. Daarom vragen organisaties uit Afrika en Europa aandacht voor de ABC-formule. A staat voor Abstinence, onthouding (als je nog niet getrouwd bent), B voor Be faithful, trouw (tijdens je huwelijk) en C voor Condoms, condoomgebruik als laatste optie. Voor veel Afrikaanse jongeren is aids geen onbekend fenomeen. Daarom probeert Act Positive zowel Europese als Afrikaanse jongeren met elkaar in contact te brengen om te praten over elkaars ervaringen. De Afrikanen kunnen hun verhaal kwijt, de Europeanen krijgen een idee van de impact van de ziekte. Een win-winsituatie. Het is 2008 als Act Positive zich voor het eerst aan het grote publiek presenteert met een conferentie in Duisburg. Midden in het Ruhrgebied gaan Europese en Afrikaanse jongeren met elkaar in gesprek over aids. Ergens in een zaaltje te midden van de zware industrie wordt het grote doel gepresenteerd: het inzamelen van zo veel mogelijk handtekeningen, die in 2010 aangeboden worden aan het Europees Parlement in Brussel. Een veelbelovende start. Bratislava ‘Laad je opnieuw op! Gebruik dit weekend om geïnspireerd te raken om anderen in je familie, scholen of werkplekken te overtuigen. Wij geloven dat we met z’n allen getuige kunnen zijn van een transformatie, niet alleen binnenin onszelf, maar ook voor hen om ons heen. Hoe het ook zij, ons hoofddoel is hen helpen die lijden aan hiv en aids.’ In 2009 volgt een tweede conferentie in Bratislava, de hoofdstad van Slowakije. Meer dan 40 jongeren uit Nederland helpen met het opstellen van een petitie aan Europarlementariërs die lid zijn van de commissie ontwikkelingssamenwerking. Met jongeren uit

72 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

heel Europa wordt stilgestaan bij de gevolgen van aids. Er zijn workshops over seksualiteit, liefde en omgaan met elkaar. Ook is er ruimte voor debat. Een Slowaakse parlementariër spreekt een videoboodschap in om de conferentiegangers te bemoedigen. Veel indruk maakt het verhaal van een Oekraïense jongere die hiv-besmet is. Op een van de vrije avonden gaan de Nederlandse gasten het centrum van Bratislava in. Aan het einde van de avond is de afvaardiging 600 handtekeningen rijker. Austerlitz ‘Er zijn in deze wereld blijkbaar nog mensen die niet weten wat aids is en wat het met je doet. En dat hier van alles gaande is, behalve gerechtigheid. Welke rechter laat de slachtoffers immers betalen voor de schuld die de dader draagt?’ Conferentie 3, tevens de afsluiting van Act Positive, vindt in Nederland plaats. In Austerlitz, midden op de Utrechtse Heuvelrug. Een programma met veel muziek, ontspanning en tijd voor kennismaking met Europese en Afrikaanse leeftijdsgenoten. Kathleen Ferrier, Tweede Kamerlid namens het CDA, opent de bijeenkomst. Alles staat in het teken van de laatste dag van de conferentie: het aanbieden van de petities bij het gebouw van het Europees Parlement in Brussel! Hoeveel handtekeningen zouden er verzameld zijn? Brussel ‘Als iedereen was zoals jullie, zou de wereld morgen er al beter uitzien dan vandaag. Sinds een paar reizen naar ontwikkelingslanden droom ik van een wereld zonder aids.’ Maandag 15 november, de grote dag. Driehonderd jongeren gaan op weg naar de hoofdstad van België. Een meisje kalkt in koeienletters met stoepkrijt op de straat. ‘Stop AIDS now.’ Gewapend met roodwitte paraplu´s begeven de jongeren zich op weg richting het parlementsgebouw. Twee metershoge banners van Act Positive steken boven de massa uit. Het eindpunt van de mars is het Luxemburgplein. Daar wachten Europarlementariërs Silvana Koch en Peter van Dalen de jongeren op. Zij mogen een petitie en meer dan 100.000 handtekeningen in ontvangst nemen. Missie geslaagd? Ja, want aids staat weer nadrukkelijk op de agenda. Ja, want uit een rapport van UNAIDS blijkt dat het aantal besmettingen in risicolanden zoals Kenia, Botswana en Malawi sterk aan het dalen is. Ja, want dromen van een wereld zonder aids is een prachtig ideaal.


jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 73


Communicatie en fondsenwerving

5 74 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


5.1

Inleiding De eerste maand van het jaar 2010 stond in het teken van de grote ramp die in Ha誰ti plaatsvond. Al snel werd duidelijk dat de schade in de hoofdstad Port-au-Prince gigantisch was. De giften stroomden binnen. Partners konden direct de eerste hulp opstarten. Ook in augustus was bij de overstromingen in Pakistan de betrokkenheid groot. Deze betrokkenheid stelt onze partners in staat veel in de landen te bereiken. Door deze noodhulpacties stegen de inkomsten bij particulieren en bedrijven ten opzichte van vorig jaar met 29%. Halen we noodhulp hieraf, dan zien we bij particulieren nog een lichte stijging, terwijl bedrijven dan 11% minder ontving dan in 2009. Vermogensfondsen kregen dit jaar 8% minder binnen dan in 2009. Terwijl Institutionele Fondsen 28% meer ontvingen. Ook zonder de inkomsten van noodhulpprojecten groeiden ze met 9%. Behalve fondsenwerving zal vanaf 2011 ook fondsentoekenning onder deze afdeling vallen. Vanaf 1 oktober 2010 is er proefgedraaid met deze manier van werken.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 75


5.2 Communicatie Persoonlijk contact en investeren in een communicatie die toegespitst is op een specifieke doelgroep staat bij Woord en Daad hoog in het vaandel. Onderstaande tabellen laten

zien wat we in 2010 hierin hebben bereikt. De successen, maar ook de kritische punten waar we als organisatie van willen leren.

Communicatie in een oogopslag Doelgroep

Percentage

Inkomsten per doelgroep in 2010 (euro)

Particulieren Bedrijven Institutionele donoren Vermogensfondsen Divers Totaal

€ € € € € €

19.760.928 2.725.368 13.045.963 1.320.647 183.691 37.036.597

53% 7% 35% 4% 1% 100%

Aantal

Omvang diverse doelgroepen in 2010 Particuliere gevers Jongeren * Business Platform Bedrijven Lokale vrijwilligers Professionele vrijwilligers

55.000 14.000 114 2.000 750 8

* Jongeren verbonden via Grenzeloos, E-letter en de Indeed E-Letter

Magazine

Doelgroep

Werelddelen Grenzeloos Verrekijker Bouwplaten Intercom E-letter jongeren Indeed E-Letter Daadkracht Daadkracht Nieuwsmail E-letter Vermogensfondsen

Particulieren Jongeren Schoolkinderen Kleuters Comitéleden Jongeren Indeed-jongeren Ondernemers Ondernemers Vermogensfondsen

* aantal bereikte adressen per magazine/uitgave

76 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

Frequentie

Bereik 2009*

Bereik 2010*

Stijging

4 x per jaar 4 x per jaar 1 x per jaar 1 x per jaar 1 x per jaar 10 x per jaar 10 x per jaar 2 x per jaar 11 x per jaar 3 x per jaar

68.109 11.843 84.636 12.145 712 905 153 3.213 410 0

69.639 12.007 81.363 13.962 752 875 151 3.380 358 200

1.530 164 -3.273 1.817 40 -30 -2 167 -52


Activiteiten 2009

Activiteiten 2010

Verschil

104 75 43 18 101 23 15

118 73 27 38 90 23 18

14 -2 -16 20 -11 0 3

Activiteit

Doelgroep

Presentatie Presentatie Presentatie Uitlenen leskist Zangavond Fiets-, boot-, wandeltocht, enz. Verkopingen

Basisschoolleerlingen Jongeren Volwassenen Basisschoolleerlingen Particulieren Particulieren Particulieren

Evenementen

Doelgroep

Thema

Comitédag

Comitéleden

Regioavonden Markt Houten Beurs Wegwijs

Comitéleden Donateurs Particulieren

Platformoverleg Europese jongerenconferentie

Leden Business Platform Jongeren

Landbouw, verbouw je toekomst! Uitwisselen van ervaringen Fondsenwerving Werven adopties en onderhouden contacten Het woord in de praktijk Aids

Publicaties in de media

Bereikte doelgroep 230 310 5.000 7.000 49 250

Realisatie 2009

Doelstelling 2009

Realisatie 2010

282 701 83 17 1.000

260 n.v.t. 68 14 n.v.t.

340 875 56 24 1.295

Landelijke en regionale media (excl. comitépublicaties) Lokale media (comitépublicaties) Bijdrage aan (niet-)christelijke bladen Radio en tv Totale media-aandacht

Website Algemeen: www.woordendaad.nl Comité: comites.woordendaad.nl www.woordendaadindebuurt.nl Jongeren: www.woordendaadjongeren.nl Sharekids: www.sharekids.nl Kids: www.woordendaadkids.nl Bedrijven: www.woordendaadbedrijven.nl Regio Ondernemers: regioondernemers.smartnet.nl Jaarthema: www.eerlijkhandelensamendoen.nl Partners: partners.woordendaad.nl AED: woordendaad-smed.nl Vermogensfondsen: www.woordendaadvermogensfondsen.nl * Samen voor Haïti **: www.samenvoorHaïti.nl

Verschil t.o.v. 2009 + + + +

58 174 7 7 295

Views totaal 2010

Aantal views per dag

1.902.325 9.666 7.855 24.681 1.783 11.756 14.795 1.309 3.232 3.015 884 1.266 13.206

5.212 26 22 68 5 32 41 4 9 8 2 3 37

*Vermogensfondsen is online vanaf 01/08/2010 ** www.samenvoorHaïti.nl is online vanaf 13/01/2010, net na de ramp in Haïti

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 77


Klachten

Aantal klachten Ontvangen Naar tevredenheid afgehandeld Niet naar tevredenheid afgehandeld

Klachten ingedeeld per type Communicatie Identiteit en geloofsbeleving Werkwijze Woord en Daad en/of partners Salarissen Totaal

2008

2009

2010 10 10 0

2010

4 3 1

2008

2009 0 0 4 6 10

4 4 0

3 0 1 0 4

1 1 2 0 4

Signalen

Aantal signalen Ontvangen

Signalen ingedeeld per type

2009

2010 38

2009

2010

Communicatie Identiteit en geloofsbeleving Werkwijze Woord en Daad en/of partners Salarissen Totaal

16

0 0 0 38 38

1 1 4 10 16

Complimenten

Aantal complimenten Ontvangen

Complimenten ingedeeld per type Communicatie Identiteit en geloofsbeleving Werkwijze Woord en Daad en/of partners Totaal

78 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

2009

2010 4

2

2009

2010 0 0 4 4

0 0 2 2


Toelichting klachten, signalen en complimenten Woord en Daad registreert klachten, signalen en complimenten om hiervan te leren en te kijken waar verbeterpunten kunnen worden opgepakt. In het afgelopen jaar kwamen er 38 signalen en 6 klachten binnen over het salaris van de directeur. Dit had vooral te maken met een onjuiste e-mail die de ronde deed. De meeste donateurs zijn na de uitleg van onze werkwijze over kostenbeheersing tevreden gesteld. Er haakten zes donateurs af. De overige klachten bleven op het niveau van 2008 en 2009. Wel is er een toename van de klachten over de werkwijze van Woord en Daad. Dit betrof het benaderen van adressen die niet eerder door Woord en Daad benaderd waren door het sturen van een kennismakingspakket. De keerzijde is dat dit ook positief gewaardeerd wordt en structurele steun oplevert. Woord en Daad houdt dit type klachten bij en bekijkt elk jaar weer of deze strategie aangepast moet worden 5.2.1 Communicatie particulieren Comités Woord en Daad heeft in totaal 87 comités, waaraan circa 750 vrijwilligers verbonden zijn. De regionale en lokale comités zorgen voor plaatselijke fondsenwerving en bewustwording. Uit een onderzoek van NCDO1 onder 1500 mensen bleek dat van de christelijke organisaties Woord en Daad het meeste (spontane) bekendheid geniet! In het voorjaar zijn zeven regioavonden georganiseerd, waarop de organisatie sprak met de comitéleden. In april vond de tweejaarlijkse Woord en Daad-markt Houten plaats. Naast de verkoop van artikelen door comités werd er ook voorlichting gegeven over het werk van Woord en Daad. In september werd de jaarlijkse comitédag georganiseerd,die in het teken stond van het nieuwe jaarthema. Bezoekers waren enthousiast en gaven ook in de evaluatie concrete verbeterpunten. Bijvoorbeeld een minder vol programma. In Soest en Zeist is een jongerencomité actief. Zij organiseerden enkele activiteiten, zoals een volleybaltoernooi, een nachtwandeling en een ontbijtservice. Donateurs In september 2010 werd het nieuwe jaarthema geïntroduceerd: Landbouw, verbouw je toekomst! Met dit thema willen we op prikkelende wijze de link leggen tussen het belang van landbouw en (toekomst)kansen van kansarmen in het Zuiden. Naast veel projectaanvragen van donateurs via de telefoon en e-mail kwamen we ook in contact met hen op de publieksevenementen Wegwijs, Markt Houten en Familiedagen. 1

Adoptie In 2010 werden 34.350 adoptiekinderen door Nederlandse sponsors financieel gesteund. Wanneer er bijzondere ontwikkelingen waren in het thuisland van het kind, informeerden wij de sponsors. Dit gold in het bijzonder bij noodhulpacties voor Haïti, Guatemala, Thailand en Colombia. In mei spraken we met een groep adoptiesponsors over de communicatie rond het adoptieprogramma. Hun kritische, maar opbouwende opmerkingen waren de aanleiding om plannen te maken voor een communicatievernieuwingsslag. Deze zal in 2011 verder uitgewerkt worden. Sommige leerpunten konden we in 2010 al oppakken. Ga naar woordendaadjaarverslag.nl voor alle verbeterpunten voor Woord en Daad. 5.2.2 Communicatie Bedrijven Algemeen Op de vraag van ondernemers om meer informatie over bedrijfsontwikkeling, organiseerde de afdeling Bedrijven in maart een bijeenkomst tussen Nederlandse ondernemers en bedrijfsontwikkelingspartners uit het Zuiden. Daarnaast was ‘Bedrijfsontwikkeling, waarom, hoe en wat’ het thema van magazine Daadkracht, voorjaar 2010. Verder werd de door ondernemers veelgestelde vraag over de invulling van het Woord in het Zuiden beantwoord tijdens de najaarsbijeenkomst van het Business Platform. Woord en Daad en twee partners vertelden daar hoe het Woord in de praktijk van het werkveld gestalte krijgt. Over de bijeenkomsten kregen we positieve reacties. Het najaarsnummer van Daadkracht vertelde ondernemers o.a. hoe Woord en Daad staat in het maatschappelijk debat over ontwikkelingssamenwerking. Betrokken ondernemers werden maandelijks via de nieuwsmail op de hoogte gehouden van (bedrijfs)ontwikkelingen hier en in het Zuiden. Ondernemers die een specifiek project steunen werden via een (half)jaarlijkse rapportage op de hoogte gehouden van de projectvoortgang. Business Platform (teams) & Partners De coördinatiegroep, onderdeel van het Business Platform, vergaderde in 2010 vier keer over resultaten, plannen voor het Business Platform en de organisatie-evaluatie. De Business Partners kwamen in het najaar bij elkaar; de ondernemers en Woord en Daad wisselden van gedachten over het WRR-(Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid)rapport2 en de plannen voor Woord en Daad Financial Services3. De twee Business Platform teams vergaderden in 2010 ook over de resultaten en nieuwe plannen voor ‘hun’ project.

NCDO staat voor Nationale Commissie voor internationale samenwerking

2

voor uitleg over dit rapport zie 6.1

en Duurzame Ontwikkeling

3

zie hoofdstuk 2.5 voor nadere toelichting

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 79


RegioOndernemers De RegioOndernemers organiseerden verschillende activiteiten, zoals een mosseldiner, diverse thema-avonden en een zeiltocht om fondsen te werven voor hun project. RegioOndernemers Zeeland bezochten begin juni de vakschool die zij steunen in Benin. De RegioOndernemersbesturen en Woord en Daad kwamen in mei en november bij elkaar en wisselden ervaringen en ideeën uit. 5.2.3 Communicatie Vermogensfondsen Algemeen Afdeling Vermogensfondsen heeft zich in 2010 verder gepositioneerd als partner voor Familie- en Vermogensfondsen. Dat deed ze onder andere door de boodschap ‘Vermogen in ontwikkeling’ meer gezicht en inhoud te geven. Er is geïnvesteerd in een set communicatiemiddelen die één geheel vormen. Zoals een powerpointpresentatie, de brochure ‘Vermogen in ontwikkeling’ met daarbij behorende projectkaarten, een webpage (www.woordendaadvermogensfondsen.nl) en een digitale nieuwsbrief. De communicatiemiddelen zijn op maat gemaakt en ingestoken op de persoonlijk benadering die bij deze doelgroep past.

5.2.4 Communicatie Media In 2010 waren er vele perscontacten. Met name de aardbeving in Haïti op 12 januari 2010 bracht intensieve perscontacten met zich mee. De landelijke christelijke, maar ook nietchristelijke kranten en informatieve radio- en tv-programma’s hebben Woord en Daad diverse malen geïnterviewd over de omvang van de ramp en de noodhulpactie die Woord en Daad samen met ZOA-Vluchtelingenzorg op touw zette om de getroffenen te helpen. Meer informatie hierover is te vinden op de website www.samenvoorHaïti.nl. De bestaande relatie met de journalisten is in 2010 op een hoger niveau gebracht. Dit blijkt uit het feit dat Woord en Daad later dit jaar diverse malen is benaderd over andere onderwerpen. Er zijn meer persberichten verstuurd dan in 2009, in verband met de aardbeving in Haïti, maar onder andere ook vanwege natuurrampen in Pakistan, Myanmar, Indonesië, Thailand, Benin en Guatemala, wat resulteerde in een kwart meer publicaties. De lokale media berichtten zeer geregeld over de lokale activiteiten van comités. In totaal is Woord en Daad in 2010 bijna 1300 keer in de media genoemd (zie in een oogopslag). Een selectie van artikelen is te vinden in het archiefbestand op www.woordendaad.nl.

5.2.5 Doelstellingen en resultaten

Doelstellingen Communicatie in 2010

Resultaten

De communicatie rond fondsenwerving particulieren is gericht op een groei van het donateursbestand en het informeren van een zo breed mogelijk publiek.

Het adressenbestand groeide in totaal met 4715 adressen. Omdat de noodhulpactie veel nieuwe donateurs opleverde, groeide het aantal adressen navenant. Het publiek werd breed geïnformeerd over diverse onderwerpen die de armoedeproblematiek raken zoals eerlijke handel, landbouw, aids en kinderarbeid. Dit gebeurde tijdens voorlichtingen, doelgroepbijeenkomsten en evenementen zoals beurs Wegwijs.

Stakeholdergroepen die de achterban vertegenwoordigen vanuit particulieren, jongeren, bedrijven en vermogensfondsen leveren een bijdrage op het beleid en geven feedback op de professionalisering daarvan.

De stakeholdergroepen hebben op het beleid voor 2011-2015 input geleverd. De geplande activiteiten en middelen -regioavonden, uitgave Intercom, comitédag- zijn gerealiseerd. Ook werd er een start gemaakt met de cursus Fondsenwerving voor vrijwilligers, door deskundigen vanuit Woord en Daad.

Op basis van een heldere marktstrategie voor vermogensfondsen, grote donoren interesseren en verbinden aan ons werk.

Alleen een goede strategie bleek niet voldoende. We moeten ook interessante ontwikkelprojecten kunnen bieden. Daar bleek meer tijd voor nodig te zijn.

Woord en Daad Vermogensfondsen is succesvol gepositioneerd als samenwerkingspartner wat zal resulteren in minimaal 10 spontane verzoeken uit de markt voor gesprekken voor informatie en/of participatie in netwerken.

Ervaring leerde dat deze doelstelling niet aansluit bij de werkwijze van Vermogensfondsen en daarom ook niet relevant bleek te zijn. Spontane verzoeken zijn in dit segment niet of nauwelijks aan de orde. Contacten ontstaan via netwerken en/of door het op eigen initiatief indienen van projectvoorstellen.

80 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Doelstellingen Media in 2010

Resultaten

Proactief persbeleid voeren en daarbij een goed relatiebeheer voeren met mediacontacten.

Er is een proactief persbeleid gevoerd met vele mediacontacten. De relatie met de journalisten is duidelijk verstevigd. In 2010 zijn er ten opzichte van het voorgaande jaar meer publicaties over het werk van Woord en Daad verschenen.

Uitbreiden van kwalitatieve publicaties in de media.

Goed resultaat. Dit uit zich in 340 publicaties in landelijke en regionale bladen en magazines, met meer kwalitatieve publicaties dan in 2009. Daarnaast is 24 keer aandacht geweest voor Woord en Daad op radio of televisie. De totale media-aandacht bestaat uit 1295 publicaties of vermeldingen.

30 keer een persbericht versturen.

Er zijn 43 persberichten/persuitnodigingen verstuurd naar diverse media.

Doelstelling geheel gehaald

Doelstelling gedeeltelijk gehaald of nog niet bekend

Doelstelling niet gehaald

Opvolging leerpunten 2009 in 2010 (Zie voor volledig overzicht www.woordendaadjaarverslag.nl) Investeren in rapportages op maat aanbieden In 2010 is meer aandacht besteed aan het vastleggen van deze wensen in het systeem. Voor een deel van de donateurs werden rapportages al meer op maat aangeboden, bijvoorbeeld alleen fotoverslagen of verkorte rapportages. In 2011 worden rapportages nog verder op de behoeften van de verschillende donoren afgestemd. Meer informatie online plaatsen We hebben gewerkt aan het aanbieden van informatie over de onderwijssystemen in verschillende landen. Per 1 januari 2011 is dit op de (adoptie)website geplaatst. In 2011 gaat Woord en Daad met een nieuw ICT-systeem werken. Bij de selectie van het systeem is in 2010 deze wens meegenomen. Minder publiceren zodat we meer naar kwaliteit kijken De magazines en website per doelgroep zijn in alle stakeholdergroepen besproken en geëvalueerd. Bij de evaluatie van het blad Werelddelen is naast de klankbordgroep van comités een externe groep professionals op gebied van communicatie vrijwillig betrokken geweest. Leerpunten zijn meegenomen. Belangrijkste leerpunt voor 2010 was: vertel meer de verhalen uit de ontwikkelingslanden die hét verschil maken in het werk en minder over de interne organisatie. We vroegen in 2010 meer aandacht voor noodhulpacties en kregen veel perspublicaties. We hebben ons minder gericht op opiniërende artikelen. We zijn meer voor de kwaliteit gegaan dan zo veel mogelijk artikelen naar de media te sturen. Leerpunten 2010 • Uit evaluaties met sponsors blijkt meer (online) communicatie toegespitst op het project en de donor gewenst. Specifiek op het gebied van adoptiecommunicatie vindt er in 2011 een vernieuwingsslag plaats. • Lokale vrijwilligers zijn onmisbaar voor de bekendheid van Woord en Daad. Om vrijwilligersgroepen ook voor de toekomst vast te houden is vernieuwing nodig. In 2011 denkt Woord en Daad na over nieuwe vormen van vrijwilligerswerk van en rondom de lokale comitégroepen. • Uit evaluaties van de bladen blijkt dat Woord en Daad in de communicatie de lifestory’s van de doelgroep die bereikt wordt in ontwikkelingslanden meer centraal moet stellen en daarbij de successen en leermomenten een duidelijker plaats moet geven. • Uit tevredenheidsonderzoek1 onder bedrijven blijkt dat de betrokkenheid van ondernemers niet optimaal is. In 2011 gaan we manieren zoeken om de betrokkenheid van deze doelgroep bij het werk van Woord en Daad te vergroten op een wijze die tegelijkertijd meerwaarde heeft voor de partner in het Zuiden. Ga voor de aanbevelingen van dit onderzoek naar www.woordendaadjaarverslag.nl. • Er komen geregeld vragen over het salaris van de directie en de mate/wijze van kostenbeheersing. Vaak komen deze voort uit een gebrek aan kennis of uit verkeerde informatie. Daarom willen we over beide onderwerpen meer proactief communiceren en uitleggen. • Woord en Daad wil in de perscommunicatie en via de website de situatie van de armen in ontwikkelingslanden centraal stellen. Hiervoor zullen we de partners meer aan het woord laten, zodat er nog meer kwalitatief goede en persoonlijke artikelen over onze doelgroep in het Zuiden in de media kunnen komen.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 81


5.3 Fondsenwerving Fondsenwerving in een oogopslag Ontwikkeling fondsenwerving per product Particulieren Indeed Nieuwe adopties Sharekids Nieuwe aanmeldingen PartnerPlan Bedrijven Leden Business Platform Businesspartners Aantal Companykids RegioOndernemers

Doelstelling 2010

Realisatie 2010

Realisatie 2009

Groei 500 Groei 805 Groei 100 Groei 500

Groei 20 176 adopties Groei 26 Daling 148

-22 Indeed’ers 126 adopties 17 270 PP’s

120 11 1050 9

Daling 28 (86) Daling 1 (10) Groei 80 (1045) Daling 1 (7)

Daling 6 (114) Gelijk (11) Groei 110 (965) Groei 2 (8)

Realisatie 2010

Realisatie 2009

3.985.000 500.000 9.880.000 15.000 400.000 15.000 14.795.000

4.265.021 5.368.621 9.713.988 12.360 388.278 12.660 19.760.928

4.195.509 505.695 9.678.353 10.800 397.152 12.154 14.799.663

69.512 4.862.926 35.635 1.560 -8.874 506 4.961.265

Inkomsten bedrijven Ledenbijdrage Business Platform Inkomsten CompanyKids Inkomsten RegioOndernemers Overige inkomsten Totale inkomsten

505.000 560.000 575.000 1.970.000 3.610.000

456.000 484.742 260.362 1.524.264 2.725.368

470.000 486.811 235.803 1.374.607 2.567.221

-14.000 -2.069 24.559 149.657 158.147

Vermogensfondsen Totale inkomsten

3.250.000

1.320.647

1.476.763

-156.116

2.177.000 5.037.000 350.000 100.000 604.000 365.000 578.000 900.000 720.000 10.831.000

2.375.044 5.037.000 434.422 219.663 918.362 455.682 549.786 2.417.891 638.113 13.045.963

2.128.122 5.037.000 293.428 85.485 819.755 286.343 528.489 369.836 635.668 10.184.126

246.922 0 140.994 134.178 98.607 169.339 21.297 2.048.055 2.445 2.861.837

Doelstelling 2010 Inkomsten particulieren Inkomsten projecten Inkomsten noodhulp Inkomsten adoptie Inkomsten sharekids Inkomsten PartnerPlan Inkomsten Indeed Totale inkomsten

Institutionele fondsen Prisma-ICCO Min. Buitenlandse Zaken/DGIS/MFS PSO, capaciteitsopbouw NCDO Europese Unie USAID REK (TMF) Overig Noordelijke Samenwerkingspartners Totale inkomsten

Onderwerp mailing Haïti noodhulp Pakistan noodhulp Gift of love Kerstmailing Haïti onderwijs CompanyKids

82 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

Aantal verzonden

Aantal respons

9.855 1.510 9.771 12.428 1.906

10.698 1.086 899 106 15

Verschil

Gem. gift per gever € € € € €

447,00 213,00 17,00 34,60 1.620,00


Algemeen Uit jaarlijkse analyses op het geefgedrag is gebleken dat de afgelopen jaren het adressenbestand is gegroeid, het aantal gevers binnen het bestand vrijwel stabiel is gebleven maar de inkomsten groeiden. Gevers gaven gemiddeld meer giften. Verder zijn door de jaren heen steeds meer jongeren betrokken bij het werk van Woord en Daad. De inkomsten vanuit de achterban liggen op circa 70%, 30% komt vanuit institutionele donoren. Zo loopt Woord en Daad geen risico van afhankelijkheid en kan identiteit gewaarborgd blijven. Binnen fondsenwerving houdt Woord en Daad zich aan de normen zoals aangegeven in hoofdstuk 8. Binnen het fondsenwervingsoverleg krijgen deze geregeld een plaats. Daarnaast zijn in het beleid van de komende jaren een aantal speerpunten benoemd die aansluiten bij deze normen. In een maandelijks koersrapport vindt monitoring plaats van de fondsenwervende doelen. 5.3.1 Fondsenwerving particulieren Noodhulp Haïti werd in januari getroffen door een aardbeving met grote gevolgen. De giften stroomden binnen. Totaal werd 6,3 miljoen euro opgehaald. In augustus werd Pakistan opgeschrikt door een grote overstroming. Ook hier liet de achterban haar betrokkenheid zien. Totaal werd 1,2 miljoen euro gegeven. Financiële adoptie In 2010 meldden 1315 sponsors zich af voor financiële adoptie. Gelukkig waren er ook veel aanmeldingen: totaal 1491. Hierdoor sloten we het jaar af met een nettogroei van 176 adopties, waarmee we op 34.350 adopties komen. Werving vond plaats via de Wegwijsbeurs, advertenties, de website en adoptieambassadeurs. Dit jaar was er naast Gift of love ook de mogelijkheid om te geven voor een Schoolgift. Een cadeau voor de school om zo het onderwijs in het Zuiden te helpen. PartnerPlan Via PartnerPlan konden donateurs ook in 2010 voor minimaal € 5,- per maand meehelpen aan projecten die voorzien in de basisbehoeften. Deze vorm van doneren brachten we onder de aandacht in Werelddelen, via digitale mailings en op de website. Door het minder concrete karakter is het moeilijk werven voor dit project. In totaal zijn er 540 Partnerplanners. Er is een analyse gemaakt van het geefgedrag rondom dit product. Naar aanleiding daarvan zijn de groeicijfers naar beneden bijgesteld. Sharekids en Indeed Voor sharekids, gedeelde financiële adoptie voor jongeren, waren we actief tijdens Wegwijs, via mailings, voorlichtingen en de jongerenwebsite. In totaal zijn er 26 aanmeldingen. In-

deed geeft jongeren de mogelijkheid vanaf € 2,50 per maand mee te beslissen waar hun giftgeld naartoe gaat. Dit product is, net als PartnerPlan, niet concreet, maar geeft een groep jongeren wel de kans iets te betekenen tegen armoede. Dit jaar leverde Indeed een nettogroei van 20 op. De jongerenadviesgroep adviseerde Woord en Daad deze producten breder bekend te maken. In 2011 wordt dit opgepakt. Schoolkids Vanaf 1 januari 2010 zijn we gestart met Schoolkids. Financiële adoptie voor basisscholen. Iedere klas sponsort een adoptiekind en ontvangt een lespakket met meer informatie over adoptie. Via twee mailings, advertentie in Verrekijker en de kidswebsite is geworven voor Schoolkids. Alle huidige adopties via basisscholen zijn omgezet naar Schoolkids. In 2010 zijn er vier scholen bijgekomen die Schoolkids financieren. Dit product wordt begin 2011 geanalyseerd om de groei de komende jaren te waarborgen. Jaarthema en projecten De eerste helft van 2010 was het thema: Eerlijk handelen, samen doen! Vanaf september is het eerdergenoemde Landbouw, verbouw je toekomst! het jaarthema. Hiervoor is € 94.579 binnengekomen. Ook dit jaar zijn er particulieren, kerken of scholen die een specifiek project hebben gefinancierd. Via de website brengen we elke maand een nieuw project onder de aandacht. 5.3.2 Fondsenwerving Bedrijven 2010 was een moeilijk jaar voor veel bedrijven. Dit is ook terug te zien in de inkomsten die met € 2,7 miljoen weliswaar iets hoger waren dan € 2,6 miljoen in 2009 maar toch nog ruim achter zijn gebleven op de begroting van € 3,6 miljoen. Naast de economische crisis zijn langdurige ziekte en personeelswisseling aan te wijzen als oorzaken voor de lagere inkomsten. Business Platform (Teams) Aan het einde van het jaar waren er 97 Business Platformleden. Deze leden verbinden zich voor drie jaar aan Woord en Daad voor een jaarbedrag van minimaal € 5000. De zeven bedrijven die stopten deden dit voornamelijk als gevolg van de economische crisis. De inkomsten van het Business Platform leken achter te blijven, maar aan het einde van het jaar is er nog een inhaalslag gemaakt. In december is een nieuw traject in gang gezet om het Business Platform verder uit te breiden. Het aantal Business Platform Teams is met twee gelijk gebleven aan dat van 2009. Deze teams zijn geëvalueerd; de belangrijkste uitkomst hiervan is dat de structuur, rollen en verantwoordelijkheden van de groep en de organisatie Woord en Daad helderder gemaakt moeten worden.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 83


Business Partners In 2010 had Woord en Daad tien Business Partners. De Business Partners committeren zich aan Woord en Daad voor drie jaar en een minimaal jaarbedrag van € 35.000. Het aantal is gelijk gebleven aan het voorgaande jaar en de geplande groei met een extra partner is niet gehaald. RegioOndernemers In 2010 waren er zeven groepen RegioOndernemers actief. Met elkaar vertegenwoordigen zij 350 bedrijven en daarmee ook een belangrijk deel van de bedrijvenachterban. Er zijn contacten gelegd in drie andere regio’s en de verwachting is dat daar in 2011 nieuwe RegioOndernemersgroepen van start gaan. CompanyKids Aan het begin van 2010 werden via dit speciale adoptieprogramma voor bedrijven 970 kinderen financieel geadopteerd. Aan het einde van 2010 sponsorden bedrijven totaal 1045 kinderen. Hiermee is de doelstelling van 1050 voor 2010 op vijf kinderen na gehaald. Overige inkomsten Net als vorig jaar komt een groot deel van de inkomsten uit bedrijven die geen contract hebben met Woord en Daad. Een aantal van deze bedrijven zijn benaderd met de vraag zich voor langere tijd aan Woord en Daad te verbinden; dit leverde in 2010 nog geen contracten op.

5.3.4 Fondsenwerving Vermogensfondsen De afdeling Vermogensfondsen kon in 2010 haar inkomstendoelstelling helaas niet realiseren. De financiële crisis en dientengevolge de slechte resultaten op de beleggingsmarkt van 2009 speelden mee. Het feit dat Woord en Daad een nieuwkomer is in dit segment, maakte het uiteraard extra moeilijk. Er is het afgelopen jaar echter wel geïnvesteerd in diverse relaties waardoor de vooruitzichten op langere termijn goed zijn. De ingezette koers qua marktbenadering met de focus op partnership slaat goed aan bij nieuwe relaties. Met onder andere de Rabobank Foundation, Wereldfoundation, Turing Foundation en Noaber Foundation zijn duurzame relaties ontwikkeld, waarin we elkaar op basis van expertise niet alleen waarderen maar ook ‘scherp’ houden. ‘Vermogen in ontwikkeling’ dus. Naast de bestaande relaties is er in 2010 ook veel tijd geïnvesteerd in het aanboren van nieuwe strategische contacten via bestaande of nieuwe netwerken zoals vermogensbanken. Naar verwachting zal dat in 2011 en 2012 zichtbaar worden in de cijfers. Vergelijken we de inkomsten Vermogensfondsen van 2009 met 2010, dan is er sprake van een afname van € 150.000. Wanneer we echter de inkomsten 2010 afzetten tegen de doelstelling, dan is daarvan ‘slechts’ 41% gerealiseerd. De verwachte doorbraak laat dus nog op zich wachten.

Opvolging leerpunten 2009 in 2010 (Zie voor volledig overzicht www.woordendaadjaarverslag.nl)

5.3.3 Fondsenwerving Institutionele Fondsen De inkomsten van afdeling Institutionele Fondsen lagen substantieel hoger dan een jaar eerder. Een deel van de verklaring hiervoor is dat kerkelijke donoren goede noodhulpacties voerden voor Haïti en Pakistan. In 2010 zetten we een aparte projectgroep onder leiding van de raad van bestuur in voor het schrijven van de MFS2-aanvraag. De aanvraag is gehonoreerd en zal vanaf 2011 effectief worden. 2010 stond daarnaast voor een deel in het teken van een goede afbouw van vier grotere subsidietrajecten: MFS1 (subsidie van ministerie van Buitenlandse Zaken), ICCO/Prisma-contract, een EU-subsidie voor een waterprogramma in Burkina Faso en een contract met Red een Kind voor de financiering van beroepsonderwijsprojecten in Afrika en Azië. Ondanks een stevige inzet werden geen nieuwe EU-subsidies binnengehaald. Aan de ene kant is de concurrentie bij het aanvragen van subsidies hoger dan enkele jaren geleden, wat de kansen verkleint. Aan de andere kant werd er bij partnerorganisaties verder gewerkt aan capaciteitsopbouw om zo goed mogelijk aan te sluiten bij het kwaliteitsniveau dat van institutionele donoren wordt gevraagd.

84 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

Meer investeren in online fondsenwerving Via verschillende websites zijn wij gestart met online fondsenwervingcampagnes. Dit zetten we voort in de komende jaren. Door het uitstellen van de vernieuwde website is het nog niet mogelijk geweest gebruik te maken van de nieuwste technieken op dit gebied Meer aandacht voor fondsenwervingsproducten voor jongeren Vanaf augustus 2010 zijn wij gestart met een speciale jongerenwebsite: www.woordendaadjongeren.nl. Via de JongerenAdviesGroep worden onze jongerenproducten besproken. Ook zijn we gestart met uitbreiding van het aantal jongerencomités. Effectiviteit van de fondsen- en rapportageplanning vergroten Grotendeels uitgevoerd. Een klein deel van de werkzaamheden is naar begin 2011 overgeheveld, omdat dit taken betroffen die gekoppeld waren aan de realisering van het jaarverslag. Betere afstemming projectvoorstellen voor Vermogensfondsen Het qua timing sturen op de formele bestuursbesluiten bij vermogensfondsen is in 2010 nog onvoldoende uit de verf gekomen, omdat we meer tijd nodig hadden om eerst de projecten te ontwikkelen. In 2011 is dit opnieuw een belangrijk leerpunt.


Leerpunten 2010 • Het succesvol inzetten van de organisatie voor het binnenhalen van nieuwe subsidies, vraagt een goede voorbereiding, planning en ook inzet van partnerorganisaties. Woord en Daad dient partnerorganisaties beter te informeren over wat er nodig is voor het verwerven van subsidie. Daarom biedt Woord en Daad in 2011 trainingen aan op dit gebied • Een analyse van de software van Woord en Daad liet in 2010 zien, dat er ruimte is voor verbetering in de inzet van software voor onze fondsenwerving. Daarom kijken we in 2011 hoe dit concreet kunnen optimaliseren. • In evaluaties met stakeholdergroepen van jongeren en bedrijven wordt aangegeven dat Woord en Daad voor fondsenwerving een bredere groep kan proberen te bereiken zonder daarbij de eigen achterban te verliezen. In 2011 kijken we hoe we in de fondsenwervingsstrategie deze breedte kunnen bereiken. • Het tijdstip van het uitbrengen van programmavoorstellen bij Vermogensfondsen beter afstemmen op de formele besluitvormingsstructuren. Dit was in 2009 ook al een leerpunt. In 2011 zullen we in juni duidelijk hebben welke inkomsten we kunnen verwachten.

5.3.5 Doelstellingen en resultaten

Doelstellingen Fondsenwerving

Resultaten

Inkomsten particulieren € 14.795.000

Nog steeds was duidelijk de crisis waarneembaar. Vooral bij het aantal afmeldingen van Financiële adoptie. Toch blijft het aantal aanmeldingen wel stabiel. Een grote giftenstroom kwam binnen voor noodhulp Haïti en Pakistan. Ook buiten deze geldstroom haalden particulieren de doelstelling.

Inkomsten bedrijven € 3.610.000

De economische crisis heeft juist impact op deze doelgroep. Ook had de afdeling te maken met langdurige ziekte en personeelswisseling, wat invloed had op het relatiebeheer. Aan het eind van het jaar trokken de inkomsten wat aan. De inkomsten zijn ca 6% hoger dan 2009

Inkomsten Institutionele Fondsen € 10.831.000

Naast de inkomsten voor noodhulp via de kerkelijke organen/deputaatschappen is er ook op de overige projecten meer binnengekomen dan begroot.

Inkomsten Vermogensfondsen € 3.250.000

De financiële crisis veroorzaakte slechte resultaten op de beleggingsmarkt. Dit is één van de belangrijkste oorzaken van de tegenvallende inkomsten.

Fondsenwerving Op de diverse fondsenwervingsevenementen krijgen fondsenwervingsproducten voor kinderen en jongeren een duidelijke plaats.

Sharekids, Schoolkids en Indeed kregen op beurs Wegwijs ruimschoots aandacht. Vanuit jongeren is aangegeven dat deze producten breder onder de aandacht gebracht mogen worden.

Online donoren krijgt een prominente en vaste plek in de fondsenwerving.

De online fondsenwerving kreeg een plek in 2010, maar niet een vaste en prominente. Doordat de vernieuwing van de website is uitgesteld, heeft online fondsenwerving nog geen slag gemaakt op de website van Woord en Daad.

Bij alle doelgroepen 2/3 van de achterban bekendmaken met de fondsenwervende producten die voor elke doelgroep is gemaakt.

In de magazines Daadkracht, Werelddelen en Grenzeloos kregen de fondsenwervende producten een vaste plaats, zodat de achterban werd geïnformeerd.

Coördinatie van de diverse projecten van fondsenwerving en rapportages voor diverse doelgroepen verloopt goed.

Verdeling van ruim 385 projecten voor fondsenwerving is vormgegeven door afdeling Institutionele Fondsen. De bewaking van de tijdige beschikbaarheid en kwaliteit van rapportages en eindmemo’s is ten opzichte van 2009 verbeterd: dankzij overdracht aan het Projectsecretariaat. Er is nog ruimte voor verbetering van tijdigheid en kwaliteit van rapportages, die we met een nieuwe structuur in 2011 willen realiseren.

Werving grote contracten met institutionele donoren.

Er zijn geen nieuwe contracten binnengekomen van institutionele donoren. Er liggen wel veel kansen bij institutionele fondsenwerving. Daarom heeft de organisatie geïnvesteerd in het aantrekken van een nieuwe institutionele fondsenwerver. Om effectief te werk te gaan is er ook investering nodig in het partnernetwerk van Woord en Daad.

Doelstelling geheel gehaald

Doelstelling gedeeltelijk gehaald of nog niet bekend

Doelstelling niet gehaald

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 85


Reportage Onderwijs, wederzijds leren

86 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Hoe komen een pabo en een ontwikkelingsorganisatie op het idee om te gaan samenwerken? Beiden hebben als doel het onderwijs in ontwikkelingslanden te verbeteren. Een voorbeeld illustreert hoe het kan gaan. Auteur: Rina Molenaar Joelle is een leerkracht in Lusaka, hoofdstad van Zambia. Ze werkt op een school in een van de achterbuurten daar die wordt gesteund door een partner van Woord en Daad. Haar klas telt 150 kinderen; materiaal er is nauwelijks. Maar ze heeft hart voor ‘haar’ kinderen. Haar ambitie is hen letterlijk de sloppen uit te helpen. Haar directeur is een goedwillend man maar hij heeft weinig visie en durf. Hij is allang blij als de school gewoon draait. Joelle is daar niet tevreden mee. Zij wil meer. Maar hoe? De overvolle klassen en het gebrek aan materiaal en personeel maken vooruitgang onmogelijk. Tot de school in Lusaka zou gaan samenwerken met Woord en Daad en Driestar Educatief… Joelle, haar directeur, de partner en Woord en Daad en Driestar Educatief gaan met elkaar in gesprek. Moeten deze kinderen wel de sloppenwijk uit? Is het niet mooier via de leerlingen en de ouders de wijk zelf te verbeteren? Zodat er iets in de omgeving gebeurt? Dat vraagt een andere manier van leidinggeven en lesgeven! Ouders meer bij de school betrekken. De school openstellen voor activiteiten in de wijk. De ambities van Joelle worden werkelijkheid. Alleen anders dan zij gedacht had! Joelle spreekt vloeiend Engels. Daarom krijgt zij de kans vier maanden in Nederland lessen te volgen via Driestar Educatief. In een internationale klas. Een van haar medestudenten is Bastiaan. Hij is actief in een jeugdvereniging en loopt stage op een basisschool in zijn eigen Slootdorp. Ook hij blijkt in aanmerking te komen voor een internationale klas. Waar hij zijn stage wil gaan doen, weet hij nog niet. Tot Bastiaan Joelle ontmoet. Zambia komt zo ineens dicht bij Slootdorp. En omgekeerd. Joelle en Bastiaan praten over hun familie, hun kerk, hun school en hun vak! Ze delen met elkaar hoe ze tegen Nederland en Afrika aankijken. Lachend stellen ze verkeerde beelden bij. En ze bevragen elkaar. Eindeloos. Bastiaan weet zijn buitenlandse stageplaats: Lusaka! Zijn vrienden en leerlingen genieten nu al van zijn verhalen.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 87


Reportage | Onderwijs, wederzijds leren

Auteur: Kees Vreeken ‘Daar zit ik dan, bovenop een gebatikt kleed op mijn bed. Schuin voor me bevindt zich de cursusruimte met onze Afrikaanse vrienden. Ik zit heel luxe achter mijn laptop. Hier op de schooltjes hebben ze nauwelijks één computer voor de hele school. Wat is nu eigenlijk normaal?’ Aan het woord is Joppa Nijsse, orthopedagoog bij Driestar Educatief. In oktober 2010 bezocht ze Sierra Leone, samen met haar collega’s Koos Boeve, Bram de Muynck en Eef van de Werfhorst om enkele trainingen voor Sierraleoonse docenten te verzorgen. Woord en Daad en Driestar Educatief hebben eind 2009 de handen -officieel- ineengeslagen om samen te werken in het kader van onderwijs en internationalisering. Noord en Zuid kunnen van elkaar leren, zo is de gedachte van beide organisaties. In de komende jaren worden meerdere projecten uitgevoerd om het gezamenlijke doel, interactie tussen Noord en Zuid, te realiseren. Eén van de onderdelen is het traject ‘Edu4Change’, waarin meerdere cursussen worden ontwikkeld, gericht op de verbetering van het onderwijs in Zuidelijke landen. Samen met Bram de Muynck gaf Joppa Nijsse de cursus ‘Parents as partners’. Aan de hand van een rollenspel werd het thema geïllustreerd. De leerkracht bezoekt de vader van Mariatu en spreekt met hem over zijn dochter. De leerkracht vertelt hoe intelligent Mariatu is, luistert naar wat vader te vertellen heeft en deelt de zorgen om het teruggetrokken gedrag. Samen zoeken ze naar wat Mariatu nodig heeft. Vader wordt moed ingesproken door te vertrouwen op God: ‘You have to trust in Jesus!’ Openhartig vertelt Nijsse over haar ervaringen in Sierra Leone. Het viel niet altijd mee om als Nederlander les te geven in zo’n andere cultuur. ‘De eerste dag had ik het gevoel op drijfzand te staan. Ik voelde me dom, vond m’n Engels te beperkt en dacht dat ik maar beter kon stoppen met dit soort werk. Vreselijk! Maar later had ik het gevoel in de branding van de zee te staan. Je kunt springen wanneer je wilt maar er blijft grond onder je voeten. De machtige kracht van de branding gaf een vorm van plezier en voldoening. Het voelde goed.’ Nijsse geeft aan dat daarin voor haar een leermoment ligt. ‘Ik heb ervaren hoe het is om les te geven en tegelijk ook hoe het is om les te krijgen in een andere cultuur. Wat me daarin opviel was de grote betrokkenheid van de cursisten. Iedere dag gaven ze ons weer veel energie om de cursus te geven.’

88 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

Het was bijzonder te ontdekken dat armoede nooit went, ook niet voor mensen uit een land waar armoede aan de orde van de dag is. Nijsse vertelt: ‘Na afronding van de cursus hebben we de dvd over Engdawork laten zien. Op ons als Nederlanders maakte de film indruk, maar op de mensen hier ook. Ik had verwacht, omdat ze armoede gewend zijn, dat de cursisten er wat minder van onder de indruk zouden zijn. Eerder méér. Er werd flink ‘gehumd’ en oh en ah geroepen. De teachers vonden het ook niet normaal dat een meisje van 15 ’s morgens om drie uur opstaat en dan al huiswerk maakt, thuis voortdurend klusjes moet doen en in de pauzes op school ook nog aan het leren is.’ Belangrijke vraag is natuurlijk: welk nut, welke zin heeft zo’n cursus. Wordt de noodzaak ervan ervaren? Volgens Nijsse is dit zeker het geval. ‘De dag voor ons vertrek hadden we een meeting met vertegenwoordigers van de partnerorganisaties om de cursussen te evalueren. Het was goed om de tevredenheid met elkaar te delen en na te denken over het vervolg. Ik kreeg inzicht in de noodzaak van de thema’s waarop de cursussen gericht zijn: didactiek, leiderschap en ouderbetrokkenheid. Tegelijk zag ik dat we niet zomaar wat cursussen aan een clubje teachers gaven. Het streven is dit veel breder te implementeren, zodat zo veel mogelijk leerkrachten zelf deze cursussen kunnen geven. Het gaf me een bijzonder goed gevoel dat de thema’s waarmee we bezig zijn echt aansluiten bij de wensen van de partners en dat gezocht wordt naar een bredere implementatie. Dit zou je nooit kunnen bereiken als je op eigen initiatief dingen zou starten.


Christelijke waarden een betekenisvolle plaats geven Auteur: Ruth Noemi Rodríguez Vorig jaar heb ik drie maanden een minor Christelijk Onderwijs gevolgd aan Driestar Hogeschool in Nederland. Het was een internationale cursus, waarin ik ervaringen deelde met studenten uit Nederland en andere landen. Een mooie kans om verschillende culturen, gewoonten, onderwijssystemen -zelfs van verschillende werelddelen- beter te leren kennen. En een verrijkende ervaring! Ik ben geïnteresseerd in de integratie van christelijke waarden en normen in het lespakket; daarom wilde ik graag deelnemen aan de International Class. Ik heb gemerkt dat de christelijke waarden en normen worden gepromoot in Nederlandse gezinnen en scholen; bijvoorbeeld het bidden en Bijbellezen na elke maaltijd. In Guatemala zijn we dit kwijt geraakt. Daarom houdt de uitdaging me bezig hoe deze waarden in het onderwijs in Guatemala opnieuw gestalte kunnen krijgen. Ik wist dat de cursus me noodzakelijke handvatten en strategieën zou meegeven om te gebruiken bij mijn werk in Guatemala. De opgedane kennis zal het curriculum van de AMG-scholen in Guatemala beïnvloeden, doordat de kwaliteit verbetert en christelijke waarden geïntegreerd worden in het onderwijsprogramma. Deze kennis deel ik weer met onze docenten, zodat het geleerde een betekenisvolle plaats krijgt in het lesprogramma en ook daadwerkelijk verschil maakt in het leven van studenten.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 89


Organisatie, bestuur en netwerken

90 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


6.1

Ontwikkelingen in de organisatie 6.1.1 Inleiding Zoals eerder in dit verslag aangegeven, hadden drie trajecten een grote impact op de interne organisatie. Allereerst de vernieuwing van beleid voor de periode 2011-2015. Dit legde een fors tijdsbeslag op een groot aantal medewerkers. Daarnaast de aanpassing van de interne organisatie bij dit nieuwe beleid, en ten slotte de implementatie van een nieuwe ICTarchitectuur. De laatste zal in 2011 pas afgerond worden en komt daarom in dit verslag nog niet verder aan de orde. 6.1.2 Nieuwe structuur In 2010 is door de organisatie het nieuwe beleid doorvertaald in een vernieuwde structuur. Zoals in eerdere jaarverslagen is aangegeven, organiseert Woord en Daad zich in die vernieuwing rond een aantal rollen: de donorrol, de partnerrol, de leveranciersrol en de verbindersrol. De nieuwe structuur is vanuit deze rollen vormgegeven. De inrichting van de nieuwe ICT-architectuur is vanuit deze rollen geïnspireerd. De werving én toekenning van middelen en fondsen zit nu volledig bij de donorrol. Deze rol wordt vervuld door de vernieuwde afdeling Communicatie en Fondsen in samenwerking met de vernieuwde afdeling Finance, Projectadministratie & Control, en afdeling Resultaatmanagement en Leren (voorheen Advies en Onderzoek). Vanuit deze afdelingen vormen medewerkers de zogenaamde donorteams die vanuit beschikbare middelen en donorbeleid programma-aanvragen beoordelen en de managers advies geven over besluitvorming. Per regio is een donorteam gevormd. Een van de onderdelen van de beoordeling zijn de meetbare en waarneembare prestaties van partners in het Zuiden. Hierom ontwikkelt de afdeling Resultaatmanagement en Leren beleid waarin eisen worden gesteld ten aanzien van het plannen, monitoren en auditen van de prestaties. De partnerrol wordt voor een belangrijk deel ingevuld door de afdeling Partners en Programma’s. Deze afdeling is volledig verantwoordelijk voor inhoudelijke samenwerking op het gebied van de programma’s Onderwijs, Beroepsonderwijs en arbeidsbemiddeling en Basisvoorzieningen. Daarnaast geeft de afdeling inhoudelijke ondersteuning in capaciteitsontwikkeling (met name gericht op het functioneren in netwerken) en beleidsbeïnvloeding. De manager van de afdeling Partners en Programma’s is samen met de unithoofden verantwoordelijk voor de vakinhoudelijke ontwikkeling. Vanuit deze vakinhoudelijke ontwikkeling participeren medewerkers in zogenaamde alliantieteams, die onder leiding van een regiocoördinator staan.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 91


De verbindersrol wordt vanaf 2010 ingevuld vanuit bewustwording en beleidsbeïnvloeding. Bewustwording is erop gericht levens van mensen in Nederland en in de werkgebieden overzee zo veel mogelijk met elkaar te verbinden. Het doel is armoede aan te pakken via beïnvloeding van geef- én leefgedrag.

Deze teams vertalen hun inhoudelijke expertise in support in de regionale partnernetwerken en participeren in de regionale allianties. Op die wijze dragen zij bij aan een inhoudelijke verbetering van programma’s, de kwaliteit van aanvragen en de uitvoering van programma’s. De alliantieteams zijn de ambassadeurs van de allianties in de organisatie van Woord en Daad. Naast de medewerkers van de inhoudelijke units nemen ook specialisten op het gebied van Planning, Monitoring, Evaluatie en Leren (PMEL) vanuit de afdeling Resultaatmanagement en Leren deel. Zij zorgen er voor dat goede methoden ontwikkeld worden of breder toegepast of geïmplementeerd worden. Daarnaast dragen zij zorg voor evaluaties en de implementatie van geleerde lessen. Medewerkers van de afdeling (Agri)bedrijfsontwikkeling brengen expertise vanuit bedrijfsontwikkeling in.

De raad van bestuur waakt ervoor dat vanuit het geformuleerde beleid de verschillende rollen op een integrale en aan elkaar verbonden wijze uitgevoerd worden. In 2010 is de nieuwe structuur ontwikkeld vanuit een werkdocument dat onder de titel ‘De wijn, de zak en de smaak’ halverwege 2010 de organisatie inging. Dit document is in overleg met het Managementteam (MT) en de Ondernemingsraad (OR) verder verfijnd en gebruikt als kader voor de vernieuwing. Op basis van dit document hebben medewerkers in overleg met hun leidinggevenden hun eigen taak vanuit de vernieuwde structuur verder uitgewerkt. Een extern organisatiedeskundige heeft het document van advies voorzien. Uiteindelijk is op basis van het aangepaste document ‘De wijn, de zak en de smaak’ de organisatievernieuwing op 1 oktober 2010 in een pilot gestart en in december 2010 door de raad van toezicht goedgekeurd.

De leveranciersrol heeft in 2010 nog geen concrete invulling gekregen. In 2011 zal gewerkt worden aan het vormgeven van een aparte entiteit die diensten gaat leveren op het terrein van leningen en investeringen. Dit biedt kansen voor de verdere ontwikkeling van het programma voor (Agri)bedrijfsontwikkeling.

Organisatiestructuur per 01-01-2011 Algemeen Raad van toezicht

Staffuncties alg. Verbindende rol Donorrol

Raad van bestuur

Partnerrol Leveranciersrol

Directiesecretariaat

Interne- & perscommunicatie

Kwaliteitsmanagement

HRM

ICT

Beleidsontwikkeling

Beleidsbeïnvloeding

Communicatie & Fondsen

C&F Secretariaat

Bewustwording

92 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

Agribusiness & Enterprise Development

Partners & Porgramma’s

Logistiek Secretariaat AED / P&P / R&L

Resultaatmanagement & Leren

Finance, Projectadministratie & Control


6.1.3 Personeel Per saldo is het aantal medewerkers ten opzichte van 2009 gegroeid. Deze groei is met name het gevolg van het ICTtraject. Verschillende medewerkers participeren in een ICTprojectgroep. Een aantal (deel)taken van deze medewerkers worden door verschillende medewerkers, in tijdelijke dienst, overgenomen. Verder is er in het kader van de noodhulp in Haïti een manager benoemd, Jaap Noordzij, die in Haïti werkzaam is. In-/door-/uitstroom Per 31 december 2010 werken er 68 medewerkers bij Woord en Daad. Dit aantal medewerkers komt overeen met 59,43 fulltime equivalenten (fte). In 2010 zijn er 11 (11,00 fte) nieuwe medewerkers bij Woord en Daad in dienst gekomen. Zes medewerkers (4,55 fte) hebben Woord en Daad in de loop van 2010 verlaten. De reden varieerde van onvoldoende carrièreperspectief (één medewerker), stoppen met werken i.v.m. thuisomstandigheden (twee medewerkers), beëindiging tijdelijk contract i.v.m. einde van het project (één medewerker) tot eenzijdig beëindigen contract i.v.m. onvoldoende functioneren (twee medewerkers). Twee medewerkers kwamen in tijdelijke dienst ter vervanging van twee medewerkers die met zwangerschapsverlof zijn.

Deze zijn niet in bovenstaande tellingen meegenomen. Een aantal medewerkers zijn, op eigen verzoek, minder aantal uren gaan werken. Daarnaast zijn een aantal medewerkers intern van functie veranderd of doorgegroeid. Ten opzichte van 2009 is zowel het aantal medewerkers, van 63 naar 68 (+5), als het aantal fte’s (+4,89) gestegen. Ziekteverzuim Het ziekteverzuimpercentage kwam in 2010 uit op 3,42. In 2009 was het percentage 1,97. De stijging van dit percentage wordt niet veroorzaakt door een verhoging van het aantal meldingen maar door een verhoging van het aantal ziektedagen. Twee medewerkers waren in 2010 langere tijd ziek. Beide zijn inmiddels al weer gedeeltelijk aan het werk. Ondanks de stijging van het ziekteverzuimpercentage ligt het ziekteverzuim, ook gelet op de werkdruk, bij Woord en Daad onder het landelijk gemiddelde. Personeelsbeleid De vijf kernwaarden van Woord en daad kenmerken ook het personeelsbeleid. Naast deze waarden zijn verantwoordelijkheid, dienstbaarheid en eerlijkheid belangrijke kenmerken van een christelijk personeelsbeleid.

Enkele cijfers | Opbouw naar geslacht en leeftijd Geslacht Mannen Vrouwen Totaal

Leeftijd tot 25 25 tot en met 29 jaar 30 tot en met 39 jaar 40 tot en met 49 jaar 50 tot en met 55 jaar 56 tot en met 59 jaar 60 tot met 64 jaar 65 jaar en ouder Totaal

Aantal 2010

Percentage

Aantal 2009

Percentage

36 32 68

53% 47% 100%

30 33 63

48% 52% 100%

Aantal 2010

Aantal 2009

9 11 29 11 3 5 0 0 68

11 14 20 11 5 2 0 0 63

De gemiddelde leeftijd van de Woord en Daad-medewerker is 35,51 (2009: 33,92). Dat betekent dat Woord en Daad, gelet op de leeftijdsopbouw, een relatief jonge organisatie is.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 93


Woord en Daad vraagt veel van haar medewerkers. Op het gebied van inzet, kwaliteit en samenwerken. Daar is in 2010 door de organisatievernieuwing nog een dimensie bijgekomen. In de visie van Woord en Daad is het belangrijk dat mensen en processen op elkaar betrokken zijn. Mensen die binnen processen met elkaar te maken hebben, worden gestimuleerd met elkaar te werken en met elkaar te overleggen. Woord en Daad durft vanuit haar missie hoge eisen aan haar personeel te stellen. Daartegenover staat dat Woord en Daad vanuit haar karakter én vanuit goed werkgeverschap zich ook verplicht voelt een goed personeelsbeleid te voeren. Dat uit zich in goede en evenwichtige primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden, goede arbeidsomstandigheden en arbeidsverhoudingen. Persoonlijke benadering speelt daarbij een grote rol. HRM-ontwikkelingen 2010 Arbeidsvoorwaarden/werving en selectie In 2010 zijn er voorstellen gedaan om diverse arbeidsvoorwaarden aan te passen, zodat deze nog meer aansluiten bij de personeelsbeleid van Woord en Daad. Voorbeelden hiervan zijn compensatie-uren bij reizen, vervanging atv-regeling e.a. Verder waren er relatief veel wervings- en selectietrajecten. Organisatievernieuwing Het jaar 2010 stond in het teken van de organisatievernieuwing. Er zijn voorbereidingen getroffen voor nieuwe functiebeschrijvingen. Per 1 januari 2011 kreeg iedere medewerker een nieuwe functiebeschrijving. Daarnaast is een functiewaarderingsronde voorbereid. Alle nieuwe functiebeschrijvingen worden begin 2011 opnieuw gewaardeerd met behulp van het waarderingssysteem Fuwasys. In het kader van de organisatievernieuwing is er eind 2010 coachings- en trainingsplan opgesteld. Bezuinigingen Als gevolg van achterblijvende inkomsten zijn er in juni en oktober 2009 een aantal maatregelen genomen die betrekking hadden op een beperking van de personeelslasten. In het voorjaar van 2010 bleek dat het kostenpercentage over 2009 alsnog gunstig uitviel. Dit heeft geresulteerd in het alsnog uitbetalen van de eindejaarsuitkering over 2009. De groei van de inkomsten in 2010 is aanleiding geweest om een aantal bezuinigingsmaatregelen eind 2010 in te trekken. Dat betrof met name de eindejaarsuitkering en het weer mogelijk maken van de verkoop van verlofdagen. Medewerkers kregen eind 2010 de mogelijkheid eenmalig extra verlof te verkopen. Dat hing samen met de enorme werkdruk. Deze leidde ertoe

94 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

dat een aantal medewerkers hun vakantiedagen niet hadden opgemaakt. Er is nog wel een terughoudend beleid rond training. Beloningsbeleid Woord en Daad volgt voor de primaire arbeidsvoorwaarden het beloningssysteem dat bij de rijksoverheid gehanteerd wordt (BBRA). Vergeleken met de markt leidt dat tot een gemiddelde salarishoogte. De functies worden net als bij de rijksoverheid via het functiewaarderingssysteem Fuwasys gewaardeerd en vallen binnen BBRA tussen schaal 2 en schaal 16. Woord en Daad heeft een werkweek van 36 uur. Naast de reguliere vakantietoeslag kent Woord en Daad ook een eindejaarsuitkering van 8,33 procent, conform het percentage van eindejaarsuitkering in de BBRA. Woord en Daad hanteert, op grond van in het verleden gemaakte afspraken, de pensioenvoorziening voor Zorg en Welzijn, uitgevoerd door PGGM. Een derde van de premie wordt op het salaris van de werknemer ingehouden. Dit is in overeenstemming met de premieverhouding zoals het pensioenfonds voor de overheid (ABP) hanteert. Woord en Daad verzet veel werk met relatief weinig mensen en stelt daarbij, zoals eerder vermeld, hoge eisen aan haar medewerkers. Hoewel we ons bewust zijn van het feit dat cijfers niet alles vertellen, is de verhouding tussen de totale inkomsten en het aantal fte’s een indicator in hoeverre een organisatie efficiënt werkt en de mate waarin medewerkers verantwoordelijkheid dragen. Voor Woord en Daad levert dit in 2010 het volgende beeld op:

Aantal fte’s per 31/12/2010 Totale inkomsten in 2010 Verhouding inkomsten/fte

59,43 € 37.036.597 € 623.197

Totale personeelskosten Woord & Daad Bruto jaarsalarissen, sociale lasten Pensioenlasten Overige personeelskosten Reiskosten

€ 2.680.961 € 279.408 € 140.704 € 102.479

Totale werkgeverslasten

€ 3.203.552

Beloning raad van bestuur Separaat legt Woord en Daad verantwoording af over de beloning van de raad van bestuur. Sinds 1 januari 2010 heeft Woord en Daad een tweehoofdige directie: een voorzitter


en een lid van de raad van bestuur. Zie verder paragraaf 6.2. voor nadere details. 6.1.4 Interne communicatie Zeker bij organisatieveranderingen, zoals bij Woord en Daad, is de interne communicatie om alle medewerkers op de hoogte te brengen van de ontwikkelingen binnen en buiten Woord en Daad van wezenlijk belang. In 2010 zijn de gebruikelijke mondelinge en schriftelijke communicatiemiddelen aangewend. Dit werd ondersteund door diverse bijeenkomsten. Er werden in 2010 twee reguliere en een extra ingelaste personeelsbijeenkomst gehouden, daarnaast waren er korte updates voor de medewerkers over de nieuwe organisatiestructuur en het ICT-project. Ook is er dit jaar opnieuw aandacht geweest voor de corporate identity van Woord en Daad door een aparte bijeenkomst te organiseren voor de medewerkers die onlangs in dienst zijn gekomen bij Woord en Daad. Hiermee werd een betrokken en positieve houding van de medewerkers ten opzichte van het werk van Woord en Daad gestimuleerd. Door middel van periodieke interne communicatie, waaronder ook een enquête, werden de medewerkers betrokken bij de organisatieverandering en gestimuleerd mee te denken en mee te praten. De open en transparante informatievoorziening werd door de medewerkers positief ervaren. 6.1.5 Ondernemingsraad In 2010 heeft de ondernemingsraad zeven or-vergaderingen en zes ov-vergaderingen (or met de raad van bestuur) gehouden. Daarin is onder andere gesproken over thuiswerken, het meerjarenbeleidsplan 2011-2015, diverse wijzigingen in het personeelshandboek en –het belangrijkste onderwerp– de nieuwe organisatiestructuur die per 1 januari 2011 ingevoerd wordt en de gevolgen daarvan voor het personeel. Tijdens personeelsbijeenkomsten en via e-mail zijn collega’s geïnformeerd over de adviezen van de or en hebben zij de notulen van de or- en ov-vergaderingen gekregen. De samenstelling van de OR (Ondernemingsraad) is aanzienlijk gewijzigd in 2010. In februari werd de bestaande vacature ingevuld door John Lindhout. In juni vonden verkiezingen plaats, waarbij Wouter Rijneveld en Gert-Jan van den Berg aftredend en niet herkiesbaar waren. Per 1 juli traden Lianne Bal (secretaris), Maryse Tanis (algemeen adjunct) en EvertJan Brouwer (voorzitter) als nieuw gekozenen toe tot de or, waarmee deze weer op volle sterkte was.

heden die de or op grond van de wet heeft. Deze is op 19 oktober door de RMU gegeven, in samenwerking met People Plus Human Development. De hier opgedane kennis werd mede benut om een nieuw visiedocument op te stellen, in samenwerking met het personeel. Dit document is begin 2011 definitief vastgesteld. De kern ervan is dat de or zich vooral zal richten op zaken die het personeel direct raken, en dat zij dit doet vanuit een onafhankelijke positie ten opzichte van het gewone management. 6.1.6 Milieu Voor Woord en Daad hoort milieubeleid bij haar kernwaarde rentmeesterschap. In de Nederlandse organisatie doet Woord en Daad een aantal bewuste keuzes op het gebied van milieubeleid. Zo is de kilometervergoeding woon–werk beperkt, zodat mensen gestimuleerd worden dicht bij hun werk te gaan wonen. Ingeval het voor Woord en Daad voordelig is, gebruiken medewerkers een auto van de organisatie. Woord en Daad gebruikt, passend bij het aantal geschatte kilometers, uitsluitend auto’s in de gunstigste energieklasse (14% bijtelling, geen wegenbelasting) en de laagste kilometerprijs. Woord en Daad gebruikt gerecycled papier. Daarnaast kiest Woord en Daad bewust voor een modern geoutilleerd kantoor met goede isolatie waarbij een klimaatcontrolesysteem de luchtverversing reguleert. Op gebied van duurzame energie werken we welbewust met energiezuinige apparatuur. Woord en Daad is strikt in papier- en afvalscheiding, gebruikt zo min mogelijk plastic. Via haar maandelijkse interne nieuwsbrief attendeert Woord en Daad haar medewerkers op kostenbewust gebruik van elektriciteitsgebruik, licht, papier en dergelijke. In een organisatie als Woord en Daad is een goede monitoring van programma’s belangrijk. Reizen per vliegtuig is daarbij onontbeerlijk. Woord en Daad heeft de keus tussen frequente korte reizen, waarbij slechts een partner bezocht wordt, of lange reizen, waarin bezoek aan partners gecombineerd wordt. In het kader van milieubeleid kiezen we opzettelijk voor de tweede optie. Bovendien spaart deze werkwijze tijd en geld uit. In haar programma’s toetst Woord en Daad projecten en programma’s op duurzaamheid (financieel en milieutechnisch) of wordt op stimulerende wijze met partners nagedacht over bijvoorbeeld de inzet van duurzame energie.

Vanwege de sterk veranderde samenstelling had de or behoefte aan een korte training over de taken en bevoegd-

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 95


6.2 Bestuurlijke verantwoording 6.2.1 Bestuurlijke verantwoordelijkheid en Code Wijffels Statutaire naam en algemeen Stichting Reformatorische Hulpaktie Woord en Daad, gevestigd te Gorinchem. De raad van bestuur vult haar functioneren in op basis van de cyclus beleid–operationeel jaarplan-implementatie en evaluatie (zie verder bestuurlijk functioneren). Vanuit bestuurlijk oogpunt is de scheiding tussen toezicht en bestuur conform de Code Wijffels doorgevoerd. De verlenging van het CBF-keurmerk in 2010 bevestigde dat Woord en Daad conform de Code Wijffels werkt en is georganiseerd. Raad van bestuur De raad van bestuur bestaat per 31/12/2010 uit ir. Jan Lock (voorzitter RvB) en drs. Dicky Nieuwenhuis. Zij is per 1/1/2010 door de raad van toezicht benoemd tot lid van de raad van bestuur. Statutair heeft de raad van bestuur beleidsmatig de

verantwoordelijkheid voor de organisatie. Het door de raad van bestuur vastgestelde beleid legt ze ter goedkeuring aan de raad van toezicht voor. Daarnaast geeft de raad van bestuur leiding aan de uitvoerende organisatie van Woord en Daad en valt het managementteam onder het voorzitterschap van de raad van bestuur. Het managementteam vergaderde in 2010 21 keer. In de vergadering in oktober waardeerde het managementteam het functioneren van de raad van bestuur. In diezelfde vergadering vond een zelfevaluatie plaats. Naar het oordeel van het managementteam functioneert de raad van bestuur naar tevredenheid. Conform het schema vond in 2010 een evaluatie van de raad van bestuur/de organisatie plaats door diverse stakeholders (partners, klankbordgroep comités, coördinatiegroep Business Platform). De resultaten van deze evaluaties (zie paragraaf 6.3.) zijn meegenomen door de raad van toezicht in hun beoordeling van de raad van bestuur.

Nevenfuncties voorzitter raad van bestuur

Risicoanalyse

Penningmeester Partos (Nederlandse Branchevereniging voor internationale samenwerking Amsterdam (onbezoldigd, tot 6 oktober 2010).

Nevenfunctie past bij de functie bij Woord en Daad. Ze biedt toegevoegde waarde voor Woord en Daad. De ervaringen en kennis van Woord en Daad komen ten goede aan de sector.

Gedelegeerd bestuurder van de Vereniging Prisma, christelijke organisaties in ontwikkelingssamenwerking, gevestigd te Houten (zie ook Adicisim B.V.).

Deze nevenfunctie ligt in het verlengde van de bestuurdersfunctie bij Woord en Daad. Ze biedt toegevoegde waarde voor Woord en Daad en omgekeerd voor Prisma. Er is een risico voor belangenverstrengeling. Dit is opgelost door afspraken tussen de voorzitter van de raad van bestuur en de raad van toezicht: de voorzitter van de raad van estuur is vanuit Woord en Daad niet betrokken bij besluitvorming rond Prisma. Deze ligt volledig bij het lid van de raad van bestuur (in overleg met de manager Projecten en Programma’s). Ingeval de voorzitter van de raad van bestuur het niet eens is met de besluitvorming door het managementteam rond Prisma legt hij deze ter besluitvorming voor aan de raad van toezicht.

Directeur Adicisim B.V. (deeltijd) Bezoldigd. Gemeenteraadslid van Gemeente Giessenlanden (bezoldigd).

Adicisim B.V. levert management en bestuurlijk advies. De uitvoerende en bezoldigde activiteiten bij Prisma zijn in verband met aansprakelijkheid onder deze B.V. ondergebracht. Zie ook de nevenfunctie onder Prisma.

Lid van de ad hoc begeleidingscommissie onderzoek naar mvo aan Universiteit van Tilburg (onbezoldigd) (tot november 2010).

Deze nevenfunctie heeft geen verband met Woord en Daad. Ze levert geen risico op voor het werk bij Woord en Daad. Deze nevenfunctie past bij de functie bij Woord en Daad en biedt toegevoegde waarde voor de samenwerking met het bedrijfsleven.

Lid raad van toezicht voor masteropleiding en kenniscentrum Besturen van Maatschappelijke organisaties aan de Vrije Universiteit van Amsterdam (onbezoldigd).

Deze nevenfunctie past bij de functie bij Woord en Daad en biedt toegevoegde waarde als het gaat om het doordenken van vraagstukken van leiderschap in het partnernetwerk van Woord en Daad.

96 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Ir. Jan Lock heeft naast zijn functie als raad van bestuur van Woord en Daad diverse nevenfuncties. In de tabel op pagina 96 staan deze beschreven, met een beknopte weergave van de toegevoegde waarde en een eventuele risicoanalyse voor het werk van Woord en Daad. Drs. Dicky Nieuwenhuis is naast haar functie als lid van de raad van bestuur redactielid publicaties ForumC (Cahier), forum voor geloof, wetenschap en samenleving. Deze nevenfunctie heeft geen direct verband met Woord en Daad. Daarnaast is ze actief als lid van de steunfractie van een lokale politieke partij in Culemborg, wat evenmin van invloed is op haar functie. Raad van toezicht De raad van toezicht keurt het door de raad van bestuur vastgestelde beleid goed. Tevens is het haar verantwoordelijkheid om het functioneren van de raad van bestuur te beoordelen. De raad van toezicht bestaat uit negen leden (zie voor samenstelling en rooster van aftreden bijlage 1). Eind 2010 waren Jan Plaisier RA en mr. drs. Dirk Vergunst aftredend en niet herkiesbaar. Daarnaast trad dr. Roelof Bisschop een jaar voor het einde van zijn termijn af. Met het oog op de opvolging is een open sollicitatieprocedure (ad-

vertenties, website, bedrijfsprofiel) gevolgd. Dit heeft geleid tot de benoeming van mevrouw J. Achterstraat-Floor. Zij volgt Roelof Bisschop op. In de overige vacatures kon nog niet tot benoeming van leden van de raad van toezicht worden overgegaan. Vanaf 1 januari 2010 is ds. C. (Coen) Westerink de voorzitter van de raad van toezicht. In het eerste halfjaar van 2010 leidde de algemeen adjunct de vergaderingen. De raad van toezicht wordt samengesteld op basis van inhoudelijke profielen. Per 31 december 2010, zie onderstaande tabel. De raad van toezicht vergaderde in 2010 zes keer, waarvan twee keer in afwezigheid van de raad van bestuur. Tijdens de vergadering in maart 2010 keurde zij de jaarrekening goed. In juni keurde zij het meerjarig beleidsplan 2011–2015 goed en de goedkeuring van het jaarplan vond plaats in oktober 2010. Bijzondere aandacht vroeg de verhouding tussen de raad van roezicht en de raad van bestuur. Met het oog op een goede en heldere verdeling van taken, rollen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, is besloten in het voorjaar van 2011 in een gezamenlijke sessie van raad van toezicht, raad van bestuur en het managementteam onder leiding van een externe facilitator te organiseren.

Lid raad van toezicht

Beroep

Aandachtsgebied binnen W00rd & Daad

Toegevoegde waarde binnen Woord & Daad

Ds. Coen Westerink

Predikant

Voorzitter. Aandachtsgebied identiteit van de organisatie

Vanuit achtergrond een logische link naar de kant van de identiteit van Woord en Daad.

Mr. drs. Dirk Vergunst

Rechter

Juridische zaken en algemeen adjunct

Er is een inhoudelijke verbinding tussen het vakgebied en het aandachtsgebied.

Dr. Roelof Bisschop, secretaris

Conrector scholengemeenschap; geschiedkundige Registeraccountant

Institutionele fondsenwerving en fondsenwerving bedrijven i.c. particuliere fondsenwerving, lokale comités en jongeren. Secretaris Begroting, budget incl.financiële en fiscale zaken, p&o

Vanuit zijn vak helder zicht op zaken die de achterban inclusief jongeren met Woord en Daad verbindt. De professionele achtergrond past logischerwijs bij het aandachtsgebied.

Jan Plaisier, RA

Registeraccountant

Begroting, budget inclusief financiële en fiscale zaken, personeel en organisatie

De professionele achtergrond past logischerwijs bij het aandachtsgebied. (vervolg op p. 98)

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 97


(vervolg van p. 97)

Lid raad van toezicht

Beroep

Aandachtsgebied binnen W00rd & Daad

Toegevoegde waarde binnen Woord & Daad

Drs. Marja C. van de Lagemaat

Docente Frans/decaan vwo; onderwijskundige

Onderwijs

Er is een inhoudelijke verbinding tussen het vakgebied en het aandachtsgebied.

Dr. ir. Roel A. Jongeneel

Universitair docent landbouweconomie en internationale handel

Arbeid en Inkomen (microkrediet, vaktraining, Job & Business Centres) i.c. het Business Platform

Er is een inhoudelijke verbinding tussen het vakgebied en het aandachtsgebied.

Dr. Pieter Honkoop

MDL-arts; ervaring in tropische geneeskunde

Basisvoorzieningen en humanitaire hulpverlening

Er is een inhoudelijke verbinding tussen het vakgebied en het aandachtsgebied.

Dr. ir. Gerben Nooteboom

Onderzoeker en universitair docent antropologie en ontwikkelingsstudies

Advies en Onderzoek, evaluatie en beleidsbeïnvloeding

Er is een inhoudelijke verbinding tussen het vakgebied en het aandachtsgebied. Beleidsbeïnvloeding vooral vanuit de inhoudelijke kant.

Ing. Kees van Burg

Directeur Kapitaal Investeringen Dow Chemical

Arbeid en Inkomen (microkrediet, vaktraining, Job & Business Centres) i.c. het Business Platform; Investeringsmogelijkheden, Businessplannen

Er is een inhoudelijke verbinding tussen het vakgebied en het aandachtsgebied.

Jaarlijkse evaluatie raad van toezicht Normaal gesproken evalueert de raad van toezicht jaarlijks haar functioneren. Dat gebeurt onder meer aan de hand van een peer review van de herkiesbare leden van de raad van toezicht. In 2010 waren de aftredende leden van de raad van toezicht niet herkiesbaar of stelden zij zich niet herkiesbaar. Daarom vond geen peer review plaats. Financiële auditcommissie Conform de regelgeving vanuit de Code Wijffels is ingeval van een eenhoofdige raad van bestuur een financiële auditcommissie nodig en noodzakelijk. Hoewel Woord en Daad in 2010 een tweehoofdige raad van bestuur had, is de auditcommissie -van drie leden- toch gehandhaafd. Vanuit de raad van toezicht participeren twee leden en er is een extern lid (zie voor samenstelling bijlage 1). De auditcommissie adviseert de raad van toezicht inzake financiële voorstellen van de raad van bestuur en geeft haar opinie over de financiële handelwijze van de raad van bestuur. De auditcommissie vergaderde in 2010 drie keer; eenmaal over jaarrekening 2009, een keer over de begroting 2011 en een keer over de voorstellen van de raad van bestuur met het oog op het opvangen van de koersval van de euro. In alle gevallen adviseerde zij de raad van toezicht de voorstellen van de raad van bestuur over te nemen.

98 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

Accountant en benoeming accountant Om haar toezichthoudende taak goed uit te kunnen oefenen laat de raad van toezicht de raad van bestuur en de onder de raad van bestuur functionerende organisatie extern en onafhankelijk controleren op zowel het financiële doen en laten als de procesmatige gang van zaken. Daartoe benoemt zij een accountant. In 2010 was Roza B.V. uit Veenendaal de accountant van Woord en Daad. De verlenging van de benoeming was onderwerp van besluitvorming in 2010. De financiële auditcommissie adviseerde de raad van toezicht de benoeming van Roza als accountant te verlengen en jaarlijks te evalueren. De accountant neemt zowel deel aan de vergaderingen van de auditcommissie als de vergadering van de raad van toezicht waarin de jaarrekening besproken wordt. De raad van toezicht vraagt in die vergadering het oordeel van de accountant. Beoordeling van de raad van bestuur door de raad van toezicht In de decembervergadering beoordeelde de raad van toezicht op basis van resultatenrapportage, extern VFI (Vereniging Fondsenwervende Instellingen) benchmarkonderzoek en rapportage van belanghebbenden (klankbordgroep comités, coördinatiegroep Business Platform, ondernemingsraad, managementteam, partners) het functioneren van de raad van


bestuur. De beoordeling viel positief uit. Bijzondere aandacht vroeg wel de communicatie en de rol- en taakverdeling tussen raad van toezicht en de raad van bestuur. De raad van toezicht volgde de prestaties van de organisatie en de raad van bestuur aan de hand van een maandelijks koersrapport. Daarbij beoordeelt de raad van toezicht vanuit haar toezichthoudende rol met name of de raad van bestuur bij afwijking van plannen adequaat reageert en relevante corrigerende maatregelen doorvoert. In 2010 betrof dit met name de beoordeling van corrigerende maatregelen in verband met de koersval van de euro en een aantal corrigerende maatregelen (met name in de uitgavensfeer rond het programma bedrijfsontwikkeling) in verband met de tegenvallende inkomsten uit het bedrijfsleven. Beloning raad van bestuur De beloning van de raad van bestuur was integraal onderdeel van de beoordeling van de raad van bestuur in december. De raad van bestuur van Woord en Daad heeft binnen het systeem geen eigen salarispositie. Ook de functies binnen de raad van bestuur worden via Fuwasys beoordeeld. Voor 2010 viel de functie van voorzitter van de raad van bestuur in schaal 16, trede 10, het salaris van het lid van de raad van bestuur viel in schaal 14, trede 3. Binnen de goededoelenbranche geldt de adviesregeling ‘salarissen directeuren goede doelen’ als richtinggevend. Vanuit de systematiek heeft de positie van directie bij Woord en Daad een weging van 485 punten. Bij een tweehoofdige directie geldt hierbij voor de voorzitter van de raad van bestuur een percentage van 87%, voor het lid van de raad van bestuur geldt een percentage van 80%. Dit betekent dat bij de positie van de voorzitter van de raad van bestuur een weging hoort van 422 punten, voor het lid van de raad van bestuur een weging van 388 punten. Bij die functiezwaarte horen voor 2010 maximumsalarissen, respectievelijk van € 109.550,00 en € 98.257,00. Het niveau van de brutojaarsalarissen van leden van de raad van bestuur lagen daar in 2010 ruim onder. Woord en Daad kiest daarvoor omdat ze ervan overtuigd is dat bij de aard van het werk van de organisatie bescheidenheid in beloning past. De prestaties van de organisatie (zowel in 2009 als in 2010 was er over het geheel sprake van een redelijke tot forse groei) gaven geen aanleiding om van de systematiek af te wijken. Salariskosten raad van bestuur De raad van toezicht heeft het bezoldigingsbeleid, de hoogte van de directiebeloning en de hoogte van andere bezoldigingscomponenten vastgesteld. Het beleid wordt periodiek geactualiseerd.

Bij de bepaling van het bezoldigingsbeleid en de vaststelling van de beloning volgt Stichting Woord en Daad de Adviesregeling Beloning Directeuren van Goede Doelen van VFI en de Code Wijffels. De adviesregeling geeft aan de hand van zwaartecriteria een maximumnorm voor het jaarinkomen. De weging van de situatie bij Woord en Daad vond plaats door de raad van toezicht. Dit leidde tot een zogenaamde BSD-score van 485 punten met een maximum jaar inkomen van respectievelijk € 109.550,00 (voorzitter van raad van bestuur) en € 98.257,00 (lid van raad van bestuur). De voor de toetsing aan VFI-maxima relevante werkelijke jaarinkomens van de directie bedroegen in 2010 € 99.894,00 voor de heer J. Lock en € 63.221,00 voor mevrouw D. Nieuwenhuis. Deze beloningen bleven binnen VFI maxima. De hoogte en samenstelling van de bezoldiging word in de jaarrekening toegelicht in de toelichting op de staat van baten en lasten. In 2010 was het lid van de raad van bestuur vijf maanden met zwangerschapsverlof. Dit vroeg een grote inzet van de voorzitter van de raad van bestuur, mede door de organisatievernieuwing, de ontwikkeling van nieuw beleid, het indienen van de MFS2-subsidieaanvraag en het nieuwe ICT-traject die in dezelfde periode plaatsvonden. Daarom is in 2010 zijn dienstverband niet aangepast. Naar verwachting zal de raad van bestuur in 2011 wel volledig functioneren. In dat verband besloot de raad van toezicht in goed overleg met de raad van bestuur om het dienstverband van de voorzitter van de raad van bestuur vanaf 1 januari 2011 terug te brengen naar 33 uur per week. Die ruimte gebruikt de voorzitter van de raad van bestuur voor zijn nevenfuncties. 6.2.2 Bestuurlijke functioneren Organisatie en Code Wijffels De organisatie staat onder leiding van de raad van bestuur De verhouding tussen de raad van toezicht en de raad van bestuur is geregeld conform de Code Wijffels. De werkorganisatie is opgesplitst in vijf afdelingen. Vier van de vijf afdelingen kennen een assistent-manager. De opbouw per 31/12/2009, zie tabel op pagina 100. De managers van de afdelingen vormen met elkaar het managementteam, Dit team wordt voorgezeten door de voorzitter van de raad van bestuur (en bij diens afwezigheid door het lid van de raad van bestuur). Het managementteam adviseert de raad van bestuur over besluitvorming. Afwijking van het advies wordt via de notulen van het managementteam vastgelegd. De raad van toezicht neemt kennis van deze notulen.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 99


In de uitvoering heeft de raad van bestuur verantwoordelijkheden en bevoegdheden gedelegeerd naar de afdelingsmanagers. De procedures hiervoor zijn vastgelegd in het organisatiehandboek. Via interne controle wordt naleving van de procedures door de afdeling Finance en Control gerapporteerd aan de raad van bestuur. Tussen de afdelingen en de raad van bestuur zijn vier staffuncties: • directiesecretariaat, Tosca van Breda • humanresourcesmanagement, Herman Hendriks • kwaliteitsmanagement, Harmke van Ooijen • interne en perscommunicatie, Wilma van der Meij Per 1 januari 2011 komen er twee staffuncties bij: beleidsbeïnvloeding (Evert-Jan Brouwer) en ICT (Gert-Jan van den Berg) Onkostenvergoedingen De raad van bestuur vervult een bezoldigde functie. De leden van de raad van toezicht krijgen alleen een kostenvergoeding. In de praktijk betreft dat een vergoeding voor de verreden kilometers en vergoeding voor porti en telefoonkosten. De vergoeding bedraagt per gereden kilometer € 0,28. Nevenfuncties De leden van de raad van bestuur en raad van toezicht hebben diverse nevenfuncties (zie paragraaf 6.2.1. en bijlage 2 voor de relevante nevenfuncties). Vóór het aangaan van nevenfuncties worden deze getoetst aan de statuten van Woord en Daad. Er zal geen goedkeuring plaatsvinden als er risico bestaat op belangenverstrengeling of afhankelijkheid. Evalueren en leren Evalueren en leren is structureel verankerd binnen de beleidscyclus van Woord en Daad. Meer informatie hierover in hoofdstuk 3. Jaarverslag Het jaarverslag geeft een goed beeld van het werk van Woord en Daad. Het gaat in op zowel het werk in Afrika, Azië en Zuiden Midden-Amerika als op het werk in Nederland en Europa.

Woord en Daad beschikte in 2010 over voldoende middelen om haar werk voor het grootste deel volgens de voorgenomen plannen en langs de strategische lijnen uit te voeren. Woord en Daad stelt budgetten vast in lokale valuta. De euro was in het verslagjaar aanzienlijk zwakker dan op basis van de jaarplannen werd aangenomen. Daardoor was er sprake van substantieel koersverlies. Dit is voor een deel opgevangen uit bestaande fondsen. Daarnaast is in 2010 besloten tot het instellen van een koersrisicofonds. Daarin vloeien koerswinsten en daaruit worden koersverliezen gefinancierd. Vanaf 2011 zal generiek 1 procent van de koersgevoelige fondsen aan de bestedingskant apart gezet worden om dit fonds op te bouwen. Aan de inkomstenkant was er sprake van een opvallende groei bij particulieren. Aan de bedrijvenkant en de kant van de vermogensfondsen vielen de inkomsten tegen. De aan deze bronnen van inkomsten gerelateerde uitgaven werden beperkt. De inkomsten uit noodhulp waren zeer aanzienlijk. Alles bij elkaar vielen de inkomsten € 4.450.598 hoger uit dan begroot en € 7.435.597 hoger dan in 2009. Door het strikt volgen van de budgetbewakingssystematiek was er slechts sprake -ondanks koersverliezen en op onderdelen tegenvallende inkomsten- van een overschrijding van 1,69% op het budget buiten noodhulp. Jaarrekening Voor gedetailleerde financiële gegevens verwijzen we naar de jaarrekening met toelichting. In het operationeel jaarplan voor 2010 is een begroting onderbouwd van € 32.586.000. Een deel daarvan (€ 2.985.000) zat in de categorie niet goed te voorspellen inkomsten. De uiteindelijke inkomsten komen uit op € 37.036.597. Met name in het laatste kwartaal van 2010 bleven de inkomsten uit bedrijven en vermogensfondsen sterk achter. De inkomsten van particulieren en institutionele fondsen vielen hoger uit dan begroot. Door de koppeling van uitgaven aan inkomsten was er sprake van een goed evenwicht tussen baten en lasten. De organisatiekosten bleven binnen de begroting en onder de 10 procent. Ook het driejarig gemiddelde bleef binnen de 10-procentnorm.

Afdeling

Onder leiding van

Plaatsvervanger

Finance en Control Communicatie en Fondsenwerving Projecten en Programma’s Bedrijfsontwikkeling Advies en Onderzoek

Drs. Arnold van Willigen Rina Molenaar Ir. Leen Stok Ing. Maarten van Middelkoop Dr. Wim Blok

Geurt Versteeg, MBA Wim Hasselman Ellen van den Hil, MPHC n.v.t. n.v.t.

100 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Begroting 2011, meerjarenbegroting en beleidsvoornemens Na de jaarrekening is de begroting over het jaar 2011 en de meerjarenbegroting opgenomen. De beleidsvoornemens zijn vastgelegd in hoofdstuk 1 van dit jaarverslag. Overige beleidsuitgangspunten, van belang voor bestuurlijke verantwoordelijkheid en functioneren Vermogen Het vermogen van de stichting is opgesplitst conform de regels van het CBF in reserves. Reserves Woord en Daad streeft naar een evenwicht tussen inkomsten en uitgaven. De opbouw van het operationeel jaarplan is daarop afgestemd: tegenover bestedingen dienen via fondsenwerving inkomsten te staan. De koppeling tussen specifieke inkomsten en specifieke uitgaven is zo beter geborgd. Voor 2011 is er ook een koppeling gemaakt tussen organisatiekosten en categorieën inkomsten. Zie verder de paragraaf risicomanagement (paragraaf 8.4.). Vanaf 2011 vormt Woord en Daad een reserve voor de opvang van koersverliezen. Fondsen De bestemmingsfondsen zet Woord en Daad overeenkomstig de bestemming in bij de uitvoering van de projecten. Indien er bij projecten in aanvang nog te weinig fondsen binnen zijn, wordt per balansdatum het tekort aangevuld vanuit het algemeen fonds. Indien alsnog via fondsenwerving dekking voor het project gevonden wordt, wordt dit bedrag terug-

Categorie in de begroting

geboekt naar het algemeen fonds. Tot de bestemmingsfondsen behoren ook de adoptiefondsen. Omdat het beleid is dat de voor adoptie ontvangen gelden na aftrek van 10% kostendekking beschikbaar zijn voor de kosten van de adoptieprojecten, worden de verschillen toegevoegd of onttrokken aan de adoptiefondsen. Tijdelijk zijn enkele van deze fondsen negatief door de koersontwikkelingen in de achterliggende jaren. Ultimo 2009 waren bij vijf organisaties de fondsen negatief terwijl bij negen organisaties de fondsen positief waren. Beleggingsbeleid Doordat aanvaarde projecten meestal in termijnen betaald worden en het opstarten van nieuwe projecten tijd vergt, zijn er tijdelijke liquiditeiten aanwezig. Deze worden risicoloos belegd (zie verder paragraaf 8.4, risicomanagement). Procesbeheersing Stichting Woord en Daad streeft transparantie na bij de uitvoering van de werkzaamheden. De toekenning van de fondsen, besteding van fondsen, bewaking van project- en programma-uitvoering en rapportage vonden in 2009 plaats volgens de procedures en processen, zoals vastgesteld door de stichting. In dit jaarverslag beschrijven we onder ‘Procesbeheersing’ (hoofdstuk 8) in hoofdlijnen de wijze waarop Woord en Daad aan procesbeheersing gestalte geeft. In een afzonderlijke verklaring geeft de accountant een oordeel over de beheersing van deze processen. Het doel van deze beschrijving is het afleggen van verantwoording over de wijze

Inkomsten begroot 2010

Uitgaven

gerealiseerd 2010

begroot 2010

gerealiseerd 2010

Inkomsten relatief zekere inkomsten en daaraan gekoppelde toezeggingen naar partners (groene categorie)

€ 29.601.000

€ 29.210.379

€ 29.601.000

€ 31.784.484

Inkomsten met onzekere basis en pas toezeggingen aan partners als inkomsten gerealiseerd zijn (oranje categorie)

€ 2.985.000

190.879

€ 2.985.000

190.879

7.635.339

3.026.759

Overige onvoorziene inkomsten (categorie rood) Totaal begroting

€ 32.586.000

€37.036.597

0

€ 32.586.000

€ 35.002.122

Resultaat € 2.034.474 In de categorie groen is sprake van een duidelijke overbesteding. Die heeft te maken met de ontwikkeling van de koersen. Woord en Daad zegt budget toe in lokale valuta en de koersrisico’s zijn voor Woord en Daad. De overschrijding is in de eerste helft van het jaar voorzien. In mei / juni is een inventarisatie gemaakt over de opvang van het verlies. Toen was al duidelijk dat door eerdere maatregelen in 2010 i.v.m. het tekort in 2009, door beschikbaarheid van bestemmingsfondsen, beschikbaarheid van positieve partnerrekeningen en door overleg met donoren een groot deel van het verlies vanuit die bronnen kon worden opgevangen. Dat is ook daadwerkelijk gebeurd. Dat er sprake is van een positief “resultaat” heeft vooral te maken met de inkomsten op noodhulp en rehabilitatie. Omdat de uitgaven verspreid over de periode 2010 – 2013 worden gedaan, is er sprake van een positief resultaat in 2010. Door de verplichte inrichting van de jaarrekening, zullen de uitgaven voor noodhulp in de komende jaren juist leiden tot een te voorzien negatief resultaat. Uiteindelijk zal het geheel ultimo 2013 op nul uit moeten komen.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 101


besteedt en die ieder voor zich aan normen gebonden zijn. De eerste doelstelling is advies en onderzoek: Woord en Daad maakt budget vrij voor advies en onderzoek inclusief evaluatie, onderzoek en beleidsbeïnvloeding in het Noorden. Dit werk is op verzoek van partnerorganisaties en past in de projecten en programma’s. Formeel mag hier maximaal 2,5% voor vrijgemaakt worden. In 2010 betrof het niveau 1,42 % (begroot 2,51%). De tweede doelstelling is armoedebestrijding in het Zuiden: de overige inkomsten worden besteedt in projecten en programma’s in het Zuiden. In 2010 was dit 89,33% van de bestedingen.

waarop Woord en Daad de haar toevertrouwde middelen beheert en besteedt. Daarnaast borgt Woord en Daad haar processen via het ISO 9001–2000. Dit certificaat verkreeg Woord en Daad in 2002. Het certificaat werd in 2009 verlengd. Kosten, organisatie, advies en onderzoek, bewustwording Woord en Daad gaat er in haar planning en monitoring vanuit dat maximaal 10 procent van haar budget uitgegeven mag worden aan de kosten van de Nederlandse organisatie. Voor 2010 kwamen deze kosten uit op 9,06% (begroot 10,0%). Woord en Daad kent twee doelstellingen waarbinnen zij de inkomsten

Grafiek inkomsten 1973 tot en met 2010 gerealiseerd en begroot   



       



 



   

  







 



 



   

 























 











   























102 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


























































6.3 Stakeholders en netwerken Woord en Daad zoekt in haar werk voortdurend naar partners die kunnen bijdragen aan de eigen missie van de organisatie of die het werk in Nederland of het Zuiden verder kunnen versterken. De vraag naar de toegevoegde waarde van de samenwerking is daarbij essentieel. Want samenwerken kost tijd en energie. Maar als de synergie er is, levert het ook veel op. Tevredenheidonderzoek stakeholders De samenwerking met directe belanghebbende (stakeholders) zijn erg belangrijk voor Woord en Daad. Het gaat hierbij om belanghebbenden die deel uitmaken van het primaire proces van Woord en Daad. Aan de ene kant de vertegenwoordigers van onze Nederlandse achterban, aan de andere kant gaat het om partners in het Zuiden die de diverse programma’s implementeren. De inhoud en bereikte resultaten in het kader van deze contacten zijn te lezen in hoofdstuk 2 (met name 2.1.3. ontwikkeling partnernetwerk en regionale allianties) en hoofdstuk 5 (met name 5.2. over communicatie met diverse Nederlandse stakeholders). In 2010 is een tevredenheidonderzoek gehouden onder alle Nederlandse stakeholders. Tevredenheidonderzoek onder Zui-

delijke stakeholders vindt eens in de twee jaar plaats; dit volgt in 2011. De evaluatie van de relatie met Nederlandse stakeholders richtte zich op bedrijven, vrijwilligerscomités en vermogensfondsen, die vertegenwoordigd worden door de coördinatiegroep bedrijven, de klankbordgroep comitéleden en de klankbordgroep vermogensfondsen. Deze groepen (variërend van zes tot acht personen) hebben in eerste instantie een enquête ingevuld. Op basis daarvan is een gesprek gevoerd met de stakeholdergroepen, betrokkenen van de afdeling Communicatie en Fondsenwerving, de raad van bestuur en vertegenwoordiger(s) van de raad van toezicht. De enquête en het gesprek zijn samengevat in een eindverslag, dat vervolgens door de raad van toezicht is gebruikt in de jaarlijkse beoordeling van de raad van bestuur (zie 6.2). In onderstaande tabel een samenvatting van de uitkomsten. Samenwerking en netwerken Woord en Daad participeert in diverse samenwerkingsverbanden en netwerken. Onderstaand een overzicht van de aard en inhoud van de diverse vormen van samenwerking.

Samenvatting evaluatie stakeholdergroepen 2010 Onderwerp

Tevredenheid

Opvolging

Identiteit

In grote lijnen zijn alle stakeholdergroepen tevreden over de vormgeving en de herkenbaarheid van de christelijke identiteit van Woord en Daad. Vanuit comités zijn er vragen over de invloed van Zuidelijke partners op identiteit. Vanuit bedrijven en vermogensfondsen wordt aangegeven dat identiteit nog helderder neergezet mag worden, om onderscheidend te blijven.

In 2011 wordt een gesprek met de klankbordgroep comités geagendeerd om verder te spreken over de invloed van partners op beleid; Identiteit van het werk in het Zuiden krijgt meer aandacht in diverse magazines.

Communicatie & fondsenwerving

Bedrijven vinden dat Woord en Daad niet strak hoeft vast te houden aan beleidslijn dat ze maximaal 30% subsidie wil ontvangen; Alle stakeholdergroepen vinden brede benadering in fondsenwerving aan te bevelen, mits oorspronkelijke achterban niet vervreemdt; Vermijd jargon in communicatie.

Vasthouden aan 30%-grens vanuit bedrijfsrisico’s en vanuit waarborgen zelfstandigheid en identiteit; Voor ieder magazine kritische meelezer vanuit achterban.

Kwaliteit & professionaliteit

Tevredenheid over kwaliteit van het werk en organisatie bij alle stakeholdergroepen; Overweeg ‘boegbeeld’ als gezicht voor de organisatie (comités); Blijf scherp op plaats van passie en identiteit in het werk.

Woord en Daad kiest bewust voor een vast gezicht per doelgroep, om kwetsbaarheid van één boegbeeld te voorkomen.

Verantwoording & transparantie

Tevredenheid bij alle stakeholdergroepen; Bedrijven geven aan dat ze soms terugkoppeling missen t.a.v. opvolging advies door Woord en Daad

In alle vergaderingen met stakeholdergroepen zal opvolging van adviezen geagendeerd worden.

Contact met de organisatie

Contact wordt door alle stakeholdergroepen als prettig ervaren. Betrokkenheid vanuit RvT is voldoende. Betrokkenheid RvB kan frequenter. Bij bedrijven is meer aandacht nodig richting regio-ondernemers.

Door uitbreiding van RvB kan vertegenwoordiging bij stakeholderbijeenkomsten frequenter plaatsvinden; Voor contact met regio-ondernemers wordt in 2011 een nieuwe accountmanager aangesteld.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 103


Overzicht van de aard en inhoud van de diverse vormen van samenwerking Naam organisatie of netwerk

Aard samenwerking

Brancheorganisaties en brede netwerken

Brancheorganisaties en brede netwerken

Partos, branchevereniging voor particuliere internationale samenwerking in Nederland

Voorzitter RvB bestuurslid tot 6 oktober 2010; Participatie in Kwaliteitshuis Partos en PMEL-groep die Partos richting ministerie vertegenwoordigt; Participatie in lobbynetwerk Partos dat reactie verzorgde op begroting ontwikkelingssamenwerking

Vereniging Fondsenwervende Instellingen (VFI)

Lidmaatschap

Prisma, vereniging van christelijke organisaties op het terrein van ontwikkelingssamenwerking en diaconaat

Participatie in secties hiv/aids, bezinning, lobby en communicatie en tweemaandelijks directeurenoverleg; Voorzitter RvB gedelegeerd bestuurder; In 2010 samen met ICCO-alliantie gewerkt aan MFS2-voorstel voor gezondheidszorg, hiv/aids en voedselzekerheid. Financiering van programma’s gezondheidszorg en hiv/aids bedroeg in 2010 2.375.044 euro

Woord en Daad-Red een Kind Alliantie

Alliantie die zich richt op samenwerking rond programma’s Onderwijs, Beroepsonderwijs en –training en Arbeidsbemiddeling en (Agri)Bedrijfsontwikkeling; In dit kader gezamenlijk beleidsplan 2011-2015 geschreven en subsidie-aanvraag MFS2 bij ministerie ingediend; November 2010 gezamenlijke conferentie met Zuidelijke partners als aftrap voor de samenwerking 2011-2015; Programmafinanciering Beroepsonderwijs en –training en Arbeidsbemiddeling 549.786 euro

EU-Cord, Europees netwerk voor christelijke organisaties actief in noodhulp en ontwikkelingssamenwerking

Actieve participatie in trajecten van EU-Cord rond beleidsbeïnvloeding in Brussel (met name ten aanzien van beroepsonderwijs en –training) en institutionele fondsen

Netwerken rond fondsenwerving

Netwerken rond fondsenwerving

Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF)

Lidmaatschap

Charitas

VFI-inkoop realiseert inkoopbesparingen voor aangesloten goede doelen

NCDO

Financiering van fondsenwervingsacties en bewustwordingsactiviteiten van lokale comités en andere vrijwilligersgroepen. Financiering van 219.663 euro in 2010

Netwerken rond bewustwording

Netwerken rond bewustwording

Act Positive, samenwerkingsverband van ACET Slowakije, Kindernothilfe Duitsland, ZOA-Vluchtelingenzorg, Tear en Woord en Daad rond bewustwording t.a.v. hiv/aids onder jongeren

Serie bewustwordingscampagnes in Nederland, betrekken van jongeren bij acties richting politici in Den Haag en Brussel. Campagne is eind 2010 afgerond. EU-subsidie van 449.776 euro voor 2010.

Happy Gift

Studentenrestaurants in 2 steden, opbrengst bestemd voor Woord en Daad (in 2010 59.570 euro). 2010 laatste jaar samenwerking door onvoldoende balans in kosten/baten

Middelbare scholen-Young Ambassadors

Samenwerking met Van Lodenstein College, Amersfoort; Ichtus College, Veenendaal; Calvijn Collega Goes; Calvijn College Krabbendijke-Kerkpolder; Wartburg College locatie Guido de Bres, Rotterdam, in kader van bewustwording jongeren, die als ambassadeur met Woord en Daad op reis gaan

Calvijn College en Hoornbeeck College

Uitwisseling tussen Nederlandse vakscholen en vakscholen in het Zuiden (zowel studenten als docenten)

Just Care, samenwerking van Woord en Daad, ZOA, en middelbare scholen

Ontwikkeling van lesmateriaal voor middelbare scholen rond armoedebestrijding

WWKidz, samenwerking van Uitgeverij Jongbloed, ZOA en Woord en Daad

Ontwikkeling van leesboeken en bijbehorend lesmateriaal voor kinderen uit groep 7 en 8

Samenwerking rond programma’s in het Zuiden

Samenwerking rond programma’s in het Zuiden

Cluster Humanitaire Hulpverlening (Dorcas, Tear, Red een Kind, ZOA-Vluchtelingenzorg, Woord en Daad)

Coördinatie en samenwerking van noodhulpacties. In 2010 betrof het gezamenlijke acties voor Haïti en Pakistan

Tear, Dorcas, Oikonomos en Leprazending –MFS1

Medefinanciering van 25 projecten binnen het programma Arbeid en Inkomen. Samenwerking is eind 2010 afgesloten door aflopen van subsidieperiode. Voortzetting samenwerking vindt plaats op het niveau van partners in het Zuiden (met name in India)

104 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Naam organisatie of netwerk

Aard samenwerking

Driestar Educatief

Strategische samenwerking voor de periode 2010-2015 die zich richt op kwaliteitsversterking van onderwijs in ontwikkelingslanden en uitwisseling tussen docenten en studenten in Nederland en het Zuiden

Strömme Foundation

Samenwerking met Noorse organisatie rond subsidieaanvraag voor speed-schools in Burkina Faso

Vereniging Personele Samenwerking Ontwikkelingsorganisaties (PSO)

PSO ondersteunt programma voor capaciteitsopbouw partners en Zuidelijke allianties. Participatie in Algemene Ledenvergadering (ALV) en klankbordgroep Monitoring&Evaluatie (M&E). Financiele omvang in 2010 is 434.422

MDF Training en Consultancy

Inbrengen van expertise ten aanzien van netwerken en alliantievorming in het Zuiden

AgriProFocus (APF), netwerk dat zich richt op het bevorderen van boerenondernemerschap.

Lidmaatschap. Uitwisseling en leren

Netherlands Platform for Microfinance

Lidmaatschap. Uitwisseling en leren

Oikocredit

Verstrekken van leningen aan Woord en Daad Business Partners. In 2010 gebeurde dit in de Filipijnen en Guatemala

PUM, uitzending van senior experts naar het Zuiden

Samenwerking vanuit programma bedrijfsontwikkeling Woord en Daad en PUM. In 2010 gebeurde dit concreet t.a.v. de expertmissie voor de Bakkerijsector in Haiti

Consortium private sectorontwikkeling Zambia (Cordaid, SNV, HIVOS, Oxfam Novib, Woord en Daad, Nederlandse ambassade)

Samenwerkingsverband rond versterking van private sector in Zambia

Kennisinstellingen

Kennisinstellingen

Institute for Social Studies (ISS)

Samenwerking rond kennisprogramma voor bedrijfsontwikkeling in het Zuiden

Universiteit van Amsterdam (UvA)

Participatie door Woord en Daad, samen met ICCO en Prisma, in onderzoek van de UvA (Ton Dietz) naar nieuwe methoden voor impactmeting

Christelijke Hogescholen (CAH en CHE)

Christelijke Agrarische Hogeschool Dronten en Christelijke Hogeschool Ede zijn betrokken bij curriculumontwikkeling voor Hope University College (Ethiopië)

Netwerken voor beleidsbeïnvloeding

Netwerken voor beleidsbeïnvloeding

Colombia Platform

Colombia Platform lobbyt bij de Tweede Kamer, het ministerie en de ambassade in Bogotá voor ondersteuning van vrede en ontwikkeling in Colombia

Haïti Platform

Het Nederlandse Haïti Platform is in 2010 opgeheven, lobby voor Haïti concentreert zich nu op Europa via het Europese Haïti Platform. De lobbyist van Woord en Daad is voorzitter

Bangladesh Platform

Participatie binnen het Bangladesh Overleg voor Ontwikkeling en Mensenrechten (BOOM)

Family Facts

Kennisnetwerk rond positie van het gezin in ontwikkelingslanden. Coördinator beleidsbeïnvloeding maakt deel uit van het bestuur

Overige netwerken

Regelmatige samenwerking in kader van beleidsbeïnvloeding met: Better Care Network, CABA werkgroep (Children Affected by AIDS), Sharenet, Dutch Coalition for Disability and Development

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 105


Reportage Toekomst ontwikkelingssamenwerking, weg met de simpele oplossingen

106 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


De sector van ontwikkelingssamenwerking ligt onder vuur. De politiek stelt steeds scherpere vragen bij het nut ervan, de media mengen zich in het debat en ook het publiek vraagt zich steeds vaker af of al die hulp wel nodig is. Henk Jochemsen en Jan Lock analyseren het debat en steken daarbij ook de hand in eigen boezem. ‘Simpele oplossingen bestaan niet.’ Auteur: Aldwin Geluk Hij somt het moeiteloos op, het lijstje van de meest gehoorde en hardnekkigste kritiek op ontwikkelingshulp: ‘Na zestig jaar ontwikkelingssamenwerking zijn er nog steeds arme landen; de hulp is te versnipperd en bovendien inefficiënt; ontwikkelingshulp leidt tot hulpverslaving van ontwikkelingslanden; we houden corrupte regimes in het zadel; de sector is log en houdt alleen maar zichzelf in stand.’ Prof. dr. Henk Jochemsen, directeur van Prisma –de vereniging van christelijke ontwikkelingsorganisaties– neemt echter niet alle kritiek over. ‘Natuurlijk, het risico van hulpverslaving is aanwezig, zeker bij langdurige projecten. Maar juist door langere tijd in bepaalde ontwikkelingslanden aanwezig te zijn, hebben we arme mensen wel degelijk nieuw perspectief kunnen geven. Als je het hebt over de allerarmsten, moet je je realiseren dat zij vaak geen alternatief hebben. Om dan te spreken van hulpverslaving… In Nederland noemen we mensen die langdurig ziek zijn en van een uitkering leven toch ook niet hulpverslaafd?’ Op deze en volgende pagina’s leest u meer over de toekomst van ontwikkelingssamenwerking.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 107


Reportage | Toekomst ontwikkelingssamenwerking,

weg met simpele oplossingen

In de spiegel Net als Jochemsen kijkt ook Jan Lock, voorzitter Raad van Bestuur van Woord en Daad, in de eerste plaats in de spiegel, als hem wordt gevraagd naar zijn visie op het maatschappelijke debat. ‘Te lang hebben we als sector een enorm simplisme uitgestraald: als u aan ons geld geeft, helpen wij de armoede de wereld uit. Alsof ontwikkeling zo eenvoudig is! We moeten weer opnieuw ontdekken dat wij maar één van de actoren zijn die kunnen bijdragen aan ontwikkeling. De onrealistische verwachtingen die wijzelf hebben uitgestraald, leidden tot het debat waarin we ons nu bevinden.’ In het voorjaar van 2010 uitte de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) stevige kritiek op de ‘softe’ ontwikkelingshulp zoals die nu wordt gegeven. Die zou vaak niet werken; de aanpak moet professioneler, zakelijker en meer gericht zijn op economische groei van ontwikkelingslanden. Jan Lock deelt de kritiek van de WRR op de ontwikkelingssector, maar niet de aangedragen oplossing. Al sinds de val van de Muur, en de daarmee gepaard gaande verschuiving in de wereldpolitiek, merkt hij dat het resultaat van ontwikkelingswerk steeds zwaarder is gaan tellen. ‘Als Woord en Daad vinden wij sturen op resultaat zeer belangrijk. Alles wat we kunnen meten, willen we meten. Maar tegelijk willen we ook blijven kijken naar de sociale impact van wat we doen in het Zuiden.’ Ook Henk Jochemsen, die naast zijn werk voor Prisma bijzonder hoogleraar Reformatorische Wijsbegeerte is, wil zich niet overleveren aan het ook door liberalen gepredikte adagium van ‘alleen door economische groei’. ‘Wat ik goed vind, is dat de WRR de complexiteit van ontwikkelingswerk goed in beeld brengt. Voor de oplossing kijkt men echter te veel naar de staat en de markt’, analyseert hij. ‘Hét grote probleem is de begripsverwarring over wat men nu onder ontwikkeling verstaat’, stelt Jochemsen. ‘De WRR spreekt over ontwikkeling als ‘versnelde modernisering’. Respect voor de natuur en voor sociale orde zijn in dat denken niet aanwezig.’ Als christen zet Jochemsen daar andere waarden tegenover. Ontwikkeling zou volgens hem gekoppeld moeten zijn aan het besef van rentmeesterschap, aan de erkenning dat er een scheppingsorde is en aan het besef dat cultuur altijd door godsdienst wordt beïnvloed. ‘Als we alleen maar inzetten op economische groei, maken we de problemen die ons de huidige economische crisis hebben gebracht alleen maar groter. We moeten juist af van het streven naar almaar meer winst

108 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

voor de rijkste en sterkste landen, zolang dat gaat ten koste van arme landen.’ Onhoudbaar Waar Jochemsen en Lock beiden tegenaan lopen, is dat –hoe meer er bekend wordt over het feitelijke effect ontwikkelingshulp– het verhaal dat zij uit de dragen hebben, steeds ingewikkelder wordt. ‘Alles hangt met alles samen’, zegt Jan Lock op zijn beurt. En direct erkent hij: ‘We hebben wel vaker geroepen dat de situatie complex is, om dan vervolgens toch weer met simpele oplossingen te komen. Van dat ‘als-dan denken’ –als wij dít doen, dan rolt daar déze uitslag uit– moeten we nu echt af. Simpele oplossingen bestaan niet.’ Henk Jochemsen ziet in de ontwikkelingssector zelf al steeds vaker dat organisaties de simpele kreten van vroeger loslaten, en inzetten op die brede aanpak, die evenwel meer uitleg vraagt aan de donateurs. ‘Zeker in de denkvoorhoede van de sector gaat men zeer serieus met deze vragen om, en wil men echt van het eenzijdig ‘overmaken van geld’ naar het werkelijk stimuleren van duurzame ontwikkeling.’


Haïti heeft geen hulp nodig maar investeringen

(bronvermelding RD)

Auteur: Pierre Brunache jr. MBA Haïti heeft één dodelijke en machtige vijand: armoede. Vanuit het perspectief van de meeste Haïtiaanse ondernemers is er ten minste één sector waarin de officiële ontwikkelingsorganisaties direct kunnen investeren en helpen de oorlog tegen armoede te ontketenen. De landbouwindustrie is een sleutelsector waarin Nederlandse en andere Europese ondernemingen moeten investeren, waarbij ontwikkelingsgelden gebruikt kunnen worden als garantie. Deze directe buitenlandse investeringen moeten afgestemd zijn op activiteiten die inkomsten genereren in de Haïtiaanse private sector, in plaats van het huidige mislukte model van fondsen die lopen via dure en slecht presterende hulporganisaties met een immense bureaucratie. De landbouwindustrie kent drie gebieden waarin investeringen meteen kunnen leiden tot banen en duurzame economische groei in Haïti. Het eerste is de productie van zaden en kunstmest. Dit zal boeren in staat stellen de lokale productie op te voeren en vermindert de afhankelijkheid van geïmporteerde voeding en voedselhulp. Het tweede gebied is de voedselverwerking, die kan zorgen voor alternatieve toepassingen van producten zoals mango’s. Voedselverwerking kan ervoor zorgen dat er minder voedsel verloren gaat op de vele markten in het land. Gebrek aan geld om inkopen te doen en gebrek aan capaciteit voor voedselverwerking zijn de hoofdoorzaken dat er op dit moment zo veel voedsel verloren gaat. Na een marktdag veroorzaken stapels overtollig voedsel soms verkeersopstoppingen, onder de neus van de overheid en de talrijke aanwezige hulporganisaties in Port-au-Prince. Uit een recent veldonderzoek van Oxfam International bleek dat gemiddeld 35 procent van de oogst alsnog verloren gaat! Ten slotte, snijbloemen zouden het goed kunnen doen op de koele heuvels en geschikte vlakten in Haïti. Aan Nederlanders hoef ik niets uit te leggen over de snijbloemenindustrie. De Nederlanders zouden hun technische kennis kunnen delen met de Haïtianen. En bedenk dat Haïti maar negentig minuten vliegen of één dag varen is vanaf Miami. Alle pogingen en beloften in de strijd tegen armoede die de private sector in Haïti buitenspel zetten, zullen niets anders bieden dan de twintig jaar falen van het internationale hulpsysteem. Directe buitenlandse investeringen in de landbouwindustrie kunnen zorgen voor duizenden broodnodige en duurzame banen in de Haïtiaanse economie en de weg banen voor ontwikkelingen op het gebied van de telecommunicatie en infrastructuur.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 109


Vooruitblik

7 110 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


7.1 De dynamiek in onze werkomgeving ‘Minder pretentie, meer ambitie’ was de titel van het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) dat in januari 2010 verscheen over de toekomst van ontwikkelingssamenwerking. Het besef binnen de sector groeit steeds meer dat de rol van ontwikkelingssamenwerking (in welke vorm dan ook) in het bestrijden van armoede bescheiden is. Woord en Daad herkent dat. Tegelijkertijd groeit nog altijd het aantal mensen dat wereldwijd in diepe armoede leeft. Dit vraagt om meer ambitie dan ooit tevoren, gecombineerd met geduld en trouw, vanuit het besef dat de wereld niet maakbaar is. In hetzelfde rapport wordt gepleit voor minder gerichtheid op armoedebestrijding via sociale sectoren, en meer op de middenklasse en het bedrijfsleven als stabiele factor in ontwikkeling. Het is jammer dat de WRR daarbij weinig pogingen doet beide manieren van aanpak te verbinden, wat tot een verschraling van het overheidsbeleid (dat zich sterk beroept op het WRR-rapport) kan leiden. Woord en Daad wil sociale en economische ontwikkeling wél nadrukkelijk met elkaar verbinden. De komende jaren zal ze steeds zoeken naar innovatieve manieren om hieraan bij te dragen, zoals de ontwikkeling van een investeringsmodel. Het belang van netwerken en allianties met bedrijven, banken, kennisinstellingen en overheden stond in 2010 al hoog op de agenda, maar zal richting 2015 alleen nog maar in belang toenemen. Allianties maken individuele organisaties minder kwetsbaar, en ze bieden binnen de regio (maar ook internationaal) een breder platform om de belangen van de allerarmsten aan de orde te stellen. Deze ontwikkeling zal de komende jaren doorzetten, zowel in Nederland en Europa, als in het Zuiden. Het biedt ook een antwoord op de versnippering binnen de ngo-wereld, waar niet alleen donateurs in Nederland, maar ook mensen in het Zuiden tegenaan lopen. Kwaliteit en professionaliteit krijgen binnen armoedebestrijding steeds meer aandacht. In de komende jaren zal de concurrentie op kwaliteit (bijvoorbeeld richting institutionele donoren) alleen maar toenemen. Binnen de regionale allianties gaan Woord en Daad en Zuidelijke partners de komende jaren hard aan de slag om onderscheidend te zijn op kwaliteit. Tegelijkertijd zien (én stimuleren) we vanuit onze christelijke visie de trend dat kwaliteit niet uitsluitend gemeten wordt aan de hand van keiharde data en cijfers. Kwaliteit van hulpverlening heeft ook direct te maken met werkhouding, aandacht voor de mensen met wie je werkt, trouw in relaties, innoverend vermogen. Dit laat zich niet altijd vangen in cijfers.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 111


7.2 Interne organisatie en raad van toezicht De mogelijkheden voor directe fondsenwerving vanuit partners in het Zuiden (bijvoorbeeld richting de Europese Unie en USAID) nemen zienderogen toe. Kansen voor lokale fondsenwerving nemen in bepaalde landen toe (zoals in Zuid-Amerika en India). Dit betekent dat Woord en Daad de komende tien jaar voor verschillende regionale allianties een relatief minder belangrijke donor zal worden, en in een aantal regio’s zelfs volledig zal afbouwen (waarbij betrokkenheid als partner nog altijd mogelijk is). Dit biedt Woord en Daad de mogelijkheid om als donor blijvend te kiezen voor gebieden waar de armoede het grootst is. Met de partners uit India zal in 2011 gesproken worden over een exitstrategie. Woord en Daad is al vanaf haar oprichting in 1973 een maatschappelijke organisatie met een breed en diepgeworteld draagvlak in de Nederlandse christelijke achterban. De komende jaren zal Woord en Daad deze maatschappelijke verankering nog meer inhoud en vorm geven. Bijvoorbeeld door haar Nederlandse achterban direct te verbinden met mensen in het Zuiden, en hen te stimuleren ‘ambassadeurs van verandering’ te zijn, richting de eigen omgeving, politiek en bedrijfsleven.

Met ingang van 1 januari 2011 heeft Woord en Daad haar interne organisatie vernieuwd1. De belangrijkste wijziging is dat er intern verschillende alliantieteams en donorteams gevormd zijn. Deze teams zijn vormgegeven volgens een matrixstructuur. De teams worden niet hiërarchisch aangestuurd. Zowel de donor- als de alliantieteams zijn ieder gekoppeld aan één van de regionale allianties. De alliantieteams (samengesteld uit medewerkers van de afdelingen Partners en Programma’s, (Agri)Bedrijfsontwikkeling en Resultaatmanagement en Leren) zijn primair gericht op het ondersteunen van het werk van de regionale allianties. Zie voor een verdere beschrijving paragraaf 6.1.2. Op termijn (verschillend per alliantie) zullen een aantal taken uitfaseren, en zullen regionale allianties diensten bij Woord en Daad of elders inkopen. De donorteams (samengesteld uit medewerkers van de afdelingen Communicatie en Fondsen (C&F) , Finance, Projectadministratie en Control (FP&C) en Resultaatmanagement en Leren (R&L) zijn primair gericht op beoordeling van programmavoorstellen van Zuidelijke partners. De afdelingen FP&C en R&L zullen in dit kader een belangrijke rol spelen vanuit de controlefunctie. Audits, zowel financiële, als proces- en resultatenaudits krijgen een veel grotere plaats binnen de organisatie. Audits kunnen zowel intern als extern uitgevoerd worden. In 2011 zullen de alliantie- en donorteams door een externe coach op verschillende momenten begeleid worden in het functioneren binnen matrixteams. Daarbij zal de aandacht vooral gericht zijn op de spanning tussen het functioneren vanuit de hiërarchische afdelingsstructuur en niet-hiërarchische matrixstructuur. Daarnaast zullen ook diverse medewerkers vakinhoudelijke training volgen. Binnen het programma voor (Agri)Bedrijfsontwikkeling krijgen leningen en investeringen een steeds belangrijker rol. Dit is een vak apart en past niet binnen de huidige organisatiestructuur. Daarom zal financiële dienstverlening medio 2011 in een aparte entiteit, maar wel verbonden aan Woord en Daad, ondergebracht worden. Het jaar 2011 zal het eerste jaar worden voor de Woord en Daad–Red een Kind Alliantie waar binnen gezamenlijke programma’s (onderwijs, beroepsonderwijs en –training en arbeidsbemiddeling) samengewerkt wordt, mede dankzij MFS2-subsidie. Doelstelling is dat de samenwerking vanuit gezamenlijke programmateams en alliantieteams begeleid

112 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


7.3 Het werk in het Zuiden wordt. In het Zuiden zal met name in Ethiopië, Oeganda, Zambia en India op partnerniveau samengewerkt worden, zo mogelijk door vorming van gezamenlijke regionale allianties. De nieuwe ICT-architectuur, die Woord en Daad en de regionale allianties ‘toekomstproof’ moet maken, zal in 2011 afgerond worden. De raad van toezicht zal begin 2011 samen met de raad van bestuur en het managementteam een training volgen, waarbij aandacht zal zijn voor de rollen en verantwoordelijkheden vanuit de verschillende posities.

Woord en Daad en haar Zuidelijke partners staan aan de start van een nieuwe beleidsperiode (2011-2015). Gezamenlijk zijn nieuwe uitdagingen geformuleerd voor de verschillende programma’s. Kernpunt daarbij is dat er binnen de programma’s nog scherper gekeken gaat worden met wie samengewerkt kan worden – zowel op lokaal, nationaal als internationaal niveau. Basisvoorzieningen, Onderwijs, Beroepsonderwijs en -training en arbeidsbemiddeling Het programma voor Basisvoorzieningen wordt in belangrijke mate gefinancierd vanuit MFS2. Door vermindering van de MFS2-subsidie voor de ICCO/Prisma-alliantie en het inkrimpen van het aantal landen waar deze alliantie actief is, vindt concentratie van samenwerking plaats in zes landen. Samenwerking op Food Security is zelfs versmald naar twee landen. In die landen staat programmatisch samenwerken op landniveau en het delen van kennis en ervaring tussen verschillende partners in het Zuiden hoog op de agenda. Bovenstaande betekent wel dat financiële steun vanuit Woord en Daad voor gezondheidszorgprogramma’s (inclusief hiv/aids) in een aantal landen onder druk staat. En dat Food Security minder snel kan groeien dan vorige jaar gehoopt. Daarom zal in 2011 op regionaal alliantieniveau het ontwikkelen van nieuwe fondsenwervingsrelaties prioriteit krijgen. In samenwerking met andere expertiseorganisaties krijgt kwaliteitsverbetering tegelijkertijd veel aandacht. De grotere aandacht voor Maatschappijopbouw en Beleidsbeïnvloeding in de programma’s betekent dat binnen het Onderwijsprogramma meer steun en ruimte is voor opleiding, training en begeleiding van leerkrachten en schoolleiders. De samenwerking met Driestar Educatief speelt hierin een belangrijke rol. Verder is een verbetering in betrokkenheid van ouders en gemeenschappen bij het onderwijs van hun kinderen cruciaal, zowel voor onderwijsresultaten van kinderen als voor de langetermijnduurzaamheid van onderwijsprogramma’s. Ouder- en gemeenschapscomités spelen ook een kritische rol in de dialoog met de overheid. In een breder vlak zal er geïnvesteerd worden in effectieve(re) netwerken van onderwijsorganisaties, zowel sectoraal als met andere actoren, die een belang hebben bij het onderwijs. De link en integratie met vaktraining en bedrijfsleven is voor Woord en Daad daarbij één van de leidende thema’s. Meer aandacht zal er ook zijn voor bescherming van het kind. Samenwerking op lokaal en nationaal niveau zal tegelijk gebruikt worden voor gerichte beleidsbeïnvloeding. Samenwerking met Red en Kind binnen het programma beroepsonderwijs en arbeidsbemiddeling is een belangrijke ontwikkeling omdat met name binnen het Afrikaanse partner-

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 113


7.4 Resultaatmanagement en leren netwerk van beide organisaties er veel verschillende relevante ervaring is. Hier kan op voortgebouwd worden met de focus op zowel formeel als informeel beroepsonderwijs, voltijds en duaal onderwijs, urbane en rurale context. Daarbij is het gericht interactief contact met de markt cruciaal. De brede contextspecifieke aanpak van Job & Business Services krijgt meer steun. Kwaliteitsverbeteringen in vaktraining en arbeidsbemiddeling krijgen gericht aandacht mede met behulp van een ontwikkelde kwaliteitsscorekaart, die partners helpt een verbeterplan op te stellen en uit te voeren. Uitwisseling van kennis en ervaring in Noord en Zuid en Zuid en Zuid blijft op de agenda staan. Netwerken met diverse soorten actoren op de trainings- en arbeidsmarkt is deel van het programma en opgenomen in meerjarenplannen van partners. In 2011 staat de praktische implementatie van een en ander centraal.

In de afgelopen jaren heeft Woord en Daad samen met de partners in het Zuiden veel geïnvesteerd in het ontwikkelen van nieuwe systemen voor planning, monitoring, evaluatie en leren (PMEL). In 2011 zal de aandacht primair uitgaan naar het verder uitwerken en operationaliseren van het PMELsysteem. Nadat in 2010 de focus op monitoring lag, worden in 2011 ook andere onderdelen van PMEL verder uitgewerkt en gedocumenteerd in een PMEL-manual. Bij de meeste partners zal een ‘PMEL assessment visit’ worden gebracht. Het doel hiervan is met de partner na te gaan hoe het staat met de implementatie van het nieuwe PMEL-systeem en met de kwaliteit van de verzamelde monitoringgegevens om zo verbeter- en ontwikkelpunten te identificeren. Het uitvoeren van nulmetingen van programma’s staat eveneens hoog op de agenda.

(Agri)Bedrijfsontwikkeling Nieuwe vormen van financiering en meer aandacht voor agribusiness en ketenontwikkeling. Dat zijn kort gezegd de twee speerpunten die vanaf 2011 de koers van het (deels nieuwe) programma (agri)bedrijfsontwikkeling bepalen. Woord en Daad blijft zich daarbij inzetten op de niche in de financieringen aan MKB en ketens in het Zuiden.

Begin 2011 ontwikkelt Woord en Daad een zogenaamde ‘leeragenda’, waarin meerjarenplannen voor kennisontwikkeling worden beschreven. Voor 2011 zal de ontwikkeling van het kennisprogramma beroepsonderwijs/jobbemiddeling prioriteit krijgen, en het nauwer betrekken van partners en allianties bij de kennisprogramma’s.

Naast leningen wil Woord en Daad haar Zuidelijke businesspartners en haar ondernemende achterban een investeringsmodel aanbieden. Het gaat om een inclusieve aanpak waarbij nietfinanciële diensten (business development services) en financiële diensten geïntegreerd ingezet kunnen worden. Hiervoor is een entiteit nodig die iets van de grond durft te tillen als dat nodig is. Deze entiteit zal medio 2011 opgezet worden. Daarbij nemen Woord en Daad, Zuidelijke partner (een bedrijf of ngo), en Nederlandse ondernemers en/of ondernemers uit het Zuiden gezamenlijk risico en is er sprake van gezamenlijk verliezen en winnen. Expertise vanuit het Business Platform van Woord en Daad en andere netwerken zullen hierbij een aanjagende en sturende rol spelen. Geld, netwerk, kennis en ervaring is de brug voor anderen om zaken te doen en te investeren. In het Zuiden zal de focus vooral gericht zijn op de ontwikkeling en versterking van zogenaamde private serviceproviders: ondernemingen die via een gezond businessmodel hun producten aanbieden en niet op een gesubsidieerde projectbasis met een tijdelijk karakter. Daarnaast heeft Woord en Daad groeiende aandacht voor ketenontwikkeling door het versterken van grote boeren om uiteindelijk marktpartij te worden. Daarbij maken we een extra ‘stap’ om kleine, achterblijvende boeren in die ontwikkelende ketens aan te laten haken en mee te laten liften met het succes.

114 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

Woord en Daad vindt leren van groot belang voor de ontwikkeling van programma’s en organisaties. Dit kreeg dan ook altijd een belangrijke plaats binnen het PMEL-beleid. Tegelijkertijd ziet Woord en Daad vanuit haar donorrol het toenemende belang van audits, zowel op financieel als resultatenniveau. Als donor wil Woord en Daad daarom meer investeren in Planning, Monitoring en Auditing (PMA). In dit kader worden beleid en procedures verder ontwikkeld. De afdeling Resultaatmanagement en Leren zal de diverse audits coördineren en deels ook uitvoeren.


7.5

7.6

Communicatie en fondsen

Bewustwording, beleidsbeïnvloeding en media

De afdeling Communicatie en Fondsen zal naast fondsenwerving vanaf 2011 ook fondsentoekenningen doen. Donorteams (die gekoppeld zijn aan regionale allianties) zullen programmavoorstellen toetsen en advies uitbrengen aan de managers Communicatie en Fondsen en Finance en Control.

Beleidsbeinvloeding en bewustwording worden vanaf 2011 steeds sterker aan elkaar gekoppeld. Het inschakelen van de achterban bij vraagstukken rond armoede, waarbij op politiek niveau beslissingen worden genomen, kan de achterban meer inzicht geven in de problematiek die speelt. Tegelijkertijd kan door de betrokkenheid van mensen uit de achterban een lobbyactie meer gewicht krijgen. Meer draagvlak voor armoedebestrijding bij de achterban én meer invloed in politieke besluitvorming is daarbij de doelstelling.

Rapportage richting donoren komen met het gebruik van het nieuwe ICT-systeem online beschikbaar, en nog meer op maat. Daarbij blijven we rekening houden met donateurs die rapportages liever per post geprint ontvangen. Voor de fondsenwerving blijft Woord en Daad investeren in haar trouwe achterban en kijken hoe jongeren aan de organisatie gebonden kunnen worden. Ten aanzien van de lokale vrijwilligerscomités gaan we zoeken naar nieuwe en andere vormen van vrijwilligerswerk die het werk van comitéleden kunnen ondersteunen of aanvullen. Ook de oprichting van jongerencomités en de uitbreiding van RegioOndernemers vraagtl de komende jaren een investering. Trend binnen fondsenwerving is dat het lokale gezicht van organisaties steeds belangrijk wordt. Woord en Daad scoort daar goed op en wil dit blijvend goed onderhouden en vernieuwen. Ten aanzien van fondsenwerving richting vermogensfondsen blijft Woord en Daad de ingeslagen weg volgen. Daarbij zoekt ze naar het verdiepen van persoonlijke contacten en uitbreiding van het netwerk. Ontwikkelprojecten waarbij de donor ook zijn inbreng kan hebben, spelen daarin een belangrijke rol.

Verder krijgt het programma bewustwording een duidelijker plaats in de organisatie door niet alleen campagnes voor jongeren maar ook voor de brede achterban van Woord en Daad op te zetten. Daarmee komt de nadruk te liggen op inhoudelijke onderwerpen die het gesprek over het leefgedrag van de achterban stimuleren. In 2011 richt het mediabeleid van Woord en Daad zich op het verbreden van contacten met (digitale) nieuwsbronnen, met een focus op de christelijke media. Inzet daarbij is dat er zo veel mogelijk verhalen van mensen uit het Zuiden zelf voor het voetlicht worden gebracht. In aansluiting op de ontwikkeling van het nieuwe ICT-systeem wordt in 2011 een nieuwe website ontwikkeld. De website wordt optimaal gekoppeld aan het gebruik van sociale media, passend binnen de corporate identity van Woord en Daad. In het benaderen van media zal Woord en Daad eveneens in toenemende mate gebruikmaken van sociale media, aangezien dit voor journalisten een steeds meer gangbare wijze van nieuwsgaring is geworden.

Naast het uitbreiden en verdiepen van contacten met institutionele donoren op Europees niveau zal Woord en Daad ook mogelijkheden voor fondsenwerving in USA gaan verkennen. Hierop wordt in 2011 een strategie ontwikkeld.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 115


Kwaliteit, procesbeheersing en verantwoording

116 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


8.1 Inleiding Het werk van Woord en Daad beweegt mee op de ontwikkelingen in haar werkomgeving. De eisen die het werk stelt, groeien mee. Ook partners veranderen en dat schept mogelijkheden die ons voortdurend uitdagen te kijken naar onze rol en verantwoordelijkheid. Dat vraagt een voortdurende aanpassing en optimalisering van werkprocessen. Uiteraard vanuit onze missie, visie en kernwaarden. Woord en Daad kent twee hoofdprocessen: het fondsenwervingsproces dat plaatsvindt op de afdeling Communicatie en Fondsenwerving en het fondsenbestedingsproces op de afdelingen Projecten en Programma’s, Advies en Onderzoek en Bedrijfsontwikkeling. Een klein deel van de fondsenbesteding (rond bewustwording) vindt plaats op de afdeling Communicatie en Fondsenwerving. In het stroomschema op pagina 120 is de samenhang tussen deze twee hoofdprocessen weergegeven. De interne procesbeheersing en controle zijn beschreven in het Handboek Organisatie waarin zijn opgenomen: • een overzicht van processtappen per proces en de onderliggende administratieve procedures; • projecthandleiding en adoptiehandleiding. Woord en Daad toetst haar processen aan de hand van drie kwaliteitssystemen. Elk systeem heeft haar eigen invalshoek en juist de combinatie van systemen omvat de beide hoofdprocessen op verschillende niveaus. • het CBF-keurmerk, geïntegreerd met de Code Goed Bestuur voor Goede Doelen (de Code Wijffels). Het keurmerk stelt eisen aan bestuur, beleid, fondsenwerving, voorlichting en communicatie, besteding van middelen en verslaggeving. Woord en Daad werkt volgens de Code Wijffels. Het keurmerk is in 2010 voor 3 jaar verlengd. • ISO: dit kwaliteitskeurmerk gebruikt Woord en Daad voor een kritische beheersing, aanpassing en optimalisering van de processen. Sinds mei 2002 is Woord en Daad ISO 9001:2000 gecertificeerd (categorie 35; het werven en besteden van fondsen t.b.v. armoedebestrijding in ontwikkelingslanden). De opvolgingsaudit in 2010 verliep goed. • COSO: dit systeem is vooral gericht op een kritische beheersing van de fondsenwervings- en fondsenbestedingsprocessen en een betrouwbare verslaglegging in de jaarrekening. Dit wordt bereikt door een adequate administratieve organisatie en het daarin opgenomen stelsel van interne controlemaatregelen. Eind 2010 zijn de processen grondig aangepast aan de nieuwe verdeling van rollen en verantwoordelijkheden; deze worden begin 2011 formeel ingevoerd.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 117


8.2 Procesbeheersing Nederland Beleidsplan Woord en Daad werkt met een rollend beleidsplan. In 2010 is een volledig herzien beleidsplan voor de periode 2011–2015 vastgesteld en goedgekeurd. Operationeel jaarplan Op basis van de doelstellingen van het beleidsplan wordt een operationeel jaarplan geschreven. Aan het operationele jaarplan is de begroting gekoppeld. Het operationele jaarplan en het budget fungeren als uitvoeringskader voor de organisatie. De raad van bestuur toetst in hoeverre de uitvoerende organisatie zich aan het operationele jaarplan als kader houdt. Daartoe wordt gebruikgemaakt van het koersrapport. Koersrapport, evaluaties en lerend vermogen Elke eerste volle week van de maand komt het koersrapport op financiële indicatoren beschikbaar. Elke twee maanden werkt elke afdeling met een koersrapport op kwalitatief niveau en op activiteitenniveau. Het financiële koersrapport is integraal onderdeel van de vergaderingen van het managementteam. Van het meer gedetailleerde tweemaandelijkse koersrapport wordt een samenvatting tijdens de managementteamvergadering besproken. Daarin geven afdelingen aan of de realisatie van doelstellingen op koers ligt, en zo niet, in hoeverre corrigerende maatregelen nodig zijn. De raad van bestuur en later de raad van toezicht beoordelen in hoeverre de corrigerende maatregelen realistisch zijn c.q. passen in het beleid. De koppeling tussen ‘beleidsplan–operationeel jaarplan– koersrapport’ geeft op een eenvoudige en overzichtelijke wijze zicht op datgene wat er speelt. In de lijn plan–do– check–act dwingt dat om van de praktijk te leren. Daarnaast leert Woord en Daad veel uit de gesprekken met partnerorganisaties, de doelgroep, de achterban en organisaties met wie we samenwerken. Deze leerelementen worden serieus genomen en doorvertaald in beleid en organisatie. Woord en Daad voert systematisch evaluaties uit. In de evaluaties wordt naast cijfers ook gekeken naar de daadwerkelijke impact van ons werk op het leven van mensen in het Zuiden. Door middel van leerinventarisaties wordt systematisch gevolgd of en hoe geleerde lessen uit evaluaties en onderzoeken opgevolgd en/of geïmplementeerd worden. Interne audits In het verslagjaar zijn door de medewerker Kwaliteit op een aantal afdelingen interne audits uitgevoerd. De resultaten van de audits zijn onderwerp van bespreking in de vergade-

118 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

ringen van het managementteam. Corrigerende maatregelen worden daar afgesproken en getoetst. 8.2.1 Algemene opmerkingen bij deelprocessen in Nederland Communicatie en Fondsenwerving Uitgangspunt bij de samenstelling van het voorlichtingsmateriaal is dat de informatie overeenkomt met de werkelijkheid. De fondsenwerving vindt plaats door middel van magazines, websites, advertenties, rapportages, voorlichting, mailings, activiteiten van comités en persoonlijke contacten. Aan het einde van het jaar wordt er door de afdeling Finance & Control een trendanalyse gedaan van alle inkomsten per specifieke doelgroep. Door responsmeting gaat Woord en Daad steeds na welke wijze van fondsenwerving binnen de gegeven kaders het meest effectief en efficiënt is. Deze gegevens vormen input voor het fondsenwervingsplan van de afdeling Particulieren en Bedrijven.. Bij de verwerking van de inkomende geldstroom volgt Woord en Daad de procedures uit haar Kwaliteitshandboek. De inkomsten rekent Woord en Daad toe aan het doel waarvoor ze gegeven zijn. Is geen doel aangegeven, dan vindt boeking plaats op het algemeen fonds. Bij het opbouwen van de database van gevers houdt Woord en Daad rekening met de regelgeving in het kader van de privacywetgeving. Verslaglegging De jaarrekening stelt Woord en Daad op volgens de ‘Richtlijn Verslaggeving Fondsenwervende Instellingen’. Conform deze Richtlijn bestaat het jaarverslag naast de balans en rekening van baten en lasten, uit een verantwoordingsverklaring en de begroting voor het volgende jaar. Belastingwetgeving Met betrekking tot de verkoop van goederen, waarvan Woord en Daad de winst gebruikt voor de doelstelling, heeft de stichting te maken met omzetbelasting. Per kwartaal worden de verschuldigde bedragen aangegeven en betaald. Er zijn afspraken gemaakt met de belastingdienst over de praktische invulling met betrekking tot de verkoop door comités. Onze naam De naam van Woord en Daad is gedeponeerd bij het Beneluxmerkenbureau. Sinds begin 2002 is onze naam binnen het geheel van de Europese Unie een beschermde naam. Bij het deelnemen aan samenwerkingsverbanden met andere organisaties gaat Woord en Daad altijd nauwkeurig na of en zo ja hoe de samenwerking past binnen onze doelstelling en bij onze doelgroep. Bovendien is absolute voorwaarde dat


we binnen zo’n samenwerkingsverband in alle vrijheid het eigen karakter van Woord en Daad en de reformatorische identiteit van onze stichting kunnen handhaven. Raad van toezicht Bij de benoeming van de leden van de raad van toezicht wordt gekeken naar hun verbondenheid met de achterban. Alleen degenen die zich verbonden weten met en staan in de gereformeerde gezindte en van daaruit de grondslag en het doel van de stichting van harte onderschrijven, komen voor benoeming aanmerking. Daarnaast spelen specifieke profielen mee in de open werving. Raad van bestuur Een van de belangrijkste bevoegdheden van de raad van toezicht is het benoemen en eventueel ontslaan van de raad van bestuur. Naast hoge eisen aan professionaliteit stelt Woord en Daad ook hoge eisen aan de identiteit van de leden van de raad van bestuur. Deze eisen liggen in lijn met de eisen die gesteld worden aan de leden van de raad van toezicht. Personeelsbeleid Selectie en benoeming van personeel vinden plaats door een selectiecommissie. In die commissie zit behalve de raad van bestuur ook de manager van de betreffende afdeling. Bij de definitieve benoeming speelt, behalve kennis en kunde, ook de identiteit (zie ook raad van toezicht) van de kandidaat een rol. De bevoegdheid tot benoeming en ontslag berust bij de raad van bestuur. Woord en Daad volgt ten aanzien van de salarisstructuur de BBRA-systematiek. Daarnaast is blijvend gekozen voor eigen arbeidsvoorwaarden. Inschaling vindt plaats via het Fuwasys. Informatiesysteem De administratieve en bedrijfsgegevens slaat Woord en Daad op in een geautomatiseerd informatiesysteem dat in eigen beheer is ontwikkeld. De programmatuur is gericht op informatievoorziening op het gebied van: • management van de organisatie • relatiebeheer • inkomstenverwerking • financiële adoptie • projecten en programma’s • communicatie Bij de bouw van het systeem speelden twee uitgangspunten een rol: snelle service aan onze relaties en het leveren van relevante managementinformatie.

Voor de boekhouding maakt Woord en Daad gebruik van het programma Exact. Er is voorzien in de koppeling tussen Exact en de andere programmatuur. De back-upprocedures worden in acht genomen, waardoor we het risico van verlies van informatie zo veel mogelijk beperken. In 2011 wordt een totaal vernieuwd systeem in gebruik genomen. Daar zijn in 2010 de voorbereidingen toe getroffen. Signalen, complimenten en klachten Woord en Daad realiseert zich dat waar gewerkt wordt, fouten worden gemaakt. Daarom is de mogelijkheid voor het deponeren van een klacht over de werkwijze van Woord en Daad van groot belang. Uiteraard mogen mensen ook laten weten welke manier van werken ze op prijs stellen. Daarom kent Woord en Daad een procedure voor signalen, klachten en complimenten. Woord en Daad vindt dat de mogelijkheid er moet zijn uiteindelijk bij de raad van toezicht aan te kloppen. Die mogelijkheid is vastgelegd in een klachtenprocedure. Deze is er voor vrijwilligers zoals comitéleden, donateurs, en andere samenwerkingsorganisaties (inclusief onze partners in het Zuiden). De procedure is op aanvraag beschikbaar. Op pagina 78 van hoofdstuk 5 wordt over de jaren 2006–2010 een overzicht gegeven van de aard en de afhandeling van signalen, complimenten en klachten. Comités De naam Woord en Daad wordt niet alleen uitgedragen door de raad van bestuur en medewerkers in de organisatie. Woord en Daad zou Woord en Daad niet zijn zonder het grote aantal comitéleden en vrijwilligers die zich jaar in jaar uit, belangeloos voor het werk van de stichting inzetten. Voor de comités is het Handboek Comités het uitgangspunt voor hun werkwijze en de verantwoording over hun werkwijze. Overeenkomst voor leden van de comités en RegioOndernemers Met het sluiten van een overeenkomst met comitéleden neemt de stichting de aansprakelijkheid voor schade en dergelijke op zich. Anderzijds verbindt het comitélid zich met zijn handtekening aan de werkwijze, zoals die in de richtlijn is aangegeven als passend bij het karakter van Woord en Daad. Wijkt een comitélid in leef- en handelwijze van de richtlijn af, dan heeft het lokale bestuur van een comité en de raad van bestuur van de stichting de mogelijkheid de overeenkomst op te zeggen. Met de RegioOndernemers wordt per groep een overeenkomst gesloten die ondertekend wordt door de voorzitter. Hiermee verbindt de groep zich aan de stichting zoals hierboven is beschreven.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 119


Werkwijze en financieel beheer in comités Binnen de comités gaat heel wat geld om. Het is dus ook logisch dat we hoge eisen stellen aan de werkwijze, verslaggeving en controle binnen een comité. Ook als geld aan een comité wordt gegeven, moet de gever er in alle gevallen zeker van zijn dat het geld ook terechtkomt bij het doel waarvoor hij of zij het geeft. In het Handboek Comités worden richtlijnen gegeven voor de activiteiten van de comités. Het doel is de kwaliteit van de activiteiten en de controlebewustheid binnen de comités te bevorderen. Ook geeft het handboek richtlijnen over de verslaglegging. Tevens is er een online softwarepakket aangeboden zodat voor comités het jaarverslag wat eenvoudiger te maken is. Een van de comitéleden, Adriaan Goudswaard is werkzaam bij een accountant en is voor comitéleden in zijn regio als mentor afroepbaar bij financiële vragen. Na de afsluiting

van het boekjaar stelt de penningmeester van het comité zijn jaarverslag op. Ook vindt binnen het comité een kascontrole plaats. Vervolgens wordt het jaarverslag, na voltooiing, mede ondertekend door de voorzitter en gaan de verslagen naar het kantoor van de stichting. Deze verslagen worden door de afdeling Finance & Control gecontroleerd. Tevens dient deze afdeling als vraagbaak voor penningmeesters. De accountant betrekt vervolgens de verslagen bij de controle. Bovendien worden enkele comités ter plaatse gecontroleerd. Samenwerkingsverbanden in Nederland en Europa Aan het lidmaatschap van of participatie in samenwerkingsverbanden ligt altijd een besluit van de raad van bestuur ten grondslag. Woord en Daad participeert alleen in die netwerken en samenwerkingsverbanden die voor haar of haar partnernetwerk een toegevoegde waarde hebben.

Hoofdprocessen Woord en Daad in haar gehele context Achterban & andere fondsenverstrekkers

Verstrekken fondsen voor projecten en financiële adoptie

Comités

Activiteiten comités

Bewustwording en voorlichting

10% Nederlandse organisatie

Fondsenwervingactiviteiten & begeleiding W&D comités 90%

Woord & Daad (Nederland)

Informatiestroom Projecten

Beleidsontwikkeling / beoordeling aanvraag & voortgang projecten & programma’s Contracten

Rapportages

Partnerorganisaties

Projectrealisatie

Projectmonitoring & evaluatie Vervolgtraject

120 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

Project & programma aanvragen


8.3 Procesbeheersing van programma’s Aangaan van een partnerrelatie Voor Woord en Daad een officiële relatie aangaat met een partnerorganisatie vindt er eerst een onderzoek plaats naar o.a. de legale status van de organisatie, christelijke identiteit, financiële situatie. Als Woord en Daad uit de aanvraag een positief beeld krijgt, wordt vervolgens een bezoek afgelegd en gerapporteerd. Daarna neemt de raad van bestuur een besluit, dat zij vervolgens voorlegt aan de raad van toezicht. Hierna volgt een proefperiode met een beperkt budget waarna een evaluatie plaatsvindt om te beslissen over het aangaan van een definitieve partnerrelatie. Voorafgaand aan deze beslissing wordt ook een financieel werkbezoek gebracht. Na definitieve acceptatie als partner tekenen Woord en Daad en haar partnerorganisatie een partnerovereenkomst. In de nieuwe wijze van werken in allianties zullen overigens alle bestaande partnerovereenkomsten herzien worden. Stoppen van een partnerrelatie Als in de praktijk een samenwerking tegenvalt, bouwen we de werkrelatie af. Het zal duidelijk zijn dat, ingeval van corruptie of een andere besteding van geld dan het doel waarvoor het werd gegeven, sprake zal zijn van een snelle afbouw. Als de kwaliteit van het werk tegenvalt, proberen we altijd eerst de partnerorganisatie te steunen in een verbetering van de werkwijze. Als dat niet lukt vindt ook afbouw plaats, maar minder snel dan ingeval van corruptie, zeker in het geval afbouw mensen uit de doelgroep direct raakt. Externe factoren zoals een verbeterde economische situatie of veranderend overheidsbeleid kan de relevantie van de werkrelatie doen afnemen. In die gevallen bouwen we een partnerrelatie geleidelijk af. Functioneren van een partner op managementniveau; wederzijdse beoordeling Zowel bij het beoordelen van programma-aanvragen van nieuwe partnerorganisaties, als programma-aanvragen vanuit partnerrelaties die allang bestaan, neemt Woord en Daad steeds het functioneren van het management mee. Een project of programma kan immers alleen maar goed uitgevoerd worden als er ter plekke ook voldoende uitvoeringscapaciteit is. In dat kader werkt Woord en Daad met een scorekaart voor de wijze waarop het management gestalte krijgt. Overigens spreken partnerorganisaties zich tweejaarlijks uit over het functioneren van het management van Woord en Daad. Invloed van partnerorganisaties en andere belanghebbenden op het beleid van Woord en Daad Via werkbezoeken, seminars en partnerconsultaties overlegt

Woord en Daad met haar partnerorganisaties over de richting en de inhoud van het beleid. Sinds de samenwerking binnen regionale allianties valideert Woord en Daad tijdens speciale conferenties haar beleid samen met de Zuidelijke partners. De validatie van het beleidsplan 2011-2015 vond plaats tijdens de conferentie in Putten, mei 2010. Partners beoordelen ook het functioneren van de organisatie. Sinds de komst van de allianties, valideren we de inbreng van zuidelijke partners. De raad van bestuur bezoekt jaarlijks regionale partnerconferenties. Daarnaast hebben ook Nederlandse belanghebbenden via evaluaties inbreng op ons beleid. Deze evaluaties vinden jaarlijks plaats vanuit het personeel (ondernemingsraad), de comités (via de klankbordgroep voor comités) en de bedrijven (via de coördinatiegroep van het Business Platform). Project- en programma-aanvragen; strategische meerjarenplannen; overeenkomsten In alle gevallen komen Zuidelijke partnerorganisaties met hun eigen aanvragen. In de motivatie van een aanvraag speelt de lokale situatie voor ons dan ook een cruciale rol. In de formulering van het jaarplan van Woord en Daad wordt de informatie van partnerorganisaties verwerkt binnen de programma’s Basisvoorzieningen, Onderwijs, Beroepsonderwijs en Arbeidsbemiddeling, Bedrijfsontwikkeling en Advies en Onderzoek. De programmamedewerkers en –hoofden toetsen aanvragen of relevantie, efficiëntie en effectiviteit en adviseren daarna hun managers. De definitieve goedkeuring vindt plaats op basis van de uiteindelijke aanvraag. De managers van de afdelingen keuren de aanvragen goed voor zover ze passen binnen het geaccordeerde jaarplan. Bij afwijkingen van het jaarplan leggen de managers de aanvragen ter goedkeuring voor aan de raad van bestuur. Met vrijwel alle partners zijn strategische meerjarenovereenkomsten gesloten. Deze overeenkomsten plaatsen de programma’s in een langetermijnperspectief. Woord en Daad spreekt na goedkeuring onder voorwaarden ook een committering aan de financiering uit. Jaarlijks wordt definitieve financiering toegekend. In die toekenning wordt het strategisch meerjarenplan als kader meegenomen. Behalve het advies bekijken de managers in overleg met de afdeling Finance & Control ook of de bestedingsruimte toereikend is voor goedkeuring. Zodra een aanvraag goedgekeurd is, neemt Woord en Daad deze op als een verplichting en zien we onze partnerorganisatie voor het betreffende project als een crediteur.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 121


Bij doorlopende projecten wordt de verplichting op basis van het matchingprincipe gerelateerd aan het boekjaar waarop de kosten betrekking hebben. Op basis van de goedkeuring worden contracten gesloten, waarin onder andere doelstellingen, verwachte resultaten, het goedgekeurde bedrag en voorwaarden ten aanzien van uitvoering en rapportage zijn opgenomen. Cofinanciering Soms financieren we een project of programma samen met een andere organisatie. In zo’n geval is er sprake van cofinanciering. Per geval bekijken we welke afspraken er over rapportage e.d. gemaakt moeten worden en wie voor wat verantwoordelijk is. Monitoring van de programma’s Door middel van rapportages informeren onze partnerorganisaties ons over de voortgang. Daarnaast hechten we veel waarde aan werkbezoeken. Tijdens deze bezoeken gaan we aan de hand van deze rapportages en overeenkomsten na of in het uitgevoerde programma bereikt is wat afgesproken is, of de rapportage aansluit bij de werkelijkheid in het veld en de administratie. Daarnaast spelen externe evaluaties een belangrijke rol. Grotere partnerorganisaties worden jaarlijks bezocht, kleinere partnerorganisaties eenmaal per twee jaar. Bovendien vinden er bezoeken plaats, gericht op het financiële management en het functioneren van de interne en externe controle. Deze bezoeken vinden in principe eenmaal per vijf jaar plaats. Bij een hoog risicoprofiel kunnen de bezoeken frequenter zijn, bij een laag risicoprofiel minder frequent. De bevindingen van de bezoeken worden vastgelegd in een verslag en bevestigd naar de partnerorganisaties. Bij geconstateerde knelpunten neemt Woord en Daad maatregelen, waarbij overlegd wordt met de partnerorganisaties. Aan het einde van de programma’s wordt een eindevaluatie geschreven door de projectmedewerker, inclusief lessen voor een eventueel volgend project. Sturing op resultaat In de projectovereenkomsten tussen Woord en Daad en haar partnerorganisaties worden afspraken gemaakt over de verwachte resultaten. De partnerorganisaties rapporteren op deze onderdelen ook aan Woord en Daad. Indien partnerorganisaties over onvoldoende capaciteit beschikken om doelstellingen om te zetten in resultaten, biedt Woord en Daad capaciteitsversterking aan. Daarnaast bieden rapportage en werkbezoeken ook inzicht in het vermogen van partnerorga-

122 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

nisaties om ambities waar te maken. De discussies over rapporten tijdens bezoeken zijn ook van belang bij het al dan niet behalen van resultaten. Sturing op resultaat vindt dan ook plaats via overeenkomsten en gesprekken over de naleving van die overeenkomsten. Directe sturing op resultaat is door de aard van onze positie niet mogelijk en naar onze overtuiging ook niet wenselijk. Vanuit haar overtuiging wil Woord en Daad niet alleen op kwantitatieve en meetbare resultaten sturen. Voor Woord en Daad is de betekenis van haar werk voor de kwaliteit van het leven van mensen even belangrijk. Gesprekken met de doelgroep en met de partnerorganisaties zijn daarbij middelen om te bezien of ons werk daadwerkelijk verschil maakt in het leven van mensen. In het planningsproces wordt in overleg met partnerorganisaties gekeken naar het portfolio voor projecten en programma’s. Op basis van deze vraag berekent Woord en Daad de behoefte aan fondsen. Daar gaat de afdeling Fondsenwerving mee aan de slag. Op basis van de vraag worden projecten en programma’s gekoppeld aan specifieke doelgroepen binnen de fondsenwerving. Uit de verdeling komt de doelstelling voor de verschillende fondsenwervers. Op de realisatie van deze doelstellingen wordt in de loop van het jaar gestuurd.


8.4 Risicomanagement Algemeen Door de beheersing van processen borgt Woord en Daad de koppeling tussen missie, doelstelling, beleid en operationeel jaarplan. Binnen de processen is daarmee al sprake van risicobeheersing en bescherming van onze naam. De in deze paragraaf genoemde risico’s betreffen vooral onderdelen die niet of lastig in de beschreven processen te vangen zijn.

groei van de inkomsten brengt echter met zich mee dat structureel meer uitvoercapaciteit nodig is. Om dit risico te beheersen wordt door Woord en Daad ingezet op jaarlijkse uitbreiding van het aantal partnerorganisaties in de groeiregio Afrika en bewuste capaciteitsopbouw bij bestaande en nieuwe partnerorganisaties, gericht op versterking van het management en uitbreiding van de uitvoercapaciteit.

Risico’s in de werkomgeving De werkomgeving in het Zuiden is niet altijd een stabiele werkomgeving. Omdat dit tot de externe factoren behoort, is het beleid van Woord en Daad erop gericht dit risico te spreiden. In dat kader streeft Woord en Daad naar verdeling van partners en programma’s over landen en regio’s. Per partner is een plafond in bestedingen vastgesteld. Ingeval het beleid van meerdere partnerorganisaties per land daadwerkelijk gestalte krijgt, zal ook een maximum per land vastgesteld worden. Op project- en programmaniveau wordt per partner bovendien een inschatting gemaakt van risico’s die spelen. Per contract worden die risico’s in kaart gebracht en worden er eventueel te nemen maatregelen benoemd. In dat kader spelen evaluaties een belangrijke rol (zie hoofdstuk 4).

Koersrisico’s Bij de uitvoering van de programma’s is altijd een koersrisico. Veel van de lokale valuta’s volgen de trend van de dollar, zodat de verhouding euro/dollar belangrijk is bij de koersrisico’s. De koersrisico’s neemt Woord en Daad gedurende het jaar voor haar rekening. De reden hiervoor is dat Woord en Daad over het algemeen financieel sterker is dan haar partnerorganisaties. Bovendien heeft Woord en Daad (in tegenstelling tot partnerorganisaties) met meerdere lokale valuta’s te maken waarover risico wordt gelopen. Hierdoor ontstaat een meer afgewogen risico, aangezien valuta’s tegen elkaar in kunnen werken.

Risico’s op organisatieniveau Een tweede risico dat Woord en Daad op organisatieniveau loopt, is het risico dat inkomsten achterblijven bij uitgaven. Basaal wordt dit risico afgedekt door bij de liquiditeits- en vermogensplanning voldoende reserves aan te houden. Bovendien worden verplichtingen direct geboekt, zodat bij een positieve vermogenspositie Woord en Daad altijd in staat is haar aangegane verplichtingen na te komen. Vanaf 2008 werkt Woord en Daad met drie inkomstencategorieën. De inkomstencategorie met vaste of contractueel vastgelegde inkomsten vormt de kern van de begroting. De programmaonderdelen die aan de uitgavenkant aan deze kern gekoppeld zijn worden aan het begin van het begrotingsjaar volledig goedgekeurd. De uitgaven die aan categorieën gekoppeld zijn met een hoger risicoprofiel worden pas goedgekeurd als de inkomsten gerealiseerd zijn. In contracten met partners wordt benoemd onder welke voorwaarden fondsen beschikbaar komen, indien financiering gekoppeld is aan inkomsten met een hoog risicoprofiel. Risico’s in de groeistrategie Een derde risico ligt in de uitvoering van de groeistrategie. Omdat Woord en Daad hecht aan een hoog kwaliteitsniveau is het niet eenvoudig nieuwe partnerorganisaties te vinden met dezelfde visie en het gewenste kwaliteitsniveau. De

Verder wordt optimale transparantie geborgd doordat projecten in lokale valuta aanvaard, betaald en door de partnerorganisatie besteed worden. Het risico op eventuele fraude met omwisselen wordt hierdoor sterk beperkt. Vanaf 2011 zal een buffer voor koersverliezen worden opgebouwd, om in de toekomst deze risico’s nog beter op te kunnen vangen. Reserves Woord en Daad streeft naar een evenwicht tussen inkomsten en uitgaven. De opbouw van het operationeel jaarplan is daarop afgestemd: bestedingen dienen gekoppeld te zijn aan specifieke inkomsten vanuit fondsenwerving. Bij het definitief aanvaarden van projecten en programma’s wordt rekening gehouden met het besteedbare vermogen en het vastgelegde vermogen in bestemmingsfondsen. Dit systeem heeft ook in 2010 naar behoren gewerkt (waarbij voor het koersverlies aanvullende maatregelen moesten worden getroffen). In het koersrapport geeft de raad van bestuur inzicht in de verhouding tussen beschikbare middelen en uitgaven. In incidentele gevallen kan tot een hoger bedrag dan beschikbaar goedgekeurd worden. In die gevallen moet Woord en Daad echter met een redelijke mate van zekerheid kunnen aannemen dat de fondsen in het lopende boekjaar binnen zullen komen. Onderdeel van de reserves is de continuïteitsreserve. Het doel van deze reserve is opvang voor de organisatiekosten bij de terugloop van de inkomsten.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 123


De continuïteitsreserve heeft het niveau van 7,5 procent van de geraamde inkomsten van het volgende jaar. Dit past ruimschoots binnen de kaders van de ‘Richtlijn Reserves Goede Doelen’ van VFI (Vereniging Fondsenwervende Instellingen) (zie hiervoor ook de toelichting in de jaarrekening). Gezien het risicoprofiel van Woord en Daad acht het bestuur een continuïteitsreserve van 7,5 procent voldoende. Beleggingsbeleid en vermogensbeheer Doordat aanvaarde projecten meestal in termijnen betaald worden en het opstarten van nieuwe projecten tijd vergt, zijn er tijdelijke liquiditeiten aanwezig. Deze worden risicoloos belegd op spaarrekeningen met een goede rente zonder opnamebeperkingen. Woord en Daad heeft geen beleggingen in effecten. Verder zijn er contracten met de belangrijkste bankrelaties, waarbij een rentepercentage afgesproken is voor gelden in rekening-courant, dat enkele tienden van procenten onder het tarief ligt van 1-maands deposito’s.

Woord en Daad vindt verantwoord vermogensbeheer belangrijk. Daarom volgt zij de VFI Handreiking Verantwoord Vermogensbeheer fondsenwervende instellingen. De overtollige liquiditeiten worden belegd bij de huisbankier (Rabobank). De Rabobank heeft beleid ontwikkeld op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaam beleggen/investeren. De niet-financiële criteria die genoemd worden in de handreiking worden ingevuld via het beleid dat de Rabobank ontwikkeld heeft. Sinds 2009 heeft Woord en Daad in het kader van de doelstelling participaties aangekocht in het Oikocredit Nederland Fonds (zie hiervoor verder ook de jaarrekening). Crisismanagement Tot slot hanteert Woord en Daad een crisismanagementplan dat elk jaar wordt geactualiseerd. Dit plan is in 2009 aangepast.

Rendement beleggingen Jaar

Gemiddeld saldo

2010 2009 2008

€ € €

6.301.256 4.804.950 5.187.7 80

124 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

€ € €

Opbrengst

In procenten

Benchmark (Euribor dagrente)

183.691 104.897 191.189

1,96% 2,02% 3,69%

0,5% 0,8% 4,1%


8.5

8.6

Kwaliteit

Codes/certificering

De kwaliteit die Woord en Daad levert, wordt geborgd door het voldoen aan de eisen van ISO 9001:2008. In 2010 zijn hiervoor weer de gebruikelijke werkzaamheden verricht. • Er zijn drie interne audits uitgevoerd. Afwijkingen en verbeterpunten zijn geregistreerd en opgevolgd; • De externe opvolgingsaudit van Kiwa is met goed resultaat doorlopen; • Het Handboek voor de Organisatie is up-to-date gehouden. In het najaar van 2010 is de stafmedewerker Kwaliteit al gestart met de herziening van het handboek vanwege de nieuwe structuur; • Door verschillende afdelingen zijn klanttevredenheidsonderzoeken uitgevoerd. Zie hiervoor blz. ? • De klachten, signalen en complimenten zijn geregistreerd; zie hiervoor het overzicht op blz. ? • Leveranciersbeoordelingen zijn uitgevoerd; • Het jaarlijkse Management Review is uitgevoerd; • Er is geparticipeerd in de kwaliteitsgroep van Prisma.

Woord en Daad: • onderschrijft de Code of Conduct van het Internationale Rode Kruis, een internationale gedragscode voor hulporganisaties; • volgt in noodhulp en wederopbouw de Sphere Standards; • volgt de Code Goed Bestuur voor Goede Doelen. De daarin bepleite scheiding van toezicht en uitvoering wordt binnen Woord en Daad toegepast. Dat geldt ook voor de richtlijnen rond salariëring; • werkt in fondsenwerving met de Gedragscode van de VFI; • bezit het CBF-keurmerk (zie paragraaf 8.1); • is ISO-gecertificeerd (zie paragraaf 8.1); • werkt volgens COSO (zie paragraaf 8.1).

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 125


8.7 Onderzoeksrapport accountant

126 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


8.8 Verantwoordingsverklaring Woord en Daad heeft een systeem van interne controle en beheersing waarvan de hoofdlijnen hiervoor zijn aangegeven. Hierbij is waar mogelijk aansluiting gezocht bij de kwaliteitsnormen uit het rapport ‘Internal Control Integrated Framework’ van het Committee of Sponsoring Organizations (COSO). Binnen de beperkingen van dit systeem garandeert het een beheersing van de processen Fondsenwerving en – besteding en een betrouwbare verslaggeving in de jaarrekening. Door de aanwezige controlepunten worden de risico’s tot een minimum beperkt. Ondergetekende verklaart dat genoemde systemen per 31 december 2010 functioneerden en er gedurende het boekjaar 2010 volgens de processen is gewerkt die in hoofdstuk 8 van dit jaarverslag staan vermeld. Als houder van het CBF-Keur worden de volgende principes door Woord en Daad onderschreven: Scheiding toezicht houden, besturen en uitvoeren Binnen Woord en Daad is de functie ‘toezicht houden’ (vaststellen en goedkeuren van plannen, en het kritisch volgen van de organisatie en haar resultaten) duidelijk gescheiden van het ‘besturen’ dan wel de ‘uitvoering’. Vanaf 1 januari 2008 is er een nieuwe bestuursstructuur doorgevoerd waarbij de organisatie bestuurd wordt door de raad van bestuur en er toezicht wordt gehouden door de raad van toezicht. Als voorzitter van de raad van bestuur is sinds 1 januari 2008 de heer Ir. J. Lock aangesteld. Vanaf 1 januari 2010 is tevens toegetreden tot de raad van bestuur mevrouw drs. D.J. Nieuwenhuis. Direct onder de raad van bestuur fungeert een managementteam bestaande uit de 5 managers van de afdelingen. De raad van bestuur neemt besluiten, voor de uitvoering van de plannen en de verantwoording hierover is de directieraad verantwoordelijk. De raad van toezicht houdt toezicht door het door de raad van bestuur vastgestelde beleidsplan, jaarplan en jaarverslag te beoordelen en goed te keuren. De auditcommissie adviseert de raad van toezicht over het financiële beheer en beleid van Woord en Daad en bewaakt de door het bestuur ingevoerde controlemaatregelen en procedures op het gebied van financiële verslaggeving. In hoofdstuk 6 van dit jaarverslag staat de wijze van besturen en de wijze van toezicht houden beschreven. Effectief en efficiënt besteden van middelen Woord en Daad werkt continu aan een optimale besteding van middelen, zodat effectief en doelmatig gewerkt wordt aan het realiseren van de doelstelling. In het jaarverslag wordt uitvoerig verslag gedaan van de werkwijze en de behaalde resultaten. Door middel van een maandelijks koersrapport wordt gecontroleerd of de gestelde doelen gehaald worden en zo nodig maatregelen genomen moeten worden. Een belangrijke graadmeter over de efficiënte inzet van middelen is de hoogte van de overhead. Hieronder wordt verstaan de kosten van beheer en administratie, de kosten van fondsenwerving en de kosten van monitoring van de projecten. Woord en Daad heeft zichzelf een norm opgelegd voor overhead van gemiddeld maximaal 10% over een reeks van 3 jaar. Voor 2010 is het percentage 9,06%. Voor de kosten van de eigen fondsenwerving ten opzichte van de baten eigen fondsenwerving is er de zogenaamde CBF- norm van maximaal 25%. Bij Woord en Daad is dit percentage 4,17%.Voor de overige normen wordt verwezen naar het overzicht in de jaarrekening. Optimale relatie met belanghebbenden Woord en Daad streeft naar optimale relaties met belanghebbenden, met gerichte aandacht voor de informatieverschaffing en de inname en verwerking van wensen, vragen en klachten. De belanghebbenden van Woord en Daad zijn zowel de vrijwilligers, de donateurs (zie hoofdstuk 5) als de partners (zie met name hoofdstuk 2) in het Zuiden. We streven een open en eerlijke communicatie na met zoveel mogelijk transparantie. We vragen regelmatig de mening van deze groepen door het houden van enquêtes, klanttevredenheidsonderzoeken en partnerconferenties. Ook geven we inspraak op het te voeren beleid. Daarnaast hebben we een procedure voor complimenten, signalen en klachten, waarbij een klacht zo zorgvuldig mogelijk en tijdig wordt behandeld. In deze verklaring wordt door ondertekende verantwoording afgelegd van de wijze waarop bovenstaande principes worden toegepast. Gorinchem, 25 maart 2011

Jan Lock Voorzitter raad van bestuur Stichting Woord en Daad

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 127


FinanciĂŤle verantwoording

9 128 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


9.1 Jaarrekening 2010 Balans per 31 december 2010

Activa

2009

(in €)

(in €)

Materiële vaste activa (1) In het kader van bedrijfsvoering

170.425

143.956

Financiële vaste activa (2) Leningen/deelnemingen in het kader van de doelstelling

976.412

965.291

Voorraden (3) Goederenvoorraad in kader van bedrijfsvoering

82.590

91.490

5.110.761

3.506.270

10.259.471

5.420.555

16.599.659

10.127.562

Vorderingen (4) Liquide middelen (5) Vooruitontvangen MFS-2 subsidie voor 2011 Overige liquide middelen

3.795.780 6.463.691

Totaal activa

Passiva Reserves en fondsen 1.957.476

Reserves (6) Stichtingskapitaal Continuïteitsreserve Algemene reserve Reserve evaluaties Negatieve adoptiereserves Negatieve koersreserve adoptie

272 2.386.406 0 0 0 -429.202

Fondsen (7) Bestemmingsfondsen noodhulp Overige bestemmingsfondsen Garantiefonds bedrijfsontwikkeling Positieve adoptiefondsen

4.045.433 341.245 519.898 0

1.613.769 272 2.443.950 -708.528 142.759 -264.684 0

4.906.576

3.215.808 453.935 1.370.648 580.226 810.999

Voorzieningen (8)

153.389

93.061

Schulden op lange termijn (9)

842.993

902.028

Schulden op korte termijn (10)

8.739.225

4.302.896

Projecten en programma’s Vooruitontvangen adoptiegelden Overige schulden en nog te betalen kosten Vooruitontvangen MFS-2 subsidie voor 2011 Totaal passiva

3.151.718 805.446 986.281 3.795.780

2.878.119 757.645 667.132 0 16.599.659

10.127.562

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 129


Staat van baten en lasten Baten

-collecten -kinderadopties -overige giften -nalatenschappen -brutowinst verkopen artikelen Totaal baten uit eigen fondsenwerving (11)

Lopend boekjaar 2010 (in €)

Begroot boekjaar 2010 (in €)

Voorafgaand boekjaar 2009 (in €)

306.070 10.198.730 12.011.558 1.251.067 39.518

226.363 10.175.964 7.704.106 692.329 44.885

23.806.943

21.655.000

18.843.648

Aandeel in acties derden (12)

2.914.656

970.000

1.005.504

Subsidies overheden en anderen (13)

10.131.308

9.861.000

9.178.622

183.691

100.000

104.897

37.036.597

32.586.000

29.132.670

27.609.641

28.363.369

25.703.254

Noodhulp (16) -verstrekte steun via organisaties/instanties ter plaatse

3.611.759

585.000

789.945

Voorlichting en bewustwording (17)

1.321.048

1.089.469

1.116.869

544.528

830.000

560.060

Kosten eigen fondsenwerving Kosten acties derden Kosten subsidies overheden en anderen Kosten verkoop goederen Kosten van beleggingen

990.610 23.063 125.789 3.065 0

946.525 20.662 114.074 2.904 0

821.688 24.125 134.760 2.803 0

Kosten Beheer & Administratie (20)

772.619

664.564

665.265

Som lasten

35.002.122

32.616.567

29.818.769

Saldo van baten en lasten **

2.034.474

-30.567

-686.099

Toevoeging/onttrekking aan: -Continuïteitsreserve -Algemene reserve -Reserve evaluaties -Negatieve adoptiereserves -Reserve koersverschillen adoptie -Positieve adoptiefondsen -Garantiefonds -Bestemmingsfondsen noodhulp -Overige bestemmingsfondsen

-57.544 708.528 -142.759 264.684 -429.202 -810.999 -60.329 3.591.498 -1.029.404

-57.544 26.977 0 0 0 0 0 0 0

-143.550 -708.751 42.189 53.573 0 44.604 -74.331 768 99.399

2.034.474

-30.567

-686.099

Rentebaten en baten uit beleggingen (14) Som baten*:

Lasten: Structurele programma’s (15)

Advies & Onderzoek (18) Werving baten: (19)

* waarvan baten noodhulp in 2010 €7.781.623 | ** zie bijlage 8 voor een analyse van het saldo van baten en lasten ten opzichte van de begroting

130 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Kasstroomoverzicht Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat

2010

2009

(in €)

(in €)

2.034.474

-686.099

67.612

64.568

-1.604.491

1.216.627

8.900

30.338

Mutaties in verplichtingen programma’s langlopend (9)

-59.035

460.321

Mutaties in verplichtingen programma’s kortlopend (10)

273.598

-328.612

47.801

20.384

4.114.930

-1.261.852

4.883.788

-484.325

Investeringen materiële vaste activa (1)

-94.081

-61.352

Kastroom uit investeringsactiviteiten (B)

-94.081

-61.352

0

-97.500

Koersverschil en aflossing leningen kantoorgebouwen partners (2)

-11.518

53.716

Verstrekte garanties (8)

60.328

74.330

397

193

49.207

30.739

4.838.914

-514.938

Aanpassingen betreffende: Afschrijvingen materiële vaste activa (1) Mutaties in vorderingen (4) Muaties in voorraden (3)

Mutaties in vooruitontvangen adoptiegelden (10) Mutaties in overige schulden en nog te betalen kosten (10) Kastroom uit operationele activiteiten (A)

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Kasstroom uit financieringsactiviteiten Verstrekte leningen kantoorgebouwen partners (2)

Mutaties in deelnemingen Kasstroom uit financieringsactiviteiten (C) Mutatie liquide middelen (A + B + C) Liquide middelen per 1 januari Liquide middelen per 31 december Mutatie liquide middelen

5.420.555

5.935.493

10.259.469

5.420.555

4.838.914

-514.938

Toelichting: - De overige schulden zijn fors toegenomen, onder andere door een vooruitontvangen termijn van MFS-2 voor 2011 en hogere projectverplichtingen per einde van het boekjaar. - De overige vorderingen zijn fors toegenomen, onder andere door een hoger bedrag aan nog te ontvangen subsidies en inkomsten van bedrijven/ vermogensfondsen. (zie ook (4)) - De liquide middelen zijn sterk toegenomen ten opzichte van 2009 in verband met de ontvangen inkomsten voor noodhulp Haiti en Pakistan, waarvan de bestedingen voor een deel in de komende jaren zal plaatsvinden. Daarnaast is eind 2010 de eerste termijn van de MFS-2 subsidie ontvangen, die betrekking heeft op 2011.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 131


Algemene toelichting De jaarrekening is opgemaakt volgens de Richtlijn Verslaggeving Fondsenwervende Instellingen. Waarderingsgrondslagen Balans • Activa: materiële vaste activa; opgenomen tegen aansch waarde verminderd met afschrijvingen op basis van verwachte levensduur tegen vast percentage van de aanschaffingswaarde. • Goederenvoorraad: tegen inkoopwaarde met een voorzieningvoor incourant. • Overige activa: tegen nominale waarde, zonodig verminderd met voorziening voor oninbaarheid. • Geldmiddelen en verplichtingen: tegen nominale waarde, voor zover in vreemde valuta tegen de koers per 31-12. • Overige passiva: tegen nominale waarde. Baten en lasten: • Ontvangsten en uitgaven: de ontvangsten en uitgaven worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Voor de giften die niet bestemd zijn voor adoptie en waarvoor geen overeenkomst is afgesloten is dat het moment waarop de giften ontvangen worden. Alle baten en lasten worden verantwoord in de staat van baten en lasten. • Baten uit nalatenschappen: de baten uit nalatenschappen worden meegenomen voorzover die bekend worden tot het moment van het opmaken van de jaarrekening, mits deze voldoende betrouwbaar zijn vast te stellen en ook betrekking hebben op het boekjaar. • Projectverplichtingen: de projectverplichtingen worden geheel ten laste gebracht van het jaar waarin het besluit tot toekenning schriftelijk aan de partners is meegedeeld. Bij de kosten van doorlopende projecten en adoptieprojecten wordt het matchingsprincipe toegepast. De kosten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Besluiten ten aanzien van projecten die na het boekjaar worden genomen leiden niet tot projectverplichtingen in betreffende boekjaar. • Gemengde kosten: organisatiekosten die zowel betrekking hebben op fondsenwerving als op voorlichting en bewustmaking worden naar verhouding verdeeld. Salariskosten worden toegerekend op basis van tijdsbesteding. • Koersverschillen: koersverschillen met betrekking tot aangegane verplichtingen worden verrekend met het fonds. Koersverschillen van liquide middelen worden toegerekend aan het beleggingsresultaat.

132 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

Beleggingsbeleid De tijdelijk overtollige liquide middelen worden belegd bij betrouwbare banken. Dat betekent in de praktijk spaartegoeden met een goede rente, deposito’s of bij een langere horizon in obligaties die aangehouden worden tot het einde van de looptijd. In 2010 zijn de overtollige liquide middelen belegd bij de Rabobank. Woord en Daad geeft invulling aan de VFI Handreiking Verantwoord Vermogensbeheer Fondsenwervende Instellingen. Het beleid van de Rabobank sluit aan op de punten genoemd in deze Handreiking. Zie verder het jaarverslag. Niet Uit De Balans Blijkende Verplichtingen Huurcontract: het huurcontract voor het kantoorpand loopt tot 31 december 2014. De jaarhuur is gemiddeld €159.904 per jaar. Materiële vaste activa: voor 2011 is een verplichting aangegaan voor de aanschaf van drie nieuwe auto’s ter waarde van €44.757. Adoptieprojecten: aan de partners zijn in 2010 de jaarbedragen voor de adoptieprojecten toegezegd voor 2011. Het gaat in totaal om een bedrag van € 6.422.072 Doorlopende projecten: eind 2010 was er voor doorlopende projecten in totaal voor € 1.511.793 toegezegd aan partners voor het jaar 2011. Toelichting op de balans (bedragen x € 1,-) (1) Materiële vaste activa Per 31 december lopend jaar Per 31 december vorig jaar

Boekwaarde 1-1 Investering Afschrijving Boekwaarde 31-12

170.425 143.956

Inventaris 2010

Inventaris 2009

Auto 2010

Auto 2009

143.956 84.119 -66.284 161.791

145.897 61.352 -63.293 143.956

0 9.962 -1.328 8.634

1.275 0 1.275 0

Door personeelsuitbreiding is er geïnvesteerd in meubilair en zijn de hard- en software verder uitgebreid. De afschrijving van hard- en software is 33,3%, investeringen in het kantoorgebouw 10% en van de overige inventaris 20% van de aanschafwaarde. De voor de manager Communicatie en Fondsenwerving aanwezige Opel Astra uit 2001 is vervangen door een Peugeot 107. De Opel Astra was volledig afgeschreven. Het afschrijvingspercentage voor de Peugeot is 20%.


(2) Financiële vaste activa Leningen partners kantoorpanden Er zijn in het verleden vier leningen voor de financiering van kantoorpanden van partners gegeven. Deze leningen zijn volledig als vordering opgenomen, waarbij Woord een Daad een hypotheciar recht op de betreffende kantoorpanden heeft. De aflossingstermijn bedraagt bij drie leningen 10 jaar en bij één lening 12,5 jaar in maandelijks gelijke delen. Per 31 december lopend jaar Per 31 december vorig jaar

Saldo per 1-1 Uitgeleend in boekjaar Koersverschil einde boekjaar Afgelost in boekjaar Saldo per 31-12

976.412 965.291

2010

2009

964.894 0 11.354 -108.679 867.569

921.110 97.500 4.781 -58.497 964.894

Lening partner gezondheidszorgprogramma Er is in het boekjaar een lening aan één partner verstrekt met betrekking tot de financiering van gezondheidszorg in Colombia, die volledig als vordering is opgenomen. Vanuit het garantiefonds is hiervoor 25% voorzien, aangezien het een bedrijfsmatig opgezet gezondheidsprogramma betreft. De aflossingstermijn van deze lening is 5 jaar in maandelijks gelijke delen.

2010 Saldo per 1-1 Uitgeleend in boekjaar Koersverschil einde boekjaar Afgelost in boekjaar Saldo per 31-12

0 136.054 0 -27.211 108.843

Overige leningen partners Daarnaast bedraagt per ultimo 2010 de stand van de projectuitgaven in de vorm van een lening € 1.709.944 (2009 € 1.539.344). Hiertegenover staat een voorziening voor hetzelfde bedrag. Deelnemingen In 2008 heeft Woord en Daad samen met ZOA Vluchtelingenzorg en Red een Kind een consortium gevormd met als doel het verlenen van noodhulp in Birma. Dit consortium opereert onder de naam CDN, Woord en Daad is voor 1/3e deel eigenaar hiervan. Per einde 2010 heeft CDN een negatief eigen vermogen van € 328. De waardering van de deelneming is als nihil opgenomen. Het resultaat over 2010 was negatief € 1.520.

2010

2009 0 0

Eigen vermogen CDN per 31-12 Aandeel W&D hierin (1/3e deel)

1.192 397

(3) Goederenvoorraad Per 31 december lopend jaar Per 31 december vorig jaar

82.590 91.490

Goederenvoorraad per 31-12

2010

2009

In magazijn in Gorinchem tegen inkoopprijs Voorziening voor incourant Voorraden bij comités tegen gefactureerde inkoopprijs Voorraad postzegels comité Gorinchem* Totaal voorraad

6.099 1.784 4.315 44.965 33.311 82.590

7.134 1.784 5.350 51.924 34.216 91.490

* In de jaarrekening 2009 was de voorraad postzegels comité Gorinchem gewaardeerd inclusief liquide middelen, in de vergelijkende cijfers van de jaarrekening 2010 is dit geherrubriceerd naar liquide middelen comités.

(4) Vorderingen Per 31 december lopend jaar Per 31 december vorig jaar

Per 31-12 nog te ontvangen Adoptiegelden (waarvan € 560 ouder dan 1 jaar in 2010) Intrest Waarborgsommen Voorschotten projectenkosten Nog te vorderen projectsaldi bij partners Nog te ontvangen legaten en erfenissen Nog te ontvangen subsidies en acties derden Te verrekenen met Act Positive consortium Rekening-courant met Word and Deed Canada Vooruitbetaalde kosten Bedrijven/vermogensfondsen Overige vorderingen Totaal

5.110.761 3.506.270

2010

2009

168.126

171.251

68.235 3.602 635.732 507.051

83.287 3.602 698.985 349.956

779.657

652.543

1.479.600

583.249

2.152

49.008

5.184

9.492

208.509 1.056.356 196.558 5.110.761

19.003 732.624 153.269 3.506.270

Onder de voorschotten projectkosten is een voorschot opgenomen van € 180.000 aan CDA Colombia. Van dit bedrag zal € 120.000 verrekend worden na 2011.

(5) Liquide middelen Per 31 december lopend jaar Per 31 december vorig jaar

10.259.471 5.420.555

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 133


Liquide middelen per 31-12 Kasgelden (incl. vreemde valuta) Banktegoeden (incl.spaarrekeningen) Comités (kas, bank-, girotegoeden) Totaal

2010

2009

987 9.799.121 449.389 10.249.497

2.002 4.857.470 551.109 5.410.581

De vreemde valuta wordt berekend tegen de koers per 31-12 van het jaar. Participaties In 2009 heeft Woord en Daad in het kader van de doelstelling voor € 10.000 aan participaties aangeschaft in het Oikocredit Nederland Fonds. De waarde van deze participaties per ultimo 2010 bedraagt € 9.974. In 2010 heeft Woord en Daad geen dividend ontvangen (zie ook 14). Participaties Oikocredit

2010

2009

9.974

9.974

(6) Reserves Per 31 december lopend jaar

1.957.476

Per 31 december vorig jaar

1.613.770

Reserves

Stichtingskapitaal Continuïteitsreserve Algemene reserve Reserve evaluaties Negatieve adoptiereserves Reserve koersverschillen adoptie Totaal reserves

stand 1-1 mutaties 2010

stand 31-12 2010

272 2.443.950 -708.528 142.759 -264.684

0 -57.544 708.528 -142.759 264.684

272 2.386.406 0 0 0

0

-429.202

-429.202

1.613.770

343.707

1.957.476

Stichtingskapitaal Betreft het ingelegde kapitaal van € 272 bij oprichting in 1973. Continuïteitsreserve De continuïteitsreserve heeft als doel om bij een eventuele terugloop van de inkomsten een opvang te hebben voor de doorloop van organisatiekosten. Woord en Daad kent een norm van 7,5% van de geraamde inkomsten van het volgende jaar (2011: € 36.532.280). In deze inkomsten is echter ook een bedrag verantwoord van € 4.713.530 wat betrekking heeft op de organisatie Red een Kind. Derhalve wordt dit bedrag, voor de berekening van de continuïteitsreserve van de totale inkomsten afgehaald waardoor deze uitkomen op € 31.818.750. Op basis van

134 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

de 7,5%-norm wordt de reservering derhalve berekend op €2.386.406. Op basis van de CBF richtlijn mag de reserve voor maximaal 1,5 maal de kosten van de werkorganisatie zijn (voor Woord en Daad maximaal € 6.179.346). Het saldo van de conintuïteitsreserve ligt dus ruimschoots binnen de door CBF maximaal toegestane norm. Op basis van de hoogte van de organisatiekosten is de norm van 7,5% voldoende om een doorloop van organisatiekosten van ruim een half jaar op te kunnen vangen. Daarnaast is de hoogte van de continuiteitsreserve ruim voldoende voor de projectbetalingen in een maand. Daarbij dient wel te worden opgemerkt dat ook in bestemmingsfondsen liquiditeiten vastliggen en dat vaak van grote subsidieverstrekkers voorschotten worden ontvangen voorafgaand aan de betaling aan de partner. In de praktijk blijkt dat de hoogte van de continuiteitsreserve afdoende is voor de omvang en risicoprofiel van de organisatie. Algemene reserve: Het saldo van de algemene reserve is nihil. Hiermee voldoet de algemene reserve aan de norm van het bestuur van tussen 0% en 7,5% van de inkomsten. De algemene reserve dient ter dekking van projectuitgaven van projecten waarvoor niet voldoende specifieke giften ontvangen zijn. Aangezien de koersreserve adoptie negatief is is het resterende saldo van de algemene reserve (€ 349.877) toegevoegd aan de reserve koersverschillen adoptie. In tegenstelling tot de continuiteitsreserve (die bedoeld is voor opvang van de organisatiekosten bij teruglopende inkomsten) is de algemene reserve bedoeld voor bestedingen aan de doelstelling. Reserve evaluaties In 2007 heeft Woord en Daad een reserve evaluaties gevormd vanwaaruit projectevaluaties betaald worden. De reserve evaluaties wordt gevoed vanuit een percentage op de projectbestedingen. De reserve is in 2010 geheel ingezet voor evaluaties en de kosten van de afdeling A&O. Negatieve adoptiereserves diverse organisaties Per 31 december van het verslagjaar waren alle adoptiefondsen nihil aangezien deze zijn ingezet ter dekking van koersverlies (zie ook bijlage 2). Reserve koersverschillen adoptie Nadat de adoptiefondsen waren ingezet ter dekking van het koersverlies op adoptieprojecten en het overschot op de algemene reserve hiervoor is ingezet (voor een bedrag van € 349.877) in het verslagjaar resteert een verlies waarvoor een reserve is gevormd. Deze reserve zal de komende jaren aangevuld worden vanuit toekomstige heffing binnen adoptieprojecten.


Negatieve bestemmingsreserves Voor projecten waarvan de besteding in het boekjaar is genomen (maar waarvoor in het boekjaar onvoldoende inkomsten waren), maar waarvoor wel een toezegging is van een specifieke donor (maar niet voldoende hard in een contract vast gelegd om als inkomst mee te nemen) worden deze projecten niet met algemeen geld voorgefinancieerd maar onder negatieve bestemmingsreserves verantwoord. In 2010 was dit voor geen enkel project het geval. (7) Fondsen Per 31 december lopend jaar

Garantiefonds bedrijfsontwikkeling Dit fonds is bestemd voor opvang van de risico’s van in de toekomst uit te geven leningen voor opstart van MKB bedrijven. In 2010 is totaal € 60.329 ontrokken als gevolg van het treffen van voorzieningen van garantstellingen.

4.906.576

Per 31 december vorig jaar

3.215.808

Bestemmingsfondsen

stand 1-1 2010

Positieve adoptiefondsen Garantiefonds Bestemmingsfondsen noodhulp Overige bestemmingsfondsen

810.999

-810.999

0

580.226 453.935

-60.329 3.591.498

519.898 4.045.433

1.370.648

-1.029.403

341.245

3.215.808

1.690.768

4.906.576

Totaal bestemmingsfondsen

Adoptiefondsen Per partner wordt een fonds aangehouden waarin de ontvangen adoptiegelden gestort worden en waaruit de projectbetalingen gedaan worden. Voor een overzicht van de adoptiefondsen zie bijlage 2.

mutaties

stand 31-12 2010

Overige bestemmingsfondsen Giften met een specifieke bestemming worden gebruikt voor de betaling van de projectkosten. Voor zover de gelden nog niet besteed zijn worden zij in een bestemmingsfonds gestort. Ook giften waarvan het kapitaal in stand moet blijven en alleen de opbrengsten besteed mogen worden voor de hulpverlening worden in een fonds opgenomen. In de bestemmingsfondsen liggen ook liquiditeiten vast om de projectbetalingen steeds tijdig te kunnen verrichten. Per 31 december van het boekjaar zijn de volgende bestemmingsfondsen aanwezig:

Naam fonds

Project nr.

Bedrag

Afwikkeling

Noodhulp Aardbeving P&A Haïti Noodhulp na storm Agatha Noodhulp overstromingen Benin Noodhulp project Birma Wijsfonds Noodhulp kleine projecten Noodhulp overstromingen Pakistan Thema Noodhulp Totaal bestemmingsfondsen noodhulp

21.97.007 62.97.004 68.97.001 19.79.001 90.90.103 90.97.002 93.60.080

€ € € € € € € €

3.145.051 9.309 43.654 932 46.144 793.524 6.819 4.045.433

Besteding in 2011 - 2013 Besteding in 2011 Besteding in 2011 Besteding in 2011 Besteding in 2011 Besteding in 2011 - 2013 Besteding in 2011

Kinderfonds G.C. Woudenberg Kinderfonds Nelleke Regina Studiebeurzen Jongeren Agape Uitbreiding School Marianne Opzetten Bakkerijen Centrum voor beroepsopleiding Gemeensch. Basisonderwijs Horn of Africa Infrastructure Roggie Wijsfonds Speciale giften Exemplarisch Onderwijs Fonds Rabofoundation Totaal overige bestemmingsfondsen

91.90.099 91.90.100 10.95.001 21.82.034 26.79.002 75.82.002 81.73.005 81.84.001 81.56.001 90.90.202 96.10.001 99.99.097 90.90.104

€ € € € € € € € € € € € € €

20.363 45.378 5.285 7.171 15.398 30.046 86.148 11.179 984 100.557 6.634 7.635 4.466 341.245

alleen rente te besteden alleen rente te besteden Besteding in 2011 Besteding in 2011 Besteding in 2011 Besteding in 2011 Besteding in 2011 Besteding in 2011 Besteding in 2011 Besteding in 2011 Besteding in 2011 Besteding in 2011 Besteding in 2011

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 135


(8) Voorzieningen Per 31 december lopend jaar Per 31 december vorig jaar

153.389 93.061

Garantstellingen In 2010 heeft Woord en Daad zich garant gesteld voor een tweetal leningen via Oikocredit. Het gaat hier om een bedrag van USD 100.000 (€ 77.201) en een bedrag van PHP 1.750.000 (€ 29.529). De leningen zijn uitgegeven in Guatemala en de Filipijnen. Van de bedragen is een voorziening getroffen van 25%. Ook is er in 2010 een voorziening van 25% getroffen via het garantiefonds voor de uitgegeven lening in Colombia. Deze lening heeft een waarde van 400.000.000 COP (€ 136.054). Woord en Daad heeft zich in 2009 voor een zestal leningen in de Filipijnen garant gesteld. Woord en Daad staat voor 25 tot 50% garant voor deze leningen. Totaal gaat het om een bedrag van PHP 20.100.000, dat is € 297.321. Naast deze 6 garantstellingen stond Woord en Daad al garant voor 2 leningen. Totaal staat Woord en Daad garant voor 26.600.000 PHP en 100.000 USD, dat is € 478.971. Alle leningen zijn verstrekt door Oikocredit. Er is een voorziening getroffen van 25% voor het deel van Woord en Daad van de lening. (9) Schulden op lange termijn Per 31 december lopend jaar Per 31 december vorig jaar

842.993 902.028

In 2007 is door een donor een lening verstrekt van € 235.000 voor de financiering van de bouw van een conferentiecentrum (zie ook (2)). Deze lening o/g heeft een looptijd van 12,5 jaar en wordt in halfjaarlijkse gelijke termijnen afgelost. Over het opgenomen bedrag is vanaf december 2010 een rente verschuldigd van 5%. Het resterende gedeelte van deze schuld langer dan 5 jaar bedraagt € 122.200. In 2008 is door twee donoren een lening verstrekt van ieder € 117.794 voor de financiering van de bouw van een conferentiecentrum (zie ook (2)). Deze leningen o/g hebben een looptijd van 12,5 jaar en worden in halfjaarlijkse gelijke termijnen afgelost. Over het opgenomen bedrag is een rente verschuldigd van 2,5%. Het resterende gedeelte van deze leningen langer dan 5 jaar bedraagt € 122.506. In 2009 is door een donor een lening verstrekt van € 10.000 voor de financiering van zijn toekomstige adoptieverplichtingen. Deze lening o/g heeft een looptijd van 5 jaar. In 2009 is door twee donoren een lening verstrekt van respectievelijk € 50.000 en € 47.500 voor de financiering van de bouw van een conferentiecentrum (zie ook (2)). Deze lening o/g heeft een looptijd van 11,5 jaar en wordt in halfjaarlijkse gelijke termijnen afgelost. Over het opgenomen bedrag van beide leningen is een rente verschuldigd van 2,5%. Het resterende gedeelte van deze leningen langer dan 5 jaar bedraagt € 46.632.

136 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

In 2009 heeft een donor twee renteloze leningen verstrekt voor de financiering van het microkredietprogramma in Bangladesh. De ene lening van € 200.000 heeft een looptijd van 2 jaar, de andere lening van € 100.000 3 jaar. In 2009 is door een donor een renteloze lening verstrekt van € 105.000 voor de financiering van de toekomstige verplichtingen vanuit de business partner overeenkomst. Deze lening o/g heeft een looptijd van 3 jaar. In 2010 is door een donor een renteloze lening verstrekt van € 136.155 voor de financiering van het gezondheidsprogramma in Colombia. Deze lening o/g heeft een looptijd van 5 jaar en wordt aan het einde van de looptijd volledig afgelost. In 2010 is door een donor een renteloze lening verstrekt van €150.000 voor de financiering van de toekomstige verplichtingen vanuit de business partner overeenkomst. Deze lening o/g heeft een looptijd van 5 jaar. (10) Schulden op korte termijn Per 31 december lopend jaar Per 31 december vorig jaar

Verplichtingen per 31 dec. Projectverplichtingen kortlopend Vooruitontvangen adoptiegelden PSO nog te betalen kosten uitgezondenen Belastingdienst, salarissen, sociale lasten en pensioenpremies Reservering vakantiegeld Geleende gelden o/g (zie ook (9)) Vooruitontvangen MFS-subsidie Vooruitontvangen EU-subsidie Bangladesh Vooruitontvangen EU-subsidie Act Positive Te verrekenen met Act Positiveconsortium Diverse schulden en nog te betalen kosten Totaal schulden op korte termijn

8.739.225 4.302.896

2010

2009

3.151.718 805.446 88.132

2.878.119 757.645 115.982

10.332

119.263

135.282 313.125 3.795.780 127.515

111.279 81.060 0 0

0

6.476

79.767

0

232.129

233.072

8.739.225

4.302.896

Proj. verplichtingen kortlopend De projecten waarvoor een verplichting openstaat per 31/12 zijn: Noodhulp aardbeving P&A Haiti MIS PAC Nicaragua Onderwijsprogramma Hope Ethiopië Bouw Hope College Ethiopië Overige projecten < € 100.000 Totaal

2010

21.97.007 66.79.040 81.73.010

435.032 149.533 127.305

81.82.006 diverse

550.850 1.888.998 3.151.718


Toelichting op de staat van baten en lasten

(12) Aandeel in acties derden

(bedragen x € 1,-)

Werkelijk lopend jaar Begroot lopend jaar Baten vorig jaar

BATEN (11) Baten uit eigen fondsenwerving Werkelijk lopend jaar Begroot lopend jaar Baten vorig jaar

Ontvangen in het verslagjaar Particulieren: Collecten Adoptiegelden Nalatenschappen Overige giften Bruto-winst omzet goederenverkoop

23.806.943 21.655.000 18.843.648

Totaal 2010 306.070 9.713.988 1.251.067 8.450.285 39.518 19.760.928

226.363 9.689.153 692.329 4.146.933 44.885 14.799.663

456.000 484.742 1.748.626 2.725.368

470.000 486.811 1.610.410 2.567.221

1.320.647

1.476.763

Bedrijven: Ledenbijdrage Business Platform Adoptiegelden Overige giften Vermogensfondsen: Diverse giften Waaronder: Turing Foundation De Wijk diaconessen Tot. baten eigen fondsenwerving

Totaal 2009

25.000 35.000 23.806.943

Omzet goederenverkoop Inkoopwaarde verkoop Brutowinst Vracht en portikosten Kosten eigen organisatie Nettowinst

2010 65.640 26.122 39.518 0 3.065 36.453

In het boekjaar werd ontvangen van:

2010

2009

Dep.Bijzondere Noden Ger.Gemeente* ZOA Vluchtelingenzorg Diaconale commissie Herst. Herv. Kerk* EO Metterdaad (€ 299.158)* RD/Draagt elkanders lasten* Diaconaal bureau CGK* Happy Gift (Happietaria) WD Canada Save the children Eigen Bijdrage Act Positive consortium Red een Kind* Prisma/ICCO Tearfund UK Tearfund Belgium/Switzerland Edukans Lakarmissionen* Gemeente Veenendaal Ger. Gemeenten in Nederland* Stichting Casa Rescate* Gereformeerde Zendingsbond*

188.750 0 650.485 377.460 38.000 215.000 59.570 6.673 0 204.666 9.342 0 0 50.000 140.879 61.190 0 225.000 40.000 9.529

0 48.000 25.000 54.596 0 60.570 75.141 4.406 22.502 0 0 2.500 -5.000 0 43.529 14.593 24.000 0 0 0

2.276.543

369.836

Totaal 18.843.648

In totaal werden 348.445 giften ontvangen (2009: 332.000 giften)

Resultaat verkopen artikelen

2.914.656 970.000 1.005.504

2009 80.714 35.829 44.885 8 2.795 42.082

Deze omzet goederenverkoop is exclusief de omzet van verkoop van postzegels. De nettowinst van de postzegels van € 17.902 (omzet € 232.404) wordt grotendeels gerealiseerd door de comités en is verantwoordt onder overige inkomsten particulieren.

* noodhulp

Woord en Daad is penvoerder voor wat betreft de MFSsubsidie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. In deze subsidie participeren ook de Noordelijke samenwerkingspartners Tear, Dorcas, Oikonomos en Leprazending. Deze organisaties maken hun eigen bijdrage in de projecten over aan Woord en Daad en Woord en Daad besteedt deze inclusief de MFS-subsidie aan de projecten van deze organisaties.

In het boekjaar werd ontvangen van:

2010

Tear Dorcas Oikonomos Leprazending Totaal

350.913 99.330 104.135 83.735 638.113

2009 304.036 118.978 128.684 83.970 635.668

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 137


LASTEN (15) Structurele programma’s

(13) Subsidies overheden en anderen Werkelijk lopend jaar Begroot lopend jaar Baten vorig jaar

In het boekjaar werd ontvangen van:

10.131.308 9.861.000 9.178.622

Totaal 2010

Totaal 2009

Prisma/ICCO Bijdrage W&D publieksgelden Netto ontvangen projectbijdragen

4.423.868 2.153.040 2.270.828

3.053.946 1.129.954 1.923.992

Kostenvergoeding Totaal ontvangen Prisma/ICCO

104.216 2.375.044

204.130 2.128.122

MFS subsidie Ministerie BuZa TMF subsidie via Red een Kind Europese Unie USAID PSO bijdrage capaciteitsopbouw Provincie Zeeland (noodhulp) Gemeente Urk (noodhulp) Gemeente Houten (noodhulp) Gemeente Nederlek (noodhulp) Overheidssubsidies via comités/regio ondernemers Overheidssubsidies overig

5.037.000 549.786 918.362 455.682 434.422 120.000 10.000 5.714 5.634 149.490

5.037.000 528.489 819.755 286.343 293.428 0 0 0 0 35.485

70.173

50.000

Totaal ontvangen

10.131.308

9.178.622

Werkelijk lopend jaar Begroot lopend jaar Lasten vorig jaar

27.609.641 28.363.369 25.703.253

Zie bijlage 1 en 2. Bijlage 1 is inclusief noodhulp.

Kosten structurele hulpverlening Organisatiekosten in Nederland Totaal

2010

2009

26.413.848 1.195.793 27.609.641

24.436.319 1.266.934 25.703.253

Als lasten in het betreffende boekjaar worden de betalingen ten laste van de fondsen en de aangegane verplichtingen (reserveringen) verantwoord. Zie bijlage 6.

(16) Noodhulp Werkelijk lopend jaar Begroot lopend jaar Lasten vorig jaar

3.611.759 585.000 789.945

Uitgegeven noodhulp Diverse noodhulpprojecten Totaal

2010

2009

3.611.759 3.611.759

789.945 789.945

Zie ook bijlage 1, 3 en 6. Bijlage 1 is inclusief noodhulp.

(14) Resultaat beleggingen Werkelijk lopend jaar Begroot lopend jaar Baten vorig jaar

Ontvangen rente over liquiditeiten Ontvangen rente over lening partners Dividend participatie Oikocredit Koersverschil Totaal resultaat beleggingen

183.691 100.000 104.897

2010

2009

94.704 60.320 0 28.667 183.691

99.570 0 127 5.201 104.897

(17) Voorlichting/bewustwording Werkelijk lopend jaar Begroot lopend jaar Lasten vorig jaar

1.321.048 1.089.469 1.116.869

Totale kosten Directe kosten voorlichting en bewustmaking Act Positive (HIV/Aids-bewustwordingscampagne onder jongeren) Overige projecten bewustmaking Overige organisatiekosten (bijl.3) Totaal

2010

2009

152.627

177.190

682.223

491.797

0 486.198 1.321.048

43.875 404.007 1.116.869

Zie de toelichting bij de kosten fondsenwerving.

Op basis van een gemiddeld saldo van € 6.301.256 (per eerste en twintigste van de maand) is de rente op liquiditeiten 1,96% (2009: 2,02%). Gezien de rentestructuur in 2010 en de liquiditeitspositie ten opzichte van de totale bestedingen is belegd in direct opneembare spaarrekeningen. Als benchmark is de Euribor-dagrente gehanteerd. De Euribor-dagrente was in 2010 gemiddeld 0,5% (2009: 0,8%). Het resultaat beleggingen is hoger dan de benchmark, als gevolg van een langjarige relatie met de huisbankier (Rabobank).

138 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

(18) Advies & Onderzoek Werkelijk lopend jaar Begroot lopend jaar Lasten vorig jaar

Kosten derden A&O Organisatiekosten A&O

544.528 830.000 560.060

2010

2009

174.730 369.798 544.528

71.128 488.932 560.060


Directe Publiciteitskosten: (19) Werving baten

Werelddelen (oplage 70.000) Grenzeloos (oplage 13.000) Schoolmagazine (oplage 82.000) Daadkracht (oplage 3.400) Jaarverslagen/corporate brochure Kosten businessplatform Kosten Comites Jongerenbeleid Advertenties Kosten Happietaria Mailingen Kosten website Werven adopties Div. kosten fondsenwerving Div. kosten voorl./bew.m. Jongerenreizen Kosten communicatie Kosten vermogensfondsen Totale kosten

Rekening 2010

Begroting 2010

Rekening 2009

% fondsenwerving

% voorlichting en bewustmaking

134.424 29.495 14.807 16.782 31.422 15.113 26.298 27.531 117.507 8.000 65.512 11.223 9.512 99.484 3.449 0 0 1.273 611.832

143.452 38.870 18.310 20.000 26.851 21.745 35.664 89.405 119.344 15.000 34.560 17.000 26.000 94.055 4.500 0 0 16.065 720.821

126.840 24.581 17.044 19.259 43.497 15.313 32.883 27.334 73.340 18.000 20.921 13.258 25.803 65.696 6.694 42.086 0 9.478 582.027

75% 0% 0% 50% 50% 50% 100% 0% 100% 0% 100% 75% 100% 100% 0% 0% 100% 0%

25% 100% 100% 50% 50% 50% 0% 100% 0% 100% 0% 25% 0% 0% 100% 100% 0% 100%

0 0 0

8.000 0 8.000

0 42.086 42.086

100% 0%

0% 100%

Inkomsten: Sponsoring Wegwijs Xplore subsidie jongerenreizen Totale inkomsten

De kosten zijn per saldo â‚Ź 611.832 (2009: â‚Ź 539.941) en worden als volgt verdeeld: Directe kosten fondsenwerving Directe kosten voorl./bew.w.

459.207 152.625

456.260 256.561

362.751 177.190

642.303 130.317 772.619

569.986 94.578 664.564

565.371 99.893 665.264

Voor de overige organisatiekosten zie staat lastenverdeling (bijlage 3).

(20) Kosten Beheer en Administratie Totaal personeelskosten* Totaal overige organisatiekosten*

*Zie bijlage 3.

opgesteld en vastgesteld door:

goedgekeurd door:

Ir. J. Lock voorzitter raad van bestuur namens de raad van bestuur

Ds. C. Westerink voorzitter raad van toezicht namens de raad van toezicht

te Gorinchem in de vergadering van 10-3-2011

te Gorinchem in de vergadering van 18-3-2011

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 139


Bijlage 1 | Mutaties reserves en fondsen Directe Publiciteitskosten: Naar landen

Reserve / Fonds per 01-01-2010

Ontvangsten 2010

Bestedingen / Overige mutaties 2010

Azië India Bangladesh Sri Lanka Filipijnen Thailand Overige landen Totaal Azië

-31.040 64.279 245.355 251.733 839 10.423 541.588

2.994.118 1.176.344 116.764 542.175 137.863 161.101 5.128.365

4.617.053 1.898.982 306.607 1.012.144 242.289 602.437 8.679.512

1.659.260 658.358 -55.512 218.236 103.588 431.846 3.015.777

5.285 0 0 0 0 932 6.217

Afrika Zuid-Afrika Burkina Faso Botswana Zambia Oeganda Ethiopië Sierra Leone Tsjaad Diversen Totaal Afrika

338.606 -116.743 10.954 0 0 623.905 0 0 26.049 882.771

490.377 1.593.174 0 161.231 0 1.138.042 151.095 181.201 233.158 3.948.277

1.691.381 2.748.550 0 745.652 1.049 1.619.416 393.542 528.147 645.717 8.373.455

862.398 1.302.166 -10.954 584.422 1.049 -44.219 242.448 346.946 430.164 3.714.420

0 30.046 0 0 0 98.312 0 0 43.654 172.012

Midden- en Zuid-Amerika Haïti Colombia Guatamala/Honduras Nicaragua Totaal Midden- en Zuid-Amerika

58.655 3.486 217.444 0 279.584

7.630.852 1.192.658 1.569.087 11.627 10.404.223

5.955.092 2.975.334 2.524.547 661.220 12.116.194

1.433.207 1.779.191 747.326 649.593 4.609.317

3.167.621 0 9.309 0 3.176.930

Diversen Garantiefonds Oikocredit Inkomsten MFS Inkomsten PSO Inkomsten MFS Red een Kind Act Positive Wijsfonds Reserve koersverschillen adoptie Algemene reserves Overige reserves en fondsen Continuïteitsreserve Stichtingskapitaal Totaal Diversen

580.226 0 0 0 0 76.494 0 -708.528 733.221 2.443.950 272 3.125.636

0 4.665.773 369.405 542.376 623.065 36.000 0 2.285.864 5.979.742 0 0 14.502.225

0 0 0 0 623.065 0 0 638.716 1.460.131 57.544 0 2.664.368

-60.329 -4.665.773 -369.405 -542.376 0 34.207 -429.202 -938.620 -4.368.015 0 0 -11.289.513

519.898 0 0 0 0 146.701 -429.202 0 884.818 2.386.406 272 3.673.980

Totaal reserves en fondsen

4.829.578

33.983.090

31.948.616

0

6.864.052

Rentebaten en baten uit beleggingen Kostendekking voor organisatiekosten Organisatiekosten gedekt uit intrest/kostendekking Totaal baten en lasten conform staat van baten en lasten

183.691 2.869.816 37.036.597

Overboeking 2010

Reserve/ Fonds per 31-12-2010

3.053.506 35.002.122

NB: de bestedingen zijn inclusief 2% voor evaluaties. Van dit bedrag wordt een reserve gevormd waaruit de evaluaties betaald worden. Per 31-12-2009 was de stand van de evaluatiereserve nihil. In deze bijlage zijn de ontvangsten de gelden die beschikbaar zijn voor de projecten (dus na aftrek kosten eigen organisatie).

140 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Bijlage 2 | Vergelijking adoptiebudgetten 2010 Organisatie

Saldo fonds per 1-1

Totaal lopend jaar Betaald

Ontvangen

Saldo

in %

evaluation transfer

Naar neg. koersreserve

Saldo fonds per 31-12

IREF India Count India AMG-India Word & Deed-India HBI India CSS Bangladesh I.N. NETWORK AMG-Philippines AMG-Thailand AMG Guatemala Mfseane Credo B.F. HCC Botswana Hope Enterprises Parole et Action CDA-education AMG Haiti Cotton Tree Foundation

47.165 7.1103.28779.5243.0218.342109.833 144.717 839 217.444 163.40310.954 280.048 -

330.809 270.937 1.589.228 667.382 22.532 408.568 182.057 638.389 158.132 1.726.662 3.057 1.039.323 10.954 602.098 1.549.166 995.452 112.521 669-

301.478 252.921 1.361.138 591.830 17.708 349.988 112.127 522.563 132.593 1.439.054 1.002.825 585.270 1.377.825 1.001.247 105.795 23.513

29.33118.016228.09075.5524.82558.58169.930115.82625.539287.6083.05736.49810.95416.828171.3405.795 6.72624.181

-8,9% -6,6% -14,4% -11,3% -21,4% -14,3% -38,4% -18,1% -16,2% -16,7% 0,0% -3,5% 0,00 -2,8% -11,1% 0,6% -6,0% -3615,0%

-5.847 -4.771 -28.335 -11.876 -397 -7.801 -3.789 -12.924 -2.643 -30.816 0 -20.614 0 -12.484 -30.816 -20.614 -2.270 -671

11.98729.897 259.713 166.952 8.242 74.724 36.11515.96727.343 100.979 3.057 220.515 250.735202.156 14.819 8.996 23.511-

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Totaal

546.314

10.306.598

9.177.872

-1.128.726

-11,0%

-196.668

779.080

0

In 2010 zijn de adoptierekeningen ingezet ter dekking van het koersverlies dat op adoptieprojecten geleden werd. Alle saldi zijn naar de koersreserve adoptie geboekt, die fungeert als wereldwijde reserve ter dekking van koersverschillen. Deze koersreserve adoptie is per einde van het verslagjaar negatief (-â‚Ź 429.202). Deze reserve zal door toekomstige heffing binnen adoptieprojecten worden aangevuld in de komende jaren.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 141


Bijlage 3 | Model lastenverdeling Kostensoort

Kostendragers Doelstelling Projecten & programma’s

Onderwijs Arbeid en inkomen Basisvoorzieningen Advies & Onderzoek ED/AD Diverse projecten Noodhulp Act Positive Subtotaal projectbestedingen

A&O

Werving baten Voorl./ bew.m.

Eigen fondsenwerving

Acties derden

12.959.538 4.692.140 5.644.073 174.730 2.414.621 703.475 3.611.759 682.223 30.025.605

174.730

682.223

0

0

Salarissen en sociale lasten Pensioenlasten Overige personeelskosten Reis- en verblijfkosten

1.025.355 105.870 44.829 32.092

278.815 30.009 11.794 8.131

348.734 31.313 22.559 17.939

363.875 34.533 25.713 20.937

16.162 1.763 689 701

Subtotaal personeelskosten

1.208.146

328.748

420.545

445.058

19.315

Bijdrage door derden Personeelskosten in projectbestedingen

30.673 278.791

22.789

15.947

0

0

Totaal personeelskosten

898.681

305.959

404.597

445.058

19.315

152.627

459.195

Publiciteit & communicatie Huisvestingskosten Kantoorkosten (excl. Afschrijving) Kosten RvT/vergaderingen organisatie Kosten monitoring en evaluatie Overige algemene kosten Afschrijving en rente Subtotaal organisatiekosten TOTAAL

77.164 101.870 5.029 62.687 25.365 24.997

21.020 27.747 1.368

26.860 35.460 1.750

28.426 37.527 1.852

1.234 1.629 80

6.902 6.802

8.829 8.701

9.344 9.209

406 400

1.195.793

369.798

638.825

990.610

23.063

31.221.398

544.528

1.321.048

990.610

23.063

Verdeelsleutels: De verdeling van de personeelskosten over de kostendragers vindt plaats op basis van de gemiddelde tijdsbesteding. Bij het toerekenen van de personeelskosten is het advies van VFI gevolgd. Dit houdt in dat de directeur-bestuurder volledig onder Beheer & Administratie valt, en de managers van de afdeling voor 20%. De afdeling Finance & Control en algemene staffuncties vallen volledig onder Beheer & Administratie, HRM en ICT wordt toegerekend naar rato van het aantal FTE per kostendrager. De indirecte kosten worden verdeeld op basis van de verdeling van de personeelskosten behalve monitoring en evaluatie.

142 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Beheer & Administratie

Werving baten

Subsidies

Verkoop goederen

Totaal boekjaar

Begroot Boekjaar

Rekening 2009

12.959.538 4.692.140 5.644.073 174.730 2.414.621 703.475 3.611.759 682.223

12.263.000 5.430.000 5.015.000 273.714 3.500.000 820.000 585.000 430.000

11.378.146 4.867.009 4.183.864 71.128 3.232.801 818.373 789.945 491.797

0

0

0

30.882.558

28.316.714

25.833.063

89.881 9.705 3.806 3.914

2.173 191 91 112

555.966 66.025 31.223 18.652

2.680.961 279.408 140.704 102.479

2.744.108 279.593 67.400 115.434

2.436.937 250.039 94.167 92.775

107.307

2.567

671.866

3.203.552

3.206.535

2.873.918

2.340

0

29.563

101.313 278.791

148.313 100.500

104.967

2.567

642.303

2.823.448

2.957.722

2.873.918

611.822

712.821

539.941

209.060 182.000 8.750 107.000 54.500 68.000

216.126 159.966 7.436 64.056 60.961 63.293

6.854 9.048 447

164 216 11

42.889 56.624 2.796

2.253 2.220

54 53

14.106 13.901

204.610 270.121 13.334 62.687 67.258 66.284

125.789

3.065

772.619

4.119.564

4.299.853

6.859.615

125.789

3.065

772.619

35.002.121

32.616.567

3.985.697

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 143


Toelichting uitvoeringskosten Totaal boekjaar

Begroot boekjaar

Vorig boekjaar

(in €)

(in €)

(in €)

163.185 38.675 14.266 216.126 62.291 63.293 17.034 19.284 16.993 82.784 -45.348 6.929 223.259

Huisvestingskosten Huur Servicekosten (incl. energie) Onderhoud/schoonmaakkosten Bijdrage derden huisvesting Totaal huisvestingskosten

204.606

155.660 38.000 15.400 0 209.060

Kantoorkosten Kantoorbenodigdheden en drukwerk Afschrijving inventaris Porti algemeen Communicatie Overige kantoorkosten Ontwikkeling WD Office / kosten ICT-traject Bijdragen derden ontwikkeling WD Office Bijdragen derden in kantoorkosten Totaal kantoorkosten

73.578 66.284 20.997 20.314 35.589 150.915 -31.272 0 336.405

67.000 68.000 17.000 18.500 26.500 60.000 0 -7.000 250.000

153.588 35.700 15.318

Woord en Daad heeft samen met Tear en Red een Kind een eigen softwarepakket (WD Office) ontwikkeld.Tear en Red een Kind dragen bij in de kosten hiervan. In 2010 is gestart met een fase van onderzoek naar een nieuw ERP-systeem. Omdat de keuze voor een leverancier nog niet was gemaakt in 2010, kunnen deze kosten niet geactiveerd worden. Kosten Raad van Toezicht en diverse vergaderingen organisatie Reiskosten Porti/telefoon/representatie Overige kosten Totaal kosten bestuur / afd. e.d.

1.029 0 12.303 13.332

1.500 250 7.000 8.750

1.604 250 5.582 7.436

Kosten monitoring en evaluatie Reguliere werkbezoeken Financiële werkbezoeken Werkbezoeken ED Totaal overige algemene kosten

34.775 7.731 20.182 62.688

75.000 12.000 20.000 107.000

34.996 6.779 22.281 64.056

Overige algemene kosten Externe controle Advies-/notariskosten Samenwerkingsverbanden (Prisma/EU-Cord/Partos) Totaal overige algemene kosten

13.500 11.057 42.697 67.254

15.000 8.500 31.000 54.500

12.459 11.359 37.142 60.961

Rekening 2010

Begroting 2010

Rekening 2009

23.807 13.230 37.037

21.655 10.931 432.586

18.844 10.289 29.133

Bijlage 4 | Berekening diverse normpercentages en ratio’s * € 1.000

Baten eigen fondsenwerving (incl. goederen): Overige baten: Totaal inkomsten Woord en Daad

Voor diverse kosten, zie model toelichting lastenverdeling.

144 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Rekening 2010

Begroting 2010

Rekening 2009

994 23.807

947 21.655

24 18.844

4,17%

4,37%

4,38%

Rekening 2010

Begroting 2010

Rekening 2009

773 37.037 2,09%

665 32.586 2,04%

665 29.133 2,28%

Rekening 2010

Begroting 2010

Rekening 2009

4.398 -370 -101 -178 3.750

4.400 -556 -101 -178 3.565

3.986 -489 -101 3.396

Totaal inkomsten + Opnieuw goedgekeurde leningen uit beheerde revolving funds (75%) + Beheerde garantstellingen (75%) Inkomsten en deel goedkeuringen uit beheerde revolving funds Overhead inclusief kosten bewustmaking ten opzichte van totale inkomsten en deel goedkeuringen uit beheerde revolving funds Beleidsnorm bewustmaking (0,75%) van de totale inkomsten

37.037 842 359 38.238

32.586 248 244 33.077

29.133 598 279 30.010

9,81% 0,75%

10,78% 0,75%

11,32% 0,75%

OverheadnormÂ

9,06%

10,03%

10,57%

CBF-norm 25% (kosten eigen fondsenwerving ten opzichte van baten eigen fondsenwerving) Kosten eigen fondsenwerving (incl. verkoop goederen) Baten eigen fondsenwerving Percentage CBF-norm Eigen norm kosten Beheer & Administratie (max. 2,5% van totale inkomsten) Kosten Beheer & Administratie Totale inkomsten Percentage eigen norm kosten Beheer & Administratie Eigen norm overhead (max. 10% van totale inkomsten en goedgekeurde leningen uit revolving fund) Organisatiekosten (zie model lastenverdeling) - Organisatiekosten doelstelling A&O naar projecten - Organisatiekosten ED naar projecten - Organisatiekosten naar allianties Overhead inclusief kosten bewustmaking

Het bedrag aan beheerde revolving funds en beheerde garantstellingen is in 2010 sterk toegenomen. Het revolving fund wordt opgebouwd door terugbetalingen vanuit eerder bestede ED leningen en deze wordt gebruikt om nieuwe ED leningen uit te geven. Dit beheer brengt uiteraard organisatiekosten met zich mee terwijl er geen inkomsten meer nodig zijn voor deze projecten, omdat die vanuit de gevormde revolvingfunds of het garantiefonds betaald worden. Daarom nemen we de opnieuw goedgekeurde leningen vanuit het revolving fund en de uitstaande garantstellingen mee voor het berekenen van de overheadnorm. Aangezien voor deze bedragen geen fondswervingskosten meer worden gemaakt, nemen we 75% mee. Vanaf 2007 wordt er gewerkt met een gemiddeld kostenpercentage van 10% over de laatste drie jaar, gerekend vanaf 2007. Het gemiddelde kostenpercentage over 2008 tot en met 2010 is 9,92%

Eigen norm A&O (max. 2,5% van totale inkomsten) Organisatiekosten doelstelling A&O naar projecten Kosten derden A&O Totaal kosten A&O Totale inkomsten Norm A&O

Doelbestedingsratio (totaal van de bestedingen ten opzichte van totaal van de inkomsten en ten opzichte van totaal bestedingen) Totaal bestedingen aan doelstellingen Totaal inkomsten Totaal bestedingen Doelbestedingsratio ten opzichte van de inkomsten Doelbestedingsratio ten opzichte van de totale bestedingen

Rekening 2010

Begroting 2010

Rekening 2009

370 175 545

556 274 830

489 71 560

38.238

33.077

30.010

1,42%

2,51%

1,87%

Rekening 2010

Begroting 2010

Rekening 2009

33.087 37.037 35.002

30.690 32.586 32.617

28.170 29.133 29.819

89,33% 94,53%

94,18% 94,09%

96,69% 94,47%

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 145


Bijlage 5 | Verloop MFS-subsidie Voor de periode van 2007-2010 heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken een MFS-subsidie verleend aan Woord en Daad. Totaal goedgekeurd

20.748.000 5.637.000 5.037.000 5.037.000 5.037.000

Liquditeitsaanvraag in 2007 Liquditeitsaanvraag in 2008 Liquiditeitsaanvraag in 2009 Liquiditeitsaanvraag in 2010

0

Nog af te roepen in de subsidieperiode Inkomsten MFS 2010

5.037.000

Besteed via Noordelijke partners

1.387.818

Besteed via eigen projecten

3.649.182 0

Restant 2009 Bestedingen naar programma: Inkomsten MFS 2010 Kostendekking 7,37%

5.037.000 371.227

Beschikbaar voor projecten

4.665.773

Programma Programma Onderwijs Programma TVET/JBS Programma Basisvoorzieningen Programma ED Programma Advies & Onderzoek Noodhulp Diverse projecten (incl. bewustmaking) Totaal programmakosten via MFS

Totale besteding 12.959.538 4.692.140 5.644.073 2.414.621 544.528 3.611.759 1.385.698

waarvan MFS 2.102.920 2.436.410

waarvan PSO

19.942

291.449

waarvan overig 10.856.617 2.179.749 5.642.097 2.314.121 538.528 3.611.759 1.074.307

31.252.356

4.665.773

369.405

26.217.178

75.980 1.976

100.500 6.000

Bijlage 6 | Verschillen analyse begroting en jaarrekening 2010 Baten Baten uit eigen fondsenwerving (particulieren) De gepresenteerde begroting 2010 betreft de in oktober 2009 officieel goedgekeurde begroting door de . Gedurende het verslagjaar zijn inkomsten en uitgaven bewaakt via de categoriensystematiek. Zie voor een uitgebreidere analyse van verschillen ook het jaarverslag.

146 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

Totaal rekening Totaal begroting Verschil Totaal rekening 2009

19.760.928 14.795.000 4.965.928 14.799.663


De inkomsten particulieren in 2010 lagen fors hoger dan begroot. Dit zit met name in extra noodhulpinkomsten voor Haiti en Pakistan, de inkomsten op adopties zijn namelijk € 182.000 achter gebleven op de begroting. De totale inkomsten voor noodhulp van particulieren waren in 2010 € 5.368.621. Het begrotingsbedrag van € 14.795.000 bestaat voor € 14.560.000 uit groen budget (inclusief € 500.000 noodhulpinkomsten), wat een zekerheidsniveau in de begroting heeft van 100% en wat gekoppeld is aan een groen budget aan de uitgavenkant, dat zonder meer uitgegeven mag worden. Totaal is er dus € 332.307 boven de groene begroting binnengekomen, afgezien van noodhulp.

Aandeel in acties derden Totaal rekening Totaal begroting Verschil Totaal rekening 2009

2.914.656 970.000 1.944.656 1.005.504

Het aandeel in acties derden is fors hoger dan begroot. Dit is met name het gevolg van de noodhulpacties voor Haiti en Pakistan. De totale inkomsten noodhulp in 2010 waren € 1.727.112 (zie hiervoor ook (12)). De totale begroting van € 970.000 bestaat voor € 820.000 uit groen budget. Er is € 30.000 meer binnengekomen op de het groene budget dan gepland, afgezien van noodhulp.

Baten uit eigen fondsenwerving (bedrijven) Subsidies overheden en anderen Totaal rekening Totaal begroting Verschil Totaal rekening 2009

2.725.368 3.610.000 -884.632 2.567.221

De fondsenwerving bij bedrijven blijft flink achter op de begroting. De belangrijkste oorzaak hiervoor is dat het economisch herstel vertraagd is. Ten opzichte van de realisatie van 2009 is er sprake van een groei van 6%. Ook gezien het feit dat er personele wisselingen op de afdeling plaatsvonden is er sprake van een mooi resultaat. De totale inkomsten noodhulp van bedrijven waren in 2010 € 479.542. Het begrotingsbedrag van € 3.610.000 bestaat voor € 3.110.000 uit groen budget (waarvan € 50.000 noodhulp). Ten opzichte van de groene begroting is dus € 814.174 minder binnengekomen, afgezien van noodhulp. Baten uit eigen fondsenwerving (vermogensfondsen) Totaal rekening Totaal begroting Verschil Totaal rekening 2009

1.320.647 3.250.000 -1.929.353 1.476.763

De fondsenwerving bij vermogensfondsen blijft flink achter bij de begroting. In 2010 is veel tijd besteed aan relatiemanagement wat zich naar verwachting in 2011 gaat uitbetalen in hogere inkomsten. De totale inkomsten noodhulp van vermogensfondsen waren in 2010 € 65.000. Het begrotingsbedrag van € 3.250.000 bestaat voor € 1.900.000 uit groen budget (waarvan € 100.000 noodhulp) Er is € 544.353 minder binnengekomen dan de groene begroting, afgezien van noodhulp.

Totaal rekening Totaal begroting Verschil Totaal rekening 2009

10.131.308 9.861.000 270.308 9.178.622

De subsidies overheden lagen redelijk in lijn met de begroting, van Prisma/ICCO en de EU is wat meer ontvangen dan begroot. De totale inkomsten noodhulp in 2010 waren € 141.348 (zie hiervoor ook (13)). Het totale budget van € 9.861.000 bestaat voor uit € 9.111.000 groen budget. Er is € 878.960 meer binnengekomen op het groene budget dan gepland, afgezien van noodhulp. Rentebaten en baten uit beleggingen Totaal rekening Totaal begroting Verschil Totaal rekening 2009

183.691 100.000 83.691 104.897

Er waren als gevolg van de nog niet bestede noodhulpgelden meer liquiditeiten aanwezig, wat ondanks de lage rentestand, leidde tot een hogere intrestopbrengst. Daarnaast werd meer intrest ontvangen op leningen u/g. Bestedingen Structurele programma’s Totaal rekening Totaal begroting Verschil Totaal rekening 2009

27.609.641 28.363.369 -753.728 25.703.254

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 147


Aangezien gedurende het jaar middels trendanalyse bleek dat de inkomsten lager zouden uitkomen dan begroot zijn er ook minder projecten goedgekeurd. Meer informatie is te vinden onder de toelichting bij de verschillende programma’s in het jaarverslag. Daarnaast zorgde het negatieve koersresultaat er voor dat programma’s flink duurder werden dan begroot. De begroting bestaat voor € 25.774.369 uit groen budget. Aangezien gedurende het jaar bleek dat er een negatief koersresultaat zou ontstaan is er niet meer dan het groene budget vrijgegeven, behalve een paar projecten in de oranje categorie waar specifiek gelabelde inkomsten voor binnenkwamen. Verder is als gevolg van de lagere inkomsten voor bedrijven en vermogensfondsen dan begroot bezuinigd op met name het programma ED. Noodhulp Totaal rekening Totaal begroting Verschil Totaal rekening 2009

3.611.759 585.000 3.026.759 789.945

Aan noodhulp is fors meer uitgegeven dan begroot, als gevolg van de noodhulpacties voor Haiti en Pakistan. De begroting bestaat voor € 585.000 uit groen budget. Voorlichting en bewustwording Totaal rekening Totaal begroting Verschil Totaal rekening 2009

1.321.048 1.089.469 231.579 1.116.869

De totale besteding aan Voorlichting en Bewustwording is hoger dan begroot ondanks dat de organisatiekosten ruim € 21.000 lager uitkwamen (zie ook 19). Dit komt omdat de projectcampagne Act Positive voor € 430.000 was begroot en de besteding uitkwam op € 682.223. De besteding van Act Positive is in 2010 hoger dan begroot vanwege een overbesteding tijdens deze campagne die door het consortium gezamenlijk gedragen werd.

Advies & Onderzoek Totaal rekening Totaal begroting Verschil Totaal rekening 2009

544.528 830.000 -285.472 560.060

De externe projectkosten voor Advies & Onderzoek zijn veel lager uitgekomen dan begroot omdat de afdeling veel uren heeft geïnvesteerd in beleidsontwikkeling en de MFS-2 aanvraag. Daardoor zijn een aantal grote projecten die in 2010 waren begroot nog niet uitgegeven en zijn deze qua planning gefaseerd. Ook de salariskosten zijn lager dan begroot. Werving Baten Totaal rekening Totaal begroting Verschil Totaal rekening 2009

1.142.528 1.084.165 58.363 983.377

Als gevolg van de noodhulpacties is wat meer aan mailingen besteed dan begroot, de totale directe kosten fondsenwerving liggen in lijn met de begroting (zie 19). Het verschil wordt met name verklaard door iets hogere personeelskosten. Kosten Beheer & Administratie Totaal rekening Totaal begroting Verschil Totaal rekening 2009

772.619 664.564 108.055 665.265

De kosten Beheer & Administratie zijn hoger uitgevallen dan begroot. Dit komt doordat zowel de salariskosten als de overige organisatiekosten hoger waren dan begroot. Dit heeft te maken met extra interim-inzet in verband met ziekte en kosten die samenhangen met het ICT-traject, waarvan begroot was dat deze geactiveerd zouden worden. Aangezien het nog de onderzoeksfase betrof in het verslagjaar zijn deze kosten direct in de kosten geboekt. Voor kosten Beheer & Administratie geldt een maximumpercentage van 2,5% (zie ook bijlage 4). In 2010 lag dit percentage op 2,09% en voldoet hiermee aan de norm.

148 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Bijlage 7 | Toelichting kosten directie Naam Functie Dienstverband Aard Uren Percentage dienstverband Periode

Ir. J. Lock Voorzitter raad van bestuur

Drs. D. Nieuwenhuis Lid raad van bestuur

Onbepaald 36 100% 1-1-2010 t/m 31-12-2010

Onbepaald 32 89% 1-1-2010 t/m 31-12-2010

85.382,00 7.400,00 7.112,00 0,00

50.869,00 4.683,00 4.237,00 3.432,00

Bezoldiging Bruto jaarsalaris Vakantiegeld Eindejaarsuitkering Variabel inkomen Salaris volgens VFI-systematiek

99.894,00

63.221,00

109.550,00

98.257,00

SV lasten (wg deel)

8.783,00

8.393,00

Pensioenlast (wg deel)

13.178,00

7.865,00

121.855,00 124.726,00

79.479,00 0,00

Maximaal salaris volgens VFI-systematiek (conform Adviesregeling Directeuren Goede Doelen VFI)

Totaal 2010 Totaal 2009

Toelichting: • Mevrouw D. Nieuwenhuis is per 1 januari 2010 toegetreden tot de raad van bestuur • Percentage eindejaarsuitkering is 8,33%, conform de BBRA • Variabel inkomen mevrouw D. Nieuwenhuis betreft de verkoop van vakantiedagen, conform de arbeidsvoorwaarden van Woord en Daad. • Aan de directieleden zijn geen leningen, voorschotten of garanties verstrekt.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 149


Bijlage 8 | Analyse gerealiseerd saldo versus begroot saldo baten en lasten Begroot saldo baten en lasten Effecten rond inkomsten: Hogere noodhulpinkomsten Hogere inkomsten overige projecten particulieren

-30.567 7.131.623 97.307

Lagere inkomsten overige projecten bedrijven

-1.314.174

Lagere inkomsten overige projecten vermogensfondsen

-1.894.353

Hogere inkomsten overige projecten institutionele donoren Hogere inkomsten rentebaten en baten uit beleggingen

346.503 83.691

Effecten rond bestedingen: Hogere noodhulpbestedingen

-3.026.759

Koersverliezen projecten

-2.052.245

Lagere projectbestedingen als gevolg van lagere inkomsten

2.805.973

Hogere bestedingen voorlichting en bewustwording

-231.579

Lagere bestedingen Advies en Onderzoek

285.472

Effecten rond overhead: Hogere kosten werving baten

-58.362

Hogere kosten beheer en administratie Gerealiseerd saldo baten en lasten

-108.055 2.034.475

De inkomsten voor noodhulp zijn in het verslagjaar nog niet geheel besteed en toegevoegd aan een bestemmingsfonds, waaruit in de komende jaren zal worden onttrokken. Woord en Daad werkt met een koppeling tussen inkomsten en uitgaven. Gezien de lagere inkomsten voor bedrijven en vermogensfondsen ten opzichte van de begroting is er ook minder aan projecten besteed dan begroot. Zie ook de toelichting in de staat van baten en lasten voor de toevoeging en onttrekking aan reserves en fondsen van het resultaat.

150 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


9.2 Accountantsverklaring

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 151


9.3 (Meerjaren)begroting Begroting 2011: BATEN Eigen fondsenwerving: Adoptieprogramma Overige giften particulieren Noodhulp Giften bedrijven (exclusief adoptie) Vermogensfondsen Subtotaal eigen fondsenwerving Aandeel in acties derden Subsidies overheden Baten uit beleggingen Som van de baten

10.300.000 4.650.000 650.000 2.925.000 4.000.000 22.525.000 2.497.231 11.410.049 100.000 36.532.280

LASTEN Programma’s: Programs South

25.013.114

EDU TVET-JBS ED AD SPN BN R&R

13.532.109 3.727.097 2.699.575 959.123 659.663 2.706.247 729.300

REK L&A+AR

4.713.530 1.036.822

partnerrol bestedingen Directe alliantiebestedingen PMEL/PMA

1.223.565 250.000 1.255.217

Totaal doelstelling Kosten fondsenwerving Kosten Beheer en Administratie

33.492.249 1.318.720 986.350

Totaal overhead

2.305.070

Som van de lasten

35.797.319

RESULTAAT

152 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

734.962


Meerjarenbegroting 2011-2015:

2011

2012

2013

2014

2015

10.300.000 4.650.000 650.000 2.925.000 4.000.000 22.525.000

10.595.705 4.804.000 650.000 3.046.250 4.400.000 23.495.955

10.900.217 4.963.390 650.000 3.173.563 5.200.000 24.887.169

11.213.812 5.128.359 650.000 3.307.241 6.200.000 26.499.411

11.536.774 5.299.101 650.000 3.447.603 7.700.000 28.633.478

2.497.231

2.447.231

2.447.231

2.447.231

2.447.231

11.410.049

11.667.132

11.495.886

11.229.881

11.229.881

100.000

100.000

100.000

100.000

100.000

36.532.280

37.710.318

38.930.286

40.276.522

42.410.590

EDU TVET-JBS ED AD SPN BN R&R

13.532.109 3.727.097 2.699.575 959.123 659.663 2.706.247 729.300

14.054.117 3.870.872 2.803.712 996.122 685.110 2.810.642 757.433

14.953.316 4.118.535 2.983.097 1.059.855 728.944 2.990.470 805.895

15.549.928 4.282.857 3.102.118 1.102.141 758.028 3.109.785 838.048

16.495.685 4.543.343 3.290.791 1.169.174 804.131 3.298.924 889.019

REK L&A+AR

4.713.530 1.036.822

4.713.530 1.070.256

4.713.530 1.104.880

4.713.530 1.143.088

4.713.530 1.203.655

partnerrol bestedingen Directe alliantiebestedingen PMEL/PMA

1.223.565 250.000 1.255.217

1.268.470 259.780 1.302.554

1.349.628 276.401 1.385.893

1.403.476 287.429 1.441.188

1.488.836 304.911 1.528.842

33.492.249

34.592.598

36.470.443

37.731.616

39.730.841

1.318.720

1.361.244

1.405.282

1.453.877

1.530.912

986.350

1.018.156

1.051.094

1.087.442

1.145.061

Totaal overhead

2.305.070

2.379.400

2.456.376

2.541.319

2.675.972

Som van de lasten

35.797.319

36.971.998

38.926.820

40.272.936

42.406.813

734.962

734.962

3

3

4

BATEN Eigen fondsenwerving: Adoptieprogramma Overige giften particulieren Noodhulp Giften bedrijven (exclusief adoptie) Vermogensfondsen Subtotaal eigen fondsenwerving Aandeel in acties derden (overig) Subsidies overheden Baten uit beleggingen Som van de baten LASTEN Programma’s:

Totaal doelstelling Kosten fondsenwerving Kosten Beheer en Administratie

RESULTAAT

Het effect voor wat betreft de extra bestedingen noodhulp Haiti/Pakistan is niet in het resultaat meegenomen voor de komende jaren.

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 153


Bijlage 1 Raad van bestuur en raad van toezicht Raad van bestuur Ir. J. Lock Functie: Voorzitter raad van bestuur Ingangsdatum: per 01-01-2008

Drs. D.J. Nieuwenhuis Functie: Lid raad van bestuur Ingangsdatum: per 01-01-2010

Raad van toezicht

Naam

Jaar 1e verkiezing

Aftredend/hernoembaar op

Ds. C. Westerink - voorzitter predikant

2009

31-12-2013 | hernoembaar

Dr. R. Bisschop – secretaris locatiedirecteur scholengemeenschap

1998

Is per 31-12-2010 gestopt voor het einde van de termijn op 31-12-2011.*

Ing. C. van Burg

2010

31-12-2014 | hernoembaar

Dr. P. Honkoop MDL-arts

2006

31-12-2011 | hernoembaar

Dr. ir. R.A. Jongeneel universitair docent landbouweconomie en internationale handel

2002

31-12-2013 | niet hernoembaar

Drs. M. C. van de Lagemaat-Maaskant docente Frans

2003

31-12-2010 | hernoembaar**

Dr. ir. G. Nooteboom onderzoeker en universitair docent antropologie en ontwikkelingsstudies Universiteit van Amsterdam

2003

31-12-2010 | hernoembaar**

J. Plaisier R.A. Register Accountant

1987

31-12-2010 | niet hernoembaar

Mr. drs. D. Vergunst rechter

1993

31-12-2010 | niet hernoembaar

*Dr. R. Bisschop is per 1/1/2011 opgevolgd door mevrouw J. Achterstraat-Floor ** De verkiezing wordt tijdens de eerste RvT-vergadering in 2011 uitgevoerd.

FinanciĂŤle auditcommissie

Naam

Aftredend / hernoembaar op

Jan Gouw Register Accountant

31-12-2012 Hernoembaar

Dr. ir. R.A. Jongeneel Universitair docent landbouweconomie en internationale handel

31-12-2013 niet hernoembaar

J. Plaisier Register Accountant

31-12-2010 Hernoembaar

154 > Woord en Daad > jaarverslag 2010


Bijlage 2 Nevenfuncties raad van toezicht Naam

Nevenfuncties

Ds. C. Westerink - voorzitter predikant

• Bestuurslid Stichting In de Rechte Straat (evangelisatie onder rooms-katholieke medemensen in Europa en Midden- en Zuid-Amerika), Bennekom • Lid raad van toezicht van Opella (prot. chr. instelling voor wonen, zorg en welzijn), Ede

Dr. R. Bisschop – secretaris locatiedirecteur scholengemeenschap

• Bestuurslid Stichting Studie der Nadere Reformatie • Ouderling Hersteld Hervormde Gemeente Veenendaal

J. Plaisier R.A. Register Accountant Mr. drs. D. Vergunst rechter

• Vice-president Rechtbank Zutphen • Raadsheer-plaatsvervanger Gerechtshof Arnhem • Lid selectiecommissie rechterlijke macht, Den Haag • Voorzitter cliëntenraad van Stichting Ontmoeting, Houten • Voorzitter klachtencommissie St. Verzorgingshuizen Regio Oost Ger. Gemeenten • Plaatsvervangend voorzitter Raad van Discipline Advocatuur, Arnhem • Lid vertrouwenscommissie centrale cliëntenraad Stichting Siloah, Goes • Voorzitter klachtencommissie St. Vérian, Apeldoorn • Lid commissie van toezicht De Sprengen, Zutphen • Plaatsvervangend ambtelijk secretaris commissie voor geschillen, gedecentraliseerd georganiseerd overleg t.b.v. reform • Lid commissie beroepsexamens Driestar College, Gouda • G riffier commissie van beroep, Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs, Ridderkerk • Lid van de commissie van toezicht van de PI De Ooyerhoek

Dr. P. Honkoop MDL-arts

• Bestuurslid Nederlandse Vereniging voor Maag-, Darm- en Leverartsen • Bestuurslid Nederlandse Patiënten Vereniging, afdeling Barendrecht • MDL-arts in Albert Schweitzer ziekenhuis te Dordrecht

Dr. ir. R.A. Jongeneel universitair docent landbouweconomie en internationale handel

Ing. C. van Burg directeur Kapitaalinvesteringen Dow Chemical

• Lid van de Project Advies Commissie van Oikonomos Foundation in Putten. • Betrokken bij het IIED • Werk in India op terrein van handel, landbouwbeleid (met aandacht voor ontwikkeling/ voedselissues) in opdracht van Europese Commissie • Lid RMU Arbeidsvoorwaarden • Lid Provinciaal Bestuur SGP Zeeland • Lid Bestuur SGP Terneuzen

Drs. M. C. van de Lagemaat-Maaskant docente Frans Dr. ir. G. Nooteboom onderzoeker en universitair docent antropologie en ontwikkelingsstudies Universiteit van Amsterdam

• Bestuurslid EUROSEAS: European Association of Southeast Asian Studies

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 155


Bijlage 3 Functies binnen Woord en Daad Nr.

Functienaam

1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8

Directie Voorzitter raad van bestuur Lid raad van bestuur Directiesecretaresse Stafmedewerker Kwaliteit Stafmedewerker Communicatie Webmaster Stafmedewerker HRM Stafmedewerker ICT

2.1 2.2

Afdeling Finance & Control Manager Finance en Control Assistant-manager Finance en Control

3.1 3.2 3.3 3.4

Afdeling Financiële Administratie Hoofd Financiële Administratie Boekhouder Medewerker Financiële Administratie Medewerker Financiële Administratie

4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 5.1 5.2 5.3 5.4

Projectsecretariaat Hoofd Projectsecretariaat Medewerker Projectsecretariaat Medewerker Projectsecretariaat Medewerker Projectsecretariaat Medewerker Financiële Adoptie Medewerker Financiële Adoptie Afd. Communicatie & Fondsenwerving Manager Communicatie & Fondsenwerving Secretaresse Jongerenwerker Coördinator bewustwording en jongerenactiviteiten

6.1 6.2 6.3

Afdeling Institutionele Fondsen Hoofd Institutionele Fondsen Medewerker Institutionele Fondsen Senior medewerker Institutionele Fondsen

7.1 7.2 7.3 7.4 7.5

Afdeling Communicatie & Fondsenwerving Particulieren Hoofd Comm. & Fondsenw. Particulieren Communicatiemedewerker Redactiesecretaris/(Eind)redacteur Scholenvoorlichter/Communicatiemedewerker Communicatiemedewerker Adoptie

8.1 8.2 8.3 8.4

Afdeling Fondsenwerving & Bedrijven Hoofd Fondsenwerving Bedrijven Communicatiemedewerker Bedrijven Assistent Fondsenwerving Bedrijven Assistent Fondsenwerving Bedrijven Accountmanager RegioOndernemers

* (vervanging zwangerschapsverlof)

156 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

Naam medewerker

Ir. Jan Lock Drs. Dicky Nieuwenhuis Tosca van Breda Harmke van Ooijen-Oomen Drs. Wilma van der Meij-van Doorn Lianne Bal Herman Hendriks Ing. Gert-Jan van den Berg Drs. Arnold van Willigen Geurt Versteeg MBA Johan Groothedde B Ec Peter Zegers René Vonk Bram van Nordennen Henk Swijnenburg Annelien Bom Hilda de Vries Gerrit Jan Klein Beekman Petra Timmermans-Bos Rianne Barendse-de Bruijn Rina Molenaar Lisette Vis Herman Hendriks BA HRM Aldwin Geluk

Drs. Pascal Ooms Jan-Frans de Bruijn Edwin Visser

Corjan Rink Kees Vreeken MA Joke Martens-Bevelander Janneke Witzier-Wemmers Willemijn Bax-Schouten Gideon Davidse Willemijn ten Brinke-Molendijk Willemien van Wijnen-Vos Christina Timmer* Cor Schaap

Aantal medew.

Aantal FTE

1 1 1 1 1 1 1 1

1,00 0,89 1,00 0,18 0,61 1,00 0,70 1,00 6,38

TOTAAL

1,00 0,50 1,50

TOTAAL

1,00 1,11 1,00 1,00 4,11

TOTAAL

1,00 1,00 1,00 0,22 0,44 0,89 4,55

TOTAAL

1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

1 1 1

1 1 1 1 1

1,00 1,00 0,30 1,00 3,30

TOTAAL

1,00 0,89 1,00 2,89

TOTAAL

1,08 1,00 0,56 0,22 1,00 3,86

TOTAAL

1 1 1

1,00 0,89 1,00

1

0,28 3,17

TOTAAL


Nr.

Functienaam

9.1 9.2 9.3

Afdeling Vermogensfondsen Hoofd Vermogensfondsen Medewerker Vermogensfondsen Medewerker Vermogensfondsen

10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6

Afdeling Office Management Office Manager Office Assistent Medewerker pr/Adoptie Telefoniste/Receptioniste Interieurverzorgster Telefoniste/Receptioniste

11.1 11.2 11.3 11.4 11.5 11.6

12.1 12.2 12.3 12.4 13.1 13.2 13.3

Afdeling Projecten en Programma’s Manager Projecten en Programma’s Assistant-manager Projecten en Programma’s Manager Noodhulp Haïti Regiocoördinator/Medew. Capaciteitsopbouw Regiocoördinator Stafmedewerker Beleidsbeïnvloeding Zuiden Stafmedewerker Beleidsbeïnvloeding Zuiden Afdeling Onderwijs Hoofd Programma Onderwijs Programmamedewerker Onderwijs Programmamedewerker Onderwijs Programmamedewerker Onderwijs Afdeling Basisvoorzieningen Hoofd Programma Basisvoorzieningen en Humanitaire Hulpverlening (B&HH) Programmamedewerker B&HH Programmamedewerker B&HH

14.2

Afdeling TVET/JBS Hoofd Programma Beroepsonderwijs en Arbeidsbemiddeling (B&A) Programmamedewerker B&A

15.1 15.2 15.3

Afdeling Bedrijfsontwikkeling Manager Bedrijfsontwikkeling Programmamedewerker Bedrijfsontwikkeling Programmamedewerker Bedrijfsontwikkeling

14.1

16.4

Afdeling Advies en Onderzoek Manager Advies en Onderzoek Medewerker Advies en Onderzoek Onderzoeker/Evaluatiemedewerker Onderwijs Coördinator Beleidsbeinvloeding Senior medewerker PMA

17.1

Afdelingssecretariaat Afdelingssecr. fondsenbestedende afdelingen

16.1 16.2 16.3

TOTAAL PER 31 DECEMBER 2010

Aantal medew.

Aantal FTE

Wim Hasselman Florence Goossens Frieda Mooij-Roeleveld*

1 1 1

1,11 0,50 0,50 2,11 TOTAAL

Jan Versteeg Wilma Schoonderwoerd-van Dalen Ruchama Bom Edith Dekker-Boot Rita Uittenbogaard-Linstee Ellen Snoek-de Vreugd

1 1 1 1 1 1

1,00 0,67 0,38 0,87 0,42 0,67 4,01

Naam medewerker

Ir. Leen Stok Ellen van den Hil MPHC Jaap Noordzij Cees Oosterhuis MSc Drs. Sander Verduijn Drs. Melinda Jansen-Gijsbertsen Drs. Hanneke Post* Drs. Marike de Kloe Drs. Greetje Urban Drs. Michelle Hoftijzer Jolanda Bout

1 1 1 1 1 1

1 1 1 1

TOTAAL

1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 0,89 5,89

TOTAAL

1,00 1,00 1,00 1,00 4,00

TOTAAL

Ir. Luuk van Schothorst

1

1,00

Drs. Gerben Visser Ir. Maarten van den Dool

1 1

1,00 0,77 2,77

TOTAAL

Cees van Breugel

1

1,00

Drs. Mirjam de Vries

1

1,00 2,00

TOTAAL

1,00 1,00 1,00 3,00

TOTAAL

1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 5,00

TOTAAL

Ing. Maarten van Middelkoop John Lindhout Ir. Corstiaan van Aalsburg Dr. Wim Blok Ir. Wouter Rijneveld Drs. Maryse Tanis Drs. Evert-Jan Brouwer Hans Schipaanboord Diny de Bruin

1 1 1 1 1 1 1 1 1 68

0,89 0,89 59,43 TOTAAL

* (vervanging zwangerschapsverlof)

jaarverslag 2010 < Woord en Daad < 157


Bijlage 4 Organogram Situatie t/m 31-12-2010

Raad van Toezicht Raad van toezicht

Raad van bestuur

Communicatie

Directiesecretariaat

HRM

Kwaliteit Beleid

Communicatie & Fondsenwerving Communicatie & Fondsenwerving Particulieren

Finance & Control

Advies en onderzoek

ICT

Bedrijfsontwikkeling

Projecten en Programma’s

Projectsecretariaat Basisvoorzieningen

Financiële Administratie

Onderzoek Onderwijs

Fondsenwerving Bedrijven Institutionele Fondsenwerving Vermogensfondsen Financiële Adoptie Office Management

Per 1/1/2011 gaat de nieuwe organisatiestructuur in, zie het organogram op pagina 92.

158 > Woord en Daad > jaarverslag 2010

TVET/JBC



Woord en Daad Postbus 560 4200 AN Gorinchem Spijksedijk 16E 4207 GN Gorinchem Tel. 0183-611800 Fax 0183-611808 info@woordendaad.nl www.woordendaad.nl Bank Rabobank 38.54.87.088 t.n.v. Woord en Daad, Gorinchem Ontwerp en vormgeving www.frivista.com ANBI Woord en Daad is een Algemeen Nut Beogende Instelling Voor testamentaire beschikkingen luidt ons adres: Stichting Reformatorische Hulpaktie Woord en Daad, gevestigd te Gorinchem. Onze stichting is ingeschreven onder nummer 41118168, bij de Kamer van Koophandel te Tiel en staat onder controle van een registeraccountant. Financieel jaarverslag wordt op verzoek toegezonden. Foto’s o.a. Fotografie Willem van Cappellen, Jaco Klamer, Thom Deelstra en Woord en Daad


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.