BRAIN STIMULATING METHOD
Bewegen, uitdagen, ontdekken, stimuleren en goede voeding
Voor u ligt ons nieuwe magazine. Het resultaat van een samenwerkingsverband van verschillende beroepsgroepen die werken met de Brain Stimulating Method (BSM), ontwikkeld door mevrouw De Jong.
Inhoudsopgave
Elfje Twaalfje
In mij zoveel cellen
Zoveel systemen in ons 7-8
Wat is BSM de Jong® therapie? 9-10 In den beginne... 11-12 Op zoek naar... 13-14 ...de relaties in ons lichaam 15-16
Het autonome zenuwstelsel 17-18
Tim (8 jaar) Effe geduld hebben aub!
19-20
Jonas (8 jaar)
Met grote sprongen vooruit
23-24
Suzanne (8 jaar)
Onzeker en niet begrepen
29-30
Karel (10 jaar)
Het stempel mag en eraf!gaat
25-26
21-22
De nervus vagus
Jeltje (8 jaar)
Er ging een wereld voor haar open
31-32
Bjorn (28 jaar)
Kon weer vooruit
27-28
Leanne (65 jaar)
Ik liep voorop!
35-36
Maikel (8 jaar)
Blij groepnaarvijf!
37-42
Microbiologisch bekeken
33-34
Ralf (6 jaar)
“Mama, ik voel mijzoanders… fijn”
43-44
Opleiding tot BSM-de Jong® therapeut
Elfje Twaalfje
Martine Bijl schreef in 1969 samen met Henk van der Molen een prachtig liedje over Elfje Twaalfje. Een elfje dat niet zo goed met de anderen mee kan dansen en springen en zich afvraagt of er iemand is die haar dat allemaal leren wil.
De meesten van ons herkennen dit gevoel waarschijnlijk wel. Het hoort bij het leven. Alles wat nieuw is moeten we leren, soms gaat dat makkelijk en soms moeilijk. In dat geval zou het fijn zijn als iemand ons daarbij kan helpen. Gespecialiseerde mensen kunnen helpen in zo’n proces.
Beter of slechter kunnen presteren is afhankelijk van veel verschillende factoren. Soms ben je de beste en soms heb je het gevoel dat je niet zo goed mee kunt komen en voel je je buitengesloten. Dat is een naar gevoel waar je erg verdrietig van kunt worden. Fysiek en mentaal moeten we elke keer opnieuw leren met veranderingen om te gaan. Sommige veranderingen vinden plaats in ons lichaam en anderen in onze geest. Wanneer we er niet zelf uitkomen, hebben we hulp nodig van anderen, maar van wie?
In het liedje ‘Elfje Twaalfje’ vragen de dieren in het bos zich af waarom elfje Twaalfje alleen zit. Gelukkig begrijpt een hertje dat elfje Twaalfje graag mee wil doen maar het niet zo goed kan. Zodra duidelijk is waarom het elfje zo verdrietig is, kunnen ze helpen en al snel krijgt elfje Twaalfje dansles van Horlepiep de muis.
‘We zullen je leren te dansen en springen zoals dat moet, sierlijk en goed.’ Met deze laatste zinnen uit het liedje nemen wij u graag mee in dit magazine, voor een ieder die samen met anderen zichzelf wil ontwikkelen.
De BSM beroepsgroep
Lees meer!
*Je kunt het liedje ‘Elfje Twaalfje’ ook beluisteren via You-Tube. www.youtube.com/ watch?v=Qhp1Fftc9Gc Elfje Twaalfje | Schorrepiep de Muis Martine Bijl en Henk van der Molen. RING 690129 / Unieboek NV 1969 Illustraties: Martine Bijl / PICTUREDIS
In mij zoveel cellen
Een cel is de kleinste levende ‘zelfstandig’ functionerende eenheid in het lichaam. ‘Zelfstandig’ staat tussen aanhalingstekens, omdat de cel uiteraard niet goed kan functioneren zonder zijn natuurlijke omgeving. Net zoals in het groot de mens dat ook niet kan. Een cel heeft continu zuurstof en voedingstoffen nodig en moet zich dus in een omgeving bevinden waarin dat goed uitgewisseld kan worden.
Door prikkels van buitenaf worden de cellen gestimuleerd en worden onder andere hersengebieden in werking gezet.
De BSM therapeut* onderzoekt samen met het kind en de ouders welke prikkels bevorderlijk kunnen zijn voor het herstel en groeiproces van het kind.
De juiste prikkels stimuleren de celgroei; die nieuwe cellen vormen nieuwe zenuwbanen die op hun beurt weer contact maken met de organen. Daardoor kan het lichaam weer beter functioneren.
* In dit magazine gebruiken we het woord ‘therapie’ in de betekenis van het oud-Griekse woord therapeia, waarvan de betekenis luidt: ‘Het geven van zorg en aandacht aan een ander door te pogen naast of met die ander te staan als hij of zij in de wereld is en zijn leven leeft.’ Bron: Dialogue with R.D. Laing, Praeger, New York 1981
Zoveel systemen in ons
Een BSM therapeut puzzelt met u mee welke systemen in ons lichaam extra aandacht verdienen.
Mevrouw de
Lees meer!
Atlas of human anatomy
Netter
IBSN13 9780323390101
Wat is BSM de Jong® therapie?
BSM-de Jong® staat voor Brain Stimulating Method en is ontwikkeld door mevrouw De Jong. Kinderen en volwassenen met gedrags- en/of ontwikkelingsproblemen, zoals leerachterstanden, ADHD, angsten en concentratieproblemen, kunnen baat hebben bij BSM-de Jong® therapie.
De therapie probeert de achterliggende oorzaak van lichamelijke klachten of ongemak te vinden. Gekeken wordt naar de samenhang tussen neurologische, biochemische en fysiologische processen in het lichaam. Sommige ontwikkelingsmomenten van een kind lopen niet zo vloeiend. Door gerichte bewegingsoefeningen en massages
worden specifieke delen van de hersenen én het zenuwstelsel geactiveerd of geremd en hiermee wordt de oorzaak van het probleem aangepakt.
Het gaat om (tijdelijke) oefeningen, massages en aanpassingen van het voedingspatroon. De behandeling maakt gebruik van het zelfherstellend vermogen van het lichaam. De stimulans die nodig is, is voor ieder individu anders. Elk kind krijgt daarom een op het kind toegespitst oefenprogramma. Zo wordt het lichaam van het kind sterker.
En belangrijker: het kind gaat zich mogelijk beter voelen.
Mevrouw de Jong 22 sept 2016
© fysioeducatief
BRAIN STIMULATING METHOD
In den beginne...
Waar is het allemaal begonnen? De Brain
Stimulating Method De Jong®, kortweg
BSM-de Jong® is ontwikkeld door mevrouw
J.J.E. de Jong-Koutstaal uit Burgh-Haamstede.
Als remedial teacher behandelde mevrouw De Jong-Koutstaal kinderen met leerproblemen. Aanvankelijk experimenteerde zij met symmetrische en fijnmotorische bewegingsoefeningen.
Ze ontdekte dat deze oefeningen een gunstige uitwerking konden hebben op leer-, gedragsontwikkelingsproblemen. In die tijd riepen steeds meer ouders haar hulp in, zodat ze op zoek ging naar antwoorden op de vragen die haar bezighielden.
Twee vragen in het bijzonder hadden haar aandacht: Wat is de lichamelijke oorzaak van een leer- en/of gedragsprobleem? En welke lichamelijke functies zijn betrokken bij het bevorderen van cognitieve vaardigheden en hoe kunnen deze door bewegen worden gestimuleerd?
Eind jaren zeventig was er nog niet zo veel bekend over neurologische processen en hersenfuncties. Als autodidact bestudeerde mevrouw De Jong anatomie, fysiologie en neurologie, op zoek naar de relaties tussen beweging en menselijke systemen.
Lees meer!
Hulp aan mijn ronde tafel. J.J.E. de Jong-Koutstaal (IBSN 9789087591670).
Vooral de systemen die belangrijk zijn voor de cognitieve-, sociale en emotionele ontwikkeling.
Met het antwoord op deze vragen ontwikkelde zij de Brain Stimulating Methode De Jong® Deze methode gaat ervan uit dat leer- en gedragsproblemen kunnen worden veroorzaakt door het onvoldoende functioneren van bepaalde delen van het centrale zenuwstelsel. Dit kan erfelijk zijn, maar ook zijn ontstaan tijdens zwangerschap of geboorte. Ook voeding en gebeurtenissen in de omgeving van het kind kunnen invloed hebben op het gedrag.
Om haar bijzondere kennis door te geven, startte mevrouw De Jong eind jaren negentig een opleiding om kinderen en volwassenen met leer-, gedrags- en ontwikkelingsproblemen te helpen. Een specifieke opleiding gebaseerd op deze kennis, was er op dat moment nog niet.
In 2012 werd mevrouw De Jong benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Zij ontving deze onderscheiding omdat een groot deel van haar leven in het teken heeft gestaan van het ontwikkelen van haar behandelmethode, en voor het helpen van kinderen met leer-, gedrags- en ontwikkelingsproblemen.
BRAIN STIMULATING METHOD &
Op zoek naar...
Hoe werkt het?
Vanuit de hersenen worden signalen naar alle cellen in ons lichaam gestuurd. Dit kan door zenuwoverdracht of hormonen. Belangrijk is hoe de cellen met elkaar kunnen communiceren.
Voorbeeld: U hoort een harde klap. De signalen van wat u hoort, worden verwerkt in de hersenen en er gaat een signaal naar de nekspieren. Uw hoofd beweegt in de richting van de klap. Door de beweging van het hoofd wordt het evenwichtsorgaan actief. Vanuit het evenwichtsorgaan worden de oogspieren aangestuurd zodat u kunt kijken naar wat de harde klap veroorzaakt heeft. Deze reactie is van levensbelang, bijvoorbeeld in het verkeer.
Intakegesprek
Tijdens het intakegesprek worden de hulpvraag en de ontwikkeling besproken, waarna een uitgebreide anamnese wordt afgenomen. Er worden vragen gesteld over onder meer erfelijkheid, zwangerschap, geboorte en ontwikkeling van het kind. Ook vragen over eventueel letsel na een ongeval en ziekenhuisopname komen aan bod. Daarnaast worden er enkele testjes gedaan. Hierbij kan gedacht worden aan testen om de werking van de ogen te controleren en indien nodig een rekenof leestest. Ook een belangrijk onderwerp is voeding. Met behulp van al deze informatie gaat de BSM-de Jong® therapeut op zoek naar oorzaken, het puzzeltje wordt gemaakt.
BRAIN STIMULATING METHOD &
deinrelaties ons lichaam.
in
Oefenen = maatwerk
Na het intake gesprek wordt er een oefenprogramma en een voedingsadvies samengesteld, specifiek gericht op de lichamelijke oorzaak van de klacht. Het oefenen neemt zo’n tien minuten per dag in beslag. De stimulering die nodig is, is bij ieder individu anders; daarom maakt de BSM-de Jong® therapeut een op de cliënt toegespitst programma.
Welke klachten zien we?
Bij kinderen kan er al na de geboorte sprake zijn van problematieken. Bij baby’s zien we voedingsproblematieken en veel huilen. Kinderen kunnen blijven steken in hun ontwikkelingspatroon, bijvoorbeeld op taalontwikkeling of motorische ontwikkeling. Later op school kunnen concentratie problemen en leerproblemen de klachten zijn waarvoor hulp gezocht wordt In de volwassenheid zien we vaak klachten als burnout en vermoeidheid.
Lees meer!
Principles of neural science Kandel | Schwartz | Jessel | Guyton ISBN -13 978 0071390118
Filosofie
Onze hersenen zijn flexibel. Door stimulansen van buitenaf maakt ons brein nieuwe verbindingen. Dat betekent dat we met de juiste technieken het brein kunnen heropvoeden. Met bewust gemaakte bewegingen wordt aan zenuwuiteinden een impuls gegeven om deze verbindingen (alsnog) te maken. De eerste veranderingen die u vaak merkt, zijn vaak dat een verbetering optreedt van de spijsvertering en een algemene verbetering van het welbevinden.
Lees meer!
The central human nervous sytem; a synopsis and atlas. Nieuwenhuys | Voogd | van Huyzen
BRAIN STIMULATING METHOD &
Het autonome zenuwstelsel
ru enmerg
zenuwen
— door Janny de Jong-Koutstaal
Wanneer een kindje is geboren en de navelstreng (de verbinding met de moeder) is doorgeknipt, wordt, als het goed is, in het kinderlichaampje het autonome zenuwstelsel actief.
Dit zenuwstelsel maak het mogelijk dat het kindje nu zélf kan in- en uitademen, want het krijgt geen zuurstof meer binnen via het bloed van de moeder. Ook kan het nu zelf voedsel inslikken en verwerken, want ook die mogelijkheid via de moeder is weggevallen. Het
celkern
is dus zaak dat het zenuwstelsel krachtig zijn werk kan doen, steeds krachtiger, want het kindje moet steeds meer zelf gaan doen. Het geboorteproces kent daarom momenten die al dan niet tot dat krachtige werken aanzetten.
Het zenuwstelsel werkt op twee manieren; sympathisch (vecht, vlucht) of parasympatisch (herstel). Beide hebben hun oorsprong in de hypothalamus, een belangrijk hersengebied. De sympathische bedrading maakt verbinding
zenuwcellen
Lees meer!
The brain book
Rita Carter
IBSN 13 9781409345046
zenuwcellen met uitlopers
celkern
uitlopers zenuwcel
met alle borst- en buikorganen. Via die bedrading worden de organen indien nodig tot activiteit aangezet. Een chemisch stofje (adrenaline) zorgt ervoor dat dit aanzetten inderdaad gebeurt.
De parasympathische bedrading die via de Nervus
Vagus loopt (zie pagina 21-22) is erop gericht de belaste organen tot rust en herstel te brengen. Ook dat gebeurt met behulp van een chemisch stofje. De bedoeling is dat beide systemen in evenwicht zijn. Na veel belasting is dus veel herstel nodig.
Gaspedaal en rempedaal
Onze lichaamstemperatuur, hormoonhuishouding, immuunsysteem, spijsvertering, ademhaling en hartslag hebben één ding gemeen: ze worden volledig automatisch en onbewust aangestuurd. Over deze functies hoeven we niet na te denken. Ons autonome zenuwstelsel is verantwoordelijk voor de juiste balans van de hierboven genoemde lichaamsfuncties.
Dit autonome zenuwstelsel bestaat uit twee delen die elkaar in evenwicht behoren te houden: het activerende deel en het rustgevende deel. Het activerende deel heet het sympathische zenuwstelsel, het rustgevende deel het parasympathische zenuwstelsel. Ze worden ook weleens het ‘gaspedaal’ en het ‘rempedaal’ van ons lichaam genoemd.
Wordt er te veel activiteit van het lichaam gevraagd, dan blijft het gaspedaal ingedrukt en kan de balans van het autonome zenuwstelsel verstoord raken. Dit kan onder andere gevolgen hebben voor het leren en verteren.
Om deze balans van het lichaam te herstellen heeft de BSM-deJong® therapeut een uitgebreid pakket aan oefeningen.
Tim(8jaar)
Effegeduldaub!
Tim is 8 jaar als hij voor de eerste keer bij mij aan de tafel zit. De leerkrachten op school klagen heel regelmatig over zijn drukke gedrag en slechte concentratie in de klas. Tim haalt slechte cijfers op school. Groep 4 moet hij gaan doubleren. Het schooladvies aan de ouders is Ritalin.
afspraak
Een vriendin van moeder vertelt over de BSM–de Jong® therapie. Het spreekt moeder erg aan en ze maakt een afspraak voor haar zoon. Eerst volgt er een uitgebreide anamnese met de moeder van Tim. Hieruit blijkt dat er bepaalde problemen waren tijdens de zwangerschap, maar ook tijdens de geboorte. Het blijkt dat Tim niet heeft gekropen en heel vaak oorontsteking had.
Moeder geeft aan dat haar zoon erg onhandig is en heel veel structuur nodig heeft. Hij kan heel boos worden en agressief reageren. Bij de tweede afspraak zie ik Tim. Wat een leuke, vrolijke jongen! Hij vertelt dat zijn hoofd altijd zo vol zit! Hij heeft daar last van, vooral in de klas. Ik heb de indruk dat hij heel goed voelt dat hij “faalt”. Wanneer ik de ogen van Tim test, blijkt al snel dat de samenwerking van beide ogen onvoldoende is. Hij is niet in staat om langdurig naar een punt dichtbij te kijken. Je ziet dan dat zijn ogen naar buiten gaan draaien. Wanneer ik het testboek voor “diepte zien” verder bij hem vandaan en rechtop
zet, kan hij ineens heel duidelijk het beeld zien. Hij straalt en roept uit: “He, daar zie ik een tweede vlinder en die vliegt het boek uit!” Voorlopig gaat Tim een boekenstandaard gebruiken op school, om zijn ogen meer rust te geven tijdens het lezen (rekenen is ook lezen). Tim krijgt oefeningen die de zenuwcellen van het evenwichtsorgaan versterken. Ook krijgt hij oefeningen die gericht zijn op het krachtiger functioneren van de hersengebieden die de aansturing van de oogspieren
regelen. In het begin heel weinig, omdat Tim prikkende en vermoeide ogen krijgt. Zijn drukke gedrag vermindert al heel snel wanneer hij start met oefeningen om langzaam en rustig de zenuwcellen van een belangrijk schakelstation in de hersenen te activeren. Langzaam is belangrijk om overprikkeling te voorkomen. Door dagelijks te herhalen worden nieuwe zenuwbanen aangelegd en de hersenen gaan beter functioneren. De prikkelverwerking in de hersenen kan dan sneller verlopen. Wanneer na een aantal weken het visuele systeem veel beter functioneert, verbetert zijn concentratie, gaat het leren beter en klagen de leerkrachten niet meer zo vaak.
Er worden ook bewegingsoefeningen ingezet om de samenwerking van de linker en rechter hersenhelft te stimuleren. Zijn handschrift verbetert en het valt moeder op dat haar zoon niet meer onhandig is! Hij gaat met een mooi rapport over naar groep 5.
Ik ontvang een bericht van moeder: “Het gaat enorm goed met Tim. Hij zit lekker in zijn vel en geniet van het leven. Nu speelt hij hele dagen buiten. Hij luistert goed naar zijn lichaam en geeft aan dat hij af en toe nog druk is in zijn hoofd. Dan gaat hij even touwtje springen,
© fysioeducatief
voetballen of op zijn BMX fiets. Hij voelt dat het helpt. Ik vind dat zo enorm knap. Dat heeft hij (en ik ook) echt van jou geleerd. Ook op school gaat het prima. Al 4 maanden geen juf meer aan de telefoon gehad over zijn gedrag. Hij is gewoon niet meer agressief. Zo heerlijk. Hij schiet niet meer door in zijn gedrag.’’ AUTEUR THERAPEUT Sylvia Bosga PLAATS Vlissingen
PRAKTIJK www.praktijkbosgabsm.nl
Sylvia is naast BSM- de Jong therapeut ook Oefentherapeut Mensendieck. Ook werkte zij een aantal jaren op een basisschool voor moeilijk lerende kinderen.
2
Lees meer!
Kind in ontwikkeling, Bilo en Voorhoeve
ISBN 13 9789035230101
Jonas (8jaar)
Met grote sprongen vooruit!
Jonas is een jongen van 8 jaar en 9 maanden als hij de eerste keer bij mij in de praktijk komt. Gediagnosticeerd DCD/dyspraxie.
Zijn moeder vertelt dat Jonas vastloopt op school en faalangst heeft. Sinds groep 1 wisten zijn ouders dat er iets aan de hand was met hem, maar wat? Jonas is net gestart in groep 5. Met hakken over de sloot is dat gelukt.
Zijn geboorte verliep moeizaam en duurde anderhalve dag. Jonas werd geboren met zijn navelstreng 3 keer om zijn nekje. De navelstreng bleek extreem dun. Hij was een heel kleine en zwakke baby. Hij heeft niet gekropen.
De oefeningen, die worden gestart bij Jonas, worden zeer rustig opgebouwd om het zwakke zenuwstelsel langzaam te activeren. Door de oefeningen steeds te herhalen worden zenuwbanen krachtiger en worden nieuwe verbindingen gemaakt. Hij kruipt elke dag een vast aantal ‘stappen’ bijvoorbeeld, waarbij hij steeds met zijn ogen zijn handen volgt. Jonas moet zijn oefeningen langzaam uitvoeren, maar wel zes keer per week.
Na zes maanden is zijn evenwicht duidelijk verbeterd. Dat het evenwichtsorgaan krachtiger functioneert, is onder andere te merken aan zijn ogen. Uit testen blijkt dat de aansturing van zijn oogspieren heel duidelijk verbeterd is. Jonas heeft minder faalangst en op school heeft hij het meer naar zijn zin. Het is opvallend dat hij ineens hard gaat groeien!
Na negen maanden oefenen gaat Jonas echt met grote sprongen vooruit!
Na de zomer mag hij naar groep 6. Zijn moeder schrijft: “Jonas is met vlag en wimpel over naar groep 6. De juffen staan versteld (en wij ook) wat een inhaalslag hij heeft gemaakt. Alleen maar voldoendes! Hoera! Wij als ouders zijn super trots op hem, maar ook blij dat wij de stap hebben genomen om naar jouw praktijk voor BSM–de Jong® te komen.”
Sylvia is naast BSM- de Jong therapeut ook Oefentherapeut Mensendieck. Ook werkte zij een aantal jaren op een basisschool voor moeilijk lerende kinderen.
De nervus vagus
— door Jonneke Schut
In mijn muziektherapiepraktijk was ik al langer getriggerd door de invloed van muziek op autisme. Ik legde de verbinding tussen B.S. M.-de Jong®, het autonome zenuwstelsel en muziek toen ik in Londen een cursus volgde van de Amerikaanse neurowetenschapper Stephen Porges. Hij vertelde dat wij beschikken over meerdere systemen van beïnvloeding van het lichaam. We kennen allemaal wel de fight-or-flight response (vecht-of-vluchtreactie), maar er bestaat een ouder systeem dat wordt aangestuurd door de tiende hersenzenuw, de nervus vagus. Als deze zenuw wordt getriggerd, leidt dat tot een freeze-reactie. Dit is een zekere mate van immobiliteit, waarbij het lichaam als het ware bevriest. De gezichtsuitdrukking verstart en hartslag en bloeddruk dalen. Volgens zijn theorie is dit oude systeem nog zeer actief bij autisme. Vanuit zijn muzikale achtergrond ontdekte hij dat muziek van groot belang kan zijn voor mensen die nog grotendeels of geheel door dit systeem functioneren. De nervus vagus wordt op veel manieren intern beïnvloed, maar ook extern via de oren.
De BSM-de Jong® therapie richt zich op de beïnvloedingssystemen. De nervus vagus speelt daarbij een grote rol. De BSM-therapeut begint de therapie met een zeer uitgebreide anamnese. Hier komen alle fasen van het leven aan bod: van conceptie, zwangerschap en het geboorteproces tot de huidige levensfase. Tijdens deze zogenoemde uitrijping kijken we zeer nauwkeurig naar de ontwikkeling van deze tiende hersenzenuw, de nervus vagus. Het is dé zenuw van het parasympathische deel van het autonome zenuwstelsel en dus belangrijk voor onder andere vertering en
© fysioeducatief
Lees meer!
The polyvagal theor y, neurophsiological foundations of emotions, attachment, communication and self regulation
Stephen W. Porges
IBSN13 9780393707007
rust. De zenuw ontleent zijn naam aan het Latijnse vagare, dat uitwaaieren betekent. Dat is ook wat deze tiende hersenzenuw doet: uitwaaieren om alle organen van buik en borst te innerveren. De nervus vagus ontspringt aan de basis van de schedel.
tinnitus. Oplossingen worden dan gezocht in het aanbrengen van een nervus vagus-stimulator. De BSM-de Jong® therapie heeft mogelijkheden tot behandeling en het geven van oefeningen om de prikkelgeleiding van het zogenoemde ‘vagustraject’ te bevorderen en het lichaam weer in een herstelmodus te brengen. Deze herstelmodus is van belang om goed te kunnen leren en onthouden.
Het geboorteproces is van groot belang voor het functioneren van deze zenuw. Als de nervus vagus niet voldoende wordt geïnnerveerd, zou het kunnen gebeuren dat de cliënt moeite heeft en blijft houden met verteren. Ook zien we vaak terugkerende stresspatronen optreden wanneer deze zenuw niet optimaal werkt. Daarbij is het moment van ingedaald zijn tijdens de zwangerschap enorm belangrijk. Op dat moment begint het autonome zenuwstelsel, met de nervus vagus als aansturing, namelijk te werken. Afwijkende standen van het hoofdje of een afwijkende draai van het kind in het bekken kunnen ertoe leiden dat de nervus vagus niet krachtig genoeg wordt aangestuurd. Een blokkade aan de basis van de schedel, zoals we die kennen bij het KISS-syndroom, kan ook invloed invloed hebben op de doorkomst van de nervus vagus, met gevolgen voor de vertering. Het mooie is dat een kind zelf te allen tijde zal proberen zijn lichaam weer op orde te krijgen. Het zal bijvoorbeeld met zijn hoofdje tegen de rand van de wieg gaan liggen om zo druk op de schedel te zetten. Als prikkels vanuit de hersenkernen echter onvoldoende in buik en borst aankomen, blijft het lichaam moeite houden met de eigen herstelmogelijkheden. Volgens de BSMtherapie is het dus belangrijk om te beseffen dat een goede doorkomst van de nervus vagus van belang is voor het hele functioneren van het lichaam in rust. Op dit moment wordt in de medische wetenschap deze werking onderkend en verder onderzocht bij aandoeningen als reuma, epilepsie, hoofdpijn en
Belangrijk om te beseffen is de negatieve invloed van stress op dit geheel. Bij stress kunnen er in het lichaam allerlei blokkades ontstaan op plekken waar de nervus vagus zijn werk moet doen. Het lichaam blijft dan in de fight-or-flightmodus staan. Denk maar aan een steen op je maag, een brok in je keel of iets niet kunnen slikken/verteren. Het is niet toevallig dat deze oude gezegdes refereren aan plekken van het lichaam waar de doorkomst van de nervus vagus verhinderd kan worden.
In de huidige tijd kan het lichaam stress krijgen door bijvoorbeeld veel achter het beeldscherm te zitten en door alle informatie die we daarbij over ons heen krijgen. Daarnaast worden op kleuterleeftijd meer (cognitieve) prestaties verwacht van kinderen en blijkt uit onderzoek dat kinderen minder bewegen dan tien jaar geleden. Terwijl door bewegen het stressniveau sterk afneemt. Hierdoor zien wij als BSM-therapeuten meer kinderen in onze praktijk, die niet echt tot rust kunnen komen. Oorzaak hiervan kan zijn dat de nervus vagus niet de ‘vrijheid’ heeft om optimaal te functioneren. Ook op oudere leeftijd is stress nog steeds de grootste belemmering om een goede balans te verkrijgen, met alle gevolgen voor het fysieke en emotionele functioneren. De BSM-de Jong® therapeut zal dan ook altijd in zijn anamnese goed kijken of er stressfactoren aanwezig zijn die een vooruitgang kunnen belemmeren.
Onzeker en niet begrepen 3
Suzanne (8)
Suzanne vindt het moeilijk om te vertellen wat ze fysiek voelt. Ze heeft tijd nodig om na te denken wat ze voelt en dat uit te leggen in duidelijke woorden. Ze lijkt traag. Suzanne’s vetvertering lijkt niet optimaal. De prikkeloverdracht is niet voldoende. Uit testen blijkt dat het voor Suzanne moeilijk is om te convergeren en ze ervaart oogstress. Suzanne moet regelmatig haar oren uit laten spuiten.
Suzanne heeft moeite op school met taallessen, omdat zij dyslextisch. Maar zij is slim en ziet geschreven teksten vaak in beelden voor zich. Beeldend denken is een prachtig leervermogen, waar op scholen niet altijd mee kan worden gewerkt. Ze vindt het moeilijk om zich direct uit te drukken wat betreft haar fysieke gevoel. Ze
Handboek taalontwikkeling en taaltherapie
S Goorhuis | AM Schaerlaekens
ISBN13 9789035214859 Lees meer!
heeft tijd nodig om uit te vinden wat het
ling te maken in logische woorden.
Als ze het eenmaal weet, kan ze het haarfijn uitleggen. Haar omgeving begrijpt dit niet altijd en hier wordt ze onzeker van. Fysiek is Suzanne liever niet ‘bezig’, de zogenoemde ‘actie stand’ is lager dan gemiddeld. De hulp vraag is: werken aan de dyslexie, haar zelfverzekerdheid vergroten en de genoemde ‘traagheid’ te verbeteren.
De oefeningen zijn gericht op het vrijmaken van de temporale gedeelten van haar hoofd, als ook het verbeteren van de prikkeloverdracht. De darmen, de vetvertering wordt zowel door voedingssupplementen als door oefeningen verbeterd.
Na een maand is Suzanne actiever, heeft zin om te sporten, en is rustiger thuis. Haar gehoor is na drie maanden verbeterd en ze heeft nu ‘al’ minder bezoeken gebracht aan de huisarts in verband met proppen in haar oren.
De testen wijzen uit dat haar gehoorverwerking wel verbeterd is, maar de convergentie nog minimaal. Dus nu focussen op oogoefeningen. Suzanne heeft een verbetering laten zien in haar toetsen. Het is het leuk om te horen dat de vader van Suzanne vertelt dat hij vroeger ook moeite had met deze dingen en nu ziet waar dat fysiek aan ligt. Dit geeft ook hem zelfvertrouwen. Hij werd vroeger niet begrepen, noch thuis noch op school. In zijn huidige creatieve beroep is hij ver gekomen en hij ziet dat hij zijn dochter het onbegrip van de omgeving kan besparen.
De laatste feedback van de ouders: “Ja, het gaat goed met Suzanne. Ze staat een stuk steviger in haar schoenen dan een paar maanden geleden. Haar juf vertelde vorige week dat ze op school ook lekker mee draait.”
De oefeningen zijn gericht op het vrijmaken van de temporale gedeelten van haar hoofd, gezien de cranio-sacrale verbetering rondom haar oren, daarnaast verbeteren van de prikkeloverdracht. De darmen, vetvertering wordt zowel door supplementen als door oefeningen verbeterd.
AUTEUR THERAPEUT Robine ter Meulen PLAATS Amsterdam
PRAKTIJK www.praktijkvoorkindontwikkeling.nl
Robine ter Meulen heeft altijd belangstelling gehad voor de relatie tussen lichaam, geest en vooral fysiek welzijn. Dit heeft haar geïnspireerd om de opleiding BSM- de Jong, Jin Shin Jutsu, reiki en NLP te doen. Robine is ook getraind om kinderen met gehoor- en oogverwerkingsproblemen te behandelen. Zij woont met haar man en drie kinderen in hartje Amsterdam.
4 Jeltje (8 jaar)
Er ging een wereld voor haar open
“Laat ik, Patricia, moeder van Jeltje, bij het begin beginnen. Onze dochter Jeltje is nu zestien jaar. Ze is geboren met behulp van een keizersnede na een zwangerschap van 26 weken. Dit was nodig omdat ik het Hellp-syndroom kreeg en dit de enige manier was om mijn en haar leven te redden. Ze kwam ter wereld met een geboortegewicht van 930 gram en was 30 cm lang. Wonder boven wonder deed ze het heel goed, ze had geen hersenbloedingen of infecties, maar ze moest wel aan de beademing. Na ruim drie maanden mocht ze mee naar huis. Ook al was ze klein, ze groeide redelijk goed. Er waren geen opmerkelijke dingen. Het enige wat opviel was dat ze stil en rustig was en nooit huilde. Je denkt dan dat je de perfecte baby hebt. De ontwikkeling verliep normaal, maar kruipen heeft ze nooit gedaan. Ze ‘liep’ op haar knieën.
Het heeft ruim één jaar geduurd voordat men erachter kwam dat Jeltje speciale begeleiding nodig had. In groep 8 bleek Jeltje op een IQ-score van 83 te hebben, waardoor ze in aanmerking kwam voor een school voor zeer moeilijk lerende kinderen. Ondertussen ontstonden er gehoorproblemen, die steeds groter werden.
Wij zijn gaan kijken op een zmlk-school. Toen we daar weg liepen zei Jeltje tegen ons: “ Ik word hier verdrietig.”
Op de basisschool ging eerst alles redelijk. Ze was wel stil en op zichzelf. In groep 5 ontstond er een achterstand. Vanaf groep 6 kwamen we in een molen terecht met allemaal testen.
Toevallig had ik kort daarvoor met Robine ter Meulen gesproken over de BSM-de Jong®. Door een goede intern begeleider was het voor Jeltje mogelijk om één jaar langer op de basisschool
te blijven en zo te proberen haar schoolscore te verbeteren. Op school kreeg Jeltje extra cognitieve begeleiding. Robine ging elke morgen met haar aan de slag met oefeningen en wij kregen ook een lijstje met oefeningen. We moesten haar voeding aanpassen, oefeningen met haar doen en haar masseren. Jeltje’s vader was zeer sceptisch hierover, maar naarmate hij merkte hoeveel vooruitgang onze dochter boekte, was hij om. Jeltje moest halfjaarlijks terugkomen in de VU omdat haar gehoor sterk achteruitging. De artsen hadden ons verteld dat Jeltje bij de volgende controle ook een gehoorapparaat aangemeten zou krijgen. Maar wat bleek, toen we daarvoor terugkwamen, was haar gehoor
sterk verbeterd. Het resulteerde in een ‘ontslag’ uit het ziekenhuis, zonder gehoorapparaten! Aan het eind van groep 8 bleek Jeltje een IQ-score van 98 te hebben wat “gewoon” onderwijs mogelijk maakte. Ze is nu bijna klaar met het VMBO. Ze haalt de ene negen na de ander. Ze vindt leren nog steeds niet makkelijk, maar gaat nu zo goed met het begrip “begrijpen” om, alsof opeens alle dingen in haar hoofd op zijn plaats vallen. We zijn ervan overtuigd, dat we dit aan Robine, de BSM- de Jong®, school en vooral natuurlijk aan Jeltje zelf te danken hebben. Zij heeft zich voor honderd procent ingezet. Er ging een wereld voor Jeltje open. Ze is inmiddels aangenomen voor een opleiding aan de Politieacademie.
Leanne (65 jaar) Ik liep voorop! 5
‘Ik ben Leanne, een vrouw van 65 jaar. Een aantal jaar geleden kwam ik bij een BSM-de Jong® therapeut met flinke vermoeidheidsverschijnselen en pijnklachten. In het ziekenhuis was ik al jaren uitbehandeld, met morfine kwam ik de dag nog enigszins door. Als ik had gestofzuigd moest ik daarna minimaal een dag bijkomen. Lopen ging eigenlijk niet meer. De pijn in mijn rug en heupen was alleen nog enigszins dragelijk met de medicatie, maar nog steeds aanwezig. Door de dagelijkse pijn en vermoeidheid voelde ik me ellendig.
Na een lange vragenlijst en lichamelijk onderzoek kwam mijn BSM-de Jong® therapeut tot de conclusie dat de gewrichtspijnen die ik al sinds de puberteit heb, met mijn voeding en vertering te maken zouden konden hebben. Te veel suikers en koolhydraten en een tekort aan vetten in combinatie met een slechte vertering zorgden continu voor ontstekingen in mijn hele lichaam. Ik was niet
alleen figuurlijk, maar ook letterlijk verzuurd. Het advies was mijn voedingspatroon veranderen. Daarnaast kreeg ik regelmatig een behandeling met ‘geïntegreerde technieken’ * . Die zorgden ervoor dat ik na verloop van tijd wat meer kon bewegen. Bovendien kreeg ik een voedingsplan en een bewegingsplan mee naar huis om mee aan de slag te gaan.
© fysioeducatief
Gaandeweg ging ik me steeds beter voelen. Elke keer als ik bij de BSM-de Jong® therapeut kwam, werden mijn oefeningen weer wat aangepast. Daardoor ging ik steeds iets langer en intensiever bewegen. De medicijnen bouwden we langzaam af. Door de combinatie van de juiste oefeningen, beweging en goede voeding voelde ik mij steeds minder moe.
Afgelopen zomer ben ik voor het eerst in jaren weer met vakantie geweest. En hoewel ik een van de ouderen in de groep was, liep ik voorop!’
Karel (10jaar)
De stempel mag en gaat eraf!
Karel kwam bij mij als jongetje van tien jaar. Gediagnosticeerd met PDD-NOS. Hij voelde zich onbegrepen door de kinderen in zijn klas en door de juf. Gevolg was dat hij nors en boos, met de armen over elkaar geslagen, voor mij zat. Hij was niet van plan nog ergens aan mee te werken.
Hij kon er dus eigenlijk weinig aan doen; zijn informatieverwerking verloopt anders dan bij andere kinderen en daarom begreep hij hen niet en zij hem niet.
Met een pakket oefeningen en en een afspraak voor over vier weken, vertrok hij drie uur later opgelucht naar huis. “Mama,” zei hij, “jij snapt me een beetje. Maar als de BSM.-therapeut mijn moeder was, zou ze me helemaal begrijpen.’’
Lees meer!
Het maakbare brein
Margriet Sitskoorn
ISBN 13 9789035132276
Het oefentraject met Karel heeft alles bij elkaar ruim anderhalf jaar geduurd. Er is osteopathie ingezet om blokkades in de schedel te behandelen en het oefenprogramma is steeds aangepast aan de vorderingen die gemaakt zijn en de problemen die zich in de loop van het traject aandienden. Er waren oefeningen voor de visus, het gehoor, het evenwichtsorgaan en de sensorische integratie.
Karel is veranderd van een boos PDD-NOS-kind in een vrolijk groep-8 kind. Hij had een enorm goede CITO test en mocht naar het vwo-onderwijs. In de tweede klas liet hij zijn ouders weten dat hij het stempel PPD-NOS niet meer vond passen. Hij liet zich opnieuw testen en kreeg gelijk van de psycholoog. Het stempel mag en gaat eraf.
© fysioeducatief
AUTEUR THERAPEUT Jonneke Schut PLAATS Oud beijerland
PRAKTIJK www.bsmoud-beijerland.nl/contact.php
Jonneke Schut heeft oorspronkelijk aan het Koninklijk Conservatorium haar opleiding gedaan en dertig jaar gewerkt als muziekdocent en muziektherapeut. Dankzij haar gehandicapte dochter kwam zij bijna�twintig jaar geleden in contact met Mevrouw de Jong en BSM-de Jong®. Haar dochter maakte zulke ongelofelijke ontwikkelingsprongen dat ze nieuwsgierig raakte naar de achtergronden, en ze begon aan de studie tot BSM-therapeut. Later kwam daar een opleiding Geïntegreerde Technieken bij, wat samen met de BSM-therapie een mooie combinatie vormt.
Op dit moment is zij voorzitter van de beroepsvereniging voor BSM-de Jong® therapeuten, die tot doel heeft meer bekendheid te geven aan het vak van BSM-de Jong® therapeut.
KonBjorn(28jaar) weer vooruit
Onze zoon, Björn, werd met zuurstofgebrek geboren. In het begin ontwikkelde hij zich razendsnel: hij kreeg tandjes en kon al snel rollen, zitten en staan en met negen maanden zelfs al lopen. Wij waren heel trots en enigszins gerustgesteld. Het duurde echter niet lang voordat wij gingen twijfelen. Björn ontwikkelde zich qua motoriek niet echt goed. Met twee jaar sprak hij geen herkenbare woorden.
Gelukkig vonden wij meteen een goede fysiotherapeut en logopediste. Zij hebben Björn heel goed geholpen. Op de peuterspeelzaal zagen wij allemaal dat hij slim was; ondanks zijn spraak problemen, maakte hij heel makkelijk contact met de andere kinderen.
© fysioeducatief
Toen hij naar de basisschool ging, werd duidelijker wat zijn handicap inhield. Zijn motoriek bleef zwak en het leren van de letters en lezen waren een groot probleem.
Op school besloot men dat ze hem niet meer verder konden helpen. Hij moest naar het speciaal onderwijs. Hier stopten ze veel tijd in Björn, omdat zij ook zagen dat hij slim was, maar het werkte niet. Op maandag was hij alweer vergeten wat hij de week daarvoor had geleerd.
Ik deed voor Björn de training Mediërend leren. Daar heeft hij veel aan gehad. Tijdens een oudercursus van deze opleiding zei een moeder tegen me: “Met jullie zoon moet je zo snel mogelijk
naar Zeeland, daar zit mevrouw De Jong. Die kan jullie zeker helpen”. In die twee uur dat wij aan de ronde tafel van mevrouw De Jong mochten zitten, heeft zij zoveel verteld dat ik met een overvol hoofd naar huis ging. Ik kon het maar gedeeltelijk uitleggen aan mijn man. Wij zijn echter meteen gestart met de oefeningen.
Björn moest zijn voedingspatroon aanpassen, oefeningen doen zoals op zijn hoofd staan en kruipen en wij moesten over zijn rug wrijven. Na een week of zes ging ik naar school voor een kort gesprek met de juf. Nog voordat ik op een stoel zat vroeg ze al wat wij met Björn gedaan hadden. Ik vond het een vreemde vraag, totdat zij uitlegde dat hij zo goed vooruit was gegaan met rekenen, dat hij niet iedere maandag opnieuw hoefde te beginnen en dat hij zelfs de letters veel beter kon onthouden.
BSM- therapie® heeft de beschadiging niet ongedaan gemaakt, maar heeft er volgens mij wel voor gezorgd dat hij vooruit kan in het leven. Hij kan nog steeds niet echt lezen, maar dankzij BSM heeft hij een supergoed geheugen, kan hij geconcentreerd werken en is hij in staat om te leren. Slim was hij vanaf het begin, maar zonder de BSM-de Jong® therapie had hij niet alles kunnen bereiken wat hij tot nu toe heeft gedaan. Geen zmlk maar havo afgemaakt. Hij studeert nu Technische natuurkunde aan de Haagse Hogeschool in Delft.
Hij heeft zijn rijbewijs gehaald en vele andere dingen gedaan, die hij anders niet had gekund.
“BSM-de Jong® therapie is onze reddingsboei geweest. Vandaar dat ik zelf de opleiding heb gevolgd en zelf ook BSM-therapeut ben geworden.”
Lees meer!
What babies and children really need Sally Goddard Blythe ISBN 978 1903458761
AUTEUR THERAPEUT Pia Olierook Scoon PLAATS Noordwijk
PRAKTIJK www.praktijk-insync.nl
Pia volgde de opleiding Business Administration (Webster University), de Pabo (Jogeschool Leiden), Remedial Teaching Windesheim, Mediëren Leren vernieuwd StiBCO (Feuerstein) en de opleiding tot BSM-de Jong® therapeut. Daarnaast heeft ze Medische basiskennis (BivT) gehaald en volgt ze momenteel de School voor Homeopathie die voldoet aan de Plato-eisen.
Ralf (6 jaar)
“Mama, ik voel mij 8 zo anders..zo fijn”
“Mama, ik voel mij anders……zo fijn.”
BSM-therapeut Elke Schulting: ‘Het probleem waarmee de ouders van Ralf bij mij komen, is dat hun zoon vanuit het niets kan ‘ontploffen’.
Hij is heel lang rustig en dan ineens kan hij gaan slaan. Dit doet hij eigenlijk alleen bij kinderen: in zijn klas, op de bso, op straat, bij vriendjes thuis... Hij snapt achteraf niet hoe het is gebeurd of waarom hij ‘sorry’ moet zeggen. Daarnaast legt hij slecht/moeilijk contact. Het liefst zit hij binnen op de bank, met zijn DS of voor de tv.
Ralf heeft een lui rechteroog. Zijn linkeroog wordt elke middag na school anderhalf uur afgeplakt. Voorheen zag hij vrijwel niets met het rechteroog, inmiddels tachtig procent. Ralf draagt dan ook een bril. Wanneer hij moe is, gaat zijn rechteroog naar binnen staan. Ralf had een openhangende mond toen hij klein was en heeft, tot hij ruim vier was, logopedie gehad; hij sprak laat en slecht en zijn stem was schor. Ralf zit extreem rechtop
(waterpas, noemt zijn moeder dat). Zwemmen vindt hij vreselijk, hij kan niet goed drijven en hangt naar beneden. Tekenen, kleuren, knippen en puzzelen vindt hij ook niet leuk, de DS daarentegen wel. Hij is erg geluidgevoelig: hij houdt snel zijn handen op zijn oren, en toen hij kleiner was moest overal het geluid uit. Als er ergens veel herrie was, begon hij te huilen, werd hij boos en hield hij zijn oren dicht. Daarnaast moet hij erg schakelen wanneer de indeling van de dag verandert. Hij heeft last van heimwee en faalangst (wil geen fouten maken) en eet extreem weinig.
Na de intake krijgt Ralf in eerste instantie
BSM-oefeningen mee om meer rust in zijn lijf te krijgen. Bovendien gaat hij naar een osteopaat. De osteopaat heeft de obstructie van zijn ogen en hoofd vrijgemaakt, zodat de BSM-oefeningen hun werk kunnen doen: de osteopaat maakt namelijk vrij en de BSM-oefeningen bouwen vervolgens op. Al na twee weken oefenen heeft Ralf geen
woede-uitbarstingen meer. Na drie weken gaan Ralf en zijn moeder naar de opticien, want zijn brilletje zit ineens strakker tegen zijn hoofd. De opticien constateert dat Ralfs hoofd behoorlijk gegroeid is. Met een nieuwe bril als gevolg. Een maandje later speelt Ralf buiten met vriendjes en eet hij als een bootwerker, en na een halfjaar geeft Ralf aan dat hij zich ‘anders’ voelt: “ Mama ik voel mij anders… zo fijn”.
© fysioeducatief
AUTEUR THERAPEUT Elke Schulting PLAATS Vleuten
PRAKTIJK www.praktijkzoet.nl
Zowel Elke als haar broer heeft op jonge leeftijd BSM-de Jong ® gevolgd. Toen is haar fascinatie voor deze therapievorm ontstaan. Op haar zeventiende wilde ze deze richting al op, maar helaas was er toen nog geen opleiding voor. Na een aantal omzwervingen doet ze nu wat ze altijd al heeft willen doen: kinderen helpen zich lekkerder in hun vel te voelen en te laten ontdekken waar ze goed in zijn.
Maikel (8 jaar) Blij naar groep vijf! 9
BSM-therapeut Angela de Rijk: “Maikel kwam in groep 4 naar mij toe, op advies van zijn juf. Het ging niet goed met hem, en de vraag was of hij wel over kon gaan naar groep 5. De juf had de ouders geadviseerd om zijn ogen te laten testen en had voor mij de vraag: “Heeft Maikel last van ‘de vergeetziekte’?”
Zijn concentratie is slecht en rekenen en taal (lezen en spelling) blijven achter. Hij hoort en ziet veel om zich heen, is daarmee snel afgeleid. Hij pikt de dingen wel snel op, maar ze blijven niet hangen. Zijn spelling is zwak en de tafels kent hij nauwelijks. Hij leest traag en spellend en heeft veel last van hoofdpijn.
Tijdens de zwangerschap had zijn moeder veel stress. De Brain Stimulating Method gaat ervan uit dat te veel stresshormonen ook voor het ongeboren kind problemen kunnen opleveren. De geboorte verliep niet gemakkelijk. Motorisch ontwikkelde Maikel zich goed, hij is een echt buitenkind.
fysioeducatief
Opvallend detail: Maikel ‘zit’ op zijn handen. Bij de anamnese blijkt bovendien dat hij nauwelijks in staat is om gericht te kijken, zijn ogen dwalen alle kanten op. Het is me duidelijk dat de concentratie alleen daarom al onvoldoende is.
Maikel is erg beweeglijk. Hij ondersteunt het zitten met zijn handen, maar dat maakt het lezen en schrijven moeilijk. Bij de uitleg helpt het nog wel; de informatie dringt tot hem door, maar het verwerken lukt niet goed. De oefeningen die ik meegeef zijn bedoeld om hem te helpen zijn ogen beter te richten. Hij krijgt ook evenwichtsoefeningen, zodat hij leert rustiger te zitten. Zo kan zijn concentratie verbeteren en het leren ook.
Het blijkt te werken: na vier weken leest Maikel opeens met een woordbeeld, tekent en kleurt hij voor het eerst in zijn leven en de juf merkt dat zijn concentratie is verbeterd. Spelling en taal lukken nog niet binnen de tijd, maar het begin is er. Natuurlijk is meer tijd nodig, maar Maikel gaat weer met plezier naar school. Al snel heeft Maikel elke dag een van de vier opdrachten binnen de tijd af. Hij wordt rustiger en het tempo stijgt. Na deze periode kan Maikel over naar groep 5. Zijn hoofdpijn is over. Heerlijk om zo’n blij kind terug te zien.
Vele kinderen zijn hem voorgegaan, en ik geniet daar elke keer weer enorm van, ze zijn ontspannener. Ze krijgen meer zelfvertrouwen en kunnen ongecompliceerd kind zijn. Daar doe ik het voor!’
AUTEUR THERAPEUT Angela de Rijk PLAATS Sint Pancras
PRAKTIJK www.bsm-noordholland.nl
Angela is moeder van drie volwassen zonen. Ze kwam in 1990 via haar kinderen met de Brain Stimulating Method in aanraking. Tot haar grote vreugde, want autisme bleek geen autisme te hoeven blijven, en dyslexie werd bij haar kinderen beheersbaar. Zodoende kunnen haar zoons hun mogelijkheden nog optimaler benutten. Van 1992 tot en met 1995 heeft ze, uiteraard vanwege die voor goede resultaten met haar zoons, de opleiding tot BSM-De Jong® therapeut gevolgd.
BRAIN STIMULATING METHOD
Microbiologisch bekeken
door Karin Vocking
Ik ben niet alleen BSM-therapeut, maar ook bioloog. Naast mijn BSM-praktijk doe ik neurowetenschappelijk onderzoek. Daarbij gebruik ik zowel een lichtmicroscoop als een elektronenmicroscoop. Ik focus dus dagelijks vanuit twee totaal verschillende invalshoeken op zenuwcellen:
1. Met BSM leg ik brede verbanden, kijk ik naar de mens als geheel in zijn/haar specifieke omgeving.
2. In mijn ‘microbiologische’ onderzoekswerk bestudeer ik celbiologische processen op de vierkante micrometer, waarbij ik in cellen kan kijken.
Vanuit deze werkzaamheden zal ik in dit artikel de wetenschappelijke achtergrond van BSM-de Jong® voor u toelichten.*
*“Microbiologie is eigenlijk de term voor de studie naar bacteriën. Strikt genomen is de titel van dit artikel dus niet juist. Het is een woordspeling om aan te geven dat ik als bioloog focus op de microkosmos van het lichaam en daarmee op een populairwetenschappelijk manier uitleg geef over de achtergronden van BSM.”
BRAIN STIMULATING METHOD
Cellen
Een lichaam bestaat uit organen zoals lever, ogen, hart en verbindende structuren zoals bloedvaten, lymfevaten, zenuwbanen en spieren. Deze structuren zijn in het lichaam ingebed in vliezen en bevinden zich in een waterige, mineraalrijke oplossing (zie illustratie op pagina 5-6 met de vier systemen). Het lichaam als geheel is volledig opgebouwd uit cellen.
Cellen zijn kleine zakjes, omgeven door een uit vetten bestaand membraan en gevuld met waterige vloeistof, het zogenaamde cytoplasma. Een cel is de kleinst levende ‘zelfstandig’ functionerende eenheid in het lichaam. ‘Zelfstandig’ staat tussen aanhalingstekens omdat de cel uiteraard niet goed kan functioneren zonder zijn natuurlijke omgeving. Net zoals in het groot de mens dat ook niet kan. Een cel heeft continu zuurstof en voedingsstoffen nodig en moet zich dus in een omgeving bevinden waarin die aanwezig zijn. Ook een cel bevat organen, dit zijn micro-organen, zogenaamde organellen.
Net als de organen in het lichaam is elk organel gespecialiseerd in een bepaalde taak ten bate van de cel. Zo zijn er bijvoorbeeld lysosomen die zorgen voor de afvalverwerking, mitochondriën die met zuurstof voedingsstoffen verbranden en energie vrijmaken, het endoplasmatisch reticulum dat eiwitten maakt, en het Golgi-apparaat dat deze eiwitten verpakt. Een cel is dus een kleine fabriek met allemaal verschillende apparaten die elk hun eigen onderdeel van het productieproces uitvoeren.
Lees meer!
Principles of neural science
Kandel | Schwartz | Jessel IBSN13 9780071390118
De gereedschappen in de celfabriek zijn allerlei soorten eiwitten. Voorbeelden van deze functionele eiwitten zijn enzymen en neurotransmitters.
Cellen zijn dus de basale bouwstenen van het lichaam. Het functioneren hiervan wordt intensief bestudeerd door celbiologen. Elke seconde zijn er duizelingwekkend veel processen gaande in een cel. Dat is bijna net zo onvoorstelbaar en fascinerend als de aanwezigheid van structuren en processen in de ruimte. Die processen worden uitgebreid bestudeerd door wetenschappers. Sterrenkundigen zoomen uit op het universum, celbiologen zoomen in op cellen in het lichaam. De vraag is of we ooit alles kunnen begrijpen en bewijzen.
De complexiteit en flexibiliteit van het leven is enorm. Wetenschappers hebben al heel veel ontdekt, en de resultaten van die onderzoeken proberen wij te vertalen in praktische
toepassingen om mensen beter te maken. De processen zijn echter zo buitengewoon complex en flexibel dat het ook in de toekomst niet mogelijk zal zijn alles wetenschappelijk te bewijzen. In feite is dat ook onnodig. Er is meer tussen hemel en aarde, en laten we blij zijn met wat we gezamenlijk tot stand kunnen brengen, elkaar inspireren en aanvullen, en nieuwsgierig blijven en openstaan voor verbinding en samenwerking.
Het basisbouwplan van iedere cel is gelijk en toch is elk celtype in elke orgaan gespecialiseerd en ziet er anders uit. Vergelijk het maar met gebouwen. Elk gebouw heeft muren, kamers, deuren en ramen. Maar elk type gebouw heeft een andere functie en vorm. Zo is het ook bij cellen... Spiercellen zien er totaal anders uit dan cellen in de bekleding van de darmen. Toch hebben ze in principe hetzelfde bouwplan.
De meeste weefsels en celtypen in het lichaam kunnen regenereren of delen. Continu sterven er cellen af, en deze worden vervangen door nieuw gedeelde cellen. Dat dat in de huid gebeurt weet iedereen: velletjes laten los en groeien weer aan. Maar ook in andere organen treedt celdeling en -vervanging op, meestal vanuit stamcellen of satellietcellen. Zo worden bijna alle cellen van de lever bijvoorbeeld in de loop van een paar weken vervangen. Dat is hoopgevend voor mensen die van een borrel houden. In de longen is daarentegen veel minder regeneratie mogelijk. Bij kinderen kunnen longcellen nog enigszins herstellen, bij volwassenen nauwelijks. Roken is dan ook echt blijvend schadelijk!
Zenuwcellen
BSM-de Jong® focust vooral op het zenuwstelsel. Het zenuwstelsel bestaat uit zenuwcellen, ook wel neuronen genoemd. Zenuwcellen zijn als celtype zo gespecialiseerd dat ze niet meer kunnen delen of regenereren. Men heeft lang gedacht dat herstel van zenuwweefsel daarom niet mogelijk is. Zenuwcellen worden echter omgeven door steuncellen die onderhoud en reparatiewerkzaamheden verrichten. Er is meer mogelijk dan we dachten...
Zenuwcellen zijn met elkaar geschakeld en liggen verbonden in zenuwbanen. Zo vormen ze als het ware de elektriciteitskabels en dimmers voor de apparaten in je lichaam. Ze kunnen via zintuigen worden geprikkeld. Ze geleiden deze prikkel als een elektrisch signaal langs de membraan naar het uiteinde van de cel: de synaps.
Een zenuwcel bestaat uit verschillende onderdelen. Je hebt het cellichaam, dat is de eigenlijke celfabriek. In het centrum van dit cellichaam ligt de kern. Daarin bevindt zich het DNA, het erfelijk materiaal dat wordt gebruikt als de blauwdruk voor het maken van eiwitten.
Cellen
Blaasje met de neurotransmitter
Neurotransmitters gaan de synaps in naar de recepto r
De recepto r
Neurotransmitter
Cellichaam met dendrieten
Een zenuwcel is geen ‘simpel’ rond zakje, maar heeft verschillende uitlopers waardoor het een 3D-stervorm heeft. Een neuron heeft meerdere korte uitlopers en één lange. Zo’n lange uitloper kan bij mensen soms wel meer dan één meter lang zijn! Het cellichaam van zo’n lange zenuwcel bevindt zich bijvoorbeeld naast de wervelkolom, en de lange uitloper – het zogenaamde axon – loopt van het cellichaam helemaal tot in je teen.
Er is alleen gelijkstroom mogelijk in het zenuwstelsel. De prikkelgeleiding in een neuron gaat één kant op. De korte uitlopers –de dendrieten– nemen de prikkel op en voeren die in de richting van het cellichaam. Vervolgens gaat de prikkel weer via het axon van het cellichaam af naar het uiteinde van
© fysioeducatief
het axon: de synaps. De synaps is een soort zuignap die uitkomt op een dendriet van een andere zenuwcel. Soms eindigt een axon in een eindboom met meerdere synapsen. Zo zijn zenuwcellen met elkaar verbonden via synapsen en kunnen ze prikkels aan elkaar doorgeven.
De zenuwcellen in een zenuwbaan zitten niet alleen eenvoudig, eenlijnig in serie met elkaar geschakeld. Een zenuwcel kan in zijn axon meerdere synapsen maken en op die manier verbinding maken met meerdere zenuwcellen. Zo kunnen heel complexe netwerken ontstaan, en op die manier is groei en versterking van zenuwweefsel mogelijk. Zelfs nog als een mens volgroeid is. N
N Zenuwen prikkelen de organen om in actie te komen of juist om af te remmen. Je kunt je dan ook voorstellen dat verstoringen in die zenuwcellen of juist stimulatie van die zenuwcellen verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor de werking van de organen.
BSM-oefeningen leveren die prikkels en beïnvloeden zo de werking van de klieren, organen en spieren die die zenuwen besturen. BSM is dus inderdaad een Brein Stimulerende Methode. Maar niet alleen het brein wordt beïnvloed... Een zenuwcel staat niet alleen, maar is complex verbonden met zijn omgeving. De dagelijks herhaalde prikkeling door
Biografie Karin
Karin Vocking is afgestudeerd analist en bioloog. Later heeft ze de deeltijdpabo gedaan en vijf jaar als leerkracht gewerkt in het basisonderwijs.
Daar kwam ze erachter dat er in elke klas wel zorgleerlingen zitten. Hoewel ze een veilige leeromgeving probeerde te bieden, ontdekte ze dat ze deze leerlingen onmogelijk structureel ‘beter’ kon maken. Veel kinderen zitten ‘in de knop in de knoop’ en krijgen in het huidige prestatiegerichte onderwijssysteem stempels, waarmee ze feitelijk niet vooruitgeholpen worden.
Daarop ging Karin weer aan het werk als bioloog. Ze doet nu parttime wetenschappelijk onderzoek naar zenuwcellen. Ze maakt celbiologische preparaten, die ze met een elektronenmicroscoop bestudeert. Met verschillende en gecombineerde microscopische technieken helpt ze zo mee om antwoorden te vinden op neurowetenschappelijke vragen. Dit zijn kleine bouwstenen in het onderzoek naar neurologische ziekten als Alzheimer, ALS en
BSM-oefeningen beïnvloedt meer dan alleen enkele zenuwcellen. Wat deze prikkeling wetenschappelijk gezien precies veroorzaakt zullen we waarschijnlijk nooit helemaal kunnen bepalen en begrijpen. Daar is het samenspel van processen in het lichaam te complex voor. Maar dat het positief effect heeft hebben we in meer dan veertig jaar praktijkervaring ervaren. We weten dat zenuwcellen in staat zijn om meer en sterkere synapsen te vormen. Op die manier kunnen ze krachtiger gaan functioneren. Dat is hoogstwaarschijnlijk de grondslag voor het effect van BSM. Het dagelijks prikkelen van zintuigen en de onderliggende zenuwbanen, maakt die banen sterker.
In 2015 heeft Karin de driejarige opleiding tot BSM-de Jong ® therapeut afgerond en in 2016 is ze in Utrecht haar praktijk ‘uit de knoop’ begonnen. www.bsm-uitdeknoop.nl
Parkinson. In 2010 kwam Karin in aanraking met BSM-de Jong®. Ze ontdekte dat dit in feite een soort praktische toepassing is van neurowetenschap en ontwikkelingsbiologie, en dat men met deze methode kinderen wel kan helpen ‘uit de knoop’ te komen. Vol verwondering ontdekte ze hoe ze alles wat ze tot dan toe had geleerd en gedaan kon combineren. Dit brengt ze nu in de praktijk door kinderen te helpen evenwichtig in hun kracht te komen en gezond, gelukkig en ontspannen in het leven te staan.
Er is natuurlijk geen enkel direct verband tussen haar wetenschappelijke werk enerzijds en haar BSM-praktijk anderzijds. De enige link is zij zelf en haar focus op zenuwcellen vanuit twee totaal verschillende invalshoeken. Dat maakt haar visie op deze materie juist breed, bijzonder en toepasbaar.
OPLEIDING TOT
BSM-de Jong® therapeut
Grondlegger van BSM-de Jong® is mevrouw J. de Jong-Koutstaal. Haar gedachtegoed wordt uitgedragen door het Institute Brain Stimulating Method (I.S.B.M.), dat ook opleidingen en nascholingen verzorgt. Het docententeam van het instituut bestaat uit zes personen: Mary Horsmeier, Ivon Hansen, Wanda de Keijzer, Marion Passé, Monica van der Zon en Anneloes Fokkema. De coördinatie van de opleiding is in handen van Hanneke Knotter. Met veel enthousiasme brengt dit team gedurende de driejarige deeltijdopleiding de kennis van Brain Stimulating Method-de Jong® over op de cursisten. De lesstof wordt per jaar aangeboden in vijf blokken van twee lesdagen. Tijdens de opleiding komen anatomie en fysiologie uitgebreid aan bod. Zo leren cursisten hoe het lichaam behoort te werken. Daaraan wordt steeds de BSM-de Jong® visie gekoppeld. Wat houdt BSM-de Jong® in? Deze therapie gaat op zoek naar de oorzaak waarom iemand niet lekker in zijn vel zit, zich niet goed ontwikkelt
Vergoeding?
Het is per therapeut verschillend of deze (gedeeltelijk) vergoed wordt. De meeste therapeuten worden vergoed via de VBAG, NOAG of VNT, enkelen worden niet vergoed. Informeer bij je therapeut onder welke vereniging zij valt, en zoek via desbetreffende website wat in jou geval vergoed wordt.
of probleemgedrag aan de dag legt. Problemen bij kinderen komen meestal naar voren als een kind naar groep 3 gaat en begint met lezen en rekenen. Ook na een periode van bijvoorbeeld een ‘burn-out’, kan het zijn dat het lichaam niet meer vanzelf goed gaat functioneren. Na het vaststellen van het probleem – dit wordt gedaan door middel van een uitgebreid intakegesprek – stelt de therapeut bewegingsoefeningen samen die helpen om het lichaam te versterken.
Juist door in de opleiding telkens de visie van BSM-de Jong® naast problemen te leggen, leren cursisten waarom een kind, bijvoorbeeld, een leesprobleem heeft. Of wat tijdens een stress periode gebeurd in het lichaam. Ook de mogelijke invloed van voeding en voedingssupplementen is onderdeel van de opleiding. Omdat therapeuten ook ondernemers zijn, leren cursisten tijdens de opleiding hoe je een eigen praktijk kunt opzetten en wat daarbij komt kijken. In de laatste fase van de opleiding wordt door N
N middel van het uitwerken van casussen steeds meer aandacht besteed aan de praktijk. In drie jaar leren cursisten gaandeweg hoe ontwikkelingsproblemen kunnen worden behandeld en kunnen ze aan de slag als BSM-de Jong® therapeut. Nieuwsgierig of enthousiast geworden?
Lees verder op onze website: www.ibsm.nl en meld je aan!
Dit is een uitgave voor de beroepsvereniging van BSM-de Jong® Therapeuten.
De auteursrechten op deze uitgave rusten uitsluitend bij Fysio Educatief. Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Fysio Educatief de in deze uitgave gepubliceerde artikelen (inclusief foto’s en illustraties) en/of gedeelten daarvan te (doen) publiceren of anderszins openbaar te maken of te verveelvoudigen.
Alle informatie in deze uitgave is op zorgvuldige wijze samengesteld. BSM de Jong® en Fysio Educatief hebben de grootst mogelijke zorg besteed aan de betrouwbaarheid en actualiteit van de gepubliceerde artikelen.
Fysio Educatief is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van eventuele onjuistheden in deze uitgave. Fysio Educatief is bovendien niet aansprakelijk voor schade in verband met gebruik van informatie in deze uitgave.
De redactie heeft zich ingespannen om eventuele rechten van derden te respecteren en de juiste bronnen in de uitgave te vermelden. Mocht u van mening zijn dat u ten onrechte niet bent vermeld, neemt u dan contact op met de redactie.
Amsterdam, januari 2017
Fysio Educatief
Groenburgwal 59 1011 HT Amsterdam The Netherlands
Bestuur BBT (beroepsvereniging) - Lia van Tilburg
Bestuur IBSM (opleiding) - Hanneke van Asseldonk
Nascholingscommissie – Jonneke Schut
Wetenschapscommissie- Diana de Jonge
PR commissie – Robine ter Meulen
Klachtencommissie – Lukkie Zijlstra
Commissie recht – Elke Schulting
Drukwerk: Printgarden.nl