1 minute read

Goede Vrijdag

De heuvel is zo kaal, zo koud Zo ruw is van het kruis het hout Waaraan de Heer ging sterven Daar hing Hij gans van eer beroofd Opdat een ieder die gelooft Het leven niet zou derven Wie zal beseffen wat Hij leed Toen men daar dobbelde om zijn kleed Moest niet een ieder beven Toen alien hoorden hoe Hij bad Voor wie Hem toch gekruisigd had “Vaderwil hun vergeven” Doch niet slechts die de spijker sloeg ’t Was onze zonde die Hij droeg Voor ons moest Hij zo lijden Hij is tot in de hel gedaald Zo heeft Hij onze schuld betaald Zo kon Hij ons bevrijden Hij heeft onvergelijkelijk lot De ganse last der toorn van God Voor ons getorst, gedragen “Mijn God waarom verlaat Gij Mij?” In’t diepste duister horen wij In zielestrijd Hem klagen Maar dan - dan wijkt de zwarte nacht Dan klinkt hetjuichend “t is volbracht” De strijd is uitgestreden Dan heeft Hij , eeuw’ge zaligheid Voor wie gelooft, een plaats bereid Met Hem in’t Paradijs, nog heden.

This article is from: