1 minute read

Lente

Wit zijn de wolkjes in helblauwe lucht Winterse buien en kou zijn gevlucht. ’t Zonlicht strooit stralen van’t zuiverste goud Over de bloempjes van’t geel bloeiend hout Ginds in die boom zit een merel te fluiten Alles is vrolijk en feestelijk buiten De narcis vouwt als een trompetje zich open Nu zou ik heel ver in het veld willen lopen Dwars door de weide met koeien en schapen ’k Zou op het mos in het bos widen slapen ’k Zou widen dansen, ik zou widen zingen Van zoveel mooie en kleurrijke dingen Zacht duistert de wind in de toppen der bomen: ’Zing maar mijn kind want de Lente is gekomen’

39

This article is from: