1 minute read

’t Leven Een open Poort

Een open Poort!

Wijd gaat de poort naar de lente open Vogels zingen hun vrolijkste lied ’k Zie in de weide de lammetjes lopen Zacht fluistert de wind door het wuivende riet Blauw is de lucht en wit zijn de wolken Heel de natuur is vol blijdschap ontwaakt ’k Vind slechts een zin om mijn vreugd’ te vertolken Here, hoe schoon hebt Gij alles gemaakt.

Steeds gaat de poort naar het leven open Als schreiend een kindje dat leven begroet. Hoe zal het straks op de levensweg lopen? Juichend, ofstrijdend, ofbiddend om moed? ’k Houd boven ’twiegje mijn handen gevouwen Biddend voor’t kind nog zo weerloos en klein ’k Mag ’t aan dde zorg van de Heer toevertrouwen Die het tot Gids en tot Leidsman wil zijn.

Eens ging de poort naar de hemel open Daalde Gods Zoon uit zijn hemelse huis Voor wie in ’t spoor van zijn liefde wil lopen Heeft Hij zijn leven gegeven aan’t kruis Schepping en schepsel eens loven zij samen Eeuwig de Schepper van hemel en aard’ Die in zijn alles omvattende liefde Schepping en schepsel behoedt en bewaart.

This article is from: