
13 minute read
Een barst in de gouden plaat
prijs geldt onder voorbehoud, dat inmiddels geen prijsstijgingen zullen ontstaan voor busvervoer, dirigent enz. De commissie zal met Oosterwierum en Almelonader contact opnemen voor het maken van concertafspraken. Het concert in St. Johannesga heeft nog enkele financiele naweeen gehad. Door het verplaatsen van de piano is de vloerbedekking op enkele plaatsen beschadigd en zou vervangen moeten worden. Besloten wordt, dat de commissie dit zal regelen met als limiet f 150,--. Na het concert is bij het ophalen van de katheder een aanrijding ont¬ staan, die mogelijk nogal enige financiele consequenties kan hebben. Aangezien momenteel nog geen uitspraak van de rechter bekend is, zullen we dit moeten afwachten. Vr. Koffeman deelt mede, dat hij binnenkort in het huwelijk hoopt te treden met Mej. T. Roodbergen. De voorzitter feliciteert hem namens het bestuur met dit voornemen en hoopt hier nader op terug te komen. Uit een van vr. J. Koffeman ontvangen grote partij muziek zal vr. Koffeman de dirigent een aantal nummers uit laten zoeken. Deze zullen dan het komende seizoen in het repertoire worden opgenomen. De penningmeester wordt verzocht aan de vr. P. Kramer en K. Schenk attenties te laten zenden. Voor vr. Kramer is het wenselijk eerst contact op te nemen met zijn vrouw. Vr. Schenk komt een dezer dagen thuis uit het ziekenhuis. Eveneens krijgt de penningmeester het verzoek het honorarium voor het Hemelvaartdagconcert over te maken aan de dirigent en de pianiste Tineke Roodbergen. Besloten wordt de repetitie wederom aan te vangen op zondag 14 augustus a.s. De secretaris zal de leden schriftelijk hiervan in kennis stellen. Zie ook onder ,,ledenlijst”. Ook de dirigent zal hiervan tijdig in kennis worden gesteld. De voorzitter zal de eerstvolgende repetities niet aanwezig zijn i.v.m vakantie. Niets meer aan de orde zijnde dankt de voorzitter vr. Kapteyn voor de verleende gastvrijheid en de aanwezigen voor hun inbreng waarna hij de vergadering met dankgebed sluit.

86
Een barst in de go
We knipten uit If

Urk. Een scheuring in het befaamde Urker Mannenkoor ..Hallelujah” heeft geleid tot de oprichting van een nieuw, vijfde Urker mannen¬ koor. Het heeft de naam ..Christelijk Mannenkoor URK” aangenomen en het staat onder leiding van dirigent Frits Bode. Naast elkaar bestaan thans in Urk vijf koren: Hallelujah, het Christelijk Urker Visserskoor Crescendo, het Christelijk Mannenkoor Oud-Hallelujah, een mannenzanggroep van de Oud-Gereformeerde Gemeente en het nieuw gevormde koor. Voor de scheuring waren Halleluja en Crescendo van ongeveer gelijke sterkte. Beide koren telden ruim honderd leden. Tot ver buiten Urk genoten zij bekendheid door hun optreden voor radio en televisie en door de grammofoonplaten, die van de koorzang werden opgenomen. Maar. er kwam een kink in de kabel. In de laatste week van november 1967 ontving het bestuur een schrijven van dirigent Bode met de mededeling, dat hij bedankte als dirigent van het mannen¬ koor. Enkele dagen later werd nog vermeld, dat het was om gezondheidsreden. Dat dit besluit grote schrik teweeg bracht bij bestuur en leden valt te begrijpen. Het was toch niet in te denken: Hallelujah zonder Frits Bode en Frits Bode zonder Hallelujah. Zij hoorden bij elkaar.

Conflicten. A1 spoedig werd duidelijk, dat het bedanken van dirigent Bode niet uitsluitend voortvloeide uit gezondheidsoverwegingen. Er waren binnen het koor conflicten gerezen, o.m. ten gevolge van een verkeerde communicatie tussen bestuur, dirigent en leden. Daardoor ontstonden in het koor twee groepen. Beiden hebben in de afgelopen weken gepoogd een breuk te voorkomen. Vele besprekingen werden gevoerd, waarvoor zelfs commissies werden ingesteld. A1 deze goede bedoelingen leden echter schipbreuk. Wat door niemand werd gewens*. gebeurde toch: ,,Hallelujah” viel uiteen. Een deel van het koor splitste zich af en ging een eigen leven leiden onder
87
de naam „Christelijk mannenkoor URK”. De groep die als „Hallelujah” blijft voort bestaan, zingt tijdelijk onder leiding van de heer Boerman. De leiding van de andere groep is opnieuw in handen gelegd van Frits Bode. Voor „Hallelujah”, dat 85 leden telt, wordt nog een definitieve dirigent gezocht. Het nieuw-gevormde koor zal een repertoire opbouwen van concertstukken en vrije, verantwoorde muziek. De 40 leden gaan waarschijnlijk nog dit jaar naar een concours. Hier werd de heer L. van den Berg gekozen als voorzitter, en de heren J. Gerssen, L. de Boer, L. Kamper, H.H. Snoek en H. Korf als bestuursleden. Bij deze namen zijn ook 2 heren die bestuurslid waren van het koor voor de splitsing. Het bestuur van het Urker mannenkoor Hallelujah wordt gevormd door de heren St. Ras, voorzitter, en H. Keuter Pzn, H. Post, J. de Boer, P. Schenk en C. Schenk, leden. Zoals wij aan het begin al schreven is door deze scheming Urk weer verrijkt met een mannenkoor. Een uitbreiding, die als het op de man af gevraagd wordt aan beide partijen, toch niet op prijs gesteld wordt. Urk was trots op de koren Hallelujah en Crescendo die een waardige presentatie van het dorp naar buiten waren geworden. In klederdracht waren zij visitekaartjes, die getoond (en gehoord) konden worden. Bij velen leeft dan ook nog de wens, dat de scheming alsnog ongedaan zal worden gemaakt.
Het nieuwe Mannenkoor.

Voor de eerste keer heeft zondagmiddag het nieuw opgerichte man¬ nenkoor haar repetitie gehouden in Hervormd Centrum, welke zaal gratis ter beschikking was gesteld. Als dirigent is opgetreden de heer F. Bode. Uit de talrijke ingeleverde namen voor het koor werd ge¬ kozen: Chr. Mannenkoor ,,Urk”. Een consept reglement zal worden opgesteld en aan de leden worden voorgelegd. Er zal uitsluitend concertmuziek met daamaast verantwoorde vrije muziek gezongen worden. Reeds volgend jaar wil men meedoen aan een concours. De heer Trapman werd benoemd als muziekmeester. Het koor is gestart met 45 leden.

Werd de scheuring op Urk betreurd, de verwikkelingen haalden ook de landelijke pers. Een kritische stem:
Koren leverden reeds veertigplaten op. Over de eerste gouden plaat loopt een diepe kras.
Op zaterdagmiddag hebben de Urker vrouwen haast. Zij reppen zich voort door de benauwde straatjes, want de winkels sluiten om vier uur. De tanige vissers slenteren stijfjes langs de haven en turen naar de ingetoomde golfslag van het Ijsselmeer. Om zes uur herinneren de klokken van de calvinistische burchten de achtduizend zielen van het dorp er aan dat de zondag nabij is. Op dat moment is er al bijna geen verkeer meer. De schemering trekt donkere contouren langs de
88
lage, scheefgezakte huisjes, legt grillige schaduwen over de vloot van honderdveertig kotters en hult het achterland in diepzwart duister. Urk leest voor uit de Bijbel of luistert naar de loodzware psalmen, verankerd in de langspelers van het eigen volk. De Urker zingt. Hij deed dat al voordat in 1960 talentscout van platenmaatschappijen op het voormalige eiland een nieuwe markt ontdekten. De sonore rijkdom van talloze Urker mannenkoren haaide de zwarte schijf en vond gretig aftrek in gezinnen waar het orthodoxe levenspatroon muzikaal gemarkeerd wordt door het geestelijke lied. Honderd jaar geleden werd het opgericht teneinde de psalmzang van de gemeente te ondersteunen. Het vervulde de functie van het orgel, omdat een dergelijk instrument op het eiland nog niet beschikbaar was. De koorleden waren vissers en daarom werd er gerepeteerd op zee. Ieder afzonderlijk studeerde aan boord de psalmen in. Liepen de vissersschepen een haven binnen, dan werd er gezamenlijk gerepeteerd in het vooronder van een van de schepen. Tijdens de kerkdienst zaten de leden van het koor verspreid door de kerk en konden aldus de zang van de gemeente begeleiden. Later, toen de kerk met een orgel werd verrijkt, bleven de mannen zingen en kwamen in 1957 in de superieure afdeling van het koorwezen terecht. „Hallelujah” werd spoedig door het hele land gevraagd en maakte in 1950 zelfs ’n tiendaagse concertreis naar Denemarken. Op 16 december 1966 ontving het koor een gouden plaat.
Diepe kras.

Volgens de Urkers loopt er over die gouden plaat een diepe kras. Een jaar later werd namelijk het voortbestaan van het koor bedreigd door een emstige scheuring. Dirigent Frits Bode nam zijn ontslag en richtte, gesteund door een aantal koorleden van ,,Hallelujah”, een nieuw koor op onder de naam ,,Urker Zangers.” Het was de tweede scheuring in het bestaan van „Hallelujah”. Een aantal jaren eerder had zich een groep afgescheiden omdat Frits Bo¬ de in zijn repertoire liederen opnam met buitenlandse teksten. Uit die afgescheiden groep ontstond het Urker Mannenkoor „Oud Hallelujah”, dat zich specialiseerde in het zingen van Hazeu-liederen en psalmen naar de berijming van 1773.

Geen uitleg.
Vraag de Urker niet om uitleg. Zeker tegenover een vreemdeling zal hij zwijgen over de conflicten die nu begraven zijn maar door niemand worden vergeten. Niet-zingende Urkers menen dat de scheuringen veroorzaakt zijn door de honoraria die de dirigenten van de platenmaatschappijen ontvingen. Ook de op goede verkoopresultaten afgestemde programma’s voor de platenopnamen schijnen onder
89

90 tratie.

de behoudende Urkers kwaad bloed te hebben gezet. Anderen beweren dat de vertrouwde dirigenten zonder veel theoretische kennis moeilijk het veld willen ruimen voor de academisch gevormde beroepsmusicus.
Veertig platen.
Maatschappijen als Philips, Dureco, Bovema, Comite Gemeentezang en „Band met God” hebben zich steeds wijselijk buiten de conflicten gehouden. Zij weten dat de gerezen geschillen nimmer meer worden bijgelegd, maar wat geeft het, de markt in Nederland blijkt nog lang niet verzadigd. Ieder zingend groepje op Urk is rijp voor een plaat. Tot nu toe werden er van Urker koren veertig opnamen gemaakt, die snel hun weg vonden naar liefhebbers in binnen- en buitenland. Daar is het Christelijk Urker Visserskoor „Crescendo”, dat veel eer inlegt met liederen als „Ziet, in blinde razernij tuimelen de vloeden. Hulp noch haven is nabij in dit onweerswoeden.” Platen werden er ook gemaakt van het Urker Vissersvrouwenkoor, de 1.500 kinderen tellende zondagsschool van de Petrakerk, de meisjes van de huishoudschool, de Urker tenor Teun Schenk en de organist Meindert Kramer.
Welstand.

De Urker visser zingt omdat hij dat prettig vindt. In zijn huidige wel¬ stand is het honorarium voor een plaat niet zo belangrijk. Als de vangst goed is komt hij met een weekloon van 1.400 gulden schoon naar huis. Gemiddeld verdient hij 800 gulden per week. Een vorstelijk salaris, dat hij voor een belangrijk deel reserveert voor de aankoop van een eigen huis. Vorige week werden er in de Urker gemeenteraad zeventig grondaanvragen behandeld. Een Urker visser van twintig jaar laat een schip bouwen van een miljoen en zet een huis neer van 80.000 gulden. De luxueuze woninginrichting en de sieraden van zijn vrouw behoren mede tot de uiterlijke kentekenen van zijn rijkdom. Royaal is hij voor de kerk, onverbiddelijke leidsman bij de gratie waarvan de Ur¬ ker existeert. Door he strenge regels van de kerk blijft de gemeenschap van Urk geisoleerd, hebben met name de koren nooit over gebrek aan leden te klagen. Ieder koor telt tachtig tot honderdtwintig man, die iedere zondag trouw op de repetitie verschijnen. De repetities vinden plaats in de kerk. Voor de jongelui is het een afleiding, want het jeugdkerkewerk reikt niet verder dan bijbelonderzoek, sjoelen, tafeltennissen en knutselen.

De brug. Kortgeleden heeft Bovema van „Hallelujah” een plaat opgenomen
91
met kerstliederen. Verbaasd vraagt de Urker zich af of de Nederlandse markt zo langzamerhand niet verzadigd is met opnamen van Ur¬ ker koren. Misschien denken de maatschappijen aan de brug tussen de Noordoostpolder en Flevopolder, die in juni wordt geopend. De Urker zal dan in staat zijn binnen drie kwartier naar Amsterdam te rijden. Voor hem ligt dan de weg open naar ander vertier dan hij in Urk en Emmeloord gewend is. De afleiding van het koor zal verbleken tegen de geneugten van de grote stad. De hechte band zal scheuren met alle gevolgen van dien. De oudere Urkers zien dat nog niet gebeuren. Zij zeggen dat het zingen voor de Urker meer betekent dan muzikaal plezier. Wanneer hij zingt over de zee, dan beleeft hij dat intenser dan de landman zich kan voorstellen. In bulderende stormen weet hij zich, meer dan wie ook afhankelijk van God, beseft hij zijn eigen kleinheid. Daarom zijn zijn liederen vervuld van de Heer, die de visser veilig bij de hand neemt, die hem leidt door stormen en zeeen, die hem terugbrengt naar het plekje grond waar hij nooit vandaan wil.
Liefdadig.

Urk heeft een eigen platenmaatschappij: ,,Comite Gemeentezang.” Opnamen van gemeentezang zijn in binnen- en buitenland veel gevraagd. De baten komen ten goede aan liefdadige doeleinden (tot nu toe f. 150.000) zoals op Urk wel meer met de opbrengst van pla¬ ten gebeurt. De Urker zingt. Aan boord, op de repetities op concerten en zaterdagavond in het cafe waar geen vrouwen mogen komen. Als het borreltje hem goed smaakt neuriet hij: „Zilverdraden tussen het goud” en soms ook een smartlap uit de jukebox. Morgen is het zondag. Aan de ingang van het dorp wordt de vreemdeling via een bord verzocht de dorpskern op zondag niet in te rij¬ den. Geen auto waagt het dit verzoek te negeren. De Urker laat zelfs zijn fiets thuis. Op straat klinkt alleen zijn voetstap in de richting van de kerk. ’s Middags ziet men hem door de smalle straatjes schuiven op weg naar het eigen repetitielokaal. De enige middag in de week dat hij vrij is. Maar hij zingt.

We willen over het conflict verder kort zijn, al heeft het de gemoederen van de koorleden lange tijd bezig gehouden, en geven nog slechts dit bericht uit 1969:
„Hallelujah ” wint kort geding tegen mannenkoor,, Urk
Zwolle. Het Urker mannenkoor ..Hallelujah” heeft zijn zin gekregen. Het mannenkoor ,,Urk” mag zijn naam bij optredens naar buiten niet meer gebruiken. Bij iedere overtreding van dit verbod zal het een dwangsom van f. 1.000 moeten betalen. Aldus luidt de uitspraak
92
van de Zwolse rechtbank in het kort geding, dat ,,Hallelujah” had aangespannen tegen „Urk”. De gedaagde werd tevens veroordeeld tot het betalen van de kosten van de zitting, die dinsdag werd gehouden. „Hallelujah” liet tijdens die zitting duidelijk blijken, dat hij zich in zijn zakelijke belangen benadeeld zag door ,,Urk” en had de hulp van de rechter ingeroepen om het koor te dwingen een andere naam te kiezen. Na een onenigheid ontstaan door een zakelijke aangelegenheid splitste „Hallelujah” zich in januari 1968 in tweeen en richtte de toenmalige dirigent Frits Bode het nieuwe koor „Urk” op. Daar hallelujah algemeen bekend staat als „het Urker Mannenkoor” en zelfs als „het mannenkoor van Urk” schiep het nieuwe koor door deze naam te kiezen verwarring. Zo kwamen er veel brieven binnen, geadresseerd aan het Urker Mannenkoor, zonder verdere toevoegingen, en de postbode, die zelf secretaris van het mannenkoor „Urk” is, moest dan maar uitzoeken voor wie de brieven bestemd waren. Het bestuur van ,,Hallelujah” verzocht aan ,,Urk”dikwijls om de naam te veranderen, maar aan dit verzoek werd niet voldaan. Er ontstond een hevig conflict met het gevolg, dat „Hallelujah”tegen „Urk” een kort geding aanspande.

93
