39 minute read

Het zingen gaat door

i, Pmm, % i' b i': , ..

V,

94

Maar het zingen ging door, met wisselingen en met wisselend succes, maar altijd met het hart in de keel. We kunnen maar een enkele, willekeurige greep doen. 1969.

Kerstnachtdienst in Amsterdam.

Dinsdag j.l. vertrok ,,Hallelujah” met 2 bussen en enkele auto’s naar Amsterdam waar van 7 uur tot half 8 eerst nog een korte repetitie werd gehouden met de begeleider Piet van Egmond. Om half negen was het Concertgebouw reeds tot de laatste plaats bezet, terwijl nog circa 500 mensen buiten stonden te wachten. Op verzoek van de commissie moesten alle aanwezige kinderen plaats nemen op het podium voor het corps en het Mannenkoor en op de trappen; hierdoor konden nog ongeveer 500 personen een plaats krijgen, voor de rest was jammer genoeg geen plaats meer te vinden. Voor de dienst speelde het Muziekcorps van het Leger des Heils kerstmuziek, terwijl ook de samenzang grotendeels door hen werd begeleid. Piet van Egmond improviseerde op het orgel over bekende kerstliederen.

Tuiee minuten van herinnering.

Zaterdagavond 3 mei 1969, ’s avonds 8 uur werd het leven uit de oorlogsjaren herinnering voor hen, die samenkwamen bij het oorlogsmonument in de Prins Hendrikstraat. Herinnering aan hen, die bleven in die vreselijke jaren van 1940-1945. Daar waren de plaatsgenoten die stierven onder het moordend lood van de vijand, plaatsgenoten die de kwellingen in de kampen niet konden weerstaan, plaatsgenoten wier wieg ook eens stond ,,op het dierbaar plekje grond” die niet terugkeerden vanuit zee, plaatsgenoten als u en ik, die in’t

95

Verre Oosten of bij de grote scheepsramp in Bremen zijn omgekomen, plaatsgenoten die de morgen van de vrijheid hebben zien gloren en het leven hebben verloren op de dag van de bevrijding van onze plaats. In herinnering gingen zij de gedachten voorbij van hen, die daar stonden bij het monument, nadat de ,,Last Post” was geblazen. Daar stonden zij, de familieleden, voor wie deze herinnering toch weer heel anders is dan voor hen, die hier komen ,,opdat zij niet vergeten”. De jeugd, die ook weer ruim vertegenwoordigd was, heeft een andere herinnering dan hen, die de oorlogsellende van onderduiken, van dis¬ tribute, van angst, van honger aan den lijve hebben ondervonden. Gelukkig verloopt deze plechtigheid in onze plaats nog niet tot een herdenking waar alleen de naaste nabestaanden bij betrokken zijn. Het was een flinke stoet, die zich om half acht vanaf het gemeentehuis in beweging zette, op weg naar het monument. Hier de medewerking van de ,,Brazzband” onder directie van Frits Bode, het Urker mannenkoor ,,Hallelujah” onder directie van Simon Pluister. De eersten speelden gewijde muziek tijdens het leggen van de vele bloemen en kransen tegen het monument. Het Mannenkoor zong „Ecce Quomodo, moritur” en Nader mijn God bij U . Samenzang was er van de bekende coupletten van het volkslied en het Herdenkingslied „Wij denken hier aan hen die ’t jonge leven”, naar de woorden van Meester de Vries. Stralend voorjaarsweer, waardoor alles rustig en netjes afgewerkt kon worden.

In 1968 vierde Urk zijn 1000-jarig ,,bestaan”. Vanzelfsprekend was ,,Hallelujah” daar ook bij betrokken. In de daaropvolgende jaren blijven concerten en platen ko¬ men. We knipten uit 1969 nog het volgende:

XJrker Mannenkoor.

Jammer, heel jammer dat het concert zo gauw voorbij is. Maar we hebben genoten, allemaal; dat hebben we wel gemerkt aan de zeer vele readies die we na afloop kregen. Het was gewoonweg adembenemend om dit koor o.l.v. deze dirigent bezig te zien. En ook niets dan lof voor Arie Keyzer en Karel Roberti. Ook zij brachten samen iets moois, wat vooral tot uiting kwam in het „Largo” van Handel dat door orgel en trompet gespeeld werd. Niet alleen voor alle luisteraars was het iets unieks om dit koor te beluisteren, maar ook voor het koor zelf is het telkens weer een belevenis om liederen ter ere Gods te zingen. Een van de jongere

96

koorleden vertelde ons na afloop: „Onder de bezielende leiding van deze dirigent moet je wel meezingen ter ere Gods. Hij sleept je gewoon mee of je wilt of niet, omdat hij beleeft wat hij zingt”. En dat dat bezielende eruit kwam, was duidelijk te zien (voor diegenen althans die niet net een pilaar tussen zichzelf en de dirigent hadden staan), de hele houding van de dirigent getuigde ervan, dat hij met dit koor wat bereikt heeft in die net 11 maanden dat hij dirigent is. Andere koorleden zeiden ons ook weer, dat ze in de Grote kerk ook goed konden zingen doordat het gebouw zo hoog is en de temperatuur niet te hoog was. Dat het concert zeer gewaardeerd werd in de ogen van alien blijkt wel uit het feit dat er aan het eind iets ongewoons gebeurde: Toen er een klein dankwoord aan het adres van het Urker Mannenkoor en begeleiding werd uitgesproken, klonk er een spontaan applaus van 2400 handen in de kerk, spontaan omdat het „zomaar” begon, omdat men het zo waardeerde. lets ongewoons maar toch ook weer niet als we zien wat er gezongen werd. Het was niet alleen het feit dat er een koor zong, maar ook het feit dat hier lofliederen tot God op een machtige manier naar voren werden gebracht. Hier werd de eer van God bezongen op een manier, waarop zelfs de meest intellectuele geest zich niet meer hoeft af te vragen of dit nu wel kunst is. Daar vraagt God ook niet naar. Maar toch: het was een kunststuk om te zien, hoe de dirigent dit koor a.h.w. in zijn vingers heeft en tijdens een lied soms door een glimlach of een knikje naar een van de zangers deze tot nieuwe inspiratie aanzette. Als we dit alles zo bedenken is het dan geen wonder dat er zo’n daverend applaus in de kerk weerklinkt?? Dat de mensen dankbaar waren, bleek ook wel uit de collecte die aan de uitgang werd gehouden. Alleen jammer hierbij dat er enkele honderden de torenuitgang namen, waar helaas niemand stond om hun dank en tevens een offer aan Nes Ammim te aanvaarden. Maar toch: opbrengst f. 643,50!! En daarnaast nog verschillende giften van kerktelefoonluisteraars. Wel en nu hopen wij natuurlijk van ganser harte dat we straks aan Nes Ammim een prachtig bedrag kunnen overhandigen. Hoeveel dat is houden we geheim tot de dag waarop dit gebeurt: zaterdagavond 3 mei, 8 uur in de grote zaal van de Pauluskerk. Hier zullen we dan enkele films over Israel vertonen en tegelijkertijd het geld aan enige afgevaardigden van Nes Ammim overhandigen. Helaas is de film over Nes Ammim zelf in het ongerede geraakt, zodat we deze waarschijnlijk niet kunnen vertonen. Tenslotte dan dit: wij zullen proberen een ieder die meegewerkt heeft aan de organisatie van dit concert, in welke zin dan ook, afzonderlijk te bedanken, maar toch willen wij ook nu reeds van hieruit onze dank betuigen voor alle hulp, die we nodig hadden om van dit concert iets moois te maken. Onze dank gaat hierbij vooral uit naar de kerkvoogdij, die ons geheel belangeloos de Grote kerk,

97

Maranatha en de zaal van de Pauluskerk incl. verwarming en verlichting ter beschikking stelde; en dank ook aan alle leden van de jongerengroep „Ichthus” (wist u al dat dit de naam van onze club was? De betekenis? „Ichthus” is het Griekse woord voor vis, en als afkorting betekent hetJezus Christus, Zoon van God, Redder der Wereld). Deze jongerengroep vooral dank! Mogen zij de eer en de naam van onze groep altijd hoog houden!

M. Aangeenbrug.

Urker Mannenkoor trok grote belangstelling.

Aalten. Zaterdagavond concerteerde in de nieuwe zuiderkerk het bekende Urker Mannenkoor Hallelujah onder leiding van Simon Pluister. Aan dit concert werd medewerking verleend door de orga¬ nist Arie J. Keyzer en de trompettist Karel Roberti. De goede akoestiek van het kerkgebouw werkte er in grote mate aan mee, dat de zang van dit mannenkoor goed tot zijn recht kwam. Bovendien werd de zang gesteund door een mooi geintoneerd orgel, n.l. het Ahrend en Brunzema instrument, dat dit kerkgebouw rijk is.

GeroutineercL.

Het Urker Mannenkoor bleek bij dit alles wel een geroutineerd koor. Het zong steeds zuiver en gelijk en het hele programma werd in een vlot tempo afgewerkt. Organist Arie Keyzer zorgde voor enkele instrumentale intermezzi en trompettist Roberti bleek de mogelijkheden van zijn instrument te kennen en te beheersen blijkens de fraaie toonproduktie die hij leverde. Het talrijke publiek kon deze zang wel waarderen. Dat bleek uit het enthousiaste applaus, dat ontstond uit het ritmisch klappen bij de zang van het koor in ,,Glory, glory, halleluja”. Een toegift werd hiermee uitgelokt in de vorm van een Sanctus in een bewerking van Simon Pluister. De heer W.J.Lammers, die namens de gezamenlijke kinderbeschermingsorganisaties de avond geopend had, bood na afloop bloemen aan. Een bewijs van waardering, die het publiek, de kerk was geheel gevuld. voor deze zang had.

Grootsgebeuren in Sleeuwijk.

De bevolking van het vroegere Zuiderzee-eiland Urk staat bekend als bijzonder muzikaal. Misschien is de geisoleerde ligging in vroegere jaren de oorzaak dat er op dit stukje vaderlandse bodem meer gezongen wordt dan ergens anders in ons land. Het koorleven, dat op de meeste plaatsen in Nederland een kwijnend bestaan lijdt, bloeit in Urk als nimmer tevoren. Vier grote mannenkoren, een vrouwenkoor en een kinderkoor zijn daar’t levend bewijs van. Voor het optreden van het Urker Mannenkoor, waren uiteraard de aanwezigen, van heinde en ver naar Sleeuwijk gekomen. Van het

98

eerste optreden willen we graag noemen het: Nader mijn God bij U. Een lied dat in zijn eenvoud op een zo aangrijpende wijze ten gehore werd gebracht dat het velen ontroerde. De hierop volgende orgelimprovisatie van Piet Boekel, hoewel technisch knap, kon de aandacht van de aanwezigen niet gespannen houden. In de begeleiding van het koor heeft de organist een dankbare en een gewaardeerde taak. Veel moeilijker is het, het talrijke publiek, dat met een haast waarneembare voorkeur voor het koor, naar dit con¬ cert was gekomen, in een solistisch optreden toch te boeien, Het oorspronkelijk voor samenzang vermelde lied „De Heilige Stad” werd gezongen door de bariton Jaap Kant, lid van Mannenkoor Zanglust. De organist Piet de Jong begeleidde hem daarbij voortreffelijk. Een spontaan applaus van het Urker Mannenkoor, waarbij alle aan¬ wezigen zich aansloten, was de beloning voor de fraaie vertolking van dit zeer moeilijke werk. In het hierna volgende gedeelte groeide het mannenkoor Hallelujah naar zeer grote hoogte. Het werd een geweldig slot, dat deed denken aan de Londense Alberthall, toen koor en alle aanwezigen gezamenlijk het ,,Glory, glory, halleluja” zongen. Evenals in de spiritual „Down bij the riverside”, schitterde ook in dit stuk de solist Boerman met zijn glasheldere stem. Een staande ovatie was de dank van alien die dit gebeuren meemaakten. De negenjarige Ada Ouwerkerk bood op charmante wijze de dirigent een bloemenhulde aan. Massaal klonk het Neerland en Oranje, in de bewerking van de Wolf van het Engelese stuk Land of hope and Glory, dat Hallelujah als toegift vertolkte. Daarna volgden de rozen, die symbolisch de dank van alien overbrachten. Een dankbaar gestemde voorzitter van Zanglust besloot met een korte toespraak deze in alle opzichten zeer geslaagde avond, waarna men staande de avondzang zong. De na afloop veel gehoorde woorden: Het was nog mooier dan vorig jaar, bevestigden de mening, dat Zanglust terug kan zien op een uitstekend verzorgd en zeer geslaagd concert.

Ter erejubileum „Looft den Heere”

Rijssen. De christelijke gemengde zangvereniging „Looft den Heer” uit Notter heeft enkele maanden geleden haar 25-jarig bestaan gevierd. Er kwam van vele zijden waardering. Het gemeentebestuur van Wierden erkende de waarde van deze vereniging door een subsidie. Lang heeft het koorbestuur gezocht naar een mogelijkheid om op waardige wijze het zilveren jubileum te vieren. Het bestuur is zeer verheugd dat het Urker Mannenkoor bereid is gevonden om op 26 September een concert te geven in de Schildkerk in Rijssen. Hoewel Notter in de gemeente Wierden ligt is het logisch dat het jubileum in Rijssen wordt gevierd. Zowel kerkelijk als maatschappelijk is de

99

Notterse gemeenschap op Rijssen georienteerd. Bovendien speelt het feit, dat het Urker koor gaat zingen in de historische Schildkerk een grote rol Men heeft grote verwachtingen van het ere-concert. Het is een bijzondere eer voor het sympathieke koor uit Notter en ook een bijzondere gebeurtenis van de (vele) zangliefhebbers uit Rijssen. Want het Urker Mannenkoor is een koor van formaat, een koor dat in binnen en buitenland een grote naam heeft, een koor waarnaar het een bijzonder genoegen is te luisteren. Het zijn geen vedetten, geen artiesten, geen beroepsvocalisten deze Urker zangers. Neen het zijn eenvoudige lieden, waarvan een groot deel de hele week op zee zwalkt.

Gewone Urkers.

Om te trachten het geheim van het succes van het Urker Mannen¬ koor te ontdekken zijn we naar Urk gereisd en hebben daar gesproken met een aantal bestuursleden van het koor. Het zijn gewone Urkers, die niet ondersteboven zijn van het succes dat hun koor vooral in de naoorlogse jaren heeft bereikt. Niet ondersteboven, wel content er mee. „Zo’n succes komt niet helemaal vanzelf,” zo wil voorzitter Korf wel vaststellen. Het zingen van geestelijke liederen heeft een historische achtergrond.” Er is geen gezin op Urk of die hebben of hadden op doordeweekse dagen vissers op zee. De zee heeft Urk al eeuwenlang gevoed. Thans brengt de zee het bloeiende Urk een ongekende welvaart. Er rust echter een domper op die welvaart. Het gevaar dat een kolkende zee plotseling kan worden. Bij het monument van de Urker vrouw die uitkijkt over zee wordje als landrot stil. Als je ziet dat sinds 1850, er 300 geregistreerd staan die op zee bleven. Driehonderd mannen en jongens vonden de verdrinkingsdood. Men ziet de namen in de herdenkingsplaat gebeiteld van jongetjes van 10, 11, 12 en 13 jaar. Van jongens die niet voor hun plezier met vader zijn meegereisd. Maar die op die leeftijd gewoon om den brode mee moesten varen. Men wordt stil van deze overweging. Dan kan men begrijpen dat er in Urk een bijzondere sfeer heerst. Hoewel men er niet uitbundig is. Dat ook in deze welvaartstijd, want het gaat goed in Urk, toch altijd aan het vergankelijke op deze aarde gedacht wordt. Daarom geen uitbundigheid, wel een diepzinnig geloof.

Oprichting.

Hoewel men als officiele oprichtingsdatum het jaar 1910 vermeldt bestaat het Urker Mannenkoor ,,HalIelujah“ meer dan honderd jaar,” vertelt voorzitter Korf. Het koor is opgericht met de bedoeling om de psalmzang van de gemeente te ondersteunen; er was geen orgel voor begeleiding beschikbaar. De meeste zangers waren vissers en op doordeweekse dagen werd zowel bij dag als bij nacht,

100

aan boord, ieder voor zich, gerepeteerd. Als de schepen tijdens het weekend waren binnengelopen werd in ’t vooronder van een der grootste schepen een koorrepetitie gehouden. Zo is het koor ontstaan. De oprichters van het koor zullen in de verste verte niet gedacht hebben dat het koor eens in heel Nederland beroemd zou zijn, dat er met graagte naar de zang van de Urkers zou worden geluisterd, dat het koor zou optreden in de grootste kerken en zalen van dit land. Dat men ereconcerten zou geven in b.v. „De Doelen” te Rotterdam en een kerstconcert in het Concertgebouw in Amsterdam. Toen in de kerk een orgel aanwezig was, verviel natuurlijk de ondersteunende taak van de zangers. Toen werd het mannenkoor ,,Halle¬ lujah” opgericht. Hoewel naar de mening van oudere Urkers het peil van het mannen¬ koor ook voor de oorlog zeer hoog is geweest, nam de ,,buitenwereld” van het visserskoor pas kennis in de naoorlogse jaren. Men nam deel aan concoursen en sinds 1957 is het koor ingedeeld in de superieure afdeling. De eerste radioconcerten dateren van 1954 en vaak verleende het medewerking aan televisieuitzendingen. Het hoogtepunt van het Urker koor is zonder enige twijfel geweest de uitreiking van een gouden grammofoonplaat op 16 december 1966. Dat was een bewijs van erkenning waarnaar de Urkers eigenlijk al lange tijd hadden uitgezien. Want ook de eerste plaat, in 1959 gemaakt, de E.P. ,,Heer wees m’ een gids was reeds een groot succes geweest. Sindsdien heeft het koor een grote naam gekregen. Er werden niet minder dan tien langspeelplaten gemaakt en acht singles. Een grote naam betekent ook een grote Delasting. Ieder jaar bereiken ’t koor aanvragen om op te treden in binnen- en buitenland waaraan men lang niet alle kan voldoen. „Soms hebben wij 200 aanvragen perjaar,” aldus de jonge voorzitter Korf. Wij kunnen hoogstens aan 12 aanvragen per jaar voldoen. De Urkers zijn al zo weinig thuis. Eens per maand optreden vindt het bestuur genoeg. Het mag geen te zware belasting vormen.” Het Urker koor heeft bekwame dirigenten gehad. Van 1948 tot 1967 was dat Frits Bode en sinds april 1968 staat het koor onder leiding van Simon Pluister, die van 1943 tot 1948 muziekleraar in Medemblik is geweest. Vanaf 1955 is Pluister dirigent van het orkest Orchestra en het Radio Tivoli orkest. Hij heeft grote bekendheid verworven als dirigent en arrangeur onder de pseudoniemen Harold Shamrock en Simon Dirksz. Vaste begeleider en solist tijdens concerten van het Urker visserskoor is Piet Boekel uit Emmeloord. Reeds op 15-jarige leeftijd leidde Boekel diverse koren en werd vaak aangezocht als begeleider of solist (orgel). In 1953 begon hij zijn studie aan ’t Amsterdams conservatorium bij Dr. Anton v.d. Horst, waar hij in 1956 slaagde voor het solisten-

101

De jaren gaan voorbij en er wordt gezongen. Een kleine bloemlezing: Leeuwarden, Den Helder, Sleeuwijk, Leerdam, Aalten, Rijssen, Workum, Alblasserdam, Havelte, Zutphen, Hasselt, Kollum, Apeldoorn, Scherpenzeel, Heerde, Egmond aan Zee, Goedereede, Heerenveen,. Een hele verzameling kranteknipsels en programmaboekjes bewaart de heugenis. De ene keer was het ten bate van Nes Ammim, een andere keer bij het bezoek van de Henri Dunant, en op de Hemelvaartsdagen, samen met alle Urker koren, in de vishallen, en bij nationale herdenkingen. In het jubileumjaar 1980 valt een reis naar Duitsland, een optreden voor de televisie en het uitkomen van weer een nieuwe plaat. Ook krijgt het koor bezoek uit Oostenrijk. Het ligt alles nog vers in het geheugen. Een nieuw lustrum vangt aan: Steenwijk, Nunspeet, Hoogeveen, Dalfsen, Harderwijk enz. enz., aan belangstelling geen gebrek. Zingen voor de E.O., zingen in de zomer, zingen voor Polen. We kunnen wel blijven knippen, want Hallelujah bleef zingen. Een kleine keus:

Concordia exelleert.

In de goed bezette Gereformeerde Noorderkerk gaf de gemengde zangvereniging Concordia zaterdagavond haar traditionele najaarsconcert. Ditmaal was de keus gevallen op het bekende christelijke mannenkoor Hallelujah uit Urk. Naast de Urkerswaren dat de Delftsche Sanghers en het Promenadeorkest van de T.H. uit Delft ,,Prometheus”. De Urker Mannenzang was van stonde aan boeiend. Men bracht een reeks religieuze werken, beginnende met het eerste vers van Psalm 42. Opvallend was de overtuiging, het ,,Van binnenuit zingen”. Geroutineerd en qua stemverhouding goed op elkaar ingestald, was het een genoegen naar de in klederdracht getooide gasten te luisteren. Waarbij mezzosopraan Marianne Langenberg een belangrijk aandeel leverde in soli en samenzang bij het prachtige „King all glorious”. Alle uitvoerende verenigden zich tenslotte in „Land of hope and

102

Jurie Visser doetHenk Brouwer de das om.

De muziekmappen gaan rond.

103

Glory, een prachtig besluit van een mooie avond. Warmgestemde dankwoorden en een schat van bloemen besloten dit geslaagde concert, waarmee Concordia weer een fraaie bladzij heeft kunnen toevoegen aan haar rijke geschiedenis.

Koorzang op hoog niveau. ’s Gravenzande. Traditie is dat de gemengde zangvereniging Concor¬ dia te ’s Gravenzande jaarlijkse uitvoeringen lardeert met het optreden van een gastkoor van zekere faam. Maastrichter Staar, het Byzantijns koor, St. Pancratius zijn in dit verband namen die genoemde stelling onderstrepen. Voor het zaterdagavond in de Noorderkerk gegeven concert had men het Urker mannenkoor Hallelujah geinviteerd, een in de rij van koren van dit ex-eiland niet onbekend vocaal gezelschap. Een medewerkerskeus waar Concordia geen spijt van behoeft te hebben, want Halle¬ lujah bracht met haar ruim vijftig leden een weergave van de diepreligieuze gevoelens van de bewoners van Urk. Overwegend religieuze zang dus, maar gebracht met een overtuiging een expressie en pure beleving van de gezongen tekst dat van een hartverwarmende mannenzang gesproken kon worden. Waarbij de sterke stem van de mezzo-sopraan Marianne Langeberg extra relief schonk. Bijzondere waardering paste voor het King all glorious, waarmee mannenkoor en soliste hun optreden besloten. Gesteund door de Delftse Sanghers toonde Concordia zich deze avond op haar best. Leed het bekende Die ehre Gottes in der Natur, nog onder het weifelende en nogal onzuivere spel van het orkest Prometheus, de werken van Gluck uit diens Orpheus toonden de kracht van de organiserende vereniging. Vooral sterk in de operafragmenten, waarbij Verdi een onuitputtelijke bron bleek. Beschaafde uitspraak en beheerste intonatie vormden wezenlijke bestanddelen van dit concert waarin Ainse Que, uit de Faust een eigen bekoring had.

A.M.

Concert Urker Mannenkoor. Een avond om nooit te vergeten. Hiermee zullen de plm. 500 aanwezigen het eens zijn. De oranjeverenigingen hebben met het optreden van dit alom bekende koor groot succes gehad. Meende men eerst dat de opkomst zou tegenvallen, het tegendeel is bewezen. We kun¬ nen nu wel zeggen, ga op deze weg door. Na een kort openingswoord door de heer T.J. Boektje, begon het koor, onder bekwame leiding van Alle Roodbergen aan het programma, dat niet alleen uit een 20-tal nummers bestond, maar waarbij ook Marianne Langenberg op doordringende wijze een tweetal solo-nummers zong. Het is onmogelijk enkele nummers speciaal naar voren te brengen. Uit het steeds herhaalde applaus bleek dat het

104

gehele programma beslag op alien had gelegd. De heer Boektje was de tolk van het enthousiaste publiek toen hij het koor een tot weerziens toeriep.

Aantrekkelijk concert Urker Mannenkoor.

Leeuwarden. Het optreden van het Urker Mannenkoor ,,Hallelujah” in de Grote Kerk te Leeuwarden zaterdagavond is voortgekomen uit een idee van een drietal koorleden: zij zagen er wel wat in om de sfeervolle fraai gerestaureerde ruimte te vullen met krachtige, overtuigde en overtuigende zang. De initiatiefnemers hebben zich niet vergist. Uit Leeuwarden en omgeving stroomden de toehoorders naar het concert, zogoed als alle plaatsen waren bezet. Het aantal liefhebbers van koorzang is hier groot. Het repertoire van het Urker Mannenkoor, het lied met een boodschap voor de luisteraar, spreekt veel mensen aan, en men vindt het prachtig, zoals de Urkers zingen. Dat het 85 man sterke koor op een trots verleden van 100 jaar terug kan kijken, dat ze behalve in Nederland ook in het buitenland succesvolle concerten geven, waar de Urker klederdracht wellicht nog opvallender en effectvoller werkt dan hier, weet iedereen. Hun platen worden gretig verkocht: ook zaterdaga¬ vond vlogen reeds in de pauze alle voor verkoop meegenomen pla¬ ten weg. In de Grote Kerk was jammer genoeg de opstelling van het koor niet optimaal: de ruimte is te lang, ook wordt door de machtige zuilen voor een groot gedeelte van de toehoorders de zichtverbinding met de uitvoerenden verstoord. De verstaanbaarheid van het gezongen woord - bij de Urkers een essentieel aspect - leed eveneens onder de plaatsing van het koor onder het orgel op hetzelfde niveau als het publiek. In het aantrekkelijk samengestelde programma wisselden bekende klanken af met minder populaire, maar even gemakkelijk in het gehoor liggende melodieen, alle uit coupletten opgebouwd en in homofone zetting. Voor de pauze werd in het Nederlands, Duits en Latijn gezongen, daarna was, op het slotlied na, Engels de voertaal. Een compliment voor de bezielde voordracht in de verschillende talen is hier zeker op zijn plaats. In het eerste gedeelte maakte met name ,,Heilig, heilig, heilig” uit Schubert’s Deutsche Messe diepe indruk, in het tweede deel ontlokte het ritmisch interessante ,,Peter on the Sea” de toehoorders een spontaan applaus, ook ,,Steel away” met indrukwekkende bas-fundering miste zijn effect niet. De leiding van ,,Hallelujah” ligt al sinds jaren bij Alle Roodbergen in goede handen. Hij had voor enkele fraaie zettingen gezorgd en inspireerde het koor zaterdagavond tot goede inzet. Daamaast had organist-pianist Martin Groenewold een belangrijke taak: behalve voor ondersteunende begeleiding van het koor, die de zuiverheid niet altijd kon waarborgen, liet hij twee boeiende orgelimprovisaties horen.

105

In de twee solo’s van de Friese mezzo-sopraan Baukje Langenberg, het „Ave Maria” van Bach-Gounod en het Israelische Yerushala’em, met draagkrachtige stem fraai voorgedragen, was hij de meegaande begeleider aan de piano. Veel hartelijk applaus noopten de Urkers tot herhaling van het slotstuk ,,Nederland en Oranje”.

R. Bened-Puschnig.

Nogmaals: „Hallelujah ”zong in Leeuwarden.

Vorige week gaven wij al een korte weergave van het concert dat door het mannenkoor „Hallelujah” werd gegeven in Leeuwarden. Uit verschillende recensies werd onderstaand - uitgebreider - verslag van het concert samengesteld. De Grote of Jacobijnenkerk in Leeuwarden was zaterdagavond geheel gevuld met liefhebbers van mannenkoorzang, die kwamen voor het optreden van ,,Hallelujah” o.l.v. Alle Roodbergen. De aanwezigen zijn beslist aan hun trekken gekomen. Het is wel duidelijk, hier stond een mannenkoor, dat er wat van kon. Prachtig stemmenmateriaal, maar ook terdege geoefend, zodat men alle mogelijkheden van de mannenkoorzang kon beluisteren, van pianissimo tot fortisimo en altijd beschaafd. Het koor vormde een eenheid en zong correct onder de duidelijke directie van Roodbergen. Het was een gemis, dat geen tekstboekjes aanwezig waren en dat er niet in het programma stond vermeld, wat de soliste Baukje Langen¬ berg zong of waarover organist Groenewold improviseerde. Van de sopraan Baukje Langenberg is veel goeds te vertellen. Ze heeft een goede stem en kon zowel de kerk als het koor gemakkelijk aan. Hoezeer het publiek de zang op prijs stelde, bleek wel uit de platenverkoop in de pauze. Binnen tien minuten was de meegenomen voorraad platen uitverkocht. Na de pauze zong het koor een aantal negrospirituals, waarbij het nummer „Steel away” excelleerde. Uit de langdurige ovaties van het publiek kwam de grote waardering tot uiting.

Urker Mannenkoorzong in Heerde.

Heerde. Urkers staan bekend als uitstekende zeelui en vissers. Maar zingen kunnen ze ook. Zij zingen veel en Urk bezit verscheidene koren. Het Urker Mannehkoor Hallelujah was zaterdagavond naar Heerde gekomen en het concert in de hervormde kerk had ook een liefdadig doel. De landelijke actie om een vergeten groep patienten, die wel hun denkvermogen behouden hebben, maar doordat zij niet meer kunnen lezen en schrijven in een geestelijk isolement leven en dreigen onder te gaan in eenzaamheid en onbegrip, te helpen, heeft in Urk grote weerklank gevonden. Ook de baten van het concert waren voor de hulpactie en beknopt en in duidelijke termen heeft dr. W.H. Cense

106

uit Urk over de groep patienten verteld. Telkens als we het Urker Mannenkoor horen zingen, trachten we het geheim te doorgronden waarom dit technisch zo eenvoudige zingen ons zo ontroert. Deze Urkers hebben een bijzondere binding met het geestelijke lied, dat zij zingen met een volstrekte toewijding en diepe tekstbeleving. Alle Roodbergen „bespeelt” zijn koor met fraai stemmenmateriaal als een instrument. Hij maakt ook gebruik van effecten in de dynamiek en kan de klank ineens aan laten zwellen. Maar dit alles past toch wel bij het karakter van de Urkers en de stijl waarin zij zingen. Wanneer het mannenkoor naast de meerderheid van geestelijke koorliederen ook enkele profane koornummers geeft, zoals De storm van Durrner, is de muzikale spanning veel minder. In Bede van Fle¬ ming begon de klank wat te zweven, ondanks de begeleiding van pia¬ no of orgel die nagenoeg alle liederen kregen. Na drie delen uit Schuberts Deutsche Messe klonk Domine salvam fac regina nostram, de bede voor onze koningin die velen van de zeer talrijke toehoorders uit het hart gegrepen zal zijn. Alle respect voor de mooie groep Engelse geestelijke liederen die in de oorspronkelijke taal gezongen werden. Daarin ook de ritmisch gezongen Peter on the Sea en Mary don’t you weep. Baukje Langenberg zong met haar mooie heldere stem onder meer het Israelische Jerusalem en Deep river. Maar de koorledenJ. Anker enJ. Kapitein verdienen voor hun solistisch aandeel ook een compli¬ ment. Dit geldt ook voor pianist en organist, die op het orgel mooie tinten vond in Bachs Bist du bei mir. Eerst wat schuchter, maar later met duidelijke hartelijkheid hebben de toehoorders hun bijval betuigd, jegens Urker Mannenkoor dirigent Alle Roodbergen en de solisten die samen dit bijzondere concert maakten.

Henri Th. Timmerman.

Egmond aan Zee. Het Urker Mannenkoor ,,Hallelujah” o.l.v. Alle Roodbergen, heeft afgelopen vrijdag haar medewerking verleend aan een groots evenement in de R.K. St. Albertuskerk, waarin o.a. meewerkten de zeer bekende tenor Willy Caron, de sopraan Henny May en de bariton Henk Smit. De begeleiding was in handen van Frits Kox en Harry Hamer. Daarnaast verleende ook nog het plaatselijke Fanfare-orkest, o.l.v. Karel Bruin, haar medewerking aan deze avond. ..Hallelujah” kan zeer zeker terug zien op een zeer geslaagd concert want rest nog te vermelden dat ,,Hallelujah” meteen weer is vastgelegd voor het toch drukke programma voor volgend jaar, waaraan dan o.a. meewerken Marco Bakker, Caroline van Hemert en het Volendams operakoor.

107

Almelo. Vijfentachtig stoere Urker vissermannen, verenigd in het Urker Mannenkoor „Hallelujah”, hebben zaterdagavond in het Cultu¬ red Centrum De Hagen laten horen, dat ze behalve de netten ook hun hart graag ophalen aan stoere mannenzang. Gezien de aard van het koor vroeger diende het als ondersteuning van de gemeentezang bestond het programma vrijwel geheel uit religieuze muziek, die niet altijd even zuiver uit de verf kwam, maar toch moet men bewondering hebben voor de manier, waarop alles werd gebracht door de soms wat ruige stemmen. Bewondering ook voor de wijze, waarop dirigent Alle Roodbergen het ensemble in de hand had. Het best klonk het koor in de zeer zachte gedeelten. Zodra het geluid wat forser werd, werd de koorklank rawer. Door het fortissimo iets in toom te houden, zou de klank van dit koor aanzienlijk aan schoonheid winnen. Het programma werd geopend met Psalm 42 van Klaas Jan Mulder, gevolgd door het al even suikerzoete ,,luister” van Neerbosch zangen. Geweldige beheersing toonde het koor in de fluweelzacht zij het wat romantisch gezongen Improperia van G.P. da Palestrina. Tevoren had „Die Allmacht” van Liszt geklonken, een lastig stuk muziek door de vaak onverwachte modulaties. Het kwam er niet erg overtuigend uit. Groot enthousiasme, zowel bij koor als het niet al te talrijke publiek, vlak voor de pauze in het spijkerharde repertoirewekje „Domine Salvam fac” van Giesen. Na de pauze ging het veel soepeler. De gezongen werken waren daar wel oorzaak van, dachten we, maar ook de spontaniteit was veel groter. ,,Thanks be to God” vam Stanley Dickinson werd bijzonder mooi in klank gebracht. De drie negro spirituals - met veel verve en speelse effecten gezongen, klonken erg goed. „Land of hope and glory” van Elgar, hier vertaald in ,.Nederland en Oranje” in een bewerking van H. de Wolff werd de daverende uitsmijter, waarvan door het enthousiaste (en verdiende) applaus het refrein werd gebisseerd. Medewerking verleende de mezzo Marianne Langenberg met een warm en helder geluid. Ze zong met goede voordracht enkele soli, waarvan we vooral ,,Deep river” noemen en solieerde ook in enkele werken van het mannenkoor. Voor een rustige begeleiding aan de vleugel zorgde Tineke Koffeman en een volgzame, maar verder niet vernoemde organist aan een elektronisch apparaat, dat ze tegenwoordig ook al orgel noemen. Al met al toch een avond, waarvan het publiek heeft kunnen genieten.

Hallelujah had bezoek van Oostenrijks koor.

Koorzang van hoge kwaliteit. Urk. Zaterdag hebben echte muziekliefhebbers kunnen genieten van koorzang van hoge kwaliteit en discipline. Een koor uit Worgl, Oostenrijk, liet koorzang horen om te strelen.

108

Wat vooral opviel was het opkomen dat zeer correct en geruisloos verliep. En dan te bedenken dat deze mensen maar twee uur in de week repeteren en ook maar amateurs zijn. Dit kamerkoor was de hele dag te gast bij het Urker Mannenkoor „Hallelujah”. ’s Morgens om half 12 arriveerde het koor bij „De Ark” waar ze onder het genot van koffie, de film kregen te zien over „Urk varen en vissen”. Hierna werden de gasten rondgeleid door de visafslag door de heer J. Koffeman. Om drie uur stond een rondvaart op het programma met de UK 16 met als kapitein Kobus vanden Berg. Dat deze mensen hadden genoten bleek wel, want het koor zong nog een negerspiritual voor de bemanning waarna de koorleden zich opmaakten voor het concert. Het was klokslag acht uur toen H. Kramer opende met gebed, terwijl meester Korf het in de Duitse taal deed. Hallelujah trad als eerste op met een aantal geestelijke liederen, die ook op de nieuwe langspeelplaat staan, waar onder het prachtige lied „Mijn Jezus komt”, met als solist de baritonJ. Kapitein. Men kon een speld horen vallen, toen het kamerkoor opkwam. Voor een zeer aandachtig publiek opende het kamerkoor met een aantal Latijnse liederen. Wat werkelijk opviel was het Jubilate Deo, dat kwa klank en zuiverheid de boventoon voerde, waarbij dirigent P. Gruber een groot aandeel had. Na deze opvallende nummers, die voor het publiek onbekend waren kreeg men het neusje van de zalm. Dit Oostenrijks koor bracht de specifieke negro spirituals. Allereerst het nummer ,,There’s a meeting here tonight”, met als de voortreffelijke soliste Maria Luise Werlberger. Uit een aantal noemen we het bekende ,,My lord, what a morning”, wat zeer zuiver en met overgave werd gezongen. Na deze geweldige zang besloot Hallelujah deze avond met een aan¬ tal negersongs. Het koor zong achtereenvolgens ,,Peter on the Sea” en ,,Oh Mary don’t you weep” en als toegift ,,Steel away”. Meester Korf besloot deze unieke avond met het Onze Vader in het Duits. De Oostenrijkse gasten kregen tot slot nog een kop koffie aangeboden en om half twaalf wuifde men de gasten uit.

Onvergetelijke Rijnreis van Urker Hallelujah. Urk. Onlangs heeft het Urker mannenkoor Hallelujah een Rijnreis gemaakt naar Duitsland. Deze reis had als aanleiding het zeventigjarig bestaan van het koor. Piet Pasterkamp, penningmeester en verzorger van concerten zei: „Het koor zal hierdoor weer een extra stimulans krijgen. Ieder koor moet teren op hoogtepunten, waarjaren later nog over wordt gesproken”. Hoogtepunt uit het verleden wa¬ ren een bezoek aan Terschelling en Denemarken. Deze keer was het Duitsland.

109

110 Dorma- kade

De voorbereiding voor dit evenement kostte in totaal anderhalf jaar. Men had enkele probleempjes; daar enkele Urker koorleden „snurken als een beer”, aldus Piet Pasterkamp, willen anderen daar niet bij slapen. Ook een probleem was dat de Urkers zo aan Urk gebonden zijn ,dat men wel mee wil, als een ander ook mee gaat. De reis zelf verliep uitstekend. De gehele week wapperde de Urker vlag in top van de Rijnboot. Er waren enkele kisten vis meegenomen met ca. 600 scholletjes. ,,Een Urker kan niet buiten z’n visje”, aldus Jan Anker (solozanger), dit alles om de heimwee naar „de bult” maar niet te vergeten. ’s Avonds had dirigent Alle Roodbergen de leiding. Met Harry Hamer als pianist en mevrouw Visser (solo) werden deze avonden een groot succes. Leden die 12 en een half, 25 en 40 jaar koorlid zijn hebben deze reis een gedenktegel ontvangen. Hierop staat de tijd ingegraveerd die ze als koorlid hebben meegemaakt. Laurenz Metz had de gehele week de reisleiding. Hij fungeerde ook als dagsluiter. Iedere avond om 10 uur was er een korte toespraak en een gebed. Zondags droeg Metz een kleine kerkdienst op voor de 83 koorleden. Er is veel opgetreden voor schepen die in de buurt van de Rijnboot lagen afgemeerd. ,,Vele mensen zijn bewogen door het fantastische zangspel van ons koor”, aldus Jan Anker. Men had een piano meegenomen. Piet Pasterkamp vertelde dat het koor op een middag ging zingen in de plaats Andemach, waar de burgemeester met ca. 2000 men¬ sen het koor stond op te wachten. Er waren verkeerde inlichtingen doorgegeven zodat het koor veel te laat ter plaatse aankwam. Ook gebeurde het wel eens dat de sleutel van de piano weg was, zodat er deskundigen bij moesten komen om de piano speelklaar te maken. A1 met al veel is er gelachen tijdens de reis. Nu is iedereen weer veilig thuis, en er wordt alweer gereperteerd voor een nieuw concert dat zal plaatsvinden op zaterdag 22 november in de Bethelkerk van Urk. Het koor zal worden begeleid door een amateur orkest uit Almelo. Er wordt dan een stuk gezongen van Jos Haydn, „Die Himmel erzahlen die Ehre Gottes, uit die Schopfung. Drie solisten, te weten J. Anker, J. Kaptijn en A. Ras zullen daarin optreden. De toegang is vrij.

Sober maar stijlvoljubileum van 70-jarig „Hallelujah”

Zaterdag vierde in Urk op sobere maar stijlvolle wijze, het bekende Urker Mannenkoor Hallelujah zijn 70-jarig jubileum. Dit gebeurde ’s middags met een druk bezochte receptie in „De Ark” waar velen uit alle delen van Nederland het bestuur en dirigent van het jubilerende koor kwamen gelukwensen en vele cadeaus en bloemen werden aangeboden. Tijdens deze receptie werd ondermeer het woord gevoerd door de heer P. Peters namens het bekende mannenkoor Maastrichter Staar waarmee Halleluja begin volgend jaar in een televisieprogramma

111

hoopt op te treden. Namens de Kon. Bond van zang- en oratoriumverenigingen in Ne¬ derland, sprak de heer Bergijk uit Rotterdam. Deze sprak eerst een woord van deelneming uit aan het adres van de voorzitter van het jubilerende koor de heer Ruiten, uit wiens gezin vorige week een zoon door een ernstig ongeluk is omgekomen. De heer Bergijk bracht gelukwensen van de bond over en toonde zich verheugd dat er naast de oude garde ook een flink aantal jonge leden zijn, waardoor de toekomst gewaarborgd is. Hij merkte op dat Hallelujah uitdraagt wat zijn naam uitspreekt en hoopte dat men hiermee nog lange tijd mag doorgaan. ’s Avonds werd een indrukwekkend jubileumconcert gegeven onder leiding van Alle Roodbergen. Bijzonder goed werd gezongen in Die Schopfung van Haydn en Landerkennung van Edvard Grieg terwijl de bekende negrospiritual Old Black Joe van Foster een gevoelvolle en genuanceerde vertolking kreeg, terwijl het concert werd besloten met een prachtige vertolking van psalm 42. De solo’s van Marianne Langenberg, o.a. Exultate Jubilate van W.A. Mozart klonken ook bijzonder gevoelig, terwijl Harry Hamer zowel in zijn begeleiding als in zijn solo’s zijn grote virtuositeit op het kerkorgel en de piano bewees. Ook de begeleiding door het orkest kwam zeer goed over, alleen bij het nummer In het huis mijns Vader van S. Pluister zat er een kleine oneffenheid tussen koor en orkest. Een langdurige en staande ovatie was aan het eind van het programma de dank van het publiek, dat zelfs vanuit Zeeland naar Urk was gekomen om dit con¬ cert mee te maken. De heer Pluister een zeer bekend componist onder verschillende schuilnamen, bleek ook een bekwame dirigent van een mannenkoor te zijn. Nieuwe platen werden gemaakt en de verzoeken werden weer geaccepteerd voor concerten buiten Urk. Zo heeft Hallelujah zijn gang gemaakt door de geschiedenis van Urk. 92 leden telt het koor, waarvan de gemiddelde leeftijd ligt tussen 25 - 40 jaar. Het oudste is 70 jaar, de heer Lupp Pasterkamp, ter¬ wijl dejongste leden ongeveer 16 jaar zijn. Het repertoire is in hoofdzaak geestelijke liederen welke in moderne stijl worden gezongen. Het bleek, dat het geestelijke lied enigszins in een slop geraakte. De heer Pluister probeert door moderne zetting er weer de aandacht voor te wekken. Vrijdagavond 23 oktober is er de herdenking van dit 60 jarig bestaan. Eerst in de Bethelkerk een concert dataangeboden wordt aan de bevolking, daaraa de receptie in ,,Irene”. ..Hallelujah” gefeliciteerd en de beste wensen voor de toekomst.

Urker Mannenkoor met indrukwekkende zang. De Rijp. Het Urker Mannenkoor o.l.v. Wander Muller gaf zaterdag-

112

avond een kerstconcert in de Grote Kerk in De Rijp. Het koor treedt altijd op in traditioneel kostuum en dat roept uiteraard vergelijkingen op met het hier in de regio meer bekende Volendams Opera Koor. Niet alleen de gemeenschappen waaruit deze koren voortgekomen zijn, maar ook de op de concerten getoonde kwaliteiten vertonen grote overeenkomsten. Allereerst valt op de grote deelname aan het lokale culturele leven, dit in een mate waaraan grotere plaatsen veelal niet kunnen tippen. Een tweede kenmerk is de opvallend grote inzet van de koristen, die enerzijds koor en dirigent soms enorme mogelijkheden biedt, maar die met de nodige voorzichtigheid moet worden benut. Oo het kerstconcert van zaterdagavond kwam uiteraard het geestelijke repertoire aan bod. Genoemde inzet en betrokkenheid droegen bij tot een indrukwekkende maar emstige koorzang waarin ik het element van vreugde heb gemist. Zo was b.v. de interpretatie van ,,Er is een Kindeke geboren op aard” meer doortrokken van de zinsnede ,,’t Kwam op aarde en droeg al zijn kruis” dan van de blijdschap over de geboorte. Gelukkig bleek het streven naar klankschoonheid wel aanwezig; zeer indrukwekkend was het vermogen van het koor om een crescendo lang en gelijkmatig uit te spinnen. Nog meer indruk zou zijn gewekt als zulke crescendi een sterktegraad minder zou worden uitgevoerd. Het koor zong voortreffelijk piano, maar in het uiterste fortissimo werd de klank gespannen en raw. Op het gebied van de zuiverheid liet men soms enige steken vallen, maar over het algemeen bleef dit binnen de perken. Storend werkte wel de te geringe aandacht voor het legato, waardoor b.v. ,,’t Engelenheer kwam nederdalen” enigszins het karakter kreeg van een aardse mars. Voor verbetering vatbaar zijn ook de melismen (het zingen van een lettergreep op twee of meer tonen), nu klonk terwille van een exacte uitvoering wel erg nadrakkelijk b.v. „aahaarde”. Dankzij een behoorlijke uitspraak waren de teksten redelijk verstaanbaar. Het koor werd afgewisseld door solozang van sopraan Margje Dijkstra. Zij toonde een fraaie stem, ook zij zou wat meer legato in haar zang kunnen brengen. Organist Jan J. van der Berg begeleidde niet alleen het koor, maar speelde ook enkele solostukken. Na een wat rommelig en gehaast gespeeld Allegro van Handel maakte hij een betere indruk met een door hem gecomponeerde Suite over bekende kerstliederen. Deze avond die was begonnen met samenzang werd daar mee besloten. Een voortreffelijk geschreven arrangement van ,,Ere zij God” van Jan v.d. Waart gaf aan koor en bezoekers de gelegenheid de stem te verheffen in een zeer indrukwekkende beurtzang. De bezoekers die de sfeervolle Grote Kerk voor een belangrijk deel vulden, zullen ongetwijfeld genoten hebben.

Gerard Rooker.

113

Unieke ontmoeting van oud leden van Urker Mannenkoor in ,,De Ark” Veteranen van Hallelujah waren bij elkaar.

Woensdagavond, vond er een bijzondere ontmoeting van oud leden van het Urker Mannenkoor Hallelujah plaats in ,,De Ark”.

Omdat het koor volgend jaar het vijfenzeventigjarig bestaan viert, zal er een boek over de geschiedenis van deze bekende Urker zangvereniging uitgegeven worden. Ter voorbereiding van deze werkzaamheden waren de leden, die in de historie van het koor een belangrijke rol gespeeld hebben, bijeen in een wel zeer bijzondere vergadering.

Het kan niet missen, als je Jurie van Jan van Louwe en Auke Kapitein naast elkaar op een stoel zet, dan komen de verhalen los.

Verhalen over ene oude Gerrit Bakker die in de dertigerjaren de dirigeerstok hanteerde. Deze man was zeer mobiel hij bleef niet op de katheder staan maar hij ging tussen de rijen door en gaf dan op de meest onverwachte momenten met zijn enorme stemgeluid de toonhoogte aan. Dat dit optreden niet altijd een hoog waarderingscijfer oogstte, moest deze dirigent ervaren toen hem door een zanger op nogal bitse wijze werd meegedeeld: „Als je weer zo’n brul achter mijn oor geeft, dan sla ik je mond dicht”.

Op een dergelijke avond blijkt zonneklaar welke grote plaats het mannenkoor in het vooroorlogse Urk innam. Oud wethouder Lub

Post vertelde van het grote saamhongheidsgevoel dat op het eiland in de Zuiderzee heerste: „De Urkers lagen allemaal op dezelfde principiele lijn er was geen naijver tussen de mensen. In dat klimaat groeiden en bloeiden de zang- en mannenverenigingen. De leden van de Gereformeerde Kerk bezochten de verenigingen van de Hervormde- en Christelijke Gereformeerde kerk. Daar moetje nu eens om ko¬ men op ons dorp met zijn vijftiental kerken”.

In de Tweede Wereldoorlog eiste de bezetter dat het koor zich aansloot bij de cultuurkamer. De zangers lieten zich echter niet inlijven m het Duitse systeem en ze verbrandden het complete archief.

Voor de koorgeschiedenis vanaf het jaar 1910 is men bij de samenstelling van het boek over het koor dus geheel aangewezen op de herinneringen van de oudgedienden. Wie woensdagavond aanwezig was in ,,De Ark” heeft het onomstotelijk bewijs gekregen, dat dat geen enkel probleem hoeft op te leveren. De veteranen noemden da¬ tums en getallen alsof het allemaal pas gisteren gebeurde en dat zal de mensen, die het boek moeten samenstellen veel genoegen gedaan hebben. En hiermee zijn we aan het eind van onze knipsels gekomen. Het is maar een klein deel geworden van wat er te melden viel. Het moge, ondanks de gapingen en de willekeur ook, de lezer een goede indruk van het reilen en zeilen van het man¬ nenkoor geven. Helaas konden we het uitgeknipte wel rangschikken, maar was

114

slechts zelden de bron te vinden waaruit geknipt was. Vaak was dit „Het Urkerland” of de Zwolse Courant. Van voor de oorlog konden we bijna alles geven van wat er te vinden was. Van na 1945 was dat onmogelijk. Wat de laatste jaren betreft hebben we ons beperkt. Bij een uitgave als deze is het toch al moeilijk herhalingen te vermijden. De belangstellende onderzoeker kan altijd nog terecht in het koorarchief.

This article is from: