4 minute read

Hoe maakt u het, Diane?

Veertig jaar lang het gezicht dat je tegemoet lacht achter de balie, de stem die de telefoon beantwoordt, de persoon die jouw inschrijving of zaalhuur regelt: ‘ons’ Diane. Eind deze maand gaat ze met pensioen. Hoog tijd voor een terugblik.

“Ik ben hier terechtgekomen dankzij een vriend van mijn vader. Ik heb kantoor gedaan op school en was altijd eerste in dactylo. Die vriend wist dat ze mensen zochten bij de NCC (de Nederlandstalige Cultuurcommissie, de voorloper van de Vlaamse Gemeenschapscommissie) en raadde aan te solliciteren. Jaren later vroeg hij mijn vader: ‘Seg, ‘ulle’ Diane, werkt die daar nog?’. Welja, en da’s altijd goed meegevallen.”

Advertisement

“Ik ben begonnen als administratief medewerker van de Sociaal Kulturele Raad. We werkten met vier, in een klein bureautje op het gelijkvloers van een herenhuis op de Sint-Pieterkerkstraat 19, met een bouwvallige eerste verdieping en een verwilderde tuin. Van daaruit ondersteunden we het verenigingsleven, maakten we de Gazet van Jette...”

“Later zijn we naar hier verhuisd. Eerst had ik mijn bureau in lokaal 4, daarna in lokaal 6. Tot de ingang werd verplaatst naar de Amélie Gomandstraat. Waar eerst de vestiaire voor de feestzaal zat, kwam een loket en sindsdien zit ik hier. De afstand met de collega’s die boven zitten is wat groot, maar ’t is een goed plekje. In de winter gezellig warm, en in de zomer lekker fris.”

“Het leuke aan de job is dat je veel mensen ontmoet. Bezoekers, collega’s... Het zijn er te veel om op te noemen. Het werk is ook altijd anders. Je moet op de hoogte zijn van alles en verschillende dingen kunnen, soms tegelijkertijd. Als de telefoon gaat, terwijl er iemand aan de balie staat en je bezig was met een huurcontract... Dan moet je er je hoofd bij houden om niets te vergeten.”

“Ik weet nog dat ik vroeger naar de gemeente ging om in de fichebakken op te zoeken welke mensen ik moest schrappen of toevoegen aan de adreslijst voor de Gazet. Waren we in de Gazet iets vergeten? Dan werd dat er achteraf nog ingestoken. En inschrijvingen werden gewoon neergeschreven in een schrift. De komst van de computer heeft veel veranderd. Soms ook nodeloos complexer gemaakt, vind ik.”

“Ook de werking van Essegem is veranderd. Vroeger waren er veel meer verenigingen, soms met meerdere afdelingen. We deden ook veel activiteiten buitenshuis, zoals de scholencross en de Joêrmet, Klassiek in de Abdij... Nu ligt de focus meer op kinderen en families en mensen die Nederlands leren. Maar elke generatie heeft iets anders. Mijn vader zei altijd: “Als ge geen water hebt, en ge hebt ne vis... dat gaat niet, hé!”.

“Ik heb veel mooie herinneringen, ’t is moeilijk om er eentje uit te pikken. De meest memorabele? De thé dansant die we voor senioren hadden georganiseerd. We zijn toen speciaal meubels en een toog gaan halen en hadden de feestzaal helemaal ingericht zoals een café uit vroeger jaren. De zaal zat bomvol, een diskjockey speelde oude muziek, iedereen aan het dansen... Dat was plezant!”

“Ik heb hier een toffe tijd beleefd, maar nu is het tijd voor iets anders. Mijn vriend is al vijf jaar op pensioen en die zit op mij te wachten. Hij kijkt uit naar natuur en kalmte, dus eerst verhuizen we, naar het huis van wijlen mijn moeder, in Westrode. En daarna, genieten! En reizen! Zes maanden naar Spanje in de winter... Ik zie dat wel zitten! En misschien kom ik in de zomer wel meedoen met ‘Turnen 50+’. Wie weet?”

Wie nog dag wil zeggen: op maandag 26 juni vanaf 17 uur wuiven we Diane uit. Aan het onthaal ligt ook een boek waarin je een boodschap kan schrijven.

Interview & Foto: Inke Ramaekers

This article is from: