2 minute read
Coda: Een zekere stilte
Daar zaten we dan. Ik, en voor mij vier, op een rij van zeven zitjes. Mooi verdeeld, ieder alleen.
Het geraas naar een volgende halte had ons naar een zekere stilte gebracht. Elk van ons, ieder voor zich. De handen ineen gevouwen, enkele vingers verstrengeld.
Advertisement
In gedachten verzonken staarden we dromerig naar onze schoenen. En ik naar hen. Het viel me op. Geen van ons had een scherm op schoot. We waren anders verbonden. Onze zielen samen door een gang in de grond. De zekere stilte leidde ons gezamenlijk gebed. We deden het meesterlijk. Het gebed van de metro. Plots bedenk ik dat ik te laat zou komen. Graai in mijn tas, zoek het nummer van mijn afspraak, en stuur gauw een bericht. Ik kijk weer op. Mijn vier voorburen zitten er nog steeds. Nederig het hoofd gebogen. Elk van hen, dit keer, net als ik, met mobiel in de hand. Met beeld, zonder klank. Ik breek en ik denk, is dit besmettelijk?
Heb ik hen aangestoken? Was ik het die de betovering brak van ons gebed in vervoering? Ik heb spijt en stap uit, hol naar boven de lucht in. Mijn afspraak wacht.
Dit gedicht werd ingezonden door Karen Van den Bossche. Kruip je zelf wel eens in je poëtische pen? Stuur je tekst naar inke. ramaekers@vgc.be en misschien staat ie volgende maand op deze plek.