4 minute read
In de bloemetjes: Giulia van Labolobo
Giulia Sugranyes was tien jaar lang coördinatrice van Labolobo. Afgelopen februari nam ze afscheid.
“Nu ja, echt afscheid is het nog niet. Ik blijf zeker nog tot 2025 trekker van ‘Dance Dance Dance’, een project waarbij dansers en muzikanten een performance maken in rusthuizen, voor de bewoners. Ik ben zelf danser, ik zat bij de eerste lichting van de dansschool Parts. ‘Once a dancer, always a dancer’. Dansen is heerlijk, we zouden het veel meer moeten doen. Het zorgt ervoor dat dingen op gang komen. In ZuidAmerika zeggen ze: ‘als je je slecht voelt, moet je dansen.’ Dat geloof ik echt!”
“Ik denk dat het in het leven belangrijk is om mee te gaan met de flow. Na Parts heb ik ongeveer tien jaar professioneel gedanst, onder andere bij Rosas. Maar mijn partner en ik wilden graag kinderen, en dat gaat niet als je constant op tournee bent. Dus toen ik zwanger werd, ben ik binnenhuisarchitectuur gaan studeren. Mijn eindwerk was een familiehotel, waarin ik onderzocht wat je nodig hebt om de noden van verschillende generaties te ontmoeten.”
“Wat ik gestudeerd heb, ging om infrastructuur. Maar met een kleine vzw als Labolobo kan je niet beginnen bouwen, natuurlijk. Dus in het begin zochten we vooral naar win-winsituaties: ‘Hoe kunnen we generaties samenbrengen in de stad?’ We zijn in 2014 gestart met scholen en rusthuizen. Vaak liggen ze vlak bijeen, maar hebben ze geen band. We wilden een duurzame brug bouwen tussen beide. Dat was ons eerste stokpaardje.”
“De beginploeg bestond vooral uit senioren en jonge mama’s. Dan is logistiek belangrijk: het mag niet te ver van huis zijn. Velen van ons kwamen uit Jette, dus dat werd bijna natuurlijk ons voornaamste speelveld. In 2018 kregen we voor ’t eerst een eigen ruimte, in de Firmin Lecharlierstraat. Het gebouw is eigendom van het woningfonds en was een totale ruïne, die we hebben gerenoveerd. De opening was een ‘the sky is the limit’-moment.”
“Voor mij was ook het moment waarop iedereen in het team een proper contract kon krijgen een mijlpaal. Labolobo heeft altijd een heel transversale manier van werken gehad. Dan is het moeilijk om ons in te passen in een begrensd decreet. Maar intussen heeft Labolobo wel de erkenning en subsidies die nodig zijn, al is de situatie, door de verkiezingen die eraan komen, precair.”
“Waar ik ook trost op ben is hoe we door covid zijn gereden: door superflexibel te zijn en ons aan te passen. Noodgedwongen, want in scholen en rusthuizen mochten we niet meer werken. We zijn meer dingen beginnen doen in de openbare ruimte. Mobiliteit werd een nieuw speerpunt, met de opening van Staytion als climax.”
“Ideeën voor projecten vinden was nooit moeilijk. Integendeel, ik werd vaak geconfronteerd met te veel ja’s. Maar op een gegeven moment helde de balans over naar te veel management. Ik vond het evenwicht niet meer tussen administratie en werken op het terrein, creatief bezig zijn. Mijn energie was op. Het was moeilijk om mijn kindje af te geven, maar als ik dat niet had gedaan was ik in een burn-out beland.”
“Labolobo is intussen ook van zoveel andere mensen. De transitie heeft tijd nodig, maar ik heb er alle vertrouwen in dat Gerben en het team er iets moois van zullen maken. Ikzelf geef nu les aan eerstejaars binnenhuisarchitectuur, ook superboeiend. En ik neem de tijd om te lezen, te zwemmen, expo’s te gaan bekijken. Even minder stress, minder pressure. Ik ben van nature een ondernemer. Ik zal wel iets anders vinden, al heb ik nog geen idee wat.”
Ken jij ook iemand die dringend in de bloemetjes gezet moet worden? Laat het weten aan de redactie, via inke.ramaekers@vgc.be.