9 minute read
KOKEN MET
KOKEN MET SAM & THIJS
Een keuken met slechts twee pitten en een combimagnetron is geen luxe, maar daar weet chef en diëtist Thijs Afink wel raad mee. Vandaag helpt hij Sam de Vries (24, CMD) in de keuken. De goedlachse vijfdejaars sport de laatste maanden intensief, maar wil maar niet aankomen. Daarom op het menu: een Buddha bowl, een rijke bron van eiwitten en een goede basis voor een gespierde torso.
Advertisement
TEKST: CHIEL BAREMAN, BEELD: GEKE BOSCH
Een stevige bouw heeft Sam nooit gehad en dat heeft hem in het verleden dikwijls onzeker laten voelen. Waar zijn vrienden regelmatig een bezoek brachten aan de sportschool, bleef hij vaak achter. ‘’Het was lastig om die eerste stap te zetten, dat was voornamelijk omdat er zoveel brede gasten rondlopen in de gym.” Een paar maanden geleden vond Sam eindelijk een sportschool die bij hem past. De hoge kosten van zijn luxe abonnement werken volgens hem alleen maar in zijn voordeel, “Het zorgt ervoor dat ik ga en gemotiveerd blijf.”
LANGE WEG TE GAAN Uitgestald op het aanrecht staat een kleurrijke verzameling aan ingrediënten. Meteen krijgt Sam zijn eerste taak en mag hij beginnen met snijden. Een licht geïrriteerde blik op het gezicht van de Twentse chef verraadt dat hij niet onder de indruk is van het tempo waarop dat gaat, met als gevolg een korte demonstratie. Op de vraag: ‘’Welke groente is dit eigenlijk?” antwoordt Thijs: “Je hebt nog een hoop te leren. Dit is een zoete aardappel.” Sam woont al twee jaar in het Utrechtse Transwijk. Regelmatig eet hij samen met zijn twee huisgenoten. Dat is geen straf, want onder het trio bevindt zich een ex sous-chef wie vaak kookt. Wanneer het noodlot zich toedient en Sam een maaltijd voor zichzelf moet bereiden, heeft hij altijd nog het kookboek van zijn moeder. ‘’Dat heeft ze gemaakt toen ik het ouderlijk huis verliet. Mijn moeder kookt geweldig, haar beste recept is tagliatelle met garnalen, knoflook en tomaat uit de oven.”
GEMENE DELER Na het snijden van de uien gaan deze gezamenlijk met de zoete aardappel in een ovenschaal, die verdwijnt in de combimagnetron. Deze staat, bij gebrek aan ruimte, in een hoek van 45 graden en doet er tweemaal zo lang over om op te warmen. Ondanks de primitieve keuken werken de koks nauw samen. Tussen het koken door vertelt Thijs dat hij vroeger ook veel heeft gesport. Tijdens het studeren aan het sportgymnasium deed hij mee met het NK stijldansen, dat leverde hem een tweede plaats op. “Het allerbelangrijkste is een goede balans vinden tussen de hoeveelheid die je eet en de hoeveelheid die je verbruikt. Diëten werkt eigenlijk alleen wanneer je voor jezelf die balans opmaakt en vanuit daar je eetpatroon aanpast. Voor de lange termijn en niet voor een paar weken.” VEGANISTISCHE KEUKEN Dat de maaltijd volledig veganistisch is, is niet nieuw voor Sam. Regelmatig eet de student bij een van zijn beste vriendinnen. ‘’Zij is al een hele tijd vegan en kan heel goed koken. Normaal gesproken houd ik me het liefst zo ver mogelijk uit de buurt van de keuken, maar nu heb ik ook een recept wat ik haar kan laten proeven.” Ongeveer een jaar geleden is Sam begonnen als communicatiemedewerker bij een organisatie die duurzaamheid als oogmerk heeft. Een leuke overeenkomst met Thijs, wie in het verleden een veganistisch restaurant heeft gehad en een dranklijn heeft opgezet op basis van ‘verloren’ groentes en fruit.
DURVEN DROMEN Na een hoop zwoegen en zweten in de keuken staan er twee rijkgevulde borden op tafel. Na enkele happen geproefd te hebben, erkent de student dat het maal hem goed doet. Als basis voor het sporten is hij de laatste tijd veel rijst en pasta gaan eten en de Buddha Bowl kan naar zijn mening zeker toegevoegd worden aan dat lijstje. Er wordt genoten, maar toch moet Sam nog iets van het hart. “Ik vind het leuk om met sporten bezig te zijn en mezelf te zien groeien. Het gaat me goed af. Ik wil naar een doel toewerken en wat mij betreft is dat deelname aan een bodybuilding competitie. Ik kijk wel op tegen de spraytan en het veel te kleine onderbroekje, maar dat neem ik dan maar voor lief.”
Ingrediënten: - 2 zoete aardappels - 200 gram tofu - 2 uien - 1 blik kikkererwten (uitgelekt) - 2 tenen knoflook - 200 gram quinoa met zeewier - 1 el olijfolie - 50 gr babyspinazie - 1 tl chilipoeder - 50 gr geraspte wortel - 1 tl knoflookpoeder - 1 avocado - Sap van 1 citroen - Peper en zout * Kijk voor de bereidingswijze op onze Facebookpagina!
STUDENT & EETSTOORNIS
Iedereen draagt wel eens een masker. Je vrolijker voordoen dan je je voelt. Zo zijn er veel mensen om je heen die mentale problemen hebben waar jij misschien niks van weet. Journalistiek student Maud (18) heeft een eetstoornis gehad en is nu herstellende. Al zie je het nauwelijks aan de buitenkant door haar energieke en spontane houding; ze is door een moeilijke tijd heen gegaan.
TEKST: EVA METSELAAR, BEELD: GEKE BOSCH
“Ik zou mezelf omschrijven als herstellende van een eetstoornis,” begint Maud het gesprek. “Ups en downs zijn zeker aanwezig, maar gelukkig zijn er de laatste tijd meer ups dan downs.” In februari merkte Maud dat het niet goed met haar ging. Een vriend van haar is uiteindelijk de stok achter de deur geweest. “Hij zei tegen mij dat als ik niet zelf naar mijn ouders zou gaan om te vertellen dat het slecht ging met mij, dat hij het zou doen.” De ouders van Maud waren een enorme steun, nadat ze bekomen waren van de schrik. “Ik vond het een afgang om aan mijn ouders te vertellen. Ik wilde heel graag zelfstandig worden, maar heb in plaats daarvan een eetstoornis ontwikkeld.” Maud lijdt aan anorexia. “Ik hoefde gelukkig niet naar een kliniek. Daar heb ik voor gestreden.”
TIJDSBESTEDING Het is niet helemaal duidelijk hoe de eetstoornis van Maud begon. Ze is altijd heel veel met haar gewicht bezig geweest. “In groep 8 had ik bijna een eetstoornis, maar dat is vanzelf ‘weggegaan’ door de overgang naar de middelbare. Het voelde als een nieuwe start.” Toen Maud alleen op kamers kwam te wonen, ging het weer fout. Ze was de jongste op haar werk en studie waardoor uitgaan lastig werd. “Ik was uiteindelijk elke avond om tien uur ‘s avonds thuis. Het was te spannend om bij een 18+ kroeg binnen proberen te komen.” Dus ging ze zich focussen op dingen die ze thuis kon doen, zoals koken. “Dat vond ik echt geweldig om te doen. Maar na een tijdje ging ik steeds meer letten op wat er in mijn eten zat. Ik ging calorieën tellen.” De eerste vriendin waar Maud aan vertelde dat ze een eetstoornis had, woonde op dat moment bij haar. “Ik kon het niet meer verbergen. Zij kreeg het langzaam door. Ik dacht dat ze me niet kon horen overgeven.”
GELE HUID “Als mensen mij vragen waar ik spijt van heb gehad het afgelopen jaar, is dat wel echt dat ik boven de wc ben gaan hangen. Zo kwam ik erachter hoe makkelijk het eigenlijk was om weinig binnen te krijgen en houden.” Maud at amper goede maaltijden. Ze begon met een ontbijt dat bestond uit dadels en een granenmix. De rest van de tijd snackte ze alleen maar wortels. “Mijn moeder zei dat ik geel werd. Er zit dus een stofje in wortels waardoor je geel wordt. Omdat ik verder geen andere voedingsstoffen binnen kreeg, werd ik langzamerhand geel”.
JE KAN HET NIET ALLEEN De eerste stap die Maud zette na haar verhaal te hebben verteld aan haar dierbaren, was het spreken van een jongerencoach. Helaas ging het alleen maar slechter met Maud toen zij in contact kwam met de coach. “De coach motiveerde mij om mijn ouders erbuiten te houden. Maar hoe sterk je ook bent: je kan het niet alleen. Ik wilde het zelf oplossen, maar dat kan niet.” Hoewel corona voor velen van ons roet in ons eten gooide, kwam het voor Maud als reddende engel. “Ik moest gedwongen bij mijn ouders wonen en achteraf gezien had ik die supervisie van mijn ouders op dat moment nodig.” Samen zijn ze naar de huisarts gegaan en is Maud doorverwezen naar een diëtist en haptonoom (iemand die zich bezighoudt met aanraken en voelen, houding en beweging en met de gevoelsmatige wisselwerking tussen mensen red.). “In de eerste periode ben ik nog meer afgevallen.” Met de diëtiste maakte Maud afspraken. “Ik moest weer opnieuw leren eten.” Samen maakten ze schema’s. “Naast eetschema’s, maakten wij ook sportschema’s. Ik sportte hartstikke veel en enorm zwaar.” Drie keer per week werd Maud gewogen bij de huisarts. “Dat vond ik verschrikkelijk. Steeds weer dacht ik: ‘hoe ben ik hier beland’. Soms haalde ik stiekem trucjes uit om zwaarder te lijken voor het weegmoment.” Uiteindelijk mocht Maud één keer per week thuis wegen. “Hierdoor kreeg ik meer zelfvertrouwen en deed ik het ook op een eerlijke manier.” STAPJE VOOR STAPJE Maud kwam met een onrealistisch beeld bij de diëtiste. “Ik dacht dat er ontiegelijk veel calorieën in bijvoorbeeld brood zat. Bepaalde dingen at ik niet meer, zoals rijst en pasta.” Ook vond ze het moeilijk om iemand anders voor haar te laten koken. “Als mijn vader kookte, keek ik over zijn schouder mee. Ik moest en zou weten wat ik op mijn bord kreeg.” Maud is nu gestopt bij de diëtiste. De rest van haar herstellende reis moet ze alleen doen. “Nu moet ik mezelf gaan uitdagen om bepaalde dingen weer te eten. Ik heb bijvoorbeeld laatst weer een pizza gegeten!” Maud heeft genoeg redenen om trots op zichzelf te zijn. “Nu ik weer op mezelf woon gaat het een stuk beter. Ik neem mijn verantwoordelijkheid.” Soms heeft ze nog slechte gedachten of gewoontes, maar dat zijn de ups en downs waar ze het eerder over had. “Tijdens het hardlopen ren ik soms nog een kilometer extra, maar dan voel ik me niet trots. Dan zeg ik wel echt tegen mezelf ‘nee Maud, slechte gedachte.’” Ze hoopt snel haar volgende eetdoel te behalen. “Het zijn allemaal kleine overwinninkjes.”
TERUGBLIK “De nasleep van een eetstoornis is denk ik het ergst. Ik heb weinig energie en kan me totaal niet concentreren. Ik kan nu langzaam weer boeken lezen en stilzitten. Ik vind het apart om te bedenken dat ik op zo weinig eten heb geleefd.” Op haar zwaarst was Maud 64 kilo en op haar lichtst 53. “Het gaat om de paar grammetjes die erbij moeten komen. Je weet dat het belangrijk is dat die erbij komen, maar het is moeilijk voor mij om het op de weegschaal te zien.” Nu zit Maud op haar streefgewicht van 57 kilo. “Ergens ben ik er niet blij mee, daardoor weet ik dat ik er nog niet ben.” Gelukkig haalt Maud kleine gelukjes uit haar werk in de horeca. Al is dat helaas nu wel stuk lastiger vanwege corona. “Het vooruitzicht van leuke dingen doen, dingen die ik echt wíl doen, is heel fijn.” Maud heeft een mooi vooruitzicht om naartoe te werken. “Zodra het weer kan, ben ik van plan veel te reizen. Daar kijk ik echt naar uit!.”