Plan Amsterdam: de verantwoordelijke hoofdstad

Page 1

De verantwoordelijke hoofdstad

Plan

02 | 2017 with English captions and summary The responsible capital

Amsterdam

Een bijzondere stedenband

Krimpgemeenten werken aan een nieuwe toekomst

Tegenstellingen overbruggen


40 t/m 44

40 t/m 44

35 t/m 39

35 t/m 39

infographics Bevolkingsopbouw van Amsterdam, 25 t/m 29 Heerlen, Sluis en Delfzijl, 2015 (absolute aantallen). 20 t/m 24 15 t/m 19 Amsterdam heeft veel jonge inwoners, terwijl Heerlen, 10 t/m 14 Sluis en Delfzijl vergrijzen. / 2015 population structure 5 t/m 9 for Amsterdam, Heerlen, Sluis and Delfzijl in absolute 0 t/m 4 numbers. Amsterdam has a large proportion of young 25.000 residents, while Heerlen, Sluis and Delfzijl are ageing. Bron: Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)

30 t/m 34

sterke krimp 25 t/m 29 (+10%) / strong shrinkage (+10%) krimp (2,5% 20 t/m 24 tot 10%) / shrinkage (2.5% to 10%) 15 t/m 19 redelijk stabiel (-2,5% tot 2,5%) / stable population t/m 14 (-2.5% to 102.5%) 5 t/m 9 groei (2,5% tot 10%) / growth (2.5% to 10%) 0 t/m 4 sterke groei (+10%)1.500/ strong growth (+10%)

2.000

mannen vrouwen

mannen vrouwen 95 +

95 +

90 t/m 94 90-94 85 t/m 89 85-89 80 t/m 84 80-84 75 t/m 79 75-79 70 t/m 74 70-74 65 t/m 69 65-69 60 t/m 64 60-64 55 t/m 59 55-59 50 t/m 54 50-54 45 t/m 49 45-49 40 t/m 44 40-44 35 t/m 39 35-39 30 t/m 34 30-34 25 t/m 29 25-29 20 t/m 24 20-24 15 t/m 19 15-19 10 t/m 14 10-14 5 t/m 9 5-9 0 t/m 4 0-4

90 t/m 94

90 t/m 94

85 t/m 89

85 t/m 89

75 t/m 79

75 t/m 79

70 t/m 74

70 t/m 74

65 t/m 69

65 t/m 69

60 t/m 64

60 t/m 64

55 t/m 59

55 t/m 59

50 t/m 54

50 t/m 54

45 t/m 49

45 t/m 49

40 t/m 44

40 t/m 44

35 t/m 39

35 t/m 39

30 t/m 34

30 t/m 34

Amsterdam

Heerlen mannen vrouwen 95 + 90 t/m 94 85 t/m 89 80 t/m 84 75 t/m 79 70 t/m 74 65 t/m 69 60 t/m 64 55 t/m 59 50 t/m 54 45 t/m 49 40 t/m 44 35 t/m 39 30 t/m 34 25 t/m 29 20 t/m 24 15 t/m 19 10 t/m 14 5 t/m 9 0 t/m 4

4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500

0

500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 4.000 4.500

Heerlen

1.500

Sluis Sluis

500

1.500 1.000

1.000

500

0

Delfzijl

500

1.000

0

500

500

0

1.000

500

500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 4.000 4.500

1.000

4.000

3.000

2.000

0

1.000

4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500

0

25.000

1.000

5 t/m 9 0 t/m 4

2.000

5 t/m 9 0 t/m 4

500

10 t/m 14

0

10 t/m 14

3.000

20.000

20 t/m 24 15 t/m 19

4.000

15.000

1.000

2.000

25 t/m 29

20 t/m 24 15 t/m 19

25.000

10.000

20.000

5.000

15.000

0

10.000

0

5.000

5.000

10.000

5.000

10.000

15.000

20.000

25.000

25 t/m 29

15.000

500

80 t/m 84

80 t/m 84

20.000

0

mannen vrouwen

95+95 +

25.000

500

Delfzijl

Heerlen

mannen vrouwen

1.000

500

Amsterdam

Bevolkingsontwikkeling per gemeente 2015 tot 2030 (prognose). In Delfzijl zal de krimp naar verwachting tot 2030 meer dan 10% bedragen. In Heerlen en Sluis zwakt de krimp iets af. / Demographic development forecasts for each municipality. 20.000 15.000 10.000 5.000 0 5.000 10.000 15.000 20.000 25.000 In Delfzijl shrinkage is expected to top 10% by 2030. In Heerlen and Sluis, shrinkage is easing off slightly. Bron: PBL/CBS regionale bevolkings- en huishoudens­ prognose 2015-2040

1.000

mannen / men vrouwen / women

kaart

1.000

30 t/m 34

1.000

1.500


1 De vier burgemeesters in de ambtswoning van Van der Laan in 2015. Van links naar rechts: Gerard Beukema (Delfzijl), Eberhard van der Laan (Amsterdam), Annemiek Jetten (Sluis) en Ralf Krewinkel (Heerlen). / The four mayors at Mayor van der Laan’s official

Auteurs van dit nummer

residence in 2015. From left to right: Gerard Beukema (Delfzijl), Eberhard van der Laan (Amsterdam), Annemiek Jetten (Sluis) and Ralf Krewinkel (Heerlen). Foto: George Maas

Een motto dat is gaan leven

Julian Jansen Karin van der Wansem

Colofon Plan Amsterdam is een uitgave van Gemeente Amsterdam. Het vakblad informeert over ruimtelijke thema’s, projecten en ontwikkelingen in de stad en de metropoolregio. Het verschijnt vijf keer per jaar, waarvan twee keer in het Engels. (Eind)redactie en coördinatie Stella Marcé, Judith van Laarhoven Vormgeving Beukers Scholma, Haarlem Hoofdbeeld cover Siebe Swart, Hollandse Hoogte Foto’s en beelden binnenwerk zie bijschrift Kaarten Gemeente Amsterdam, tenzij anders vermeld in bijschrift Vertaling Frank van Lieshout Lithografie en druk OBT-Opmeer, Den Haag

Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Er kunnen echter geen rechten aan worden ontleend. Mocht ons iets zijn ontgaan bij de vermelding van afbeeldingen of heeft u andere vragen, neem dan contact op met de redactie via planamsterdam@ amsterdam.nl of 020 2551550. Een gratis abonnement is aan te vragen via planamsterdam@amsterdam.nl. Jaargang 23, nr 2, juli 2017 Ook te downloaden vanaf www.amsterdam.nl/planamsterdam

1

Beste lezer, Als burgemeester hoor je een motto te hebben. Dat werd mij door verschillende mensen verteld toen ik begon, zeven jaar geleden. Nu ben ik niet zo van de motto’s, maar zoals dat soms gaat diende zich er een aan en dat is gebleven: Amsterdam verantwoordelijke hoofdstad. In deze Plan Amsterdam kunt u lezen hoe het zo gekomen is en waarom het belangrijk is dat Amsterdam zich als hoofdstad verantwoordelijk voelt en moet voelen. Over mijn tijd als minister en kennismaking met het fenomeen krimp. Mijn ervaringen in het Haagse en hoe er tegen Amsterdam werd aangekeken. De ervaring met het Amsterdam van de jaren ’70: een failliete stad, waaruit de bewoners met duizenden per jaar vertrokken. De samenwerking met Heerlen, Sluis en Delfzijl, die in deze editie centraal staat, is één van de vele uitwerkingen van het motto. Er zijn nog veel andere manieren waarop het echt is gaan leven binnen de gemeentelijke organisatie: het is niet langer ‘mijn’ motto, maar het is zo langzamerhand ‘ons’ motto. Deze Plan Amsterdam draagt daar hopelijk aan bij.

We leven in een tijd waarin tegenstellingen worden uitvergroot. De scheidslijn tussen stad en ommeland is daarvan een voorbeeld; die scheidslijn lijkt scherper te worden. Waar de (Rand)stad wordt gekenmerkt door groei en welvaart, zien we op sommige plekken daarbuiten leegloop en stagnatie. Maar wie het ommeland beter leert kennen ziet dat schijn bedriegt. Ja, er zijn problemen, maar er is ook veel dynamiek. Bovendien merk ik bij heel veel mensen een behoefte om niet mee te gaan in al die vermeende tegenstellingen. Amsterdam verantwoordelijke hoofdstad gaat uit van wederzijdse afhankelijkheid en verbondenheid: we hebben elkaar nodig, we kunnen elkaar sterker maken. In het eerste artikel blikken we terug op de ontstaansgeschiedenis van deze bijzondere samenwerking tussen vier steden. Uiteraard hebben ook de gemeenten Sluis, Heerlen en Delfzijl bijgedragen aan deze editie; zij vertellen hoe zij de samenwerking ervaren en wat de uitwisseling van kennis en ervaring hen oplevert. Tot slot laten we zien wat de gevolgen van bevolkingsdaling zijn, zoals een toegenomen kloof tussen stad en platteland. De ‘verantwoordelijke hoofdstad’-gedachte kan helpen deze kloof te verkleinen. Ik wens u veel leesplezier. Eberhard van der Laan

02 | 2017

03


1 In de jaren zestig en zeventig kreeg Amsterdam te maken met krimp. De stad lag er op veel plekken slecht bij, zoals in de Joan Melchior Kemperstraat (1985). / In the 1960’s and 1970’s Amsterdam was experiencing shrinkage. In many parts, the city was in bad shape, including the Joan Melchior Kemperstraat (1985). Foto: Hans van den Bogaard

2 De Joan Melchior Kemperstraat in 2016. Sinds de jaren negentig is er meer aandacht voor de kwaliteit van de openbare ruimte. / The Joan Melchior Kemper­ straat in 2016. Since the 1990’s more attention has been paid to the quality of the public space. Foto: Alphons Nieuwenhuis

Een bijzondere stedenband

1

door Karin van der Wansem k.van.der.wansem@amsterdam.nl

Op 7 juli 2010 houdt Eberhard van der Laan zijn eerste toespraak als burgemeester in de Amsterdamse gemeenteraad. Hij vertelt waar hij zich tijdens zijn burgemeesterschap op wil gaan richten. Hij noemt veiligheid, het omkijken naar elkaar, de economie. En één opvallend voornemen: hij vindt dat Amsterdam zich iets aan moet trekken van het fenomeen krimp.

04

Die uitspraak zorgt voor verbaasde gezichten. “Maar burgemeester, wat hebben wij met krimp te maken?”, vraagt men zich hardop af. Waarom zou de groeiende en bloeiende hoofdstad zich zorgen moeten maken over regio’s elders in het land? De kersverse burgemeester legt het uit. In de jaren daarvoor heeft hij als Minister van Wonen, Wijken en Integratie de krimp­ problematiek leren kennen. Hij bezocht Limburg, Noord-Nederland en Zeeland, en zag met eigen ogen tot welke neerwaartse spiraal bevolkingsdaling kan leiden. Leegstaande woningen en winkels, scholen die moeten sluiten, verzwakking van de economie en de sociale infrastructuur. En daarmee een steeds minder aantrekkelijke omgeving voor bewoners. Lange tijd was deze problematiek een taboe. Sommige bestuurders deden aanvankelijk liever alsof zij niet bestond, uit angst voor een self fulfilling prophecy. Ze gingen door met bouwen en wegen aanleggen in de hoop de bevolking vast te kunnen houden, tegen beter weten in.

en bedrijven uit binnen- en buitenland. Het tegenovergestelde proces vindt plaats: de opwaartse spiraal. Maar hoe je het ook bekijkt; die groei gaat – direct of indirect – gepaard met krimp elders. Omdat de burgemeester het succes niet wil vieren ten koste van anderen, introduceert hij zijn motto: Amsterdam wil een verantwoordelijke hoofdstad zijn.

De burgemeester brengt ook in herinnering dat Amsterdam nog maar kort geleden kampte met leegloop. In de jaren zeventig en tachtig zaten de grote steden in de problemen. Destijds trokken jonge gezinnen massaal naar omliggende gemeenten, gelokt door ruimte, rust, en degelijke nieuwbouwwoningen. Toen sprong de rest van het land bij. De komende jaren moet dat andersom. Het tij is in 2010 gekeerd, het gaat, ondanks de economische crisis, goed met de stad. Amsterdam heeft een grote aantrekkingskracht op heel veel mensen

Amsterdamse ambtenaren op pad naar Heerlen, Sluis en Delfzijl De drie burgemeesters melden zich al snel, ze vinden het een mooie geste en staan open voor een gesprek. Een team van Amsterdamse ambtenaren stapt op verzoek van de burgemeester in de auto en reist af naar de drie gemeenten. Het doel is de gemeenten en de krimpproblematiek te leren kennen. Er gaat een nieuwe wereld voor de Amsterdammers open. Ze leren Heerlen, Sluis en Delfzijl kennen als drie unieke, prachtige gemeenten, met elk een heel eigen karakter >

Plan Amsterdam

Amsterdam verantwoordelijke hoofdstad In de loop van de jaren is dat motto gaan leven en op verschillende manieren in de praktijk gebracht, ook ver buiten de landsgrenzen. Op die dag in juli noemt Van der Laan één concreet voornemen: hij nodigt de burgemeesters uit van de - op dat moment - sterkste krimpgebieden: Heerlen, Sluis en Delfzijl. Hij wil Amsterdamse solidariteit betuigen en een symbolische brug slaan tussen de groeiende hoofdstad en de krimpende regio. En vanuit de gedachte dat ‘het mooi zou zijn als we echt iets voor elkaar kunnen betekenen’.

2



3 Tijdens een ambtswoninggesprek in Heerlen in 2017 waren de burgemeesters Krewinkel (Heerlen) en Beukema (Delfzijl) en wethouder Werkman (Sluis) aanwezig. / A meeting in Heerlen, with Mayor Krewinkel (Heerlen), Mayor Beukema (Delfzijl) and Portfolio Holder Councillor Werkman (Sluis). Foto’s: gemeente Heerlen

4 Na het ambtswoninggesprek in Heerlen werden de leden van de vergadering rondgeleid langs diverse projecten in en om Heerlen. / Following their meeting in Heerlen, the participants visited various projects in and around the town. Foto: gemeente Heerlen

5 Op werkbezoek in Heerlen. De muurschildering van een mijnvogeltje won in 2016 een Dutch Street Art Award in de categorie ‘Wanderwall’. In 2017 won Heerlen weer, dit keer in de categorie ‘Local government’. / Working visit in Heerlen. In 2016, the Canary in a Coal Mine mural won the Dutch Street Art Award in the Wanderwall category. In 2017, Heerlen won again, this time in the Local Government category. Foto: gemeente Heerlen Muurschildering: Super A en Collin van der Sluijs

3

5

4

06

Plan Amsterdam


6 Burgemeester Jetten en burgemeester Van der Laan heropenden in 2013 het Belfort in Sluis, waar de Stichting Van Dale is gevestigd. Het was de start van het project ‘Schrijvers in Sluis’. / In 2013, mayors Jetten and Van der Laan officially reopened the Sluis Belfort, which houses the Van Dale Foundation, marking the start of the Writers in Sluis project. Foto: gemeente Sluis

7 Optreden van de Eemsmond Bigband uit Delfszijl in het Openluchttheater in het Vondelpark in het Vondelpark, met een openingswoord van Burgemeester Van der Laan (2014). / Performance of Delfzijl’s Eemsmond Big Band at the Amsterdam Vondelpark Open Air Theatre (2014). Mayor Van der Laan opened the event. Foto: Wietske Schober

6

7

02 | 2017

07


’Het verleden is niet alleen een donkere schaduw, maar ook iets om met trots op terug te blikken.’

en aantrekkingskracht, een eigen geschiedenis en één gemeenschappelijk kenmerk: de krimp. Een citaat uit de notitie over de stedenband, die in 2013 aan de gemeenteraad werd gestuurd: “Het heeft de Amsterdamse delegatie getroffen dat zij in de dagen dat zij bij de drie krimpgemeenten op bezoek was, overstelpt is met geschiedenis van het gebied en de nationale betekenis daarvan. In Sluis ging het over de rol van de Zeeuwen bij de verdediging van de Republiek in de 17e eeuw, de Deltawerken, het door de rest van het land ‘vergeten’ bombardement uit de Tweede Wereldoorlog. In Heerlen over het verdwenen mijnlandschap, de sociale structuren in de tijd dat de mijnen nog open waren die nu nog van invloed zijn, het in de steek gelaten zijn door ‘het Westen’. In Delfzijl spraken ze over het teloorgegane leven in de dorpen, de betekenis van de haven van Delfzijl, het misgelopen streven naar industrialisatie. Gesprekken over identiteit, over geschonden identiteit, en het opnieuw op zoek gaan naar een identiteit.” Er is op dat moment al veel geschreven over het verschijnsel krimp. De Amsterdammers leren dat er verschillende typen krimp zijn. Ze verdiepen zich in ontgroening en vergrijzing, in het verschil tussen ‘harde’ en ‘zachte’ krimp. Ze leren welke maatregelen wel en welke zeker niet aanslaan, en dat er eigenlijk geen pasklare oplossingen zijn. Ze komen achter een belangrijke les die alle drie de gemeenten hebben geleerd: het begint met acceptatie. Dus niet tegen beter weten in nieuwe snelwegen aanleggen en winkelcentra uitbreiden, maar aanpassen aan een nieuwe werkelijkheid. Ze zien ook dat de capaciteit van het gemeentelijk apparaat vaak onvoldoende is voor de omvang van de problemen. Waar Amsterdam met 15.000 ambtenaren een groot scala aan onderwerpen aan kan pakken, staat in de krimpgemeenten vaak een handjevol ambtenaren voor een enorme en complexe klus. Het begin van een samenwerking In de ambtswoning van burgemeester Van der Laan ontmoeten de burgemeesters elkaar en spreken ze af dat ze dat voortaan jaarlijks zullen doen. Ze bespreken de onderwerpen voor de samenwerking. Vanaf het begin is het nadrukkelijk niet de bedoeling dat Amsterdam

08

Plan Amsterdam

gaat vertellen ‘hoe het moet’. Het beeld van de Amsterdamse arrogantie, daar wil burgemeester Van der Laan van af. De burgemeesters van Heerlen, Sluis en Delfzijl en hun ambtenaren geven aan waar behoefte aan is. Expertise over herstructurering, over burgerparticipatie. Stedenbouwkundige adviezen. Hulp bij het aanvragen van Europese subsidies. Een team onder leiding van de kabinetschef van burgemeester Van der Laan bemiddelt en organiseert. Het zijn de pioniers van deze bijzondere samenwerking, die ook de eerste bezoeken brachten aan de verschillende gemeenten. Zij ontvangen de vragen vanuit de krimpgebieden en zoeken de antwoorden bij hun collega’s in Amsterdam. Ze vervullen een bemiddelende rol en doen meer dan dat: ze groeien uit tot ambassadeurs van de samenwerking, die het motto ‘verantwoordelijke hoofdstad’ met veel verve en enthousiasme in Amsterdam verspreiden. Een voorbeeld uit die eerste periode. De Amsterdammers merken al snel dat wie Heerlen wil leren kennen, zich in het mijnverleden moet verdiepen. Men legt vaak de link tussen de sluiting van de mijnen en de demografische leegloop en economische achteruitgang. Heerlen leeft in dat opzicht met de schaduw van het verleden. Maar de gemeente is op dat moment bezig met een positieve comeback, waarin juist dat mijnverleden een belangrijke rol speelt. Op het moment dat Amsterdam komt kijken zijn de voorbereidingen voor het Jaar van de Mijnen begonnen. 2015 moet in het teken staan van die bijzondere geschiedenis. De Amsterdamse burgemeester wordt ‘beschermheer’ van het Jaar van de Mijnen en Amsterdamse ambtenaren denken mee over marketing. Ook particulieren haken aan: in 2015 organiseert het Amsterdamse Pakhuis de Zwijger verschillende bijeenkomsten over het Jaar van de Mijnen. Het Jaar is een groot succes. Dat blijkt een heel goede manier te zijn om zelf­ vertrouwen te herwinnen. Het verleden is niet alleen een donkere schaduw, maar ook iets om met trots op terug te blikken. Een voorbeeld van hervonden identiteit. Een strik eromheen Er hebben al verschillende uitwisselingen plaatsgevonden en de vier burgemeesters hebben elkaar een aantal


8 DelfSail 2016. Bij de voorbereidingen heeft de gemeente Delfzijl voor de onderdelen veiligheid, communicatie en relatiemanagement een beroep op de gemeente Amsterdam gedaan. / DelfSail 2016. Preparing the DelfSail event, Delfzijl called upon the City of Amsterdam to support them in their security, communication and relation management efforts. Foto: Yolanda Wals

8

keren getroffen, als in 2014 de samenwerking een officieel tintje krijgt. Ze wordt bezegeld met drie samenwerkingsovereenkomsten, tussen Amsterdam en respectievelijk Heerlen, Sluis en Delfzijl. In januari 2014 ondertekenen alle burgemeesters de overeenkomsten in de ambts­ woning van Van der Laan. Deze ‘strik’ verandert in de praktijk weinig aan de samenwerking. Die gaat rustig door en breidt uit. Overigens zijn de uitwisselingen lang niet altijd gericht op serieuze kennisuitwisseling. Soms gaat het om culturele aangelegenheden. Zo blijkt Sluis

02 | 2017

bijvoorbeeld de geboorteplaats te zijn van Johannes Hendrik van Dale, van het woordenboek ‘de Dikke Van Dale’. In 2013 is de Amsterdamse burgemeester aanwezig bij de heropening van het Belfort in Sluis, waar de Stichting Van Dale is gevestigd. Het project ‘Schrijvers in Sluis’ wordt gelanceerd. Een van de eerste schrijvers die in het Belfort residentie mogen houden is de Amsterdamse stadsdichter Menno Wigman. Hij maakt bij die gelegenheid een gedicht over Sluis, dat door burgemeester Van der Laan overhandigd wordt aan zijn collega in Sluis. Saillant detail: de >

09


’Het is een verrijkende ervaring om even uit de ‘Amsterdamse bubbel’ te stappen.’

gemeente Sluis wordt in nogal sombere bewoordingen beschreven in het gedicht, met andere woorden: het gedicht zal waarschijnlijk niet helpen om de krimp tegen te houden. Een ander voorbeeld op het culturele vlak: in 2013 treedt een deel van het Koninklijk Concertgebouw­ orkest op in Delfzijl. Een Amsterdams presentje, dat een jaar later wordt beantwoord met een optreden van de Eemsmond Bigband uit Delfszijl in het Openluchttheater in het Vondelpark.

Wederkerigheid Heerlen, Sluis en Delfzijl hebben alle drie de behoefte om ook te voorzien in vragen van de hoofdstad. In 2013 gebeurt dat voor het eerst heel concreet: een groep Amsterdamse schoolkinderen wordt uitgenodigd door de gemeente Sluis om daar vakantie te vieren. Het doet denken aan vroeger tijden, toen stadse bleekneusjes regelmatig naar het platteland werden gestuurd om een ‘frissche neus’ te halen en aan te sterken! In 2015 gaan enkele leerlingen van een Amsterdamse school in Nieuw West mee met het zeecadettencorps op een vaartocht over de Waddenzee naar Den Helder. Ze komen burgemeester Van der Laan achteraf vertellen over hun avonturen; het is een spectaculaire tocht geweest die ze niet snel zullen vergeten. Tijdens gezamenlijke masterclasses blijkt dat er veel van elkaar te leren valt, hoe verschillend de vraagstukken ook zijn. Het aantrekkelijk maken en houden van buurten is bijvoorbeeld een herkenbaar thema voor alle vier de gemeenten, en de aanpak daarvan in bijvoorbeeld Delfzijl deed Amsterdamse ambtenaren hun oren spitsen. Maar de wederkerigheid vindt vaker op een ongrijpbaarder niveau plaats. Alle Amsterdamse betrokkenen vinden het een verrijkende ervaring om in contact te komen met de krimpgemeenten. Niet alleen de pioniers uit de kerngroep, maar ook de ambtenaren van Openbare orde en Veiligheid, Grond en Ontwikkeling, Wonen, Ruimte en Duurzaamheid, Juridische Zaken en Communicatie. Vanuit hun vakgebied hebben zij over kleine en grote vragen meegedacht met hun collega’s in de uithoeken van Nederland. Het is een verrijkende ervaring om even uit de ‘Amsterdamse bubbel’ te stappen en je te verplaatsen in een heel andere problematiek.

10

Plan Amsterdam

Die bij nader inzien niet eens zo heel anders is. Bovendien is het volgens veel betrokkenen bevredigend om iets te kunnen betekenen voor anderen, om dat imago van arrogantie af te schudden en om daadwerkelijk die verantwoordelijke hoofdstad te zijn.

Veel meer dan de stedenband Al eerder gaf ik aan dat het motto ‘Amsterdam verantwoordelijke hoofdstad’ veel verder strekt dan de stedenband. Burgemeester Van der Laan heeft met zijn motto duidelijk willen maken dat het een goede hoofdstad betaamt om een voorbeeld te zijn. En dat strookt nadrukkelijk niet met het imago van een hooghartige, inhalige stad, die zich los waant van de rest van de wereld. Het betekent dat Amsterdam zich bewust is van haar kracht en van haar welvaart, maar ook van haar beperkingen. De stad heeft de rest van de wereld nodig en deelt haar rijkdom graag. De meeste Amsterdammers die de leden van de kerngroep hierover de afgelopen jaren spraken, begrepen dit overigens heel goed en konden zich hier prima in vinden. In 2012 was Amsterdam voorzitter van de G4, een informeel samenwerkingsverband tussen Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. De G4 had als gewoonte om - wanneer nodig - de krachten te bundelen tegen Den Haag. Van der Laan had niets tegen krachten bundelen, maar vond het idee van het ‘ten strijde trekken’ tegen Den Haag maar niets. Hij wilde juist laten zien dat de vier grote steden een groot zelfoplossend vermogen hebben en elkaar aanvullen, elk vanuit een eigen kracht. En dat ze elkaar, zonder onderlinge concurrentie, op het schild zetten waar nodig. Ook in EU-verband vond een ommezwaai plaats. Waar Amsterdam (net als veel andere steden en regio’s) lange tijd voornamelijk naar Brussel keek als de spreekwoordelijke melkkoe, waar je terecht kon voor de nodige subsidies, benadrukte burgemeester Van der Laan dat we niet alleen met een wensenlijstje naar Brussel moeten afreizen. In gesprekken met eurocommissaris Hahn, die destijds de portefeuille stedenbeleid had, gaf Van der Laan aan dat Amsterdam graag iets wilde betekenen voor bijvoorbeeld Athene – het was in de tijd dat Griekenland aan de rand van de financiële afgrond verkeerde. Dat aanbod werd gretig


aanvaard; de eurocommissaris was verrast door deze invalshoek. Amsterdam en Athene hebben sindsdien een samenwerking op verschillende gebieden. Amsterdam adviseert over, onder andere, opvang van daklozen. Ten slotte is het internationaal beleid van de gemeente Amsterdam gebaseerd op het uitgangspunt ‘Amsterdam verantwoordelijke hoofdstad’. Dat betekent bijvoorbeeld dat een internationaal werkbezoek van de burgemeester altijd een gezamenlijk project is met andere delen van Nederland. Zij hebben geweldige expertise, bijvoorbeeld op het gebied van voedselveiligheid, waar onze partners in China erg in geïnteresseerd zijn. Voor de Universiteit van Wageningen is het interessant om met een Amsterdamse delegatie naar het buitenland te reizen, omdat Amsterdam nu eenmaal een bekende naam is en daarmee een visitekaartje voor Nederland in het buitenland. Bovendien staat het internationaal beleid nadrukkelijk in het teken van wederkerigheid. Amsterdam heeft veel te bieden als het gaat om bijvoorbeeld cultuur, watermanagement en ruimtelijke ordening. Die kennis reist mee, dat levert soms opdrachten op maar zorgt er vooral voor dat de verhoudingen in balans zijn: we komen niet alleen om te acquireren, maar geven ook iets terug. Binnen Nederland gaat Amsterdam niet meer op jacht om bedrijven uit andere steden of regio’s van Nederland binnen te halen. Het is zelfs voorgekomen dat de burgemeester contact opnam met collega’s om hen gerust te stellen dat Amsterdam bepaalde bedrijven of organisaties met rust zou laten en geen actieve acquisitie zou plegen. Ook dat hoort bij een verantwoordelijke hoofdstad. Omgekeerd kunnen andere steden en regio’s Amsterdam helpen de drukte in de stad op te lossen. Op de website van Amsterdam Marketing wordt de bezoeker tegenwoordig gewezen op allerlei mogelijkheden buiten de stadsgrenzen. Dat is goed voor andere steden én voor Amsterdam.

daling. Maar in Nederland is de krimp en de groeiende ongelijkheid tussen stad en ommeland nog altijd heel actueel. Er komen nieuwe krimpregio’s bij, ook dichterbij Amsterdam. Hoewel de samenwerking nooit tot doel had om de krimp tegen te gaan, brengt dat ons natuurlijk wel op de vraag: hoe verder? In 2016 vond een evaluatie plaats van het programma, waaruit aanzetten en suggesties voor de toekomst kwamen. Zo zouden de drie gemeenten onderling meer kunnen doen, en van elkaars ervaringen kunnen leren. Of hun kennis en ervaring ter beschikking stellen aan de ‘nieuwe’ krimpgebieden in Nederland. Omdat Heerlen, Sluis en Delfzijl al lang niet meer de sterkste krimpers van Nederland zijn, heeft de samenwerking een ander karakter gekregen, stellen de evaluatoren vast. Ook vinden ze dat het gedachtengoed van de verantwoordelijke hoofdstad nog beter verankerd kan worden in het beleid van de gemeente Amsterdam, zodat het niet verloren gaat. De burgemeesters praten hier binnenkort over door. De evaluatie bevat een bijlage met alle activiteiten en uitwisselingen die de afgelopen zeven jaar hebben plaatsgevonden. Van masterclasses citymarketing tot het openstellen van het Amsterdamse opleidingsprogramma voor ambtenaren uit de drie gemeenten. Van advies over gebiedsontwikkeling in Sluis tot een inkijkje in het Amsterdamse van Traateam (de bestuurlijke aanpak van georganiseerde misdaad) voor de ambtenaren van Heerlen. Van advies over kademuren in Sluis tot bemiddeling tussen het Scheepvaartmuseum in Amsterdam en het MuzeeAquarium in Delfzijl. En zo gaat het pagina’s lang door. De indrukwekkende lijst illustreert dat de samenwerking tussen Amsterdam en Heerlen, Sluis en Delfzijl al zeven jaar lang spring­ levend is.

Zeven jaar later: hoogtepunten en hoe verder? Heerlen, Sluis en Delfzijl zijn inmiddels al lang niet meer de ergste krimpregio’s van Nederland. In Heerlen is er hoe dan ook geen sprake meer van bevolkings­

02 | 2017

11


1 Met het project Cadzand-Maritiem heeft Sluis de kust van Cadzand-Bad versterkt en aantrekkelijker gemaakt. Het project is genomineerd voor de Landezine International Landscape Award 2017. / Sluis’ Cadzand Maritime project included reinforcing the coast at Cadzand-Bad and making it more attractive for visitors. The project was nominated for the 2017 Landezine International Landscape Award. Foto: gemeente Sluis

2 Een impuls voor het toerisme in de gemeente Sluis: de nieuwe jachthaven van Cadzand-Bad, opgeleverd in het voorjaar van 2017. / A boost for tourism in Sluis: the new marina at Cadzand-Bad, completed in the spring of 2017. Foto’s: gemeente Sluis

Krimpgemeenten werken aan een nieuwe toekomst

1

door de gemeenten Sluis, Heerlen en Delfzijl

Populaties van steden veranderen. Krachtige steden anticiperen erop – of ze nu fors groeien, krimpen of grijzer worden. Heerlen, Delfzijl en Sluis zijn de uitdaging aangegaan. Ze versterken hun regiofunctie en laten door hergebruik van ruimte een nieuwe sociaaleconomische dynamiek ontstaan. En alle drie koesteren ze hun verleden. De bijzondere samenwerkingsrelatie tussen Amsterdam en de gemeenten Delfzijl, Sluis en Heerlen draaide aanvankelijk vooral om het thema krimp. In de loop der jaren is het accent verschoven, doordat de uitdagingen waar de drie gemeenten voor staan niet altijd meer een directe relatie met krimp hebben. Door samen te werken aan diverse thema’s hebben de gemeenten elkaar en elkaars bijzonderheden beter leren kennen. Ze hebben ervaren dat ze veel met elkaar gemeen hebben, maar ook dat het pad naar een nieuwe toekomst geplaveid is op hun eigen identiteit en verleden. Hoe hebben zij dit proces ervaren? En wat heeft de onderlinge uitwisseling van kennis en expertise hen gebracht? Sluis, Heerlen en Delfzijl delen hun ervaringen.

Inspiratie in Sluis Heldhaftig, vastberaden, barmhartig en…? Verantwoordelijk. Sinds 2010 moet het devies van Amsterdam wat Sluis betreft worden uitgebreid met deze kwalificatie. Aanvankelijk was er in Sluis wat scepsis over de stedenband vanwege het verschil in schaalgrootte. Maar Amsterdam versus Sluis maakte al snel plaats voor Amsterdam én Sluis. Gelijkwaardigheid van beide partijen werd het uitgangspunt voor de contacten. Geen kommer en kwel De kennisuitwisseling die volgde op de kennismaking reikte instrumenten aan die in de uitvoeringspraktijk

12

Plan Amsterdam

direct konden worden toegepast. Inzichten en ervaringen werden gedeeld in masterclasses over uiteenlopende thema’s, die een relatie hadden met demografische ontwikkelingen. Voor een bijeenkomst over burger­ participatie trad Sluis als gastgemeente op. Het strandpaviljoen bleek een inspirerende omgeving te zijn. De deelnemers konden zien, ruiken en proeven dat krimp niet automatisch kommer en kwel is. Sluis deed regelmatig een beroep op de expertise van de gemeente Amsterdam. Over een breed palet aan onderwerpen is een advies of een second opinion gegeven. Bijvoorbeeld over de restauratie van de kademuren van het - destijds in opdracht van Napoleon gegraven - kanaal in het historische centrum van het koopstadje Sluis. Maar ook over de ontruiming van een woonwijk voor het onschadelijk maken van een duizendponder, die door de geallieerden was ingezet bij het nagenoeg alles vernietigende bombardement van Breskens aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. Burgemeester Cammaert zegt over de meerwaarde: “Het kennismakingsbezoek van de ambtelijke projectgroep Verantwoordelijke Hoofdstad aan Sluis was voor ons een eye opener. We werden ons ervan bewust dat we de kwaliteiten van de wederopbouwarchitectuur te weinig waarderen en uitdragen. En het zestigjarig jubileum van het Ledeltheater in Oostburg heeft dankzij >

2



3 Sluis kreeg advies van Amsterdam bij de ontruiming van een woonwijk voor het onschadelijk maken van een duizendponder uit de Tweede Wereldoorlog. / Sluis was given advice by Amsterdam on the evacuation of a residential area to demolish a thousand pound bomb from the Second World War. Foto: gemeente Sluis

3

de inspanningen van Amsterdam extra glans gekregen. De Stadsschouwburg Amsterdam en het Nationale Ballet verzorgden voor de jeugd masterclasses over toneel en ballet. Een duurzame relatie vraagt om halen en brengen. We zijn dan ook verheugd al enkele jaren een vakantieweek aan te kunnen bieden aan een Amsterdams gezin dat het slachtoffer is van ernstig treitergedrag in zijn omgeving.” Dikke van Dale Johan Hendrik van Dale, de grondlegger van het woordenboek der Nederlandse taal, is één van de beroemde Sluizenaren. Dankzij deze schoolmeester heeft Sluis iets met taal. Het project ‘Schrijvers in Sluis’, waarvan burgemeester Van der Laan de beschermheer is, is hier een uitvloeisel van. Diverse schrijvers, taalkundigen en dichters uit Nederland en Vlaanderen verblijven een tijdje in de gemeente Sluis, waar zij de rust en inspiratie vinden om te werken. Stadsdichter Menno Wigman verbleef als eerste in residentie in Sluis, de poëtische neerslag daarvan is op pagina 29 te lezen.

14

Plan Amsterdam

Innoveren in Heerlen Voor Heerlen is de veranderende populatie een stimulans om ruimte anders te gaan gebruiken, op zoek naar een nieuwe sociaaleconomische dynamiek. In verschillende wijken zijn bijvoorbeeld pocketparkjes aangelegd. En onlangs startte de gemeente met een methode om inwoners en ondernemers te stimuleren om vrije plekken anders te gebruiken en de sociale structuur van de wijken te versterken. Burgers adopteren voormalige sportvelden of braakliggende terreinen. Zo zijn ontmoetingsplekken, een gedenkbos, een droomplein en een paardenparadijs ontstaan. Internationale Bau Ausstellung De transformatie van stad en regio werd daarnaast krachtig neergezet door de eerste Nederlandse Internationale Bau Ausstellung (IBA). Het fenomeen IBA is in Duitsland ontstaan en uitgegroeid tot een creatieve aanpak met een economische impuls voor gebieden. IBA zoekt naar innovatieve, toekomstgerichte projecten die duurzaam van betekenis zijn voor de ontwikkeling van een stad of gebied en naar partijen in de samen­ leving om ze te realiseren. Gebrookerbos (een >


4 In Heerlen hebben omwonenden van een braakliggend veldje zelf een pocketparkje vormgegeven. / In Heerlen, local residents have transformed a brownfield site into a small-scale park. Foto: gemeente Heerlen

4

02 | 2017

15


5 6

16

Plan Amsterdam


5 Het nieuwe Maankwartier, waar naast appartementen ook winkels en een NS Station komen, verbindt het noordelijke en zuidelijke deel van Heerlen. / The renewed Maan quarter, where Heerlen is building apartments as well as shops and a new railway station, connects the northern and southern parts of Heerlen. Foto: gemeente Heerlen

6 Op werkbezoek in Heerlen. De muurschildering is gemaakt in het kader van Cultura Nova, een jaarlijks evenement met theater, beeldende kunst, muziek, dans en film. / Working visit in Heerlen. The mural was made as part of Cultura Nova, an annual arts and culture event presenting theatre, visual arts, music, dance and film. Foto: gemeente Heerlen www.heerlenmurals.nl

7a/b Cultura Nova in Heerlen. Heerlen is de centrumgemeente van Parkstad Limburg, door de World Travel & Tourism Council in 2016 uitgeroepen tot beste reisbestemming ter wereld. / Cultura Nova in Heerlen. Heerlen is the centre of Parkstad Limburg, which was voted best destination worldwide by the World Travel & tourism Council in 2016. Foto’s: Luc Lodder

7a

7b

ontwikkelstrategie voor het gebied Heerlen-Noord), het Maankwartier als nieuwe verbinding tussen het noordelijk en zuidelijk deel van de stad, zilverzandgroeve Beaujean en de ontwikkeling van ‘Brightlands Smart Services Campus’ zijn slechts enkele van de Heerlense projecten waarmee stad en regio werken aan een nieuwe toekomst. Inspirerende samenwerking Burgemeester Krewinkel benadrukt het belang van samenwerking: “Onze stad is volop in ontwikkeling. We ervaren de samenwerking met Amsterdam als

02 | 2017

inspirerend. De uitwisseling van ervaringen is leerzaam en verrijkend. Naast de concrete opleidingen die Amsterdam aanbood hebben we bijvoorbeeld geleerd van hun aanpak op de terreinen veiligheid, stads­ marketing, herstructurering en de omgevingsvergunning. Ik heb persoonlijk mijn licht opgestoken over de veiligheidsaanpak van Amsterdam en me erdoor laten inspireren. Omgekeerd is er voor de partners hier veel te halen. Amsterdam is geïnteresseerd in onze IBA. Hier heerst een sfeer van innovatie en transformatie die past bij het grootstedelijke gebied dat we zijn – tegen en over de grens met Duitsland heen.” >

17


’De uitdagingen hebben niet altijd meer een directe relatie met krimp’

8

Delfzijl, stad aan de haven Minder inwoners, meer ouderen: voor de gemeente Delfzijl betekent de krimpende bevolking dat ze moet nadenken over de ruimtelijke inrichting van het gebied. En de vraag hoe voorzieningen als winkels, theater, sportaccommodaties, scholen en zorg hierin een plek houden. Dat is voor de hele regio van belang, want de regiofunctie van de plaats Delfzijl strekt zich niet alleen uit naar de omringende twintig dorpen maar ook naar de omliggende gemeenten.

Drie sporen De stedenbouwkundige ontwikkeling van Delfzijl verloopt langs drie sporen: 1 Versterking van het winkelcentrum door het aantal vierkante meters aan winkeloppervlak te verminderen en de locatie van de winkels te concentreren; 2 Terug laten komen van de oude vestingstructuur; 3 Herstel van de verbinding tussen het stadscentrum en zee en haven. >

18

Plan Amsterdam


8 De haven van Delfzijl verbindt het Groningse achterland met de rest van de wereld. / Delfzijl’s harbour connects Groningen Province with the rest of the world. Foto: gemeente Delfzijl

9a-c Het heringerichte winkelcentrum van Delfzijl is voorzien van maritieme accenten, zoals een waterplein (a), een strandloper (b) en zeilen als markering in de winkelstraat (c). / The redeveloped town centre in Delfzijl has been given a maritime theme, with a water square (a), a beach carpet (b), and sails above the main shopping street (c). Foto’s: Yolanda Wals

9a

9b

02 | 2017

9c

19



10 Het MuzeeAquarium in Delfzijl. Op de achter-

grond de markante Vennenflat, die in 2017 gesloopt wordt. / Delfzijl’s MuzeeAquarium. In the background the iconic Vennen tower block which will be demolished in 2017. Foto: Yolanda Wals

11 Met het project Dijkverbetering EemshavenDelfzijl verbetert de gemeente bijna 12 kilometer aan primaire waterkering. / Delfzijl Council’s Eemshaven-Delfzijl Dike Improvement Project provides nearly 12 kilometres of improved primary water barriers. Foto: Yolanda Wals

10

Het winkelcentrum is in de jaren zeventig voor 85.000 inwoners opgetrokken, de Tweede Nota Ruimtelijke Ordening was hier richtinggevend. Het inwonertal is in 1981 op 35.000 blijven steken en is de afgelopen jaren ‘gekrompen’ naar 25.000. Het winkelcentrum is inmiddels geherstructureerd, waardoor de leegstand nu onder het landelijk gemiddelde ligt. Daarnaast is besloten de markante Vennenflat dit jaar te slopen en het vrij­komende terrein opnieuw in te richten. Dit biedt de mogelijkheid om het zicht op de dijk en de haven te vergroten, waarmee de verbinding met de zee en de haven versterkt wordt. In een waterpartij aan de rand van het centrum is een deel van de vestingstructuur uit de zestiende eeuw terug te zien. Bij de herinrichting van het huidige stationsgebied is het de bedoeling die oude structuur op termijn door te trekken. De basis van de drie sporen voor de stedenbouw­ kundige ontwikkeling is in samenwerking met stedenbouwkundigen vanuit Amsterdam gelegd. Er is een kwaliteitsteam in het leven geroepen dat bestuurlijk heeft geadviseerd. Daarnaast heeft de expertise vanuit de hoofdstad een belangrijke rol gespeeld in de voorbereidingen voor de ruimtelijke inrichtingsplannen.

11

Stadsmarketing In 2014 heeft een groep ondernemers uit Delfzijl Amsterdam bezocht om inspiratie op te doen voor het inrichten en ontwikkelen van stadsmarketing. Dat heeft geresulteerd in de Stichting Stadsmarketing Delfzijl (SMD) met daaraan gekoppeld de Stichting Activiteiten Delfzijl (STAD). De SMD krijgt de gelden vanuit de gemeentelijke reclamebelasting om recreatieve en toeristische activiteiten in het centrum te ondersteunen en te laten ontwikkelen. In hetzelfde jaar heeft ook een groep van bestuur en vrijwilligers van het lokale MuzeeAquarium een bezoek gebracht aan Amsterdam om zich te oriënteren op de museale mogelijkheden. Ook in Delfzijl blikt men tevreden terug op de samenwerking: “Deze ontwikkelingen zijn mogelijk geworden dankzij de professionele en stimulerende contacten met de gemeente Amsterdam.”

02 | 2017

21


1 In 2040 zal in veel gemeenten in Nederland de bevolking voor een derde uit 65-plussers bestaan. / In 2040 in many Dutch municipalities one third of the population will be 65 years or over. Foto: Alphons Nieuwenhuis

2 Veel hoogopgeleide jongeren trekken naar de stad. Deze selectieve migratie zet de werkgelegenheid en het voorzieningenniveau in krimpgebieden onder druk. / Many highly educated young people migrate to the cities, putting pressure on employment and facilities in shrinking regions. Foto: Ton Schaap

Tegenstellingen overbruggen

1

door Julian Jansen j.e.jansen@amsterdam.nl

Bevolkingsgroei- en krimp zorgen voor grotere regionale tegenstellingen. Samen met economische, ruimtelijke en politieke tegenstellingen groeit daarmee de kloof tussen stad en platteland. De ‘verantwoordelijke hoofdstad’-gedachte, een innovatieve en unieke benadering in Europa, kan helpen deze kloof te verkleinen.

2

Bevolkingsdaling vormde de directe aanleiding voor de stedenband tussen Amsterdam, Heerlen, Sluis en Delfzijl. De komende jaren zal de bevolkingsgroei in Nederland als geheel afvlakken en in veel regio’s zal sprake zijn van bevolkingsdaling. Dit is een gevolg van dalende geboortecijfers sinds 1970, na een periode van hoge naoorlogse geboortecijfers. In 2040 zal in veel gemeenten in Nederland de bevolking voor een derde uit 65-plussers bestaan. In zogenaamde krimpgebieden overtreft het sterftecijfer nu al het geboortecijfer. Deze bevolkingsdaling als gevolg van vergrijzing wordt harde krimp genoemd. De groei concentreert zich meer in de Randstad, met een sterke groei in Amsterdam. Veel regio’s zien jongeren wegtrekken naar grootstedelijke regio’s, vooral naar de Randstad en Amsterdam in het bijzonder. Soms gaat dat via een tussenstap, bijvoorbeeld voor een studie in de stad Groningen, waarna men alsnog de regio verlaat voor werk in de Randstad. Dit fenomeen staat bekend als zachte krimp. Omdat het vaak om jongeren gaat met een hoog opleidingsniveau, veelal jonge vrouwen, spreekt men van selectieve migratie. Deze selectieve migratie zet de werkgelegenheid en het voorzieningenniveau in krimpgebieden nog verder onder druk.

22

Plan Amsterdam

Regionale verschillen In Heerlen, Sluis en Delfzijl trad deze krimp voor het eerst op. Daarbij speelde mee dat het grensgebieden zijn, relatief ver weg van het economisch centrum van Nederland en vatbaar voor grensmigratie. Ondertussen is ook in regio’s als de Achterhoek en Noord-Friesland sprake van bevolkingsdaling, en dichter bij Amsterdam in de Kop van Noord-Holland. Gemeenten die vergrijzen, maar dichtbij grootstedelijke regio’s liggen en aantrekkelijke woonomgevingen bieden, zien de bevolkings­ daling als gevolg van de vergrijzing vaak gecompenseerd worden door de vestiging van jonge gezinnen uit de stad, zoals in het Gooi en Bergen in Noord-Holland. Naast afstand en werkgelegenheid spelen kwaliteit van leefomgeving, cultuur, identiteit en karakter een rol in het vermogen van gemeenten om de eigen jonge inwoners vast te houden en nieuwe inwoners aan te trekken. Migratie De groeiende regionale tegenstellingen door bevolkings­ daling en -groei kunnen versterkt worden door de buitenlandse migratie. Als gevolg van laaggeschoolde arbeidsmigratie binnen de Europese Unie en in mindere mate asielmigratie, hebben verschillende krimp­ >



3a/b Bevolkingsontwikkeling per gemeente 2006-2011 (a) en 2011-2016 (b). De afgelopen jaren is ook in regio’s als de Achterhoek, Noord-Friesland en Noord-Holland sprake van bevolkingsdaling. Zie pagina 2 voor de prognose tot 2030. / Demographic development for each municipality 2006-2011 (a) and 2011-2016 (b). In recent years, regions such as the Achterhoek, North Friesland and North Holland Province have also experienced population decline. See page 2 for the forecast up to 2030. Bron: CBS

3a

24

Verandering in % / Change in % < –2 –2 tot 0 / –2 to 0 0 tot 2 / 0 to 2 2 tot 4 / 2 to 4 >4

3b

Plan Amsterdam


4 Verkiezingen 2017, grootste partij per gemeente. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 werden in grensgemeenten in Oost-Groningen en ZuidLimburg respectievelijk de Socialistische Partij (SP) en de Partij Voor de Vrijheid (PVV) de grootste partijen. / General election 2017, largest party for each municipality. At the general election in 2017, the Socialist Party (SP) and the Partij voor de Vrijheid (PVV, Party for Freedom) won the largest share of the vote in border municipalities in the east of Groningen and in South Limburg respectively.

Bron: NOS/Wikipedia

VVD (33) PVV (20) CDA (19) D66 (19) GL (14) SP (14) PvdA (9) CU (5) PvdD (5)

50+ (4) SGP (3) Denk (3) FvD (2)

gemeenten hun inwonertal weer zien toenemen. In steden als Amsterdam en Den Haag vestigen zich bovendien grote aantallen hoogopgeleide buitenlandse werknemers en studenten. De buitenlandse migratie kan zo de inkomensverschillen tussen regio’s doen toenemen.

Politieke tegenstellingen Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) constateerden in 2014 dat de kloof tussen lager en hoger opgeleiden in Nederland groeit. Deze groepen gaan minder met elkaar om, hebben andere leef- en bewegingspatronen en komen elkaar minder tegen in de eigen woonomgeving. Selectieve migratie van hoogopgeleiden naar de grootstedelijke gebieden vergroot deze kloof, zowel landelijk als in de steden. Dit wordt nog versterkt door onderlinge relatievorming tussen hoger opgeleiden. Een van de gevolgen hiervan is dat een deel van de laag- en middelbaar opgeleide bevolking minder vertrouwen krijgt in de politiek en de ‘bestuurlijke elite’. In grensgebieden, die te maken hebben met bevolkingsdaling, kan dit gepaard gaan met verzet tegen de ‘Randstedelijke arrogantie’. Bij de Tweede Kamer­ verkiezingen van 2017 zijn de Socialistische Partij (SP) en de Partij Voor de Vrijheid (PVV) de grootste partijen geworden in grensgemeenten in respectievelijk OostGroningen en Zuid-Limburg. Dit zijn partijen die relatief veel kiezers trekken die weinig vertrouwen hebben in de politiek en de ‘bestuurlijke elite’. Maar ook binnen Amsterdam versterkt de demografische instroom van hoger opgeleiden de culturele en politieke tegenstellingen. Na het verlies van de PvdA valt op dat D66 en GroenLinks in de stadsdelen Centrum, Zuid, West en Oost populair zijn, terwijl in Noord de SP en de PVV veel stemmen kregen. Twee nieuwe politieke partijen deden het vooral goed in Noord en Nieuw-West (DENK) en Zuidoost (Artikel1). Politieke voorkeuren lijken te verschuiven en er ontstaat een scherpere tegenstelling tussen bevolkingsgroepen, vooral tussen lager en hoger opgeleiden.

Europa Ook in Europa zien we een verband tussen toenemende politieke tegenstellingen en de toegenomen kloof >

02 | 2017

25


5a/b Porthmadog, Wales (a). De stemming in Wales gaf de doorslag voor het vertrek uit de Europese Unie, ondanks pro-EU demonstraties zoals het Cardiff For Europe event in 2016 (b). / Porthmadog, Wales (a). The vote in Wales decided the British referendum in favour of Brexit, despite pro EU demos such as the Cardiff for Europe event in 2016 (b). Foto (a): National Assembly for Wales, Flickr Foto (b): Jeremy Segrott, Flickr

5a

6 Bevolkingsgroei en –krimp in Europa (%, 2015). Grote delen van Oost-Europa, Spanje en Italië, maar ook Wales, hadden te maken met krimp. / Population growth and decline in Europe (%, 2015). Large parts in Eastern Europe, Spain and Italy, but also Wales, were experiencing shrinkage. Bron: Eurostat

–5 tot –20 / –5 to –20 0 tot –5 / 0 to –5 0 tot 5 / 0 to 5 5 tot 20 / 5 to 20 20 tot 35 / 20 to 35 geen data / no data

5b

tussen stad en platteland. Het meest sprekende recente voorbeeld is de volksraadpleging in GrootBrittannië, waar de voorstanders van het vertrek uit de Europese Unie vooral te vinden waren in landelijke gebieden en voormalige industriesteden met hoge werkloosheid, maar ook in de armere delen van Londen. De stemming in Wales, een overwegend landelijk gebied dat nota bene relatief veel EUsubsidies ontvangt, gaf de doorslag voor vertrek. Een belangrijke doelstelling van de Europese Unie is territoriale cohesie en het verkleinen van de sociaaleconomische verschillen tussen de regio’s. Relatief arme regio’s, veelal in Oost- en Zuid-Europa, ontvangen daarom subsidies uit de zogenaamde cohesiefondsen. Een probleem bij de toewijzing van deze subsidies is dat er binnen regio’s grote tegenstellingen zijn, vooral tussen stedelijke en landelijke gebieden. Daarom heeft de Europese Commissie speciale aandacht voor samenwerkingsvormen tussen stad en platteland, de zogenaamde urban-rural cooperation. Als de groot­ stedelijke gebieden meer zeggenschap in Europa willen, zullen zij hier zelf ook aandacht voor moeten hebben. Sectoraal beleid Een ander probleem is het zogenaamde ‘sectorale beleid’ in Europa. Nog steeds gaat de helft van het Europese budget naar landbouwsubsidies. Dit kan tot gevolg hebben dat landelijke regio’s aan de ene kant te maken hebben met bevolkingsdaling en aan de andere

26

Plan Amsterdam

kant met schaalvergroting, wat leidt tot aantasting van hun identiteit en karakter: het worden productielandschappen. Daar komen de klimaatdoelstellingen nog bij, die landelijke gebieden kunnen transformeren tot energieproductielandschappen. Zo worden deze gebieden minder aantrekkelijke wingewesten, met mogelijk nog meer bevolkingsdaling tot gevolg. Die sectorale benadering dreigt overigens ook in Nederland de stad-landtegenstellingen te vergroten. Investeringen in grootstedelijke infrastructuur in groeigebieden kunnen bij de bewoners van krimpende en landelijke gebieden het gevoel versterken dat zij achterblijven. Een belangrijke opgave is behoud van leefbaarheid, identiteit en karakter, het gevoel trots te kunnen zijn op de eigen regio en niet in de steek gelaten te worden door het ‘Westen’. Een voorbeeld hiervan is de stemming die in delen van Noordoost-Groningen heerst sinds er aardbevingsschade is ontstaan als gevolg van gaswinning. Sectorale investeringen om hoogopgeleiden en bedrijven te lokken en zo de bevolkingsdaling en het verlies van werkgelegenheid te keren, zijn vaak vruchteloos gebleken. Denk bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van het nieuwe dorp Blauwe­ stad in Noordoost-Groningen, waarvoor de belang­ stelling achterbleef bij de verwachting. Europese stad-landsamenwerking Amsterdam is binnen Europa actief op het gebied van stad-landsamenwerking, onder andere als voorzitter >


‘Landelijke regio’s in Europa hebben te maken met bevolkingsdaling en schaalvergroting, het worden productielandschappen.’

6

02 | 2017

27


7 Blauwestad in Noordoost-Groningen, een voorbeeld van een sectorale investering om hoogopgeleiden en bedrijven te lokken. / Blauwestad in Northeastern Groningen is an example of sectoral investment to attract highly educated people and businesses. Foto: Arjan Veen, Flickr

7

van een expertgroep in het Europese metropolen­ netwerk METREX. In de aanbevelingen van het Europese project URMA, voortgekomen uit deze expertgroep, is de ‘verantwoordelijke hoofdstad’-aanpak opgenomen. Op dit moment is Amsterdam partner in het vervolgproject RUMORE, gericht op economische innovatie door stad-landsamenwerking en beïnvloeding van de Europese structuurfondsen. De ‘verantwoordelijke hoofdstad’-aanpak is in 2013 ook opgenomen in het OESO rapport Rural-Urban Partnerships, dat geschreven is in opdracht van de Europese Commissie. En het Europese onderzoeksbureau ESPON, dat de Europese regionale ontwikkeling bestudeert, pleit ook voor samenwerking tussen grotere en kleinere gemeenten, groeiende en krimpende regio’s. De stedenband met Heerlen, Sluis en Delfzijl is een innovatieve benadering die hierin goed past.

Omgevingsvisies Bij het ontwikkelen van ruimtelijk beleid spelen de nieuwe Omgevingsvisies een belangrijke rol. Met de invoering van de Omgevingswet moeten het Rijk, provincies en gemeenten vanaf 2019 integrale Omgevingsvisies maken, die de Structuurvisies opvolgen. De Omgevingsvisies maken het mogelijk om grote uitdagingen aan te gaan, zoals het halen van klimaatdoelstellingen, maar ook het overbruggen van groeiende tegenstellingen in bevolkingsontwikkeling. Dan moeten zij wel sectorale benaderingen kunnen ontstijgen, zoals oorspronkelijk de bedoeling was. Dat is van belang, omdat de Omgevingswet een grotere rol geeft aan participatie en verantwoordelijkheden zo laag mogelijk legt. Een overkoepelende visie is dan onontbeerlijk om negatieve ruimtelijke effecten op een groter schaalniveau en tussen sectoren te ondervangen.

28

Plan Amsterdam

Hierbij hoort een sociaalruimtelijke visie met aandacht voor groeiende tegenstellingen. Dit is wat de OESO op landelijk en regionaal niveau aanbeveelt in Governance of Land Use, the case of Amsterdam (2017). In dit rapport, opgesteld in opdracht van Amsterdam, constateert de OESO dat de uitvoering van de Omgevingswet een groot beslag kan leggen op kennis, kunde en capaciteit van kleinere gemeenten, vooral na eerdere decentralisaties. Grotere gemeenten zouden kleinere gemeenten hierbij kunnen ondersteunen. Deze zogenaamde capacity building op basis van wederkerigheid is een belangrijk uitgangspunt geweest van de stedenband tussen Amsterdam, Heerlen, Sluis en Delfzijl.

Voorbeeld Zijn de andere grote gemeenten in Nederland nu aan zet? Of is er meer nodig? In een kritisch artikel over de stedenband schreef Marco Bontje van de Universiteit van Amsterdam in 2014 dat de verantwoordelijkheid die Amsterdam voelt, beter bij het Rijk zou passen. De stedenband vanuit de ‘verantwoordelijke hoofdstad’-benadering is dus niet alleen interessant voor andere grote steden, maar kan op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau als voorbeeld dienen om tegenstellingen te overbruggen.


Geschreven ter ere van de samenwerking tussen Amsterdam en Sluis. In Sluis werkte van Dale aan zijn beroemde woordenboek. / Written to mark the collaboration between Amsterdam and Sluis. Sluis is also the town where Van Dale worked on his famous dictionary.

In hotel De Dikke van Dale Een avond buiten Amsterdam. Onder het raam van mijn hotel zie ik drie jonge obers roken.

De kok – veel buik, veel kuif – heeft tongen zitten troosten en staat hardop van beter werk te dromen. Vraag

je hem naar Sluis, dan klinkt het nors: ‘Een heel kort woord, drie letters.’ Ook de obers willen hier ooit weg.

Ik hoor hoe Zeeland zucht: bewoners, kom terug. Maar zelfs de zee nam hier de vlucht. – Wat blijft: het boek

waaraan Van Dale in het stadshart heeft gezwoegd en dat nog nooit een dichter heeft bedroefd.

Ik denk van alles, ik weet niets. Straks pakt de kok zijn fiets en drinkt hij zielsgelukkig met zijn lief.

Iets later nemen vijf obers de weg naar huis. Vijf obers nemen vijf wegen naar vijf huizen

en steeds staat in elk huis een prachtbed opgesteld dat groot, heel groot is en tien sterrenstelsels telt.

Menno Wigman

02 | 2017

29


Summary

The responsible capital Amsterdam’s twin towns – a special relationship In his maiden speech to Amsterdam’s City Council, the new mayor Eberhard van der Laan expressed an unexpected ambition: to be a responsible capital city. While the provinces of Limburg and Zeeland and the North of the Netherlands were experiencing population decline and facing a downward spiral, Amsterdam was going the opposite way. As the mayor did not want to celebrate the success of his city at the expense of others, he invited the mayors of the three municipalities experiencing the highest rate of shrinkage in the country at the time: Heerlen, Sluis and Delfzijl. At the request of Amsterdam, these three towns indicated what they most needed to cope with their problems, such as expertise in restructuring, community participation and how to apply for European subsidies. A team of Amsterdam council workers and officials was formed to provide them with support and advice. During the joint masterclasses the participants discovered that they can learn a lot from each other. For instance, making and keeping local neighbourhoods attractive places to live, proved an issue that all four parties were familiar with, and Heerlen, Sluis and Delfzijl were keen to answer Amsterdam’s questions on this subject.

Shrinking towns build a new future How have Heerlen, Sluis and Delfzijl experienced the partnership with Amsterdam? And how have they benefitted from the mutual exchange of knowledge and expertise? Initially, there were doubts in Sluis, because of the huge difference in size between the two. Soon though, scepticism was replaced by trust and the idea of a partnership based on equal terms was firmly established as the foundation for further collaboration. Sluis frequently called upon Amsterdam to lend its expertise, for instance with the restoration of the quay walls of its canal and the evacuation of a residential area. In turn, Sluis hosted a meeting on community participation. According to Mayor Cammaert of Sluis: “A sustainable, long-term relationship is about giving and taking. This is why we are delighted that for some years now every summer we have been able to provide a week-long holiday for an Amsterdam family victimised by serious bullying in their neighbourhood.”

Amsterdam wants to be a responsible capital in an international context as well, which is reflected in, among other projects, the advisory role they have taken to help the Greek capital Athens take care of its homeless people. Amsterdam’s international policy is also emphatically geared towards generating mutual benefit. This means, for instance, that a working visit abroad by the mayor will normally be set up as a joint project with other Dutch regions. Within the Netherlands, Amsterdam will no longer try and actively attract companies away from other regions or cities.

For the town of Heerlen, their changing demographic is an incentive to start using their space differently, trying to create a new socio economic dynamic. In several neighbourhoods small-scale parks have been laid out and local residents are adopting former sports fields or other brownfield sites. Heerlen also organised the Netherlands’ first Internationale Bau Ausstellung (IBA, International Architecture Exhibition). Originally a German concept, IBAs explore innovative projects which can drive a city or region’s sustainable future development. Heerlen’s mayor Krewinkel has said about the partnership: “Exchanging our experiences has been enlightening and enriching. Amsterdam have not only offered us a number of training courses, but they have also shared with us their approach to security, city marketing, restructuring and environmental licensing. Vice versa, we have been able to inspire Amsterdam with our IBA.”

As Amsterdam’s three twin towns are no longer the worst shrinking regions, the twinning relationship with Amsterdam has changed in character over the years. The three can now offer their experience and expertise to newly emerging shrinking regions. With his motto, Mayor Van der Laan has tried to make clear that a capital city needs to set an example.

Confronted with population decline, Delfzijl also needed to rethink their spatial planning and find ways to retain facilities for the region. The town’s planning development is structured by a three-track approach: 1 Reinforcing the town centre by reducing the square footage of retail space and concentrating retail locations.

30

Plan Amsterdam

2 Retaining and working with the town’s historic layout. 3 Reopening the route from the town centre to the harbour and the sea. These choices and the preparations for the land-use plans were developed in collaboration with urban planning experts from Amsterdam. Other areas in which Delfzijl were able to benefit from Amsterdam’s expertise were city marketing and advice on the possibilities for the town’s museum.

Bridging the gap In the coming years, total population growth in the Netherlands will level off and in many regions population numbers will decline. These regions see their young and highly educated people move away to the Randstad, and Amsterdam in particular. In combination with foreign migration, this will result in a growing gap between the city and the countryside. The idea behind the ‘responsible capital’ is to close this gap. The ‘responsible capital’ represents a unique approach which has attracted wide interest in Europe. An important European issue is the EU’s sectoral policy. Half of the EU’s budget is still spent on farming subsidies. This can lead to rural regions being faced with depopulation as well as upscaling of farming activities, turning them into large scale (energy) production areas. This sectoral approach also risks increasing the urban-rural divide in the Netherlands. The Dutch Environment and Planning Visions, which will replace the old Structural Planning Visions from 2019 onwards, will play a major role in the development of spatial policy in the Netherlands. The Environment and Planning Visions can provide solutions to bridging growing demographic divides. To be able to do this, these overall guiding Visions must be allowed to transcend sectoral approaches. Larger towns and cities could support smaller municipalities to deal with these challenges. This so-called capacity building on a mutual basis was one of the main principles on which the partnership between Amsterdam, Heerlen, Sluis and Delfzijl was built.


Over de auteurs

Plan Amsterdam is een uitgave van Gemeente Amsterdam en is te downloaden vanaf www.amsterdam.nl/planamsterdam

– – – –

Julian Jansen (1970) Werkt sinds 2009 als planoloog en demograaf bij Ruimte en Duurzaamheid Gemeente Amsterdam Is lid van de werkgroep Stedenband Amsterdam-Heerlen-Sluis-Delfzijl Studeerde sociale geografie aan de Universiteit van Amsterdam Houdt zich bezig met nationale en internationale demografische ontwikkelingen die relevant zijn voor ruimtelijk beleid, zoals migratie, huishoudensvorming en regionale bevolkingsgroei en -krimp

– – – –

Karin van der Wansem (1975) Werkt sinds 2008 bij de gemeente Amsterdam Is sinds 2013 kabinetschef van burgemeester Van der Laan Is ook projectleider Stedenband Amsterdam- Heerlen- Sluis- Delfzijl Studeerde wijsbegeerte aan de Universiteit van Amsterdam

Aan dit nummer werkten mee: Eberhard van der Laan, Diana Janssen, Joyce van den Berg, Karla Gutierrez en Jepke van Hengst Met speciale dank aan: Gemeenten Delfzijl, Heerlen en Sluis

Deze editie van Plan Amsterdam is ook in het Engels verschenen: The responsible capital. Zie: ‘Plan Amsterdam in English’ op www.amsterdam.nl/planamsterdam

02 | 2017

31


Stadsbeeld 02/17 Van der Pekstraat

Foto: Alphons Nieuwenhuis

Visie op de openbare ruimte De stad groeit harder dan ooit en de druk op de openbare ruimte neemt toe. Het gebruik ervan is de afgelopen jaren flink veranderd. De inrichting sluit nog onvoldoende aan bij het veranderde en intensieve gebruik. De Visie Openbare Ruimte 2025 (8 juni 2017) biedt richtlijnen voor de ontwikkeling en het beheer van de Amsterdamse openbare ruimte.

graag verblijven, ondernemen en elkaar ontmoeten. Voordat de straat heringericht werd, reden mensen er vaak te hard. Nu is er meer ruimte voor verblijf en is de straat flexibel te gebruiken, met ’s middags een markt en aan het eind van de werkdag parkeer­ plekken voor auto’s. De Van der Pekstraat heeft zich ontwikkeld tot dé stadsstraat in dit deel van Amsterdam Noord en is voor alle Amsterdammers een aantrekkelijke bestemming geworden.

De nieuwe Van der Pekstraat laat zien dat een herinrichting effect kan hebben op de hele buurt: bewoners en bezoekers willen hier

Wouter van der Veur en Hans Straver www.amsterdam.nl/visieor


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.