Plan Amsterdam 04-2019: Ontwikkelbuurten

Page 1

Ontwikkelbuurten

Plan

04 | 2019 with English captions and summary Developing Neighbourhoods

Amsterdam

Vliegwiel voor verandering

Wat willen bewoners?

Richting geven aan ontwikkelbuurten met de Kansen-en-verbindingenmethode


infographics Buurtkenmerken. / Neighbourhood characteristics. Bronnen: Wonen in Amsterdam, Werk, Participatie en inkomen en Veiligheidsmonitor ontwikkelbuurten in Nieuw-West / developing neighbourhoods in Nieuw-West ontwikkelbuurten in Noord / developing neighbourhoods in Noord ontwikkelbuurten in Zuidoost / developing neighbourhoods in Zuidoost Amsterdam / Amsterdam

6,3

6,8

6,8

7,5

tevredenheid met de buurt (rapport­ cijfer bewoners) contentment with the neighbourhood (residents’ score)

kaart

De 32 ontwikkelbuurten van Amsterdam liggen in de stadsdelen Noord, Zuidoost en NieuwWest. Zie amsterdam.nl/ontwikkelbuurten. / Amsterdam’s 32 developing neighbourhoods are spread across the districts of Noord, Zuidoost and Nieuw-West. See amsterdam.nl/ontwikkelbuurten.

cover

Boodschappen van liefde voor de buurt in de Tunnel of love in Venserpolder, gemaakt door bijna 500 bewoners onder leiding van multidisciplinair kunstenaar Louis Norense. / Messages of love for

the neighbourhood at Venserpolder’s Tunnel of Love. The piece was created by nearly 500 local residents and led by multidisciplinary artist Louis Norense. Foto: Tommy Köhlbrugge voor Hoodlab Zuidoost

1 Voorjaar 2019 stond de tijdelijke co-creatiebar Hoodlab in Reigersbos, Zuidoost. Behoeften, verhalen, wensen en ideeën van buurtbewoners zijn daar verzameld en besproken. / In the spring of 2019, the temporary Hoodlab co-creation bar was located at Reigersbos in Zuidoost. At this lab, local

4%

3%

30%

25%

39%

28%

4,9%

2,2%

22%

20%

30%

22%

% 18-plussers met schuldhulpverlening % 18 and over receiving debt counselling

% bewoners dat vindt dat er veel overlast is % residents who believe there are many nuisances

% bewoners dat vindt dat er veel criminaliteit is % residents who believe there is much crime


residents’ needs, stories, wishes and ideas were collected and discussed. Foto: Tommy Köhlbrugge voor Hoodlab Zuidoost

Auteurs van dit nummer

Kansengelijkheid in stad en buurt

Aafke Post Henriëtte Rombouts Pieterjan van Agtmaal Maartje van de Beek Max van Engen

Colofon Plan Amsterdam is een uitgave van Gemeente Amsterdam. Het vakblad informeert over ruimtelijke thema’s, projecten en ontwikkelingen in de stad en de metropoolregio. Het verschijnt vijf keer per jaar, waarvan twee keer in het Engels. (Eind)redactie en coördinatie Stella Marcé, Edwin Raap, Ellen Croes, Olivier van de Sanden Vormgeving Beukers Scholma, Haarlem Foto’s en beelden binnenwerk zie bijschrift Kaarten Gemeente Amsterdam, tenzij anders vermeld in bijschrift Vertaling Frank van Lieshout Lithografie en druk OBT-Opmeer, Den Haag

Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Er kunnen echter geen rechten aan worden ontleend. Mocht ons iets zijn ontgaan bij de vermelding van afbeeldingen of heeft u andere vragen, neem dan contact op met de redactie via planamsterdam@ amsterdam.nl of 020 2551550. Een gratis abonnement is aan te vragen via planamsterdam@amsterdam.nl. Jaargang 25, nr4, november 2019 Ook online te lezen via www.amsterdam.nl/planamsterdam

1

Betaalbare huurwoningen, terrasjes in de zon, wildebloemenbermen, een buurthuis, meer speeltuinen, meer groen, meer kunst, meer politie op straat en niemand dronken op het schoolplein: een greep uit de wensen en behoeften van de bewoners van de buurt Reigersbos in stadsdeel Zuidoost. Het afgelopen jaar zijn medewerkers van de gemeente de wijk ingegaan om met bewoners te praten over hun ervaringen. Met hulp van onder andere de Hogeschool van Amsterdam en Hoodlab Zuidoost zijn de problemen in de buurt in kaart gebracht. Want aan de vooravond van zijn veertigste verjaardag kampt Reigersbos met ouderdomsklachten. Er is armoede, werkloosheid en achterstallig onderhoud. Sommige plekken zijn sociaal onveilig, er zijn te weinig maatschappelijke voorzieningen en woningen voor jongeren en ouderen. Maar de oogst aan wensen en ideeën uit het bewonerstraject laat zien dat er ook kansen liggen in Reigersbos. Voor specifieke plekken zijn snelle, tijdelijke oplossingen bedacht: een foodtruck, een buurtcentrum, kunst in de openbare ruimte. Ook slimme combinaties van sociale en fysieke ingrepen kwamen bovendrijven. Een opknapbeurt of herinrichting van de openbare ruimte? Benut dat moment om ook de sociale veiligheid te vergroten en mogelijkheden voor sport en spel te realiseren. Sociale en ruimtelijke uit­

04 | 2019

dagingen hangen namelijk vaak met elkaar samen. Zeker in een ‘ontwikkelbuurt’ als Reigersbos. In de 32 ontwikkelbuurten van Amsterdam zijn de maatschappelijke problemen groter dan in de rest van de stad. Het zijn bij uitstek plekken waar werk aan de winkel is als het gaat om kansengelijkheid voor alle Amsterdammers. In het eerste artikel van deze Plan Amsterdam kunt u meer lezen over de hardnekkige problematiek van ontwikkelbuurten en het Amsterdamse antwoord daarop. Om in deze buurten blijvende vooruitgang te boeken, moeten interventies uit het ruimtelijke en sociale domein bij elkaar gebracht worden. Niet incidenteel, maar lang­ durig en structureel. Met praktijkvoorbeelden uit Noord, Zuidoost en Nieuw-West laten we zien hoe dit gebiedsgericht en samen met Amsterdammers vorm krijgt. In het laatste artikel draait alles om schaalniveaus. U leest hoe de gemeente samenhang aanbrengt in de ruimtelijke vernieuwing van ontwikkelbuurten, aangrenzende buurten en de stad als geheel. Alle inspanningen zijn erop gericht om de scherpe contrasten tussen bestaand en nieuw te laten vervagen, zodat bewoners van élke buurt van de stad kunnen profiteren van de economische ontwikkeling van Amsterdam. De redactie

03


Vliegwiel voor verandering door Max van Engen, Henriette Rombouts en Maartje van de Beek m.van.engen@amsterdam.nl / henriette.rombouts@amsterdam.nl / maartje.van.de.beek@amsterdam.nl

Veel meisjes in Amsterdam willen graag Lieke, Shanice of Sari zijn, veel jongetjes Virgil, Hakim of Frenkie. Allemaal hebben ze de droom om later in de Johan Cruijff ArenA te spelen voor Ajax en Oranje. Maar wat nu als jij een meisje of jongetje bent en nergens in jouw buurt een fatsoenlijke plek hebt om elke dag te kunnen voetballen?

Er is geen mooi aangelegde voetbalkooi. Of er is wel een plek, maar daar ga je liever niet naartoe omdat die altijd vol ligt met zwerfvuil en hondenpoep, of omdat er altijd oudere jongens en mannen rondhangen die onduidelijke dingen doen, soms zelfs met wapens. Als je wel zorgeloos kunt voetballen, dan kan dat alleen op een hobbelveld met een in elkaar gezakt doel en moet je oppassen je enkels niet te breken. Naar een echte voetbalclub, laat staan een voetbalschool, kun je niet want je ouders hebben er geen geld voor. Als ze al aandacht voor je hebben en niet bezig zijn om werk te vinden, of om met moeite een fatsoenlijke maaltijd op tafel te zetten. Als jij dat meisje of jongetje bent, is de kans groot dat jij in een ‘ontwikkelbuurt’ woont.

Dit verhaal is niet nieuw In een stedelijke omgeving is het een gegeven dat sommige buurten achterblijven bij de rest van de stad. De mensen die daar wonen hebben minder kansen en mogelijkheden dan andere stadgenoten. Sommige Amsterdamse buurten klimmen op door jarenlange, stevige investeringen en inspanningen van overheid en corporaties, of doordat ze worden ontdekt door nieuwe stedelingen die zich daar vestigen en een omslag teweegbrengen. Maar er zijn ook buurten die al decennia in de onderste regionen van de slechte lijstjes staan. Vroeger noemden we dat achterstandsbuurten. Om de bewoners in deze in deze buurten ook een wenkend

04

Plan Amsterdam

perspectief te bieden en hen te laten profiteren van de voorspoed in onze stad, spreken we nu over ontwikkelbuurten. Met een puur Amsterdamse aanpak krijgen deze ontwikkelbuurten nu extra inzet en focus. Dit verhaal is niet nieuw. De Oosterparkbuurt, de Pijp en recentelijk de Kolenkit in ‘Bolo’ (Bos en Lommer) hebben zich van achtergebleven buurt met achterstanden en armoede ontwikkeld tot hip en betaalbaar, sommige zelfs tot een buurt voor de happy few. Veel van de voormalige stadsvernieuwingsbuurten hebben in meer of mindere mate zo’n ‘gentrificatieslag’ doorgemaakt. Maar er zijn ook Amsterdamse buurten die ondanks de economische voorspoed van de laatste jaren en alle eerdere investeringen en inspanningen níet profiteren van economische groei en andere kansen. Waar het níet beter mee gaat. Waar veel bewoners moeite hebben om rond te komen, werk te vinden en te houden, minder gezond zijn dan andere Amsterdammers, moeite hebben met lezen en schrijven. Waar veel kinderen in armoede opgroeien en niet dezelfde kansen hebben als kinderen in andere buurten. Waar de leefbaarheid onder druk staat, de openbare ruimte verloederd is of gewoon geen kwaliteit heeft, de stedelijke vernieuwingsoperatie gestokt is door de laatste economische crisis en de woningen van slechte kwaliteit zijn. Waar mensen zich niet veilig voelen, de buurteconomie onder druk staat, soms zelfs sprake is van ondermijning. Buurten met vele >


1 Enkele Amsterdamse ontwikkelbuurten. In stadsdeel Noord liggen bijvoorbeeld Volewijck (a) en de Vogelbuurt (b), in Nieuw-West de Reimerswaalbuurt (c) en De Punt (d) en in Zuidoost de H-buurt (e). Bewoners van deze buurten ervaren onder andere overlast van zwerfvuil (b, c). Met de ontwikkelbuurtenaanpak wordt onder andere de kwaliteit van de openbare ruimte verbeterd. / Six of Amsterdam’s developing neighbourhoods. Volewijck (a) and Vogelbuurt (b) in Noord; Reimerswaalbuurt (c) and De Punt (d) in Nieuw-West; H-buurt in Zuidoost (e). Litter (b, c) is one

of the nuisances experienced by local communities living in these neighbourhoods. The developing neighbourhoods approach aims to improve the quality of the public space. Foto’s: Edwin van Eis (a t/m d) en Alphons Nieuwenhuis (e)

1a

1b

1c

1d

1e

04 | 2019

05


2 Onderdoorgang tussen de Osdorperban en de Nieuwe Laan, Nieuw-West. Toegankelijke en veilige verbindingen tussen buurten zijn onderdeel van de ontwikkelbuurtenaanpak. / Tunnel between Osdorperban and Nieuwe Laan in Nieuw-West. Accessible and safe connections are part of the developing neighbourhoods approach. Foto: Edwin van Eis

2

zogenaamde ‘wicked problems’ die niet los van elkaar staan maar juist met elkaar verweven zijn, waardoor de ‘wickedness’ alleen maar toeneemt. Ook in stedenbouwkundig opzicht zijn de ontwikkelbuurten niet altijd even sterk: denk aan een gebrek aan stadsstraten, niet toegeëigend groen, inflexibele monofunctionaliteit, strokenverkaveling en dode punten en achterkanten waardoor een ‘unheimische’ openbare ruimte ontstaat. Amsterdam heeft anno 2019 32 ontwikkelbuurten en ze liggen in de stadsdelen Noord, Zuidoost en Nieuw-West. In deze buurten zijn de maatschappelijke problemen vergeleken met de rest van de stad het grootst en vallen ze het meest hard­nekkig samen. Het is niet toevallig dat deze ontwikkelbuurten vrijwel uitsluitend aan de randen van de stad liggen. Historisch gezien is dit te duiden doordat vooral tijdens de stedelijke vernieuwingsperiode van de jaren negentig en 2000 het eenzijdige woning­aanbod binnen de ring nogal veranderd is door het (gemeentelijke en rijks-) verkoopbeleid van corporaties en de toevoeging van nieuwbouwkoopwoningen en duurdere huurwoningen. In de ontwikkelbuurten is die stedelijke vernieuwingsoperatie ‘gestokt’ en daarmee ook de differentiatie die in andere buurten van bijvoorbeeld Nieuw-West, maar ook West en Oost, wél heeft plaatsgevonden. Stadsvernieuwing en wijkaanpak De ontwikkelbuurtenaanpak staat in een lange Amsterdamse traditie van het aanpakken van achterstanden in

06

Plan Amsterdam

buurten en van het helpen van de mensen die daar wonen. De stadsvernieuwingsoperatie van midden jaren zeventig tot eind vorige eeuw was vooral gericht op de kwaliteit van de woningen: goede en gezonde woningen voor iedereen en bouwen voor de buurt. Eind jaren ’90 werd de fysieke aanpak verbreed door ook sociale en economische aspecten te betrekken bij de wijkgerichte aanpak, stedelijke vernieuwing en het grotestedenbeleid. Daarna volgde de wijkaanpak (2007-2011), ook wel bekend onder de namen Vogelaaraanpak, prachtwijken- of krachtwijkenaanpak, die vooral gericht was op leefbaarheid in de buurt, participatie en ‘empowerment’ van buurtbewoners. Waar stadsvernieuwing, stedelijke vernieuwing, grotestedenbeleid en wijkaanpak landelijk geïnitieerd en gedragen werden – met de bijbehorende grote potten geld vanuit het Rijk – is de huidige ontwikkelbuurtenaanpak puur Amsterdams.

Breed palet aan doelen Stedelijke ontwikkeling en vernieuwing van buurten zijn aan elkaar verbonden. Door een integrale manier van werken in de ontwikkelbuurtenaanpak worden grootschalige vernieuwing en verduurzaming van de fysieke leefomgeving en verbetering van de sociaaleconomische status van bewoners aan elkaar gekoppeld. De gemeente werkt samen met bewoners, corporaties, andere maatschappelijke partners en ondernemers aan vijf doelstellingen: 1 Verbetering van de kwaliteit van woningen, woonomgeving en gebouwde voorzieningen


4a

4b

Noord Volewijck Vogelbuurt Banne-Noord Zuidoost Reigersbos K-buurt H-buurt Nieuw-West Lodewijk van Deysselbuurt Reimerswaalbuurt De Punt Amsterdam gemiddeld

20181

80 73 71 57 58 73

20172

7,2 7,5 – – – –

90 84 40

5,3 6,3 7,4

42

7,8

20172

6,7 6,8 – – – – 4,6 5,7 6,9 7,3

rapportcijfer onderhoud woningen in de buurt

3

rapportcijfer onderhoud eigen woning

5 Percentage corporatiewoningen en rapportcijfers voor de eigen woning, het onderhoud van de eigen woning en van woningen in de buurt voor negen ontwikkelbuurten ten opzichte van het gemiddelde in Amsterdam. / Percentage of corporation houses and scores for people’s own homes, the maintenance of their homes and of other homes in the neighbourhood, for nine developing neighbourhoods compared to the Amsterdam average. Bronnen: Onderzoek, Informatie en Statistiek1 / Wonen in Amsterdam2

rapportcijfer woning

4 ‘De Verfdoos’ in de Lodewijk van Deysselbuurt tijdens de renovatie in 2007 (a) en in 2019 (b). / ‘De Verfdoos; in Lodewijk van Deysselbuurt neighbourhood during its renovation in 2007 (a) and in 2019 (b) Foto’s: coenderijk / Nationale Beeldbank (a) en Edwin van Eis (b)

percentage corporatiewoningen

3 Een zestigerjarenpand in Amsterdam Slotervaart, in 2010 gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. / A building from the 1960’s in Amsterdam Slotervaart, which was demolished in 2010 to make way for new buildings. Foto: BasinBeeld / Nationale Beeldbank

20172

6,6 6,4 6,6 6,8 6,6 6,7 4,5 5,3 6,5 7

5

2 Verbetering van de leefbaarheid 3 Verbetering van de sociaaleconomische positie van de buurt en haar bewoners 4 Koppeling van stedelijke ontwikkelingsgebieden aan strategische buurtontwikkeling 5 Verbetering van de energetische kwaliteit (duurzaamheid) van de woningen, waaronder het aardgasvrij maken van bestaande en nieuwbouw Deze doelstellingen zijn voor een deel te bereiken met fysieke ingrepen in de buurten. Soms zijn het kleine ingrepen zoals het aanbrengen van meer groen of het opknappen van de stoep. Het kan ook gaan om infrastructurele ingrepen zoals het aanleggen van een fiets-

pad waardoor nieuwe verbindingen tussen wijken ontstaan. Dit soort fysieke ingrepen zijn ondersteunend aan de aanpak van de sociale en veiligheidsopgaven in buurten. De eerste ervaringen met de aanpak werden opgedaan in 2017. In 2018 heeft het huidige college van B en W een sterke impuls aan de aanpak gegeven vanuit de gedachte dat deze buurten naast een complexe cocktail van problemen juist ook kansen hebben. Het zijn namelijk buurten waar nog veel mogelijk is, die niet ‘af’ zijn, waar nog letterlijk en figuurlijk ruimte voor bewoners is om initiatieven te nemen en te groeien. >

04 | 2019

07


6 Maatschappelijke voorzieningen, zoals scholen, vormen een belangrijke schakel in het verbeteren van de leefbaarheid in ontwikkelbuurten. In NieuwWest is de oude Prof. Dr. H. Kraemerschool (a) sinds maart 2019 in een nieuw schoolgebouw gehuisvest. Foto b: de Lucasschool aan de Osdorperban. / Social amenities, such as schools, play an important role in improving the quality of life in developing neighbourhoods. The Prof. Dr. H. Kraemer School (a) in Nieuw-West moved to a new building in March 2019. Photo b: the Lucas School in Osdorperban. Foto’s: Edwin van Eis

6a

6b

Woningen en voorzieningen De eerste doelstelling van de ontwikkelbuurtenaanpak gaat over verbetering van de woningen en van de woonomgeving en voorzieningen. Niet zo gek, als je bedenkt dat de buurten die in Noord en Nieuw-West liggen vrijwel zonder uitzondering dé buurten zijn waar de economische crisis roet in het eten gooide. De machine kwam in 2008 en 2009 tot stilstand. Sindsdien is vaak alleen het hoognodige onderhoud uitgevoerd en is niet structureel door corporaties geïnvesteerd in de kwaliteit van de woningen. In veel ontwikkelbuurten is dus renovatie van de bestaande voorraad nodig. In deze buurten liggen ook kansen voor verdichting en dit kan een interessante oplossingsrichting zijn. De verdichting is echter op zich geen opgave voor de ontwikkelbuurten. Naast renovatie bestaat de opgave uit het verbeteren van de gebouwde omgeving (denk bijvoorbeeld aan de oude parkeergarages in de Molenwijk en de K-buurt) en het herinrichten van openbare ruimte en groen. Parken en speelplekken worden in vrijwel alle buurten heringericht. Alle buurten hebben sterk verouderde of helemaal geen maatschappelijke voorzieningenclusters. Deze

08

Plan Amsterdam

worden toegevoegd of verbeterd. Tot slot zal de aandacht in een aantal buurten uitgaan naar het verbeteren van de fysieke verbindingen met aangrenzende buurten. Denk aan betere fietsroutes door buurten, betere doorstroming of betere bereikbaarheid met het openbaar vervoer. Leefbaarheid en buurteconomie Naast de woonomgeving richt de ontwikkelbuurtenaanpak zich op enkele van de meest prangende vraagstukken van deze tijd: hoe houden we de stad leefbaar? Zodat het er prettig en veilig wonen, werken en recreëren is. En hoe zorgen we ervoor dat álle Amsterdammers profiteren van de groei van de stad en dat de bij­ komende voordelen niet alleen zijn bestemd voor de happy few? Daarom besteedt de aanpak specifiek aandacht aan een goede wisselwerking tussen ontwikkelbuurten en gebieden die aangrenzend daaraan nieuw ontwikkeld worden. Denk bijvoorbeeld aan het ontwikkelgebied Amstel III, grenzend aan ontwikkelbuurt H-buurt (stadsdeel Zuidoost) of aan de ontwikkeling van het Hamerkwartier in stadsdeel Noord, grenzend aan ontwikkelbuurt Oud Noord, IJplein/Vogelbuurt (zie pagina 14). >


7 Impressie van het toekomstige metrostation

Holendrecht, dat op de grens ligt van de ontwikkelbuurt Holendrecht en het aangrenzende Amstel III. Voorbeeld van een investering in het beter verbinden van ontwikkelbuurten met aangrenzende gebieden. / An impression of the future Holendrecht metro station, which is situated on the border of Holendrecht and the adjacent Amstel III. Amsterdam is connecting the various developing neighbourhoods with neighbouring areas. Impressie: DCAP

8 Belangrijke verkeersaders, zoals hier de Osdorperban, bieden mogelijkheden om de bereikbaarheid van de buurten te verbeteren en het woning- en voorzieningenaanbod te versterken. / Main roads, such as here in Osdorperban, provide opportunities to improve the accessibility of neighbourhoods and upgrade the area’s housing and facilities. Foto: Edwin van Eis

7

8

04 | 2019

09


9 De afgelopen decennia, vooral sinds de economische crisis, is in veel gevallen te weinig geïnvesteerd in de groenvoorziening van ontwikkelbuurten. De komende jaren zullen in vrijwel alle aangewezen buurten parken en speelplekken worden verbeterd, zoals hier in Banne Noord. / In recent decades and especially since the economic crisis of 2008, too little has been invested in green spaces for developing neighbourhoods. In the coming years, parks and playgrounds in nearly all selected neighbourhoods such as Banne Noord, pictured here, will be regenerated. Foto: Sanne Couprie

9

Ook de buurteconomie in ontwikkelbuurten wordt, daar waar dat zinnig en (economisch) verstandig is, gestimuleerd. Winkelgebieden worden aantrekkelijker door investeringen in de inrichting van de openbare ruimte en door maatschappelijke voorzieningen in de winkelgebieden te verbeteren. Ontmoeting en levendigheid kunnen gestimuleerd worden met ‘placemaking’, al dan niet door transformatie van slechtlopend commercieel vastgoed. Wanneer (buurt)economische activiteiten illegaal worden, de samenleving ondermijnen en negatief bijdragen aan de veiligheid, worden ze ook onderdeel van de aanpak in een buurt. In de ontwikkelbuurten zijn in 2019 en 2020 minimaal 60 werkbrigadisten per jaar aan de slag. De Werk­ brigade biedt Amsterdammers met afstand tot de arbeidsmarkt een kans op een betaalde baan door mee te werken aan het terugdringen van achterstallig onderhoud en aan het schoon, heel en veilig houden van ontwikkelbuurten. Twee vliegen in één klap, want

10

Plan Amsterdam

de buurten worden leefbaarder en meer mensen doen mee in de maatschappij. Mensen waarvan de kans groot is dat ze, als de statistieken kloppen, zelf ook in één van de ontwikkelbuurten wonen. In gesprek met bewoners De participatie- en democratiseringsambitie van het huidige college van B en W speelt ook sterk in de ontwikkelbuurtenaanpak. Steevast is de eerste stap bij het maken van plannen: wat wil de bewoner? Het ophalen van wensen en behoeften is daarom een vast onderdeel van de aanpak. Een belemmering hierbij is dat dit vóór de economische crisis ook al is gedaan, maar dat een groot deel van deze plannen in de huidige ontwikkelbuurten door de crisis in de koelkast is beland of is stopgezet. Het is soms ingewikkeld om het vertrouwen terug te winnen van Amsterdammers die zich vergeten en weggestopt voelen. Daarom is het belangrijk dat we als overheid - en andere instituties zoals corporaties - niet te veel beloven en toezeggen, >


10 Speelplaats langs de spoorlijn tussen ontwikkelbuurt H-buurt en Amstel III in Zuidoost. Betere groenplekken en speelvoorzieningen vergroten de toegankelijkheid en het leefbaarheidsgevoel van bewoners. / Playground along the railway embankment between the H-buurt developing neighbourhood and Amstel III in Zuidoost. Improved green spaces and playgrounds increase accessibility and residents’ quality of experience. Foto: Marilène Dubois

11 Het verbeteren van de buurteconomie is ook onderdeel van de ontwikkelbuurtenaanpak. In buurtcentrum The Beach, middenin de Wildeman-Blomwijckerbuurt in stadsdeel Nieuw-West, werden de afgelopen tijd ook activiteiten georganiseerd. / Improving the local community economy is part of the developing neighbourhood approach. Recently, various such activities have been organised at The Beach community centre, which is located at the heart of the Wildeman-Blomwijckerbuurt neighbourhood in the city district of Nieuw-West. Foto: The Beach

12 Met placemaking wordt bedrijvigheid en levendigheid gestimuleerd. Vanuit de Grote Wisseltruck verkopen verschillende ondernemers in Stadsdeel Zuidoost hun etenswaren. De foodtruck draagt bij aan de lichamelijke gezondheid en biedt jonge ondernemers de kans om te groeien. / Placemaking is used to boost activity and vitality. Catering businesses in Zuidoost can sell their foods from the Grote Wisseltruck. This food truck contributes to healthy eating and offers young entrepreneurs the opportunity to grow.

10

11

12

04 | 2019

11


13 Participatie is belangrijk om de haalbaarheid van plannen te onderzoeken. In Banne Noord en Banne Zuid worden bijvoorbeeld regelmatig buurtbijeenkomsten georganiseerd om ideeën te verzamelen. / Local resident participation is important to explore the feasibility of plans. In Banne Noord and Banne Zuid this is done by organising frequent neighbourhood gatherings to collect ideas. Foto: Marco Keyzer

14 Ontwikkelbuurten zijn levendige en diverse plekken. In Banne Zuid werd dit jaar al voor de 22ste keer het Banne Bruist Festival georganiseerd. Veel bewoners deden mee met de jaarlijkse rommel- en informatiemarkt en muziekoptredens. / Developing neighbourhoods are lively and diverse. Earlier this year, the 22nd Banne Bruist Festival was held in Banne Zuid, with many local people taking part in musical performances and the annual flea and information market. Foto’s: Sander Foederer

dat we doen wat we beloven en dat ook laten zien. Juist relatief kleine en zichtbare successen kunnen dienen als vliegwiel om met bewoners in gesprek te gaan en een nieuwe stap te zetten in de ontwikkeling van de buurt.

De incidentenvalkuil Daadwerkelijke, structurele veranderingen worden alleen bereikt met langdurige, ingrijpende en effectieve investeringen en ingrepen. Dit is misschien wel de belangrijkste les geweest van de wijkaanpak (20072011): die inzet bleef incidenteel. De investeringen in de Vogelaarwijken wierpen wel vruchten af, maar toen het (rijks)geld op was bleek de andere manier van (samen)werken onvoldoende ingebed in ‘het normale’ werken. De aanpak was niet regulier geworden en is aan de tijdelijkheid ten onder gegaan. Amsterdam kiest nu expliciet voor de mensen – en daarmee de buurten – die het het moeilijkst hebben en doet dat door keuzes te maken in regulier beleid, met reguliere middelen en capaciteit. Opgave- en kansengericht investeren en sturen dus. Deze expliciete keuze is de stevigste garantie om niet weer in de incidentenvalkuil van de wijk- of Vogelaaraanpak te vallen. Het budget dat gereserveerd is voor de ontwikkelbuurten (gemiddeld 10 miljoen per jaar) ondersteunt het vliegwiel van de ontwikkeling. En bij de besteding ervan is ‘regulier worden’ een belangrijk criterium. Maar wat als op een gegeven moment andere keuzes gemaakt worden en ook deze aanpak in de incidentenvalkuil belandt? Zeker bij ontwikkelbuurten, waarvoor zeer langdurig bestuurlijk, ambtelijk en maatschappelijk commitment nodig is, blijft dit risico er. De tijd zal het leren. Des te belangrijker is het om vanuit de bestaande sturingsmethodiek van regulier beleid richting te geven aan deze opgave, en gebiedsgericht te blijven werken.

Gebiedsmanagement als uitgangspunt De complexiteit van de opgave in ontwikkelbuurten vraagt om een integrale sturing op buurtniveau met gebiedsmanagement als uitgangspunt. Juist in deze buurten blijkt dat er iets anders nodig is dan een standaard palet aan interventies. Het is hier van belang dat op kleinschalig niveau sturing plaatsvindt op hoe problematiek samenhangt en hoe kleine en soms

12

Plan Amsterdam

grotere kansen benut kunnen worden. Dat betekent dat gebiedsmanagers samen met bewoners, inhoudelijk deskundige afdelingen van de gemeente Amsterdam en andere partijen die in de buurt werken, zoals corporaties, het beste toegerust zijn om aan te geven wat de buurt nodig heeft. Zij zijn het beste in staat om positieve verandering in gang te zetten en zij zijn dan ook leidend als er doelen en prioriteiten voor de buurt gesteld moeten worden. Het gebiedsmanagement, de gebiedsmanager, voert de regie. Dát is de ideaalsituatie, maar daar zijn we in Amsterdam nog niet helemaal. Het is een manier van werken waar we naartoe groeien. De bestuurlijke urgentie en prioriteit voor de ontwikkelbuurten fungeert daarbij als vliegwiel om het gebiedsgericht werken verder te ontwikkelen. De keuze om de reguliere middelen en capaciteit integraal in te zetten in de buurten met de grootste opgaven, en dit langdurig en structureel vol te houden, is misschien wel de belangrijkste kritieke succesfactor voor de ontwikkelbuurtenaanpak. Hoe ziet dit eruit in de praktijk? Het betekent bijvoorbeeld dat er in buurten met veel overlast door jongeren mogelijkheden zijn om samen met jongeren een jongerencentrum te ontwikkelen, met aanbod waar zij echt iets aan hebben. Of dat nieuw groen in buurten wordt aangelegd en goed wordt onderhouden. Of dat buurten aan elkaar worden verbonden door een goede fiets­ verbinding en met goede (maatschappelijke) voor­ zieningen. Het ontwikkelbuurtenbudget wordt aan­ gewend om dit op te starten. Daarna moeten deze maatregelen worden opgenomen in ‘het gewone’ aanbod van de gemeente. Aanbod dat voor álle buurten van hoogwaardig niveau is, zodat alle Amsterdammers hier graag gebruik van maken. Zodat Amsterdamse kinderen niet opgroeien in armoede en onzekerheid, en verzekerd zijn van goed onderwijs, aandacht en professionele zorg. Zodat die droom om ooit in de Johan Cruijff ArenA te spelen voor elk Amsterdams kind werkelijkheid kan worden.


13b

13a

14a/b


Wat willen bewoners? Noord: ongedeelde wijk door Anika van de Water

Amsterdam Noord ondergaat een grootscheepse verandering. Volgens de huidige projectplannen zal het aantal woningen in het stadsdeel meer dan verdubbelen. Vooral aan de IJ-oevers, in het Hamerkwartier, Overhoeks, Buiksloterham, NDSM en Haven-Stad wordt de komende jaren flink gebouwd. Maar ook het Centrumgebied rondom het Buikslotermeerplein verandert. De ongedeelde wijk is een centrale ambitie in deze ontwikkelingen. De gebiedsontwikkeling in Noord vindt plaats naast bestaande, vaak kwetsbare, wijken. Een deel van deze wijken zijn ontwikkelbuurten. Bewoners uit die bestaande wijken maken zich zorgen over wat de verandering van Noord betekent voor het leven in hun vertrouwde buurten. Deze snelle ontwikkeling heeft grote gevolgen voor de betaalbaarheid van het leven in het stadsdeel en voor de bereikbaarheid, letterlijk en figuurlijk. En de ervaring leert dat het verbinden van bestaande kwetsbare wijken met nieuw te bouwen wijken niet vanzelf gaat. Zonder interventie is het risico op segregatie en tweedeling tussen de wijken groot. Maar met een gerichte integrale aanpak kunnen de bestaande buurten zelfs profiteren van de ontwikkeling. Amsterdam neemt daarom de ‘ongedeelde wijk’ als uitgangspunt in zowel de gebiedsontwikkeling als in de plannen voor de ontwikkelbuurten. Zo wil de stad scherpe contrasten tussen bestaand en nieuw tegengaan en zorgen dat héél Noord baat heeft bij de economische ontwikkeling van Amsterdam. De gemeente heeft voor vijf onderwerpen doelen geformuleerd en werkwijzen ontwikkeld: wonen, openbare ruimte, voorzieningen, economie en sociaal. Afspraken over woningen De gemeente gebruikt transformatie als kans om woningen te bouwen voor bewoners uit Noord die wooncarrière willen maken. Ouderen kunnen van een bovenwoning zonder lift in de IJplein/Vogelbuurt doorverhuizen naar een ‘age friendly’ woning in het Hamerkwartier. De woning die zij achterlaten, komt dan beschikbaar voor bijvoorbeeld gezinnen. De afspraken hierover maakt de gemeente samen met de woningcorporaties die bezit hebben in de bestaande buurten én

14

Plan Amsterdam

met de ontwikkelaars die in de nieuwe gebieden de woningen gaan bouwen. Op deze manier worden afspraken gemaakt over de nieuwe sociale huurwoningen in het Hamerkwartier en het bestaande vastgoed in de IJplein/Vogelbuurt, maar ook over de woningtypen en een mix van woonmilieus. Wisselwerking Het fysieke deel van het plan voor de ontwikkelbuurten wordt verbonden met het plan voor de openbare ruimte in de gebiedsontwikkeling en vice versa. Een mossige grasstrook in Tuindorp Oostzaan die de NDSM verbindt aan de achterliggende buurten moet bijvoorbeeld een park worden voor nieuwe én bestaande bewoners. En de nieuwe recreatie-oever aan het IJ wordt via logische routes snel en veilig toegankelijk voor alle bewoners. Om dit mogelijk te maken komen er nieuwe oversteekplaatsen bij in de bestaande buurten en worden locaties voor sport, spel en groen over de oude en nieuwe buurten verdeeld. Nieuwe voorzieningen, zoals een gezondheidscentrum of podiumfunctie, komen zo veel mogelijk op de scheidslijn van de nieuwe wijken en de bestaande buurten. Op die manier kunnen bewoners uit de bestaande buurten én nieuwe bewoners goed gebruik maken van deze voorzieningen. Omliggende buurten meenemen Nu staan we met elkaar voor de uitdaging om deze ambities te vertalen naar concrete afspraken en uitvoerbare plannen. Dat kan alleen met een integrale en flexibele blik, voor de korte en lange termijn. Projectmanagers en stedenbouw­ kundigen moeten over de grenzen van het project heen kijken en de uitdagingen van de omliggende buurten meenemen in elke fase van de planvorming. En daarnaast rekening houden met duurzaamheid, klimaatneutraal en het snel bouwen van veel nieuwe woningen. Het stadsdeel en het sociaal domein moeten de opgaven van nu vertalen naar ontwikkelingen over tien jaar of langer. Dit is een complex proces dat vraagt om volharding, maar het is wel noodzakelijk als Amsterdam een inclusieve stad wil zijn en blijven.

Anika van de Water werkt als projectmanager bij het Projectmanagementbureau gemeente Amsterdam aan projecten in het sociaal domein, grenzend aan het fysieke domein.


1 Bewoners uit de IJplein/Vogelbuurt onder­houden gezamenlijk een voedseltuin in Noord. / Residents from the IJplein/Vogelbuurt neigh­ bourhoods work together to tend this allotment in Noord. Foto: Alphons Nieuwenhuis

1

3

2 Tussen het Buikslotermeerplein en station Noord wordt flink gebouwd. Zandsculpturen houden de bouwput levendig. / There is a lot of building activity going on in the area between Buikslotermeerplein and Noord metro station. Sand sculptures cheer up the building site. Foto: Alphons Nieuwenhuis

3 Dromen van bewoners van verschillende buurten voor de grasstrook in Tuindorp Oostzaan. / Residents’ dreams for the grass strip at Tuindorp Oostzaan. Illustratie: De Sneltekenaars

2

15


Aardgasvrij wonen in Banne Noord door Danielle Driessen

In 2040 moet heel Amsterdam aardgasvrij zijn. De stakeholders, verenigd in de City Deal Aardgasvrij – gemeente, corporaties, particuliere eigenaren, VvE’s, energie­ leveranciers en netbeheerder – werken volgens het proces ‘Wijken Aardgasvrij Maken’ (WAM!). In alle ontwikkelbuurten wordt een plan gemaakt voor het aardgasvrij maken van de buurt. Dit proces sluit aan bij het plan- en besluitvormingsproces van de ontwikkelbuurten (Plaberum). Voor ontwikkelbuurt Banne Noord is een projectbesluit in voorbereiding. Hierin staat met welke wamteoplossing(en) de wijk aardgasvrij gemaakt wordt. Bewoners worden in straatgesprekken, bewonersbijeenkomsten en werkgroepen betrokken bij de verdichting, voorzieningen, de inrichting van de openbare ruimte, het groen en het aardgasvrij maken van de buurt. Voor aardgasvrij geldt dat bewoners invloed hebben op het alternatief voor aardgas dat voor de buurt gekozen wordt. Uiteindelijk bepalen de huiseigenaren met elkaar welk warmtesysteem (verwarming en warm tapwater) zij kiezen voor hun bezit. In grote lijnen zijn er drie opties als alternatief voor aardgas: 1 een warmtenet waarbij de warmte van verschillende bronnen kan komen 2 een all-electric systeem 3 biogas In Banne Noord worden een warmtenet en een all-electric systeem met elkaar vergeleken. Biogas is nog onvoldoende beschikbaar voor toepassing in woningen. Bij elke optie moet daarnaast het kookgas vervangen worden door elektrisch koken. Aardgasvrij is onderdeel van de plannen voor elke ontwikkelbuurt. Met deze integrale werkwijze kan Amsterdam ‘werk met werk maken’. Dit bespaart kosten en zo wordt bovendien de overlast voor de buurt beperkt. De herinrichting van de openbare ruimte in Banne Noord kan straks gecombineerd worden met de aanleg van een warmtenet en/of verzwaring van het elektriciteitsnet. In andere ontwikkelbuurten worden grootschalige renovaties van corporaties slim benut voor de transitie naar aardgasvrij.

16

Plan Amsterdam

Belangen, zorgen en wensen De energietransitie is niet alleen een technische operatie. Het raakt mensen in hun huis en portemonnee. Aandacht voor bewonersparticipatie is daarom cruciaal en daarin werken aardgasvrijregisseur en -planteam samen. De belangen, zorgen en wensen van bewoners komen in gesprekken met bewoners duidelijk in beeld. Huurders en particuliere eigenaren hebben andere belangen en beweegredenen om mee te willen denken over aardgasvrij. Voor huurders is het belangrijk dat de gekozen oplossing betaalbaar is en de werkzaamheden in hun huis en de buurt niet voor veel overlast zorgen. Particuliere eigenaren zien kansen en voelen zich erg betrokken bij de energietransitie. Ze moeten zelf investeren in de nieuwe energievoorziening, zijn kritisch over de duurzaamheid van de warmteoplossing en willen weten hoeveel subsidie zij kunnen krijgen. Voor eigenaar-bewoners in een Vereniging van Eigenaren (VvE) omvat de weg naar aardgasvrij ook nog eens ingewikkelde besluitvorming. Puzzel Banne Noord Voor Banne Noord werd in het eerste onderzoeksjaar duidelijk dat integraal en in één keer aardgasvrij worden niet mogelijk is. Daarom maakt de gemeente nu in overleg met alle huiseigenaren een gefaseerd plan dat nauwkeurig afgestemd wordt met de openbare ruimteaanpak, groen en nieuwbouw van woningen en voorzieningen. Een ingewikkelde puzzel waarin rekening gehouden moet worden met de belangen van verschillende partijen. Vertegenwoordigers van woningcorporaties, particuliere eigenaren en VvE’s buigen zich in een werkgroep over de fasering en de warmteoplossing(en). De particuliere eigenaren (van grondgebonden woningen) hebben ruimte gekregen om samen met de gemeente te onderzoeken of zij gebruik kunnen maken van water uit het Noordhollandsch Kanaal (aquathermie). Drie VvE’s maken een verduurzamingsplan, inclusief aardgasvrij, voor hun flats. De puzzelstukjes moeten straks in elkaar vallen om naar een volgende fase te kunnen gaan: het maken van een uitvoeringsplan voor de hele buurt.

Danielle Driessen werkt als participatiestrateeg voor het programma Amsterdam Aardgasvrij.


1 Koken op inductie tijdens het Banne Bruist Festival. / Cooking on induction at Banne Bruist Festival. Foto: Sander Foederer

2 In en rond de aardgasvrijbus gaat de gemeente

in gesprek met bewoners over aardgasvrij wonen. / The council tours the city to engage with residents in a dialogue about natural gas free living. Foto: Danielle Driessen

3 Bewoners van Banne Noord denken mee over de inrichting van de buurt. / Residents from Banne Noord engage in plans for their neighbourhood. Foto: Heidi Lansbergen

1

2

3

17


De K-buurt: ontwerpen met een sociaal contract door Harry Wien

De K-buurt is het zuidoostelijke deel van de Bijlmer. Hier is de afgelopen decennia flink gesloopt en zijn laagbouwwoningen gebouwd. Het hart van de buurt bestaat uit winkelcentrum de Kameleon, metro­ station Kraaiennest en de daaromheen gelegen voorzieningen. Voor het hart van de buurt is in 2004 een stedenbouwkundig plan vastgesteld dat deels is uitgevoerd. In 2009 kwam de uitvoering stil te liggen. Als je nu over de Karspeldreef rijdt zie je grote grasvelden liggen, de bouwkavels die plaats kunnen bieden aan zes- tot negenhonderd woningen en bijbehorende voorzieningen. Naast de fysieke opgave heeft deze buurt een flinke sociaal­ economische opgave. Veel mensen hier zijn bezig met overleven. Participatiestaking In 2017 en2018 is een intensief participatietraject georganiseerd om het oude stedenbouwkundige plan aan te passen aan de huidige tijd. Gedurende acht maanden zijn honderden buurtbewoners op verschillende manieren betrokken. Tijdens de slotbijeenkomst riep een aantal bewoners, verenigd in Hart voor de K-buurt (HVK), een ‘participatiestaking’ uit, omdat ze kritiek hadden op de inrichting en uitvoering van het participatieproces. De gemoederen liepen hoog op en de verhoudingen tussen ambtenaren, bewoners en politiek, maar ook de onderlinge verhoudingen in de buurt, stonden onder druk. De Hogeschool van Amsterdam (HvA) en de Universiteit van Amsterdam (UvA) hebben het proces onderzocht en over hun bevinden geadviseerd. Bewoners leidend, een experiment Het nieuwe bestuur heeft na zijn aantreden gekozen voor een doorstart met andere accenten: planvorming met ruime mogelijkheden voor zeggenschap voor bewoners. Dit naar aanleiding van de uitgeroepen participatiestaking en de aanbevelingen van de UvA en HvA. De gemeente wil samen met buurtplatform Hart voor de K-buurt - verreweg de actiefste

18

Plan Amsterdam

groep in de buurt - de planvorming oppakken, waarbij de gemeente faciliterend is en de bewoners leidend. Bewoners maken in samenwerking met de gemeente een aantal producten. In een ‘sociaal contract’ spreken beide partijen de spelregels en kaders af. Bij het ontwerpen zijn discussies te verwachten over de ambities in relatie tot de beschikbare budgetten. Om dit inzichtelijk en beheersbaar te houden zal er modulair ontworpen worden. Eerst wordt een goed basisontwerp gemaakt, dat eventueel kan worden aangevuld met modules waarover de politiek moet besluiten. Fysieke, sociale én economische doelen De gemeente stelt samen met bewoners een document op waarin staat wat de K-buurt voor buurt wil zijn: het ‘dna’ van de buurt. Ook de oogst van het oude participatietraject wordt benut: eventuele gemiste kansen worden ter beoordeling voorgelegd aan het bestuur. Zo werken gemeente en bewoners de komende maanden toe naar een ruimtelijk plan ter voorbereiding op de inrichting van de bouwkavels en de openbare ruimte. In het kader van de ontwikkelbuurten zal er ook aandacht zijn voor een sociale aanpak en tijdelijke ingrepen. Zo worden twee prangende behoeftes in de K-buurt snel opgepakt: een eigen plek voor jongeren en een zakelijke plek waar jonge ondernemers een professionele start kunnen maken. Dit zijn bij uitstek opgaven waarbij fysieke, sociale en economische doelstellingen hand in hand kunnen gaan. Gemeente laat los De belangrijkste openbare-ruimteopgave is het plein Kraaiennest en omgeving. Het idee is dat bewoners het voorontwerp van het plein aansturen. Om de kwaliteit te borgen krijgen zij ondersteuning van een professionele ontwerper of adviseur, betaald door de gemeente. Omdat bewoners het leven in de buurt goed begrijpen, kunnen zij helpen om de juiste sfeer te creëren en de juiste snaar te raken. Gemeente en bewoners komen voordat het ontwerp start overeen wat de randvoorwaarden zijn. Verder heeft de gemeente een faciliterende en toetsende rol. Dit betekent dat de gemeente haar initiërende rol loslaat.

Harry Wien is vanuit het Projectmanagementbureau gemeente Amsterdam werkzaam als overall projectmanager gebiedsontwikkeling & transformatie Bijlmer Oost.


1 De K-buurt vanuit metrohalte Kraaiennest. / The K-buurt neighbourhood seen from Kraaiennest metro stop. Foto: Marco Keyzer

2 Markt onder metrohalte Kraaiennest. / The market underneath Kraaiennest metro stop. Foto: Renata Chede

3 Het plein Kraaiennest en omgeving. Bewoners gaan zelf het voorontwerp voor het nieuwe plein aansturen, ondersteund door een professionele ontwerper. / Kraaiennest central square and surrounding area. Local residents will drive the draft design for the new square, supported by a professional designer. Foto: Edwin van Eis

1

2

3

19


Richting geven aan ontwikkelbuurten met de Kansen-en-verbindingen­ methode door Aafke Post en Pieterjan van Agtmaal aafke.post@amsterdam.nl / p.van.agtmaal@amsterdam.nl

Amsterdam groeit richting 1,1 miljoen inwoners in 2050. Met het verder ontwikkelen van de stad zijn de fysieke en sociaaleconomische opgaven groot, vooral in de ontwikkelbuurten van Noord, Zuidoost en Nieuw-West. Een samenhangende en integrale aanpak op de ‘tussenschaal’ is nodig, want stedelijk beleid richt zich vooral op het schaalniveau van de hele stad en projecten kijken en reiken vaak niet verder dan de projectgrens of aangrenzende buurten. Om deze twee werelden met elkaar in verband te brengen, is de Kansen-en-verbindingenmethode ontwikkeld. Met de Kansen-en-verbindingenmethode die de gemeente in stadsdeel Noord heeft ontwikkeld, komt het tussenschaalniveau in beeld. Deze tussenschaal, die weergegeven wordt op een kaart, biedt context voor zowel het stedelijke beleid als voor de projecten. Vrijwel elk stadsdeel maakt het komende jaar zo’n integrale kaart op basis van de Kansen-en-verbindingenmethode, ter ondersteuning van de jaarlijkse ruimtelijke, financiële én samenwerkingsprocessen. Samen vormen deze kaarten straks één geheel. Dat kan dienen als basis voor ruimtelijke planvorming, als toetsingskader voor het bestuur en als input voor de Omgevings­ visie, de Groenvisie en andere beleidsstukken. Door alle kaarten aan elkaar te rijgen ontstaat een overzicht

20

Plan Amsterdam

van de belangrijkste structuren en bijbehorende ambities van de stad. Thema’s als cultuurhistorie, landschap, groen, sport, stedenbouw, mobiliteit, milieu en voor­ zieningen komen aan bod. We werken in Amsterdam samen over de gebiedsgrenzen om deze structuren met elkaar te verbinden.

Satéprikker De kern van de methode is integraliteit. Een integrale Kansen-en-verbindingenkaart maakt het mogelijk om samenhangende en afgewogen keuzes op de schaal van een stadsdeel te maken. De analyse van de huidige en gewenste structuren brengt kansen in beeld, daar waar ontbrekende schakels zijn. De opgaven die uit de >


1 Integrale Kansen-en-verbindingenkaart Amsterdam Noord. / Comprehensive Opportunities and Connections map of Amsterdam’s Noord district.

2 Groenstructuurkaart Amsterdam Noord uit de integrale Kansen-en-verbindingenmethode. / Green structure map for Amsterdam Noord, part of the comprehensive Opportunities and Connections approach. Noordgrens / Noord boundary bestaande Hoofdgroenstructuur / existing primary green structure gewenste uitbreiding groenstructuur / desired expansion of green structure waterland / waterland

1

2

04 | 2019

21


3 Kansen-en-verbindingenmethode Amsterdam Noord: de satéprikker. / Skewered representation of opportunities and connections for Amsterdam Noord.

stedenbouwkundige ontwikkelingen / urban developments

sport en recreatie / sports and recreation

langzaam verkeer / slow traffic

groenkaart / green spaces

integrale Kansen-en-verbindingenkaart / comprehensive Opportunities and Connections map

overige structuurkaarten: cultuurhistorisch landschap, bomen, water, openbare ruimte, stadsstraten, autonetwerk, ov, hoogbouw, zelfbouw, voorzieningen / other structure maps: cultural heritage landscape, trees, water, public space, streets, roads, public transport, high-rise buildings, self builds, facilities

3

kansen voortkomen, dragen bij aan het helen van de structuren. De integraliteit ontstaat door met een denkbeeldige satéprikker een overzicht van alle opgaven op een betreffende locatie te genereren. Een voorwaarde voor deze methode (en tegelijk de meerwaarde) is een goede samenwerking tussen iedereen in het ruimtelijke veld, waardoor gezamenlijke focus ontstaat. Dán stimuleert de werkwijze integraliteit tussen de projecten en de bestaande wijken in de stad en komt gebiedskennis en stedelijk beleid bij elkaar. De methode bevordert bovendien de samenhang tussen verschillende ambities van het college van B en W, en maakt het mogelijk projectoverstijgend keuzes te

22

Plan Amsterdam

maken binnen en tussen projecten, thematische studies en opgaven. De Kansen-en-verbindingenmethode is geen blauwdruk. De stad blijft immers veranderen, nieuwe kansen en nieuwe inzichten zullen zich blijven aandienen. De methode moet dus actueel blijven. Hoe is dat geregeld? Projectplannen, gebiedsuitwerkingen en themagerichte ambities geven verdieping aan de structuurkaarten. In Noord vindt jaarlijks actualisering plaats in een gecombineerd opdrachtgeversoverleg met ambtelijk opdrachtgevers en trekkers van projecten en gebieden. Zij bespreken nieuwe kansen en knel­ punten interdisciplinair, geven richting aan projecten


4 Ingezoomde Kansen-en-verbindingenkaart Banne Noord, Amsterdam Noord. / Zoom-in on opportunities and connections for Banne Noord, in Amsterdam’s Noord district. Verzamelkaart / Multi-themed map middengebied / central area ecologische zone / ecological zone ecologische verbinding / ecological connection fietsverbinding / cycle route zoekgebied stedenbouw / search area urban development

belangrijk knooppunt / main junction speciaal programma / special programme eigen karakter hof / courtyard oriëntatie landschap / orientation on undeveloped land oriëntatie IJdoornlaan / orientation on IJdoornlaan

4

en scherpen de structuurkaarten aan. Deze manier van werken helpt opgaven aan elkaar te koppelen, integrale keuzes te maken en opdrachtgeverschap te professionaliseren.

vormen de basis voor de groeiende stad. Goed verankerd en volgens het principe van ‘de ongedeelde wijk’ (zie pagina 14) geeft de ontwikkeling van Noord een kwaliteitsimpuls aan bestaand Noord.

Noord

Voor het opstellen van de ruimtelijke planproducten (gebiedsuitwerkingen, principe-, project- en investeringsnota’s) van de zeven ontwikkelbuurten wordt in Noord gewerkt met een integrale kaart op buurtniveau; de zogenaamde Ingezoomde Kansen-en-verbindingenkaart. Hiermee kunnen samenhangende en afgewogen keuzes gemaakt worden om de buurten toekomst­ bestendig te maken en goed te verbinden met de omgeving. Speciale aandacht gaat uit naar maatschap>

In Noord liggen zeven ontwikkelbuurten; de Molenwijk, Banne Noord en Zuid, De Kleine Wereld, Waterlandpleinbuurt, Volewijck en IJplein/Vogelbuurt. De ontwikkelbuurten worden op basis van de Kansen-en-verbindingenmethode integraal en in samenhang met de grote nieuwbouwprojecten (ontwikkelgebieden) aangepakt. De kenmerkende (cultuurhistorische) identiteit van Noord en de door de methode versterkte structuren

04 | 2019

23


5 Integrale Kansen-en-verbindingenkaart Klap­ rozenweg, Amsterdam Noord. / Comprehensive Opportunities and Connections map for Klaprozenweg, in Amsterdam’s Noord district.

bomen kans / opportunity for planting trees mogelijke bouwkavels / possible new building plots

voorgestelde rooilijnen / proposed building lines bestaande fietsroute / existing cycle route fietsroute kans / possible new cycle route bestaande autoroute / existing car route autoroute kans / possible new car route bestaande busbanen / existing bus lanes oversteekpunt kans / possible new crossing

buurtgrens / neighbourhood boundary aandachtsgebied / area of special interest voorkant aan laan / front facing street onderzoekslocaties / research locations groenimpuls / new greenery toegankelijker maken groen / creating access to green spaces

Th. weeversweg

H. Cleyndert

weg

J. Drijverweg

5

n

de Wieden

IJdoornlaa

IJdoornlaan Station Noord

s116

CAN gebied / Winkelcentrum Buikslotermeer

6

24

6 Ingezoomde Kansen-en-verbindingenkaart De Kleine Wereld, Amsterdam Noord. / Zoom-in on opportunities and connections for De Kleine Wereld, in Amsterdam’s Noord district.

Plan Amsterdam


creëren stadsstraat met tweezijdige fietsroute /

creating street with cycle lanes on both sides verbeteren onderdoorgang A10 / improving A10 viaduct fiets en wandelroute verbeteren / improving pedestrian and cycle routes uitbreiding hoofdboomstructuur / expansion of main tree structure oorspronkelijke dijk / original dike openbare ruimte kansen / public space opportunities de Wieden uitbreiden / expanding the Wieden

7 Ingezoomde Kansen-en-verbindingenkaart Molenwijk, Amsterdam Noord. / Zoom-in on opportunities and connections for Molenwijk, in Amsterdam’s Noord district. a infrastructuur / infrastructure b bebouwing / built environment c landschap / undeveloped land

a

b

7 c

pelijke en sociale accommodaties en participatie­ trajecten met bewoners, maatschappelijke organisaties en andere betrokkenen. Aanvullend daarop wil de gemeente samen met corporaties en marktpartijen investeren in de kwaliteit van woningen en leefomgeving, en de energetische kwaliteit van de woningen vergroten (aardgasvrij, zie pagina 16). In Noord is de gemeente in 2019 ook integrale Kansen-en-verbindingenkaarten gaan ontwikkelen voor verschillende ‘lange lijnen’, zoals de IJdoornlaan, Klaprozenweg en de Noordhollandsch Kanaalzone. Én voor specifieke thema’s zoals cultuurhistorie, landschap, groen, water en biodiversiteit, verwerkt in een integrale Landschapskaart. Voor de komende jaren is dit in Noord dé basis om de grote bouwopgave kwalitatief goed in te passen, zodat ‘rood’ en ‘groen’ elkaar omarmen.

04 | 2019

Nieuw-West: Principenota GeuzenveldSlotermeer In Amsterdam Nieuw-West liggen 19 van de 32 ontwikkelbuurten. De Punt, Osdorp Midden-Noord en de Blomwijcker- en Wildemanbuurt liggen in Osdorp, de Jacob Geelbuurt in Slotervaart. Het overgrote deel van de ontwikkelbuurten ligt echter in GeuzenveldSlotermeer. Een kader voor de ruimtelijke vernieuwing van geheel Nieuw-West, zoals in de Parkstadtijd, is er niet. In de ontwikkelbuurten blijkt de Nota Cultuurhistorie Amsterdam Nieuw-West uit 2013 wel goed bruikbaar om randvoorwaarden voor de ruimtelijke ontwikkeling te formuleren. Deze nota is namelijk niet alleen beperkend, maar geeft ook ruimte aan de noodzakelijke door­ ontwikkeling van het gebied. Het beleid biedt voldoende flexibiliteit om in te spelen op de toenemende >

25


0 Nederlands / Engels Foto: xxx legenda / legenda

8

9

10

26

Plan Amsterdam


8 Op het Sloterstrand komen alle bevolkings­ groepen samen en is de kracht van het gebied en haar bewoners zichtbaar. / People from all backgrounds congregate on Sloterstrand, showing the strength of the area and its residents. Foto: Tim Nagtegaal

9 Plein ’40-’45 wordt samen met bewoners en ondernemers heringericht, onder andere via placemaking, co-creatie en herprogrammering. / Plein ‘40-’45 Square is being redeveloped in collaboration with local people and businesses, through place­ making, co-creation and reprogramming. Foto: Pieterjan van Agtmaal

behoefte aan verdichting en functiemenging. Ook de gewijzigde aanpak van vernieuwing, waarin een grotere stem en rol is neergelegd voor bewoners en stake­ holders, is hiermee goed te combineren. Maar daarmee is het nog geen afgewogen integraal kader voor de vernieuwing. De ontwikkelbuurten in Geuzenveld-Slotermeer vormen een groot aaneengesloten gebied met vergelijkbare en samenhangende opgaven. De gemeente heeft in samenwerking met woningcorporaties de Principenota Geuzenveld-Slotermeer opgesteld. Dit ‘Plaberumproduct’ is eigenlijk niet bedoeld voor een gebied van een dergelijke grootte. Ook de inhoud gaat op onderdelen verder dan in deze planfase gebruikelijk is. Toch was dit noodzakelijk, omdat er geen richting op de tussenschaal was. Het maken van een stadsdeelbreed ontwikkelkader zoals in de Parkstadperiode werd door gemeente en corporaties als te tijdrovend ervaren. De kracht van het gebied en zijn bewoners geldt als uitgangspunt voor de vernieuwing. De principenota bevat een minimaal aantal overkoepelende kaders, die richting geven aan de verschillende projecten in het gebied. De kaders geven aan waar ruimte is voor verdichting (en ook waar niet), welke marges gelden voor de bebouwingshoogte van nieuwbouw en welke onderdelen van de bebouwing en van de openbare ruimte in samenhang moeten worden ontwikkeld. Voor strategische plekken is beschreven welke rooilijnen in acht moeten worden genomen. De huidige groenen waterstructuur blijft als uitgangspunt intact, maar plaatselijk worden wijzigingen voorgesteld. Ook wordt ruimte gereserveerd voor nieuwe maatschappelijke en commerciële voorzieningen. De meeste ruimtelijke ontwikkelingen vinden plaats rondom Plein ’40-’45 en bij de Burgemeester Röellstraat. Hoewel met de principenota de noodzakelijke richting voor de vernieuwing is vastgelegd, bestaat er nog steeds behoefte aan een beleidsinstrument op de tussenschaal voor heel Nieuw-West. Een instrument waarin bestaande kaders als de Nota Cultuurhistorie, de Principenota Geuzenveld-Slotermeer, de (in ontwikkeling zijnde) Visie voor de Ringzone West en de Visie voor de Sloterdijken geïntegreerd en beter afgestemd worden.

04 | 2019

10 De Burgemeester Röellstraat in Nieuw-West wordt een nieuwe concentratie van commerciële en maatschappelijke voorzieningen. / Burgemeester Röellstraat in Nieuw-West district will be home to a new concentration of commercial and social facilities. Impressie: Jurian Voets

Nieuw-West start daarom, met Noord als voorbeeld, met het opstellen van een Kansen-en-verbindingenkaart.

Zuidoost: Blik op de Bijlmer Ook in Zuidoost bestaat geen stadsdeelbrede visie op de ruimtelijke ontwikkeling van het stadsdeel. Voor een deel van het gebied is er de studie Blik op de Bijlmer, een diepgaande verkenning van de toekomstige opgaven en ontwikkelprincipes voor de Bijlmer. Deze studie dient als input voor vier van de zes ontwikkelbuurten (en andere) projecten, verspreid over de Bijlmer. De studie startte in 2017 met een hernieuwde analyse van het gebied waarin ook de wensen en ideeën van bewoners een plek kregen. Daaruit bleek dat er kansen liggen om de ruimtelijke kwaliteit sterk te verhogen, waardoor de Bijlmer voor meer doelgroepen een aantrekkelijke woonbestemming wordt. Die kansen zijn vertaald naar ruimtelijke opgaven op vier schaalniveaus: de stad als geheel (de omringende gebieden van Zuidoost), het stadsdeel Zuidoost, de Bijlmer en de afzonderlijke buurten van de Bijlmer. Op basis van de analyse zijn vier principes geformuleerd, die als leidraad fungeren voor de gewenste kwalitatieve verbeteringen: 1 Versterken van bestaande ruimtelijke structuren 2 Creëren van plekken en buurten met een sterke eigen identiteit 3 Toevoegen en mengen van afwisselende en productieve functies 4 Nieuwe en/of sterkere verbindingen tussen buurten, met de wijken, met de stad en omringende gebieden Binnen de heldere structuur van dreven en subcentra liggen alle buurten in de Bijlmer op loopafstand van een subcentrum. Het groen en water zijn de andere belangrijke dragers van de ruimtelijke structuur. De studie Blik op de Bijlmer pleit dan ook voor het versterken van de groenstructuur langs de oost-west fietsroutes en aan de Bijlmerring. Daarnaast zou in de ‘historische Bijlmer’, zoals het Bijlmermuseum en de G/H-buurt, vooral de verblijfsfunctie van het groen moeten worden versterkt. Het Mandelapark kan opgewaardeerd worden tot een volwaardig stadspark voor de Bijlmer. >

27


11 Blik op de Bijlmer. / View on Bijlmer. a Schaal van de stad. / At the scale of the city. b Schaal van het stadsdeel. / At the scale of

12 Op alle schaalniveaus - vooral op het niveau van de wijk en de buurt - vraagt de openbare ruimte om een kwaliteitssprong. Onlogische fiets-, water- en groenroutes worden verbeterd en ontbrekende schakels worden aangelegd. / At all scale levels – but especially the residential area and the neighbourhood – the quality of the public space is in need of substantial improvements. The plans provide for better laid out cycle, water and green routes as well as adding missing links.

Gooiseweg

Duivendrecht

Spoorzone

the city district. c Schaal van de wijk. / At the scale of the residential area. d Schaal van de buurt. / At the scale of the neighbourhood.

m

a Tr

13 Middenin gemeentelijk beschermd stadsgezicht Bijlmermuseum komt een paviljoen als ruimte voor informatie over de vernieuwing, workshops, debat, tentoonstellingen en horeca. / The protected Bijlmermuseum cityscape will house a new pavilion serving as a centre for information, workshops, debate, exhibitions and catering.

Fietsverbindingen

19

11a

Bullewijk Mandelapark

Fietsverbindingen

Arenapoort

11b

Venserpolder

Mandelapark

H-buurt Noord K-midden

H-buurt Zuid

Voetgangers

Metro

11d

Fiets

Tram

12

28

E-buurt

Geerdinkhof

Arenapoort

Bijlmer museum

Cluster 6

11c

D-buurt

Ganzenhoef

Plan Amsterdam

Mandelapark

Anton de Komplein

Kortvoort Bijlmermuseum Kantershof Kelbergen K-buurt zuid


14 Naast een plek van commercie en gezelligheid zou de markthal in Ganzenhoef een hot spot op het gebied van duurzaamheid kunnen worden, gericht op gezond en duurzaam voedsel, recycling van voedsel en verpakkingen, lessen in duurzaam leefgedrag, koken en biologisch tuinieren. / As well as a place to eat and gather, the Ganzenhoef market hall could become a hotspot for sustainability, focusing on healthy and sustainable food, recycling food and packaging, courses in sustainable living, cooking, and organic gardening.

14

13

Hoewel Blik op de Bijlmer in de praktijk goed werkt, blijkt er ook in Zuidoost behoefte aan een stadsdeelbreed kader voor de ruimtelijke vernieuwing. Blik op de Bijlmer wordt daarom uitgebreid en ingezet in het hele stadsdeel.

Kansen-en-verbindingenkaarten voor de hele stad In Nieuw-West en Zuidoost worden de bestaande kaders op de tussenschaal voor de ontwikkelbuurten nu ook geĂŻntegreerd in een Kansen-en-verbindingenkaart. Deze kaarten gaan gelden voor het hele grondgebied van deze stadsdelen. De in Noord ontwikkelde methodiek vormt het uitgangspunt. In stadsdeel Zuid

04 | 2019

is de integrale kaart inmiddels in de maak en ook de stadsdelen Oost en West starten met Kansen- en verbindingenkaarten. De kaarten brengen niet alleen samenhang in de vernieuwing van de ontwikkelbuurten en andere projecten, maar kunnen ook stadsbreed en in samenhang met elkaar worden bekeken. Ze vormen belangrijke gebiedsgerichte input voor de Omgevingsvisie. Ook voor de gebiedsagenda’s van de stadsdelen kan uit de Kansen-en-verbindingenkaarten worden geput. Zo kunnen we lokale en stedelijke opgaven beter aan elkaar koppelen en wisselwerking en kennisoverdracht tussen beide schaalniveaus in de stad voor elkaar krijgen.

29


Summary

Developing Neighbourhoods Catalyst for change

What do residents want?

In the urban environment some neighbourhoods lag behind the rest of the city. Many people living here have fewer opportunities than their fellow city dwellers in other districts. Amsterdam has 32 of these ‘developing neighbourhoods’, spread across areas in Noord, Zuidoost and Nieuw-West districts. They share a number of ‘wicked’, interrelated problems such as poverty, illiteracy and health problems. The urban design in these parts is often below par as well. Adopting a quintessentially Amsterdam approach, these developing neighbourhoods are receiving added support and focus.

Noord: an undivided neighbourhood New developments in Amsterdam’s Noord district are often located near vulnerable neighbourhoods. Without any management there is a high risk of division and segregation between the two neighbourhoods. This is why Amsterdam applies the ‘undivided neighbourhoods’ principle in their plans for new developments as well as developing neighbourhoods. In this way, the council wants to avoid sharp contrasts between existing and new neighbourhoods and ensure that the whole of Noord can benefit from the city’s economic development.

As well as problems, these neighbourhoods also present a number of opportunities, notably the fact that they are not ‘finished’: there is still room for local residents to initiate new plans for their communities. This is why the approach always includes collecting local needs and wishes. In collaboration with local residents, housing corporations, social partners and local businesses, the council has committed itself to: 1 connecting the neighbourhoods’ strategic development to urban development areas; and improving: 2 quality of housing, living environment and facilities 3 quality of life 4 social and economic conditions 5 energy sustainable quality of housing, including natural gas free solutions for new as well as existing homes The approach to improving these developing neighbourhoods is characterised by an integrated programme, linking large-scale redevelopment and sustainability improvements in the area to the improvement of local communities’ social and economic status. Interventions in the physical environment, such as creating more green spaces, support the solving of social problems in neighbourhoods and making them safer places to live in. Another characteristic of Amsterdam’s approach is area-based management, with political urgency serving as a catalyst for developing area specific measures. Possibly the single most important success factor is the decision to commit comprehensive, structural and long-term resources and capacity to the most challenging neighbourhoods.

30

Natural gas-free living in Banne Noord Part of the plans for the developing neighbourhoods is disconnecting them from the natural gas grid. Adopting an integrated approach will save costs as well as limit nuisances for the neighbourhoods. As it is not possible to disconnect all homes at once in Banne Noord, the council is working with all home owners to agree a phased plan in line with the plans for the public space, green spaces, new housing developments and facilities. This is a challenging puzzle with many different stakeholders and interests that all need to be taken into account. Ensuring the participation of local residents is crucial in this process. The K neighbourhood: social contract design The council wants to prepare its planning for Zuidoost’s K-buurt neighbourhood in collaboration with local community platform Hart voor de K-buurt. In this process, the council plays a facilitating role, while the local residents have the lead. Together, the council and the local community will agree standards and frameworks, working towards a spatial plan to prepare for the planning of building plots and the public space. Immediate needs are quickly addressed. Think for example of investing in places for young people and young entrepreneurs, challenges which are particularly suited to combining physical, social and economic objectives.

The Opportunities and Connections Approach The developing neighbourhoods in Noord, Zuidoost and Nieuw-West need a broad, integrated approach at the intermediate scale. At the moment, city policies are mainly geared

Plan Amsterdam

towards the overall, city-wide scale, while individual projects are limited to the local project scale. In order to focus on the intermediate scale, the council is introducing the Opportunities and Connections Approach. The intermediate scale is shown on a map. By linking up the maps of all the city districts, one can create an overview of the city’s most important structures and ambitions. Showing the various connected opportunities across the city, these maps are an important input for the city’s Environment and Planning Vision and for planning the goals and priorities for Amsterdam’s 22 local districts. In Noord, the spatial planning products for seven developing neighbourhoods are drafted using a map showing the individual neighbourhoods as well as the ‘long lines’ across, such as Klaprozenweg. For the coming years, this map will be the basis for safeguarding good quality planning of large-scale new developments. In Nieuw-West, where 19 of the 32 developing neighbourhoods are located, the council has produced a policy draft for GeuzenveldSlotermeer, in collaboration with local housing corporations. This draft includes a minimum amount of overarching frameworks, guiding the various projects in the area. The area’s regeneration is based on the strengths of the neighbourhoods and their residents. As NieuwWest also needs an intermediate scale policy instrument, a map with opportunities and connections will be included. For four of the six developing neighbourhoods in Zuidoost, the Blik op de Bijlmer (View on Bijlmer area) study will provide significant input. The document is an in-depth exploration of future challenges and development principles for the Bijlmer area, identifying opportunities to significantly increase the neighbourhoods’ spatial quality and turn the Bijlmer into an attractive area to live for a broader group of people. This research study will be used for all neighbourhoods in Zuidoost.


Over de auteurs

Plan Amsterdam is een uitgave van Gemeente Amsterdam en is online te lezen via: www.amsterdam.nl/planamsterdam

Henriette Rombouts (1965) – Is stedelijk procesmanager aanpak Ontwikkelbuurten en adjunct directeur Projectmanagementbureau gemeente Amsterdam – Studeerde politicologie aan de Universiteit van Amsterdam – Heeft gewerkt aan projecten op het gebied van wonen en gezondheid in Amsterdam – Schreef aan diverse rapporten en adviezen als partner van RIGO Research en Advies

– – –

Maartje van de Beek (1989) Is projectmanager stedelijk team Ontwikkelbuurten gemeente Amsterdam Studeerde bestuurs- en organisatiewetenschap aan de Universiteit Utrecht Heeft gedurende 2,5 jaar gewerkt aan de aanpak van armoede en samen met Amsterdammers en samen­ werkingspartners nieuwe projecten en beleid ontwikkeld – Creëert vanuit het stedelijk team Ontwikkelbuurten de randvoorwaarden om in de buurten samen met bewoners zichtbare verbeteringen te realiseren

Max van Engen (1968) – Is sinds medio 2014 directeur Wonen en sinds 2017 ambtelijk opdrachtgever Ontwikkelbuurten bij de gemeente Amsterdam – Werkt sinds 2009 voor de gemeente Amsterdam, tot medio 2014 als hoofd kunst en cultuur, kwartiermaker herinrichting gemeentelijke sportorganisatie en programmamanager Amsterdam World Cities Culture Summit 2014 – Studeerde theaterwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en werkte 25 jaar in het professionele theater, onder andere als dramaturg, eindredacteur theatervakblad, docent ondernemen in cultuur en zakelijk/ financieel manager

Aafke Post (1962) – Is sinds 1989 senior hoofdontwerper/landschapsarchitect bij Ruimte en Duurzaamheid gemeente Amsterdam – Heeft lesgegeven aan de Technische Universiteit Delft en aan de Amsterdam Academy of Architecture, waar zij ook zelf heeft gestudeerd – Is inhoudelijk coördinator landschap, stedenbouw en openbare ruimte in stadsdeel Noord – Werkt vanaf 2019 als landschapsarchitect aan de modernisering van de Amsterdamse volkstuinparken – Is auteur van het boek Noorderpark (2006, Architectura & Natura)

Pieterjan van Agtmaal (1970) – Is sinds 1 oktober 2019 teamleider Ruimte en Duurzaamheid voor team Nieuw-West, gemeente Amsterdam – Werkte onder andere als stedenbouwkundige aan de stedelijke vernieuwing van de Westelijke Tuinsteden (2000-2018) en aan de Principenota Geuzenveld-Slotermeer (2018) – Studeerde in 1996 af als planoloog aan de Universiteit van Amsterdam op het thema stedelijke vernieuwing in Antwerpen en in 1994 aan de Hogeschool van Utrecht, richting stedenbouw – Zijn fascinatie voor modernisme begon bij een zomercursus Städtebau (1993) aan het Bauhaus Dessau en werd verder gevoed tijdens reizen door Brazilië

04 | 2019

31


Stadsbeeld 04/19 Schoonschip

Foto: Isabel Nabuurs

Duurzame drijvende woonwijk Buiksloterham zet als (her)ontwikkelgebied vol in op de thema’s circulair en duurzaamheid. Dat is in deze buurt extra bijzonder omdat Buiksloterham een vervuilend industriegebied is geweest. Bovendien is er veel zelfbouw, wat betekent dat de nieuwe bewoners dezelfde ambities moeten hebben als de gemeente op het gebied van duurzaamheid. Een exemplarisch voorbeeld hiervan is de wijk Schoonschip met 46 huishoudens, verspreid over 30 waterkavels die onderdak verlenen aan 105 milieubewuste bewoners. Hun streven is duidelijk: Schoonschip moet de meest duurzame drijvende wijk van Europa worden. De woningen zijn aardgasvrij. Ze worden van energie voor-

zien met behulp van 30 warmtepompen, warmteterugwinning, 500 zonnepanelen, zonneboilers en een smart grid. Ook op sociaal gebied wil Schoonschip zich profileren. Zo is het de ambitie om gezamenlijk en lokaal voedsel in te kopen en wordt gewerkt aan elektrische deelmobiliteit. Nu de duurzame drijvende woonwijk bijna compleet is heeft Schoonschip een nieuw spreekwoordelijk vlaggenschip geĂŻnitieerd: stichting Pioneer Vessel. De komende jaren gaat de stichting, met hulp van bewoners van Schoonschip, innovatieve concepten testen. www.facebook.com/Schoonschip


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.