Luchtwegklachten - Influenza
In het eerste halfjaar van 2023 wordt gemiddeld 31 procent van de gemelde gezondheidsklachten in de Online Monitor gewijd aan respiratieklachten. Dit is in lijn met het gemiddelde van 30 procent van de afgelopen drie jaar. De gemelde respiratieklachten laten ook een seizoensfluctuatie door de jaren heen zien, waarbij de meldingen aan het einde van 2022 weer toenemen. De vier belangrijkste veroorzakers voor respiratieklachten zijn infecties met Actinobacillus pleuropneumoniae (App), het Influenza A-virus (IAV), Mycoplasma hyopneumoniae (Mhyo) en het PRRS-virus (PRRSv).
IAV-infecties bij dieren zijn momenteel een thema, zowel in de humane als veterinaire gezondheidszorg. Belangrijke redenen hiervoor zijn de aanhoudende uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza (H5N1) op pluimveebedrijven en het zoönotische potentieel van influenza. Dit wordt versterkt door de infecties van met name wilde zoogdieren met hoogpathogene aviaire influenza (H5N1).
IAV-infecties kunnen voorkomen in vogels, zoogdieren en mensen. Classificatie van de verschillende types vindt plaats op basis van de combinatie van de hemagglutinine (H) en neuraminidase (N) eiwitten. De influenzastammen verantwoordelijk voor infecties bij varkens zijn H1N1, H1N2 en H3N2. Mutaties (antigenic drift) en recombinaties van de H- en N-eiwitten (antigenic shift) tussen verschillende Influenza-stammen maken dit een virus dat constant van belang blijft.
Infectie met IAV bij varkens is één van de primaire luchtweginfecties en is, na streptokokken en App, de meest gemelde waarschijnlijkheidsdiagnose in de Online Monitor. Het klinisch beeld wordt gevormd door hoesten, niezen, conjunctivitis en neusuitvloeiing. Bij aanvullend onderzoek wordt vaak een longontsteking aangetroffen. Een infectie met IAV heeft negatieve effecten op productie door verminderde fitheid en kans op verwerpen, maar ook meer kans op een infectie met secundaire of opportunistische ziekteverwekkers zoals PRRS en streptokokken. De ernst verschilt daardoor per uitbraak en bedrijf. Viruscirculatie, in stand gehouden door biggen, kan bijdragen aan het endemisch worden van een infectie op een bedrijf.
Over de laatste jaren zien we geen concrete verandering in het aantal meldingen in de Online Monitor van IAV bij varkensbedrijven (zie onderstaand figuur). Wel is er een duidelijke seizoensinvloed zichtbaar, met een hoger aantal meldingen van IAV in de wintermaanden.
Via VeekijkerNieuws houden wij u elk kwartaal op de hoogte van nieuws uit de monitoring van diergezondheid bij varkens. Mocht er tussendoor iets belangrijks spelen dan sturen wij u daarover een e-mail.
Aanmelden
sectiemateriaal
jan-19mrt-19mei-19jul-19sep-19nov-19jan-20mrt-20mei-20jul-20sep-20nov-20jan-21mrt-21mei-21jul-21sep-21nov-21jan-22mrt-22mei-22jul-22sep-22nov-22jan-23mrt-23mei-23
U kunt dieren 24 uur per dag, 7 dagen per week aanmelden voor pathologisch onderzoek via www.gddiergezondheid.nl/ophaaldienst of 088 20 25 500. Wij halen dieren die ’s avonds voor 22.00 uur zijn aangemeld de eerstvolgende werkdag op. Voor een optimaal onderzoek is het belangrijk om een volledige anamnese toe te voegen. Ook is het van belang vers materiaal in te sturen (koelen in warme tijden en bij strenge vorst op een droge afgeschermde plek binnen plaatsen) en een dier te selecteren dat representant is van het probleem.
Salmonella groep E bij varkens
Zoutintoxicatie bij vleesvarkens
Salmonellose, ofwel ziekte door een infectie met salmonella, bij zoogdieren is meldingsplichtig conform de wet Dieren, en specifiek de Regeling Houders van Dieren, in overeenstemming met de EU Diergezondheidsverordening 2016/429. De dierhouder, dierenarts of laboratorium dient een melding te doen bij de NVWA. De meeste salmonella-infecties bij varkens in Nederland verlopen zonder verschijnselen (ofwel subklinisch) door salmonella-bacteriën uit de groep B (bijvoorbeeld S. Typhimurium) of D (bijvoorbeeld S. Enteriditis). Maar wat te doen in geval van een bijzondere salmonella positieve kweek zonder dat duidelijk is of er een directe impact op diergezondheid en/of volksgezondheid is?
In juni 2023 werd, min of meer als toevalsbevinding, een bijzondere salmonella gekweekt uit de darm van een gespeende big waarbij klachten speelden ten gevolge infectie door E. coli (oedeemziekte). Bij microscopisch onderzoek werd een kleine afwijking gevonden waarvan niet kon worden uitgesloten dat die door de salmonella was veroorzaakt. Bij nader onderzoek bleek het te gaan om een salmonella uit de zogenaamde groep E. In serogroep E, vallen onder andere S. Amsterdam, S. Anatum, S. London en vele anderen. De diagnose ‘salmonellose’ kon niet worden gesteld, omdat niet geconcludeerd kon worden dat de dieren ziek zijn geweest van deze salmonella.
Om een goede risico-inschatting te kunnen maken van het belang van deze bevinding is een aantal stappen genomen door de Veekijkerdierenarts, in samenspraak met de bedrijfsbegeleidend dierenarts. Eerst is contact opgenomen met de dierenarts voor aanvullende anamnese betreffende de bedrijfsvoering en de klinische verschijnselen op het bedrijf en de vraag om dit in komende periode nadrukkelijk te monitoren. Er was geen sprake van diarree of andere verschijnselen passend bij salmonellose. Het bedrijf heeft een hoge hygiëne standaard en heeft geen publieksfunctie. Daarmee werd het risico voor de algemene bevolking als laag ingeschat. Om een inschatting te maken over het verspreidingsrisico is de dierenarts gevraagd om extra monsters (slofjes) te nemen uit de hokken van de biggen die waren ingestuurd en uit andere hokken. Er zijn echter geen salmonella positieve monsters meer gevonden. Tot slot is het Signaleringsoverleg-Zoönosen (SO-Z) informeel geïnformeerd over de bevinding om uit te sluiten dat er geen verheffing van salmonella serogoep E in de humane populatie gelijktijdig plaatsvindt. Op basis van alle vervolgstappen is geconcludeerd dat de positieve salmonella een toevalsbevinding is zonder risico voor de humane gezondheid.
Jaarlijks stuurt GD een random set salmonella-isolaten van diverse serogroepen op anonieme basis naar het RIVM voor nadere typering. Deze typering dient om het voorkomen van diverse salmonella-stammen bij mensen en dieren in Nederland te monitoren. Daarmee draagt GD bij aan de monitoring van salmonella-infecties bij mens en dier.
Lymfoom bij een varken
In juni 2023 werd een varken van 10 maanden oud ingestuurd voor pathologisch onderzoek, met klachten van vermageren, hoesten, onvoldoende reactie op therapie en dat uiteindelijk gestorven was. Bij sectie werd een sterke zwelling van lymfeknopen in de buik en borstholte (15 tot 20 centimeter groot) geconstateerd. Nader immunohistochemisch onderzoek wees uit dat er sprake was van een maligne B-cel-lymfoom. De hoestklachten bij dit varken kunnen worden verklaard door de 15 centimeter grote zwelling in het mediastinum. Neoplasieën komen zelden voor bij commercieel gehouden varkens welke worden ingestuurd voor pathologisch onderzoek. Bij slachtvarkens worden lymfomen genoemd als meest voorkomende neoplasie en B-cellymfomen worden vaker gevonden dan T-cellymfomen. Een B-cellymfoom ontwikkelt zich meestal bij jonge varkens (jonger dan 1 jaar). De achterliggende oorzaak van dit soort lymfomen blijft vaak onduidelijk. Bij meerdere casus in een epidemiologische eenheid is verder onderzoek mogelijk. Deze casus herinnert ons er aan dat neoplasiën ook bij varkens voorkomen en tevens een rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van klachten.
Bel de Veekijker
Op werkdagen kunt u rechtstreeks contact opnemen met de Veekijker: 088 20 25 555. Via het keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Het Veekijkerteam varken is bereikbaar op werkdagen tussen: 08.30-12.00 uur en 12.45-17.00 uur.
Royal GD
Arnsbergstraat 7
Postbus 9, 7400 AA Deventer
T. 088 20 25 500
info@gddiergezondheid.nl www.gddiergezondheid.nl
Varkensgezondheid
Ziekte/aandoening/ gezondheidskenmerk