Resultaten herkomstonderzoek nieuw reoviruscluster genotype 4.7
In 2023 werd een sterk verhoogd aantal gevallen van peesschedeontsteking door reovirus gevonden. Bij peesschedeontsteking door reovirus wordt standaard de genotypering aangevraagd om het type reovirus te bepalen. Opvallend was dat van de 223 secties waarbij peesschedeontsteking door reovirus werd aangetoond, het genotype van 99 gevallen binnen één nieuw cluster vielen. Dit cluster wordt genotype 4.7 (GT4.7) genoemd. Het betrof 78 primaire gevallen, 11 gevallen bij een andere stal op hetzelfde bedrijf en 10 herhalingsgevallen bij een nieuw koppel op een eerder aangedaan bedrijf. Van de 78 primaire gevallen betrof het 66 keer vleeskuikens van een trager groeiend ras, 11 keer reguliere vleeskuikens en één keer opfok-legdieren. Dit wijst op snelle spreiding van een nieuwe stam binnen de sector. Om deze reden werd nader onderzoek naar deze stam ingezet: aanvullende typering en herkomstonderzoek.
Genotypering
De standaard typering van reovirussen wordt gedaan op één gen uit het erfelijk materiaal (het σ C-gen). Om een betere indicatie te krijgen of het één reovirusstam betrof, werd van drie gekweekte virussen een groter deel van het erfelijk materiaal onderzocht. Van deze virussen kwamen de onderzochte delen van het erfelijk materiaal vrijwel geheel overeen, wat aangeeft dat het inderdaad om één stam gaat.
Herkomstonderzoek
Daarnaast werd van alle koppels vleeskuikens met reovirusproblemen bepaald van welke broederij en, voor zover bekend, van welk moederdierkoppel ze afkomstig waren. Daarbij werden opvallende clusters in de tijd gezien bij vleeskuikens van een trager groeiend ras bij drie broederijen, zie broederij 5, 6 en 8 in onderstaande figuur.
Bij twee van de 25 betrokken moederdierkoppels werd een opvallende clustering van gevallen bij nakomelingen gezien, hetgeen wijst op verticale overdracht van het virus van moederdier op nakomeling. Bij nog drie moederdierbedrijven werd een clustering gevonden van drie of vier gevallen van peesschedeontsteking bij de nakomelingen, waarbij er geen duidelijke aanwijzing was voor verticale overdracht, maar dit was ook niet geheel uit te sluiten. In al deze gevallen waren het moederdieren van een trager groeiend ras. Bij de reguliere vleeskuikens en het opfok-legkoppel (immers maar één koppel) was geen sprake van clustering op basis van broederij of moederdierbedrijf.
Trager groeiend Regulier Opfokleg
Bel de Veekijker
Op werkdagen kunt u rechtstreeks contact opnemen met de Veekijker: 088 20 25 555. Via het keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Het team Pluimvee is bereikbaar tussen 08.30 en 17.00 uur (spoedgevallen 24/7).
01−03−23 01−05−23 01−07−23 01−09−23 01−11−23 Geboortedatum
Figuur 1: Overzicht van de primaire reovirusgevallen en recidieven per broederij op geboortedatum. Broederij 1 is import uit het buitenland (België of Duitsland); bij broederij 2 is een deel van de kuikens afkomstig van broederij 4 en een ander deel van broederij 10.
Anneke Feberwee
Christiaan ter Veen
Willem Dekkers
Jeanine Wiegel Teun Fabri
Robert Jan Molenaar
Sjaak de Wit Fiona Schoemaker-van Kaam Mirthe de Wit
Het Veekijkerteam Pluimvee
Verspreiding binnen broederijen
Verspreiding binnen broederijen is geen bekende overdrachtsroute voor reovirus, maar vanwege de opvallende clustering op broederijniveau is verder gekeken naar mogelijke spreiding binnen broederijen. Er werd geen duidelijke aanwijzing gevonden voor verspreiding binnen de broederij, hoewel dit in enkele gevallen ook niet geheel was uit te sluiten.
Conclusie uitbraak 2023
De verzamelde gegevens laten zien dat er sprake is van snelle spreiding van één reovirusstam waarbij waarschijnlijk enkele gevallen van verticale overdracht een rol hebben gespeeld. In hoeverre ook verspreiding in de broederij kan plaatsvinden, is daarbij onduidelijk. Het advies met betrekking tot de aanpak blijft om besmetting van vleeskuikens en moederdieren te voorkomen door middel van goede biosecurity en reiniging en desinfectie. Daarnaast is het belangrijk om ook binnen broederijen goede praktijken met betrekking tot hygiëne te handhaven. Binnen het onderzoek is niet specifiek gekeken naar de bescherming vanuit moederdieren, de situatie ten opzichte van 2019 is echter niet veranderd. Hierin is verbetering mogelijk.
Situatie eerste kwartaal 2024: resultaten monitoringssecties Na betrekkelijk weinig gevallen in januari 2024 nam het aantal secties met peesschedeontsteking door reovirus in februari en maart weer sterk toe. Uiteindelijk was er in het eerste kwartaal van 2024 sprake van 11 gevallen bij reguliere vleeskuikens, 97 gevallen bij vleeskuikens van een trager groeiend ras en één geval bij overig pluimvee. Op basis van genotypering is hetzelfde beeld zichtbaar als in de tweede helft van 2023. De meeste gevallen betreffen genotype 4.7, de overige gevallen zijn verspreid over genotype 1, 2 en 4.
Darmverwijdingen bij leghennen
Vanuit het veld ontving GD signalen van leg(vermeerderings)koppels met tegenvallende productie. In de stal worden hennen waargenomen die uit productie gaan en bij sectie wordt een dilatatie (verwijding) van een specifiek deel van het jejunum*, eventueel uitlopend naar het ileum* gezien. Deze afwijking is al een tiental jaren bekend en staat bekend onder de naam intestinal dilation syndrome (IDS). De oorzaak van deze aandoening is nog onbekend.
Om te spreken van een beeld passend bij IDS, moeten bepaalde kenmerken worden gezien onder de microscoop (histologisch onderzoek). In de periode van 2022 tot en met 2024 ontving GD dieren van zestien koppels met witte leghennen en drie inzendingen van legmoederdieren van diverse bruine rassen. Op sectie werd bij een of meerdere dieren een dilatatie ter plaatse van het jejunum, in sommige gevallen doorlopend in het ileum, waargenomen.
Hoewel de darmafwijkingen er met het blote oog vergelijkbaar uitzagen, bleek er microscopisch een behoorlijk verschil te zijn. Niet bij alle koppels passen de microscopische bevindingen bij het klassieke beeld van IDS. Er lijkt geen relatie te zijn met leeftijd, de getroffen koppels varieerden van 24 tot 91 weken.
Nader onderzoek
Om te kijken of er een tot nu toe gemiste ziekteverwekker aanwezig is in deze darmen, is GD recent gestart met het inzetten van de PathoSense bij nieuwe gevallen in de sectiezaal (zie: PathoSense). Daarnaast is er een samenwerking over dit onderwerp met de Universiteit Utrecht. Koppels die tegenvallen in productie en waarbij darmdilataties bij niet-leggende dieren worden gevonden, kunnen via de eigen pluimveedierenarts worden aangemeld voor verder onderzoek via Fiona Schoemaker (f.schoemaker@gddiergezondheid.nl) of Thijs Manders (t.t.m.manders@uu.nl).
* Jejunum = middelste deel van de dunne darm; ileum = laatste deel van de dunne darm.
Foto 1. Darmverwijding bij een leghen (Bron: GD)
Diergezondheidsbarometer pluimvee
Ziekte/aandoening/ gezondheidskenmerk
Korte omschrijving (aantallen op bedrijfsniveau)
Hoogpathogene AI (H5/H7)*:
Uitvoeringsverordening (EU) 2018 /1882 van Animal Health Law (AHL) (EU) 2016 /429 (Categorie A-ziekte) Aviaire influenza (AI) in Nederland (H5/H7)
(Bron: GD, WBVR, Rijksoverheid)
NCD in Nederland
(Bron: GD, WOAH)
H5N1: Niet aangetoond
* Bij commercieel gevogelte en bij houders van niet-commercieel gevogelte met >50 vogels.
Serologische monitoring GD: (eerste detectie in koppel) (antistoffen tegen H5/H7) Niet aangetoond
H5N1: Commercieel: 1 bedrijf H5N1: Commercieel: 2 bedrijven Nietcommercieel gevogelte: 2x Niet aangetoond
aangetoond
Commercieel pluimvee: Niet aangetoond Niet aangetoond Niet aangetoond Niet aangetoond -
Uitvoeringsverordening (EU) 2018 /1882 van Animal Health Law (AHL) (EU) 2016 /429 (Categorie B t/m E) Aviaire influenza (AI) in Nederland (H5/H7) (Bron: GD, WBVR, Rijksoverheid)
Laagpathogene AI (H5/H7): Niet aangetoond Niet aangetoond 2 bedrijven 1 bedrijf Ç
Campylobacteriose Geen data beschikbaar - - - -
Aviaire mycoplasmose (Bron: GD)
Mycoplasma gallisepticumA
Serologische monitoring GD: Reproductiesector: Opfok-leghennen:
Leghennen: - niet gevaccineerd en besmet: - gevaccineerd en besmet:
Kalkoenen: 0 bedrijven 0 bedrijven
Meldingen in EWSC op basis van positieve serologie en/of vrijwillig
PCR-onderzoek:
Reproductiesector:
Leghennen: Kalkoenen: Niet-commercieel gevogelte:
1 bedrijf 2 bedrijven 0 bedrijven 0 bedrijven 0 bedrijven
1 bedrijf 0 bedrijven 0 bedrijven 0 bedrijven 0 bedrijven
3 meldingen
3 meldingen
1 melding
M. meleagridis (Bron:GD)
Salmonellose (niet-zoönotische salmonella) (Bron: GD)
Salmonella arizonae
Salmonella Gallinarum (SG)
Commercieel pluimvee: Niet-commercieel gevogelte:
Salmonella Pullorum (SP) Commercieel pluimvee: Niet-commercieel gevogelte:
Westnijlkoorts Wordt niet gemonitord
Artikel 2.1 Aanwijzing dierziekten ‘Regeling Diergezondheid’ van Wet Dieren
Aviaire chlamydiose (Bron: GD)
0 bedrijven 2 bedrijven 0 bedrijven 0 bedrijven 0 bedrijven
3 meldingen 1 melding 1 melding5 meldingen
4 bedrijven 1 bedrijf 1 bedrijf
3 meldingen2 meldingen
Ziekte/aandoening/ gezondheidskenmerk
Korte omschrijving (aantallen op bedrijfsniveau)
Artikel 2.2. Aanwijzing zoonosen ‘Regeling Diergezondheid’van Wet Dieren Salmonellose (zoönotische salmonella) (op koppelniveau) (Bron: NVWA)
Salmonella Enteritidis
Salmonella Typhimurium
Overige salmonella’s (S. Hadar, S. Infantis, S. Java, S. Virchow)
Reproductie: Opfok-leghennen:
Reproductie: Opfok-leghennen:
koppels
koppels
koppels
Reproductie: 0 koppels 0 koppels 0 koppels 0 koppels
Overige WOAH-lijst-aangifteplichtige pluimveeziekten in Nederland
Eendenhepatitis (Bron: GD)
Gumboro (IBD) (Bron: GD; EWS)
Infectieuze bronchitis (IB) (Bron: GD)
Infectieuze laryngotracheïtis (ILT) (Bron: GD; EWS)
Mycoplasma synoviae B (Bron: GD)
aangetoond bij GD
Meldingen in EWSC : Vleeskuikens: Opfok-legvermeerdering: Opfok-leghennen: Niet-commercieel gevogelte: 16 meldingen
Meest aangetoonde types bij GD: Vleeskuikens: Leghennen:
Meldingen in EWSC : Legvermeerdering:
Opfok-leghennen:
QX(D388) 4/91-793B
Leghennen: Vleesvermeerdering: Vleeskuikens: Niet-commercieel gevogelte:1 melding
Serologische monitoring en/of dPCR GD:
Opfok-vleesfok: Vleesfok:
Opfok-vleesvermeerdering:
Vleesvermeerdering:
Opfok-legfok:
Turkey rhinotracheïtis (TRT) (Bron: GD)
aangetoond bij GD
aangetoond bij GD
aangetoond bij GD
Vervolg tabel
QX(D388) 4/91-793B
QX(D388) 4/91-793B
3 meldingen2 meldingen 1 melding5 meldingen1 melding 1 melding1 melding
QX(D388) 4/91-793B
Leghennen: Kalkoenen: % bedrijven positief t.o.v. onderzochte bedrijven
Vastgesteld bij GD:
Reproductiesector-vlees (incl. opfok):
Reproductiesector-leg (incl. opfok):
Vleeskuikens:
Opfok-leghennen:
Leghennen: Vleeskalkoenen:
Arnsbergstraat 7
Postbus 9, 7400 AA Deventer
Ziekte/aandoening/ gezondheidskenmerk
Overige pluimveeziekten
Avibacterium paragallinarum (Bron: GD; EWS)
Histomonosis (Bron: GD)
T. 088 20 25 500
info@gddiergezondheid.nl www.gddiergezondheid.nl
Korte omschrijving (aantallen op bedrijfsniveau)
Meldingen in EWSC :
Leghennen:
2e
Vervolg tabel
Pasteurella multocida (Bron: GD)
Vlekziekte (Erysipelothrix rhusiopathiae) (Bron: GD)
gevogelte:
Vastgesteld bij GD:
Reproductie (vleessector):
Reproductie (legsector):
Opfok-leghennen:
Leghennen:
Vleeskalkoenen: Niet-commercieel gevogelte:
Aangetoond bij sectie: Opfok-vleesvermeerdering: Leghennen: Eenden: Kalkoenen:
Vastgesteld bij GD: Leghennen: 1 bedrijf
Ç Stijging of sterke stijging
Ç Geringe stijging
- Situatie onveranderd
È Geringe daling
È Daling of sterke daling
A Gebaseerd op serologische monitoring
B Gebaseerd op serologische monitoring en/of de differentiërende M.s.-PCR
C Early Warning Systeem
Monitoring Diergezondheid
Sinds 2002 voert Royal GD de diergezondheidsmonitoring in Nederland uit in nauwe samenwerking met onder andere de diersectoren, het bedrijfsleven, het ministerie van LVVN, dierenartsen en veehouders. De informatie die in de monitoring wordt gebruikt, wordt op verschillende manieren verzameld waarbij het initiatief gedeeltelijk bij dierenartsen en veehouders en gedeeltelijk bij Royal GD ligt. De informatie wordt integraal geïnterpreteerd om de doelstellingen van de monitoring, het snel signaleren van diergezondheidsproblemen enerzijds en het volgen van trends en ontwikkelingen anderzijds, te bereiken. Samen werken we aan diergezondheid in belang van dier, dierhouder en samenleving.