Veekijkernieuws kleine herkauwers-september 2024

Page 1


Al vroeg in juni ontving GD meldingen van haemonchose bij schapen. In de sectiezaal werd haemonchose gedurende de zomermaanden veelvuldig vastgesteld als doodsoorzaak. Het natte voorjaar speelde mogelijk parten in de enorme infectiedruk. Veel percelen waren langdurig te nat om schapen op te weiden en dat heeft het omweiden naar ‘schone’ gemaaide percelen bemoeilijkt. Haemonchose wordt veroorzaakt door de rode lebmaagworm, ook wel Haemonchus contortus genoemd. Dit is een subtropische maagdarmworm die in de zomermaanden een verhoogd risico vormt voor schapen en geiten. Vochtige omstandigheden en hoge temperaturen zijn ideaal voor de ontwikkeling van deze worm. In geval van onvoldoende weerstand of een verhoogde infectiedruk kunnen dieren ziek worden. Ziekteverschijnselen worden veroorzaakt doordat volwassen wormen in de lebmaag bloed opnemen. Dit uit zich in bleke slijmvliezen,

Alert op leverbot

Leverbotziekte wordt veroorzaakt door de leverbot, een platworm die de lever aantast. Via de mest van besmette dieren komen de eieren van de leverbot op het land. Daar komen larfjes uit die zich in een tussengastheer ontwikkelen tot staartlarven. De tussengastheer, de leverbotslak, gedijt vooral op nat (laaggelegen) grasland en in greppels en slootkanten. De larven worden na verloop van tijd uitgescheiden door de slak en zetten zich dan als infectieuze cysten vast op het gras. Grazende dieren nemen de cysten op en raken zo besmet met leverbot. In het najaar kunnen acute leverbotinfecties worden gezien, waarbij opname van besmettelijke leverbotcysten enkele weken eerder heeft plaatsgevonden. Massale migratie van leverbotlarven leidt tot schade van de lever. Tekenen van bloedarmoede waaronder bleke slijmvliezen, sloomheid, groeivertraging en plotselinge sterfte zijn passend bij acute leverbotinfecties. De Werkgroep Leverbotprognose gaf voorheen jaarlijks een voorlopige (medio september)

Veel problemen door haemonchose

vochtophoping tussen kaaktakken (oedemen), vermagering en sterfte. Diarree is in de regel geen verschijnsel van deze aandoening. Lammeren zijn gevoeliger dan volwassen schapen, doordat deze nog weerstand moeten opbouwen tijdens het eerste levensjaar. Wanneer de weerstand bij volwassen dieren daalt, bijvoorbeeld rondom het aflammen of ziekte, kan de rode lebmaagworm ook bij volwassen schapen tot klinische verschijnselen leiden. Blauwtong geeft deels overeenkomstige verschijnselen als haemonchose, waaronder oedemen, sloomheid en sterfte. De afgelopen maanden werd bij schapen die besmet waren met het blauwtongvirus ook regelmatig een coinfectie met de rode lebmaagworm vastgesteld. GD adviseert alert te zijn op haemonchose en infecties goed te monitoren aan de hand van mestonderzoek en klinische verschijnselen.

Via VeekijkerNieuws houden wij u elk kwartaal op de hoogte van nieuws uit de monitoring van diergezondheid bij kleine herkauwers. Mocht er tussendoor iets belangrijks spelen dan sturen wij u daarover een e ­mail. Wilt u op de hoogte blijven van actueel nieuws over diergezondheid? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrieven, waaronder het Veekijkernieuws, via www.gddiergezondheid.nl/email

en definitieve (medio november) prognose af, gebaseerd op verschillende bevindingen en data, waaronder slakkentellingen en de bepaling van infectieuze stadia van de leverbot in de slak.

GD adviseert om het beweiden van risicovolle natte percelen vanaf half augustus zoveel mogelijk te vermijden en infecties te monitoren. Door lammeren te testen op antistoffen tegen leverbot kan worden nagegaan of zij tijdens het eerste weideseizoen in aanraking zijn gekomen met leverbot. Antistoffen blijven langdurig aanwezig, waardoor bloedonderzoek bij volwassen schapen geen informatie verschaft over het moment waarop ze in contact zijn geweest met de leverbot. Mestonderzoek toont aanwezigheid van eieren en daarmee volwassen stadia van de leverbot aan. In geval van uitval kan pathologisch onderzoek uitsluiten of er sprake is van een acute leverbotinfectie.

Aanmelden sectiemateriaal

U kunt dieren bij GD 24 uur per dag, 7 dagen per week aanmelden voor pathologisch onderzoek via www.gddiergezondheid.nl/ ophaaldienst of 088 20 25 500. Wij halen dieren die ’s avonds voor 22.00 uur zijn aangemeld de eerstvolgende werkdag op. Voor een optimaal onderzoek is het belangrijk om een volledige anamnese toe te voegen. Ook is het van belang vers materiaal in te sturen (koelen in warme tijden en bij strenge vorst op een droge afgeschermde binnenplaats) en een dier te selecteren dat representant is van het probleem.

Arthritis bij geitenlammeren

Op pathologisch onderzoek zijn melkgeitenlammeren van acht weken oud met (poly)arthritis onderzocht. Uit bacteriologisch onderzoek bleken aspecifieke bacteriën de oorzaak, waaronder Streptococcus dysgalactiae subspecies dysgalactiae. De bacterie Streptococcus dysgalactiae maakt onderdeel uit van de huidflora en bevindt zich dus in de omgeving van lammeren. De bacterie veroorzaakt bij runderen uierontsteking, maar is ook bekend als oorzaak van gewrichtsontsteking bij lammeren. Polyarthritis bij lammeren kent veel verschillende verwekkers. Betrokken bacteriën zijn doorgaans opportunisten.

Een verlaagde afweer in combinatie met verhoogde infectiedruk vormen de voornaamste redenen voor het aanslaan van deze bacteriën. Preventieve maatregelen zijn gericht op gezonde moederdieren, een schone omgeving, voorkomen van overbezetting, adequate naveldesinfectie, goed biestmanagement en minimaal antibioticagebruik. Incidenteel wordt (poly) arthritis geassocieerd met schade aan de voormagen. Het kweken van het agens geeft inzicht in de mogelijke oorzaken, de behandeling en het opstellen van preventieve maatregelen.

Tuberculose verdenking bij schaap in slachthuis

Uit contacten met de NVWA kwam naar voren dat bij een schaap aan de slachtlijn een verdenking van tuberculose was uitgesproken. Op basis van de terugkoppeling door de NVWA bleek het schaap een ontstekingsbeeld van de mesenteriale lymfknopen te vertonen, waarbij op basis van vervolgonderzoek een infectie met Mycobacterium avium -complex werd aangetoond. Met dit resultaat werd de verdenking van tuberculose afgesloten.

Tuberculose is een aandoening die wordt veroorzaakt door de bacteriegroep Mycobacterium tuberculosis-complex. De bacterie veroorzaakt verkazing van geïnfecteerde lymfeknopen. Mensen zijn ook vatbaar voor ontwikkeling van tuberculose. Onder de bacteriegroep Mycobacterium avium-complex valt subspecies paratuberculosis. Deze bacterie veroorzaakt een chronische darmaandoening bij herkauwers. Vermoed wordt dat het

Kopergebrek bij schapen en lammeren

Eind mei werd contact gezocht met de Veekijker over drie Texelaar lammeren van enkele weken oud die zwakte in de achterhand vertoonden. Het beeld varieerde van parese tot paralyse. Eén lam van vijf weken oud is ingestuurd voor pathologisch onderzoek. Een bepaling van spoorelementen op leverweefsel wees op een koperwaarde van 44 mg/kg droge stof. Leverwaarden lager dan 100 mg/kg droge stof worden als te laag beschouwd. Koper is een belangrijk spoorelement dat in het lichaam

verschillende functies kent. Zo is koper betrokken bij de afweer, bloedvorming, opname van ijzer uit de darm, wol groei en pigmentatie van wol en haar, botontwikkeling en bij de vorming van de myelineschede rondom de zenuwbanen. Een onderontwikkeling van de myelineschede leidt tot vertraagde signaaloverdracht door de zenuwbanen en kenmerkt zich in zwakte van de achterhand. In het Engels wordt dit ook wel swayback genoemd. Het beeld ontwikkeld zich vaak binnen enkele weken na

Bel de Veekijker

Op werkdagen kunt u rechtstreeks contact opnemen met de Veekijker: 088 20 25 555. Via het keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Het team Kleine Herkauwers is bereikbaar van 15.00-17.00 uur.

betreffende schaap geïnfecteerd was met deze bacterie. Paratuberculose bij het schaap wordt incidenteel in Nederland vastgesteld. De bacteriën M. bovis, M. caprae en M. tuberculosis die toebehoren tot het Mycobacterium tuberculosis-complex zijn aangifteplichtig. Verdenkingen van tuberculose moeten worden gemeld bij de NVWA.

geboorte. Eenmaal opgetreden verschijnselen van swayback zijn niet te herstellen. In het meest gunstige geval kunnen verschijnselen zich stabiliseren. Veel belangrijker is om kopertekort bij drachtige moederdieren te voorkomen. Echter, de marge tussen een overmaat en een tekort is smal. Voordat er aanpassingen aan een rantsoen worden gedaan, dient een diagnose van koper tekort te worden gesteld.

vlnr: Karianne Peterson, Nienke Snijders- van de Burgwal, Eveline Dijkstra en René van den Brom

Diergezondheidsbarometer kleine herkauwers

Ziekte/aandoening/ gezondheidskenmerk

Korte omschrijving

Categorie Rustig1 Verhoogde attentie2 Nader onderzoek 3

Artikel 2.1.a en 2.1.b Aanwijzing dierziekten Regeling Diergezondheid / Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van Animal Health Law (EU) 2016 /429 (Categorie A­ ziekte)

Besmettelijke pleuropneumonie bij geiten (CCPP)

(Mycoplasma capricolum subs. capripneumoniae)

Nog nooit in NL.

Mond-en-klauwzeer (MKZ) Geen MKZ in Nederland sinds 2001.

Infectie met het virus van de pest bij kleine herkauwers (peste des petits ruminants (PPR))

Infectie met Rift Valley koorts virus (RVF)

Nog nooit in NL.

Uitbraak sinds juli 2024 in delen van Griekenland en Roemenië. Ondanks restrictiemaatregelen breidt aantal infecties zich uit.

Nog nooit in NL.

Schapen- en geitenpokken (SGP) Nog nooit vastgesteld in NL. Vanaf september 2022 tot en met voorjaar van 2023 meerdere uitbraken op schapenbedrijven in Spanje vastgesteld. Een berekend risico op introductie van SGP in NL wordt klein geacht. Vanaf oktober 2023 zijn meerdere uitbraken bevestigd in Griekenland.

A+D+E *

A+D+E *

A+D+E *

A+D+E *

A+D+E * *

Artikel 2.1.a en 2.1.b Aanwijzing dierziekten Regeling Diergezondheid / Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van Animal Health Law (EU) 2016/429 (Categorie B t/m E)

Infectie met Brucella abortus, B. melitensis

Nederland bezit een vrij-status. Jaarlijks vindt monitoring plaats op schapen en geitenbedrijven op minimaal 1.475 bedrijven aan de hand van bloedmonsters. Het verkrijgen van het benodigde aantal inzendingen vereist vanwege de blauwtonguitbraak extra inspanningen.

Infectie met het rabiësvirus Zeer zelden vastgesteld bij vleermuizen.

Infectie met het bluetonguevirus (serotypen 1-24)

Vanaf september 2023 heeft Nederland te maken met een uitbraak van BTV-3. De impact op de schapenpopulatie was met een oversterfte van 55.000 dieren in 2023 aanzienlijk.

In het voorjaar van 2024 zijn drie geïnactiveerde vaccins toegelaten. Ondanks vaccinatie loopt het aantal geïnfecteerde bedrijven sinds juni 2024 snel op. De mate waarin kliniek optreedt varieert sterk.

In Duitsland, België, Frankrijk, Denemarken en Luxemburg is ook BTV-3 vastgesteld.

In Frankrijk speelt een uitbraak van BTV-8 die tot meer klinische klachten leidt dan de uitbraak die sinds 2015 speelt. De twee aangetoonde BTV-8 serotypen zijn genetisch verschillend.

In Spanje is middels actieve monitoring circulatie van BTV-4 en BTV-8 vastgesteld.

B+D+E *

B+D+E

C+D+E *

Epididymitis bij schapen (Brucella ovis)

Onderzoek van rammen in kader van export. Niet eerder bevestigd in NL. D+E *

Ziekte/aandoening/ gezondheidskenmerk

Infectie met Mycobacterium tuberculosis- complex

(M. bovis, M. caprae, M. tuberculosis)

Miltvuur (Bacillus anthracis)

Paratuberculose (Mycobacterium avium subs. paratuberculosis)

Q-koorts (Coxiella burnetii )

Korte omschrijving

Vervolg tabel

Categorie Rustig1 Verhoogde attentie2 Nader onderzoek 3

Sinds 1999 is Nederland officieel tuberculose vrij. D+E *

Laatst gemelde uitbraak in 1993 bij runderen. Sindsdien geen besmettingen vastgesteld.

Regelmatig gevallen vooral bij (melk)geiten en een enkele keer bij schapen.

In april is de Q-koortsbacterie vastgesteld in een tankmelkmonster van een melkschapenbedrijf. Uitscheiding werd aangetoond bij jaarlingen die, ondanks een vaccinatieverplichting, niet eerder waren gevaccineerd tegen Q-koorts. In 2016 is het laatste melkgeitenbedrijf vrij verklaard van een infectie met C. burnetii.

Echinococcose In april 2023 is bij pathologisch onderzoek een echinococcus-blaas vastgesteld bij een schaap. Het is niet bekend welk type het betrof.

Trichinellose Geen gevallen van trichinellose bij schapen of geiten bekend.

Artikel 2.1.c Aanwijzing dierziekten ‘Regeling Diergezondheid’ van Wet Dieren Overdraagbare TSE’s (scrapie, BSE) Bij schapen geen gevallen meer in de afgelopen tien jaar. Bij geiten eerste geval van scrapie in 2000 en het laatste geval in 2001.

Artikel 3a.1 Melding zoönosen ‘Regeling Houders van Dieren’ van Wet Dieren Campylobacteriose (Campylobacter spp.)

Leptospirose (Leptospia Hardjo)

Listeriose (Listeria spp.)

Enkele gevallen per jaar. Met name bekend als oorzaak van abortus bij kleine herkauwers.

Niet eerder bevestigd in NL. In februari 2024 zijn aanwijzingen gevonden van Leptospira spp. in leverweefsel van geaborteerde schapenlammeren. De diagnose kon niet worden bevestigd omdat de houder niet mee wilde werken aan vervolgonderzoek.

Encefalitis door Listeria monocytogenes komt regelmatig voor bij schapen maar vooral bij melkgeiten. Jaarlijks worden op enkele melkgeitenbedrijven problemen met listeriose gemeld. Onbekend is hoe lang uitscheiding van listeria-bacteriën in melk plaatsvindt.

Zowel L. monocytogenes als L. ivanovii kunnen abortus veroorzaken bij schapen en geiten.

In verband met natte voorjaarskuilen en daarmee bemoeilijkte conservering en contaminatie is extra alertheid op listeriose geboden.

*Nader onderzoek naar de bij mens en dier gevonden types is gewenst.

Ziekte/aandoening/ gezondheidskenmerk

Salmonellose (Salmonella spp.)

Yersiniose (Yersinia spp.)

Toxoplamose (Toxoplasma gondii )

Overige OIE lijst ziekten

Enzoötische abortus (Chlamydia abortus)

Caprine arthritis encephalitis (CAE)

Zwoegerziekte (maedi/visna-virus (MVV))

Tularemie

(Francisella tularensis)

Korte omschrijving

Sinds 2016 op meerdere bedrijven recidiverende en massale sterfte bij lammeren op melkgeitenbedrijven veroorzaakt door een multiresistente S. Typhimurium. Ook meerdere ziektegevallen bij mensen veroorzaakt door hetzelfde MLVA-type van de bacterie.

In maart 2024 is op twee melkgeitenbedrijven salmonellose vastgesteld. Het betrof infecties met Salmonella spp. uit groep B en groep D. Verschijnselen als abortus, ernstige diarree en verhoogde uitval werden waargenomen.

Enkele gevallen per jaar. Aangetoond als oorzaak van diarree, sterfte en abortus.

Enkele bevestigde gevallen per jaar maar waarschijnlijk een van de meest voorkomende oorzaken van abortus. Seroprevalentie is eerder hoog gebleken bij schapen en geiten

Bij geiten en schapen al jaren één van de belangrijkste oorzaken van abortus. Verspreiding tussen bedrijven via besmet vrouwelijk fokmateriaal. Zeer lastig te bestrijden wanneer eenmaal geïntroduceerd in een koppel.

Veel voorkomende aandoening waarvan het veroorzakende virus zich op grote en kleine bedrijven soms anders gedraagt. Bron introductie niet altijd duidelijk.

Belangrijk(st)e infectieuze aandoening op (grote) schapenbedrijven.

Sinds 2011 regelmatig besmette hazen en enkele humane tularemie patiënten in Nederland.

Mycoplasma agalactiae Nog nooit in NL.

Nairobi sheep disease Nog nooit in NL.

Heartwater

(Ehrlichia ruminantium) Nog nooit in NL.

Infecties met schmallenbergvirus (SBV)

Wordt sinds 2011 vrijwel jaarlijks aangetoond als oorzaak schapenlammeren met aangeboren afwijkingen. In 2024 zowel bij schapen- als geitenlammeren aangetoond als oorzaak van aangeboren afwijkingen bij lammeren. Uitsluiten andere mogelijke oorzaken blijft belangrijk om introductie van andere virussen uit de groep van Bunyaviridae, die uiterlijk voor dezelfde klinische afwijkingen zorgen, vroegtijdig op te sporen. UK meldt verheffing van SBV begin 2024.

Vervolg tabel

Categorie Rustig1 Verhoogde attentie2 Nader onderzoek 3

* *Nader onderzoek bij melkgeiten loopt in kader van Publiek private samenwerking Versnelling verduurzaming van de melkgeitenhouderij.

Royal GD

Arnsbergstraat 7

Postbus 9, 7400 AA Deventer

Ziekte/aandoening/ gezondheidskenmerk

Uit monitoring

Haemonchose (Haemonchus contortus)

Leverbot (Fasciola hepatica)

T. 088 20 25 500

info@gddiergezondheid.nl www.gddiergezondheid.nl

Korte omschrijving

In de zomermaanden van 2024 zijn zeer ernstige infecties door haemonchose vastgesteld bij schapen. Op meerdere bedrijven werd acute sterfte veroorzaakt door deze maagdarmworminfectie. Daarnaast werden veelvuldig co-infecties met blauwtong vastgesteld.

In het voorjaar zijn op sectie meerdere dieren met chronische leverbotinfecties vastgesteld. Het natte voorjaar heeft geleidt tot gunstige omstandigheden voor leverbotziekte. Alertheid op leverbot is geboden in het najaar.

Onderzoek op antistoffen bij lammeren maakt de infectie tijdig inzichtelijk.

1 Rustig: geen actie vereist of actie leidt naar verwachting niet tot een duidelijke verbetering.

2 Verhoogde attentie: attendering op een bijzonderheid.

3 Nader onderzoek: nader onderzoek is lopend of gewenst.

Vervolg tabel

Categorie Rustig1 Verhoogde attentie2 Nader onderzoek 3

Monitoring Diergezondheid

Royal GD voert sinds 2002 de diergezondheidsmonitoring in Nederland uit in nauwe samenwerking met onder andere de diersectoren, het bedrijfsleven, het ministerie van LVVN, dierenartsen en veehouders. De informatie die in de monitoring wordt gebruikt, wordt op verschillende manieren verzameld waarbij het initiatief gedeeltelijk bij dierenartsen en veehouders en gedeeltelijk bij GD ligt. De informatie wordt integraal geïnterpreteerd om de doelstellingen van de monitoring, het snel signaleren van diergezondheidsproblemen enerzijds en het volgen van trends en ontwikkelingen anderzijds, te bereiken. Samen werken we aan diergezondheid in belang van dier, dierhouder en samenleving.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.