De gezondheidsdienst voor dieren
herkauwer
69
AUGUSTUS 2012
wat zegt een testuitslag? makkeLijk werken met veeonline edwin breimer en henny bilderbeek overwonnen bvd
Hoeveel verjaardagen vieren uw koeien? De levensduur van melkkoeien is een belangrijke factor in het bedrijfsresultaat. Nieuw onderzoek toont aan dat als Novem 20 al bij milde mastitis naast een antibioticum wordt ingezet, het risico op afvoer met 43% wordt verlaagd1.
• Langwerkende ontstekingsremmer en pijnstiller • 1 injectie werkt 3 dagen2 • Versnelt de genezing en herstelt de eetlust • Lager celgetal én lager afvoerpercentage1 1) McDougall S. et al.(2009) Effect of treatment with the nonsteroidal anti-inflammatory meloxicam on milk production, somatic cell count, probability of re-treatment, and culling of dairy cows with mild clinical mastitis. J.Dairy Sci.92-4421-4431 2) K. Okkinga et al. (1998) Productnaam: Novem 20. Regnr./Kan.status: REG NL 10219 URA. Werkzame bestanddelen: Meloxicam 20mg/ml. Indicatie: Acute respiratoire infecties in combinatie met geschikte antibiot ca. Diarree in combinatie met orale rehydratietherapie. Aanvullende therapie bij acute mastitis, in combinatie met een antibioticum therapie. Doeldier: Rundvee en varkens. Voornaamste bijwerking(en): Een geringe kortdurende zwelling op de plaats van injectie na subcutane toediening wordt in minder dan 10% van het rundvee, behandeld in het klinisch onderzoek, gezien. Indien u andere bijwerkingen vaststelt, gelieve uw dierenarts hiervan in kennis te stellen. Contra-indicatie(s): Niet gebruiken bij dieren die lijden aan een verminderde lever-, hart- of nierfunctie en hemorragische aandoeningen, of als er aanwijzingen zijn voor ulcerogene gastro-intestinale lesies of individuele overgevoeligheid voor het product. Bij rundvee niet gebruiken bij dieren jonger dan één week. Dosering: Rundvee: Een éénmalige subcutane injectie van 0,5 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht (dat wil zeggen 2,5 ml/100 kg lichaamsgewicht), in combinatie met een geschikte antibioticum therapie of orale rehydratie therapie, indien passend. Wachttijd rundvee: vlees 15 dg, melk 5 dg. Boehringer Ingelheim bv - Telefoon: +31 (0)72 5662411 - E-mail: vetmedica.nl@boehringer-ingelheim.com - Verdere informatie is op aanvraag beschikbaar.
Novem® 20 De herstelversneller
Voorwoord
INHOUD 04 Nieuws & tips 09 Vraag & antwoord
10
10 “Wat zegt een testuitslag?” 12 “We hadden een
sluipmoordenaar op ons bedrijf”
14 Monitoring 16 Makkelijker werken met
12
VeeOnline
19 Onderzoek naar Q-koorts op melkveebedrijven
21 Succesvolle Masterclass voor Vleesveehouders
23 Chlamydia abortus bij
14
schapen en geiten in Nederland in 2011
24 Buitenbeeld
19 COLOFON
GD Herkauwer is het officiële mededelingenblad van de GD | Uitgever GD Deventer Redactie: Ria Huijben, Couzijn Bos, Jet Mars, Linda van Wuijckhuise | Eindredactie Helen de Roode | Redactieadres GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-66 04 05, redactie@gddeventer.com, www.gddeventer.com | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem basisontwerp Fokko-Ontwerp | Abonnementen: GD Herkauwer wordt gratis toegezonden aan relaties van de GD. Een jaarabonnement (4 nummers) voor personen buiten de doelgroep kost € 16,00 (excl. BTW) | Advertenties PSH Mediasales, T. 026-750 18 00 | Druk Senefelder Misset Doetinchem | Verschijningsfrequentie 4 keer per jaar | Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, dan verzoeken wij u deze door te geven aan redactie@gddeventer.com. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na t oestemming van de uitgever.
ISSN: 1875a-2594
Jaogen dôôj maor int bos “Hebben jullie soms een eigen bos daar in Deventer?”, vroeg een veehouder me. Ja, daar lijkt het soms wel op: in 2011 heeft de GD alleen al 40.000 brieven verstuurd vanwege nieuwe bedrijfscertificaten. En dan heb ik het nog niet eens over al die andere post die we versturen. Er zijn dagen geweest dat sommigen van u vanwege de aankoop van een koe van ons wel vijf brieven ontvingen, in vijf enveloppen... Wij willen u graag goed op de hoogte houden, maar elke dag een stapel GD-enveloppen is natuurlijk niet (meer) nodig. Dus zijn we recent onder andere begonnen met het versturen van meer brieven in één envelop. Ook gaan we binnen afzienbare termijn, daar waar mogelijk, dubbelzijdig printen. Bovendien gaan we steeds meer per mail met u communiceren. Als we van u nog geen e-mailadres hebben, gaan we u daar binnenkort om vragen. Meldingen rond ‘gepland onderzoek’, maar bijvoorbeeld ook labuitslagen kunt u dan, indien gewenst, per e-mail ontvangen. Naast minder papier levert dit ook tijdwinst op van gemiddeld een dag. In deze GD Herkauwer kunt u onder andere een artikel lezen over het vernieuwde VeeOnline. Via dit programma kunnen we belangrijke zaken online voor u ordenen en bewaren. Gezondheidscertificaten kunt u hier bijvoorbeeld makkelijk zelf downloaden en eventueel printen. Die certificaten versturen we sinds 1 juli dan ook niet meer per post. Wie dat wil kan certificaten nog wel telefonisch aanvragen via het bekende Voice Response Systeem. Want hoewel we een digitale inhaalslag maken als GD, willen we u ook niet opjagen. Of, zoals ze hier in Deventer zeggen: “Jaogen dôôj maor int bos”. Voor de duidelijkheid: dat bos staat niet op het GD-terrein. LIEUWE ROOSENSCHOON SECTORMANAGER RUND
Adreswijzigingen: bel 0900 1770, (10 cent/min.)
GD Herkauwer | Augustus 2012 |
3
NIEUWS & Tips |
tekst: Redactie
Mastitis; geef een pijnstiller! Uierontsteking is pijnlijk voor koeien. Ze hebben tussen de 20 en 40 dagen pijn aan hun uier! Koeien laten pijn minder snel zien dan bijvoorbeeld paarden of schapen. Hangende oren, tandenknarsen, minder herkauwactiviteit en meer speekselproductie zijn aanwijzingen dat een koe pijn heeft. Soms kan, naast antibiotica, een pijnstiller helpen bij de behandeling van mastitis. Naast pijnstillend werken de meeste middelen ook ontstekings- en koortsremmend. Bespreek het met uw dierenarts bij het invullen van het bedrijfsbehandelplan.
Nieuwe samenstelling GD Melkveehoudersadviesraad De GD Melkveehoudersadviesraad, de groep melkveehouders die de GD adviseert op het gebied van innovatie, communicatie en klantgerichtheid, is vernieuwd. Zoals ieder jaar zijn er vier leden teruggetreden en hebben we vier nieuwe leden mogen verwelkomen. Onlangs namen Roland Brink, Marco van Ginkel, JosĂŠ Rompelberg en Guido Tuten afscheid. Zij worden vervangen door Jan Beunen, Jacco Hanegraaf, Elbert Hennipman en Tom Lugtenberg. Wij danken de vertrekkende leden hartelijk voor hun bijdrage en wensen de nieuwkomers uiter-
aard veel succes en wijsheid toe! Op de foto ziet u (een deel van) de nieuwe melkveehoudersadviesraad, samen met een aantal medewerkers van de GD. Bovenste rij van links naar rechts: Theo Heling (GD), Marlies Grotenhuis (GD), Elbert Hennipman, Rijk Baltus, Jan Beunen, Couzijn Bos (GD), Jacco Hanegraaf, Henk Verbaarschot, Esther Schouten, Wendy Kamp. Onderste rij van links naar rechts: Ciska Ridder, Huib Bor, Dirk Anco Albada. Niet op de foto maar wel lid: Christel Frenken en Tom Lugtenberg.
Melkkoeien in de herfst tijdig bijvoeren De kwaliteit van herfstgras loopt snel terug in voederwaarde, structuur en mineralen. Dit is geen goed voer voor verse en hoogproductieve melkkoeien. Begin daarom half september al over te schakelen op stalrantsoen. Hiermee voorkomt u problemen als melkziekte, slepende melkziekte, lebmaagverplaatsing en tegenvallende productie. Bij goed weer kunnen de dieren overdag nog een aantal uren beweging krijgen in de weide. Houd hier in het rantsoen dan echter geen rekening meer mee.
Pinkengriep enten Pinkengriep is een virusinfectie die op alle rundveebedrijven voorkomt. Ernstige schade aan de longen treedt vooral op bij jongvee in het eerste stalseizoen. De infecties komen met name voor in de herfst en aan het begin van de winter. Een tijdige enting, aan het einde van de zomer, biedt een goede bescherming tegen de klinische symptomen en beperkt de aantasting van de longen. De GD adviseert om het jongvee in het eerste stalseizoen gescheiden te huisvesten van de oudere dieren, die de belangrijkste besmettingsbron zijn.
UBN-registratie: bel EL&I! Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) is verantwoordelijk voor de registratie van unieke bedrijfsnummers (UBN’s) in de rund-, varken-, schaap- en geitensector. Veehouders in de genoemde sectoren dienen hun UBN dus aan te vragen bij het ministerie van EL&I en niet, zoals nogal eens gedacht wordt, bij de GD. Het juiste telefoonnummer is 0800-223 33 22. Voor registratie van overige diersoorten en aanvullende gegevens (zoals welke dierenarts op het bedrijf komt en gegevens over zuivelfabriek en tanknummer) kunt u bellen met de GD via 0900-1770.
Zomerwrangbacterie heeft nieuwe naam De belangrijkste verwekker van zomerwrang, Arcanobacterium pyogenes, heeft onlangs een nieuwe naam gekregen, namelijk Trueperella pyogenes. Deze naam zal in het vervolg door de GD in de communicatie en uitslagen gebruikt worden.
4
Prijswinnaars ‘Veeg BVD van de kaart’ bekend We begonnen 2012 met de campagne ‘Veeg BVD van de kaart’. Met het laten uitvoeren van éénmalig tankmelkonderzoek op afweerstoffen tegen het BVD-virus hebben zo’n 2.500 melkveehouders de eerste stap gezet in het inzichtelijk maken van de situatie rondom BVD op hun bedrijf. Vervolgens kon men aan de hand van de uitslag voordelig vervolgonderzoek laten doen (via een Quickscan), kiezen voor bewaking via tankmelk, of besluiten om niets te doen. Onder de veehouders die hebben gekozen voor vervolgonderzoek of bewaking via tankmelk, hebben we een aantal ‘lentepakketten’ verloot, bestaande uit een degelijke kruiwagen, een robuuste bezem en een stevige schep; een ludieke verwijzing naar het “wegvegen” van het BVD-virus. De volgende veehouders werden verrast met een pakket: Maatschap Stuurman-Westra, De Hoeve (Frl.), Melkveebedrijf Brink, Vriezenveen (OV) (zie foto), Vof Egbers, Bladel (B), Melkveebedrijf Dirksen, Uitdam (NH), Melkveebedrijf Hospes, Rotstergaast (Frl.) en Vof Kroese Veurink, Hellendoorn.
O.a. de heer en mevrouw Brink uit Vriezenveen werden verrast met een lentepakket
Succesvolle NRM! Was u 29 en 30 juni ook op de Nationale Rundvee Manifestatie (NRM) in Zwolle? Dan kunt u de GD bijna niet gemist hebben. Op onze stand, vlak naast de arena waar de rundveeshows gehouden werden, werd er namelijk flink op los geschoten door jong en oud in een heuse lasergame. Met het spel werden bezoekers op een ludieke wijze geïnformeerd over
het vernieuwde bacteriologisch onderzoek op melk (BO Melk) bij de GD, waarbij mastitisverwekkers met een laser kunnen worden opgespoord. De tien topscorers hebben, voor zover hun contactgegevens bij ons bekend waren, inmiddels een heerlijke taart ontvangen. Voor een overzicht van de winnaars, zie www.gddeventer.com.
Demissionair staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Henk Bleker feliciteert Hans Puttenstein met de algemeen kampioen roodbont Brook Marie 61
Tankmelkonderzoek op afweerstoffen schmallenberg Tot en met de maand augustus heeft u als melkveehouder de mogelijkheid om voor € 19,50 excl. btw éénmalig de tankmelk te laten onderzoeken op afweerstoffen tegen schmallenbergvirus. Binnenkort zullen de uitslagen van dit onderzoek bekend zijn en naar de deelnemende melkveehouders worden verzonden. Mocht u niet aan het éénmalig tankmelkonderzoek hebben meegedaan, maar toch willen weten of dieren op uw bedrijf afweerstoffen tegen het schmallenbergvirus hebben, dan kunt u deze dieren individueel laten onderzoeken door middel van bloedonderzoek. Dit onderzoek kost € 6,50 excl. btw en basiskosten. De test is ook geschikt voor schapen en geiten. Tot 31 oktober kunt u dit onderzoek voordelig combineren met andere onderzoeken dankzij de actie ‘gecombineerd bloedonderzoek’. Zie hiervoor: www.gddeventer.com.
GD Herkauwer | Augustus 2012 |
5
WAT ZEGGEN KOEIEN TEGEN PIJN BIJ MASTITIS?
Rimadyl Cattle - de ontstekingsremmer voor rundvee zonder wachttijd voor melk. Eénmalige injectie en eenvoudig toe te dienen. Rimadyl Cattle vermindert snel koorts en pijn. Bewezen effectief bij mastitis en luchtwegaandoeningen.
Pfizer Animal Health bv Postbus 37 • 2900 AA • Capelle a/d IJssel www.pfizerah.nl • info@pfizerah.nl © ®
2012 Pfizer Animal Health bv Merknaam van Pfizer Inc., NY, USA
RIMADYL CATTLE® 50 mg/ml, Oplossing voor injectie •Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik – REG NL 10130-URA • Werkzaam bestanddeel: Carprofen: 50 mg/ml en als conserveringsmiddel: ethanol: 0,1 ml/ml. • Doeldier: Rundvee. • Indicaties: Rimadyl is geïndiceerd als ondersteunende behandeling bij een antimicrobiële therapie om de klinische symptomen te verminderen bij infectieuze respiratoire ziektebeelden en bij acute mastitis bij rundvee. • Toedieningswijze en dosering: De aanbevolen dosering is 1,4 mg carprofen per kg lichaamsgewicht (1 ml/35 kg), eenmalig, in combinatie met een passende antibioticum therapie. Toediening: subcutaan. Aanwijzingen voor een juiste toediening: zie bijsluiter. • Contra-indicaties: Niet gebruiken: - bij dieren die lijden aan hart-, lever- of nieraandoeningen. - bij dieren die lijden aan gastro-intestinale ulceratie of bloedingen. - in geval van bloedafwijkingen. - bij dieren waarvan bekend is dat ze overgevoelig zijn voor het diergeneesmiddel. Bij drachtige dieren uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/ risicobeoordeling van de behandelend dierenarts daar er geen specifieke studies bij drachtig rundvee voorhanden zijn. • Wachttermijn(en): (Orgaan) vlees: 21 dagen. Melk: nul dagen. • Bijwerkingen: Studies bij rundvee hebben aangetoond dat er zich op de injectieplaats een voorbijgaande plaatselijke reactie kan voordoen. • Speciale waarschuwingen: zie bijsluiter. • Bijzondere voorzorgen: Lees vóór gebruik de bijsluiter. • Bewaren: Bewaren beneden 25°C. Bewaar de flacon in de kartonnen buitenverpakking als bescherming tegen licht. Houdbaarheid na eerste aanprikken van de flacon: 28 dagen. Buiten het bereik en zicht van kinderen bewaren. Zie bijsluiter. • Nadere informatie: zie verpakking/bijsluiter of op aanvraag beschikbaar bij de registratiehouder: Pfizer Animal Health bv-Postbus 37-2900 AA Capelle a/d IJssel-Nederland (e-mail: info@pfizerah.nl).
tekst: Redactie |
Dag voor de Professionele Schapenhouder 2012
Ook dit jaar organiseert de GD weer de Dag voor de Professionele Schapenhouder. Op donderdag 29 november bent u van harte welkom in Lelystad bij het Centraal Veterinair Instituut voor een interessant programma. Diverse sprekers zullen
UGCN Symposium Op 7 november 2012 organiseert het UGCN haar jaarlijkse symposium in de Reehorst te Ede. Dit jaar is het thema ‘droogstand’. U kunt veel praktische tips en de onderzoeksresultaten van de proef selectief droogzetten verwachten. Ook maken we dan bekend welke 5 veehouders de UGCN-award uitgereikt krijgen. Voor meer informatie en aanmelden zie www.ugcn.nl.
u bijpraten over een aantal actuele onderwerpen die voor de professionele schapenhouder van belang zijn. Noteert u deze datum vast in uw agenda, een officiële uitnodiging volgt begin oktober.
Uitslagen BO Melk aflezen, nu ook op zaterdag Sinds 1 juni worden op het laboratorium van de GD ook op zaterdag uitslagen van bacteriologisch onderzoek op melk (BO Melk) afgelezen. Deze uitslagen worden, aan degenen die zich hiervoor hebben aangemeld per mail, ook op zaterdag (digitaal) bekend gemaakt.
De GD ontmoet u graag bij de Rundvee Vakdagen
Werkwijze aanvraag individueel melkonderzoek
Dit najaar kunt u de GD weer vinden tijdens de Rundvee Vakdagen in Hardenberg (30 oktober t/m 1 november) en Gorinchem (20 t/m 22 november). Graag praten wij u bij over actuele ontwikkelingen rond diergezondheid en uiteraard kunt u bij ons terecht met vragen over uw eigen bedrijfsvoering. Welkom op onze stand!
Zoals u wellicht weet biedt de GD, naast tankmelkonderzoek, ook onderzoek in melk van individuele runderen aan. Met name bij het aanvragen van individueel melkonderzoek voor alle melkgevende runderen is er wel eens onduidelijkheid over de te volgen werkwijze. Op www.gddeventer.com is onder ‘nieuws’ een duidelijke instructie en een link naar het inzendformulier te vinden.
NIEUWS & Tips
Thema GD Masterclasses 2012 bekend Na een zeer succesvolle serie van GD Masterclasses Uiergezondheid in 2011 zijn de voorbereidingen voor een nieuwe serie in volle gang. De masterclasses vormen een vast onderdeel van GD PlusZorg Extra, maar zijn ook toegankelijk voor andere geïnteresseerde melkveehouders. Thema voor komend najaar is ‘Gerichte en gereduceerde inzet van medicijnen’, een onderwerp dat massaal werd gekozen door de deelnemers van vorig jaar. De ervaring leert dat met veel ruimte voor vragen en discussie de beste tips en adviezen om mee naar huis te nemen op tafel komen. Binnenkort hopen we het volledige programma, inclusief de locaties en de tijden, te kunnen presenteren. Houd daarom de GD-website en nieuwsbrief goed in de gaten! Tevens zal tijdens de masterclasses het volledige vernieuwde GD PlusZorg Extra gepresenteerd worden.
Meld afwijkingen bij uw fokkerijorganisatie Bij alle diersoorten worden af en toe dieren geboren die bij de geboorte al afwijkingen vertonen. De oorzaak hiervan is lang niet altijd duidelijk, maar soms zijn het afwijkingen die erfelijk zijn. Uw fokkerijorganisatie kan afwijkingen alleen op het spoor komen als u deze afwijkende kalveren meldt. Dan kan verder onderzoek worden gedaan, een test worden ontwikkeld en het dragerschap van de afwijking bij stieren worden vermeld. Meld afwijkende kalveren dus bij uw fokkerijorganisatie.
GD Geitenstudiedag De GD Geitenstudiedag vindt dit jaar plaats op donderdag 11 oktober. De locatie is nog niet bekend, maar zet deze datum alvast in uw agenda. We beloven opnieuw een gevarieerd, praktisch en interactief programma. De officiële uitnodiging kunt u eind augustus tegemoet zien. GD Herkauwer | Augustus 2012 |
7
MILKMAX
KALVERENHOTEL
PLANKGAS NAAR NOG MEER MELK:
MILKMAX De best verteerbare grasrassen nu in 1 mengsel voor een maximale melkproductie.
Het kalverenhotel is de op een na beste opvang voor uw pas geboren kalf! Voor meer informatie bel: 0317-619918 of 06-27122638 Of kijk op: www.kalverenhotel.nl
All-Round
19-07-2011
16:50
Pagina 1
ONTV A
GRAT IS T NG E E
-SHIR
N
T
KIJK V OP O OOR MEE NZE WEB R INFO SITE!
Voor levering en montage van: silo’s & vijzels voederinstallaties ventilatiegordijnen stalinrichtingen De Hooge Hoek 8 - 3927 GG Renswoude Tel. 0318-572923 - fax 0318-572725 www.nijborgagri.nl - info@nijborgagri.nl
www.innoseeds.nl
VraaG & aNTwOOrD
in de rubriek ‘vraag & antwoord’ beantwoorden onze dierenartsen vragen vanuit de praktijk die ons op één of andere manier bereiken.
?
Vraag: Hoe pak ik een BVD-besmetting op mijn bedrijf aan, door te vaccineren of door dragers op te sporen?
Antwoord GD-dierenarts Ad Moen: “Dit is een veel gestelde vraag bij de aanpak van BVD en het lijkt of we hier te maken hebben met een beslissingsprobleem: je kunt je geld immers maar één keer uitgeven. BVD is op de meeste bedrijven actief aanwezig of aanwezig geweest en de kans op (her-)introductie is in Nederland groot. Vrij worden van BVD is goed uit te voeren als dat op een gestructureerde manier gebeurt via het systematisch opsporen en afvoeren van BVD-dragers. Om vervolgens vrij te blijven van het BVD-virus valt helaas niet altijd mee als in de buurt besmette bedrijven voorkomen. Onder de Nederlandse omstandigheden moet ernstig rekening worden gehouden met de mogelijkheid van herintroductie van het virus op een al vrij bedrijf. De inzet van een vaccin kan daarbij een belangrijke beschermende rol spelen. Kán, omdat de entadministratie goed op orde moet zijn; er mogen geen ‘gaten vallen’ en op dierniveau moet helder zijn welk dier wanneer gevaccineerd is. Het antwoord op de vraag moet dus zijn: vrij worden dient voorop te staan, maar preventieve maatregelen zijn absoluut nodig om vrij te blijven en de inzet van een vaccin speelt hierbij een hoofdrol.”
?
Vraag: Ik strooi vaak een ruime hoeveelheid kalk in de boxen, is dat schadelijk voor de uiers?
Antwoord van GD-dierenarts Christian Scherpenzeel: “Spenen mogen na het kalk strooien niet wit zijn. Dan gebruikt u teveel en dat is behalve kostbaar, ook niet bevorderlijk voor de speenkwaliteit; de spenen worden te schraal en ruw. Overigens is niet elke kalksoort geschikt voor de kwetsbare uier en spenen. Het beste kunt u krijt (calciumcarbonaat) of gebluste kalk (calciumhydroxide) gebruiken. Vooral ongebluste kalk (calciumoxide) heeft een agressief karakter. Het veroorzaakt schrale, geïrriteerde spenen en daardoor worden de problemen alleen maar groter. Boxstrooimiddelen zijn veelal gemaakt op basis van calciumcarbonaat, waaraan extra middelen zijn toegevoegd om bacteriën te doden. Het advies voor dagelijks gebruik varieert. Dit hangt ook af van de hoeveelheid strooisel. Een handje per ligplaats is meestal voldoende. De spenen mogen in elk geval niet wit zijn van de kalk.
?
Vraag: Mijn dieren gaan in augustus naar buiten op gemaaid land en worden naar verwachting half september weer opgestald. Moet ik ze nu ook behandelen tegen wormen?
Antwoord GD-dierenarts Menno Holzhauer: “In dat geval is het het beste om een poolmestmonster van vijf dieren naar de GD te sturen en de uitslag hiervan te bespreken met uw dierenarts. Het aantal wormeieren in mest van kalveren (van 6 tot 8 weken) na uitscharen geeft een goede indicatie van de besmetting van de dieren en de noodzaak om te behandelen. Indien niet noodzakelijk resulteert behandeling in onvoldoende opbouw van de weerstand; dan richt de behandeling meer schade aan dan dat deze nuttig is.”
?
Vraag: Hoe weet ik of de mineralenvoorziening in de weide goed is?
Antwoord van GD-dierenarts Jan Veling: “De hoeveelheid mineralen in gras/ graskuilen is afhankelijk van de grondsoort, de bemesting, de grasgroeisnelheid en het oogsttijdstip. Tekorten kunnen leiden tot slechtere vruchtbaarheid, doodgeboorten, meer mastitis, verminderde weerstand, etc. Om de mineralenvoorziening van jongvee te controleren, kunt u bij vijf dieren direct bij het opstallen bloed laten nemen. Onderzoek op koper en selenium geeft een goede indruk van de mineralenvoorziening via het gras. Om de mineralenvoorziening bij melkvee in de weideperiode te controleren wordt geadviseerd om in eerste instantie bij 5 dieren bloed (voor onderzoek op seleen en koper) en urine (voor onderzoek op magnesium) te laten onderzoeken. Dit kan op een willekeurig moment in de weideperiode. Afhankelijk van de uitslag kan de mineraalvoorziening aangevuld worden. De uitslagen van de mineralenonderzoeken kunnen – samen met analyses van de kuilen – aanleiding zijn om het rantsoen in de stalperiode te optimaliseren en het volgende weideseizoen passende preventieve maatregelen te nemen.”
Ook een vraag? Laat het ons weten en mail uw vraag naar redactie@gddeventer.com onder vermelding van Vraag & Antwoord GD Herkauwer. GD Herkauwer | Augustus 2012 |
9
Testuitslagen |
tekst: dr. Jet Mars
“Wat zegt een testuitslag?” Een testuitslag is wat het is: een resultaat van een test. U laat een test uitvoeren om iets te weten te komen: Is mijn koe ziek? Heeft mijn koe een infectie doorgemaakt? Is zij beschermd tegen ziektes? Kan ik dit dier veilig aankopen? Waarom heeft deze koe verworpen? Is het verstandig deze koe af te voeren? Belangrijke vragen, waarop u een goed antwoord wilt hebben. Een laboratoriumuitslag kan u bij veel van deze vragen van dienst zijn en uw beslissingen ondersteunen. Toch is een testuitslag niet het hele antwoord. Elke laboratoriumtest die we bij de GD gebruiken wordt voor gebruik uitgebreid getest. Voor testen op infectieziekten moeten bijvoorbeeld de volgende vragen worden beantwoord: Worden alle zieke dieren werkelijk opgespoord met deze test? Zijn
10
gezonde dieren ook altijd test-negatief? Is de testuitslag constant, ook na het bewaren van monsters? Kan de test even goed in melk als in bloed worden uitgevoerd? Zijn er storende factoren die invloed hebben op de uitslag? Daarmee hebben we een goed
beeld van een test en van de waarde van een testuitslag. Bij elke ziekte en voor elke test zijn er bijzonderheden die van invloed zijn op de interpretatie van de testuitslag. Hierna volgen enkele voorbeelden waar dit uit blijkt.
Vals-negatieve uitslagen Bij paratbc is het in het beginstadium van de ziekte moeilijk om aan te tonen dat een dier ziek is. De bacterie kan in de darm verstopt zitten, zonder dat deze in de mest uitgescheiden wordt. Als de koe begint met het uitscheiden van de bacterie, is dat in de eerste maanden onregelmatig (de ene dag wel, de andere dag niet). Pas maanden na het begin van de uitscheiding in de mest, komt de afweerreactie in het bloed op gang. In het begin van het ziekteproces, kunnen laboratoriumtesten daarom de uitslag “niet-aangetoond” hebben, terwijl de koe wel besmet is. Ook is het mogelijk dat de bacterie in de mest aangetoond wordt,
de test niets meer aan. Op dat moment beginnen de afweerstoffen zich te ontwikkelen. Voor het aantonen van afweerstoffen in het bloed kan het dan nog net “te vroeg” zijn (zie figuur 1).
Via de biest kan dat dan ook reactie geven in het kalf. Dan reageert een laboratoriumtest onverwacht “positief” terwijl het kalf niet besmet is.
Vals-positieve uitslagen
De uitzonderingen die hierboven beschreven zijn komen maar in een heel klein deel van de uitslagen voor. Helaas voor u en voor ons kunnen we dat niet van te voren aan de testuitslag zien. Een testuitslag is daarom niet meer dan wat het woord al zegt: de uitslag van een test. Andere aspecten zijn noodzakelijk voor u en uw dierenarts om de testuitslag te interpreteren: Hebben we voldoende monsters genomen? Waren we op tijd met de monstername? Hebben we de juiste test aangevraagd? Soms is het verstandig nogmaals monsters te nemen om de conclusies te versterken. Ook kunt u altijd contact opnemen met de GD over testinterpretatie. Gelukkig zijn verreweg de meeste testuitslagen gewoon goed en helpt de testuitslag u om belangrijke beslissingen te nemen.
Naast vals-negatieve uitslagen komen ook vals-positieve voor; een test reageert, terwijl het dier de ziekte niet heeft doorgemaakt (zie tabel 1). Dat kan voorkomen wanneer het dier een ziektekiem bij zich draagt die veel lijkt op de ziektekiem waarop getest wordt. Dat gebeurt een enkele keer bij de Brucella abortus-testen. Dan is de uitslag ”valspositief”. Ook dat is geen “fout”. Dan moet er vervolgonderzoek uitgevoerd worden om aan te tonen of het dier nu wel of niet met Brucella abortus is besmet. Testuitslagen kunnen ook beïnvloed worden door vaccinaties, ook als ze lang geleden zijn uitgevoerd, en u misschien al vergeten was dat de koeien ooit waren gevaccineerd.
Interpretatie
infectiestatus testresultaat
Bij andere ziekten maken niet alle dieren evenveel meetbare afweerstoffen aan. Soms is een dier verzwakt en heeft het geen goede weerstand, waardoor geen afweerstoffen meetbaar zijn. Soms is de afweerreactie van dieren kortdurend, zoals bij salmonella- of longworminfecties, waardoor de afweerstoffentest soms “vals-negatief” kan zijn: de test toont geen afweerstoffen meer aan terwijl het dier wel de infectie heeft doorgemaakt. Daarom is het vaak zinvol om meerdere dieren te laten onderzoeken.
niet geïnfecteerd
aangetoond
terecht positief
vals-positief
niet aangetoond
vals-negatief
terecht negatief
Tabel 1: Mogelijke testuitslagen bij de diagnostiek van een infectieziekte. Laboratoriumtesten zijn zo afgesteld dat de percentages ”terecht positieve” en “terecht negatieve” uitslagen zo hoog mogelijk zijn. Toch zijn “vals-negatieve” en “vals-positieve” resultaten niet altijd te voorkomen.
hoeveelheid
terwijl de afweerstoffentest in bloed of melk nog niets aantoont. Andersom kan ook: In het bloed kunnen afweerstoffen aangetoond worden terwijl in het mestmonster (die dag, toevallig) geen bacteriën aangetoond worden. Zulke uitslagen zijn “vals-negatief” (zie tabel 1). Dat is niet een laboratoriumfout, maar een eigenschap van de ziekte.
geïnfecteerd
virus afweerstoffen
0
1
2 tijd in weken
3
4
Voor IBR hebben we een heel goede test in gebruik die het IBR-virus in de neus kan aantonen bij een IBR-uitbraak. Dat kan echter alleen in de acute fase van de ziekte, als de Figuur 1: Een voorbeeld van het verloop in de tijd van de hoeveelheid virus en van de hoedieren koorts hebben. Als u “te laat” bent veelheid afweerstoffen tegen dat virus. Twee weken na het ontstaan van de infectie is het virus met het laten nemen van neusswabs, toont verdwenen en is de hoeveelheid afweerstoffen nog te laag om aangetoond te worden. GD Herkauwer | Augustus 2012 |
11
reportage |
tekst: Drs. Helen de Roode
“We hadden een
sluipmoordenaar “Bestemming bereikt”, klinkt er onheilspellend als we stil staan op een doodlopend zandweggetje. We zijn op weg naar het melkveebedrijf van Henny Bilderbeek en Edwin Breimer en het navigatiesysteem doet ons geloven dat we zijn gearriveerd. Is hun bedrijf dan zo makkelijk over het hoofd te zien? Zeker niet, zo blijkt als we later dankzij de heldere instructies van Henny de juiste weg vinden. Melkbedrijf Toldijk is duidelijk aanwezig, vooral nu de nieuwe stal er staat. Edwin en Henny zijn dan ook trots op wat ze hebben neergezet. Al zaten ze een paar jaar geleden wel flink met de handen in het haar. “We hadden een sluipmoordenaar op ons bedrijf.” Edwin en Henny hebben samen 90 melkkoeien en 70 stuks jongvee. Sinds ze het bedrijf in 2000 overnamen zijn er zo’n 20 melkkoeien bijgekomen. Dankzij een forse productietoename per koe is het melkquotum in die tijd gestegen naar 1.025.000 liter; een ruime verdubbeling. We treffen Edwin op een zonnige maandagochtend achter een grote kop koffie aan de keukentafel. Henny schuift wat later aan; ze heeft vannacht nachtdienst gehad in het zieken-
huis. Ook GD-buitendienstmedewerker Chris Raatgever drinkt een kopje koffie mee. Hij stond het echtpaar bij toen het de strijd aanbond tegen BVD. “We hebben een lange, moeizame weg bewandeld, maar het was zeker de moeite waard.”
QuickScan Het was begin 2007 toen Edwin en Henny voor het eerst te horen kregen dat er op hun bedrijf een BVD-probleem speelde. Uit
de resultaten van een GD QuickScan BVD bleek dat zowel in de tankmelk als bij een aantal kalveren afweerstoffen tegen het BVD-virus werden aangetoond. “We hadden het jaar daarvoor ook al een BVD QuickScan laten doen omdat we veel fokvee verkochten en wilden weten hoe de vlag erbij hing”, vertelt Edwin. “Toen werden er ook afweerstoffen gevonden in de tankmelk, maar dat hoeft niet verontrustend te zijn; dit kan ook wijzen op een oude infectie. Omdat bij het jongvee toen geen antistoffen tegen BVD werden gevonden, hebben we de uitslag gelaten voor wat hij was.”
‘Vage klachten’ In de maanden na de eerste QuickScan ontstonden steeds meer ‘vage’ klachten. Edwin: “Ik zag meer zwakke kalveren, mastitis, klauw- en vruchtbaarheidsproblemen.” Typisch een beeld dat bij BVD hoort, weet Chris Raatgever: “Het is een sluipende ziekte. De symptomen komen langzaam en zijn zó algemeen dat het van alles kan zijn. Het is daarom belangrijk om regelmatig te checken op BVD; het virus kan uiteindelijk grote schade op een bedrijf veroorzaken.”
Een ‘drager’ Edwin en Henny in de nieuwe stal: “We hebben nu genoeg ruimte om alle dieren op ons eigen bedrijf te houden.”
12
In vervolg op de verontrustende QuickScan werd bij 84 dieren bloedonderzoek gedaan. Hieruit bleek dat Edwin en Henny een zogenaamde ‘BVD-virusdrager’ op hun bedrijf hadden. Edwin: “Dit speelde precies
op ons bedrijf”
In de oude stal staan nu o.a. de pinken die eerder naar het opfokbedrijf gingen
in de periode dat we in zee gingen met een opfokbedrijf omdat we ruimtegebrek hadden; we hadden de nieuwe stal toen nog niet. Het kalf dat achteraf ‘drager’ bleek te zijn is ook naar dit opfokbedrijf gegaan. Toen we hoorden dat het een drager was, hebben we het dier meteen afgevoerd.” Dit is de enige juiste oplossing, legt Chris Raatgever uit: “Een rund wordt alleen een drager als hij of zij als vrucht in de eerste 3 tot 5 maanden van de dracht via de baarmoeder wordt besmet; in die periode ziet de vrucht het BVD-virus als lichaamseigen en zal dan geen antistoffen produceren. Het afweermechanisme bij de vrucht is nog niet ontwikkeld. Het verraderlijke is dat zo’n drager er gezond uit kan zien, maar wel continu het virus uitscheidt en zo een voortdurende besmettingsbron vormt op het bedrijf.”
Virusvrij worden
konden ontstaan. Het jongvee dat hier op het bedrijf terug kwam was zelf niet ziek, maar bracht dus wel dragers ter wereld. Ik had voor ik ermee te maken kreeg geen idee dat het zo werkte!”
Lange weg Het proces om BVD-vrij te worden heeft bij Edwin en Henny bijzonder lang geduurd. Edwin begint zich zichtbaar op te winden als hij er aan terug denkt. “Op een gegeven moment werd ik er moedeloos van. Ik ben niet zo snel paniekerig, maar toen 16 maanden na de signalering van de eerste drager nog steeds dragers werden gevonden, begon mijn geduld wel aardig op te raken.” Chris Raatgever: “Ik heb echt op Edwin in moeten praten om in het programma te blijven. Hij wilde eigenlijk stoppen en overgaan op vaccineren. Vaccineren is goed om de insleep van het BVD-virus te
voorkomen, maar een drager ent je er niet mee weg.” Uiteindelijk werd besloten het programma te combineren met vaccineren.
Scherp blijven “Gelukkig ben ik uiteindelijk van de BVDellende afgekomen”, zucht Edwin. Hoe hij zijn bedrijf nu BVD-vrij houdt? “Ons bedrijf is helemaal gesloten; er worden geen dieren van buitenaf aangevoerd. Omdat de nieuwe stal er nu is, hoeven we ook geen dieren meer tussen ons eigen bedrijf en een opfokbedrijf te vervoeren. Minstens zo belangrijk is dat we bijzonder goed letten op de hygiëne. Daarnaast houden we de routing op ons bedrijf in de gaten. En we blijven controleren: twee keer per jaar laten we een steekproef doen waarbij 5 kalveren van 8 tot en met 12 maanden onderzocht worden op afweerstoffen. Ik weet nu dat het een heel venijnig virus is, dus ik wil er bovenop zitten.”
Na de ontdekking van de eerste virusdrager stapten Edwin en Henny in het GD BVD-virusvrij programma, wat onder andere inhield dat alle kalveren die naar het opfokbedrijf gingen door middel van bloedonderzoek werden gecontroleerd op het virus. Om een BVD-virusvrijcertificaat te krijgen mogen 9 maanden lang geen dragers worden gevonden. Edwin: “Helaas werden er toch steeds weer dragers gevonden, die we dan moesten afvoeren (voor de dood, red.). Die eerste drager is op het opfokbedrijf in contact geweest met drachtige pinken, waardoor nieuwe dragers
De nieuwe stal
GD Herkauwer | Augustus 2012 |
13
GD-Rundveedierenarts Dr. Menno Holzhauer
Storingen in de bovenkamer bij
melkkoeien Hersenverschijnselen; bij de GD Veekijker komen hierover regelmatig vragen binnen. Het varieert van incidenten met
loodvergiftiging, Listeriose en kopziekte tot Boosaardige Catarraal Koorts (BCK) en Botulisme. Heel vaak is de afloop dodelijk. Een overzicht van deze ziekten, de oorzaken en de preventie.
Dromerig kijken, niet meer vreten, niet meer drinken, dringen tegen objecten, kringetjes lopen, spierzwakte. Dat zijn de symptomen van koeien met hersenverschijnselen. Regelmatig krijgt de GD Veekijker vragen over het hoe en waarom bij het signaleren van dit gedrag. Het betreft vaak verscheidene dieren zonder temperatuursverhoging of juist met duidelijk aanwezige koorts. De dieren gaan van de benen en sterven meestal. De oorzaken lopen uiteen, maar verdienen wel uitgebreid onderzoek om zo nieuwe gevallen te voorkomen.
Schapen bij het rundvee
Koe met BCK: staat suf voor zich uit te kijken, is gestopt met eten en drinken, heeft hoge koorts (tot 41 gr. C), korsten in de neus en een ontstoken oog. Foto aangeleverd door practicus.
14
Zo werd de GD Veekijker het afgelopen kwartaal benaderd door meerdere bedrijven die problemen hadden met BCK. Op één bedrijf waren schapen en runderen direct naast elkaar gehuisvest. Honderd schapen lammerden af in een potstal en de drachtige pinken en droge koeien stonden, op een afstand van ongeveer 4 meter, in een openfrontstal. De schapen, die vanaf februari hadden gelammerd, vertoonden geen klachten. De runderen werden suf, stopten met vreten en drinken, de slijmvliezen waren ernstig ontstoken en de dieren hadden een typische aantasting/witting van het hoornvlies. Bij sectieonderzoek van de hersenen werd een bloedvatontsteking gevonden die ook in andere organen aanwezig was, onder andere in de lever en nieren. Dit beeld is heel typerend voor BCK. De veehouder was zich ervan bewust dat de combinatie van schapen en rundvee risico’s meebrengt voor BCK. Incidenteel verloor het bedrijf een rund, maar deze keer was de schade met 20 dode dieren groot. Het schaap is de natuurlijke gastheer van dit virus, maar wordt er zelf niet ziek van. Via de lucht kan rundvee geïnfecteerd worden en pas maanden later (vooral na aflammeren verspreidt het virus zich met vruchtwater) symptomen vertonen. Op het moment van optreden is er niets meer te doen qua preventie en therapie. Het advies is om ruim afstand te houden tussen rundvee en schapen.
MONITORING
Gebrek aan magnesium Op een ander bedrijf vertoonden vier dieren met weidegang acute ernstige klinische klachten: verlamming van de achterhand, trillende ogen en overgevoeligheid, uiteindelijk lijdend tot sterfte. Bij urineonderzoek van koppelgenoten werden zeer lage tot te lage magnesiumwaarden gevonden, variërend van 0.19 tot 4,22 mmol/l (minimale norm >4 mmol/l) en daarmee was de diagnose gesteld: kopziekte. Met name in het voor- en najaar, na een droge periode, speelt deze gebreksziekte op. Wanneer het na zo’n droogteperiode flink gaat regenen groeit het jonge, eiwitrijke gras heel snel, zoals in het voorjaar van 2012. Het gebrek aan magnesium, dat hierdoor ontstaat, is snel te verhelpen door magnesiumoxide door het voer te vermengen. Dit is niet erg smakelijk, maar door goed te mengen nemen de koeien het op. Zo ook bij deze veehouder, die na toevoeging van 50 gram MgO per dier per dag geen problemen meer zag. Alternatief is een magnesiumbemesting op de weide van 30 kilo MgO per hectare, bij weinig wind en dauwnat gras. Wanneer de koeien langer dan een week op het perceel blijven is het zaak deze bemesting te herhalen.
Slecht geconserveerde kuil Listeriose is een andere ziekte die zich openbaart met hersenverschijnselen. Deze bacterie veroorzaakt hersenontsteking bij de dieren, waarna ze aan de grond komen te liggen. Ook verwerpen komt bij een listeria-infectie voor. Een slecht geconserveerde graskuil is bijna altijd de oorzaak. Wanneer gras minder goed in de kuil komt en slecht conserveert, stijgt het aantal Listeria-bacteriën explosief. Behalve dat dieren niet goed groeien en melk produceren van een slecht geconserveerde kuil, is Listeriose nog een reden om voorzichtig met zo’n kuil om te gaan. Zorg bij een kuil van mindere kwaliteit door een toevoegmiddel en goed afdekken dat er geen zuurstof bij het gras komt en dat de conservering snel verloopt. Besluit bij een écht slecht geconserveerde kuil om deze niet te voeren.
GD-Veekijker
Accu met lekker smaakje Ook is de GD Veekijker in 2012 betrokken geweest bij een rundveebedrijf met loodvergiftiging. Op dit bedrijf vertoonden vier melkvaarzen, nadat ze in een nieuw gemaaid perceel gras kwamen, acute hersenverschijnselen. Twee dieren waren compleet suf, hadden trillende ogen, raakten van de benen, stopten met vreten en drinken en stierven binnen korte tijd. De andere twee werden later geëuthanaseerd. In het bloed van deze dieren werden loodwaarden gevonden van 3,0 en 7,4 μmol Pb/L (norm <0.5 en klachten bij >2). De oorzaak van de intoxicatie was een beschadigde accu met loodplaten. Deze accu stond in de weide voor de ondersteuning van de stroomvoorziening van de afrastering en was aangereden tijdens het maaien. Loodplaten zijn iets zoetig van smaak en hebben een fatale aantrekkingskracht op nieuwsgierige vaarzen.
Ziek door contact met kadavers Een andere boosdoener is botulisme. Veelal komt botulisme voor in relatie tot pluimvee en wilde vogels. Ook vossen
die slepen met kippen of wild kunnen verspreiding van botulisme veroorzaken. Rundvee dat in contact komt met de kadavers van deze dieren (bijvoorbeeld door eraan te likken) wordt ziek. Kadavers van dode muizen zijn te klein om veel gifstoffen uit te scheiden en voor problemen te zorgen. De symptomen bij botulisme zijn verlammingsverschijnselen van staart
“De oorzaken lopen uiteen, maar verdienen wel uitgebreid onderzoek” via ruggemerg naar de kop. Uiteindelijk verlamt ook de ademhaling en sterft het dier. Tegen botulisme is te vaccineren. Iets wat in een land als Israël veel gedaan wordt omdat de mest uit pluimveestallen als strooisel gebruikt wordt en kadavers kan bevatten. Botulisme is een incident, maar jaarlijks gaat het in Nederland toch nog om 20 tot 25 bedrijven met sterftegevallen.
Met haar monitoringsactiviteiten waakt GD over de diergezondheid in Nederland. Onder andere via GD Veekijker, waar vragen van dierenartsen over bijzondere gevallen binnenkomen. Naast de helpdeskfunctie is GD Veekijker hét centrale verzamelpunt voor alles rondom diergezondheid, in het belang van veehouder en sector. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de dierenartsen oplevert. De GD-Veekijker wordt gefinancierd door het Ministerie van EL&I en PVV.
GD Herkauwer | Augustus 2012 |
15
Interview |
tekst: Drs. Helen de Roode
Makkelijker werken met VeeOnline
Jessica van Stek en Frans Jansen werken dagelijks aan de verdere ontwikkeling van VeeOnline
“We hebben de afgelopen maanden een enorme slag gemaakt. Veehouders kunnen steeds sneller en eenvoudiger bij hun gegevens; de papierstroom wordt kleiner, het overzicht en gemak groter. Een verademing, voor iedereen.” Aan het woord is Frans Jansen, manager infoproducten rund bij de GD. Hij is bijzonder goed te spreken over de nieuwe mogelijkheden van VeeOnline. Het online programma wordt steeds verder uitgebreid. ‘We haken op het punt van de informatievoorziening weer aan bij de wensen van onze klanten.’ Sinds de lancering eind vorig jaar hebben meer dan 10.000 veehouders een account aangemaakt in het vernieuwde VeeOnline. Dat het nu voor zowel melk- als vleesveehouders mogelijk is om via de dierenarts in het programma een bedrijfgezondheidsplan (BGP) en een bedrijfsbehandelplan (BBP) aan te maken en te ondertekenen, is voor velen aanleiding geweest om in te stappen. “Nu het in het kader van de nieuwe antibioticaverordening verplicht is een BGP en een BBP te maken, zien veel
16
dierenartsen en veehouders VeeOnline als een ideaal instrument om dit digitaal en snel te doen,” aldus Jansen. “Een groot voordeel is dat de plannen altijd online beschikbaar zijn. Zowel de veehouder als de dierenarts kan het BGP en het BBP te allen tijde en overal raadplegen.”
Vertrouwde modules blijven Behalve de nieuwe module waarin het BGP en BBP kunnen worden aangemaakt, biedt
het vernieuwde VeeOnline natuurlijk ook de vertrouwde informatie in een nieuw jasje. Zo is in het programma nog steeds een overzicht terug te vinden van uw stallijst en actuele gezondheidsstatussen, kunnen eenvoudig gezondheidsverklaringen worden aangemaakt en VKI en I&R meldingen worden gedaan. In het openbaar register kunnen gezondheidsstatussen snel geraadpleegd worden. “Handig wanneer je een dier aankoopt van een ander bedrijf; als je bijvoorbeeld zelf een BVD-vrij certificaat
Het ‘homescherm’ voor de veehouder
hebt, is het wel zo verstandig om alleen dieren van bedrijven aan te voeren die dit certificaat ook hebben.”
Minder papier Omdat gezondheidsstatussen en gezondheidsverklaringen actueel beschikbaar zijn in VeeOnline, is de GD per 1 juli gestopt met het per post versturen van de bedrijfscertificaten. Jessica van Stek, die sinds eind vorig jaar in dienst is bij de GD als marktmanager e-commerce, ziet de introductie van het vernieuwde VeeOnline als hét moment om van heel veel ‘papieren rompslomp’ (en dus post) af te komen. “De afgelopen jaren verstuurde de GD bij elke wijziging van een gezondheidsstatus automatisch een bedrijfscertificaat per post. In verband met de afgifte van Eigen Verklaringen (EV) hebben veehouders immers altijd een actueel overzicht nodig. Omdat we de poststroom willen verminderen en alle informatie online beschikbaar is, hebben we besloten dit per post versturen niet meer standaard te doen. Eventueel is het nog wel mogelijk om het bedrijfscertificaat telefonisch aan te vragen via het bekende Voice Response Systeem.
Labuitslagen en tankmelkrapportages online Onder het motto ‘meer efficiëntie en overzicht, minder papier’ zullen rond de verschijning van deze GD Herkauwer ook de labuitslagen en tankmelkrapportages via VeeOnline beschikbaar zijn/komen voor veehouder en dierenarts. Van Stek: “Overzichtelijk gepresenteerd in dier- en bedrijfsoverzichten.” Ook de berichten rondom ‘gepland onderzoek’
Hier vult u samen met uw dierenarts het BGP in
worden op VeeOnline aangeboden. “Als een koe onderzocht moet worden, bijvoorbeeld in het kader van een certificeringsprogramma, kunnen we dat tegenwoordig natuurlijk op veel snellere en meer efficiënte manier melden dan met een lading brieven.” In het kader van alle veranderingen is het wel van groot belang dat de GD de juiste e-mailadressen en 06-nummers van veehouders heeft. “Dit om veehouders eenvoudig te kunnen attenderen op openstaande acties of nieuwe rapportages. We zullen er de komende tijd werk van maken om de juiste gegevens, voor zover we deze nog niet hebben, binnen te krijgen.”
Vaccinatiemodule Naast de genoemde nieuwe mogelijkheden zal in het najaar ook een vaccinatiemodule geïntegreerd worden in VeeOnline. “Er was al een module blauwtongvaccinatie, waarin geënte runderen worden vastgelegd. Dit najaar wordt het ook mogelijk BVD-, IBR-, pinkengriep-, kalverdiarree-, ringschurften longworm-vaccinaties in VeeOnline te registreren,” vertelt Van Stek. “Veehouders die hier gebruik van willen maken, kunnen dit aangeven bij hun dierenarts. Groot voordeel is dat je precies kunt bijhouden welk dier welke vaccinatie wanneer heeft gehad. Bovendien krijg je automatisch een oproep wanneer een dier weer geënt moet worden, handig toch?!”
Gemak dient de mens VeeOnline is dus volop in ontwikkeling. Jansen: “VeeOnline groeit langzaam maar zeker uit tot een zeer handig, overzichtelijk
en transparant instrument voor diergezondheid. Het is een ideaal middel om een compleet gezondheidsdossier op te bouwen waar veehouder en dierenarts samen veel aan kunnen hebben. Groot voordeel is ook dat niet alleen de huidige status, maar ook de ontwikkelingen over een langere periode gemonitord kunnen worden; je bouwt als het ware samen een archief op. Indien gewenst kan de veehouder instellen dat naast zijn dierenarts ook de zuivelafnemer en Qlip meekijken zodat zij automatisch de gewenste gegevens –ten behoeve van bijvoorbeeld de kwaliteitssystemen- kunnen inzien. Hiervoor hoef je dan geen extra handelingen meer te verrichten. Gemak dient de mens.”
Nog niet op VeeOnline? U kunt zich eenvoudig aanmelden voor VeeOnline via www.veeonline.nl. Een aantal modules is gratis. Zo heeft u voor het bekijken/ondertekenen van uw BGP/ BBP geen abonnement nodig en kunt u ook uw gezondheidsstatussen gratis bekijken. Maakt u gebruik van de managementsystemen Comru, UNIFORM-Agri of Ruma, dan kunt u, dankzij een handige koppeling van VeeOnline met uw eigen managementsysteem, eenvoudig uw BGP/ BBP en gezondheidsstatussen inzien. Kijk voor meer informatie op www.veeonline.nl of bel 0900-1770.
GD Herkauwer | Augustus 2012 |
17
Tectonik pour-on Voor het bestrijden van vliegen en knutten (Culico誰des) op runderen Werkt gedurende 7-11 weken
oxcompost TECTONIK 24-01-2012 14:44 Pagina 1 POUR-ON insecticide pour-on, oplossing voor uitwendig gebruik. SAMENSTELLING Permethrine 36 g / l. GEBRUIK Toegestaan is uitsluitend het gebruik als bestrijdingsmiddel voor het bestrijden van vliegen op runderen en het bestrijden van Culico誰des bij runderen. Niet toepassen in de nabijheid van oppervlaktewater, maar bijvoorbeeld binnen in stallen. Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen. Uitwendige lokale toepassing. De totale dosis op de ruglijn aanbrengen, van de nek tot de basis van de staart. Ongeveer een vierde van de dosis steeds op de nek aanbrengen. Alle dieren van een koppel tegelijk behandelen. DOSERING 10 ml per 100 kg lichaamsgewicht met een maximum van 25 ml per rund. Behandeling herhalen na 7-11 weken. WACHTTERMIJN Vlees: 3 dagen. Melk: geen. VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN Lees voor gebruik de bijsluiter. KANALISATIE vrij. FABRIKANT VIRBAC S.A. - 06516 Carros, Frankrijk. Voor meer informatie: VIRBAC Nederland BV, Postbus 313, 3770 AH Barneveld. Tel.: 0342-427127, info@virbac.nl.
www.virbac.nl
Wilt u nog meer informatie over Sinnige Boxcompost, bezoek dan onze website of bel WWW.BOXCOMPOST.NL TEL.: 06-21584212
tekst: Dr. Ir. Erik van Engelen |
Onderzoek
Onderzoek naar
Q-koorts op
melkveebedrijven
Q-koorts; goede hygiënemaatregelen bij het afkalven zijn van belang.
Van 2007 tot 2009 werd Nederland opgeschrikt door uitbraken van Q-koorts bij de mens. Uit onderzoek bleek dat aannemelijk was dat de bronnen lagen bij grootschalige melkgeitenbedrijven met verwerpen door Q-koorts. Omdat veehouders en hun gezinnen mogelijk verhoogd risico lopen, is naar aanleiding van de uitbraken onderzoek gedaan naar antilichamen tegen Q-koorts bij mensen en dieren op hetzelfde bedrijf. Dit onderzoek is ook gedaan bij bedrijven met melkkoeien. Het onderzoek is in 2010 en 2011 uitgevoerd door het RIVM, de GD, LTO en de Academische werkplaats Publieke Gezondheid (AMPHI) van het UMC St Radboud waaronder diverse GGD’en. Het richtte zich in de eerste instantie op melkgeiten en schapenbedrijven. Omdat bekend was dat al in 1987 ook een behoorlijk deel van de runderen contact had met de Q-koortsbacterie, is ook onderzoek gedaan bij bedrijven met melkkoeien.
De opzet Aan laatstgenoemde onderzoek deden 301 melkveebedrijven mee. Op deze bedrijven is bloed van drie personen getest op antilichamen tegen Q-koorts. Daarnaast is er een enquête afgenomen en is er een tankmelkmonster getest op antilichamen tegen Q-koorts en de Q-koortsbacterie zelf.
Uitkomsten m.b.t. het bedrijf Een belangrijk onderzoeksresultaat is dat de bacterie van een ander type was dan de bacterie die een rol heeft gespeeld in de epidemie van 2007 tot 2009 bij geiten en de mens. 82% van de tankmelkmonsters bevatte antilichamen tegen Q-koorts; in 19% van de monsters werd de bacterie zelf aangetroffen. De situatie lijkt sinds 1987 stabiel. Grotere bedrijven en bedrijven die het ligbed voor de koeien niet dagelijks verversten hadden vaker antilichamen in de tankmelk. Bedrijven met teken op de koeien hadden vaker de bacterie zelf in de tankmelk. Bedrijven met aanvoer
van koeien van meerdere bedrijven hadden zowel vaker antilichamen als bacteriën. Bij bedrijven met een melkrobot werden juist minder vaak antilichamen en bacteriën aangetroffen. Ook bij aanwezigheid van schapen of geiten werd minder vaak de bacterie aangetroffen. Er is een verband tussen het management op het bedrijf en de aanwezigheid van Q-koorts-antilichamen en bacteriën. Hygiëne in de stal en aanvoerbeleid spelen duidelijk een rol.
Uitkomsten m.b.t. het gezin Gemiddeld had 72% van de deelnemers (87% van de veehouders en 44% van de kinderen) antilichamen tegen Q-koorts in het bloed. Als in de tankmelk antilichamen werden aangetroffen, was dit bij gezinsleden ook iets vaker het geval. Een relatie met aanwezigheid van de Q-koortsbacterie in de tankmelk was er echter niet. Er werden weinig (2%) recente infecties aangetroffen. Antilichamen werden vaker aangetroffen bij 1) de veehouder zelf, 2) mensen die veel contact hadden met koeien of varkens, 3) bij aanwezigheid van muizen, ratten of vogels in de stal, 4) bij een toenemende bedrijfsgrootte, 5) bij een combinatie van melkvee en vleesvee, 6) bij bedrijven in Zuid-Nederland. Mensen hadden minder vaak antilichamen tegen Q-koorts als er een melkrobot was en als gebruik gemaakt werd van handschoenen bij het afkalven. Zowel bij het melkvee als bij de veehouderijgezinnen werden meestal geen ziekteproblemen waargenomen (net als in 1987). Contact met melkkoeien, de bedrijfsgrootte, gesloten bedrijfsvoering en de ligging van het bedrijf spelen een rol. Management- en hygiënemaatregelen werken preventief.
Aanbevelingen: 1) Raadpleeg bij ziekteverschijnselen waarbij Q-koorts niet is uit te sluiten een huisarts en meld dat u rundvee heeft. 2) Voer een gesloten bedrijfsvoering. 3) Pas goede hygiënemaatregelen toe bij de melkkoeien; reinig de boxen dagelijks. 4) Pas goede hygiënemaatregelen toe bij het afkalven. Gebruik handschoenen, desinfecteer de afkalfstal en het gereedschap elke keer en gebruik de afkalfstal niet als ziekenstal. Beschouw de kleding die gedragen is tijdens het afkalven als besmet. GD Herkauwer | Augustus 2012 |
19
w u ie
N
D-Bolus
Bi-carbonaat bolus
Waarom de D-Bolus verstrekken: D-Bolus buffert de zuurtegraad (pH) en bevordert de drinklust bij kalverdiarree. D-Bolus bestaat uit speciaal geselecteerd bicarbonaat die zorgt voor een goede â&#x20AC;&#x153;zuur-baseâ&#x20AC;?-balans in het kalf. De ideale aanvulling bij elke diarree behandeling.
D-Bolus is verkrijgbaar bij de betere agrarische winkel, dierenarts of bestel op www.boerenwinkel.nl
tekst: HENRY VISSCHER |
rEpOrTaGE
Er werd aandachtig geluisterd tijdens de presentatie van Dr. Jan Veling over voeding en mineralen
succesvolle masterclass voor
vleesveehouders
“Toch maar eens een mineralencheck doen” of “in het vervolg eens wat kritischer zijn als ik een stier aankoop.” Zomaar een greep uit de reacties na afloop van de eerste GD Masterclass voor Vleesveehouders. De dag, gehouden op zaterdag 16 juni, trok zo’n 60 enthousiaste vleesveehouders uit het hele land. Zelfs vanaf Texel kwam men naar Deventer voor een kijkje in de keuken van de GD. Waar men bij zonnig weer ongetwijfeld druk was geweest met grasmaaien, leende deze allesbehalve zonnige zaterdag zich prima voor een masterclass over voeding en vruchtbaarheid, een bezoek aan de sectiezaal en een interessant verhaal van Thijs van Banning over het succes van Landmarkt-supermarkten.
vruchtbaarheid Dr. Thomas Dijkstra ging met de aanwezigen in gesprek over de verschillende aspecten van vruchtbaarheid bij vleesveerassen. Zowel kunstmatige inseminatie als natuurlijke dekking passeerden de revue. Vooral het benoemen van mogelijke oorzaken voor het plichtsverzuim van een stier in een koppel zorgde voor veel herkenning en het uitwisselen van tips en adviezen. Vervolgens kreeg men de unieke gelegenheid om in de sectiezaal van de GD een demonstratie van Thomas Dijkstra bij te wonen, als praktisch vervolg op zijn bijdrage eerder die dag. Dr. Thomas Dijkstra tijdens het practicum vruchtbaarheid in de sectiezaal
voeding Dr. Jan Veling nam de aanwezigen mee naar de wereld van mineralen en voeding en vertelde onder andere dat er veel factoren zijn die bepalen of een mineraal of sporenelement in voldoende mate aanwezig is. Ook stipte hij de risico’s aan van een teveel aan bepaalde mineralen en sporenelementen. Duidelijk werd dat het meer afgemeten toedienen van mineralen een aanzienlijke kostenbesparing kan opleveren.
zakendoen met de supermarkt De bijdrage van Thijs van Banning zorgde voor flink wat leven in de brouwerij. Van Banning is medeoprichter en eigenaar van twee Landmarkt-supermarkten en gaf de aanwezigen een kijkje in de supermarktwereld. Met name de werkwijze van Landmarkt, waarbij men zoveel mogelijk rechtstreeks zaken doet met o.a. veehouders, akkerbouwers en fruittelers, had de interesse van de aanwezige vleesveehouders. Er kwam een levendige discussie op gang over de wijze waarop streekproducten succesvol vermarkt kunnen worden. Tijdens de dag werd de aanwezige vleesveehouders ook de mogelijkheid geboden om mee te denken over de dienstverlening en de producten van de GD voor vleesveehouders. Van deze mogelijkheid werd veelvuldig gebruik gemaakt. Er wordt dan ook zeker gekeken of het realiseren van deze voorstellen haalbaar is; we houden u op de hoogte! GD Herkauwer | Augustus 2012 |
21
Tectonik
De langst werkende vliegen pouron voor uw Melkvee & Jongvee! Voordelen Tectonik Vliegen Pour-on: * Langste werking (tot 12 weken). * Zeer betaalbaar. * Verpakking inclusief dosator dosator,, dus geen
doseerspuit nodig. * Dosering slechts 25 ml per VOLWASSEN rund. * Hoog aandeel werkzame stof Permethrin. * 2,5 ltr Tectonik is goed voor 100 volwassen dieren. * Verkrijgbaar in 1000 ml en de nieuwe voordelige 2,5 liter verpakking!. * Geen allergische reacties.
Bron: Boerderij 97 - no. 32 (8 mei 2012)
zaam Tot 12 weken werk ttijd! en kent geen wach
Tectonik is verkrijgbaar bij de betere agrarische winkel, dierenarts of bestel op www.boerenwinkel.nl
tekst: DR. KARIANNE LIEVAART-PETERSON EN DRS. RENÉ VAN DEN BROM |
ONDErZOEk
chlamydia abortus bij schapen en geiten in nederland in 2011 In Nederland worden op een groot deel van de melkschapen-
geitenbedrijven ligt dat percentage beduidend lager. Dat blijkt
nen na infectie ernstige problemen ontstaan; iets waar lang niet alle betrokkenen zich van bewust zijn. Naar aanleiding van de toegenomen zorgen over zoönosen heeft het ministerie van EL&I besloten tot de meting van de hoeveelheid afweerstoffen voor Chlamydia abortus bij schapen en geiten in Nederland. De meting is gedaan op basis van de bestaande monsterstroom van Brucella melitensis uit 2011.
uit onderzoek dat de GD deed met financiering van het ministe-
de resultaten
en melkgeitenbedrijven dieren aangetroffen met afweerstoffen tegen Chlamydia abortus. Op niet-melkleverende schapen- en
rie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). Chlamydia abortus is een bacterie die grote abortusproblemen kan veroorzaken, vooral bij schapen en geiten. Besmetting van een koppel is meestal het gevolg van aanvoer van besmette vrouwelijke dieren. Dit kan ongemerkt plaatsvinden, waarbij aan de aangevoerde dieren niets waar te nemen is. De tijd tussen het oplopen van de besmetting en de abortus is minimaal zes weken. Chlamydia abortus veroorzaakt een typische ontsteking van de nageboorte. Wanneer de besmetting minder dan zes weken voor de geplande geboorte plaatsvindt, zal er gedurende die dracht meestal geen abortus optreden. De problemen treden dan het daaropvolgende lammerseizoen op. Wanneer de besmetting eerder in de dracht plaatsvindt kan er tijdens die dracht al abortus optreden, maar ook kunnen er verzwakte en dode lammeren geboren worden. Moederdieren die aborteren bouwen daarna afweerstoffen op waardoor ze meestal niet nogmaals ten gevolge van Chlamydia abortus zullen aborteren. Geïnfecteerde dieren kunnen tijdens de bronst wel opnieuw Chlamydia-bacteriën gaan uitscheiden.
aanleiding voor het onderzoek Chlamydia abortus is een van dier op mens overdraagbare aandoening (zoönose). Vooral bij zwangere vrouwen kun-
De bedrijfsprevalentie, ofwel het aantal onderzochte bedrijven waar afweerstoffen tegen Chlamydia abortus is gevonden, is 3,0% op niet-melkleverende geitenbedrijven (100 nietmelkleverende geitenbedrijven onderzocht), 44,8% op melkgeitenbedrijven (58 melkgeitenbedrijven onderzocht), 8,1% op niet-melkleverende schapenbedrijven (454 niet-melkleverende schapenbedrijven onderzocht) en 63,6% op melkschapenbedrijven (11 melkschapenbedrijven onderzocht).
advies Wanneer u als houder geconfronteerd wordt met abortus bij uw kleine herkauwers is het raadzaam om vrucht èn nageboorte te laten onderzoeken om tot een diagnose en vervolgens tot een plan van aanpak te komen. Vanwege het zoönotische risico van de meest voorkomende infectieuze verwekkers van abortus bij kleine herkauwers, moeten zwangere vrouwen contact met aflammerende dieren vermijden.
vervolg Chlamydia abortus kan dus een gevaar vormen voor de mensen op het bedrijf. Daarnaast kan het bedrijfsschade opleveren. Naar aanleiding van het onderzoek heeft op 10 juli jongstleden een deskundigenberaad plaatsgevonden. Het deskundigenberaad zal een advies aan de overheid uitbrengen over de aanpak van Chlamydia abortus in Nederland.
GD Herkauwer | Augustus 2012 |
23
De Gezondheidsdienst voor Dieren
Buitenbeeld Ondeugend kalfje Bij de familie Verschuren uit Rijsbergen ontsnapte er afgelopen najaar een kalf van enkele dagen oud uit de stal. Eén van de koeien in de wei baande zich een weg dwars door het prikkeldraad om zich over het jonge dier te ontfermen. “Wij waren niet blij toen we de koe en het kalf op de kuil zagen staan, maar voor de foto mochten ze toch nog even blijven staan. Zoiets zie je niet elke dag”, vertelt Ilse Verschuren. De redactie was het daar helemaal mee eens, dus werd de foto geselecteerd voor Buitenbeeld.
Bereikbaarheid U kunt de GD telefonisch bereiken via 0900-1770. Van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur. Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief BTW. Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal Aanmelden: telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.
GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddeventer.com info@gddeventer.com
Buitenbeeld:
De familie Verschuren krijgt een ingelijste uitvergroting van hun inzending. Hebt u zelf ook een foto die niet ‘buiten beeld’ mag blijven? Stuur deze dan met uw naam en toelichting naar redactie@gddeventer.com.