GD Varken 71

Page 1

Samen werken aan diergezondheid

Varken

Arjan Verbeek over hygiëne en diergezondheid

“Het draait om reinheid, regelmaat en routine” Monitoring

van antibioticum­ gevoeligheid

Varkens vaccineren: een overzicht

Happy bite: nieuwe testen beschikbaar

71

SEPTEMbER 2013


Samen spoelen we coli- èn clostridium geboortediarree nu in 1 keer door

Porcilis® ColiClos

Porcilis ColiClos: het NIEUWE combinatievaccin tegen

Uitval door diarree, groeiachterstand en inzet van antibiotica… op deze schadeposten veroorzaakt door coli en clostridium zit niemand te wachten. Met het nieuwe combinatievaccin Porcilis ColiClos beschermt u biggen optimaal tegen geboortediarree. De met Porcilis ColiClos gevaccineerde zeugen ontwikkelen hoge antistofniveaus, waardoor de bescherming, via de biest, op de biggen wordt overgedragen; zowel tegen coli als clostridium. Spoel geboortediarree veroorzaakt door coli of clostridium in één keer door en vraag uw dierenarts naar Porcilis ColiClos.

coli en clostridium geboortediarree*

Samen sterk in diergezondheid MSD Animal Health Postbus 50 5830 AB Boxmeer Tel: 0485 587652 Fax: 0485 587653 www.msd-animal-health.nl

*Geboortediarree veroorzaakt doorHealth E. coli en C. perfringens MSD Animal

Postbus 50 5830 AB Boxmeer Tel: 0485 587652 Fax: 0485 587653 www.msd-animal-health.nl

Porcilis ColiClos, suspensie voor injectie voor varkens, bevat per dosis van 2 ml E. coli adhesiefactoren F4ab (≥ 29,7 Al titer), F4ac (≥ 27,8 Al titer), F5 (≥ 27,4 Al titer) en F6 (≥ 27,6 Al titer), en LT toxoïd (≥ 212,0 Al titer) en C. perfringens type C (stam 578) beta toxoïd (≥ 20 IE). Doeldier: Varken (zeug en gelt). Indicatie: Passieve immunisatie van biggen via actieve immunisatie van zeugen en gelten ter vermindering van de mortaliteit en klinische verschijnselen gedurende de eerste levensdagen, veroorzaakt door E. coli stammen die de adhesiefactoren F4ab (K88ab), F4ac (K88ac), F5 (K99) of F6 (987P) tot expressie brengen en veroorzaakt door C. perfringens type C. Toediening en dosering: 1 dosis (van 2 ml) via intramusculaire injectie in de nek. Bijwerkingen: Een verhoging van de lichaamstemperatuur tot 2oC, een lichte sloomheid en een verminderde eetlust kunnen optreden op de dag van vaccinatie. Op de injectieplaats kan een pijnlijke zwelling (diameter tot 10 cm) tot 25 dagen na vaccinatie worden waargenomen. Waarschuwingen: Het is van belang dat iedere big een afdoende hoeveelheid colostrum drinkt. Contra-indicaties: Geen. Wachttijd: 0 dagen. REG NL 108819 UDD. Voor overige informatie, zie bijsluiter.


| Voorwoord

| INHOUD 04 Nieuws & Tips 06 Verwerpers: de zoektocht naar oorzaken

06

08 Arjan Verbeek: “Het draait om reinheid, regelmaat en routine”

11 Varkens vaccineren: een overzicht

15 Monitoring

13

16 Happy Bite 19 Vraag & Antwoord 21 Varkenscongres in Edinburgh

16

22 Monitoring van anti­

bioticumgevoeligheid

24 Aandacht voor detail

Bereikbaarheid U kunt de GD telefonisch bereiken via 0900-1770. Van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur. Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief BTW en € 9,40 basiskosten. Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal Aanmelden: telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

COLOFON

GD Varken is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren | REDACTIE Alfred van Lenthe, Theo Geudeke, Peter van der Wolf en Barbara Tempelmans Plat | EINDREDACTIE Eva Onis | REDACTIEADRES GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, redactie@gddeventer.com, www.gddeventer.com | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem basisontwerp Fokko-Ontwerp | VORMGEVING X-Media Solutions Doetinchem Druk Senefelder Misset Doetinchem | ABONNEMENTEN GD Varken wordt gratis toegezonden aan relaties van de GD. Een jaarabonnement (4 nummers) voor personen buiten de doelgroep kost € 15,25 (excl. BTW en verzendkosten) ADVERTENTIES PSH Mediasales, T. 026-750 18 00 | VERSCHIJNINGSFREQUENTIE 4 keer per jaar | SUGGESTIES Als u suggesties heeft voor dit blad, dan verzoeken wij u deze door te geven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever.

ISSN: 1875-2594

Samen werken aan diergezondheid Misschien was het u al opgevallen: zowel de cover als de achterzijde van de GD Varken zijn in een nieuw jasje gestoken. Op de voorzijde, die wat ‘strakker’ is vormge­ geven, staat nu onder andere de tekst “Samen werken aan diergezondheid”. Dat is namelijk precies wat we willen uitstralen als GD. Samen met u, dierenartsen, de overheid en andere partijen in de agrifoodketen, werken we aan vitale en gezond functionerende dieren. Daar hebben we allemaal baat bij. Om effectief te kunnen samenwerken, is goede commu­ nicatie essentieel, bijvoorbeeld om snel informatie te kunnen uitwisselen. Een mooi voorbeeld daarvan is het benutten van monitoringsinformatie over antibioticum­ gevoeligheid. Dit kan gaan over gevoeligheidspatronen van bacteriële ziekteverwekkers op uw eigen bedrijf, maar ook over algemene gevoeligheidsprofielen. Om (mede) op basis daarvan een goed bedrijfsbehandelplan (BBP) op te stellen, kunt u samen met uw dierenarts gebruikmaken van VeeOnline (zie pagina 23 en 24). Dat communicatie ook van groot belang is in de sa­ menwerking tussen vleesvarkenshouder, handelaar en vermeerderaar, blijkt wel uit het interview met Arjan Verbeek, bedrijfsleider van Driessen Vleesvarkens in Lierop en zijn dierenarts Rick Janssen. Doordat Arjan alles over de ziektegeschiedenis van zijn dieren weet, en regelmatig terugkoppeling geeft en krijgt, kan hij eraan werken dat specifieke ziektekiemen op zijn be­ drijf minder voorkomen. Daarnaast is het erg interes­ sant hoe hij het hygiënebeleid op zijn bedrijf heeft aangescherpt (zie pagina 8 en 9). Want grote verbete­ ringen zitten soms in de kleinste details. Met het oog op dat laatste, verwijs ik u tot slot graag naar de nieuwe rubriek op de achterzijde: “Aandacht voor detail”. Vanaf nu zetten we in elke editie een var­ kenshouder en zijn of haar aandachtspunten in de be­ drijfsvoering centraal. Veel leesplezier! ALFRED VAN LENTHE, Sectormanager varkens

ADRESWIJZIGINGEN: bel 0900 1770, kies 4 (lokaal tarief)

GD Varken | September 2013 |

3


NIEUWS & TIPS Ynte Schukken directeur Diergezondheid GD Op 1 augustus is Ynte Hein Schukken (53 jaar) gestart als directeur Diergezondheid bij de GD, waar hij nu samen met algemeen directeur Jan Jansen de directie vormt. Schukken zal zich met name richten op de marktkant en met de diverse diersectoren werken aan het versterken en de uitbrei­ ding van de GD-activiteiten in Nederland en het buitenland. Schukken is geen onbekende in de veteri­ naire wereld. Hij verwierf internationale faam met zijn epidemiologisch onder­ zoek op het terrein van uiergezondheid. In 1987 studeerde hij af aan de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht. Hij werd daar uiteindelijk benoemd tot universitair

hoofddocent; een functie die hij com­ bineerde met een baan als dierenarts in de universitaire praktijk. In 1990 promo­ veerde hij op een onderzoek naar klinische mastitis op bedrijven met een laag tank­ celgetal. Net voor de eeuwwisseling nam hij afscheid van de faculteit en van Neder­ land en vertrok hij met zijn gezin naar de Verenigde Staten, waar hij benoemd was tot professor aan de Cornell Universiteit in Ithaca, in de staat New York. Naast zijn hoogleraarschap gaf hij leiding aan een dochteronderneming van Cornell, Quality Milk Production Services. Dit bedrijf be­ schikt, evenals de GD, over eigen laborato­ riumfaciliteiten.

BBP op VeeOnline Koude nachten, relatief warme dagen

De zomer is bijna ten einde en de kou­ dere nachten zijn weer in aantocht. Een belangrijk moment om het klimaat in de stal te controleren. Ga na of de tempe­ ratuur in de afdeling niet te veel schom­ melt. Controleer daarbij de instellingen. Zorg ervoor dat de binnenkomende lucht voorverwarmd wordt of een lange weg af moet leggen alvorens het de afde­

4

ling binnenkomt. Dit voorkomt dat er te veel koude lucht de stal binnen wordt gehaald. Koude en schommelende tem­ peraturen zijn vooral funest voor jonge of net opgelegde varkens, maar ook voor pasgedekte zeugen. Ook de algemene gezondheid van de varkens en de voer­ opname spelen een rol.

Na het bedrijfsgezondheidsplan (BGP), heeft de GD in maart ook het bedrijfsbe­ handelplan (BBP) voor varkens geïntro­ duceerd op VeeOnline. In dit digitale BBP kan uw dierenarts de meest voorkomende aandoeningen op uw bedrijf met de daarbij voorgestelde behandeling vastleggen. U ondertekent het plan vervolgens zelf ook digitaal. Bij controle volstaat de digitale versie van uw plannen.


tekst: Redactie |

Muggenplaag

NIEUWS & TIPS

Bellen met de GD: lokaal tarief Als u tegenwoordig de GD belt via 0900-1770 krijgt u de volgende tekst te horen: ‘dit informatienummer kost 2,76 cent per minuut, met een starttarief van 9,4 cent, plus uw gebruikelijke belkosten’. Dat betekent nog steeds dat u belt te­ gen lokaal tarief, maar de nieuwe tekst is afkomstig van de Autoriteit Consu­ ment en Markt (voormalig OPTA). Er is dus niks veranderd aan het beltarief, alleen de tekst is gewijzigd.

Fotograaf: F. Schaffner, Institute for Parasitology Zurich Onlangs kwamen bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) klachten binnen over overlast door een agressieve steekmug in agrarische omge­ vingen. Deze loodgrijze mug, Anopheles plumbeus, broedde tot voor kort alleen in boom­holtes, maar heeft zich aangepast aan een nieuwe broedplaats: gierkelders/ mest­goten van verlaten varkensstallen. In de verlaten kelders blijven vaak resten van mest achter, die zich mengen met opwellend grondwater of sijpelend regen­ water. In dit mengsel kunnen zich grote aantallen muggenlarven ontwikkelen. Dit kan in mei tot september leiden tot grote concentraties volwassen muggen. Om­ wonenden worden vooral in de schemering gestoken. Volgens een risicoschatting van het Signaleringsoverleg Zoönose vormt deze muggensoort geen gevaar voor de volksgezondheid.

piepschuimbolletjes afsluiten van zuurstof waardoor de muggen doodgaan. Voor meer informatie over dit probleem en deze mug kunt u terecht bij het centrum monitoring vectoren van de NVWA via cmv@minlnv.nl.

De GD ontmoet u graag op de LIV Dit najaar kunt u de GD weer ontmoeten tijdens de Landbouwdagen Intensieve Veehouderij (LIV) in Hardenberg (22, 23 en 24 oktober). Graag praten wij u bij

over actuele ontwikkelingen rond dierge­ zondheid en uiteraard kunt u bij de GDstand terecht met vragen over uw eigen bedrijfsvoering. Welkom op onze stand!

Omdat er geen goede bestrijdings­middelen zijn tegen de larven van de mug, komt de aanpak vooral neer op het watervrij maken en houden van (leegstaande) kelders: kelder leegpompen, watervrij houden door afdekken, dempen of afbreken of in het uiterste geval het wateroppervlak met GD Varken | September 2013 |

5


onderzoek | tekst: dr. theo geudeke

Verwerpers:

de zoektocht naar oorzaken

Het valt in de praktijk niet mee om de oorzaak van verwerpen bij zeugen op te sporen. Sectie-onderzoek van verworpen vruchten levert doorgaans hooguit bij 30% van de gevallen een diagnose op. De GD heeft dit voorjaar een pilotstudie uitgevoerd om de diagnostiek van verwerpers te verbeteren. In de proef zijn 100 tomen met verworpen of doodgeboren vruchten uitgebreid on­ derzocht. In 17 inzendingen is PRRS aan­ getoond: 14 keer bij late verwerpers en 3 keer bij verwerpers vroeger in de dracht. Het Amerikaanse type is 2 keer gevonden, voor de rest ging het om Europese virus­ sen. Dat stemt overeen met eerdere inven­ tarisaties.

6

In 16 inzendingen is Parvovirus gevon­ den. In de helft van de gevallen waren dat doodgeboren biggen, geen verwerpers. Slechts 2 keer was sprake van verwerpers waarbij naast Parvovirus geen andere aan­ wijzingen zijn gevonden voor een infec­ tieuze oorzaak. In de overige 6 gevallen ging het om combinaties van infecties, bijvoorbeeld met PRRS.

In 9 inzendingen bleken doodgeboren big­ gen een hartspierontsteking te hebben. Dat kan veroorzaakt worden door PCV2 (Circovirus). Slecht één keer is daarbij Circovirus aangetoond. Omdat het volgens de literatuur mogelijk is dat een Circoinfectie optreedt zonder een duidelijke hartspierontsteking, zal de GD in het vervolg intensiever zoeken naar Circovirus.


ter zeer algemeen voor en gedijen goed in een omgeving waar dierlijk eiwit tot ontbinding overgaat. Het is dan ook on­ waarschijnlijk dat een Proteusinfectie de directe oorzaak is van verwerpen. Voor onderzoek naar leptospirose zijn organen van de verworpen biggen opge­ stuurd naar een laboratorium in Duitsland (PCR-onderzoek). Daarbij is nooit leptospi­ rose aangetoond. In 25 nageboorten is met een PCR-test naar Chlamydia gezocht, maar niet gevon­ den. Volgens sommige onderzoekers zou Chlamydia ook in de verworpen biggen zelf kunnen zitten. Overigens is nog nooit bewijs geleverd dat Chlamydia bij varkens verwerpen veroorzaakt.

Onderzoek van nageboortes Bij 52 inzendingen waren tevens nage­ boortes ingestuurd. Daarvan vertoonden er 11 afwijkingen, variërend van een te sterke doorbloeding tot een ernstige ont­ steking. Een enkele nageboorte was ver­ kalkt. De betekenis daarvan is niet be­ kend. Bij mensen komt dat ook soms voor, dan wordt het beschouwd als een voortij­ dige veroudering. Bij herkauwers ziet men dit soms bij Q-koorts. Verder kan het te maken hebben met afsterving van weef­ sel. In dit geval was tevens sprake van een Parvo-infectie en was de klacht dat er te veel biggen dood werden geboren. Alles bijeen zijn in 48 van de 100 inzen­ dingen aanwijzingen gevonden voor een oorzaak van het verwerpen. Weliswaar niet altijd even duidelijk, maar het is meer dan

Bacteriën In 16 inzendingen zijn bacteriën aange­ toond, namelijk: Staphylococcus hyicus (6), E. coli (6), Streptococcus dysgalactiae (3) en Enterococcus faecalis (1). Dat zijn bac­ teriën die vrij algemeen voorkomen op de huid of in de mest van de zeug. Normaal gesproken veroorzaken ze geen verwerpen. Maar bij een verminderde weerstand, een extreem hoge infectiedruk of een samen­ loop met andere infecties kan het toch misgaan. Bij 4 van deze 16 gevallen zijn tevens verschillende virussen aangetoond. Verder zijn in 25 inzendingen Proteus­ bacteriën aangetroffen. Die komen ech­

verwacht. De zoektocht gaat nog door. Het kan in elk geval zeker geen kwaad om bij verworpen vruchten ook de nageboorten in te zenden voor nader onderzoek.

Andere oorzaken Vaak ligt de oorzaak van verwerpen ove­ rigens buiten de verworpen biggen zelf. Denk aan ziekte van de zeug die gepaard gaat met koorts. Daarnaast kunnen allerlei (stress)factoren resulteren in verwerpen: vergiftigingen met schimmeltoxinen (bij­ voorbeeld Zearalenon), schadelijke gassen uit de mestput, nitriet of H2S in vervuild water, verkeerd gedoseerde wormmiddelen, vechten, pijn door bijvoorbeeld kreupel­ heid, slecht stalklimaat met tocht, plot­ selinge kou, benauwdheid, hitte, teveel kooldioxide of koolmonoxide, een slecht functionerende voercomputer of spora­ disch zelfs zwerfspanning op de (voer)boxen. Ook als een bacterie gevon­ den wordt in verworpen vruchten kan de primaire oorzaak nog best van buiten de zeug komen. De belangrijkste infectieuze oorzaak van verwerpen en doodgeboren biggen blijft het PRRS-virus ondanks het feit dat daar­ tegen op grote schaal wordt geënt. Uit gegevens van de sectiezaal van de GD is wel gebleken dat het percentage ver­ worpen biggen waarin PRRS kan worden aangetoond de laatste jaren gestaag is gedaald. Daarbij valt op dat steevast in het eerste kwartaal van het jaar de meeste verworpen biggen met een PRRS-infectie gevonden worden.

Infectieuze oorzaken verwerpen geen ziekteverwekker 55%

virale oorzaak 29%

bacteriële oorzaak 12% 4% viraal en bacterieel GD Varken | September 2013 |

7


rEPOrTaGE | TEkST: DRS. EVA ONIS

“wij werken volgens de drie R’s: Reinheid, Regelmaat en Routine” Arjan Verbeek (links) en zijn dierenarts Rick Janssen.

“Hygiëne is op dit vleesvarkensbedrijf een continu punt van aandacht, er zijn altijd verbeterpunten”, aldus bedrijfsleider Arjan Verbeek. “Vorig jaar november zijn we gaan samenwerken met één vaste vermeerderaar. Op dat moment hebben we het hygiëne­ en diergezondheidsbeleid flink aange­ scherpt”. GD Varken sprak met Arjan en zijn dierenarts Rick Janssen. De vleesvarkenshouderij in Lierop is on­ derdeel van Driessen Vleesvarkens. Eige­ naar Gerard Driessen houdt in totaal zo’n 40.000 vleesvarkens, verdeeld over vijf locaties in Nederland. “Gerard begon der­ tig jaar geleden op deze locatie, waar we nu 7.000 vleesvarkenplaatsen hebben”, vertelt Arjan. “We werken met brijvoer en beschikken over een eigen voerkeuken; de natte bijproducten kopen we in en de granen malen we zelf. Verder is het ken­ merkend dat we in onze bedrijfsvoering drie R’s hanteren: Reinheid, Regelmaat en Routine.”

Hygiënemaatregelen Tijdens een rondleiding blijkt al snel wat Arjan met reinheid bedoelt: de gangen zijn brandschoon en de hygiënemaatrege­ len worden tot in de details doorgevoerd. Een mooi voorbeeld daarvan is de hygiëne­

8

wagen, waarop alle benodigdheden voor de dagelijkse werkzaamheden staan, van gereedschappen tot aan medicijnen. Arjan: “We beginnen altijd bij de kwets­ baarste groep, de jonge biggen, en eindi­ gen bij de oudste dieren. Het voordeel van de hygiënewagen is dat je aan één stuk door een vaste route kan afwerken. Omdat we niet tussen de verschillende diergroe­ pen heen en weer hoeven te lopen, is er minder risico op het verslepen van ziek­ tekiemen. Bovendien werken we op die manier sneller en efficiënter.” “Wat ik ook een goede keuze vind, is dat er geen ver­ binding is tussen het oude en het nieuwe gedeelte van het bedrijf”, vult Rick hem aan. “De voerkeuken bevindt zich tussen beide gedeeltes in. Je moet buitenom lo­ pen en er zijn twee aparte hygiënesluizen. Zo is het bedrijf opgedeeld in twee blok­ ken én wordt voorkomen dat chauffeurs,

leveranciers of monteurs ziektekiemen verspreiden. Het ‘vuile­en­schone­weg­ principe’ wordt hier goed toegepast. Ook ‘standaard’ hygiënemaatregelen, zoals laarzen ontsmetten, bedrijfskleding wis­ selen en het schoonhouden van de gangen zijn hier automatisme.” Arjan: “Eigenlijk maken we per dag maar een paar minuten extra schoon, maar in totaal scheelt dat veel tijd. Even een bezem door de gang halen of muizengif bijvullen: het is alle­ maal onderdeel van de dagelijkse routine.”

Nevelsproeiers Om de hokken goed te kunnen reinigen, wordt gebruikgemaakt van nevelsproeiers. “Arjan past op afdelingsniveau het all­in­ all­out­systeem toe”, legt Rick uit. “Een halve dag voor het uitladen van de varkens, gaat de nevel al aan. De waterdruppeltjes komen dan ook op de dieren terecht, die in de vochtige mestkoek wroeten, waar­ door de mest loskomt. Zodra de varkens weg zijn, wordt het vuil verder losgeweekt met zeep. Daarna volgt het schoonspuiten en ontsmetten van de afdeling, inclusief het reinigen van de valbuizen van het brij­ voersysteem. Het drogen duurt vervolgens ongeveer twee dagen. In totaal neemt deze reinigingsprocedure vijf dagen in beslag: maandag tot en met vrijdag.”


ongediertebestrijding Een ander aandachtspunt op het bedrijf is ongediertebestrijding. Arjan: “De externe bestrijding, van muizen die van buiten naar binnen komen, hebben we uitbe­ steed. De interne bestrijding, van de mui­ zen die hier al hun habitat hebben, doen we zelf. Op diverse plekken staan bakjes met muizengif. Ook maken we de leefom­ geving voor ongedierte zo onaantrekke­ lijk mogelijk. We spoelen bijvoorbeeld de mestputten goed door, zodat de muizen niet over de mestkoeken kunnen lopen. Voor vliegen geldt een vergelijkbare aan­ pak: bestrijding met gif en de mestlaag dun houden.” “Om hokbevuiling te voorkomen, wordt het mestgedrag van de varkens gestuurd”, voegt Rick toe. “Achter in de hokken lig­ gen stenen, waardoor de mest daar blijft liggen en een soort ‘toilet’ ontstaat. Het voorste gedeelte van het hok blijft dan schoon.” Arjan: “In de winter maken we het toiletgedeelte vaak ook nat, maar in de zomer kan dat niet, want dan zoeken de dieren juist de koelte op. Verder voeren we op de dag van opleg ccM op de dichte vloer en voor in de trog. En de ventilatie is zo ingesteld dat de meeste frisse lucht voor in het hok terechtkomt.”

Vaste vermeerderaar Arjan: “Doordat we nu een lagere ziektedruk hebben, zijn er minder problemen en is het financieel rendement groter. Wat daarbij ook een rol speelt, is de één­op­één­relatie en open communicatie met onze vaste ver­ meerderaar. We weten dat de basis goed

is en kunnen gemakkelijk afspraken maken over aanlevertijden, aantallen, enzovoorts. Toen we nog dieren van verschillende fok­ kers aangeleverd kregen, hadden we te kampen met uiteenlopende ziekteproble­ men. Nu is de ziektedruk laag en weten we al het nodige over onze varkens.” Rick: “Een groot voordeel is dat er geen com­ mercieel veterinair belang is. De dierenarts van de vermeerderaar werkt bij dezelfde over koepelende praktijk als ik: De Varkenspraktijk Someren/Oss. Ik kan de uitslagen van de bloedonderzoeken bijvoorbeeld ge­ makkelijk vergelijken, ook met die collega. Alles over de ziektegeschiedenis van de dieren is bekend en naar aanleiding hiervan vaccineert de vermeerderaar nu op verzoek van de vleesvarkenshouder de biggen tegen circo en Mycoplasma. Je kunt natuurlijk niet alle kiemen weghouden, maar we kunnen er wel aan werken dat ze minder voorkomen, of pas later in de mestperiode wanneer de varkens weerbaarder zijn.” Het commercieel contact dat Arjan met de vermeerderaar heeft, verloopt via zijn handelaar. Bij het aangaan van de samen­ werking heeft Arjan daarom niet alleen op de genetische potentie van de dieren ge­ let, maar ook op de communicatie tussen handelaar en vermeerderaar. Arjan: “Ik zag direct dat de wisselwerking goed is. Dit maakt het mogelijk om snel achter de oor­ zaak van eventuele problemen te komen en veranderingen door te voeren. Wanneer er nieuwe dieren geleverd worden, koppel ik mijn bevindingen altijd terug via een beoordelingsformulier.”

Hans van Hoof, medewerker bij Driessen Vleesvarkens in Lierop. Het schoonhouden van de gangen behoort tot zijn dagelijkse routine.

Euthanasiebeleid Wanneer er gaandeweg dieren ziek worden, hanteert het bedrijf een strikt euthanasie­ en behandelbeleid. Arjan: “Een ziek varken wordt in het hok zelf behandeld. Binnen drie dagen besluiten we of doorgaan met behandelen rendabel is. Soms is het beter om een probleem direct te verwijderen uit de stal, zodat niet nog meer dieren ziek worden. Dat geldt bijvoorbeeld bij varkens met een beeld van circo, PRRS of andere infectieuze longaandoeningen. Euthanasie draagt dan uiteindelijk bij aan een lager uitvalspercentage.”

Praktisch en uitvoerbaar

Om hokbevuiling te voorkomen, wordt het mestgedrag van de varkens zo gestuurd dat de dichte vloer het schoonst blijft.

Hoewel Arjan het bedrijf nu goed op orde heeft, blijft hij zoeken naar verbeterpun­ ten. “Daarbij letten we er vooral op dat maatregelen praktisch en uitvoerbaar zijn. Zijn er bijvoorbeeld genoeg plaatsen om de hogedrukspuit aan de sluiten? Dat soort aandachtspunten. Er is altijd wel iets dat beter kan. Wij streven naar een uitvalsper­ centage van onder de 2% over een lang­ jarig gemiddelde. Momenteel is dit 0,9%. Daarnaast willen wij een dierdagdosering die onder de 5 blijft (langjarig gemid­ deld). Deze ligt momenteel net iets boven de 3. Voordat wij met een vaste vermeer­ deraar en een minder intensief hygiëne­ beleid werkten, lagen deze getallen vele malen hoger.“ GD Varken | September 2013 |

9


PigMatch: gezondheid in beeld

Gezondheid goed gecheckt Meerwaarde voor vermeerderaars ĂŠn vleesvarkenshouders Internationaal webportaal

www.pigmatch.eu


tekst: dr. theo geudeke | vaccineren

Varkens vaccineren:

een overzicht

In een tijd waarin veel te doen is over het terugdringen van het antibioticumgebruik, neemt de belangstelling voor vaccinaties toe. Enten is vaak een goede manier om infectieziekten te voorkomen, of om in elk geval de ernstigste gevolgen te beperken. Maar enten is niet altijd zinvol of nodig. Om te kunnen bepalen of een enting zin­ vol is, is vaak nader onderzoek nodig: is de bewuste ziektekiem wel aanwezig op het bedrijf? Zo ja, veroorzaakt deze ook echt gezondheidsproblemen? In bepaalde gevallen zijn ook grote verbe­ teringen mogelijk door gerichte manage­ mentmaatregelen. Uiteraard is hygiëne altijd van het grootste belang om ver­ spreiding van ziektekiemen tegen te gaan. Daar hoort ook het beperken van contac­ ten tussen verschillende leeftijdscate­ gorieën binnen het bedrijf bij. Vooral de gespeende biggen kunnen een risicogroep vormen. Daarnaast kan een goed stalkli­ maat ervoor zorgen dat het aantal vacci­ naties tegen luchtwegkiemen beperkt kan blijven. Denk verder aan een goede biest­ voorziening en het tegengaan van stress.

Soorten vaccins

Vaccins tegen virussen

Vaccins tegen virussen zijn gemaakt van levende, verzwakte virussen of van geïn­ activeerde, dode virussen. Het voordeel van ‘dode’ vaccins is dat er geen kans is op verspreiding van entvirus. Maar het nadeel is dat het immuunapparaat er vaak wat minder duidelijk op reageert, waardoor de bescherming minder goed kan zijn. Vac­ cins tegen bacteriën zijn meestal gemaakt van gedode bacteriën. Omdat bij bacteriële ziekten vaak het probleem zit in de toxinen die de bacteriën produceren, bevatten veel vaccins ook die (onschadelijk gemaakte) toxinen. In de nabije toekomst zullen steeds meer vaccins bestaan uit alleen de delen van bacteriën of virussen die het im­ muunsysteem stimuleren (subunit vaccins). Ook zullen vaker combinaties gemaakt wor­ den om het aantal prikken te beperken.

Hieronder worden de vaccins tegen het parvovirus, het PRRS-virus, het circovirus (PCV2) en het griepvirus (influenza) be­ sproken. Parvo Het parvovirus komt op alle bedrijven voor en veroorzaakt mummies, kleine tomen en doodgeboorte. Het is nodig om minimaal de eerste- en tweedeworpszeugen te en­ ten. Daarna blijft de afweer meestal op peil door contacten met het veldvirus. Het vaccin biedt goede bescherming. PRRS Het PPRS-virus komt op de meeste be­ drijven voor en veroorzaakt weerstands­ vermindering, laat verwerpen, koorts en luchtwegproblemen. Doorgaans adviseert GD Varken | September 2013 |

11


betrokken. Als geboortediarree een pro­ bleem is, is het zinvol om zeugen (of al­ leen gelten) te enten. Sinds kort is ook een vaccin voor biggen verkrijgbaar tegen slingerziekte. Clostridium Clostridiumbacteriën komen vrij veel voor en kunnen (bloed)diarree veroorzaken bij zeer jonge biggen. Ter preventie kunnen zeugen geënt worden in de dracht. De wer­ king van het vaccin wisselt en is vooral af­ hankelijk van het oorzakelijk type clostri­ diumbacterie. Het is vaak de moeite waard om het probleem ook via voermaatregelen aan te pakken. Vlekziekte De vlekziektebacterie komt overal voor. Bij allerlei diersoorten tot aan kalkoenen en vissen toe en zelfs gewoon in de grond. De bacterie veroorzaakt bij varkens koorts, huidvlekken, gewrichtsontsteking, verwer­ pen en /of hartklepontsteking. Vaccineren is noodzakelijk en dat betreft bijna altijd de opfokzeugen en verder zeugen in de kraamperiode. Het vaccin geeft een goede bescherming tegen infecties. de GD om zeugen te enten volgens het 6-60-schema (in het kraamhok en in de dracht). Het enten van biggen is hooguit interessant als aangetoond is dat PRRS aanwezig is in de gespeende biggen. Omdat het EU-type het meest voorkomt, ligt het voor de hand om daartegen te enten. De effectiviteit van dood vaccin is niet groot, maar ook de levende vaccins bieden lang geen 100% bescherming. Bij PRRS is het cruciaal de focus te leggen op verbetering van de bioveiligheid. PCV2 Het circovirus is hardnekkig en komt op vrijwel alle bedrijven voor. Het veroor­ zaakt PMWS, PDNS, diarree, longontste­ king en soms verlamming of doodgeboorte en mummies. Indien onderzoek aantoont dat bij gelten mummificatie of doodge­ boorte optreedt door circovirus, kan het zinvol zijn om opfokgelten te enten. Maar vooral het vaccineren van biggen is vaak nuttig. Voor zover bekend zijn alle be­ schikbare vaccins effectief en goed werk­ zaam. Influenza Het griepvirus komt veel voor op varkens­ bedrijven. Op grote bedrijven met uit­ eenlopende leeftijdscategorieën kan het virus lang blijven rondgaan. Influenza is een bekende oorzaak van uitbraken van

12

longproblemen met koorts bij vlees- en opfokvarkens. Door koorts kunnen zeugen opbreken; het virus zelf tast ongeboren vruchten niet aan. Het enten van zeugen kan nuttig zijn om de ziekteverschijnselen bij de zeugen te verminderen en om de biggen afweerstoffen met de biest mee te geven. Het is niet duidelijk of enten ook nuttig is ter preventie van verwerpen. Een vaccinatie is geen garantie tegen een uitbraak. Tegenwoordig zitten in de entstof drie typen Influenzavirus (H1N1, H1N2 en H3N2). Of de entstof ook bescher­ ming biedt tegen eventuele andere stam­ men, zoals de recent door de GD ontdekte nieuwe H1N1-2012 stam, is niet bekend.

Vaccins tegen bacteriën Hieronder worden de vaccins tegen Escherichia coli (E. coli), de clostridiumbacte­ rie, vlekziekte, Atrofische Rhinitis (AR), PIA/Ileïtis, Actinobacillus pleuropneumoniae (App), Mycoplasma hyopneumoniae (M. Hyo) en Haemophilus parasuis besproken. E. coli De E. coli-bacterie komt vrij veel voor. Er zijn aanwijzingen dat het aantal coliproblemen de laatste tijd is toegenomen: enerzijds meer geboortediarree en ander­ zijds meer slingerziekte en speendiarree. Hierbij zijn verschillende bacterietypen

AR (snuffelziekte) Snuffelziekte komt nauwelijks meer voor in Nederland. Als het onverhoopt toch een probleem zou zijn, is het nuttig om zeu­ gen tijdens de dracht te enten. Het vaccin geeft vaak forse entreacties. Zeugen enten ter preventie van niesproblemen bij big­ gen is een erg zware en vaak overbodige maatregel. Op bedrijven met een Pm+-vrij-certificaat is het enten tegen AR niet toegestaan. PIA/Ileïtis Ileïtis wordt veroorzaakt door de lawso­ niabacterie. Deze komt zeer veel voor, maar veroorzaakt lang niet altijd proble­ men. Soms resulteert een infectie in acute sterfte met zwarte diarree. In chronische gevallen is vooral sprake van achterblij­ ven en slechte groei. Als Lawsonia een probleem is, kan enten zinvol zijn. Bij­ voorbeeld bij opfokgelten, maar zeker ook bij vleesbiggen. Het vaccin is levend en verzwakt, en wordt meestal via drinkwater toegediend. Het vaccin is gevoelig voor antibiotica, dus die mogen rond het toe­ dienen niet verstrekt worden. Een goede organisatie van het vaccineren, in overleg met de dierenarts en de leverancier, is be­ langrijk. Vaccineren voorkomt niet direct de gevolgen van acute uitbraken, maar resulteert volgens onderzoekers wel in een betere groei.


Vanwege het terugdringen van het antibioticumgebruik, is de belangstelling voor vaccineren toegenomen. App App is een groot probleem en komt op zeer veel bedrijven voor (>90%) als oorzaak van borstvliesontsteking, longontsteking en acute sterfte. De infectiedruk vari­ eert per bedrijf en het ziekteverwekkend vermogen is ook afhankelijk van het type App. Het beschikbare vaccin voorkomt vooral de ernstige symptomen (acute sterfte). Enten moet niet te lang voor de te verwachten problemen gebeuren. Dat is op 6 en 10 weken leeftijd of soms wat later. Een enkele keer vaccineert men zeugen om jonge biggen te beschermen, omdat soms al bij de gespeende biggen uitbraken voorkomen. Bij App is aandacht voor het stalklimaat van groot belang. Mycoplasma M. hyo komt op minstens de helft van de bedrijven voor. Het veroorzaakt chroni­ sche luchtwegklachten, matige groei en longontsteking. Als onderzoek uitwijst dat M. hyo een oorzaak is van lucht­weg­ problemen en matige groei, dan is het enten van de biggen zinvol. Vrijwel altijd verbeteren de technische resultaten door een vaccinatie. Haemophilus parasuis Haemophilus parasuis is de veroorzaker van de Ziekte van Glässer en komt veel voor (>80%) met als belangrijke symptomen ge­ wrichtsontsteking, hersenvliesontsteking, buik- en borstvliesontsteking. Problemen ontstaan na stress of door verminderde weerstand. Vooral op SPF-bedrijven met problemen kan het zinnig zijn om zeu­ gen te enten in de dracht of biggen voor

de leeftijd van 5 weken. Het vaccin be­ schermt niet tegen alle typen Haemophilus parasuis.

en in de praktijk blijkt de effectiviteit te­ gen Streptococcus suis type 2 beter te zijn dan tegen type 9.

Stalspecifieke vaccins (autovaccins)

Vaccinaties uitvoeren

Autovaccins zijn soms nuttig. De werk­ zaamheid echter kan niet worden gega­ randeerd omdat daar geen onderzoek naar gedaan is. De GD garandeert bij haar au­ tovaccins slechts de veiligheid: er zitten alleen dode bacteriën in. Het gebruik van autovaccins is in Nederland uitsluitend toegestaan als geen commercieel vac­ cin voorhanden is. De kiem in het vaccin moet afkomstig zijn van het eigen bedrijf. Autovaccins mogen alleen door de dieren­ arts worden toegediend. Voor alle andere vaccins is het nodig dat ze officieel zijn toegelaten in Nederland. Bij uitzondering mogen elders in Europa geregistreerde vaccins hier gebruikt worden, maar alleen als er aantoonbaar geen alternatief is. De GD maakt voor varkens vooral stalspeci­ fieke vaccins tegen Streptococcus suis en sporadisch tegen Bordetella, bepaalde ty­ pen Clostridium en stafylokokken. Streptococcus suis De bacterie Streptococcus suis komt veel­ vuldig voor in Nederland (>95%) en ver­ oorzaakt vooral hersenvliesontsteking, gewrichtsontsteking en bloedvergiftiging bij gespeende biggen. Een stalspecifiek vaccin wordt gebruikt bij zeugen in de dracht om de biggen antistoffen mee te geven in de biest. Bij ernstige problemen worden in het begin ook de biggen zelf geënt. De werking van vaccins is variabel

Aandachtspunten bij het uitvoeren van entingen: •M eng vaccins alleen indien de fabrikant aangeeft dat dat mogelijk is. • Combinatievaccins gebruiken betekent minder prikken. • Verschillende vaccins gelijktijdig inspui­ ten is vaak verstandiger dan opeenvol­ gend toedienen; maar dan wel op ver­ schillende plekken in het varken (links - rechts). • Afwijkende entschema’s toepassen is onverstandig. • Vaccineer geen zieke dieren. • Met een naald kunnen ook infecties overgebracht worden. Naaldloos enten heeft dat risico niet of nauwelijks; het moet wel zeker zijn dat voldoende ent­ stof in het dier terechtkomt. • Belast het immuunapparaat van jonge biggen niet onnodig: voer geen overbo­ dige entingen uit en stel indien mogelijk enten uit naar een wat latere leeftijd. • De werkzaamheid van vaccinatie kan te­ genvallen als de biggen nog afweerstof­ fen uit de biest in het bloed hebben. Dat verschilt per vaccin. • Het controleren van een enting met bloedonderzoek kan eigenlijk alleen bij markervaccins; het is in de praktijk een­ voudiger om goede afspraken te maken met de leverancier van de biggen of gelten. GD Varken | September 2013 |

13


Bernwalt: robuuste broeken voor werk en vrije tijd Comfortabel en functioneel model

Het model is comfortabel breed vervaardigd zodat u uw volledige bewegingsvrijheid behoudt. De half-elastische tailleband zorgt ervoor dat de broek Beige comfortabel zit zonder te knellen. De riemlussen maken het mogelijk om desgewenst een broeksriem te gebruiken. De opgezette zakken aan het bovenbeen bieden veel opbergruimte. De steekzakken worden veilig afgesloten door een drukknoop. Ook zijn er nog twee achterzakken op het zitvlak.

Olijfgroen

“Bernwalt broek” Olijfgroen Art.nr. 98.207.137 Beige Art.nr. 98.207.140 Zwart Art.nr. 98.207.153

Korting

–42%

i.p.v. 69,90* Personalshopprijs

:

39.

99

Art.nr. zie tekst

Alstublieft uw taille opmeten Taille in cm 84 88 = Bestelmaat lange pijpen: 48 50 Alstublieft uw taille opmeten Taille in cm 88 92 = Bestelmaat korte pijpen: 24 25

Personalshop bestelformulier met 30 dagen omruil- en retourrecht Aantal

Art.nr.

Bestelmaat

Artikelbeschrijving

98.207.137

“Bernwalt broek”, olijfgroen

98.207.140

“Bernwalt broek”, beige

98.207.153

“Bernwalt broek”, zwart

Prijs in :

5-sterren Personalshop garantie

Afzender (AUB in blokletters invullen): P Mevrouw P Heer

H 2 jaar garantie zonder “maar” H Hoogste kwaliteitsgarantie H Laagste prijs garantie H Snelle levering H 30 dagen niet goed, geld terug garantie

Verwerking- en verzendkosten à : 5,90

Achternaam, Voornaam Straat en huisnr. Postcode en plaatsnaam Geboortedatum

Aanbieding alleen geldig voor de lezers van dit magazine

Actie nr. 3011

Levering gebeurt op rekening in de volgorde van de ontvangen bestellingen. Alstublieft geen betaalmiddelen meezenden. Aanbiedingen gelden alleen in Nederland en zolang de voorraad strekt.

versturen aan:

Zwart

PRODUCT INFO • 65% polyester, 35% katoen • Robuuste ritssluiting • Opgezette zakken op bovenbeen • Geborduurd logo op rechter bovenbeen, ca. 5 cm • Twee steekzakken met metalen drukknoop aan de binnenzijde • Half-elastische tailleband • Riemlussen • Wasvoorschrift: 7 M H F z

92

96

100

104

52

54

56

58

96

100

105

110

26

27

28

29

www.personalshop.com Hier vindt u nog meer geweldige aanbiedingen! Om u aan te melden in de webshop maakt u gebruik van de onderstaande veiligheidscode.

Veiligheidscode GRATIS

0800 / 020 33 77

N3011L

FAX

0314 / 390 007

Persoonlijk voor u aanwezig

Personalshop

Postbus 16 7030 AA Wehl

* i.p.v.-prijzen hebben betrekking op de fabrikantenprijslijst of de verkoopadviesprijzen van de fabrikant


MONITOrING

GD­varkensdierenarts Theo Geudeke

Analyse van 10 jaar najaarsverwerpen “Met het najaar in aantocht wordt najaarsverwerpen weer actueel. Hoe komt het dat het verwerpen bij zeugen, zo’n drie tot vier weken na de inseminatie in het najaar veel voorkomt? Wat kun je daar als zeugenhouder tegen doen? De GD Veekijker heeft de feiten, cijfers en ervaringen vanaf 2002 geanalyseerd. Bij het najaarsverwerpen zijn de zeugen niet ziek en wor­ den ze doorgaans na een herdekking goed drachtig. De hoofdoorzaak is, zoals de naam al suggereert, gelegen in het seizoen. Zeugen hebben feilloos door dat de dagen in september snel korter worden, elke dag drie minuten, en ze ‘weten’ dus dat het ongunstige seizoen eraan komt. Daarnaast zijn er factoren die bepalen hoe erg het pro­ bleem tot uiting komt. Een bekende risicofactor is groepshuisvesting in stabiele weekgroepen, vooral als de groepsgrootte kleiner is dan 25 zeugen. In grote wis­ selgroepen komt najaarsverwerpen veel minder vaak voor, zeker als de zeugen in het stro liggen. Wat verder een rol speelt, is een matige lichaamsconditie rond spenen en dekken, een laag voerniveau in het begin van de dracht, het niet individueel kunnen voeren in het begin van de dracht, hoge productiviteit van de zeugen, weinig uren licht in de afdeling voor pasgedekte zeugen en het stal­ klimaat.

Na de warme zomer van 2013 wordt het oppassen Sommige bedrijven hebben jaarlijks last van het pro­ bleem en andere bedrijven eigenlijk nooit. Per jaar kan de heftigheid van het probleem sterk variëren en dat heeft waarschijnlijk te maken met de wijze waarop de zomer overgaat in de herfst. Als we bijvoorbeeld naar 2012 kij­ ken: toen was het probleem heftig op veel bedrijven. Als we dat vergelijken met bijvoorbeeld 2007, toen er nau­ welijks problemen waren, dan zie je dat in 2012 vooral in september de gemiddelde dagtemperatuur sterker daalde, de gemiddelde maximum­temperatuur meer varieerde en dat verschillen tussen dag en nacht groter waren.

Omdat we de gegevens van de laatste tien jaar kennen, weten we dat dit ook voor de andere jaren geldt. Als het in augustus warm is (veel dagen warmer dan 25oc) en in september ’s nachts al geregeld koud is (<5oc) dan is het risico op najaarsverwerpen groter. Ofwel: als de overgang van zomer naar herfst heftiger is, gaat het op meer plaat­ sen mis. Wat dat aangaat wordt het ook in 2013 oppassen geblazen. De zomer is warm dit jaar. Het is belangrijk om zeugen niet het gevoel te geven dat het najaar is. Let er dus bijvoorbeeld op dat vooral ‘s morgens vroeg de tem­ peratuur in de stal niet te sterk daalt (zie ook de tip op pagina 4). Daarnaast is het cruciaal om te zorgen dat de daglichtlengte in de wachtafdeling zeker niet korter is dan die in de dekstal.

Met haar monitoringsactivitetien waakt GD over de diergezondheid in Nederland. Onder an­ dere via GD Veekijker, waar vragen van dierenartsen en veehouders binnenkomen. Naast de helpdeskfunctie is GD Veekijker hét centrale verzamelpunt voor alles rondom diergezondheid, in het belang van veehouder en sector. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speci­ aal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring dierenartsen oplevert. De GD Veekijker wordt gefinancierd door het ministerie van EZ en het PVV.

GD Varken | September 2013 |

15


happy bite | tekst: drs. barbara tempelmans plat en drS. tom duinhof

Happy Bite:

Vijf nieuwe testen voor

Per 1 september heeft de GD het pakket aan testen voor speekselonder­ zoek, bekend onder de naam ‘Happy Bite’, uitgebreid. Het aantal beschik­

Het voordeel van de nieuwe test voor het influenzavirus is dat het virus niet in bloed, maar wel in speeksel aantoonbaar is.

bare testen is daarmee vergroot van vier naar negen. Vooral de speeksel­

Wat is speekselonderzoek?

testen voor antistoffen van App en M. hyo mogen uniek genoemd worden. De GD introduceerde begin vorig jaar vier verschillende testen die uitgevoerd kun­ nen worden op speeksel. Dit zijn testen die het PCV2- en PRRS-virus of antistoffen daartegen aantonen. Nu zijn er vijf nieuwe testen aangepast, gevalideerd en ingevoerd voor speeksel­ monsters. Dit zijn de Influenza A-PCR (zowel algemeen als voor subtypering) en

16

de ELISA’s voor het aantonen van anti­ stoffen tegen Mycoplasma hyopneumoniae, Actinobacillus pleuropneumoniae (App) en influenza. Deze testen zijn speciaal aan­ gepast omdat in speeksel verschillende componenten zitten die kunnen storen in de test. Daarnaast is de hoeveelheid en de samenstelling van de verschillende afweerstoffen in speeksel heel anders dan in bloed.

Met het woord ‘speeksel’ wordt eigenlijk ‘orale vloeistof’ bedoeld: een combinatie van speeksel en de vloeistof die wordt uit­ gescheiden door het slijmvlies in de bek, opgehoest slijm en natuurlijk voer, water en mestresten. In de humane geneeskunde is speeksel al veel langer in gebruik voor bijvoorbeeld de diagnostiek van HIV, ma­ zelen en hepatitis en voor het eenvoudig uitvoeren van drugstests. Ook voor var­ kens is al lang geleden aangetoond dat klassieke varkenspest aantoonbaar is in speeksel. Als onderzoeksmedium heeft varkensspeeksel veel voordelen.


speekselonderzoek Monstername Het verzamelen van speeksel verloopt eenvoudig door de kauwtouwen uit het GD Happy Bite-pakket in de hokken op te hangen. Varkens zijn nieuwsgierige dieren, die graag snuffelen en onderzoeken. Een touw in het hok wordt daarom gewoonlijk direct als een leuke bron van afleiding gezien. Het blijkt dat van een groep van maximaal 20 varkens ongeveer 75% binnen 20 minuten op het touw begint te kauwen. Deze manier van bemonsteren is dan ook diervriendelijk en geeft veel minder stress dan het afnemen van bloedmonsters. Daar­ naast wordt een groot deel van de dieren in de groep tegelijkertijd bemonsterd, wat tijd bespaart. Bovendien is het ophangen van een touw veel laagdrempeliger dan het afnemen van bloed en kan dit door varkens­houders zelf worden uitgevoerd. Om het touw goed te kunnen bevestigen, bevat het GD Happy Bite-pakket tevens een bevestigingskoord. Dit is te gebruiken om het touw op schouderhoogte van de dieren op te hangen. Zo is er geen contact met de grond en dat scheelt bevuiling van het monster. Het is raadzaam om eerst met de dierenarts te overleggen welke hokken het beste bemonsterd kunnen wor­ den.

Werkwijze bij het ophangen van de touwen:

Mochten de dieren toch minder interesse tonen in de touwen dan verwacht, dan

kan eventueel eerst een ‘training’ plaats­ vinden, door een touw op de grond aan te bieden of ‘lekker’ te maken met appelsap of stroop. Hierna kan het touw voor mon­ stername worden opgehangen.

Monsters insturen De kwaliteit van het monster is belangrijk. Daarom wordt aanbevolen de monsters direct te koelen en zo snel mogelijk naar het GD-laboratorium te sturen. Het Happy Bite-retourpakket bevat daarvoor alle be­ nodigde materialen. De Happy Bite-pakketten zijn te bestellen via de GD-webwinkel (www.gd-winkel.nl).

Per 1 september 2013 beschikbare speekseltesten Aantonen verwekker met PCR: • PCV2 • PRRS • Influenza + subtypering Aantonen afweerstoffen met ELISA: • PCV2 • PRRS • App • M. hyo • Influenza

GD Varken | September 2013 |

17


ACTIE BIGGENVOER Babystart Korrel Maxima VC De kenmerken van Babystart Korrel Maxima VC (artikelcode 28670): > Optimale darmgezondheid > Zeer goed verteerbaar > Uniek met vismeel ĂŠn CCM > Levert positieve bijdrage aan het voorkomen van streptokokken > Scherpe prijs-kwaliteitverhouding

LV

Zoekt u een doeltreffende opvolger van het speenvoer? Babystart Korrel Maxima VC staat voor veiligheid, optimale groei en een scherpe kostprijs. Zo behaalt u het maximale resultaat. Informeer naar onze aantrekkelijke prijs. Bel Eelco van de Hoef 06-50235373, Gerben Klein Lebbink 06-22792299 of mail naar voer@agruniekrijnvallei.nl.

Pak nu u w AR-voord eel!

VERBAKEL BV Plastic & Stainless steel products

Industrieweg 13 Sint-Oedenrode 0413 474036

Groba brengt perfectie in uw stal.

Copernicusstraat 12, Wijchen T +31 (0)24 6414289 www.groba.nl

ADVERTEREN IN DIT MAGAZINE? Bel met: Bas van Deventer T 026-750 18 22 E bas.van.deventer@pshmediasales.nl I www.pshmediasales.nl

adv_retail_varkens_b_90x264.indd 1

29-08-13 14:52


Vraag & Antwoord

In de rubriek ‘Vraag & Antwoord’ beantwoorden onze dierenartsen vragen vanuit de praktijk.

?

Soms heb ik ineens een aantal zeugen waarbij de blaas, de schede of de einddarm verzakt is. Wat is daar de oorzaak van?

?

Is het mogelijk om een vaccin tegen E-coli te combineren / mengen met een ander vaccin of gaat dit dan ten koste van de werking van het vaccin tegen E-Coli?

Antwoord Peter van der Wolf, varkensdierenarts: De oorzaak van prolapsen is een ver­ hoogde druk in het bekkengebied (bij­ voorbeeld door constipatie, hoesten, werpen) of een verslapping van het on­ dersteunende weefsel (oedeemvorming, veel vet, bronsthormoon). Bekende ri­ sicofactoren zijn een ontsteking van de einddarm, de blaas en/of de schede. Prolapsen kunnen optre­ den na plotselinge voerwijzigingen, bijvoorbeeld in het ruw­ vezelgehalte of de energiedichtheid, bij kaaswei-voedering, door een calciumtekort of juist bij een zeer hoog Ca-gehalte in het voer, obstipatie of door mycotoxinen bevattend voer. Ook als gevolg van bepaalde medicaties, zoals tylosine of lincomycine, kunnen prolapsen voorkomen. Verder kunnen zenuwbeschadigingen een rol spelen, bijvoorbeeld door het te kort couperen van de staart, staartbijten of door (te) veel geboortehulp. En soms komt het meer voor bij bepaalde fok­ lijnen, door inteelt of bij varkens die als big een laag geboor­ tegewicht hadden. Tenslotte zien we het wat vaker optreden bij de overgang van koud naar benauwd weer.

?

Kan de GD ook autovaccins maken tegen rotavirus?

Antwoord Paul Franssen, varkensdierenarts Nee. De GD maakt alleen autovac­ cins tegen bepaalde bacteriën zoals streptokokken en ook alleen maar als er geen commercieel vaccin voor beschikbaar is. Dat is wettelijk zo geregeld. Tegen virussen van varkens maakt de GD geen vaccins. Soms wordt op zeugenbedrijven, als er inderdaad een probleem is met diarree door rotavirus, gebruikgemaakt van een vaccin dat voor koeien is ontwikkeld. Dat is toegestaan als de ‘nood­ zaak aangetoond is’ door onderzoek (secties, mestonder­ zoek).

Antwoord Barbara Tempelmans Plat, senior R&D onderzoeker immunologie: Nee, over het algemeen is dat niet verstandig. Bestanddelen uit het product waarmee u het vaccin mengt kunnen het vaccin onwerkzaam ma­ ken. Uitzondering op deze regel zijn vaccins van dezelfde fabrikant, waarbij de fabrikant uitdrukkelijk zelf aangeeft dat men­ gen met een bepaald ander vaccin is toegestaan.

?

Licht is belangrijk voor de vruchtbaarheid. Maakt het uit welke kleur de lampen hebben?

Antwoord Theo Geudeke, varkensdierenarts: Voor zover na te gaan, is nooit goed onderzoek gedaan naar de kleur van licht in relatie tot fertiliteit bij zeugen. Wel naar de invloed van de intensiteit van het licht, dus de hoeveelheid lux en het aantal uren licht per dag. In de meeste zeugenstallen is het al een hele stap vooruit als men de aanwezige lampen schoonmaakt dan wel ver­ vangt, want door ouderdom en vuil valt de lichtopbrengst vaak vies tegen. Het grootste probleem in relatie tot licht is dat zeugen heel snel registeren dat de daglengte korter wordt. Dat is ook uit experimenten gebleken. Verandering in de aanmaak van het hormoon melatonine door de her­ senen, is een cruciale factor. Door een andere stand van de zon ten opzichte van de aarde en door de invalshoek van het zonlicht in de dampkring, zal de kleur van zon­ licht in de zomer wellicht anders zijn dan in de winter. Maar er is ook verschil in daglichtlengte en dat bepaalt vooral het effect.

Ook een vraag? Laat het ons weten en mail uw vraag naar redactie@gddeventer.com onder vermelding van Vraag & Antwoord GD Varken.

GD Varken | September 2013 |

19


Vaccineren versterkt alle schakels

“Gezonde dieren zijn de basis voor gezonde relaties. Vaccinatie met CircoFLEX en MycoFLEX draagt bij aan een gezond en productief varken. Zo ontstaan bestendige relaties in een keten waarin de schakels weten wat ze kunnen verwachten.“

FLEXcombo® • Enige combinatie tegen Circo en Mycoplasma • Meest gebruikte vaccins in hun categorie* • Bewezen effectief en veilig * Agridirect Hokdierscan 2012 Ingelvac CircoFLEX® susp. voor inj. voor varkens. Elke dosis geïnactiveerd vaccin bevat: PCV2 ORF2 eiwit, carbomeer. Indicatie: Voor actieve immunisatie van varkens vanaf de leeftijd van 2 wk tegen PCV2 om de sterfte, klinische verschijnselen - inclusief gewichtsverlies - en letsels in lymfatisch weefsel geassocieerd met PCV2 gerelateerde aandoeningen (PCVD) te verminderen. Tevens is bewezen dat vaccinatie de nasale verspreiding van PCV2, de virus load in het bloed en lymfatisch weefsel, en de duur van de viraemie vermindert. Bescherming begint al vanaf 2 wk na vaccinatie en houdt minstens 17 wk aan. Contra-indicaties: Geen bekend. Bijwerkingen: Een voorbijgaande en milde hyperthermie op de dag van vaccinatie treedt erg vaak op. Dosering: Enkelvoudige i.m. inj. van 1 dosis (1 ml), ongeacht het lichaamsgewicht. Er zijn gegevens over veiligheid en effectiviteit beschikbaar die aantonen dat dit vaccin gemengd kan worden met Ingelvac MycoFLEX en op 1 injectieplek kan worden toegediend. Indien gemengd wordt met Ingelvac MycoFLEX dienen alleen varkens vanaf de leeftijd van 3 wk te worden gevaccineerd. Lees voor het mengen de bijsluiter. Goed schudden voor gebruik. Wachttijd: 0 dagen. REG NL 102672 UDD. Ingelvac MycoFLEX® susp. voor inj. voor varkens. Werkzaam bestanddeel: Geïnactiveerd mycoplasma hyopneumoniae, J-stam isolaat B-3745, carbomeer. Indicatie: Voor actieve immunisatie van varkens vanaf de leeftijd van 3 wk ter vermindering van longlaesies als gevolg van infectie met m.hyo. Bescherming begint vanaf 2 wk na vaccinatie en houdt ten minste 26 wk aan. Contra-indicaties: Geen. Bijwerkingen: Bijwerkingen zijn zeldzaam: een voorbijgaande zwelling met een diameter tot 4 cm, soms samengaand met roodheid van de huid, kan worden waargenomen op de plek van injectie. Deze zwelling kan tot 5 dagen aanhouden. Een voorbijgaande gemiddelde toename van de rectale lichaamstemperatuur van ongeveer 0,8°C kan tot 20u na vaccinatie worden waargenomen. Dosering: Enkelvoudige i.m. injectie van 1 dosis (1 ml). Er zijn gegevens over veiligheid en effectiviteit beschikbaar die aantonen dat dit vaccin gemengd kan worden met Ingelvac CircoFLEX en op 1 injectieplek kan worden toegediend. Indien gemengd wordt met Ingelvac CircoFLEX dienen alleen varkens vanaf de leeftijd van 3 wk te worden gevaccineerd. Lees voor het mengen de bijsluiter. Goed schudden voor gebruik. Wachttijd: (Orgaan)vlees: 0 dg. REG NL 104086 UDD. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Boehringer Ingelheim bv, vetmedica.nl@boehringer-ingelheim.com, telefoon: +31 (0)72 566 24 11


tekst: dr. theo geudeke | actuele ontwikkelingen

Varkenscongres in Edinburgh

Eind mei vond het jaarlijkse congres plaats van het European College for Pig Health Management (ECPHM) in de Schotse hoofdstad Edinburgh. Dit jaar in combinatie met het symposium van de British Pig Veterinarian Society (BPVS). Veel aandacht ging uit naar gezondheidsmanagement, nieuwe vaccins en testen. Gemeten naar het aantal varkens per land, waren de Brit­ ten prominent vertegenwoordigd op het congres. Ook opvallend talrijk waren de bijdragen uit België en de Scandinavische landen. Het aantal Nederlandse bijdragen stak wat schril af. Veel presentaties en posters gingen over gezondheidsmanagement: voeding, welzijn, gedrag, pijnbestrijding, stress en de werking van probiotica en plantenextracten als alternatieven voor antibiotica. Er was bijvoorbeeld een Italiaanse bijdrage over een positief effect van oregano-olie op varkens die zijn behandeld wegens dysenterie. Een bekende Britse stalklimaatspecialist pleitte voor het continu registreren van de wateropname per hok voor de gezondheidsmonitoring op bedrijfsniveau. Vermindering van de wateropname is vaak een van de eerste symptomen van een gezondheidsprobleem.

Zowel hardrock als klassiek geeft stress Een originele Duitse bijdrage ging over het effect van mu­ ziek op varkens: niet alleen hardrock, maar ook de meeste klassieke muziek veroorzaakt stress bij zeugen. Al eerder maakten onderzoekers van het VIC Sterksel duidelijk dat varkens onderling communiceren met geluiden en dat radiolawaai dat verstoort. Met ongunstige gevolgen voor onder andere zuigende biggen.

Fertiliteit Het aantal bijdragen over fertiliteit was dit keer niet groot. Belangrijkste onderwerpen waren problemen rond

werpen en melkgift. De naam van dit syndroom verandert geregeld, maar de oplossing blijft lastig. Het is vooral be­ langrijk om de enorme overgang voor de zeug van dracht naar kraamperiode (huisvesting, stofwisseling) goed te begrijpen en te begeleiden.

Vaccins en testen Relatief veel belangstelling was er voor vaccins tegen PRRS en oedeemziekte, en dan vooral voor het nieuwe MLV PRRS-vaccin van Hipra (Unistrain®) en Ecoporc Shiga® (IDT). Volgens de, door de fabrikanten gesponsor­ de, posters betreft het effectieve vaccins. Wellicht kun­ nen deze een bijdrage leveren aan het terugdringen van het antibioticumgebruik. Interessante bijdragen over diagnostiek gingen over het verbeteren van speekselonderzoek. Ook in het buitenland blijkt dat het niet altijd even simpel is om bloedtesten om te zetten naar speekseltesten. Eén poster betrof de diagnostiek van het schimmeltoxine Zearalenon in gal­ vloeistof van zeugen. In Schotland lijken onderzoekers nu een betrouwbare, zij het vrij bewerkelijke, testmethode te hebben ontwikkeld. Dat biedt perspectieven om uit te zoeken in hoeverre mycotoxinen een rol spelen bij bij­ voorbeeld vruchtbaarheidsproblemen. Alles bijeen was het een goed congres met voldoende aanknopingspunten ter verbetering van het gezondheids­ management op varkensbedrijven. GD Varken | September 2013 |

21


antibiotica | tekst: dr. Jobke van Hout

Met het terugdringen van het antibioticumgebruik in de veehouderij, komt ook steeds meer nadruk te liggen op een juiste onderbouwing van de keuze om antibiotica wel in te zetten. Uw dierenarts kijkt dan in overleg met u naar onder meer de oorzaak van de ziekteproblematiek: gaat het om een virus of juist om een bacterie die te bestrijden is met anti­ biotica? En, wanneer het om een bacteriële ziekteverwekker gaat: wat is dan de gevoeligheid voor de diverse antibiotica?

Monitoring van antibioticum De GD onderzoekt bacteriën op hun gevoeligheid (en re­ sistentie) voor antibiotica. Deze bacteriën zijn meestal afkomstig uit organen van varkens die voor sectie aan­ geboden zijn bij de GD. De resultaten van de antibioti­ cumgevoeligheidsbepalingen van de verschillende bac­ teriën worden door de jaren heen verzameld en in kaart gebracht. Hierdoor wordt inzichtelijk of en, zo ja, welke verschuivingen in de antibioticumgevoeligheid van speci­ fieke ziekteverwekkers optreden.

Figuur 1: Percentage antibioticumresistente E. coli, afkomstig uit sectiemateriaal

Verschuivingen door de jaren heen Wanneer we de resultaten van de antibioticumgevoelig­ heidsmonitoring voor een aantal van de belangrijkste bacteriële ziekteverwekkers over de afgelopen vijf jaar (2008 t/m 2012) bekijken, dan komt het volgende naar voren: E. coli (zie figuur 1) en Salmonella (zie figuur 2) verto­ nen door de jaren heen hoge resistentiepercentages voor TmpS, amoxicilline en ampicilline. Deze antibiotica wor­ den in het Formularium Varken (versie 15 november 2012) genoemd als eerste- (TmpS) en tweedekeuzeantibiotica (amoxicilline, ampicilline) voor behandeling van zieke dieren via de bek en/of per injectie. Beide ziekteverwek­ kers zijn in nagenoeg alle gevallen wel gevoelig voor de tweedekeuzeantibiotica colistine en neomycine.

22

Figuur 2: Percentage antibioticumresistente Salmonella, afkomstig uit sectiemateriaal


Figuur 4: Percentage antibioticumresistente Pasteurella multocida, afkomstig uit sectiemateriaal

Ook Streptococcus suis vertoont door de jaren heen een redelijk stabiel antibioticumgevoeligheidspatroon (zie figuur 5) met goede gevoeligheid voor penicilline, ampi­ cilline, amoxicilline en TmpS. Hierbij valt op dat in 2012 enkele Streptococcus suis-stammen gevonden zijn die on­ gevoelig waren voor penicillinen. Figuur 5: Percentage antibioticumresistente Streptococcus suis, afkomstig uit sectiemateriaal

gevoeligheid De antibioticumgevoeligheidspatronen van veroorzakers van luchtwegproblemen zoals Actinobacillus pleuropneumoniae (zie figuur 3) en Pasteurella multocida (zie figuur 4) zijn door de jaren heen redelijk stabiel. Op basis van het laboratoriumonderzoek wordt een goede gevoeligheid van deze ziekteverwekkers gezien voor de eerstekeusantibiotica TmpS en doxycycline. Bij Pasteurella multocida lijkt de mate van ongevoeligheid voor penicilline, ampi­ cilline en amoxicilline toe te nemen.

Figuur 3: Percentage antibioticumresistente Actinobacillus pleuropneumoniae, afkomstig uit sectiemateriaal

Monitoringsinformatie benutten Als varkenshouder kunt u de monitoringsinformatie op uw eigen bedrijf benutten. Bij voorkeur heeft u inzicht in de antibioticagevoeligheidspatronen van de bacteriële ziekteverwekkers die een rol spelen op uw eigen bedrijf. Maar afhankelijk van de situatie kan uw dierenarts ook de algemene antibioticumgevoeligheidsprofielen uit de mo­ nitoring gebruiken om een bepaalde antibioticumkeuze te onderbouwen. Overigens zal uw dierenarts hierbij ook altijd het meest actuele Formularium Varken gebruiken.

Tweedekeuzemiddelen in uw BBP Tweedekeuzeantibiotica mogen in uw bedrijfsbehandelplan staan, mits voldoende wordt aangetoond waarom juist deze middelen toe­ gepast gaan worden op uw bedrijf. Naast bedrijfsgebonden uitslagen kunnen antibioticumgevoeligheidsprofielen uit de monitoring de keu­ ze onderbouwen. Gaat u binnenkort ook uw plannen bijwerken? Probeer dan nu het nieuwe BGP en BBP op VeeOnline (zie www.veeonline.nl). Vraag uw dierenarts naar de mogelijkheden. VeeOnline, omdat u dagelijks bezig bent met de gezondheid van uw dieren.

GD Varken | September 2013 |

23


aandacht voor detail Ineke ter Haar Koier “In de kraamstal heb ik de touwtjes in handen. Het liefst doe ik daar alles alleen. Ik denk dat dit voor veel vrou­ wen geldt.” “Toen ik na mijn baan als doktersassistente door uitbreiding van ons bedrijf in de kraamstal terecht was gekomen, was dit niet omdat mijn vo­ rige baan hier het beste op aansloot. Het paste simpelweg beter bij de rou­ tine van de kinderen en de huishou­ delijke taken die ook gedaan moeten worden. Wel merk ik dat de werkzaam­ heden die ik als doktersassistente als vanzelfsprekend beschouwde, in de kraamstal ook goed van pas komen.”

Routine “Door continue alertheid, aanwezig zijn bij het geboorteproces en een vaste routine weet ik alle details van wat er in de stal speelt. De achterblij­ vende biggen ontdek ik daarom snel en deze krijgen dan extra verzorging door ze te verleggen of door ze een extraatje te geven. Een beetje Roos­ vicee geeft de zwakste biggen een flinke vitamine- en suikerboost. Hier­ mee red ik toch zeker een aantal van de zwakste biggen!”

Hygiëne “Het zorgen voor een goede hygiëne gaat bij ons ook routinematig. We houden een vaste looproute aan, van de jonge naar de oudere dieren. Ook desinfecteren we onze handen en laarzen altijd goed en gebruiken we ontsmettend kalkpoeder in de kraam­ stal.” “Wat ook nog routinematig gaat: plezier hebben in het werk, misschien wel het belangrijkste!”

GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, www.gddeventer.com, info@gddeventer.com.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.