De gezondheidsdienst voor dieren
varken 66
jUni 2012
haPPY bite: speekselonderzoek als ‘rookmelder’ verbetering drinkwaterkwaliteit blijft nodig vrUchtbaarheid in de zomer: voorkom de nazomerdip
Uw varkens hebben ongewenst bezoek
Ileitis, ook wel bekend als PIA, is helaas niet zo gemakkelijk herkenbaar als een olifant. Het effect van Ileitis is vooral zichtbaar in uw winst! Het richt schade aan in de dunne darm en resulteert - vaak onopgemerkt - in een hogere voederconversie, lagere groei en meer ongelijkheid. Tegen Ileitis gevaccineerde varkens kunnen ongestoord groeien waardoor u een optimaal resultaat behaalt. Enterisol速 Ileitis, Lawsonia intracellularis, geattenueerd levend vaccin voor varkens, lyofilisaat en oplosmiddel voor orale suspensie. Indicatie: Actieve immunisatie van klinisch gezonde varkens van 3 weken leeftijd en ouder om de intestinale laesies veroorzaakt door Lawsonia intracellularis infectie te verminderen en om de variatie in groei en het verlies aan gewicht dat in verband gebracht wordt met de ziekte te verminderen. Onder veldcondities werd een verschil in gemiddelde dagelijkse groei tot 30 g/dag gezien voor gevaccineerde varkens in vergelijking met niet gevaccineerde varkens. Bescherming begint vanaf 3 weken na vaccinatie en houdt ten minste 17 weken aan. Contra-indicaties en bijwerkingen: Geen. Dosering: 2 ml orale suspensie per dier. Wachttijd: nul dagen. REG NL 10302, UDD. Meer info: Boehringer Ingelheim bv, Postbus 8037, 1802KA, Alkmaar, tel. 072-5662411, vetmedica.nl@boehringer-ingelheim.com
6 10
05
Nieuws & tips
06
“PigMatch biedt zekerheid over de kwaliteit van je varkens”
09
Hoe verloopt een normaal geboorteproces?
10
Vruchtbaarheid in de zomer: voorkom de nazomerdip
11
Vraag & Antwoord
12
“Monsters nemen gaat een stuk gemakkelijker”
15 Monitoring 16
16 22
Verbetering drinkwaterkwaliteit blijft nodig
19
De stelling
21
Voorkom hittestress
22
Wijzigingen in antibioticabeleid: De praktische gevolgen voor de varkenshouderij
24 Buitenbeeld
COLOFON GD Varken is een officieel mededelingenblad van de GD | Uitgever GD Deventer RedactieAlfred van Lenthe, Theo Geudeke, Peter van der Wolf en Barbara Tempelmans Plat Eindredactie Eva Onis | Redactieadres GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-66 04 05, redactie@gddeventer.com, www.gddeventer.com Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem | basisontwerp Fokko-Ontwerp Abonnementen GD Varken wordt gratis toegezonden aan relaties van de GD. Een jaarabonnement
voorwoord
| INHOUD
Openheid en trots Op donderdag 7 juni, vlak voordat deze GD Varken op uw deurmat valt, neem ik deel aan de fietsactie BIG Challenge. Deze actie wordt georganiseerd door de varkenshouderij en houdt in dat ik -samen met 184 andere deelnemers uit de veehouderij- zo vaak mogelijk de Alpe d’HuZes ga beklimmen om geld in te zamelen voor de strijd tegen kanker. Een mooie bijkomstigheid is dat wij de varkenssector tegelijkertijd op positieve wijze onder de aandacht kunnen brengen. Maatschappelijke waardering voor de varkenshouderij wordt immers steeds belangrijker. Consumenten worden kritischer, zij verwachten dat u als varkenshouder kan aantonen dat u gezonde dieren levert, vrij van salmonella en andere ziektekiemen. Openheid kan een hoop onrust wegnemen, we moeten dus vol trots laten zien dat we goed bezig zijn. Daarnaast is een transparante werkwijze noodzakelijk om vraag en aanbod in de varkensmarkt optimaal op elkaar af te stemmen. Op pagina 6 van deze GD Varken worden deze ontwikkelingen, en de rol van het nieuwe informatiesysteem PigMatch, door varkenshouder Ron Stultiëns toegelicht. Een andere methode om de kwaliteit van uw varkens in de gaten te houden is GD Happy Bite. Speekselonderzoek is laagdrempeliger en makkelijker inzetbaar dan bloedonderzoek en is daarom zeer geschikt voor het monitoren van varkensgezondheid. Varkensarts Valentijn Thuring heeft deze methode in de praktijk onderzocht (zie pagina 12). Met andere woorden: goed bedrijfsmanagement is van cruciaal belang. En aangezien de zomer voor de deur staat, hebben wij in deze GD Varken ook alvast een aantal managementadviezen op een rijtje gezet, onder meer over vruchtbaarheid in de zomer (pagina 10), drinkwaterkwaliteit (pagina 16) en het voorkomen van hittestress (pagina 21).
(4 nummers) voor personen buiten de doelgroep kost € 15,25 (excl. BTW en verzendkosten) Advertenties PSH Mediasales, T. 026-750 18 00 | Druk Senefelder Misset Doetinchem Verschijningsfrequentie 4 keer per jaar | Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, dan verzoeken wij u deze door te geven aan redactie@gddeventer.com. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na t oestemming van de uitgever.
ISSN: 1875-2594 Adreswijzigingen: bel 0900 1770, kies 4 (10 cent/min.)
Kortom, weer genoeg stof tot nadenken en handvatten om ervoor te zorgen dat we steeds minder dierziekten hoeven te bestrijden. De sector is op een positieve manier in beweging, dus op 7 juni gaan wij als BIG Challenge-team vol trots die berg op! Alfred van Lenthe, sectormanager Varkens GD Varken | juni 2012 |
3
Varkens.nl | vakinformatie voor de varkenshouderij
Een nieuwe leverancier of adviseur?
Zoek en vind! >
Varkens.nl | Bedrijvengids
Nooit meer eindeloos zoeken naar contactgegevens van interessante bedrijven. Varkens.nl heeft de gegevens van toeleveranciers van producten en diensten aan de varkenshouderij voor u verzameld. Vind het bedrijf dat u zoekt in de Bedrijvengids op Varkens.nl. Gemakkelijk, snel, overzichtelijk.
VIND HET BEDRIJF DAT U ZOEKT OP WWW.VARKENS.NL. KLIK OP ‘BEDRIJVENGIDS’ EN VUL HET ZOEKVELD IN.
tekst: REDACTIE |
NIEUWS & TIPS
Luchtfiltratie tegen prrS-virus Amerikaans onderzoek laat zien dat het aanbrengen van luchtfilters tegen PRRS-virus op een zeugenbedrijf de kans op een PRSSuitbraak vermindert van 77% naar 16% per jaar. Per zeug kost het inbouwen van filters in een bestaande situatie naar schatting € 200. Bij gemiddelde kosten per uitbraak van € 126 per zeug, komt dat neer op een terugverdientijd van 1,6 jaar. Doordat niet alleen PRRS-virus maar ook mycoplasma en influenza wordt tegengehouden door het filter, zal het batig saldo groter zijn. Bij nieuwbouw kost het € 50,- per zeugenplaats extra.
Biggen overleggen Als u echt vindt dat u biggen moet overleggen, leg dan de zwaarste vrouwelijke biggen over op 12 tot 24 uur na de geboorte. Dat geeft de meeste kans op overleving. Beertjes passen zich na overleggen moeilijker aan dan geltjes. Het opnemen van biest van de eigen moeder in de eerste 12 uur na de geboorte is essentieel voor een goede weerstand van de biggen.
winnaar prijsvraag LIv venray
overgang drachtvoer naar lactovoer De overgang van drachtvoer naar lactovoer
Ook dit jaar was GD weer aanwezig met een stand op de Landbouwdagen Intensieve Veehouderij (LIV) in Venray. Bezoekers van de GD-stand konden deelnemen aan een prijsvraag. Inmiddels zijn de winnaars bekend: de heer en mevrouw Lamers uit Niftrik. Zij hebben onlangs een stenen tuinbeeld van een varken in ontvangst genomen.
luistert erg nauw. Enerzijds is het goed als die twee voersoorten redelijk op elkaar aansluiten qua smaak en grondstoffen zodat de zeugen blijven eten. Anderzijds zijn de nutriëntengehalten in het lactovoer anders dan in drachtvoer: wat minder ruwe vezels, wat meer eiwit en calcium. Wat ook van belang is, is de electrolytenbalans. Die wordt bepaald door het natrium-, kalium- en chloorgehalte. Daarmee is te sturen of een zeug calcium vrijmaakt uit de botten voor de melkproductie en een vlot werpproces. Bij problemen rond werpen zoals traag afbiggen of het niet op gang komen van de melkgift, is het dus verstandig om al die aspecten door te lichten met de voervoorlichter en de dierenarts.
verkleumen van pasgeboren biggen Tweeëneenhalve centimeter stro op het rooster achter de zeug vermindert het warmteverlies van de pasgeboren big met 40%. Vooral bij grote tomen met een groot aantal biggen met een laag geboortegewicht is verkleumen een belangrijke reden van uitval. Een alternatief is dat u elk kwartier de biggen van achter de zeug onder de biggenlamp legt.
zeugen ontwormen voor het werpen Zeugen ontwormen voordat zij in de kraamstal komen is belangrijk om de besmettingsdruk op het bedrijf laag te houden. Door 14 dagen voor het werpen te ontwormen met fenbendazol, scheidt de zeug op het moment van werpen geen wormeieren meer uit.
Biggen vitaler door visolie of kokosolie Extra toevoeging van visolie of kokosolie aan het voer vanaf dag 91 van de dracht geeft vitalere biggen bij de geboorte. Vitaliteit bepaalt, samen met het geboortegewicht, de snelheid waarmee het pasgeboren big de uier bereikt en de eerste biest opneemt. Hoe sneller hoe beter. Vraag het uw voederleverancier. GD Varken | juni 2012 |
5
PIGMATCH |
tekst: drs. Eva Onis
Ron Stultiëns, varkenshouder in Meijel:
“PigMatch biedt zekerheid ove
Ron Stultiëns
Eind mei is pigmatch.eu gelanceerd, een internationaal en onafhankelijk webportaal over varkensgezondheid. Op deze site wordt de actuele gezondheidssituatie op deelnemende varkensbedrijven inzichtelijk gemaakt. Bijvoorbeeld: is een bedrijf verdacht voor een bepaalde ziektekiem en tegen welke ziekten wordt gevaccineerd? Op basis van deze informatie kunnen verkopers en afnemers van varkens hun kwaliteitseisen optimaal op elkaar afstemmen. Varkenshouder Ron Stultiëns (Krum Meijel B.V.) is groot voorstander van dit transparante systeem en was nauw betrokken bij de totstandkoming ervan. 6
e r de kwaliteit van je varkens” van PigMatch-deelnemers op dezelfde hygiënische manier worden genomen.” Een ander essentieel onderdeel is de periodieke bedrijfsinspectie (de biosecurity-check). Hierbij worden de hygiënemaatregelen op het bedrijf gecontroleerd. “Dat gebeurt uitvoerig en gestructureerd, dus er wordt niets over het hoofd gezien.”
PigMatch-deelnemer bepaalt wie de informatie mag zien Ron Stultiëns: “Ik ben faliekant tegen de manier waarop biggenpaspoorten op dit moment worden ingezet. De werkwijze is niet transparant en daardoor is er onbetrouwbare handel ontstaan. Soms wordt op zo’n biggenpaspoort zelfs vermeld dat een vermeerderaar PRRS-vrij is, terwijl dat onmogelijk is. De behoefte aan een eerlijk en onafhankelijk systeem is groot.” Vandaar dat Ron geen moment twijfelde toen hem werd gevraagd om mee te denken over de ontwikkeling van PigMatch. “Denemarken is onze grootste concurrent en zij hebben al zo’n informatiesysteem. Dus ik dacht: waarom doen wij niet hetzelfde, maar dan nog beter?”
Vaste protocollen Het uitgangspunt van pigmatch.eu is dat met grote zekerheid wordt aangegeven wat de actuele gezondheidssituatie op een deelnemend varkensbedrijf is. De informatie van de deelnemers is altijd op dezelfde manier opgebouwd. Achter het webportaal zit een eenduidig systeem met vaste protocollen voor periodieke bemonsteringen en bedrijfsinspecties. Ron was vanaf het begin betrokken bij de ontwikkeling van zowel de protocollen als de website. “De protocollen voor de bemonsteringsschema’s heb ik in de praktijk getest. Om de vier maanden is er bloed afgenomen bij de zeugen, gelten en biggen. In verband met de betrouwbaarheid werden per diercategorie twintig bloedjes afgenomen. Daarvoor ontving ik een pakket met het benodigde materiaal, waaronder instructiepapieren en een tempexdoos voor het inzenden van de monsters. De instructies waren heel duidelijk, er kan niets misgaan. Het is goed om te weten dat alle monsters
Ron heeft samen met andere betrokken partijen, waaronder ook Duitse varkenshouders, kritisch naar de website gekeken. “Wat wil je wel tonen en wat niet? En hoe zit het met de veiligheid, is je informatie goed beschermd? Dit soort zaken zijn natuurlijk heel belangrijk.” Bij het zoeken in PigMatch worden in eerste instantie alleen de contactgegevens van de geselecteerde bedrijven getoond. Pas nadat de PigMatch-deelnemer toestemming heeft gegeven, kan de informatie van het betreffende bedrijf bekeken worden.
“Via PigMatch kan een afnemer eenvoudig nagaan welke managementmaatregelen nodig zijn” Via PigMatch kan een afnemer eenvoudig nagaan welke managementmaatregelen nodig zijn om de aangekochte dieren goed te integreren op het bedrijf. “PigMatch levert financiële voordelen op, want je kunt de afnemer veel tijd en moeite besparen. En je kan bewijzen dat je varkens van hoge kwaliteit zijn. Maar de toekomst moet natuurlijk uitwijzen of de varkensprijs dan ook omhoog kan”, stelt Ron.
Ongedwongen gedwongen De kracht van PigMatch is volgens Ron de onafhankelijkheid. “PigMatch is eerlijk en transparant. Op internet staat precies hoe je te werk gaat. Het systeem kan ervoor zorgen dat wij als varkenshouders ‘ongedwongen gedwongen’ een bepaalde richting opgaan. Je kunt afnemers en handelaren extra zeker-
heid bieden. Ook kunnen varkensbedrijven de aanwezigheid van bepaalde ziektekiemen, zoals App, niet meer verborgen houden. Sowieso wordt de behoefte aan openheid in onze samenleving steeds groter, ook in de varkenssector. Mensen zoeken tegenwoordig alles op via internet. Ze gaan op verschillende websites op zoek naar achtergrondinformatie over ziekten en ziekteverwekkers. Daardoor stellen consumenten steeds hogere eisen aan varkensvlees. Je wil straks bijvoorbeeld zwart op wit kunnen aantonen dat je varkens salmonella-vrij zijn.”
Internationaal belang Een ander belangrijk voordeel van PigMatch is het internationaal belang. Ron: “De gezondheidsstatussen zijn grensoverschrijdend, dit maakt samenwerking tussen verschillende landen een stuk gemakkelijker. Denemarken heeft al zo’n systeem en daar werkt 80% van de varkenshouders aan mee, die andere 20% presteert in de marge. We moeten ontwikkelingen voorblijven. In Nederland hebben we de neiging om te verzanden in details. Schaalvergroting lijkt op dit moment de grootste prioriteit te zijn, terwijl goed bedrijfsmanagement veel belangrijker is, zeker met het oog op de internationale handel. In het buitenland wordt al meer gekeken naar voederconversie en gezondheid. Kortom, we moeten lijnen uitzetten en PigMatch is zo’n lijn. PigMatch is nu geïntroduceerd in Nederland en Duitsland, het zou mooi zijn als Polen en Frankrijk daar straks aan toegevoegd kunnen worden.”
Meer informatie
PigMatch is een initiatief van de GD en is in samenwerking met varkenshouders, dierenartsen en laboratoria in Nederland en Duitsland ontwikkeld. Het systeem is bestemd voor fokkers, vermeerderaars, vleesvarkenhouders, handelaren en andere geïnteresseerden. PigMatch is eind mei tegelijkertijd in Nederland en Duitsland geïntroduceerd. Kijk voor meer informatie op pigmatch.eu of neem contact op met de GD via 0570-66 02 56.
GD Varken | juni 2012 |
7
Waarom Zerofen? Zerofen is gewoon goed!
Zerofen is de beste! Ik gebruik Zerofen als ik ontwormen moet!
De perfecte ontworming is nu nog voordeliger! URA ontworming REG NL 9952
Vraag naar de aanbieding bij uw dierenarts of kijk op www.boerenwinkel.nl
tekst: DR. THEO GEuDEKE |
GEBOORTEPROCES
hoe verloopt een normaal geboorteproces? De tomen biggen worden steeds groter met als gevolg dat de geboorte langer duurt. Als de geboorte te lang duurt komen de biggen in de problemen, maar wanneer is sprake van een te trage geboorte? En wat is eigenlijk normaal? Het startsein voor de geboorte komt van de biggen. Als het in de baarmoeder te krap wordt voor de biggen, geven ze een ‘stress-signaal’ af. De daaropvolgende hormonale reacties van de zeug resulteren uiteindelijk in nestelgedrag van de zeug, het verslappen van de baarmoedermond en het samentrekken van de baarmoederspieren en tenslotte in het op gang komen van de melkproductie. De eerste aanzet voor nestelgedrag start 24 tot 36 uur voor het werpen. De meeste activiteit vindt plaats vanaf 16 tot 20 uur voor het werpen en het gedrag stopt 2 tot 4 uur voor het werpen. In onze moderne kraamhokken hebben de zeugen geen mogelijkheid voor nestelgedrag. uit experimenten is gebleken dat zeugen aanzienlijk vlotter werpen als ze nestmateriaal krijgen aangeboden, bijvoorbeeld wat stro of een stevige jute zak.
Geboorteproces Het geboorteproces duurt gemiddeld ongeveer 3 tot 5 uur bij zeugen in een kraambox. Een recent onderzoek op drie hoog-
productieve zeugenbedrijven in Denemarken kwam echter uit op een werpduur van 6 uur. De toomgrootte bij die zeugen was gemiddeld 16 totaal geboren biggen (14,5 levend en 1,5 doodgeboren biggen). Bij zeugen die loslopen in het kraamhok duurt het werpen 1 tot 1,5 uur korter dan bij zeugen in boxen. De gemiddelde tussenbigtijd is 15 tot 20 minuten. De tijd tussen de eerste twee biggen is doorgaans langer. De nageboortes zijn gemiddeld na 4 uur na werpen van de zeug af. Als het werpproces langer dan 5 uur duurt of als er meer dan een half uur verstrijkt tussen twee biggen, is dat een reden om in te grijpen. Bij de eerste twee biggen mag het overigens wel langer duren. Gezien de ervaringen in Denemarken, is men daar geneigd om langer te wachten met ingrijpen.
Drinkgedrag Na het werpen gaan de biggen op zoek naar een tepel voor biest. In het begin ‘shoppen’ de biggen bij verschillende tepels. Pas na een dag of twee hebben ze een tepelvolgorde vastgesteld. Als biggen de eerste 24 uur ongeveer 6 keer biest hebben gedronken, is dat doorgaans genoeg. Als de tepelvolgorde bekend is verloopt het drinken als volgt. De biggen beginnen met een intensieve massage van de uier (1 tot 3 minuten). De zeug gaat allengs minder ‘knorren’. Als de biggen dat horen, wachten ze met een tepel in de bek op de melk. Zodra de zeug de melk laat schieten, drinken de biggen met snelle kauwbewegingen en na 10 tot 20 seconden stopt de melkafgifte. Per dag laat een zeug 17 tot 30 keer de melk schieten. GD Varken | juni 2012 |
9
VRUCHTBAARHEID |
TEKST: DR. THEO GEUDEKE
Vruchtbaarheid in de zomer:
Voorkom de nazomerdip De zomer komt er aan. En na de zomer komt de nazomer, met de nazomerdip in de vruchtbaarheid van zeugen. Om die voor te blijven, is oplettendheid geboden in de zomer. De nazomerdip is eigenlijk een volkomen natuurlijk fenomeen en zeker geen ziekte. Omdat (wilde) varkens liever geen biggen in de winter krijgen, begint vanaf de zomer de vruchtbaarheid wat te haperen. De gevolgen van het seizoen kunnen we in de hand houden door de zeugen zo min mogelijk te laten merken van die naderende winter. Dus al in de zomer zorgen dat de kraamzeugen het niet te warm krijgen en wel genoeg voer op blijven nemen. In de meeste kraamhokken is het continu te warm voor de zeugen en in de zomer al helemaal. Het frisseneuzensysteem voorkomt een hoop problemen. Voeren in de koelere perioden van de dag is een andere effectieve maatregel.
variant van het tegenwoordig veel gepropageerde ‘hoog-laaghoog-voerschema’ in de dracht. Maar als zeugen in groepshuisvesting plotseling zo drastisch worden teruggezet in voerhoeveelheid, zullen ze proberen elkaars voer afhandig te maken. Dat kan leiden tot extra onrust rond voerstations of in de voerligboxen met een verhoogd risico op opbrekers door stress. Ook daar hebben we de laatste tijd diverse voorbeelden van gezien. Kortom: we weten steeds beter hoe we de negatieve effecten van het seizoen kunnen beperken, maar het hoofd koel houden is niet alleen belangrijk voor de zeugen.
Overgang zomer - najaar Als de zomer warm is en het najaar fris (met nachtvorst) is de kans op onregelmatige opbrekers in het najaar duidelijk verhoogd, zo is de afgelopen jaren gebleken. Dus het komt ook aan op een goede klimaatbeheersing in de wachtstal. De snel afnemende daglichtlengte in september is een duidelijk signaal voor de zeugen dat de herfst in aantocht is. Een constant dag-nachtritme, ook in de wachtstal gedurende minstens de eerste maand van de dracht, kan dat effect beperken.
Voergift vroege dracht Belangrijk is verder de voergift in de vroege dracht. Daar is de laatste tijd behoorlijk veel onderzoek naar gedaan, maar de praktische adviezen die daaruit afgeleid worden schieten soms door. Een fors voerniveau in de eerste maand van de dracht is gunstig voor de toomgrootte en in het najaar ter preventie van onregelmatig opbreken op 4 weken (‘najaarsverwerpen’). Maar een voergift van meer dan 3 kilogram is meestal niet nodig, behalve bij echt schrale speenzeugen. Extreme voerhoeveelheden in de eerste 12 dagen na insemineren kunnen zelfs een ongunstig effect op het drachtpercentage hebben. Zeker bij gelten. Een ander gevolg van een hoge voergift (>3 kilogram) in de eerste maand van de dracht kan zijn dat men na een maand drastisch omlaag gaat, soms naar minder dan 2,5 kilogram per dag. Een extreme
10
Wilde varkens krijgen liever geen biggen in de winter
vraag & aNtwoord
in de rubriek ‘vraag & antwoord’ beantwoorden de medewerkers van de afdeling varkensgezondheidszorg vragen vanuit de praktijk. de vragen komen binnen via telefoon of mail.
?
Vraag: Nogal wat zeugen op mijn bedrijf worden berig binnen enkele dagen na het werpen, hoe kan dat? En wat gebeurt er als ik zo’n zeug zou insemineren?
Theo Geudeke Als reactie op het stresssignaal van de biggen aan het einde van de dracht, gaan de vruchtvliezen bronsthormoon (oestrogeen) produceren. Voor de zeug is dat het signaal om met werpen te beginnen. Maar zeugen die van nature erg makkelijk berig worden, reageren daarop ook wel eens met heuse berigheidsverschijnselen. Maar de eierstokken zijn nog niet actief dus het dekken van zo’n zeug kan nooit in een drachtigheid resulteren. Ook al niet omdat de baarmoeder natuurlijk nog lang niet klaar is voor een nieuwe dracht. Men hoeft echter ook niet bang te zijn dat de zeug drie weken later, dus vaak nog net in het kraamhok, berig wordt. Ze is namelijk nog echt niet in de cyclus. Tegenwoordig komt dit fenomeen zelden voor en als het gebeurt betreft het individuele dieren, geen bedrijfsprobleem.
?
Vraag: Ik heb last van vrij veel terugkomers binnen 2 weken na de eerste dekking. Kan dat door een bepaalde infectie komen?
Paul Franssen Waarschijnlijk niet. De cyclus van de zeug kan niet zomaar een week korter worden. Ook hormonale stoornissen waardoor zeugen dagenlang berigheidsverschijnselen vertonen, zijn niet bekend bij het varken. De meest voor de hand liggende verklaring is dat de zeugen bij een eerste dekking ten onrechte zijn geïnsemineerd, terwijl ze helemaal niet berig waren. Maar omdat ze tussen andere wel berige zeugen stonden, ‘voor de zekerheid’ ook zijn geïnsemineerd. Als ze dan na een of twee weken wel echt berig worden en gedekt, dan komen ze in de administratie als een herdekking na één of twee weken. Kwestie van de gang van zaken rond dekken nog eens kritisch tegen het licht houden.
?
Vraag: Door de grote tomen op mijn bedrijf moet ik noodgedwongen wel eens biggen moederloos opfokken. Dat zijn vaak de sterkere biggen, maar het lijkt toch of bij die biggen uiteindelijk meer navelbreuken en pijpnavels voorkomen. Dat is toch raar?
Frits Bouwkamp Pasgeboren biggen hebben, net als alle jonge zoogdieren, een sterke zuigbehoefte. Als er geen zeug is om aan de uier te zuigen, proberen ze het bij elkaar. De navel doet nog het meest aan een speen denken en dus is dat voor de biggen een logische plek om te proberen. Het weefsel is dan nog niet al te sterk in dat gebied, en dan kunnen er beschadigingen optreden of irritatie en een beginnende navelbreuk kan alsnog ernstiger worden. Pas in een later stadium wordt dat goed zichtbaar als een pijpnavel of een heuse navelbreuk. Juist die sterke biggen die zo opgefokt worden kunnen des te krachtiger aan elkaar zuigen.
Ook een vraag? Laat het ons weten en mail uw vraag naar redactie@gddeventer.com onder vermelding van Vraag & Antwoord GD Varken.
GD Varken | juni 2012 |
11
Happy Bite |
tekst: drs. Eva Onis
Valentijn Thuring, varkensarts in Harbrinkhoek:
”Monsters nemen gaat een stuk sneller en gemakkelijker”
In juni van dit jaar introduceert de GD een nieuwe methode om de gezondheid van varkens in de gaten te houden: speekselonderzoek met behulp van Happy Bite. Eén van de varkensdierenartsen die Happy Bite in de praktijk heeft getest is Valentijn Thuring van Varkensdierenartsen Twente-Salland. “Het mooie aan Happy Bite is dat monstername een stuk sneller, gemakkelijker en diervriendelijker verloopt. Bovendien zijn de resultaten net zo betrouwbaar.” Valentijn Thuring is ruim elf jaar werkzaam als dierenarts, waarvan vier jaar als varkensarts bij Varkensartsen Twente-Salland. “Als praktijk werkten wij al langer met speekselonderzoek, maar altijd onder voorbehoud. De vraag was steeds: is de kwaliteit gewaarborgd? Hoe betrouwbaar zijn de conclusies die ik uit de uitslagen kan trekken? Vandaar dat ik graag wilde meewerken aan het veldonderzoek van de GD. Om te kunnen testen hoe betrouwbaar Happy Bite als methode is, heb ik op basis van de onderzoekscriteria de juiste varkensbedrijven met de geschikte omstandigheden geselecteerd. Speekselonderzoek is uiteraard nieuw voor de meeste varkensbedrijven, maar er werd positief op gereageerd. De varkenshouders zagen in dat het een praktische en elegante methode is, dus ze wilden graag meewerken aan het onderzoek.”
“Op zo’n mooie uitkomst had ik niet durven hopen!” In de hokken van de te onderzoeken varkens werden door de GD aangeleverde ‘kauwtouwen’ opgehangen, een groot touw met een klein touw eraan. Valentijn: “De kauwtouwen zijn erg gemakkelijk op te hangen, je kunt ze altijd wel ergens aan bevestigen. Varkens zijn nieuwsgierige dieren, die graag snuffelen en onderzoeken, dus ze vinden de touwen natuurlijk direct interessant. Binnen een paar tellen beginnen ze erop te kauwen, dat was heel leuk om te zien. Aan het begin
12
worden en hoe. Het bewust wel of niet ophangen van de touwen is namelijk van belang bij de interpretatie van de testresultaten. “Je moet er bijvoorbeeld rekening mee houden dat varkens niet op de touwen gaan kauwen als ze al ziek zijn. Dan gaan ze vaak passief in een hoekje liggen. Happy Bite dient dus vooral als preventiemethode”, stelt Valentijn. Daarnaast heeft hij gemerkt dat het belangrijk is dat het aantal touwen in het hok goed in verhouding staat tot het aantal varkens, en dat het bij speenbiggen langer duurt totdat de touwen doorweekt zijn. “Bij vleesvarkens hoef je de kauwtouwen maar vijftien minuten op te hangen, terwijl speenvarkens ongeveer drie kwartier tot een uur nodig hebben.” Valentijn hoopt dat speekselonderzoek in de toekomst ook mogelijk is voor andere ziektekiemen. “Het zou mooi zijn als we kiemen als App, influenza en Haemophilus parasuis aan het rijtje kunnen toevoegen.”
Valentijn Thuring
van de bedrijfsbezoeken hing ik de touwen op en na afloop waren ze al drijfnat. Ik kon het speeksel eenvoudig uit de touwen wringen en meenemen. Wat ik overigens heel opmerkelijk vond, is dat het speeksel behoorlijk grijs-zwart van kleur was. Dat had ik van tevoren niet verwacht. Een varkensbek is natuurlijk nooit helemaal schoon, dus ik dacht wel dat het speeksel troebel zou zijn, maar deze donkere kleur verbaasde mij.” Tegelijkertijd met de speekselmonsters zijn ook bloedmonsters genomen, zodat het mogelijk was om de uitkomsten van beide methoden met elkaar te vergelijken. Deze monsters zijn door de GD op hokniveau onderzocht op aanwezigheid van de ziektekiemen PRRSv en het circo-2-virus (PCV2). De twee methoden bleken even betrouwbaar te zijn. “De resultaten van het speeksel- en bloedonderzoek lagen keurig op één lijn. Op zo’n mooie uitkomst had ik niet durven hopen!”
Happy Bite als ‘rookmelder’ Valentijn staat ook positief tegenover Happy Bite omdat de belastende methode vermeden wordt. Het afnemen van bloed is vaak erg stressvol voor een varken en kost aardig wat tijd, dus kauwtouwen zijn een mooi alternatief. “De drempel om een onderzoek in te stellen ligt daardoor lager. Happy Bite kan uitstekend ingezet worden als rookmelder. Door twee á drie keer per jaar de touwen in de hokken op te hangen, kun je bijvoorbeeld PRRSv en PCV2 vroegtijdig opsporen. Op die manier kun je veel ellende voorkomen. Bovendien kun je dan als vermeerderaar inzichtelijk maken dat je varkens van goede kwaliteit aanbiedt.”
Altijd in overleg met uw dierenarts Hoewel u als varkenshouder zelf de speekselmonsters kunt nemen, is het zeer belangrijk dat u vooraf altijd met uw dierenarts overlegt welke hokken bemonsterd moeten
Het speeksel is eenvoudig te verzamelen GD Varken | juni 2012 |
13
A SANOFI COMPANY
15996_GRIPOVAC3 Adv 185 X 130 01.indd 1
09-05-12 08:40
Groba brengt perfectie in uw stal.
ADVERTEREN IN DIT MAGAZINE? Bel met: Marco Jansen T 026-750 18 45 E marco.jansen@pshmediasales.nl I www.pshmediasales.nl
Copernicusstraat 12, Wijchen T +31 (0)24 6414289 www.groba.nl
“ MA AKT U DE JUISTE KEUZE, OOK VOOR NÁ 2013?
Zeugen voeren kan veel efficiënter Met Nedap Velos ESF krijgt elke zeug gegarandeerd de juiste hoeveelheid voer op het juiste moment.
ALLES OVER GROEPSHUIS VESTING MET VARKENSVOERSTATI ONS MEER WETEN?
Nedap Velos. The standard in Livestock Management Veldman Techniek BV tel.nr. 0572-382980
Tecom Horst BV tel.nr. 077-3983962
Gabriels Techniek BV tel.nr. 0413-291834
AHC-Cawi tel.nr. 0575-463431
Rijnvallei BV tel.nr. 0342-404850
Ervaringen van zeugenhouders, beeld en video’s ziet u op www.esf2013.com
| Monitoring
GD-dierenarts en varkenspecialist Tom Duinhof
Focus op
luchtwegaandoeningen “We zien sinds jaar en dag dat luchtwegaandoeningen vooral in het najaar en de winter een probleem zijn in de varkenshouderij. Dat merken we aan het aantal secties die er op de GD onderzocht worden, maar ook aan het aantal vragen dat de GD Veekijker over het onderwerp krijgt. Het percentage secties met als oorzaak een luchtwegaandoening was in het najaar van 2011 zelfs hoger dan ooit in de 10 jaar daarvoor. De belangrijkste kiem die we op de GD aantonen in sectiemateriaal met longaandoeningen is Actinobacillus pleuropneumoniae (App). In de loop der jaren wordt App geleidelijk steeds vaker gevonden. Helaas kan niet altijd een ziekteverwekker aangetoond worden. Bijvoorbeeld doordat het virus wat de aanvankelijke oorzaak van het probleem was, maar gedurende korte tijd aantoonbaar is in de organen zoals het griepvirus. Of doordat het varken toch al is behandeld met antibiotica waardoor de oorzakelijke bacterie niet meer kan worden aangetoond. Omdat we voor het griepvirus tegenwoordig een - erg gevoelige - PCR-test hebben, hebben we in de winter van 2011 wel meer griepvirus gevonden in secties dan voorheen, maar het blijft een laag percentage. Gemeten naar het aantal vragen over Influenza aan de GD Veekijker, is griep wel een belangrijke oorzaak van luchtwegproblemen.
“Gemeten naar het aantal vragen over Influenza aan de GD Veekijker, is griep wel een belangrijke oorzaak van luchtwegproblemen” Een andere kiem die steeds vaker wordt gevonden als oorzaak van longontsteking is Haemophilus parasuis (Hps). Ook bij aandoeningen als een bloedvergiftiging zien we in de loop der jaren steeds vaker Hps opduiken en het aantal vragen over deze kiem neemt ook gestaag toe. Misschien dat Hps vaker een probleem veroorzaakt, nu andere kiemen door allerlei maatregelen zijn teruggedrongen. Vorig jaar dachten we dat niezen, vooral bij gespeende, biggen een toenemend probleem was, gezien het aantal vragen dat we kregen. Dat lijkt het afgelopen jaar weer mee
GD-Veekijker
te vallen. Nog vrij vaak worden er vragen over gesteld, maar veel minder dan vorig jaar. Van twee bekende verwekkers van niezen die we op de GD kunnen aantonen, is het IBR-virus maar één keer vastgesteld het afgelopen jaar. De andere mogelijke verwekker is de bacterie Bordetella bronchiseptica (Bb). Die wordt wel geregeld aangetroffen in biggen met een neusontsteking. Maar ook in veel gezonde varkens komt deze kiem voor. Dan is de logische vraag waarom dan de ene keer wél en de andere keer géén problemen ontstaan met niezen. Deze vraag is ook geregeld gesteld aan de GD Veekijker. Zaken als een onvoldoende weerstand door bijvoorbeeld een ondermaatse biestvoorziening of anderzijds een matig stalklimaat kunnen een rol spelen bij het gevoelig maken van biggen voor Bordetella. Soms wil men ter verbetering van de weerstand een stalvaccin laten maken. Andere oorzaken voor niezen kunnen zijn: het PRRS-virus, griep-virus, snuffelziekte en stalklimaat. Bij sectie van gespeende biggen is het afgelopen jaar meer PRRS-virus gevonden, terwijl de vaccinatiegraad van biggen tegen PRRS juist is gestegen.”
Met haar monitoringsactiviteiten waakt GD over de diergezondheid in Nederland. Onder andere via GD Veekijker, waar vragen van dierenartsen over bijzondere gevallen binnenkomen. Naast de helpdeskfunctie is GD Veekijker hét centrale verzamelpunt voor alles rondom diergezondheid, in het belang van veehouder en sector. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de dierenartsen oplevert. De GD-Veekijker wordt gefinancierd door het Ministerie van EL&I en PVV.
GD Varken | juni 2012 |
15
onderzoek |
tekst: dr. Guillaume Counotte
Verbetering drinkwaterkwaliteit blijft nodig
Drinken is voor een varken net zo belangrijk als eten, misschien nog wel belangrijker. Een varken kan rustig een week lang niet eten zonder dood te gaan, maar zonder drinken kan het maar enkele dagen. Bovendien is het zo dat wanneer een varken minder drinkt, het ook minder gaat eten. Goed drinkwater is dus van groot belang, maar ondanks de verbeteringen in de afgelopen jaren voldoet nog steeds maar ongeveer 70% van het drinkwater aan de normen. Drinkwater moet smakelijk zijn en niet schadelijk voor de gezondheid, het moet beschikbaar zijn op de drinkplaatsen en het mag de voedselveiligheid niet in gevaar brengen. Vooral dit laatste wordt steeds belangrijker. Een voorbeeld hiervan is het toevoegen van antibiotica aan drinkwater in plaats van door het voer. Resten van antibiotica kunnen dan achterblijven in drinkwaterleidingen en kunnen vervolgens terechtkomen in het water en in de dieren.
16
Waterkwaliteit redelijk stabiel De waterkwaliteit is niet alleen afhankelijk van de waterbron (leidingwater, eigen bron), maar zeker ook van de situatie in de stal. Denk hierbij aan stilstaande leidingen, materiaal van de leidingen, aanleg van de leidingen, toevoegingen in het water, enzovoort. De vraag is natuurlijk: hoe is het met de waterkwaliteit voor varkens gesteld? Ook voor 2011 is daar weer een overzicht van gemaakt. De belangrijkste conclusie is dat de kwaliteit van drinkwater voor
varkens redelijk stabiel blijft en maar weinig verbetert. De resultaten van de beoordeling van het water (geschikt, minder geschikt of ongeschikt als drinkwater voor varkens) sinds 2004 is weergegeven in tabel 1. Uit dit overzicht blijkt dat de waterkwaliteit in de laatste jaren iets is verbeterd, maar dat nog steeds maar ongeveer 70% van het water voldoet aan de normen. Ongeveer 5 tot 6% van het water is zelfs zo slecht dat het eigenlijk niet meer aan varkens mag
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
Geschikt
69,4%
68,6%
67,3%
65,4%
61,5%
62,1%
58,9%
55,3%
Minder geschikt
25,2%
26,1%
26,8%
27,1%
29,0%
30,0%
31,7%
32,5%
Ongeschikt
5,4%
5,3%
6,0%
7,6%
9,6%
8,0%
9,4%
12,2%
Tabel 1: Kwaliteit van drinkwater voor varkens in de periode 2004 t/m 2011
30
percentage overschrijding van de norm
25
20
15
10
het water (reverse osmose). Dan moeten er weer wat zouten (zoals calcium) worden toegevoegd om het water smakelijk te maken. De aanwezigheid van ammonium wijst in het algemeen op verontreiniging door bacteriën. Meestal gaat een verhoogd ammonium samen met een verhoogd kiemgetal. Wanneer er veel stilstaand water in leidingen is, leidingen niet van het juiste materiaal zijn gemaakt of er veel bochten en dode hoeken in zitten, kan het water vervuild raken met ammonium en/of bacteriën. Dan ontstaat er ook een biofilm in de leidingen: een slijmerig laagje dat naast ijzer en mangaan, ook bacteriën, schimmels en gisten bevat. Die zorgen voor een slechte smaak van het water en het ophopen van schadelijke stoffen. Wanneer antibiotica door het water wordt gedaan, zorgt de biofilm er ook voor dat er resten achterblijven in de leidingen.
Leidingen ontsmetten: welke middelen zijn toegestaan?
5
at nitra
ium natr
ride
raad zuur g
chlo
at E. co li-ge tal
sulfa
nitri et
H2S
gaan man
tal mge
ijzer
l kie
parameter
totaa
m oniu
amm
hard
heid
0
Figuur 1: Afwijkende componenten van watermonsters die ongeschikt zijn als drinkwater
worden verstrekt. Op zich zegt dit nog niets over de aard en de ernst van de verontreiniging. Pas wanneer men dat weet, kunnen maatregelen getroffen worden.
Afwijkende componenten In figuur 1 staan de watermonsters die ongeschikt zijn als drinkwater voor varkens. Hier is gekeken naar welke componenten afwijkend waren. Het blijkt dat ook hier weer een zelfde beeld als voorgaande jaren is te zien: vooral de hardheid, het ammonium en het totaal kiemgetal zijn nogal eens verhoogd. Een hoge hardheid (meer dan 25 °D) zorgt ervoor dat kalkaanslag aan drinknippels kan ontstaan. Een eerste reactie is dan: ontharden. Maar ook dat heeft nadelen: wanneer water wordt onthard met zout (een goedkoper manier die veel wordt gebruikt), wordt het water soms extreem zacht en komt
er veel natrium in terecht. Varkens zijn erg gevoelig voor zoutvergiftiging. Dus een te hoog zoutgehalte in het water moet worden voorkomen. Een andere oplossing is het verwijderen van alle zouten en mineralen uit
Het verwijderen van een biofilm is niet eenvoudig. Vaak zijn agressieve middelen nodig om de film te verwijderen. Middelen die worden gebruikt om leidingen te ontsmetten, vallen onder de biocidenrichtlijn. Vanaf 2013 wordt de wetgeving aangepast en moeten deze middelen allemaal opnieuw geregistreerd zijn. Dit proces is nu aan de gang. Op 1 mei 2012 waren de middelen zoals vermeld in tabel 2 toegelaten voor het ontsmetten van drinkwaterleidingen voor mens en dier (PT05) (College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden). Veel van de genoemde middelen worden ingezet bij de bestrijding van legionella in drinkwaterleidingen. Maar de meeste middelen zijn ook effectief voor het bestrijden van biofilm.
Naam middel
Toelatingsnummer Expiratiedatum
Werkzame stof(fen)
AOT-Aqua+
13295
01-02-2020
In situ gegenereerde hydroxylradicalen
Bifipro
13292
01-02-2020
Koper, zilver
Care Plus Hadex
12550
09-09-9999
Natriumhypochloriet
Excellent koper-zilver systeem
13433
01-04-2021
Koper, zilver
HADEX
9574
09-09-9999
Natriumhypochloriet
ICA-systeem
13293
01-02-2020
Koper, zilver
Ion Technix Meg
13432
01-04-2021
Koper, zilver
LiquiTech Koper-Zilverlegering
13431
01-04-2021
Koper, zilver
Tabel 2: Toegelaten middelen voor het ontsmetten van drinkwaterleidingen GD Varken | juni 2012 |
17
A SANOFI COMPANY
15884_Vccnadv.vrkn Alg185X130.indd 1
09-02-12 16:05
Eén brok prestatie...!
Coöperatie “De Valk Wekerom” UA
Hoge Valkseweg 58 Lunteren 0318-461141 www.dvw.nl info@dvw.nl
adv GDVarken 1112.indd 1
LV
VERBAKEL BV Plastic & Stainless steel products
30-03-12 13:03
de Stelling “De beperking van het antibioticagebruik in de varkenshouderij biedt kansen”
Bas Swildens, dierenarts/onderzoeker aan de Faculteit Diergeneeskunde “Mee eens. Het nieuwe antibioticabeleid biedt volop kansen aan de veehouder en het varken. Voor de sector biedt een goed gezondheidsbeleid betere perspectieven dan concurrentie op basis van grote aantallen. Veehouders (groot en klein) worden hiermee gedwongen om te kijken naar de voor het varken meest wenselijke leefomstandigheden. Maar bovenal ligt in het verzorgen van dieren de kern van het boer zijn! Veehouders kunnen, ondersteund door sectororganisaties, weer doen waar ze goed in (zouden moeten) zijn.”
Gerard van Eijden, Dierenartsen Animal Care Putten “Mee eens. Aangezien ondernemers altijd moeten denken in kansen, nooit in bedreigingen, is mijn antwoord simpel. Een van de grootste problemen in de varkenshouderij is dat kwaliteit niet beloond wordt. Gezondheid van varkens is een kwaliteit. Maar daar ontbreken gemakkelijk hanteerbare kenmerken voor. Doordat het antibioticagebruik in beeld is gebracht door de berekening van de dierdagdoseringen, heeft gezondheid een waarde gekregen. Door de dierdagdoseringen werkt elke varkenshouder met meer motivatie aan de beperking van het antibioticagebruik. En daardoor ook aan een betere gezondheid. En gezondere varkens groeien harder, produceren meer nakomelingen en maken het houden van varkens leuk. Kwaliteit wordt beloond. Hoezo een bedreiging?”
Jurgen van Leuteren, directeur van ‘De Oosthof Samenwerkende Dierenartsen’: De afgelopen jaren is veel gesproken over faalkosten. Faalkosten zijn alle kosten die onnodig ten behoeve van het eindproduct zijn gemaakt en die zijn ontstaan door vermijdbaar tekortschieten. Daaronder kan dus ook het onnodig inzetten van antibiotica ter compensatie van een matige biosecurity vallen. Door gezamenlijk te werken aan een betere basisgezondheid van het varken wordt hard gewerkt om deze faalkosten zoveel mogelijk te beperken. Dat is een goede stap om te nemen in diergezondheid en dierwelzijn. Daarmee is er een breed draagvlak in de maatschappij. Lastig is wel dat dit veel inspanning vergt met een bijbehorend tijdspad. Geduld hierbij is een schone zaak”
GD Varken | juni 2012 |
19
&
Porcilis® PRRS
Porcilis® M Hyo
gemixt toegediend
Samen voordeel met één injectie minder
Porcilis PRRS & Porcilis M Hyo kunt u voortaan gemixt toedienen. Let wel: shaken, not stirred! En dat heeft voordelen: 1 injectie minder, tijdswinst voor u en minder stress bij de dieren. Samen pakken we M. hyopneumoniae en PRRSV in één keer aan.
Samen sterk in diergezondheid Porcilis M Hyo bevat per dosis een concentraat van geïnactiveerde hele cellen van Mycoplasma hyopneumoniae, stam 11: minstens 27,0 a.l. titer, 150 mg dl-α-tocoferylacetaat als adjuvans. Doeldier: Varken (vleesvarken). Indicatie: Actieve immunisatie van varkens ter vermindering van longbeschadigingen als gevolg van infectie met Mycoplasma hyopneumoniae. Aanvang immuniteit: 2 weken na de tweede injectie. Immuniteitsduur: minstens 20 weken na de tweede injectie. Toediening en dosering: - IM injectie van 1 dosis (2 ml) per dier in de nek achter het oor. Tweevoudige vaccinatie met een interval van 3 weken vanaf de lee ijd van 1 week; - voor gelijktijdig gebruik met Porcilis PRRS bij vleesvarkens vanaf de lee ijd van 4 weken (3 weken na priming) kan het vaccin kort voor vaccinatie als oplosmiddel gebruikt worden. Dien een enkelvoudige dosis (2 ml) Porcilis M Hyo gemengd met Porcilis PRRS intramusculair in de nek toe. Bijwerkingen: Een voorbijgaande toename van de lichaamstemperatuur van ongeveer 0,3ºC, bij enkele varkens tot 2ºC, kan de eerste twee dagen na vaccinatie voorkomen. De dag erna is bij de dieren de temperatuur weer normaal. Waarschuwing: In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond. Contra-indicaties: Geen. Wachttijd: (Orgaan)vlees: 0 dagen. REG NL 10362 UDD. Zie bijsluiter voor volledige informatie. Porcilis PRRS bevat per dosis opgelost vaccin levend geattenueerd PRRS virus, stam DV: 104,0-106,3 TCID50, 75 mg/ml dl-α-tocoferylacetaat als adjuvans. Doeldier: Varken. Indicatie: Actieve immunisatie van klinisch gezonde varkens in een door PRRS virus geïnfecteerde omgeving, ter reductie van de viremie veroorzaakt door infectie met Europese stammen van het PRRS virus. Aanvang immuniteit: 28 dagen na vaccinatie. Immuniteitsduur: minimaal 24 weken. Toediening en dosering: - IM injectie van 1 dosis (2 ml) per dier in de nek vanaf de lee ijd van 2 weken, voor vleesvarkens enkelvoudige vaccinatie, voor fok- en vermeerderingsdieren wordt een (herhalings)vaccinatie 2-4 weken voor het dekken aanbevolen; - voor gelijktijdig gebruik met Porcilis M Hyo bij vleesvarkens vanaf de lee ijd van 4 weken dient het vaccin kort voor vaccinatie te worden opgelost. Dien een enkelvoudige dosis (2 ml) Porcilis PRRS gemengd met Porcilis M Hyo intramusculair in de nek toe. Bijwerkingen: Systemische of lokale verschijnselen kunnen na vaccinatie worden waargenomen. Na intramusculaire injectie kan een voorbijgaande verhoging van de lichaamstemperatuur optreden. Waarschuwing: In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond. Contra-indicaties: Niet gebruiken in groepen waar de prevalentie van Europees PRRS virus niet met betrouwbare diagnostische methoden is vastgesteld. Wachttijd: (Orgaan)vlees: 0 dagen. REG NL 9815 UDD. Zie bijsluiter voor volledige informatie.
MSD Animal Health Postbus 50 5830 AB Boxmeer Tel: 0485 587652 Fax: 0485 587653 www.msd-animal-health.nl
MSD Animal Health Postbus 50 5830 AB Boxmeer Tel: 0485 587652 Fax: 0485 587653 www.msd-animal-health.nl
TEKST: ING. MAAIKE MEIJERINK |
STALKLIMAAT
Voorkom hittestress De hoge temperaturen komen er weer aan. Hiervan kunnen veel varkens last ondervinden. De belangrijkste risicogroep voor hittestress zijn kraamzeugen en oude vleesvarkens. Om grote problemen te voorkomen is een goed stalklimaat cruciaal. Enkele managementmaatregelen kunnen het de varkens wat aangenamer maken ten tijde van warme perioden. Ten eerste is het belangrijk dat een stal goed geïsoleerd is. Aanvoer van gekoelde lucht is uiteraard gunstig voor de staltemperatuur. Houd in de kraamstal vooral rekening met het biggennest. Hoge temperaturen van het biggennest zijn voor de kraamstalzeugen ongunstig. Probeer de nesten daarom zo veel mogelijk af te dichten, zodat de biggen een warm nest hebben en de zeug een koelere omgeving heeft. Water is erg belangrijk voor het afkoelen van de varkens. Koel drinkwater is van groot belang in warme perioden. Controleer ook het debiet van de drinknippels. Water kan verder gebruikt worden voor het maken van koele plekken door de betonnen vloer nat te sproeien.
Tips per diercategorie:
Drachtige en guste zeugen: Probeer de zeugen aan het einde van de dag te voeren, wanneer de temperaturen wat lager zijn. Zeker wanneer het om brijvoedering gaat. Bij hoge temperaturen nemen dieren minder voer op en voer dat de hele dag heeft gestaan is minder smakelijk en minder hygiënisch. Hogere temperaturen zijn ideaal voor allerlei kiemen. Bovendien zoeken dieren verkoeling door in mest en urine te liggen. Tijdens warme perioden is hygiënisch werken dan ook extra belangrijk. Kraamzeugen: Geef de zeugen kleinere porties verdeeld over de dag en probeer dit zo veel mogelijk tijdens koelere perioden te doen (’s avonds, ’s morgens). Zeker bij kraamzeugen moet de
watervoorziening tiptop in orde zijn. Controleer eventueel de temperatuur van het water. Koel water (10 tot 15oC) heeft een positief effect bij kraamstalzeugen vergeleken met water van 22oC. Gebruik desnoods en indien mogelijk de voerbak/ trog als extra waterbak. Mocht een zeug al tekenen hebben van hittestress, dan kan de zeug afgekoeld worden door koel water over het dier te sproeien. Een experiment met het verstrekken van water van verschillende temperaturen (10, 15, 22oC) aan zeugen liet zien dat het koelere water tijdens warme perioden een gunstig effect had op voer- en wateropname, geschatte melkproductie, lichaamstemperatuur, ademhalingsfrequentie, gemiddelde speengewicht van de biggen en de gemiddelde groei van de biggen. Gezien de resultaten lijkt het erop dat koud water (<15oC) verschaffen bij zeugen in de kraamstal bij hoge temperaturen een positief effect heeft op zowel de zeug als de biggen. Vleesvarkens: Controleer ook bij de vleesvarkens de hoeveelheid water en de kwaliteit van het voer. Ook deze categorie zal tijdens koelere perioden meer voer opnemen. Een afdeling die minder vol ligt, zal minder problemen ondervinden van de warmte, omdat varkens verder uit elkaar kunnen liggen. Probeer ook hier koelte te creëren door te sproeien of de vloer nat te maken.
GD Varken | juni 2012 |
21
antibiotica |
tekst: dr. Jobke van Hout
Wijzigingen in antibioticabeleid:
De praktische gevolgen voor de varkenshouderij Het advies dat de Gezondheidsraad eind vorig jaar uitbracht voor het gebruik van antibiotica in de veehouderij heeft praktische gevolgen voor uw bedrijf. Hoe is dit advies precies tot stand gekomen en waar moet u als varkenshouder rekening mee houden? Aanbevelingen van de Gezondheidsraad Eind augustus 2011 is het advies van de Gezondheidsraad ‘Antibiotica in de veeteelt en resistente bacteriën bij mensen’ verschenen. Dit advies omvat diverse aanbevelingen voor het verminderen en verfijnen van het antibioticumgebruik in de veehouderij. Een aantal van deze aanbevelingen levert -in ieder geval voor de varkenssector- geen noemenswaardige problemen op. Een voorbeeld hiervan is het ontmoedigen van gebruik van antibiotica die toch al niet gebruikt worden in de varkenssector (tigecycline en carbapenems). Echter, andere aanbevelingen kunnen in meer of mindere mate wel problemen op gaan leveren. Hierbij gaat het om zaken zoals: • Het op de lange termijn uitfaseren van het gebruik van colistine (polymyxine E). • Het zeer ernstig beperken van het gebruik van onder meer amoxicilline en ampicilline.
Waarom deze aanbevelingen? De gezondheidsraad bestaat uit een groep deskundigen afkomstig uit zowel de humane als de dierlijke sector. Deze raad heeft bovengenoemde aanbevelingen gedaan om de volksgezondheid te beschermen door: • De kans dat er in de veehouderij ‘ESBLs’ (zie kader) ontstaan, die naar de mens overgedragen kunnen worden, zo klein mogelijk te maken. Bijvoorbeeld door het gebruik van antibiotica zoals amoxicilline en ceftiofur stevig aan banden te leggen. • Het gebruik van antibiotica die humaan het laatste redmiddel zijn voor bepaalde infecties (met zeer resistentie bacteriën) in de veehouderij te ontmoedigen. Zodat deze ernstige infecties in de humane sector behandelbaar blijven.
Vertaling naar het Formularium Varken Vanuit de Werkgroep Veterinair Antibioticum Beleid (WVAB) wordt er om de twee jaar een Formularium Varken (een soort behandelrichtlijn) opgesteld. Uw dierenarts gebruikt dit For-
22
mularium om een eigen ‘praktijkformularium’ samen te stellen en vervolgens specifiek voor uw bedrijf een ‘bedrijfsformularium’ op te stellen. Het bedrijfsformularium is het behandeladvies dat u in uw bedrijfsbehandelplan aantreft. De WVAB heeft het advies van de Gezondheidsraad doorvertaald naar een Richtlijn ‘Smal versus breedspectrum antibiotica en 1e, 2e en 3e keuze op basis van Gezondheidsraad-advies’ (zie http://wvab.knmvd.nl). Deze richtlijn wordt vervolgens in het -nog te verschijnen- nieuwe Formularium Varken verwerkt. Zoals altijd wordt er per ziektekiem onderscheid gemaakt tussen eerste-, tweede-, en derde-keuze-antibioticum, waarbij eerste keuze uiteraard de voorkeur heeft. Overigens zijn, zoals u weet, de derde-keuze-antibiotica (fluoroquinolonen, derde-/ vierde-generatie-cephalosporinen) binnen de IKB’s sinds 1 januari 2012 niet meer toegestaan. Op basis van deze richtlijn is in grote lijnen het volgende duidelijk: • Bepaalde groepen antibiotica, die eerder als tweede keuze aangemerkt werden, komen nu als eerste keuze naar voren. Dit betreft antibiotica zoals oxytetracycline, doxycycline, florfenicol en TMP/S.
• Sommige groepen antibiotica die eerder als eerste keuze vermeld werden, zullen nu als tweede keuze genoteerd worden: bijvoorbeeld colistine en flumequine. • Er wordt meer onderbouwing gevraagd voor het inzetten van bijvoorbeeld een tweede-keuzemiddel. Door de wijziging in keuzevolgorde ontstaat een aantal problemen. Zo zal het voor kunnen komen dat in geval van een E. coli-infectie het Formularium als eerste keuze TMP/S of oxytetracycline voorstelt. Echter, op basis van landelijke gegevens over de resistentie van ziekteverwekkende E. coli’s uit het varken, weten we dat er juist voor deze antibiotica veel resistentie voorkomt. Het leveren van meer onderbouwing voor de inzet van een tweede-keuzemiddel zal in veel gevallen nader onderzoek betekenen. Maar voor enkele ziekteverwekkers zal het erg moeilijk worden om informatie over de antibioticumgevoeligheid te verkrijgen omdat de bacterie erg moeilijk te kweken is (bijvoorbeeld Brachyspira, Lawsonia en Mycoplasma). Het opkweken van een bacterie is een vereiste om
vervolgens een antibioticumgevoeligheidsbepaling uit te kunnen voeren.
Wat betekent dit voor u als varkenshouder? Een direct gevolg van de veranderingen is dat uw dierenarts uw bedrijfsbehandelplan in overleg aan zal passen. Er zullen in principe alleen eerste-keuzemiddelen op uw bedrijfsbehandelplan vermeld gaan worden. Echter, voor een aantal zaken waar over gesproken wordt (het uitfaseren van het gebruik van colistine maar ook het mogelijk verbieden van koppelbehandelingen), is nog niet een duidelijke termijn vastgesteld.
ESBL ESBL = Extended Spectrum Beta Lactamase. Dit zijn enzymen die in staat zijn om bepaalde antibiotica af te breken zodat ze niet meer werkzaam zijn. Deze ESBLs kunnen in bacteriën zoals E. coli zitten.
GD Varken | juni 2012 |
23
De Gezondheidsdienst voor Dieren
Buitenbeeld Fantasiebeeld in Seattle In de Amerikaanse stad Seattle aan de noord-westkust van de VS, is een wereldberoemde overdekte boerenmarkt, de Pike Place Market. In 1971 kon de markt ternauwernood van de sloophamer gered worden. Sindsdien is het symbool van de markt een levensgroot bronzen spaarvarken dat voor de ingang staat. Dat varken was bedoeld voor geldinzameling voor het redden van de markt en voor de liefdadigheid in het algemeen. In 2007 bestond de markt precies 100 jaar en zijn verspreid door de hele stad 100 fantasiestandbeelden van varkens geplaatst. Dit is er één van.
Bereikbaarheid U kunt de GD telefonisch bereiken via 0900-1770. Van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.
Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief BTW en € 9,20 basiskosten.
Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal Aanmelden: telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.
GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddeventer.com info@gddeventer.com
24
Buitenbeeld: Wellicht hebt u zelf ook iets dat niet ‘buiten beeld’ mag blijven. Stuur dan uw foto naar redactie@gddeventer.com met een korte toelichting en naamsvermelding. Wordt uw foto geplaatst, dan ontvangt u een ingelijste vergroting van uw eigen foto.