Samen werken aan diergezondheid NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 21 • APRIL 2015
04
Veterinair
Vervolgonderzoek bij secties van varkens
Het komt soms voor dat na pathologisch onderzoek op varkens meer vervolgonderzoek gewenst is door de inzender dan voor de monitoring noodzakelijk is. Aanvullend onderzoek aanvragen is mogelijk, maar wordt niet gesubsidieerd. Pathologisch onderzoek is primair bedoeld als diagnostisch hulpmiddel, maar de informatie wordt door de GD ook benut voor de monitoring van de diergezondheid in Nederland. Vanwege die laatste functie financieren de overheid (EZ) en de sector samen ongeveer 75 procent van de werkelijke kosten. Een groot deel van de kosten van een sectie wordt bepaald door vervolgonderzoek (bijvoorbeeld bacteriologie, histologie en PCR testen). Normaal gesproken beslist de patholoog op basis van de macroscopische bevindingen en de anamnese welk vervolgonderzoek voor de hand ligt. Vervolgens stuurt de GD bij secties van varkens na afloop van de macroscopische sectie een e-mail naar de practicus waarin wordt vermeld welk vervolgonderzoek zal worden ingezet. Op die manier kan men daarop anticiperen of
contact opnemen, liefst met de Veekijker, voor een nadere toelichting. Het kan in de praktijk gebeuren dat een inzender voor de diagnostiek (bedrijfsbelang) meer vervolgonderzoek wenst dan voor de monitoring (sectorbelang) noodzakelijk is. Daarom zijn op het inzendformulier voor secties specifieke wensen voor vervolgonderzoek aan te vinken, namelijk PCR-onderzoek op Brachyspira hyodysenteriae, B. pilosicoli, Infl uenza (inclusief typering), Lawsonia, Mycoplasma hyopneumoniae, PRRS en / of PCV2. Deze testen worden dan wel extra in rekening gebracht bovenop het standaard (gesubsidieerde) tarief. Dr. Theo Geudeke, specialist varkensgezondheid Drs. Karin Junker, patholoog
Steekproef borgt scrapiecertificeringsprogramma
Er zijn in 2014 wederom geen onvolkomenheden vastgesteld tijdens de steekproef voor de borging van het scrapiecertificeringsprogramma. Net als voorgaande jaren heeft de GD de scrapieresistentiestatus door middel van een steekproef gecontroleerd. De GD heeft in 2014 in samenwerking met het Suffolk Stamboek Nederland (SSN) een steekproef uitgevoerd in het kader van de borging van het scrapiecertificeringsprogramma. Houders van Suffolk dekrammen die binnen het stamboek veel zijn ingezet, konden hiervoor het genotype controleren van dieren met een zogenoemd papieren genotype. Daarnaast heeft de GD in december een dertigtal scrapieresistente bedrijven bezocht. Op een deel van deze bedrijven zijn bloedmonsters genomen voor controle van het genotype van het betreffende dier. Alle die-
ren die in de steekproef zijn onderzocht bleken het gewenste ARR/ARR genotype te hebben. Er zijn dus wederom geen onvolkomenheden vastgesteld. De GD bedankt het SSN en de deelnemende schapenhouders voor hun medewerking. Ook in 2015 stuurt de GD een steekproef aan in het kader van de borging van het scrapiecertificeringsprogramma. Dr. René van den Brom, dierenarts kleine herkauwers
Lekker makkelijk uw voorraad aanvullen via GDwebshop.nl De webshop van de GD is vernieuwd waardoor u nu nog makkelijker uw voorraad benodigdheden voor monstername en inzending kunt aanvullen. Het design is strakker en de site gebruiksvriendelijker. Met de handige zoekfunctie en bestelhistorie kunt u nu sneller en eenvoudiger bestellen. Om onze vernieuwde webshop met u te vieren, ontvangt u deze maand een smakelijke verrassing bij uw bestelling (op=op). Bent u benieuwd of wilt u direct uw voorraad aanvullen? Ga naar GDwebshop.nl. GD Veterinair | april 2015 |
1
Drs. ing. Emiel Schiphorst, MBA marktmanager paard
Op naar Rio Bij de GD hebben we eind maart de teamveterinairen en bondscoaches van de KNHS-teams bij de GD mogen verwelkomen. We bepalen namelijk voor de Nederlandse paardensportbond de parameters in bloed van de Nederlandse teampaarden. Paardensportman van het jaar, Maarten van der Heijden van de KNHS en ik hebben sinds 2011 dan ook een gezamenlijke interesse: hoe is het gesteld met de fitheid van het sportpaard? Hiervoor is de afgelopen jaren gericht materiaal verzameld. Linda van den Wollenberg, paardeninternist, besprak tijdens het minisymposium de bloeduitslagen van de KNHSpaarden in de periode 2012 tot 2014. Hierbij ging ze in op de afwijkende waarden en mogelijke suggesties ter verbetering. Ook besprak Guillaume Counotte, klinisch chemicus van de GD, de invloed van omgevingsomstandigheden in Deodoro, waar het paardensportgedeelte van de Olympische Spelen in Rio wordt gehouden. Hittestress, hoogtestage en weerstand passeerden de revue. De temperatuur en luchtvochtigheid kunnen leiden tot problemen, diverse voorzorgsmaatregelen om eventuele schade te voorkomen of te beperken zijn dan ook besproken. Tot slot sprak GD-viroloog Kees van Maanen over relevante infectieziekten, vaccinaties en de disease free zone. Tussen de lezingen door werden alle deelnemers ‘getrakteerd’ op een demonstratie door GD-patholoog Reinie Dijkman. Hierbij werden organen en materiaal getoond van paarden die recent ter sectie zijn aangeboden. Wij als GD, maar ook de mensen van de KNHS, inclusief de bondscoaches en teamveterinairen kijken terug op een geslaagd minisymposium.
2
Vaccinatie met levend BVD-vaccin in relatie tot BVD-programma’s Sinds 1 maart 2015 is in Nederland een levende BVD-entstof op de markt. Het gebruik van dit vaccin kan invloed hebben op de uitslag van testen die BVD-virus aantonen, maar ook op de uitslag van testen die BVD-antistoffen aantonen. Dit geldt zowel voor onderzoek in bloed als in tankmelk. Na vaccinatie met levend BVD-vaccin maakt het betreffende rund antistoffen aan die niet te onderscheiden zijn van antistoffen tegen een BVD-veldvirus. Gevolg hiervan is dat bewaking op BVD-antistoffen via tankmelkonderzoek (BVD Tankmelk Onverdacht) niet meer mogelijk is. Voor de andere BVD-programma’s ligt dat anders. Bewaking op BVD-antistoffen in bloed kan wel, mits u hiervoor dieren selecteert die nog niet gevaccineerd zijn. Dit geldt ook voor bewaking op BVD-virus: het advies is bloed- en tankmelkmonsters te nemen vóór vaccinatie. Bewaking op BVD-virus kan ook nog ná vaccinatie, mits er tussen het moment van vaccineren en het moment van monstername ten minste drie weken tijd zit. Dieren kunnen na vaccinatie namelijk gedurende in elk geval veertien dagen een viraemie ontwikkelen, waardoor in bloed of tankmelk BVD-vaccinvirus kan worden aangetoond dat met reguliere testen niet te onderscheiden is van BVD-veldvirus. Onderzoek op BVD-virus via oorbiopten kan een goede manier van bewaking zijn op bedrijven waar men de dieren al op jonge leeftijd wil vaccineren. Hebt u vragen over BVD-vaccinatie in relatie tot BVD-programma’s, neem dan gerust contact op met de Veekijker via 0900 - 7100 000. Voor vragen over de inhoud en de werking van het vaccin, verwijzen wij u naar de fabrikant. Drs. Linda van Duijn, rundveearts
Tien jaar cel- en weefselpathologie gezelschapsdieren De cel- en weefselpathologie, onze diagnostische pathologieservice voor gezelschapsdieren bestaat in 2016 alweer tien jaar! Reden om terug te blikken, maar zeker ook om vooruit te kijken. In 2006 is de GD gestart met het aanbieden van deze service, uitgevoerd door een team van acht pathologen. Door deze forse bemensing is de diagnostische service 52 weken per jaar gegarandeerd en kan casuïstiek binnen dit team worden besproken wanneer daar aanleiding voor is. Het team wordt ondersteund door een histotechnisch laboratorium, waardoor onze diagnostische service korte doorlooptijden kent en een hoge kwaliteit. Ook zijn er voldoende mogelijkheden voor aanvullend onderzoek. Binnen het team hebben we verschillende kennisgebieden kunnen uitbreiden, zoals oncologische pathologie, dermatopathologie en mondholtepathologie. Door deze unieke combinatie van menskracht en technologie hebben wij een bijdrage geleverd aan een optimale behandeling van gezelschapsdieren met ziekteprocessen. Momenteel doen we een gedetailleerde analyse van onze database met bijna 35.000 pathologische diagnoses van honden en katten, waaronder diagnoses van meer dan 10.000 raszuivere honden, die 270 verschillende hondenrassen vertegenwoordigen. Deze diagnoses worden gebruikt voor een groter doel; namelijk het leveren van een bijdrage aan de gezondheid van de populatie gezelschapsdieren, waarbij preventie, prevalentie en (vroeg)diagnostiek een belangrijke rol spelen. In de loop van dit jaar en volgend jaar hoort u meer. Judith Hofl and, marktmanager gezelschapsdieren
Werkafspraken omtrent Pasteurella multocida Bij secties van pluimvee wordt af en toe Pasteurella multocida gevonden. De aandoening vogelcholera is opgenomen geweest in de vogelziektewet, maar wordt momenteel niet genoemd in Europese en Nederlandse regelgeving. Er bestaan echter wel werkafspraken met betrekking tot vogelcholera. Vogelcholera of Pasteurellose wordt veroorzaakt door Pasteurella multocida. Bij acute infecties veroorzaakt Pasteurella met name sterfte door bloedvergifting. Bij de chronische vorm worden ook gezwollen en ontstoken kammen en lellen, neusuitvloeiing en geluid waargenomen. Export Japan Wanneer Pasteurella multocida wordt gevonden bij pluimvee in combinatie met klinische verschijnselen van vogelcholera, dan kan dat gevolgen hebben voor de export van pluimveeproducten naar Japan. Japan staat geen producten toe die afkomstig zijn van een bedrijf dat binnen een straal van 50 kilometer ligt van een bedrijf waar in de laatste negentig dagen vogelcholera heeft geheerst. De NVWA heeft, in samenwerking met de GD, een meldingssysteem voor vogelcholera in Nederland. Practici hoeven gevallen van Pasteurella multocida niet rechtstreeks te melden aan de NVWA, zij kunnen verdenkingen melden aan de GD. De GD overlegt met de practicus over eventuele vervolgstappen en meldt zo nodig het geval aan de NVWA.
Criteria voor melding Het klinisch beeld, sectiebeeld én laboratoriumonderzoek moeten aan de volgende criteria voldoen om tot een melding te leiden: Klinisch beeld: •A cute vogelcholera met ernstig zieke dieren, cyanose, verminderde voeropname en sterfte (hoger dan 0,5 procent per twee dagen); • C hronische pasteurellose met dikke lellen bij meer dan 5 procent van de dieren en verhoogde uitval (hoger dan 1 procent per week). Sectiebeeld: •A cute vogelcholera met duidelijk sepsisbeeld met bloedingen in epicard en sereuze vliezen, longoedeem, pneumonie, peritonitis en haardjes in de lever; • I n chronische gevallen oude ontstekingen van de lellen, chronische peritonitis/luchtzakontsteking en necrosehaarden in de lever. Laboratorium: •D oor middel van bacteriologisch onderzoek moet de bacterie (Pasteurella multocida) worden geïsoleerd zonder dat een ander primair agens kan worden gediagnosticeerd. Drs. Jeanine Wiegel, pluimveearts
Pakketten uit het klinisch-chemisch lab In de GD Veterinair is er in de tweede helft van 2014 maandelijks een van de pakketten uit het klinisch-chemisch lab besproken. Hier volgt een overzicht van deze pakketten en een korte samenvatting van de betekenis van het pakket. Artikelnr. Naam pakket
buis
Bepaling
Tarief*
Beschrijving
10276
Pakket Energiestatus
serum
BHBZ en ureum
18,70
Het energiepakket melkvee wordt op koppelniveau ingezet voor het bepalen van de energie- en eiwitstatus van verse koeien (5 tot 50 dagen in lactatie).
10277
Pakket Leververvetting
serum
AST, GLDH, bilirubine totaal, NEFA, ureum
20,50
Bij klachten of monitoring rondom het afkalven; ter beoordeling van de mate van leververvetting door vetmobilisatie rond het afkalven.
10274
Pakket Ontsteking en rode bloedbeeld
serum + EDTA
totaal eiwit, elektroforese (α-,β-,γ-globuline), haptoglobine, leucocyten, differentiatie, rode bloedbeeld + bloedparasieten, LDH, ALP
60,05
Een breed georiënteerd pakket dat kan worden ingezet bij onbegrepen problemen bij rundvee die gepaard gaan met koorts. Het pakket is bedoeld om een indruk te krijgen in welke richting de oorzaak van de problemen gezocht moet worden.
10267
Pakket Rode en witte bloedbeeld
EDTA
Hb, Ht, Erythrocyten, MCV, MCHC, MCH, Thrombocyten, leucocyten, differentiatie witte bloedbeeld
28,50
Wordt ingezet bij een vermoeden van anemie bij een groep runderen, of om inzicht te krijgen in het verloop en de prognose van een individueel dier met duidelijk anemie.
serum
IgG Daarnaast worden ook totaal eiwit, α-,β-,γ-globuline weergegeven aangezien die onderdeel zijn van de bepaling van IgG
32,00
Ter controle of een kalf voldoende antistoffen heeft opgenomen uit de biest. De IgG-uitslag is de belangrijkste parameter om de daadwerkelijke biestvoorziening te controleren.
10253
Pakket Biestvoorziening
*Tarief 2015 per monster en exclusief inzendkosten.
Mocht u de gehele beschrijving van de pakketten nogmaals willen lezen, dan zijn deze te vinden op DAP Contact (www.dapcontact.nl). Drs. Sanne Carp-van Dijken, rundveearts
GD Veterinair | april 2015 |
3
Nieuws en mededelingen Uitslagen eenmalig tankmelkonderzoek IBR
Leptospira hardjo: ELISA of MAT aanvragen?
Veel melkveehouders hebben in de eerste maanden van het jaar gebruikgemaakt van de mogelijkheid om eenmalig extra voordelig een tankmelkmonster op IBR-antistoffen te laten onderzoeken. De uitslagen zijn inmiddels bekend en naar de betreffende melkveehouders verstuurd. Dit biedt u als dierenarts een mooi aanknopingspunt voor de aanpak van IBR op een bedrijf. Wilt u weten welke melkveehouders uit uw praktijk een tankmelkmonster hebben laten onderzoeken op IBR-antistoffen? U kunt dat snel en eenvoudig in beeld brengen met behulp van de labuitslagen in VeeOnline. In één overzicht kunt u alle (tankmelk)uitslagen van uw veehouders zien. Ga hiervoor in VeeOnline naar het menu ‘lab’ en klik op ‘labuitslagen’.
De GD krijgt geregeld de vraag of voor onderzoek op Leptospira hardjo de ELISA of de Micro Agglutinatie Test (MAT) moet worden aangevraagd. Welke test u aanvraagt is vooral afhankelijk van de reden waarom u de monsters instuurt. Moeten runderen op L. hardjo-antistoffen worden onderzocht voor de export, dan is de MAT (10337) meestal geschikt. In het buitenland wordt bij onderzoek naar L. hardjo-antistoffen namelijk vaak gebruik gemaakt van de MAT. Deze test toont echter geen antistoffen meer aan vanaf enkele maanden na infectie, terwijl de bacterie dan nog steeds aanwezig is in de nier. Er is altijd een risico dat het dier weer gaat uitscheiden en dus weer besmettelijk wordt. De MAT is daarmee niet bruikbaar voor de GD-certificering. Stuurt u monsters in voor certificering, vraag dan de L. hardjo-antistoffen ELISA aan (10291).
Longspoeling bij kalveren: protocol en filmpje online De GD biedt sinds begin maart materialen aan om longspoelingen bij kalveren uit te voeren (zie ook de GD Veterinair van februari 2015). Deze materialen zijn te bestellen in de GD Webshop. Inmiddels is ook een duidelijk protocol voor het uitvoeren van een longspoeling beschikbaar en is er een filmpje gemaakt waarin u kunt zien hoe Menno Holzhauer, specialist rundergezondheid bij de GD, een longspoeling bij kalveren uitvoert. Het protocol en het filmpje kunt u vinden op www.dapcontact.nl.
Workshop PRRS tijdens Praktijksymposium Hogere Pluimveegezondheid Voorafgaand aan het Praktijksymposium Hogere Pluimveegezondheid (vleessector), dat gehouden wordt op 21 mei, geeft de GD in de ochtend een workshop voor dierenartsen. Actualiteiten op het gebied van darmgezondheid en immuniteitsontwikkeling staan in deze workshop centraal. Noteert u 21 mei alvast in uw agenda. De uitnodiging en het programma ontvangt u binnenkort.
REDACTIE Guillaume Counotte, Linda van Duijn, Theo Geudeke, Carlijn Kappert, Yoni Pasman, Helen de Roode, Sylvia Greijdanus - van der Putten, Christiaan ter Veen | REDACTIEADRES Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl
|
Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten. | BASISONTWERP de PLOEG communicatie | VORMGEVING X-Media Solutions | PRODUCTIECOÖRDINATIE, PREPRESS EN DRUKWERK Senefelder Misset Doetinchem | UITGEVER GD Deventer | VERSCHIJNINGSFREQUENTIE 12 keer per jaar ISSN 1388-4042 Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van de GD. Voor veterinaire vragen: GD Veekijker, T. 0900-7100 000
Samen werken aan diergezondheid
Themasymposium Veekompas, voorjaar 2015 Ontwikkelingen in de melkveehouderij, zoals het afschaffen van het melkquotum, betekenen dat melkveehouders opnieuw nadenken over hun bedrijfsopzet en bedrijfsvoering en dus ook over het belang en de kosten van diergezondheid. Dit biedt kansen om in uw rol als veterinair adviseur uw toegevoegde waarde voor uw melkveehouders verder te concretiseren. Tijdens de VeeKompas Themasymposia 2015, met als titel ‘De rol van de dierenarts in zuivelketen, beheersen van infectiedynamiek op grote bedrijven, protocollair werken in de praktijk’, inspireren we u graag met gedreven sprekers, praktische casussen en ruim tijd voor interactie. De bijeenkomsten zijn steeds van 12.30 tot 17.00 uur, op de volgende data: 20 mei Deventer (GD) 2 juni Berkel Enschot (de Druiventros) 9 juni Goutum (Nij Bosma Zathe) 10 juni Utrecht (Faculteit Diergeneeskunde)
Planning ophalen monstermateriaal 2015 Tijdens de feestdagen wordt er op minder momenten monstermateriaal opgehaald. Onder andere op, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag en Tweede Pinksterdag vindt er geen distributie plaats. In het onderstaande overzicht kunt u de uitvoering van de ophaaldienst tijdens de feestdagen terug vinden. Daarnaast kunnen bepaalde evenementen lokaal de uitvoering beïnvloeden. Feestdag
Datum
Koningsdag
27 april maandag
Dag
Distributie geen distributie
4 mei
maandag
normale distributie
Bevrijdingsdag
5 mei
dinsdag
geen distributie
13 mei
woensdag
normale distributie
Hemelvaartsdag
14 mei
donderdag
geen distributie
22 mei
vrijdag
normale distributie
Tweede Pinksterdag
25 mei
maandag
geen distributie