Gd veterinair maart 2014

Page 1

Samen werken aan diergezondheid NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 20 • MAART 2014

03

Veterinair

Coccidiose op het rundveebedrijf

Veel rundveepractici stellen dagelijks de waarschijnlijkheidsdiagnose coccidiose bij kalveren van 1 tot 6 maanden. Door de oöcysten te laten typeren krijgt u inzicht in de achtergrond van de besmetting en daardoor in de juiste preventieve maatregelen. Een Eimeria-typering van oöcysten kan door middel van door de industrie gesponsord (gepoold) onderzoek of door (gepoold) onderzoek op kosten van de veehouder (zie P331 en W1265 op het inzendformulier ‘Monsters runderen’, te downloaden via www.gddiergezondheid.nl). Het differentiëren van de verschillende Eimeriasoorten is in zoverre van belang dat de oorzaak van de besmetting sneller kan worden opgespoord. Bij coccidiose door Eimeria alabamensis, ligt de oorzaak van de besmetting zeer waarschijnlijk in hooi van besmette percelen en moet de preventie zich dus vooral hierop richten. Bij coccidiose door E. bovis en E. zuerni gaat het om een infectie die zich vooral binnen de stal opbouwt.

De klinische verschijnselen zijn ook verschillend: bij coccidiose door E. alabamensis gaat het met name om heftige diarree, in de andere gevallen zijn persen op de mest en bloedbijmenging vaak de meest opvallende symptomen. Bij alle soorten van coccidiose kan een infectie met Giardia het beeld compliceren en/of verantwoordelijk zijn voor het uitblijven van herstel. Om te onderzoeken of er sprake is van Eimeria in combinatie met Giardia vraagt u onderzoek P493 (gepoold) of P494 (individueel) aan via het inzendformulier. Andere oorzaken voor kalverdiarree zijn natuurlijk een bacteriële (o.a. Salmonella) of virale (o.a. BVD) enteritis of voedingsstoornissen. Dr. Menno Holzhauer, specialist rundergezondheid

Géén glijmiddel bij faecesmonsters voor bacteriologisch onderzoek Regelmatig krijgt de GD de vraag of glijmiddel mag worden gebruikt bij het rectaal afnemen van runderfaeces voor bacteriologisch onderzoek (kweek, PCR). Het advies is om géén glijmiddel te gebruiken bij monstername. Nadeel van de meeste commercieel verkrijgbare glijmiddelen is dat ze conserveringsmiddelen bevatten. Deze kunnen een remmende werking hebben op kweek van pathogenen zoals E. coli, Salmonella spp. en M.a. paratuberculosis. Bij een deel van de runderen geeft het passeren van de anus zonder glijmiddel echter een grotere kans op perforatie van de handschoen. In die gevallen wordt geadviseerd om een mespunt zuurvrije vaseline uit een tube uit te smeren op de punt van de middelvinger van de handschoen. Of bestanddelen uit glijmiddelen een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de PCRtesten is onbekend. De PCR voor paratuberculose

is gevalideerd met faecesmonsters waarbij alleen zuurvrije vaseline als glijmiddel is gebruikt. Daarom adviseren wij bij het verzamelen van monsters voor deze PCR ook zuurvrije vaseline of in het geheel géén glijmiddel te gebruiken. Om kruiscontaminatie tegen te gaan adviseren wij bij het bemonsteren alleen zuurvrije vaseline uit tubes te gebruiken, niet uit potten. Zuurvrije vaseline in tubes kunt u bestellen in de GD Webwinkel (www.gd-winkel.nl, bestelnummer VDGEB066). Dr. Maarten F. Weber, specialist rundergezondheid

Digitale nieuwsbrief voor gezelschapsdierenartsen

Vanaf januari 2014 is de papieren nieuwsbrief voor gezelschapsdieren overgegaan naar een digitale versie: de GD Actueel Gezelschapsdieren. Vol nieuws, achtergrondinformatie, handige links en interessante casussen speciaal voor de gezelschapsdierenarts. Meld u aan via www.gddiergezondheid.nl/actueel/gd-nieuwsbrieven en blijf op de hoogte van de ontwikkelingen rond gezelschapsdieren. GD Veterinair | maart 2014 |

1


Judith Hofland Marktmanager Gezelschapsdieren

Pathologisch onderzoek als leidraad in therapiekeuze Naar schatting ontwikkelt 1 op 3 honden en katten tijdens het leven een tumor. Dierenartsen die te maken krijgen met een oncologische patiënt, hebben drie mogelijkheden: afwachten, een behandeling instellen of adviseren tot euthanasie. Om een verantwoorde keuze te maken, is het belangrijk de aard van het ziekteproces met de grootst mogelijke zekerheid vast te stellen. Hiervoor is meestal pathologisch onderzoek nodig. De oncologische pathologie heeft zich gedurende de laatste jaren sterk ontwikkeld; de uitslag van het pathologische onderzoek is daarom vaak richtinggevend bij de keuze van de behandelingsstrategie. Het pathologenteam van de GD heeft de afgelopen jaren tienduizenden biopten van gezelschapsdieren pathologisch onderzocht. Hieruit blijkt onder andere dat 14% van alle tumoren bij de hond (gediagnosticeerd bij de GD) mestceltumoren zijn, waarvan bekend is dat ze een heterogeen gedrag vertonen. Chirurgische verwijdering volstaat vaak, maar soms is aanvullende chemotherapie nodig. Onderzoek naar de expressie van proliferatiemarkers, als Ki67 en AgNOR, laat zien of er een grote of juist kleine kans is op uitzaaiingen en of er dus aanvullende chemotherapie nodig is. Ook bij lymfomen is pathologisch onderzoek leidend in de therapiekeuze. Tegenwoordig is het mogelijk om door middel van histopathologisch onderzoek een groot aantal subtypen lymfomen te onderscheiden, waarbij verschillende subtypen een goede prognose hebben, mits de juiste therapie gekozen wordt. De GD heeft zich de afgelopen jaren ingezet om deze subtypering door te voeren. Dit alles met het oog op de juiste behandeling van een dier met een lymfoom.

2

Vaccinatie tegen BVD in combinatie met BVD-bewakingsonderzoek Regelmatig wordt de GD gebeld over een ongunstige uitslag van het jongveebewakingsonderzoek binnen het GD-programma BVD-virusvrij. Soms betreft het vragen over het effect van vaccinatie op de uitslag van het onderzoek. Het advies is altijd ongevaccineerde dieren te selecteren voor het bewakingsonderzoek op BVD. Inmiddels is bekend dat soms ook na vaccinatie met geïnactiveerd BVDvaccin tijdelijk afweerstoffen aantoonbaar zijn in de test. Het vervelende is dat een veldvirusinfectie met BVD-virus op dat moment niet uit te sluiten is. Deze situatie is te voorkomen door voorafgaand aan het vaccineren, van vijf dieren tussen de 8-12 maanden bloed af te nemen voor het onderzoek op BVD-afweerstoffen. Dit kan tijdens dezelfde visite. Mocht u willen bloedtappen vóór vaccineren en heeft u nog geen aansturing van de GD ontvangen voor het bewakingsonderzoek op BVD-afweerstoffen, dan kunt u contact opnemen met onze diergezondheidsadministratie (09001770, optie 1). Wij kunnen dan eenmalig de ritmiek van het halfjaarlijkse bewakingsonderzoek aanpassen aan de ritmiek van het vaccineren tegen BVD. Het is belangrijk tijdig contact op te nemen zodat de bloedmonsters door ons “herkend” worden als monsters voor het bewakingsonderzoek. Als op een bedrijf onregelmatig gevaccineerd wordt (anders dan 1 of 2 keer per jaar) dan kunt u bij het vaccineren bijvoorbeeld de vijf jongste dieren overslaan tot de bewaking heeft plaatsgevonden en bij het eerstvolgende bedrijfsbezoek deze dieren alsnog vaccineren. Uiteraard is er ook de mogelijkheid om over te stappen naar bewaking op BVD-virus in plaats van op afweerstoffen. Drs. Linda van Duijn, rundveedierenarts

Wijzer met de UGA Wijzer Rundveedierenartsen worden regelmatig om advies gevraagd bij een afwijkende uitslag van GD Tankmelk Uiergezondheid. Om u te helpen de uitslag samen met de melkveeveehouder te vertalen naar concrete en praktische aandachtspunten, ontwikkelde de GD begin dit jaar de UGA Wijzer. De UGA Wijzer is onderdeel van UGA, de uiergezondheidsaanpak van de GD, waaronder een breed scala aan producten en diensten ter verbetering van uiergezondheid valt. In feite is de wijzer een online adviesmodule in de vorm van een overzichtelijk tabel. De tabel koppelt de zeven (groepen van) mastitisverwekkers waarop de tankmelk wordt onderzocht aan vijf aandachtsgebieden: weerstand, overdracht tijdens het melken, hygiëne, reiniging & koeling en detectie en aanpak van geïnfecteerde koeien. Aan de hand van blauwe vlakken in de tabel wordt duidelijk welke bacteriën bij welke aandachtsgebieden horen. Wanneer een bacterie op de uitslag ‘piekt’, komt u door middel van het aanklikken van de blauwe vlakken achter de betreffende bacterie bij concrete vragenlijsten terecht. Door deze samen met de melkveehouder in te vullen, verkent u systematisch de belangrijkste risicofactoren op bedrijfs- én koeniveau. Na het invullen van de checklist ontvangt de melkveehouder een gericht advies per mail, waar hij samen met u mee aan de slag kan. Zo werken we samen aan diergezondheid. De UGA Wijzer is te vinden via www.gddiergezondheid.nl/uga. Drs. Jantijn Swinkels, rundveedierenarts


Kalversterfte na onthoornen Met een zekere regelmaat worden bij de GD kalveren aangeboden voor sectie die (kort) na het onthoornen dood zijn gegaan. Deze kalveren variëren in leeftijd van een week tot enkele maanden oud. In zeer spaarzame gevallen is bij dergelijke kalveren in het hersenweefsel juist onder de uitgebrande hoornpit lokale weefselnecrose in het cerebrum vastgesteld. Maar in veruit de meeste gevallen verlopen dergelijke secties negatief en wordt er niets gevonden, niet bij de sectie en ook niet bij het ingestelde (histologische) vervolgonderzoek. In enkele gevallen worden relevante (orgaan)afwijkingen op andere plaatsen dan in de hersenen gevonden. Voorbeelden hiervan zijn: • Een kalf met een overvulde digestietractus en (daardoor?) een verslikpneumonie. • Een kalf met een ernstige longontsteking. Hier had de veehouder aangegeven dat het kalf hoestte, toch is de dierenarts tot anesthesie en onthoornen overgegaan (waaruit het belang van een pre-anesthetisch onderzoek maar weer spreekt). • E en kalf met massale acute degeneratie van skeletspieren, veroorzaakt door een vitamine E/Se-tekort.

Juist de manipulatie met het kalf voor het verdoven lijkt hier de trigger tot de spierproblemen te zijn geweest. De GD heeft bij herhaling ter sectie aangeboden kalveren die waren gestorven na onthoornen gewogen, waarna aan de betreffende practicus is gevraagd hoeveel xylazine intramusculair was toegediend. In bijna alle gevallen bleek de toegediende hoeveelheid volgens de bijsluiter, die voor de ingreep onthoornen “dosis III” aangeeft, te horen bij een hoger lichaamsgewicht dan het door ons gemeten gewicht. In de praktijk zijn deze kalveren zwaarder geschat dan ze in werkelijkheid zijn. De dieren zijn kort na de ingreep doodgegaan of pas uren later, nadat zij niet meer uit de narcose zijn ontwaakt. In het laatste geval zullen zij een fatale verzuring hebben ontwikkeld door een slechte ventilatie/perfusie zoals optreedt bij een dier dat te lang (in een verkeerde houding) ligt, soms/vaak ook nog met een te volle digestietractus. Drs. Thijs Roumen, veterinair patholoog

Locomotieproblemen bij varkens: osteochondrose Op 12 februari 2014 organiseerde de afdeling Varkensgezondheidszorg van de GD een cursus over locomotieproblemen bij varkens. Tijdens deze drukbezochte cursus werd onder andere uitgebreid aandacht geschonken aan osteochondrose. Osteochondrose is een aandoening van groeiende varkens waarbij laesies ontstaan in articulair en/of epifysair kraakbeen als gevolg van ischemie door vasculaire necrose. De laesies zijn vaak multipel en predilictieplaatsen zijn de (omgeving van) gewrichten in voor- en achterpoten (schouder, elleboog, heup, knie, hak) en de lumbale wervels. Volgens onderzoekers komt de aandoening niet voor bij wilde varkens, maar wel bij een groot deel van de gedomesticeerde varkens. Afhankelijk van de definitie lopen de schattingen van de prevalentie op tot 100%. Risicofactoren zijn voerniveau, huisvesting, voersamenstelling, snelle groei, geslacht en lichaamsbouw. De erfelijkheidsgraad (h2) is ongeveer 0,21. Momenteel wordt door de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht en Wageningen UR onderzoek gedaan naar de risicofactoren van osteochondrose en mogelijke diagnostische hulpmiddelen. Eén van de vragen is bijvoorbeeld bij welke leeftijd een ‘point of no return’ wordt bereikt. Dit lijkt in elk geval na meer dan 10 weken te liggen. Uit in vitro-experimenten is verder gebleken dat de fysieke belasting van achterpoten die op een gladde vloer een maximale extensie ondergaan buitengewoon hoog is. Hoog genoeg waarschijnlijk om te resulteren in zodanig trauma dat de klinische gevolgen van osteochondrose versterkt worden. Aspecten van voeding die in de literatuur genoemd worden zijn een energie- en eiwitrijke voeding, een excessieve inname van calcium en fosfor dan wel een dysbalans tussen calcium, fosfor, vitamine A en vitamine D. Wellicht speelt ook een koperdeficiëntie soms een rol. Een erfelijkheidsgraad van 0,21 betekent dat selectie op gevoeligheid voor osteochondrose mogelijk is, maar

daarop ligt in de fokkerij momenteel niet de focus. Wel wordt gezocht naar genen die bepalend zijn voor de gevoeligheid voor osteochondrose. Dr. Theo Geudeke, specialist varkensgezondheid

Denk bij verwerpen paard aan EHVabortuspakket Er worden regelmatig onvoldragen veulens ingestuurd naar de GD om via pathologisch onderzoek te achterhalen of rhinopneumonie de oorzaak van het verwerpen is. Voor een antwoord op de vraag of rhinopneumonie de oorzaak is, is het echter een stuk voordeliger om te kiezen voor een EHV-abortuspakket. Bij het insturen van een veulen wordt normaliter namelijk een volledige sectie uitgevoerd, wat vooral zinvol is als uitgebreid onderzoek naar andere oorzaken van abortus gewenst is. Het EHV-abortuspakket is gratis te bestellen via het klantencontactcentrum (KCA) van de GD (0900-1770, optie 5). Het pakket bevat een combinatieonderzoek van een EHVPCR op een longaspiratiebiopt van de geaborteerde foetus en een EHV-PCR op een vaginaalswab van de merrie. Op www.gddiergezondheid.nl/formulieren zijn naast het inzendformulier voor het abortuspakket ook protocollen te downloaden waarin beschreven wordt hoe de monstername correct moet worden uitgevoerd.

GD Veterinair | maart 2014 |

3


Nieuws en mededelingen Nieuwe versie BGP-app

Data BO Labservice april en mei 2014

Met de komst van de nieuwe digitale handtekening in VeeOnline is de BGP-app geüpdatet. Het ondertekenen van het BGP gebeurt nu online (via VeeOnline.nl) met uw persoonlijke Z-login en OTP-responder. Het plan kan na het inladen van de gegevens (vooraf op de praktijk) wel nog steeds offline bij de veehouder worden ingevuld. Dit is vooral handig voor dierenartsen die vaak te maken hebben met een slechtere internetverbinding. De nieuwe BGP-app (enkel bedoeld voor de Ipad) is nu te downloaden uit de appstore.

Voor de komende periode staan de volgende cursussen voor BO Labservice gepland:

Voorjaarssymposia VeeKompas De voorjaarssymposia van GD VeeKompas staan dit keer in het teken van adviseren op grote melkveebedrijven. Ynte Hein Schukken (Veterinair Directeur bij de GD) zal ingaan op de dynamiek van infecties op grote melkveebedrijven. Daarna bespreekt Andries-Jan de Boer van accountants- en adviesorganisatie Accon avm de rol die dierenartsen kunnen spelen bij het behalen goede (financiële) resultaten op het melkveebedrijf. Tenslotte zal GD-dierenarts Jan Muskens u bijpraten over de actualiteiten vanuit de VeeKijker. De bijeenkomsten vinden plaats in Deventer (24 april), Goutum (7mei), Berkel Enschot (13 mei) en Utrecht (20 mei). Zie voor meer informatie & aanmelden www.gddiergezondheid.nl (Producten en diensten –> Training & advies –> GD VeeKompas). Aanmelden kan ook via uw relatiebeheerder of bij Ineke Horsman (i.horsman@gddiergezondheid.nl).

Redactie Guillaume Counotte Linda van Duijn Theo Geudeke Catholine Koster Helen de Roode Thijs Roumen Christiaan ter Veen Erik de Vries ISSN 1388-4042 Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van de GD.

22 april en 20 mei (16:00 - 20:00 uur): Keuzedata Praktijkbijeenkomst 22 april (13.00 - 15.30 uur): Bespreking resultaten rondzending module kwaliteit gevoeligheidstesten door het CVI. Alle cursussen vinden plaats bij de GD in Deventer. Aanmelden kan via uw relatiebeheerder of per e-mail via m.grotenhuis@gddeventer.com. Meer informatie over BO Labservice vindt u op www.gddiergezondheid.nl (Producten en diensten –> Training & advies –> GD BO Labservice).

Nieuw: GD Drinkbakcheck Rundvee Per maart 2014 biedt de GD rundveehouders de mogelijkheid om periodiek de kwaliteit van het water in de drinkbakken te monitoren. Met behulp van het abonnement GD Drinkbakcheck Rundvee wordt het drinkwater twee of vier keer per jaar onderzocht op de zeven belangrijkste criteria voor gezond drinkwater: ammonium, nitriet, natrium, ijzer, mangaan, hardheid en totaal kiemgetal. De aansturing van de GD Drinkbakcheck Rundvee loopt via u als dierenarts. U krijgt tijdig bericht wanneer het monster genomen dient te worden én ontvangt bovendien alle materialen die nodig zijn voor het nemen van het watermonster. Meer informatie vindt u op: www.gddiergezondheid.nl/Rund.

Prepress en productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem Basisontwerp de PLOEG communicatie

Juiste inzending melkmonsters

Vormgeving X-Media Solutions Doetinchem

Nog steeds ontvangt de GD af en toe melkmonsters voor onderzoek op IBR, Lepto, Salmonella, Paratbc en Neospora in verkeerde buizen, zonder conserveringsmiddel. Dit kan tot gevolg hebben dat bij het inschrijven een aantal monsters wordt afgekeurd vanwege het schiften van de melk. Ook moet de melk soms worden overgeschonken naar de juiste buis (met risico op verwisseling). De juiste buis voor het insturen van melkmonsters voor dit onderzoek is buis VDTRA076 (zie de GD Webwinkel). Let u er bij het insturen van buisjes op dat de barcodestickers in de lengte (en dus niet als een sigarenbandje) op de buisjes worden geplakt, alleen dan kunnen we de barcodes scannen en dus foutloos inschrijven. Uiteraard is het ook belangrijk om het juiste verpakkingsmateriaal te gebruiken (lekvrije zakken, absorptiemateriaal) om zo lekkage te voorkomen.

Drukwerk Senefelder Misset Doetinchem Uitgever GD Deventer Verschijningsfrequentie 12 keer per jaar

Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 Voor veterinaire vragen: GD Veekijker, T. 0900-7100 000 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten. Samen werken aan diergezondheid


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.